Aanvragen van een algemene machtiging bij het Sectoraal comité voor de Federale Overheid

Transcriptie

1 Aanvragen van een algemene machtiging bij het Sectoraal comité voor de Federale Overheid A Algemeen luik Voor elke machtigingsaanvraag moeten delen A, B en C van dit formulier correct worden ingevuld. Indien de informatie onvolledig of ontoereikend is, heeft dit negatieve gevolgen voor de behandelingstermijn. In dat geval zal de aanvrager ertoe worden uitgenodigd aanvullende informatie te bezorgen. Indien verschillende instellingen samenwerken voor de verwerking waarvoor de machtiging wordt verzocht, dan neemt u de gegevens die gevraagd worden in vraag 1 tot en met 4, voor elke organisatie op. Voor de eerste organisatie vult u de onderstaande rubrieken in, voor de overige organisaties voegt u de gevraagde informatie in bijlage van dit machtigingsaanvraagformulier. 1

2 1. Gegevens van de aanvragende instelling/organisatie Wordt deze aanvraag namens meerdere aanvragende instellingen/organisaties ingediend? Neen Ja Aanvraag door de VZW Vlaamse Vereniging van Steden Gemeenten (VVSG hierna) om voor, en in naam van, de Vlaamse Steden en Gemeenten die zij vertegenwoordigt, een ALGEMENE MACHTIGING uit te brengen voor toegang tot patrimoniale gegevens die zich bij de AAPD bevinden. Naam VVSG Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw hier optredend als vertegenwoordiger van de Vlaamse Steden en Gemeenten voor wie en in naam van wie de algemene machtigingsaanvraag wordt ingediend. Land België KBO-nummer [ ] Adres Straat Paviljoenstraat Huisnummer 9 Bus - Postcode 1030 Gemeente Brussel Telefoon organisatie Fax organisatie - organisatie info@vvsg.be 2. Gegevens van de contactpersoon voor dit dossier Naam contactpersoon 1 Van Hal Voornaam contactpersoon 1 Ward Functie contactpersoon 1 Stafmedewerker GIS Telefoon contactpersoon Fax contactpersoon 1 - contactpersoon 1 Ward.vanhal@vvsg.be Naam contactpersoon 2 Callens Voornaam contactpersoon 2 Herman Functie contactpersoon 2 Stafmedewerker informatisering lokale besturen 2

3 Telefoon contactpersoon Fax contactpersoon 2 - contactpersoon 2 Herman.callens@vvsg.be 3. Gegevens over bestaande machtigingen waarover de aanvragende instelling/organisatie reeds beschikt 3.1. Beschikt de aanvragende instelling/organisatie reeds over één of meerdere machtigingen verleend door het Sectoraal comité voor de Federale Overheid? Neen Ja. Vermeld de: Referentie van de machtiging Datum van de machtiging [ ] FO nr. 18/ mei 2015 FO nr. 05/ maart 2015 FO nr. 17/ oktober 2010 FO nr. 12/ oktober Beschikt de aanvragende instelling/organisatie met betrekking tot dit project reeds over andere machtigingen? Neen Ja. Vermeld de: Autoriteit Referentie van de machtiging Datum van de machtiging [ ] 3

4 4. Verwerkt de aanvragende instelling/organisatie de gevraagde elektronische persoonsgegevens zelf? Ja, ga naar vraag 5. Neen, ze doet daarvoor beroep op een verwerker (= onderaannemer). Beantwoord onderstaande vragen. De verwerker is de natuurlijke persoon, de rechtspersoon, de feitelijke vereniging of het openbaar bestuur dat de persoonsgegevens verwerkt voor rekening van de verantwoordelijke voor de verwerking. De personen die onder het rechtstreekse gezag staan van de verantwoordelijke voor de verwerking, zijn geen verwerkers. (art.1, 5 privacywet) Naam van de verwerker Land KBO-nummer van de verwerker [ ] Adres van de verwerker Straat VVSG dient de aanvraag mee in naam van al de individuele Vlaamse steden en gemeenten. Deze laatsten zullen bij hun toetreding tot de machtiging aangeven op welke verwerker(s) zij een beroep doen. Huisnummer Bus Postcode Gemeente Duur samenwerking met de verwerker Concrete taken die de verwerker zal vervullen in het kader van deze machtigingsaanvraag Gegevens contactpersoon voor dit dossier Naam contactpersoon 1 Voornaam contactpersoon 1 Functie contactpersoon 1 Telefoon contactpersoon 1 Fax contactpersoon 1 contactpersoon 1 Onbepaalde duur Bepaalde duur. Vermeld het aantal maanden/jaren van de samenwerking: 4

5 Naam contactpersoon 2 Voornaam contactpersoon 2 Functie contactpersoon 2 Telefoon contactpersoon 2 Fax contactpersoon 2 contactpersoon 2 Werkt onder de verantwoordelijkheid en het toezicht Ja van de aanvrager Neen Zijn er nog andere verwerkers die de ontvangen persoonsgegevens verwerken? Neen. Ja. Vermeld de gevraagde gegevens voor iedere verwerker door een bijlage toe te voegen met de gevraagde gegevens per verwerker. 5

6 5. Type van aanvraag 5.1. De aanvraag betreft: een nieuwe, in te voeren verwerking van persoonsgegevens. Ga naar vraag 6 een wijziging van de manier waarop de persoonsgegevens thans verwerkt worden voor het beoogde doeleinde. Vul onderstaande vragen in Beschrijf de huidige werkwijze. Geef daarbij aan hoe de gegevens momenteel worden verkregen. Met toepassing van artikel 22 van het KB van 20 september 2002 tot vaststelling van de vergeldingen en de nadere regels voor de afgifte van kadastrale uittreksels en inlichtingen (BS van ), ontvangen de gemeenten jaarlijks een exemplaar van het kadastraal percelenplan en de kadastrale legger betreffende hun grondgebied en dit voor een fiscale toestand per 1 januari. Op het ogenblik van de inwerkingtreding van het voornoemd artikel was er nog geen sectoraal comité Federale Overheid dat voorafgaand aan de gegevensuitwisseling een machtiging verleent voor de elektronische mededeling van persoonsgegevens door een federale overheidsdienst (art. 36bis Privacywet is op 26 juni 2003 in werking getreden, na samenstelling ervan werden de eerste machtigingen door het SCFO verleend in januari 2005). Tot en met de toestand op werden de kadastrale gegevens, zowel het plan als de legger, aan de gemeenten bezorgd op een fysieke drager via de bevoegde kadasterantennes. Ook de inlichtingen inzake de kadastrale inkomens en de oppervlakte (tot en met de toestand op ) werden per post rechtstreeks naar de gemeentebesturen verstuurd. Vanaf de kadastrale toestand op wordt de toegang tot het kadastraal percelenplan, de kadastrale legger en de statistieken verleend via de toepassing URBAIN (URBAnistic Information Network) van de AAPD. De toepassing URBAIN wordt gebruikt in twee richtingen (reden waarom er ook gesproken wordt van een uitwisselingsplatform tussen de gemeenten en de AAPD): Gebruik door de gemeenten om informatie naar de AAPD te laten doorstromen: URBAIN is een toepassing die enerzijds gebruikt wordt door de gemeentebesturen om de volgende informatie op een elektronische wijze over te maken (vroegere lijsten 220) aan de AAPD: stedenbouwkundige vergunningen en aangiftes; 6

7 goedgekeurde verkavelingsvergunningen; vastgestelde werken zonder vergunning; regularisatievergunning; begin- en einddatum van de werken; andere wijzigingen aan de eigendom. De gemeentebesturen kunnen via deze toepassing vastgestelde werken die zonder officiële vergunning of niet conform de dienst Opmetingen en Waarderingen (kadaster) uitgevoerd werden, raadplegen. Deze gegevensstroom maakt niet het voorwerp uit van de voorliggende machtigingsaanvraag, hiervoor wordt ondermeer verwezen naar de beraadslaging VTC 42/2016 van 16 november Gebruik door de AAPD om patrimoniale gegevens aan de gemeenten mee te delen. URBAIN is een toepassing die anderzijds ook gebruikt wordt door de gemeenten om patrimoniumgegevens met betrekking tot hun eigen grondgebied te downloaden. De precieze gegevens die worden medegedeeld via de toepassing URBAIN worden opgenomen in bijlage (in excelfile). De gemeenten kunnen vandaag de volgende bestanden betreffende hun grondgebied downloaden via de toepassing URBAIN: - de kadastrale legger (met de eigenaars- en perceelbestanden) (Legger.zip) (zie excelbestand in bijlage). - het kadastraal percelenplan (Plan.zip). - de statistieken (ook genaamd STATINFO) met de totalen van de diverse kadastrale inkomens en de oppervlakte. Krachtens het KB van 20 september 2002 mogen de gemeenten bovenstaande informatie exclusief gebruiken en raadplegen in kader van hun werkzaamheden als openbare dienst. Het betreft telkens de toestand per 1/1 van het fiscaal jaar en dit beperkt tot het grondgebied van de gemeente. Deze gegevensstroom van de AAPD naar de gemeenten maakt wel het voorwerp uit van de voorliggende machtigingsaanvraag Beschrijf de toekomstige geplande werkwijze. De praktijk leert dat de gemeenten om al hun wettelijke, decretale en reglementaire opdrachten en taken ten goede te kunnen uitvoeren, nood hebben aan: 7

8 - De meest recente patrimoniuminformatie. Een jaarlijkse update van deze gegevens via de toepassing URBAIN volstaat niet langer. Bovendien ontvangen de gemeenten deze gegevens pas rond de 8ste maand van het jaar. Dat betekent dat ze werken met gegevens die minstens 8 en maximaal 20 maanden oud zijn. - Volledige informatie: o De kadastrale legger waarover de gemeenten kunnen beschikken, bestaat uit maximaal 4 eigenaars. Om een volledig zicht te krijgen op alle eigenaars, moeten gemeenten momenteel een afzonderlijke opvraging doen bij de AAPD. Deze werkwijze is tijdrovend en staat een goede dienstverlening in de weg. o Gemeenten hebben niet alleen nood aan toegang tot gegevens betreffende hun eigen grondgebied. Een uitbreiding van de toegang tot de gegevens van het hele Belgische grondgebied is wenselijk in een aantal gevallen die in de machtigingsaanvraag worden aangehaald. Het betreft in het bijzonder de volgende gevallen: 1) Openbaar onderzoek: De gemeente zoekt bij een openbaar onderzoek de namen en adressen van de eigenaars op. Onder het begrip eigenaar mag worden begrepen de eigenaar volgens de meest recente door de diensten van het kadaster aan de gemeente verstrekte informatie, tenzij de gemeente beschikt over recentere informatie. Sommige openbare onderzoeken zijn grensoverschrijdend. In kader van de organisatie van een openbaar onderzoek hebben de gemeenten met andere woorden ook toegang nodig tot de kadastrale gegevens buiten hun grondgebied ter hoogte van de gemeentegrenzen. 2) In kader van een aantal gemeentelijke reglementen: verkrijgen van een premie, vrijstelling van retributie of belasting,. Het bezitten van een tweede eigendom (al dan niet in een andere gemeente) kan aanleiding geven tot het weren van bepaalde premies of voordelen en tot geen vrijstelling van retributie of belasting. In kader hiervan heeft de gemeente toegang nodig tot deze informatie (buiten hun grondgebied). Daarbij dient wel te worden gepreciseerd dat de gegevens via een Yes/No-query ter beschikking zullen worden gesteld waardoor de informatie die de gemeenten ontvangen buiten hun grondgebied tot het uiterste minimum wordt beperkt (met name het antwoord Yes/No op de vraag of de betrokkene een ander onroerend goed/zakelijk recht bezit en niet de details). De webservice consultimmo van de AAPD komt tegemoet aan deze bijkomende behoeften van de gemeenten. Deze webdienst wordt via het MAGDA-platform van de Vlaamse dienstenintgerator (VDI) ontsloten naar de gemeenten (zie punt 6). Consultimmo vormt een 8

9 bijkomende gegevensstroom naast de bestaande gegevensstroom die via de toepassing URBAIN verloopt, zoals vermeld onder 5.2. De machtigingsaanvraag betreft m.a.w. volgende 2 zaken: 1. enerzijds de nog niet bestaande toegang tot de patrimoniumgegevens via de webservice consultimmo (mogelijkheid tot voortdurende consultatie van de geactualiseerde patrimoniumgegevens), 2. anderzijds de regularisatie van de reeds bestaande toegang tot de patrimoniale gegevens via de toepassing Urbain (de download van de toestand per 1/1 van het fiscaal jaar en dit beperkt tot het grondgebied van de gemeente) die voorlopig nog blijft bestaan. De gegevensstroom via de toepassing Urbain blijft voorlopig noodzakelijk om volgende redenen: - De antwoordtijden van de bestaande webservice Consultimmo laat grote bevragingen praktisch gezien (op dit ogenblik) niet toe 1. Voor bepaalde doeleinden moeten gemeenten patrimoniumgegevens bevragen over het hele grondgebied (van hun gemeente) of toch een groot deel hiervan. Bovendien is de historiek van de gegevens nog niet beschikbaar via de webdiensten 2. - Via Consultimmo kunnen de gemeenten niet de fiscale toestand per 1 januari verkrijgen. Op lange termijn kan Consultimmo mogelijk een alternatief bieden, op dit ogenblik is de fiscale toestand per 1 januari echter niet verkrijgbaar via Consultimmo. - Verder is het zo dat op dit ogenblik de werkwijze van de gemeenten technisch volledig is afgestemd op de aanlevering van de patrimoniumgegevens via de toepassing URBAIN. Het is vanuit technisch oogpunt op dit ogenblik niet denkbaar de toegang tot de patrimoniumgegevens voor de gemeenten enkel via Consultimmo te laten verlopen. Naar de toekomst toe kan wel bekeken worden in welke mate bijkomende webdiensten of andere aanpassingen er voor kunnen zorgen dat deze traditionele gegevensstroom (Urbain) geheel of gedeeltelijk opgeheven kan worden op lange termijn. Een timing daaromtrent op dit ogenblik vastleggen, is niet mogelijk (onzekerheid over het halen van die timing). Vandaar dat 1 ConsultImmo is een webservice om eigendomsgegevens één per één op te vragen. De opvraging kan perceel per perceel adhv het identificatienummer van het perceel (= capakey) of eigenaar per eigenaar adhv het Rijksregisternummer of KBO nummer gebeuren. De antwoordtijden van de webservice bedragen in de meeste gevallen een paar seconden. Veronderstel dat in een bepaalde gemeente verschillende percelen gekadastreerd zijn en je die allemaal opvraagt via ConsultImmo met een gemiddelde antwoordtijd van 4 seconden per opvraging, dan duurt het ongeveer 2,5 dagen vooraleer alle percelen opgevraagd zijn. Als alle gemeenten op die manier werken, en dit een beperkt aantal keren per jaar doen, dan is dit vanuit een technische visie nog weinig aanvaardbaar. 2 ConsultImmo heeft momenteel niet de mogelijkheid om de wijzigingen van een perceel op te vragen. Splitsingen of samenvoegingen van een perceel als gevolg van een verkaveling bvb kunnen niet achterhaald worden met de huidige mogelijkheden van ConsultImmo. 9

10 het comité op de hoogte zal worden gesteld zodra de traditionele Urbain-gegevensstroom niet meer nodig is en alle gewenste functionaliteiten door Consultimmo kunnen worden opgevangen. Dus zowel vanuit de AAPD als vanuit de gemeenten wordt geconstateerd dat de gegevensstroom Consultimmo niet volledig in de plaats kan komen van de bestaande gegevensstroom via de toepassing URBAIN. Beide gegevensstromen zijn complementair en noodzakelijk. Op lange termijn kan er wel bekeken worden hoe Consultimmo in de plaats van de toepassing URBAIN kan komen. Op dit ogenblik is dit echter nog prematuur, temeer omdat de gemeenten eerst met Consultimmo moeten leren werken. De gegevens die doorgegeven worden in beide gevallen zijn inhoudelijk dezelfde, met dit verschil dat het voor de webservice Consultimmo de geactualiseerde gegevens betreffen die per opvraging zichtbaar worden gemaakt via consultatie en dat het voor Urbain de situatie per 1 januari betreft (cfr. excel bijlage) Vermeld de impact van de wijziging in werkwijze op het vlak van privacybescherming. Door met de meest recente gegevens te werken is er een verbetering op het vlak van de privacybescherming en voorkomen we dat personen onnodig of foutief (of meermaals) worden aangeschreven. Slechts de bevoegde ambtenaren krijgen toegang tot de gegevens. Bovendien worden dankzij de webservices alle raadplegingen gelogd. 10

11 6. Algemene beschrijving van de gevraagde elektronische verwerking van persoonsgegevens en context van de aanvraag Vermeld hierbij de algemene context: situeer de organisatie die de gegevens vraagt en omschrijf haar reglementaire opdrachten. Vermeld daarbij de reglementaire basis. Geef ook aan op welke wijze de elektronische mededeling van persoonsgegevens concreet zal plaatsvinden en verduidelijk hierbij of de gegevensstroom al dan niet via een dienstenintegrator verloopt. Voeg indien het om complexe gegevensstromen gaat een schematische voorstelling van het verloop van de geplande gegevensstroom toe. 1. Vermeld hierbij de algemene context: situeer de organisatie die de gegevens vraagt en omschrijf haar reglementaire opdrachten. Vermeld daarbij de reglementaire basis. De gemeenten, zo staat te lezen in artikel 2 van het Gemeentedecreet van 15 juli 2015, beogen om op het lokale niveau bij te dragen tot het welzijn van de burgers en tot de duurzame ontwikkeling van het gemeentelijk gebied. In Vlaanderen steunt de bevoegdheid van het lokaal bestuur niet onmiddellijk op een concrete lijst van opdrachten en taken maar veeleer op het algemene beginsel (dat ook in artikel 41 van de Grondwet is opgenomen) dat gemeenten instaan voor alle zaken van gemeentelijk belang waarvoor ze alle initiatieven kunnen nemen ter verwezenlijking. Overeenkomstig artikel 6, 1, VIII, tweede lid, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen en artikel 46 van de gewone wet van 9 augustus 1980 tot hervorming der instellingen en met toepassing van het subsidiariteitsbeginsel, oefenen de gemeenten ook de bevoegdheden uit die hen door of krachtens de wet of het decreet zijn toevertrouwd. 2. Geef ook aan op welke wijze de elektronische mededeling van persoonsgegevens concreet zal plaatsvinden en verduidelijk hierbij of de gegevensstroom al dan niet via een dienstenintegrator verloopt. De overdracht van de gegevens via de webdiensten (Consultimmo) zal langs de Vlaamse dienstenintegrator (decreet van 13 juli 2012 houdende de oprichting en organisatie van een Vlaamse dienstenintegrator 11

12 ) gebeuren. Vooraleer de eigendomsgegevens van een belastingplichtige kunnen opgezocht worden, moet de afnemer aangeven op het MAGDA platform van de Vlaamse Dienstenintegrator (VDI) dat hij een dossier voor een bepaald doeleinde heeft i.v.m. deze persoon. Dit gebeurt door deze persoon in te schrijven in het MAGDA verwijzingsrepertorium, waarbij het INSZ nummer, het doel en de periode waarbinnen opzoekingen mogelijk zijn, opgegeven worden. Zonder inschrijving in het verwijzingsrepertorium weigert MAGDA de opzoekingen. Bovendien zal het MAGDA platform ervoor zorgen dat in het resultaat enkel de gegevens die voor dit doel gemachtigd zijn, weergegeven worden; niet gemachtigde gegevens worden uitgefilterd. Deze controles via het verwijzingsrepertorium worden door de KSZ ook gebruikt voor de uitwisseling van allerlei persoonsgegevens om de proportionaliteit te verzekeren. Met andere woorden: een rechtstreekse connectie op de authentieke databank van de AAPD via webservices van het MAGDA-platform van de VDI komt tegemoet aan de garantie van de naleving van de privacy: via een stelsel van loggings van de raadplegingen door de bevoegde gemeentelijke ambtenaren. De jaarlijkse overdracht van de gegevens van een nieuw fiscaal jaar zal via de URBAIN-toepassing van de AAPD verlopen. 3. Voeg indien het om complexe gegevensstromen gaat een schematische voorstelling van het verloop van de geplande gegevensstroom toe. Zie schema in bijlage. 12

13 7. Doeleinde(n) waarvoor u de gevraagde persoonsgegevens wenst te verwerken 7.1. Welbepaald(e) doeleinde(n) Geef een concrete omschrijving van één of meer doeleinden van de gevraagde elektronische mededeling van persoonsgegevens. Het doeleinde is de concrete reden waarvoor de gevraagde gegevens door de aanvrager zullen worden verwerkt. De vermelding van een algemene doelstelling volstaat niet. Het doeleinde (of doeleinden) waarvoor een aanvrager de persoonsgegevens wenst te gebruiken moet(en) overeenkomstig artikel 4 van de Privacywet nauwkeurig en gedetailleerd worden omschreven, zo niet kan het noodzakelijk en relevant karakter van de gevraagde gegevens niet worden beoordeeld door het sectoraal comité. De verschillende doeleinden worden hieronder geclusterd in de drie hoofdtaken van de gemeenten: 1. Het toekennen van vergunningen, rechten, diensten en voordelen aan inwoners en niet-inwoners hetzij op initiatief van de betrokkenen zelf, hetzij proactief op basis van een gemeentelijke bevoegdheid. 2. Het innen van belastingen, retributies, en andere schuldvorderingen, het opleggen van gemeentelijke administratieve sancties en het opleggen van maatregelen in het kader van de handhavingbevoegdheid door een lokaal bestuur bij inwoners en niet-inwoners. 3. Het verkrijgen van basisgegevens uit het kadaster in functie van het opmaken van alle soorten beleidsplannen in het kader van de gemeentelijk bevoegdheden en de verplichte rapportering aan ander overheden (bv. mobiliteit, ouderenbeleid, jeugdbeleidsplannen, ruimtelijke ordening, wonen, veiligheid, enz.). De wettelijke basis wordt telkens per doeleinde meegedeeld. Alles wordt samengevat in een overzichtelijke tabel (zie bijlage wettelijke bases). 1. Het toekennen van vergunningen, rechten, diensten en voordelen aan inwoners en niet-inwoners hetzij op initiatief van de betrokkenen zelf, hetzij proactief op basis van een gemeentelijke bevoegdheid. Openbaar onderzoek De gemeente moet voor verschillende soorten dossiers een openbaar onderzoek organiseren. In sommige gevallen moet de gemeente de betrokkenen actief informeren via een aangetekend schrijven. Dit komt voor in volgende gevallen: - Aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging: Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 13

14 2000 betreffende de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging. - Milieuvergunningsaanvragen: Besluit van de Vlaamse Executieve van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning. - Afschaffing, wijziging of verlegging van buurt- en/of voetwegen: besluit van de Vlaamse Regering van 20 juni 2014 tot vaststelling van nadere regels voor de organisatie van het openbaar onderzoek inzake buurtwegen. - Opmaak van een gemeentelijk RUP: 18 mei Decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening. - Onteigening: 18 mei Decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening. - De gemeente zoekt de namen en adressen van de eigenaars op. Onder het begrip eigenaar mag worden begrepen de eigenaar volgens de meest recente door de diensten van het kadaster aan de gemeente verstrekte informatie, tenzij de gemeente beschikt over recentere informatie. Sommige openbare onderzoeken zijn grensoverschrijdend. In kader van de organisatie van een openbaar onderzoek hebben de gemeenten met andere woorden ook toegang nodig tot de kadastrale gegevens buiten hun grondgebied ter hoogte van de gemeentegrenzen. Onteigening Elke verwerving van onroerende goederen, vereist voor de verwezenlijking van de ruimtelijke uitvoeringsplannen, kan door onteigening ten algemenen nutte tot stand worden gebracht. Gemeenten kunnen als onteigende instanties optreden. Een onteigeningsplan moet de omtrek van de te onteigenen goederen aangeven, afzonderlijk of tot stroken samengevoegd, met kadastrale vermelding van de sectie, de nummers, de grootte en de aard van de percelen, en met de naam van de eigenaars volgens de kadastrale gegevens. Het onteigeningsplan moet voor elk te onteigenen perceel de onteigenende rechtspersoon vermelden. 18 mei Decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening. Planschade en planbaten De planbatenheffing wordt berekend uitgaande van de vermoede meerwaarde van een perceel ten gevolge van de bestemmingswijziging en op basis van de oppervlakte van de 14

15 bestemmingswijziging op het perceel. De oppervlakte van het perceel is de bij het kadaster gekende oppervlakte. 18 mei Decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening. Verlenen van gemeentelijke premies/voordelen aan inwoners van de gemeenten Heel wat gemeenten verlenen de inwoners steunmaatregelen voor het kopen, bouwen of verbouwen van een woning/gebouw. Om in aanmerking te komen tot het verkrijgen van de premie (vb. aanvullende gemeentelijke renovatiepremie) wordt dikwijls het niet-geïndexeerde kadastraal inkomen gebruikt als maatstaf. Ook het verkrijgen van bijvoorbeeld gratis vuilniszakken is bij sommige gemeenten afhankelijk van het niet-geïndexeerde kadastraal inkomen. Het bezitten van een tweede eigendom (al dan niet in een andere gemeente) kan aanleiding geven tot het weren van bepaalde premies of voordelen. In kader hiervan heeft de gemeente toegang nodig tot deze informatie (buiten hun grondgebied). Artikel 42 en 43 van het gemeentedecreet geven de gemeenten de mogelijkheid om gemeentelijke reglementen in te voeren. De reglementen hebben onder meer betrekking op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente. In dit kader is het voor de gemeenten cruciaal om over actuele kadastrale informatie te beschikken. Deze informatie maakt het de gemeenten mogelijk de eigenaar te achterhalen van een onroerend goed waarop de premie toegekend wordt, maar ook om meer informatie te bekomen over de ligging van het goed en de eigendomsverdeling. Het is onmogelijk een exhaustieve lijst op te stellen. Dit naar analogie van de beraadslaging over het verlenen van een algemene machtiging aan de Steden en Gemeenten, de autonome gemeentebedrijven en het Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap om via elektronische weg de persoonsgegevens te ontvangen van de Directie Inschrijving van Voertuigen voor de identificatie en de bestraffing van overtreders van gemeentelijke reglementen of verordeningen (AF-MA ) die ook geen exhaustieve lijst bevat van afzonderlijke gemeentelijke regelementen of verordeningen waarin GAS wordt gebruikt. 2. Het innen van belastingen, retributies, en andere schuldvorderingen, het opleggen van gemeentelijke administratieve sancties en het opleggen van maatregelen in het kader van de handhavingbevoegdheid door een lokaal bestuur bij inwoners en niet-inwoners. Gemeentelijke belastingen, heffingen of retributies Veel voorkomende gemeentebelastingen waarbij kadastrale gegevens gebruikt worden, zijn : - Belasting op tweede verblijven; - Belasting op leegstaande woningen en gebouwen; - Belasting op verwaarloosde, ongeschikte en/of onbewoonbare woningen; - Belasting op leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten; - Belasting op onbebouwde gronden gelegen in gebieden voor industrie; 15

16 - Belasting op niet-bebouwde gronden in woongebied en niet-bebouwde kavels; - Belasting op bedrijfsoppervlakte; - Verhaalbelastingen; - Urbanisatiebelastingen; Het bezitten van een tweede eigendom (al dan niet in een andere gemeente) kan hierbij als voorwaarde gesteld worden tot het opleggen van een gemeentelijke belasting. In kader hiervan heeft de gemeente toegang nodig tot deze informatie (buiten hun grondgebied). De activeringsheffing van onbebouwde percelen is hiervan een voorbeeld (zie hieronder). Artikel 42 en 43 van het gemeentedecreet geven de gemeenten de mogelijkheid om gemeentelijke reglementen in te voeren. De reglementen hebben onder meer betrekking op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente. In dit kader is het voor de gemeenten cruciaal om over actuele kadastrale informatie te beschikken. Deze informatie maakt het de gemeenten mogelijk de eigenaar te achterhalen van een onroerend goed waarop de gemeentebelasting geheven wordt, maar ook om meer informatie te bekomen over de ligging van het goed en de eigendomsverdeling. Het is onmogelijk een exhaustieve lijst op te stellen. Dit naar analogie van de beraadslaging over het verlenen van een algemene machtiging aan de Steden en Gemeenten, de autonome gemeentebedrijven en het Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap om via elektronische weg de persoonsgegevens te ontvangen van de Directie Inschrijving van Voertuigen voor de identificatie en de bestraffing van overtreders van gemeentelijke reglementen of verordeningen (AF-MA ) die ook geen afzonderlijke gemeentelijke regelementen of verordeningen waarin GAS wordt gebruikt. Activeringsheffing onbebouwde percelen Gemeenten maken potentiële woonlocaties vrij en gaan grondspeculatie tegen. Met dat oogmerk zijn de gemeenteraden gemachtigd tot het heffen van een jaarlijkse belasting, geheven op onbebouwde bouwgronden in woongebied of onbebouwde kavels. Eigenaars van één enkele onbebouwde bouwgrond in woongebied of onbebouwde kavel, bij uitsluiting van enig ander onroerend goed gelegen in België of het buitenland worden vrijgesteld van deze heffing. Nu dienen belastingplichtigen deze voorwaarde te bewijzen via een attest afgeleverd door de Fod Financiën. Om hier het only-once -principe ten volle kunnen toepassen heeft de gemeente toegang nodig tot deze informatie (buiten hun grondgebied). 27 maart Decreet betreffende het grond- en pandenbeleid 16

17 Invorderingsprocedure De Dienst Invorderingen heeft als taak om zo snel en efficiënt mogelijk de openstaande lokale belastingschulden te innen. Om deze taak goed te kunnen uitvoeren is het van cruciaal belang om een éénstaps procedure te kunnen volgen. M.a.w. een kort proces waarbij gemeenten onmiddellijke toegang hebben tot informatie noodzakelijk om snel een globaal overzicht te hebben van het vermogen van de belastingplichtige. Om dit doel te bereiken is de directe toegang tot de meest recentste kadastrale leggergegevens van heel België een belangrijk middel, aangezien gemeenten hierdoor: Efficiënt de solvabiliteit van de belastingplichtige kunnen inschatten. Vandaag de dag kunnen gemeenten enkel de kadastrale leggergegevens voor hun eigen grondgebied opzoeken. Via een directe toegang hoeven gemeenten niet eerst andere diensten (registratiekantoor, hypotheekkantoor, ea.) te bevragen. Een werkwijze die kostenbesparend is en tijdswinst oplevert. Indien er meerdere onroerende goederen gekend zijn van eenzelfde belastingplichtige, kunnen gemeenten een weloverwogen keuze maken over onze vervolgacties (beslag, wettelijke hypotheek, e.a.) De eigendomsconfiguratie van een onroerend goed kunnen opzoeken. Het is belangrijk om te weten of de belastingplichtige al dan niet met andere personen eigenaar is van een onroerend goed (mede-eigendom, onverdeeldheid). De medeeigenaars moeten tijdens een onroerende invordering betrokken worden. Dit brengt extra vervolgingskosten met zich. Een snelle en gedetailleerde kennis van de eigendomsconfiguratie helpt bij het beter inschatten van de kosten gepaard gaande met een onroerende invordering en het beheersen van een zinvolle besteding van de middelen. Een eerste aanknopingspunt hebben of een onroerend goed al dan niet het voorwerp was van een erfenis. Op de kadastrale legger is de eigendomsconfiguratie zichtbaar. Via het rijkregister kunnen gemeenten opzoeken of er eventueel een familieband is tussen de eigenaars. Via de kadastrale legger hebben gemeenten een direct aanknopingspunt, zonder dat gemeenten andere diensten moeten aanschrijven, wat tijds- en kostenbesparend is. De verhouding van de zakelijke rechten kunnen raadplegen. Op de kadastrale legger is zichtbaar of de belastingplichtige ofwel de volle eigendom, de naakte eigendom of het vruchtgebruik heeft van het onroerend goed. Deze informatie is mede bepalend voor keuzes in het invorderingsproces, aangezien gemeenten aan de hand van de verschillende zakelijke rechten, andere vervolgingsstappen zullen moeten zetten. 17

18 Via de constructiekenmerken een gedetailleerder beeld kunnen vormen van het onroerend goed. Door de constructiekenmerken die vermeld zijn op de kadastrale legger, kunnen gemeenten ook nagaan hoe een onroerend goed is onderverdeeld alsook rechtstreeks een kadastrale legger kunnen opvragen om een onroerend beslag procedure, onafhankelijk van derde partijen, te kunnen voorbereiden. Zodoende verliezen gemeenten geen extra doorlooptijd om een kadastrale legger op te vragen en zijn gemeenten ook niet afhankelijk van een derde partij (die daar extra die daar extra kosten voor aanrekent), wat eveneens kostenbesparend is. 30 MEI Decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. 10 APRIL Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 (WIB) 16 DECEMBER Burgerlijk Wetboek. - boek iii - titel xviii : voorrechten en hypotheken. hypotheekwet 3. Het verkrijgen van basisgegevens uit het kadaster in functie van het opmaken van alle soorten beleidsplannen in het kader van de gemeentelijk bevoegdheden en de verplichte rapportering aan ander overheden (bv. mobiliteit, ouderenbeleid, jeugdbeleidsplannen, ruimtelijke ordening, wonen, veiligheid, enz.). Inventaris onbebouwde percelen De gemeenten houden een register bij van alle onbebouwde percelen in het woongebied. De gemeente neemt in het register de unieke identificatiecode van de kadastrale percelen op conform de technische richtlijnen die het beleidsdomein Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed ter beschikking stelt van de gemeente. Besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2008 houdende bepaling van de nadere regels voor de opmaak, de actualisering en de financiering van het register van de onbebouwde percelen Onbewoonbaarheidsverklaring De burgemeester kan, op eigen initiatief of op verzoek, een woning die niet beantwoordt aan de vereisten en normen bij besluit ongeschikt of onbewoonbaar verklaren, op voorwaarde dat de gewestelijk ambtenaar de ongeschikt- of onbewoonbaarverklaring geadviseerd heeft en na de eigenaar en de bewoner gehoord te hebben. De burgemeester neemt in dat geval alle maatregelen die hij noodzakelijk acht ter uitvoering van zijn besluit. 15 Juli Decreet houdende de Vlaamse Wooncode 18

19 Inventaris Leegstand Gemeenten kunnen een register van leegstaande gebouwen en woningen bijhouden. Een gemeentelijke verordening kan nadere materiële en procedurele regelen bepalen. De gemeenteraad legt een lijst van objectieve indicaties van leegstand vastleggen in een gemeentelijk reglement om officieel leegstand van woningen en gebouwen te kunnen vaststellen. De vermindering van het kadastraal inkomen overeenkomstig artikel 15 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 wordt vaak opgenomen als belangrijke indicator 14 OKTOBER Decreet houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot wonen Algemeen woon- en ruimtelijk beleid: De gemeente is verantwoordelijk voor het uitwerken van haar woonbeleid op lokaal vlak waarbij aandacht uitgaat naar het stimuleren van sociale woonprojecten, het ondersteunen van woonbehoeftige gezinnen en alleenstaanden en het uitwerken van een bewaking van de kwaliteit van het woonpatrimonium en de woonomgeving. Hiervoor is nodig: - Zicht op huurmarkt in de gemeente. - Zicht op de staat van het vastgoed in de gemeente. - Evaluatie van (stads)vernieuwsprojecten - Beheer van studentenverblijfplaatsen - Opmaken RUP, ruimtelijk structuurplan - 15 juli Decreet houdende de Vlaamse Wooncode 18 mei Decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening. Andere beleidsmatige beslissingen: - Eventuele fusie van gemeenten voorbereiden (art 297 gemeentedecreet). - De buitengewone herziening van KI s kan door de burgemeester aangevraagd worden (art 490 WIB 1992). - Om beleidsmatig te kunnen inschatten tot welke financiële resultaten/inkomsten een bepaalde hoegrootheid van de opcentiemen kan leiden (ihkv de begroting), dient de gemeente kennis te hebben van de KI s van de gronden en panden op haar grondgebied. (De artikelen 298 en 464, 1 WIB'92 (Wetboek Inkomstenbelasting)/ Art Vlaamse codex fiscaliteit) - 19

20 7.2. Gerechtvaardigd doeleinde Aangevoerde basis voor rechtvaardiging (rechtmatigheid). Verduidelijk waarom het beoogde doeleinde wat u betreft rechtmatig is in het licht van de artikelen 5, 6, 7 en/of 8 van de Privacywet. 1. Het toekennen van vergunningen, rechten, diensten en voordelen aan inwoners en niet-inwoners hetzij op initiatief van de betrokkenen zelf, hetzij proactief op basis van een gemeentelijke bevoegdheid. Openbaar onderzoek Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 betreffende de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsaanvragen en aanvragen tot verkavelingswijziging Art Indien de aanvraag betrekking heeft op een perceel met een kadastraal nummer, dan worden de eigenaars van alle aanpalende percelen voor de aanvang van het openbaar onderzoek door het gemeentebestuur bij een ter post aangetekende brief of bij een individueel bericht tegen ontvangstbewijs in kennis gesteld van de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning of verkavelingsaanvraag. De aanvrager betaalt de kosten van de aangetekende zendingen. Indien het een aanvraag tot wijziging van de verkaveling betreft dan moeten enkel de eigenaars van de aanpalende percelen die geen deel uitmaken van de verkaveling door de gemeente worden in kennis gesteld. De gemeente zoekt de namen en adressen van de eigenaars op. Onder het begrip eigenaar mag worden begrepen de eigenaar volgens de meest recente door de diensten van het kadaster aan de gemeente verstrekte informatie, tenzij de gemeente beschikt over recentere informatie. Onder het begrip aanpalend perceel wordt begrepen, een gekadastreerd perceel dat op minstens één punt grenst aan de plaats van de aanvraag en/of aan percelen in eigendom van de aanvrager, die palen aan die plaats. 2. Als de aanvraag betrekking heeft op percelen zonder een kadastraal nummer of op lijninfrastructuren, is de inkennisstelling niet verplicht. 3. Als de aanvrager de aanvraag analoog indient, is de inkennisstelling van de eigenaars van aanpalende percelen niet verplicht als de eigenaars het aanvraagformulier en alle plannen voor akkoord ondertekenen. Als de aanvrager de aanvraag digitaal indient conform de bepalingen van het besluit van de 20

21 Vlaamse Regering van 4 april 2014 houdende de digitalisering van het ruimtelijke vergunningenbeleid, is de inkennisstelling van de eigenaars van aanpalende percelen niet verplicht als de eigenaars zich akkoord verklaren met de aanvraag op een van de volgende wijzen: 1 door de aanvraag via het omgevingsloket digitaal voor akkoord te ondertekenen; 2 door een verklaring voor akkoord te ondertekenen waarin staat dat ze hebben kennisgenomen van het digitale aanvraagdossier. De eigenaar vermeldt daarbij zijn naam, domicilieadres en het perceelnummer van de eigendom in kwestie. De aanvrager voegt de ondertekende verklaring in pdf-formaat bij het aanvraagdossier voor hij de aanvraag indient. 4. Als de aanvraag alleen openbaar moet worden gemaakt met toepassing van artikel 3, 3, 13 of 14, worden alleen de eigenaars van de aanpalende percelen in kwestie in kennis gesteld, en vervallen de formaliteiten van aanplakking, vermeld in artikel 4, 5 en 8, tweede, derde en vierde lid. Als deze eigenaars zich met toepassing van paragraaf 3 akkoord verklaren met de aanvraag, hoeven ze niet in kennis worden gesteld en vervalt ook de formaliteit van het openbaar onderzoek, vermeld in artikel 8. Vlaamse regelgeving Milieuvergunningen (VLAREM) Art Voor inrichting van de eerste klasse omvat het openbare onderzoek bovendien: het door de bevoegde burgemeester schriftelijk ter kennis brengen van de aanvraag aan de op de in artikel 5, 4 bedoelde lijst van de kadastrale eigenaars voorkomende eigenaars alsmede aan de gebruikers van de gebouwen gelegen in een straal van 100 m rond de perceelsgrenzen van de inrichting voor zover deze gelegen zijn in dezelfde gemeente als de inrichting; indien één of meer van de kadastrale percelen of gebouwen binnen deze straal gelegen zijn op het grondgebied van een naburige gemeente, wordt de aanvraag schriftelijk ter kennis gebracht van het college van burgemeester en schepenen van deze gemeente dat op zijn beurt de voormelde gebruikers van de 1 gebouwen en eigenaars binnen de vermelde straal in kennis stelt; het door de bevoegde burgemeester schriftelijk ter kennis brengen van de aanvraag aan het comité voor preventie en bescherming op het werk, vermeld in het koninklijk besluit van 3 mei 1999 betreffende de opdrachten en de werking van de Comités voor Preventie en Bescherming op het Werk van elke onderneming gelegen in een straal van 100 m 2 rond de inrichting; 3 [...] het door de bevoegde burgemeester schriftelijk ter kennis brengen van de aanvraag aan de openbare besturen die belast zijn met het beheer van een verkeersweg, een 3bis waterloop of een instelling binnen een straal van 100 m rond de inrichting; 21

22 4 de bekendmaking van het openbaar onderzoek in opdracht van de bevoegde burgemeester, in minimum twee dag- en/of weekbladen waarvan één met regionaal karakter of in minstens een dag- of weekblad met regionaal karakter en op een voor bekendmakingen geëigende en opvallende plaats op de website van de gemeente. Besluit van de Vlaamse Regering van 20 juni 2014 tot vaststelling van nadere regels voor de organisatie van het openbaar onderzoek inzake buurtwegen Art Het college van burgemeester en schepenen onderwerpt de beraadslaging, vermeld in paragraaf 2, eerste lid, en, in voorkomend geval, het ontwerp van gemeentelijk rooilijnplan aan een openbaar onderzoek dat binnen dertig dagen na de beraadslaging minstens wordt aangekondigd door: 1 aanplakking aan het gemeentehuis en ter plaatse, minstens aan het begin- en eindpunt van het nieuwe, te wijzigen of af te schaffen wegdeel; 2 een bericht op de website van de gemeente of in het gemeentelijk infoblad; 3 een bericht in het Belgisch Staatsblad; 4 in voorkomend geval, een afzonderlijke mededeling, met een aangetekende brief in hun woonplaats, aan de eigenaars van de percelen die zich bevinden in het ontwerp van rooilijnplan; 5 in voorkomend geval, een afzonderlijke mededeling, met een aangetekende brief in hun woonplaats, aan de eigenaars van percelen die palen aan de af te schaffen buurtweg; 6 een afzonderlijke mededeling aan de deputatie. Onteigening Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) Art Een onteigeningsplan moet de omtrek van de te onteigenen goederen aangeven, afzonderlijk of tot stroken samengevoegd, met kadastrale vermelding van de sectie, de nummers, de grootte en de aard van de percelen, en met de naam van de eigenaars volgens de kadastrale gegevens. Het onteigeningsplan moet eveneens voor elk te onteigenen perceel de onteigenende rechtspersoon vermelden. Wat de uit te voeren werken en onroerende verrichtingen betreft, kan het onteigeningsplan zich beperken tot het overnemen van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan. 2. Het onteigeningsplan dat gelijktijdig met het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan wordt 22

23 opgemaakt, wordt tegelijk met het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan onderworpen aan de procedureregels bepaald voor het opmaken van dat uitvoeringsplan. Het onteigeningsplan dat gelijktijdig met het provinciaal of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan wordt opgemaakt, wordt tegelijk met het ruimtelijk uitvoeringsplan onderworpen aan de procedureregels bepaald voor het opmaken van dat ruimtelijk uitvoeringsplan tot en met de definitieve vaststelling door, naargelang het geval, de provincieraad dan wel de gemeenteraad. Het onteigeningsplan wordt aan de Vlaamse Regering voorgelegd nadat het provinciaal of gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan is goedgekeurd. De Vlaamse Regering beslist over de goedkeuring van het onteigeningsplan en het verlenen van de onteigeningsmachtiging. Het onteigeningsplan dat na het ruimtelijk uitvoeringsplan waarvan het de verwezenlijking beoogt, wordt opgemaakt, dient uiterlijk 5 jaar na de inwerkingtreding van dat ruimtelijk uitvoeringsplan definitief vastgesteld te worden en is onderworpen aan de procedureregels voor onteigeningen ten algemenen nutte inzake gewestelijke aangelegenheden. De eigenaars van de goederen, gelegen binnen de omtrek van de te onteigenen percelen, worden vóór de aanvang van het openbaar onderzoek door de overheid die het ontwerpplan voorlopig vaststelt, bij aangetekende brief in hun woonplaats ervan op de hoogte gebracht dat het ontwerp van onteigeningsplan in het gemeentehuis ter inzage ligt. Wordt tot de onteigening besloten door een andere instantie dan de gemeente waar de goederen gelegen zijn, dan komen de kosten van het door de gemeente uitgevoerde openbaar onderzoek ten laste van de onteigenaar. Planschade en planbaten (VCRO) Artikel (01/09/ ) Heffingsplichtig is diegene die op het ogenblik van de inwerkingtreding van het betrokken ruimtelijk uitvoeringsplan of bijzonder plan van aanleg het eigendomsrecht of het bloot eigendomsrecht op het perceel kan laten gelden. De heffingsplicht gaat over op de natuurlijke of rechtspersoon waaraan het eigendomsrecht of bloot eigendomsrecht, vermeld in het eerste lid, kosteloos of ingevolge erfopvolging of testament wordt overgedragen. Artikel (01/09/ ) 23

24 Indien er meerdere heffingsplichtigen zijn, zijn zij hoofdelijk gehouden voor de gehele planbatenheffing. Artikel (09/08/ ) 1. De planbatenheffing wordt berekend uitgaande van de vermoede meerwaarde van een perceel ten gevolge van de bestemmingswijziging en op basis van de oppervlakte van de bestemmingswijziging op het perceel. De oppervlakte van het perceel is de bij het kadaster gekende oppervlakte. Verlenen van gemeentelijke premies/voordelen aan inwoners van de gemeenten o Voorbeeld: Gemeentelijk reglement tot toekenning van een verbeteringspremie voor woningen (gemeente Wielsbeke) o Voorbeeld: Sociale premies (gemeente Blankenberge) 2. Het innen van belastingen, retributies, en andere schuldvorderingen, het opleggen van gemeentelijke administratieve sancties en het opleggen van maatregelen in het kader van de handhavingbevoegdheid door een lokaal bestuur bij inwoners en niet-inwoners. Gemeentelijke belastingen of heffingen Gemeentedecreet van 15 juli Art Onder voorbehoud van de toepassing van andere wettelijke of decretale bepalingen, beschikt de gemeenteraad over de volheid van bevoegdheid ten aanzien van de aangelegenheden, bepaald in artikel De gemeenteraad bepaalt het beleid van de gemeente en kan daartoe algemene regels vaststellen. 3. De gemeenteraad stelt de gemeentelijke reglementen vast. Onverminderd de federale wetgeving in verband met de bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van politieverordeningen, kunnen de reglementen onder meer betrekking hebben op het gemeentelijk beleid, de gemeentelijke belastingen en retributies, en op het inwendige bestuur van de gemeente. Een afschrift van elk reglement waarin een strafbepaling of een administratieve sanctie wordt opgenomen, wordt dadelijk verzonden aan de griffie van de rechtbank van eerste aanleg en aan die van de politierechtbank. 24

25 Gemeentelijke reglementen Er is een grote verscheidenheid aan gemeentelijke reglementen. Ter illustratie: o Voorbeeld 1: Belastingreglement op de tweede verblijven (Stad Gent) o Voorbeeld 2: Gemeentelijk reglement op de leegstand en leegstandheffing (gemeente Londerzeel) Activeringsheffing onbebouwde percelen Activeringsheffing onbebouwde percelen (grond- en pandendecreet) Art Van de activeringsheffing zijn vrijgesteld : 1 de eigenaars van één enkele onbebouwde bouwgrond in woongebied of onbebouwde kavel, bij uitsluiting van enig ander onroerend goed gelegen in België of het buitenland; 2 de sociale woonorganisaties en Vlabinvest apb houdende diverse bepalingen tot begeleiding van de begroting 1992; 3 [...] 4 door de overheid erkende jeugd- en sportverenigingen. Een vrijstelling, beperkt tot één onbebouwde bouwgrond in woongebied of één onbebouwde kavel per kind, wordt tevens toegekend aan ouders met kinderen die al dan niet ten laste zijn. Deze vrijstelling wordt toegekend op voorwaarde dat het kind op 1 januari van het heffingsjaar voldoet aan beide hiernavolgende voorwaarden : 1 het heeft de leeftijd van dertig jaar nog niet bereikt; 2 het heeft nog geen volle drie jaar een onbebouwde bouwgrond in woongebied, een onbebouwde kavel of een woning in volle eigendom, alleen of met de persoon met wie het gehuwd is of wettelijk of feitelijk samenwoont. Gemeentelijke reglementen o Voorbeeld: Activeringsheffing op onbebouwde percelen in een woongebied van een goedgekeurd plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan. (Stad Roeselare) Invorderingsprocedure 25

26 Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen Art. 5. Door de bevoegde overheid worden personeelsleden aangesteld die bevoegd zijn om een controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van de belastingverordening en de bepalingen, vermeld in artikelen 6 en 7. De personeelsleden, vermeld in het eerste lid, behoren inzake provinciebelastingen tot het personeel van de provincie en inzake gemeentebelastingen tot het personeel van de gemeente. De door hen opgestelde processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel. De financieel beheerder kan niet worden aangesteld overeenkomstig het eerste lid. Art. 6. Om de toepassing van de belastingverordening te kunnen controleren of onderzoeken, zijn de personeelsleden, vermeld in artikel 5, gemachtigd alle fiscale onderzoeksbevoegdheden uit te voeren die krachtens artikel 11 toepassing vinden op het vlak van provincie- en gemeentebelastingen. Specifiek inzake de controle en het onderzoek van boeken en bescheiden die noodzakelijk zijn voor de vestiging van de belasting, is iedereen die over dergelijke boeken of bescheiden beschikt, verplicht die zonder verplaatsing voor te leggen op ieder verzoek van de personeelsleden, vermeld in artikel 5. Iedereen is verplicht aan de personeelsleden, vermeld in het eerste lid, voorzien van een aanstellingsbewijs, vrije toegang te verlenen tot de al dan niet bebouwde onroerende goederen, die een belastbaar element kunnen vormen of bevatten of waar een belastbare activiteit wordt uitgeoefend. Om de belastingplicht te kunnen bepalen of de grondslag van de belasting te kunnen controleren of onderzoeken, moet aan die personeelsleden de mogelijkheid worden geboden vaststellingen te doen. Tot particuliere woningen of bewoonde lokalen hebben die personeelsleden evenwel alleen toegang tussen vijf uur 's morgens en negen uur 's avonds, na machtiging van de politierechter tenzij uit vrije wil toegang wordt verleend. De personeelsleden, vermeld in artikel 5, zijn eveneens gemachtigd de nodige vaststellingen te doen op het grondgebied van een andere provincie of gemeente. Art