Uit eerder onderzoek blijktdatde stabiliteit ( tracking ) van sport participatie onder jongvolwassenen laagis En dater onder jongvolwassenen een

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "Uit eerder onderzoek blijktdatde stabiliteit ( tracking ) van sport participatie onder jongvolwassenen laagis En dater onder jongvolwassenen een"

Sterre Verbeke
6 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 1

Uit eerder onderzoek blijktdatde stabiliteit ( tracking ) van sport participatie onder jongvolwassenen laagis En dater onder jongvolwassenen een flinkeafname te zien is in sportparticipatie in het

2 Uit eerder onderzoek blijktdatde stabiliteit ( tracking ) van sport participatie onder jongvolwassenen laagis En dater onder jongvolwassenen een flinkeafname te zien is in sportparticipatie in het algemeen, en verenigingslidmaatschap in het bijzonder. Deze ontwikkelingen zijn terug te vinden in Nederland, zoals te zien aan de welbekende skihelling en de gegevens uit de laatste rapportagesport, maar ook daarbuiten 2

3 Uit de Eurobarometer van afgelopen jaar blijkt dat de afname in sportparticipatie onder jongvolwassenen terug te vinden is in geheel Europa. Ook al is er gebruik gemaakt van net wat andere leeftijdscategorien, er is duidelijk te zien dat sportparticipatie en verenigingslidmaatschap minder vanzelfsprekend zijn onder jong volwassenen. Dit leidde bij ons tot de vraag waarom en wanneer jongvolwassenen stoppen met sport? 3

We hebben deze onderzoeksvraag benaderd vanuit een levensloopperspectief Dit heb ik hier geprobeerd schematisch weer te geven: de rode lijn representeerd het leven van een individu, welke ingedeeld

4 We hebben deze onderzoeksvraag benaderd vanuit een levensloopperspectief Dit heb ik hier geprobeerd schematisch weer te geven: de rode lijn representeerd het leven van een individu, welke ingedeeld kan worden in verschillende levensfases, zoals jeugd, adolescentie, jong volwassenheid, etc. In dit geval focussen we ons dus jong volwassenheid, door de afname in sportparticipatie tijdens deze levensfase, en omdat het een drukke levensfase is, waarin men veel belangrijke levensgebeurtenissen meemaakt die van invloed kunnen zijn op sportparticipatie Vanuit dit perspectief, is sportparticipatie een leefstijluiting die niet alleen verschilt tussen verschillende individuen binnen een samenleving, maar ook binnen een individu gedurende zijn/haar levensloop, door het meemaken van belangrijke levensgebeurtenissen. 4

In deze studie hebben we ons gefocust op 4 belangrijke levensgebeurtenissen die jongvolwassenen zouden kunnen meemaken: beginnen met werken, op jezelf gaan wonen, samenwonen/trouwen en de geboorte

5 In deze studie hebben we ons gefocust op 4 belangrijke levensgebeurtenissen die jongvolwassenen zouden kunnen meemaken: beginnen met werken, op jezelf gaan wonen, samenwonen/trouwen en de geboorte van het eerste kind We wilden bepalen in hoeverre het meemaken van deze levensgebeurteniseen effect heeft op de kans voor jongvolwassenen om te stoppen met een sport en de kans om een verenigingslidmaatschap te beeindigen 5

Theoretisch gezien, kan de invloed van belangrijkelevensgebeurtenissen op iemands sportcarrierebeter begrepen worden door te kijken naar veranderingen in hulpbronnen die geassocieerd worden met het

6 Theoretisch gezien, kan de invloed van belangrijkelevensgebeurtenissen op iemands sportcarrierebeter begrepen worden door te kijken naar veranderingen in hulpbronnen die geassocieerd worden met het meemaken van een bepaalde levensgebeurtennis. Belangrijke levensgebeurtenissen kunnen bijvoorbeeld zorgenvoor veranderingen in de hoeveelheid beschikbarevrijetijd en iemands sociaal netwerk. Daaromhebben we een theoretisch kader ontwikkeld om de kans om te stoppen te verklaren, gebaseerd op veranderingen in temporele en sociale hulpbronnen, gerelateerd aan de levensgebeurtenissen. 6

Aangezien mijn eigen temporely hulpbronnen voor deze presentatie beperkt zijn, kan ik verder niet erg in detail treden In het kort komt het erop neer dat het meemaken van deze levensgebeurtenissen

7 Aangezien mijn eigen temporely hulpbronnen voor deze presentatie beperkt zijn, kan ik verder niet erg in detail treden In het kort komt het erop neer dat het meemaken van deze levensgebeurtenissen gepaard gaat met een afname van de hoeveelheid vrije tijd en dus temporele hulpbronnen En veranderingen in sociale hulpbronnen, waardoor de sociale opbrengst van de huidige sportactiviteiten lager wordt, bv. in verhouding tot sociale activiteiten die gerelateerd zijn aan de meegemaakte levensgebeurtenis, zoals het opbouwen en onderhouden van nieuwe vriendschappen en contacten met collega s op het werk. Dit theoretisch kader heeft geresulteerd in de verwachting dat de 4 gebeurtennisen allemaal de kans vergroten om als jongvolwassene te stoppen met een sport en een verenigingslidmaatschap op te zeggen. 7

Om onze onderzoeksvraag te beantwoorden en hypotheses te toetsen, hebben we gebruik gemaakt van individuele levensloopgegevens van de SportersMonitor 2010 van het Mulier Insituut en NOC*NSF.

8 Om onze onderzoeksvraag te beantwoorden en hypotheses te toetsen, hebben we gebruik gemaakt van individuele levensloopgegevens van de SportersMonitor 2010 van het Mulier Insituut en NOC*NSF. Deze gegevens representeren de niet-geinstitutionaliseede NLse bevolking van 15 jaar en ouder. Meer dan 3500 respondenten hebben deelgenomen aan een online enquête dmv zogenaamde computer assisted web interviews (CAWI), waarbij retrospectiefbelangrijke aspectenvan de indivuduele levensloopin kaart zijngebracht, zoals de momentenwaarop belangrijke levensgebeurtenissenplaatsvonden en de complete sportieve geschiedenis van de respondenten. Van deze gegevens hebben we een persoon-jaar bestand gemaakt, waarin elke rij de gegevens bevat van één respondent in een specifiek jaar, zoals het wel of niet plaatsvinden van de levensgebeurtenissen en hun sportgedrag. Dit hebben we gedaan voor alle jaren waarin de respondenten tussen de jaar waren, overeenkomend met de fase van jongvolwassenheid. Op basis van het persoon-jaar bestand hebben we 2 risk sets gemaakt: een om stoppen met een sport in het algemeen te analyseren (wat bijna 3000 keer voorkwam) en een om het beeindigen van een verenigingslidmaatschap te kunnen analyseren (wat bijna 1500 keer voorkwam). Te zien is dat het aantal respondenten in de risk sets lager is dan het originele aantal respondenten in de SportersMonitor. Dit komt omdat respondenten die geen sport hebben beoefend of geen lid waren van een vereniging als jongvolwassene, niet at risk 8

9 zijn om te stoppen, en dus geen onderdeel uit maken van deze risk sets. 8

10 Kort de belangrijksteoperationalisaties. We hebben 2 afhankelijke variabelen geconstrueerd: stoppen met een sport (in het algemeen, ongeacht de context) en het beindigen van een verenigingslidmaatschap In de jaren waarin dit gebeurde, scoren respondentseen 1 op deze variabelen, in de jaren waarin dit niet het geval was scoorde ze een 0. Vervolgens werd er voor elk van de 4 levensgebeurtenissen een aparte variabele geconstrueerd, met een 1 in de jaren dat respondenten de desbetreffende levensgebeurtenis meemaakten, en een 0 in alle andere jaren. Samenwonen/trouwen is in de SportersMonitor opgenomen als 1 levensgebeurtenis, dus we konden dit ook enkel als 1 levensgebeurtenis meenemen in onze analyses. Tot slot hebben we enkele indicators voor sportgedrag (zoals sportparticipatie in de jeugd) en persoonskenmerken (zoals leeftijd, geslacht en opleidingsniveau) meegenomen als controlevariabelen. 9

11 Hier ziet u de resulaten van de analyses We richten ons nu enkel even op de effecten van de 4 levensgebeurtenissen. Als we kijken naar de invloed van de 4 levensgebeurtenissen op stoppen met een sport in het algemeen, dan blijkt dat ze allevier een significant positief effect hebben op de kans om te stoppen met een sport Oftewel, beginnen met werken, op jezelf gaan wonen, gaan samenwonen of trouwen en de geboorte van het 1 e kind, vergroten de kans voor jongvolwassenen om te stoppen met een sport. Het beindigen van een verenigingslidmaatschap wordt gedeeltelijkbeinvloed door levensgebeurtenissen. De effecten van de 4 levensgebeurtenissenzijnallemaal positief, zoalsverwacht. Maar alleenop jezelf gaanwonenen samenwonenof trouwen vergroten de kans om een verenigingslidmaatschap te beeindigen significant. We hebben de effecten van de levensgebeurtenissenook apart voor mannenen vrouwen geanalyseerd. De resultaten mbt de invloedvan beginnen met werken, op jezelf gaanwonenen samenwonen/trouwen blijven hetzelfde voor mannenen vrouwen, maar bij de geboorte van het 1e kind zijnwe belangrijke verschillen: Het blijkt dat dit bij beide een significant effect heeft, maar enkel voor vrouwen. Oftewel: jonge moeders, maar NIET jongevaders, hebben een grotere kans om te stoppenmet een sport en een verenigingslidmaatschap te beeindigen. 10

Om een globaal beeld te schetsen van de groottevan de effecten van de 4 levensgebeurtenissen, zijn hier de voorspeldekansen weergegeven om te stoppen met een sport en om een verenigingslidmaatschap

12 Om een globaal beeld te schetsen van de groottevan de effecten van de 4 levensgebeurtenissen, zijn hier de voorspeldekansen weergegeven om te stoppen met een sport en om een verenigingslidmaatschap te beindigen, voor jaren waarin de levensgebeurtenissen wel en niet werden meegemaakt. Het figuur laatzien dat jongvolwassenen ongeveer 11% kans hebben om te stoppen met een sport in het algemeen, en 10% kans hebben om een verenigingslidmaatschap te beeindigen, in de jaren waarin ze geen levensgebeurtenis meemaakten terwijl dezekansen duidelijk hoger zijn in jaren waarin ze wel een levensgebeurtenis meemaken. Bijvoorbeeld, de kans om te stoppen met een sport is 17,7 procentin een jaar waarin een jongvolwassenen begintmet werken, en de kans om een verenigingslidmaatschap te beindigen stijgt met 8,3% (van 9,9 naar 18,2%) in het jaar waarin een jongvolwasseneop zichzelf gaat wonen. 11

Op basis van onzeanalyses concluderen we dat belangrijke levensgebeurtenissen een grote rol kunnen spelen bijde sportparticipatie van jongvolwassenen.

13 Op basis van onzeanalyses concluderen we dat belangrijke levensgebeurtenissen een grote rol kunnen spelen bijde sportparticipatie van jongvolwassenen. Die rol kan beter begrepen worden door tekijken naar welke veranderingen in hulpbronnen die levensgebeurtenissen met zich meebrengen. Vervolgens kan sportparticipatie onder jongvolwassenen gestimuleerd en uitval vermeden worden, door goed in tespelen op die veranderingen in hulpbronnendoor het meemaken van belangrijke levensgebeurtenissen. Jongvolwassenen die gaan samenwonen of trouwenzijn bijvoorbeeld gebaat bijminder tijdrovendeen meer flexibele vormen van sport, jongeouders (en dandus met name moeders!) bij kinderopvang bijde sportaccomodatie en ouder-kind-sportactiviteiten, en starters bij een sportaanbod van of zelfs op het werk. 12

14 13

Vergelijkbare documenten

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar Meting 41 mei 2016 In opdracht van NOC*NSF 1 1 2 3 4 6 5 7 8 Inhoudsopgave Sportdeelname Index mei 2016 Sportdeelname afgelopen maand