Tijdschrift voor Agrarisch Recht (TvAR) maart 2017, Nr. 3, TvAR 2017/5875. Hoge Raad, 16 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2884 (Agrarische bestemming).
|
|
- Emma Claes
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Tijdschrift voor Agrarisch Recht (TvAR) maart 2017, Nr. 3, TvAR 2017/5875. Hoge Raad, 16 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2884 (Agrarische bestemming). mrs. F.B. Bakels, C.A. Streef kerk, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron en M.J. Kroeze Burgerlijk Wetboek, art. 6:101, art. 6:228, art. 7:15,art. 7:17, art. 7:23 Contractenrecht. Koopovereenkomst woning met agrarische bestemming. Uitleg gedingstukken; beroep op dwaling? Verhouding mededelingsplicht en onderzoeksplicht; eigen schuld. Met noot door: mr. W.J.E. van der Werf Arrest in de zaak van: [eiser], wonende te [woonplaats], Duitsland, EISER tot cassatie, advocaat: mr. S. Kousedghi, t e g e n 1. [verweerder 1], wonende te [woonplaats], 2. [verweerster 2], wonende te [woonplaats], VERWEERDERS in cassatie, niet verschenen. Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en [verweerder] c.s. 1 Het geding in feitelijke instantie Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken: a. de vonnissen in de zaak /HA ZA van de rechtbank te Roermond van 2 maart 2011, 6 juli 2011 en 12 september 2012; b. de arresten in de zaak /01 van het gerechtshof 's-hertogenbosch van 17 december 2013, 13 mei 2014, verbeterd bij arrest van 24 juni 2014, en 16 juni De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht. 2 Het geding in cassatie Tegen de arresten van het hof van 17 december 2013 en 16 juni 2015 heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. Tegen [verweerder] c.s. is verstek verleend. De conclusie van de Advocaat-Generaal W.L. Valk strekt tot vernietiging en verwijzing. De advocaat van [eiser] heeft bij brief van 21 oktober 2016 op die conclusie gereageerd. 3 Beoordeling van het middel 3.1 In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan. i) In 1995 hebben [eiser] en zijn toenmalige echtgenote [betrokkene] de eigendom verworven van een voormalige boerderij met bijgebouwen en gronden, gelegen te [plaats] (hierna: de woning). ii) De woning is gelegen in een gebied met een agrarische bestemming. In dit gebied waren grootschalige planologische ontwikkelingen voorzien of gaande, leidende tot de komst van megastallen. iii) [eiser] en [betrokkene] zijn in de woning gaan wonen en [eiser] heeft in de bijgebouwen een tandtechnisch laboratorium
2 gehad. Vooraf had [eiser] aan de gemeente om toestemming voor het voorgenomen gebruik gevraagd. In juni 1995 heeft de gemeente aan [eiser] geschreven: In antwoord op uw bovenvermelde brief berichten wij u, dat wij in onze vergadering van 27 juni 1995 hebben besloten, om aan u toestemming te verlenen voor het gebruik van het pand ( ) te [plaats] als hieronder beschreven. Het is u toegestaan het pand te gebruiken voor bewoning. Het is u tevens toegestaan om in het pand een ruimte in te richten voor het uitoefenen van uw tandtechnisch beroep. ( ) iv) In februari 2007 zijn [eiser] en [betrokkene] van echt gescheiden. Feitelijk was [eiser] reeds in oktober 2005 uit de woning vertrokken. v) Bij schriftelijke koopovereenkomst van 1 oktober 2007 hebben [eiser] en [betrokkene] de woning verkocht aan [verweerder] c.s. voor ,- (hierna: de koopovereenkomst). Voorafgaand aan de koopovereenkomst hebben [verweerder] c.s. uitsluitend contact gehad met [betrokkene]. Levering heeft plaatsgevonden op 1 februari [verweerder] c.s. hebben in deze procedure, voor zover in cassatie van belang, aangevoerd dat zij bij het sluiten van de koopovereenkomst hebben gedwaald. Zij hebben in eerste aanleg vermindering gevorderd van de kooprijs ter opheffing van het door hen geleden nadeel met een bedrag van ,-. Subsidiair hebben zij aan deze vordering ten grondslag gelegd dat op de woning een bijzondere last of beperking rust in de zin van art. 7:15 BW. Zij hebben tevens aanspraak op vergoeding van kosten gemaakt De rechtbank heeft de vorderingen afgewezen. Het hof heeft het vonnis vernietigd. Het heeft [eiser] en [betrokkene] hoofdelijk veroordeeld tot betaling aan [verweerder] c.s. van ,-, met wettelijke rente. Het hof heeft verstaan dat de kosten van de deskundige voor de helft door elk van partijen moeten worden gedragen Aan zijn oordelen heeft het hof voor zover in cassatie van belang in zijn tussenarrest van 17 december 2013 het volgende ten grondslag gelegd. [verweerder] c.s. hebben zich in hoger beroep mede beroepen op non-conformiteit (art. 7:17 BW). Die grondslag moet op processuele gronden buiten beschouwing worden gelaten voor het beroep op de planologische ontwikkelingen, maar kan wel worden behandeld voor het verwijt dat [betrokkene] [verweerder] c.s. had moeten wijzen op de agrarische bestemming (rov ). Ten aanzien van de planologische ontwikkelingen kan niet worden gezegd dat [betrokkene] haar mededelingsplicht heeft verzaakt (rov ). Wat betreft de agrarische bestemming geldt dat [betrokkene] wist dat de woning formeel een agrarische bestemming had. [betrokkene] behoorde dit op grond van art. 7:15 BW aan [verweerder] c.s. te melden. De aan [eiser] door de gemeente verleende toestemming (zie hiervoor in 3.1 onder (iii)) gold hem en niet automatisch zijn rechtsverkrijgers. Art. 7:17 BW mist toepassing nu een situatie als bedoeld in art. 7:15 BW aan de orde is en geen sprake is van materiële gebreken aan de woning. De feitelijke situatie is weliswaar al lange tijd door de gemeente getolereerd, maar [verweerder] c.s. zullen de agrarische bestemming aan aspirant-kopers moeten
3 melden, hetgeen een waardedrukkende invloed op de woning kan hebben. (rov ) Na deskundigenbericht heeft het hof in zijn eindarrest deels terugkomend van zijn hiervoor weergegeven tussenarrest overwogen dat de schade van [verweerder] c.s. bestaat uit het verschil tussen de waarde van de woning op de vrije markt indien de woning een woonbestemming had, en de waarde van de woning met een agrarische bestemming (rov ). Dit verschil bedraagt ,- (rov ). Vervolgens heeft het hof overwogen: Het hof verwijst naar r.o en uit het tussenarrest van 17 december 2013, waarin besloten ligt dat naar het oordeel van het hof in verband met schending van de mededelingsplicht in verband met de woonbestemming enkel sprake is van schending van art. 7:15 BW en niet van art. 7:17 BW. Om die redenen is art. 7:23 BW niet van toepassing. Het hof heeft aldaar niet bedoeld te overwegen dat daarnaast, in verband met de schending van de mededelingsplicht, niet tevens sprake zou kunnen zijn van dwaling. De rechtbank heeft overwogen dat de vordering (enkel) was gebaseerd op dwaling en niet op art. 7:17 BW; met dat laatste is het hof het eens. Naar s hofs oordeel kan de vordering zowel op dwaling als op art. 7:15 BW worden gebaseerd. [verweerder] heeft blijkens randnummers 62 en 64 van de memorie van grieven ook uitdrukkelijk zijn vordering zowel gebaseerd op dwaling als op art. 7:15 BW. ( ) ( ) [eiser] en [betrokkene] hebben nog aangevoerd dat [verweerder] zelf had kunnen ontdekken dat de woning geen woonbestemming had. Dat moet volgens hen leiden tot de slotsom dat sprake is van eigen schuld ex artikel 6:101 BW en/ of tot de constatering dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is het waardeverschil aan [verweerder] toe te wijzen. Het hof verwerpt die stelling en daarmee beide verweren. Zoals reeds in het tussenarrest van 17 december 2013 is overwogen, rustte op [betrokkene] een mededelingsplicht. Het hof is van oordeel dat die mededelingsplicht in dit geval gaat voor een onderzoeksplicht van [verweerder] en dat honoreren van het verweer van [eiser] en/of [betrokkene] ertoe zou leiden dat aan het uitgangspunt dat de mededelingsplicht vóór de onderzoeksplicht dient te gaan afbreuk zou worden gedaan, althans dat dan aan de onderzoeksplicht een te grote betekenis zou worden toegekend Het vorenstaande betekent dat de vordering van [verweerder] toewijsbaar is tot een bedrag, groot ,-. ( ) Tegen de tussenarresten en het eindarrest hebben [eiser] en [betrokkene] afzonderlijk beroep in cassatie ingesteld. Dit arrest
4 betreft het cassatieberoep van [eiser]. De Hoge Raad heeft heden ook arrest gewezen op het cassatieberoep van [betrokkene] (nr. 15/04731). 3.3 Onderdeel I klaagt onder I.1 en I.3-I.6 dat het hof de agrarische bestemming van de woning ten onrechte heeft aangemerkt als een bijzondere last of beperking in de zin van art. 7:15 BW. Deze klacht is gegrond. De agrarische bestemming van de woning volgt uit het ter plaatse geldende bestemmingsplan. Van een bijzondere publiekrechtelijke last of beperking in de zin van art. 7:15 BW is echter alleen sprake indien deze haar grondslag vindt in een specifiek (mede) tot (een rechtsvoorganger van) de rechthebbende van de desbetreffende zaak gericht besluit (zie HR 30 januari 2015, ECLI:NL:HR:2015:159, NJ 2016/76, waarin de Hoge Raad gedeeltelijk is teruggekomen van HR 27 februari 2004, ECLI:NL:HR:2004:AN9072, NJ 2004/635). Het hof was in zijn einduitspraak niet gebonden aan de onjuiste toepassing van art. 7:15 BW in zijn vóór het genoemde arrest van de Hoge Raad van 30 januari 2015 gewezen tussenarrest van 2013, en diende, nadat partijen de gelegenheid hadden gekregen zich dienaangaande uit te laten, de daarop betrekking hebbende eindbeslissing te heroverwegen om te voorkomen dat zijn einduitspraak aan vernietiging in cassatie zou blootstaan vanwege de ondeugdelijke juridische grondslag daarvan (zie HR 25 april 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC2800, NJ 008/553) Onderdeel IV voert aan dat onbegrijpelijk is dat het hof in rov van zijn eindarrest (zie hiervoor in 3.2.4) heeft overwogen dat [verweerder] c.s. aan hun vorderingen ter zake van de bestemming van de woning mede een beroep op dwaling ten grondslag hebben gelegd Deze klacht is gegrond. De rechtbank heeft het beroep van [verweerder] c.s. op dwaling slechts in verband gebracht met de planologische ontwikkelingen in het gebied, en niet met de op de woning rustende bestemming (vonnis van 12 september 2012, rov. 4.1 en 5.8 e.v.). c.s. hebben in hun memorie van grieven in het kader van het beroep op dwaling aangevoerd dat [eiser] en [betrokkene] een mededelingsplicht hadden ten aanzien van de planologische ontwikkelingen (nrs ). Over de agrarische bestemming van de woning hebben [verweerder] c.s. vervolgens uitsluitend geklaagd in verband met art. 7:15 BW (nr. 64 e.v.). [eiser] en [betrokkene] hebben in hun memories van antwoord het dwalingsberoep klaarblijkelijk niet zo gelezen dat het mede betrekking had op de agrarische bestemming. In het licht hiervan is onbegrijpelijk dat het hof, onder verwijzing naar het vonnis van de rechtbank en naar de nrs. 62 en 64 van de memorie van grieven, heeft overwogen dat [verweerder] c.s. hun vordering ter zake van de bestemming van de woning mede op dwaling hebben gebaseerd. De klacht kan echter niet tot cassatie leiden omdat het hof zijn oordeel dat de vordering van [verweerder] c.s. tot een bedrag van ,- toewijsbaar is, blijkens de op rov van het eindarrest volgende overwegingen kennelijk niet mede op de grondslag dwaling heeft gebaseerd Nu de onderdelen I.1, I.3-I.6 en IV gegrond zijn, resteert als grondslag voor de vorderingen van [verweerder] c.s. jegens [eiser] in verband met de agrarische bestemming van de woning nog hun beroep op art. 7:17 BW (non-conformiteit). Deze in de loop van het geding in hoger beroep aangevoerde grondslag heeft het hof toelaatbaar geoordeeld (rov en van het tussenarrest van 17 december 2013), maar buiten behandeling gelaten evenals
5 het tegen die grondslag gerichte beroep van [eiser] op verjaring ingevolge art. 7:23 BW omdat het van oordeel was dat het beroep op art. 7:15 BW slaagde (rov en van dat tussenarrest). In verband daarmee heeft [eiser] belang bij de klachten van de onderdelen I.2 en V. Dienaangaande wordt het volgende overwogen Onderdeel I.2 is onder meer gericht tegen het oordeel van het hof (in rov en ) dat [betrokkene] wetenschap had van de formele agrarische bestemming van de onroerende zaak. De klachten van het onderdeel kunnen in zoverre niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu die klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling. Voor zover onderdeel I.2 is gericht tegen het oordeel van het hof (in de tweede alinea van rov ) dat [betrokkene], gelet op haar wetenschap van de agrarische bestemming, aan [verweerder] c.s. behoorde te melden dat de woning een bestemming heeft die af breuk kan doen aan het voorgenomen gebruik daarvan door [verweerder] c.s., slaagt het echter. Dat oordeel bouwt in zoverre immers voort op het onjuiste oordeel dat art. 7:15 BW van toepassing is. Na verwijzing zal dan ook zo nodig opnieuw, maar dan in het kader van art. 7:17 BW, moeten worden beoordeeld of op [betrokkene] ter zake van de agrarische bestemming een mededelingsplicht rustte. Voor die beoordeling kan anders dan bij toepassing van art. 7:15 BW (welke bepaling immers een uitdrukkelijke aanvaarding van de bijzondere lasten en beperkingen door de koper vereist om aansprakelijkheid van de verkoper te voorkomen) mede van belang zijn of [betrokkene] redelijkerwijs ervan uit mocht gaan dat [verweerder] c.s. ter zake zelf onderzoek zouden verrichten Onderdeel V is gericht tegen de verwerping in rov (zie hiervoor in 3.2.4) van het verweer van [eiser] en [betrokkene] dat sprake is van eigen schuld aan de zijde van [verweerder] c.s Bij de beoordeling van dit onderdeel wordt het volgende vooropgesteld. Indien de verkoper vóór de totstandkoming van de overeenkomst aan de koper bepaalde inlichtingen had behoren te geven teneinde te voorkomen dat de koper zich omtrent het desbetreffende punt een onjuiste voorstelling zou maken, verzetten redelijkheid en billijkheid zich in het algemeen ertegen dat de verkoper ter afwering van een beroep op dwaling of non-conformiteit aanvoert dat de koper het ontstaan van de onjuiste voorstelling mede aan zichzelf heeft te wijten (vgl. voor dwaling HR 30 november 1973, ECLI:NL:HR:1973:AC5383, NJ 1974/97 (Van der Beek/Van Dartel), en voor nonconformiteit HR 14 november 2008, ECLI:NL:HR:2008:BF0407, NJ 2008/588 ( [.../...])). Dat neemt echter niet weg dat een eventueel uit schending van de mededelingsplicht voortvloeiende verplichting van de verkoper tot schadevergoeding, op de voet van art. 6:101 lid 1 BW kan worden verminderd indien de onjuiste voorstelling van zaken mede is te wijten aan de koper, bijvoorbeeld door gebrek aan onderzoek aan zijn zijde Het oordeel van het hof in rov berust in het licht van het voorgaande op een onjuiste rechtsopvatting. Onderdeel V slaagt derhalve. 3.7 De onderdelen II en III zijn voorgesteld onder de voorwaarde dat onderdeel I faalt. Zij behoeven daarom geen behandeling. 4 Beslissing
6 De Hoge Raad: vernietigt de arresten van het gerechtshof s- Hertogenbosch van 17 december 2013, 13 mei 2014 en 16 juni 2015, voor zover gewezen tussen [verweerder] c.s. en [eiser]; verwijst het geding naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden ter verdere behandeling en beslissing; veroordeelt [verweerder] c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [eiser] begroot op 933,62 aan verschotten en 2.600,- voor salaris. Noot: Auteur: W.J.E. van der Werf 1 In dit arrest (gewezen gelijktijdig met twee arresten over dezelfde kwestie, ECLI:NL:HR:2016:2885 en ECLI:NL:HR:2016:2877) beantwoordt de Hoge Raad de vraag of een publiekrechtelijke bestemming kwalificeert als een bijzondere last of beperking in de zin van art. 7:15 BW. Voorts gaat de Hoge Raad in op de relatie met art. 7:17 BW (non-conformiteit). Het ging in alle drie arresten om dezelfde verkoop van een voormalige boerderij, die als burgerwoning werd verkocht terwijl op grond van het bestemmingsplan nog steeds een agrarische bestemming van kracht was. De verkopers hadden de voormalige boerderij in 1995 gekocht met de bedoeling om daarin te gaan wonen en een tandtechnisch laboratorium te vestigen. Voorafgaand aan de ingebruikneming had de gemeente voor het beoogde gebruik, dat in strijd was met de vigerende agrarische bestemming, toestemming verleend. Omdat de verkopers begin 2007 gingen scheiden, werd de boerderij te koop gezet. Op 1 oktober 2007 werd de boerderij verkocht tegen een 1 Willem van der Werf is partner bij Van der Feltz advocaten in Den Haag. koopsom van EUR ,-. Na levering op 1 februari 2008 kwamen kopers er achter dat nog altijd een agrarische bestemming van kracht was en dat in de nabije omgeving megastallen zouden worden gerealiseerd. De kopers vorderden schadevergoeding van een van de verkopers ten bedrage van EUR ,-. Zij stelden dat verkoper en diens toenmalige echtgenoot wel wisten maar niet hadden meegedeeld dat aan de woning op grond van het bestemmingsplan een agrarische bestemming (en dus geen woonbestemming) was toegekend. Nadat de rechtbank de vordering had afgewezen, veroordeelde het hof verkoper tot betaling van een schadevergoeding van EUR ,-, vermeerderd met de wettelijke rente. Die schadevergoeding stond gelijk aan het verschil tussen de agrarische waarde en de waarde bij een reguliere woonbestemming. Het hof oordeelde dat de verkoper ingevolge art. 7:15 BW verplicht is de verkochte zaak in eigendom over te dragen vrij van alle bijzondere lasten en beperkingen. Volgens het hof behoorden verkopers daarom te melden dat sprake was van een agrarische bestemming. De toestemming van de gemeente ging namelijk niet van rechtswege over bij rechtsovergang. Aan een beoordeling van het beroep van kopers op art. 7:17 BW werd daarom niet toegekomen. Hetzelfde gold voor het beroep van de verkopers op de verjaringsbepaling van art. 7:23 BW. Het beroep van verkopers op eigen schuld (art. 6:101 BW) aan de zijde van kopers, die volgens verkopers zelf ook hadden kunnen ontdekken dat de woning geen woonbestemming had, werd eveneens door het hof verworpen. Het honoreren van dat beroep zou volgens het hof te zeer af breuk doen aan het uitgangspunt dat de mededelingsplicht vóór de onderzoeksplicht dient te gaan, althans dat aan de onderzoeksplicht een te grote betekenis zou worden toegekend.
7 De Hoge Raad komt tot een andere conclusie. Het hof heeft de agrarische bestemming ten onrechte aangemerkt als een bijzondere last of beperking in de zin van art. 7:15 BW. Deze bestemming volgt namelijk uit het ter plaatse geldende bestemmingsplan, of, zo men wil, deze bestemming is geen bijzondere maar een algemene last of beperking. Onder verwijzing naar een eerder arrest van 30 januari 2015 (ECLI:NL:HR:2015:159, NJ 2016/76), waarbij de Hoge Raad op bestaande rechtspraak was teruggekomen, overweegt de Hoge Raad dat van een bijzondere publiekrechtelijke last of beperking in de zin van art. 7:15 BW alleen sprake is indien deze haar grondslag vindt in een specifiek (mede) tot (een rechtsvoorganger van) de rechthebbende van de desbetreffende zaak gericht besluit. Daarvan was hier geen sprake. Omdat laatstgenoemd arrest uit 2015 was gewezen na het in onderhavige zaak gewezen tussenarrest van het hof uit 2013, haalt de Hoge Raad de in het arrest van 25 april 2008 (ECLI:NL:HR:2008:BC2800, NJ 2008/553) neergelegde regel aan dat het hof bij zijn einduitspraak niet was gebonden aan de onjuiste toepassing van art. 7:15 BW in het tussenarrest uit Het hof had partijen daarom in de gelegenheid moeten stellen om zich hierover nader uit te laten en had zijn eindbeslissing moeten heroverwegen om te voorkomen dat de einduitspraak vanwege een ondeugdelijke juridische grondslag zou blootstaan aan cassatie. Omdat het hof ten onrechte art. 7:15 BW had toegepast, moet volgens de Hoge Raad na verwijzing het door het hof niet besproken beroep op de non-conformiteitsbepaling van art. 7:17 BW opnieuw worden beoordeeld. Daarbij zal moeten worden nagegaan of op de verkoper ter zake de agrarische bestemming een mededelingsplicht rustte. Anders dan bij art. 7:15 BW, waarbij het gaat om uitdrukkelijk door de koper aanvaarde lasten en beperkingen, kan bij de beoordeling van de eventuele non-conformiteit mede van belang zijn of de verkopers er redelijkerwijs van uit mochten gaan dat kopers zelf onderzoek zouden verrichten. Dat moet nader worden onderzocht. Tot slot vindt ook het oordeel van het hof inzake de eigen schuld (art. 6:101 BW) bij de Hoge Raad geen genade. Indien de verkoper vóór de totstandkoming van de overeenkomst aan de koper bepaalde inlichtingen had behoren te geven teneinde te voorkomen dat de koper zich omtrent het desbetreffende punt een onjuiste voorstelling zou maken, verzetten redelijkheid en billijkheid zich volgens de Hoge Raad in het algemeen ertegen dat de verkoper ter afwering van een beroep op dwaling of non-conformiteit aanvoert dat de koper het ontstaan van de onjuiste voorstelling mede aan zichzelf heeft te wijten. Daarbij verwijst de Hoge Raad voor dwaling naar een oud arrest van 30 november 1973, ECLI:NL:HR:1973:AC5383, NJ 1974/97 (Van der Beek/Van Dartel), en voor nonconformiteit naar een arrest van 14 november 2008, ECLI:NL:HR:2008:BF0407, NJ 2008/58). Toch neemt dit volgens de Hoge Raad niet weg dat een op de verkoper rustende schadevergoedingsplicht die voortvloeit uit schending van de mededelingsplicht op de voet van art. 6:101 lid 1 BW kan worden verminderd. Daarvan is sprake indien de onjuiste voorstelling van zaken mede is te wijten aan de koper, bijvoorbeeld door gebrek aan onderzoek aan zijn zijde. Het valt nog te bezien in hoeverre deze laatste nuancering de positie van de verkopers in deze zaak na verwijzing nog zal versterken respectievelijk die van de kopers zal verzwakken. Uiteraard hadden kopers bij raadpleging van het bestemmingsplan zelf eenvoudig via de gemeente kunnen achterhalen dat sprake was van een (lang bestaande) agrarische bestemming. Niettemin staat óók vast dat de verkopers in het kader van het voorgenomen gebruik als
8 burgerwoning en tandtechnische praktijk in 1995 gemeentelijke toestemming (c.q. een gedoogbesluit) voor handelen in strijd met het bestemmingsplan hadden gevraagd en gekregen, terwijl zij daarover kennelijk met geen woord richting kopers hadden gerept en de woning gewoon als burgerwoning te koop hadden gezet. Onder die omstandigheden zou men geneigd zijn te denken dat de redelijkheid en billijkheid zich er sneller tegen verzetten dat de koper de onjuiste voorstelling aan zichzelf heeft te wijten. De conclusie van A-G Valk leert echter dat het leerstuk van de eigen schuld prudent moet worden benaderd. Hij legt uit dat art. 6:101 BW geen digitale alles-of-niets regel is, maar een analoge regel die gaat over kwesties van méér of minder. Daarbij moet de vraag worden beantwoord hoe de schade moet worden verdeeld over de benadeelde en de vergoedingsplichtige in evenredigheid met de mate waarin de aan ieder toe te rekenen omstandigheden tot de schade hebben bijgedragen (eventueel te corrigeren op grond van de billijkheid). Als de verkoper de mededelingsplicht heeft geschonden, betekent dat dus niet zoals het hof oordeelde dat een beroep op eigen schuld niet meer opgaat. De billijkheid kan meebrengen dat een deel van de schade voor rekening van de verkoper moet blijven. Deze in de literatuur reeds langer verdedigde opvatting wordt nu door de Hoge Raad omarmd. zijn voormalige echtgenote dat zij door de wijze waarop zij de verkoop had afgewikkeld jegens hem onrechtmatig had gehandeld, althans tekort was geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit het echtscheidingsconvenant. Het hof oordeelde dat de schade niet het gevolg was van het handelen van de echtgenote. Bovendien gold dat de beide voormalige echtelieden hun informatieplicht jegens de kopers hadden verzaakt. Aangezien het arrest van het hof in de vrijwaringsprocedure volgens de Hoge Raad in het lot van de hoofdzaak moet delen, ligt deze kwestie na verwijzing straks ook weer open. De twee andere arresten die de Hoge Raad op dezelfde dag heeft gewezen, gaan over dezelfde casus. De zaak ECLI:NL:HR:2016:2885 betrof het cassatieberoep van de andere koper (de echtgenote). In de zaak ECLI:NL:HR:2016:2877 betrof het cassatieberoep van de verkoper in de vrijwaringsprocedure tegen zijn voormalige echtgenote. De verkoper (de man) verweet
ECLI:NL:HR:2016:2884. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:1003, Gevolgd
ECLI:NL:HR:2016:2884 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 16-12-2016 Datum publicatie 16-12-2016 Zaaknummer 15/04494 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:1003,
Nadere informatieECLI:NL:HR:2016:2885. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:1004, Gevolgd
ECLI:NL:HR:2016:2885 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 16-12-2016 Datum publicatie 16-12-2016 Zaaknummer 15/04731 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:1004,
Nadere informatiePartijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] en [verweerder] c.s. Hoge Raad:
15 Civiel recht «JIN» Jurisprudentie in Nederland februari 2017, afl. 1 106 15 Hoge Raad 16 december 2016, nr. 15/04731 ECLI:NL:HR:2016:2885 (mr. Bakels, mr. Streefkerk, mr. Tanja-van den Broek, mr. Du
Nadere informatieECLI:NL:HR:2014:156. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00392
ECLI:NL:HR:2014:156 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 24-01-2014 Datum publicatie 24-01-2014 Zaaknummer 13/00392 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:1257,
Nadere informatieECLI:NL:HR:2013:37. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 12/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ5416, Gevolgd
ECLI:NL:HR:2013:37 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 28-06-2013 Datum publicatie 04-07-2013 Zaaknummer 12/00171 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ5416,
Nadere informatieECLI:NL:HR:2018:484. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/01642
ECLI:NL:HR:2018:484 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 30-03-2018 Datum publicatie 30-03-2018 Zaaknummer 17/01642 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2018:46
Nadere informatieUitspraak. Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel: [Onteigeningswet, art. 40, art. 41]
Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel: W.J.E. van der Werf. Tijdschrift voor Agrarisch Recht (TvAR), juli/augustus, Nr. 7/8, TvAR 2018/5940 22 december 2017 Hoge Raad Huiskavel, bouwblok, onteigening,
Nadere informatieECLI:NL:HR:2016:24. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/03918
ECLI:NL:HR:2016:24 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 15-01-2016 Datum publicatie 15-01-2016 Zaaknummer 14/03918 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:1701,
Nadere informatieECLI:NL:HR:2016:2707. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/05236
ECLI:NL:HR:2016:2707 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 25-11-2016 Datum publicatie 25-11-2016 Zaaknummer 15/05236 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:874,
Nadere informatieECLI:NL:HR:2015:1871. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:589, Gevolgd
ECLI:NL:HR:2015:1871 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 10-07-2015 Datum publicatie 10-07-2015 Zaaknummer 14/04610 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:589,
Nadere informatieHoge Raad der Nederlanden
4 november 2016 Eerste Kamer 15/00920 LZ/IF Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: tegen STICHTING PENSIOENFONDS PERSONEELSDIENSTEN, gevestigd te Amsterdam, VOOR VERWEERSTER in cassatie, advocaat:
Nadere informatieECLI:NL:HR:2004:AM2315
ECLI:NL:HR:2004:AM2315 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 16-01-2004 Datum publicatie 16-01-2004 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie C02/203HR Conclusie: ECLI:NL:PHR:2004:AM2315
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2015:6585
ECLI:NL:GHARL:2015:6585 Instantie Datum uitspraak 08-09-2015 Datum publicatie 26-10-2015 Zaaknummer 200.134.402 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel
Nadere informatieECLI:NL:HR:2016:65. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/05661
ECLI:NL:HR:2016:65 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 15-01-2016 Datum publicatie 15-01-2016 Zaaknummer 14/05661 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:2048,
Nadere informatieECLI:NL:HR:2004:AM2358
1 of 5 3-8-2014 18:56 ECLI:NL:HR:2004:AM2358 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 16-01-2004 Datum publicatie 16-01-2004 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden C02/239HR Conclusie: ECLI:NL:PHR:2004:AM2358
Nadere informatieECLI:NL:HR:2017:1064. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410, Gevolgd
ECLI:NL:HR:2017:1064 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-06-2017 Datum publicatie 09-06-2017 Zaaknummer 16/04866 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410,
Nadere informatieI n z a k e: T e g e n:
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar
Nadere informatieIn cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483
ECLI:NL:HR:2014:2652 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer 13/01257 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie In cassatie op
Nadere informatie24 juni Eerste Kamer 14/ Hoge Raad der Nederlanden. Arrest. in de zaak van: 1. De stichting STICHTING BETAALD VOETBAL VITESSE-ARNHEM,
24 juni 2016 Eerste Kamer 14/06313 EE Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: 1. De stichting STICHTING BETAALD VOETBAL VITESSE-ARNHEM, gevestigd te Arnhem, 2. B.V. VITESSE, gevestigd te Arnhem,
Nadere informatieRechtspraak.nl - Print uitspraak
pagina 1 van 6 Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:HR:2015:2191 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecli:nl:hr:2015:2191 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 14-08-2015 Datum
Nadere informatieIN NAAM DER KONINGIN
2 januari 1987 Eerste Kamer Nr. 12.932 RF/AT IN NAAM DER KONINGIN Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: "VASTELOAVESVEREINIGING DE ZAWPENSE", gevestigd te Grevenbricht, gemeente Born EISERES
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD
ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 06-05-2014 Datum publicatie 07-05-2014 Zaaknummer HD 200.134.974_01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-06-2008 Datum publicatie 12-02-2009 Zaaknummer 104.003.290 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECHTSCHEIDINGS PROCESRECHT SPREKER MR. H.A. GERRITSE 9 APRIL 2015 09:00-11:15 WWW.AVDRWEBINARS.NL
ECHTSCHEIDINGS PROCESRECHT SPREKER MR. H.A. GERRITSE 9 APRIL 2015 09:00-11:15 WWW.AVDRWEBINARS.NL Inhoudsopgave Mr. H.A. Gerritse Jurisprudentie Hoge Raad 4 maart 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP1402, met betrekking
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2016:2505
ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 Instantie Datum uitspraak 21-06-2016 Datum publicatie 24-04-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie - Vindplaatsen Uitspraak Gerechtshof
Nadere informatieECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239
ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 14-11-2006 Datum publicatie 17-01-2007 Zaaknummer 2006/346 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2013:873 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04481
ECLI:NL:PHR:2013:873 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 20-09-2013 Datum publicatie 08-11-2013 Zaaknummer 12/04481 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieConclusie: ECLI:NL:PHR:2017:21, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2016:1717, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
ECLI:NL:HR:2017:571 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 31-03-2017 Datum publicatie 31-03-2017 Zaaknummer 16/03870 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:21,
Nadere informatieLJN: BP4803, Hoge Raad, 10/04523. Datum uitspraak: 20-05-2011 Datum publicatie: 20-05-2011. Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Cassatie
LJN: BP4803, Hoge Raad, 10/04523 Datum uitspraak: 20-05-2011 Datum publicatie: 20-05-2011 Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Onteigening. Verzuim tot betekening cassatieverklaring
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 20-06-2007 Datum publicatie 25-06-2007 Zaaknummer 0600267 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2017:3619
ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 Instantie Datum uitspraak 15-08-2017 Datum publicatie 16-08-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.216.119_01
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie
ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 20-06-2008 Datum publicatie 20-06-2008 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie C07/041HR
Nadere informatieECLI:NL:HR:2014:3351. Uitspraak. Datum uitspraak 21 11 2014 Datum publicatie 21 11 2014 Zaaknummer 13/04422 Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1744, Gevolgd
ECLI:NL:HR:2014:3351 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 21 11 2014 Datum publicatie 21 11 2014 Zaaknummer 13/04422 Formele relaties Rechtsgebieden Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1744, Gevolgd Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:HR:2013:1157. 1 Geding in cassatie. 2 Beoordeling van het eerste middel. 3 Beoordeling van het derde middel. Uitspraak.
ECLI:NL:HR:2013:1157 Uitspraak 12 november 2013 Strafkamer nr. 11/04366 P Hoge Raad der Nederlanden Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 08-10-2013 Datum publicatie 06-01-2014 Zaaknummer 200.121.491-01 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieBij memorie van grieven, met producties, heeft Burger een grief tegen het bestreden vonnis gericht.
arrest GERECHTSHOF 'S-GRAVENHAGE Sector handel Zaaknummer Rolnummer rechtbank : 370789lKG ZA 10-877 arrest van de vijfde civiele kamer d.d. 22 februari 2011 inzake Paul Burger, kantoorhoudende te Amsterdam,
Nadere informatiezaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014
arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team II zaaknummer :200.140.465101 KG zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke
Nadere informatieHoge Raad der Nederlanden
21 juni 1996 Eerste Kamer Nr. 16.009 (C 95/161) AS Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: AUTOMATISERINGSCENTRUM WIM VAN GENK B.V., gevestigd te Roosendaal, gemeente en Nispen, Roosendaal EISERES
Nadere informatieDe vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem
De vaststellingsovereenkomst Prof. mr dr Edwin van Wechem Wat is een vaststellingsovereenkomst? Artikel 7:900 BW Bij een vaststellingsovereenkomst binden partijen, ter beëindiging of ter voorkoming van
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2017:4418
ECLI:NL:RBLIM:2017:4418 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 04052017 Datum publicatie 15052017 Zaaknummer C/03/232895 / KG ZA 17112 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatiearrest van de tweede civiele kamer van 21 april 2009 de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
arrest GERECHTSHOF ARNHEM Sector civiel recht zaaknummer gerechtshof 104.001.423 (zaaknummer rechtbank 91282 / HA ZA 03-1198) arrest van de tweede civiele kamer van 21 april 2009 inzake de besloten vennootschap
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2014:9606
ECLI:NL:GHARL:2014:9606 Instantie Datum uitspraak 09-12-2014 Datum publicatie 14-01-2015 Zaaknummer 200.128.918-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8528
ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8528 Instantie Datum uitspraak 23-04-2013 Datum publicatie 26-04-2013 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch
Nadere informatieECLI:NL:RBASS:2011:BQ7650
ECLI:NL:RBASS:2011:BQ7650 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 17-05-2011 Datum publicatie 09-06-2011 Zaaknummer 302487 CV EXPL 10-8041 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2017:3565
ECLI:NL:RBROT:2017:3565 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 19-04-2017 Datum publicatie 10-05-2017 Zaaknummer C/10/507047 / HA ZA 16-758 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieZoekresultaat inzien document ECLI:NL:HR:2016:2222. Uitspraak
Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:HR:2016:2222 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 30 09 2016 Datum publicatie 30 09 2016 Zaaknummer 15/01943 Formele relaties Rechtsgebieden Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:473,
Nadere informatieECLI:NL:HR:2007:BA1414
ECLI:NL:HR:2007:BA1414 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 15-06-2007 Datum publicatie 15-06-2007 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie C05/339HR Conclusie: ECLI:NL:PHR:2007:BA1414
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2016:7784
ECLI:NL:GHARL:2016:7784 Instantie Datum uitspraak 27-09-2016 Datum publicatie 28-09-2016 Zaaknummer 200.137.907/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel
Nadere informatieJA 2017/99 met annotatie van mr. L. Boersma
ECLI:NL:PHR:2017:47 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 03-02-2017 Datum publicatie 21-04-2017 Zaaknummer 16/01604 Formele relaties Rechtsgebieden Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2017:757, Gevolgd
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06
ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 06-03-2007 Datum publicatie 06-03-2007 Zaaknummer 00636/06 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd
ECLI:NL:HR:2014:381 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-02-2014 Datum publicatie 19-02-2014 Zaaknummer 13/02084 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556,
Nadere informatieRechtspraak.nl - Print uitspraak
pagina 1 van 6 Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RBAMS:2014:6139 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 13-08-2014 Datum publicatie 19-09-2014 Zaaknummer HA ZA 14-295 Rechtsgebieden Civiel
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 25-07-2007 Datum publicatie 31-07-2007 Zaaknummer 0600466 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger
Nadere informatieOntvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure.
Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure. De koper van een woning (klager) verwijt de verkopend makelaar (beklaagde)
Nadere informatieECLI:NL:HR:2012:BW6728
ECLI:NL:HR:2012:BW6728 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 21-09-2012 Datum publicatie 21-09-2012 Zaaknummer 11/02411 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2012:BW6728
Nadere informatieHoge Raad der Nederlanden
'" 13 februari 2015 Eerste Kamer in naam des Konings 10/02162 LZ Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: l. LEIDSEPLEIN BEHEER B.V., gevestigd te Amsterdam, 2. Hendrikus Jacobus Marinus DE VRIES,
Nadere informatieECLI:NL:HR:2013:983. Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-10-2013 Datum publicatie
ECLI:NL:HR:2013:983 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-10-2013 Datum publicatie 18-10-2013 Zaaknummer 12/03380 Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:52, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHSGR:2012:BW8529,
Nadere informatieHoge Raad der Nederlanden
c. ' ir. ij i O 29 mei 1987 Eerste Kamer Nr. 12.908 AT Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: 1. Peter STRUYCKEN, wonende te Gorinchem, 2. Gerard Anthony UNGER, wonende te Bussum, EISERS tot
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2014:4609
ECLI:NL:GHDHA:2014:4609 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 03-06-2014 Datum publicatie 16-06-2015 Zaaknummer 200.132.906/01 Formele relaties Cassatie: ECLI:NL:HR:2015:3234, (Gedeeltelijke)
Nadere informatie1 Het geding in feitelijke instanties
Uitspraak 14 februari 2014 nr. 13/00475 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te s-gravenhage van 18 december 2012, nr. 12/00169,
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2014:3834
ECLI:NL:GHDHA:2014:3834 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 28-10-2014 Datum publicatie 27-11-2014 Zaaknummer 200.140.914/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatiede vennootschap naar Duits recht MECKLENBURGER KARTOFFELVEREDLUNG GMBH, gevestigd te Hagenow, Bondsrepubliek Duitsland,
LJN: AD9613, Hoge Raad, C00/311HR Datum uitspraak: 26-04-2002 Datum publicatie: 26-04-2002 Rechtsgebied: Handelszaak Soort procedure: Cassatie Vindplaats(en): JOL 2002, 260 Rechtspraak.nl Uitspraak 26
Nadere informatieECLI:NL:HR:2000:AA4941
ECLI:NL:HR:2000:AA4941 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 25-02-2000 Datum publicatie 13-08-2001 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie C98/232HR Conclusie: ECLI:NL:PHR:2000:AA4941
Nadere informatieUitspraak vonnis RECHTBANK UTRECHT 279926 / HA ZA 10-492 februari 2011 Sector handels- en familierecht. zaaknummer / rolnummer: 279926 / HA ZA 10-49
LJN:BP3835,Rechtbank Utrecht, 279926 / HA ZA 10-49 Datum uitspraak: 02-02-2011 Datum publicatie: 10-02-2011 Rechtsgebied: Handelszaak Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig Inhoudsindicatie: Koop
Nadere informatieHR: rechtsbijstandverzekeraar aansprakelijk voor niet wijzen op verjaringstermijn
HR: rechtsbijstandverzekeraar aansprakelijk voor niet wijzen op verjaringstermijn Hoge Raad 03 februari 2012 BV2719 10/04120 Niet-nakoming van garantieverplichting. Rechtsbijstandverlener verzuimt haar
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2013:245 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2013:245 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-01-2013 Datum publicatie 26-05-2014 Zaaknummer 200.053.330-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieArtikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.
Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking
Nadere informatieECLI:NL:HR:2017:1273. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/00900
ECLI:NL:HR:2017:1273 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 07-07-2017 Datum publicatie 07-07-2017 Zaaknummer 17/00900 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:487
Nadere informatieECLI:NL:HR:2007:BA6231
ECLI:NL:HR:2007:BA6231 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 13-07-2007 Datum publicatie 13-07-2007 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie C05/331HR Conclusie: ECLI:NL:PHR:2007:BA6231
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2013:4308
ECLI:NL:GHDHA:2013:4308 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 12-11-2013 Datum publicatie 14-11-2013 Zaaknummer 200.092.575 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2011:BP6133
ECLI:NL:RBARN:2011:BP6133 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 16-02-2011 Datum publicatie 01-03-2011 Zaaknummer 186739 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg
Nadere informatieECLI:NL:HR:2010:BO2558
ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558
Nadere informatieECLI:NL:HR:2010:BM1206
ECLI:NL:HR:2010:BM1206 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 24-09-2010 Datum publicatie 24-09-2010 Zaaknummer 08/03539 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BM1206
Nadere informatieECLI:NL:HR:2001:AD4914
1 of 5 12-10-2014 15:35 ECLI:NL:HR:2001:AD4914 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 14-12-2001 Datum publicatie 14-12-2001 Zaaknummer C00/042HR Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2001:AD4914 Rechtsgebieden
Nadere informatieIn cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2015:2722, (Gedeeltelijke) vernietiging met verwijzen Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:1325, Contrair
ECLI:NL:HR:2017:552 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 31-03-2017 Datum publicatie 31-03-2017 Zaaknummer 16/00576 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie In cassatie op :
Nadere informatiehttp://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove...
Rechtspraak.nl Print uitspraak 1 of 5 071215 09:02 Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:RBOVE:2013:1448 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecl Instantie Rechtbank Overijssel
Nadere informatieECLI:NL:HR:2017:305. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:1236, Gevolgd
ECLI:NL:HR:2017:305 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 24-02-2017 Datum publicatie 24-02-2017 Zaaknummer 16/00581 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:1236,
Nadere informatieHoge Raad der Nederlanden
6 maart 1998 Eerste Kamer Nr. 16.561 (C97/040 HR) AS Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: Karl Heinz HILLE, wonende te Haarlem, EISER tot cassatie, advocaat : mr E. Grabandt, t e g e n 1. de
Nadere informatieVindplaatsen Rechtspraak.nl. Uitspraak
ECLI:NL:HR:2017:5 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 06-01-2017 Datum publicatie 06-01-2017 Zaaknummer 15/03526 Formele relaties In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2015:2209, (Gedeeltelijke) vernietiging
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2007:BB1598
ECLI:NL:RBARN:2007:BB1598 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 27-06-2007 Datum publicatie 13-08-2007 Zaaknummer 153406 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:CRVB:2010:BO7264
ECLI:NL:CRVB:2010:BO7264 Instantie Datum uitspraak 10-12-2010 Datum publicatie 14-12-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 10-3338 WSF Bestuursrecht
Nadere informatieUitspraak van de Commissie van Beroep d.d. 22 november 2010
Uitspraak GCHB 397-H90020 Zorgplicht hypotheekadviseur i.v.m. termijn financieringsvoorbehoud. 'eigen schuld' cliënt. Bekijk de uitspraak in eerste aanleg Uitspraak van de Commissie van Beroep d.d. 22
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2013:3247 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2013:3247 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 08-10-2013 Datum publicatie 06-01-2014 Zaaknummer 200.035.875-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieHoge Raad der Nederlanden
19 september 2014 Eerste Kamer 12/05512 TT/AS in naam des I~c~~~~~~ Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: Erno RUBIK, wonende te Boedapest, Hongarije, EISER tot cassatie, verweerder in het incidenteel
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2015:9831
ECLI:NL:GHARL:2015:9831 Instantie Datum uitspraak 22-12-2015 Datum publicatie 31-12-2015 Zaaknummer 200.173.880 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel
Nadere informatieRechtspraak.nl - Print uitspraak
ECLI:NL:HR:2014:1405 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 13-06-2014 Datum publicatie 13-06-2014 Zaaknummer 13/05858 Formele relaties Rechtsgebieden Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:289 Civiel recht Bijzondere
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2014:218 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2014:218 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-01-2014 Datum publicatie 02-04-2014 Zaaknummer 200.091.734-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieJIN 2014/107, Hoge Raad, , ECLI:NL:HR:2014:829, 13/01441, (annotatie)
JIN 2014/107 JIN 2014/107, Hoge Raad, 04-04-2014, ECLI:NL:HR:2014:829, 13/01441, (annotatie) INHOUDSINDICATIE Bestuurdersaansprakelijkheid, Voldoende ernstig persoonlijk verwijt, Overdracht activa GA DIRECT
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2016:199
ECLI:NL:RBAMS:2016:199 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 20-01-2016 Datum publicatie 02-02-2016 Zaaknummer C/13/572226 / HA ZA 14-903 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Intellectueel-eigendomsrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2013:4437 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHARL:2013:4437 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 25-06-2013 Datum publicatie 23-07-2013 Zaaknummer 200.115.689 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep
Nadere informatieECLI:NL:HR:2006:AW3559
ECLI:NL:HR:2006:AW3559 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 03-10-2006 Datum publicatie 02-07-2008 Zaaknummer 01447/05 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2006:AW3559
Nadere informatieWetsverwijzingen Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering 407, geldigheid:
ECLI:NL:PHR:2000:AA7202 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 22-09-2000 Datum publicatie 14-08-2001 Zaaknummer C98/380HR Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2000:AA7202 Rechtsgebieden
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2009:BG2238 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie
ECLI:NL:PHR:2009:BG2238 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 30-01-2009 Datum publicatie 30-01-2009 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie C07/181HR
Nadere informatieRechtspraak.nl - Zoeken in uitspraken
Page 1 of 5 LJN: BD7584, Hoge Raad, 07/12596 Datum uitspraak: 07-11-2008 Datum publicatie: 07-11-2008 Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Internationaal privaatrecht.
Nadere informatieECLI:NL:GHARN:2011:BT6748
ECLI:NL:GHARN:2011:BT6748 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 20-09-2011 Datum publicatie 05-10-2011 Zaaknummer 200.038.641 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01
ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-01-2017 Datum publicatie 23-03-2017 Zaaknummer 200.189.286/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieJURISPRUDENTIE BURGERLIJK PROCESRECHT
JURISPRUDENTIE BURGERLIJK PROCESRECHT SPREKER MR. DRS. P.J.J. VONK, SENIOR RAADSHEER HOF DEN HAAG, RECHTER-PLAATSVERVANGER RECHTBANK NOORD-HOLLAND 3 JULI 2015 12:00 13:00 UUR WWW.AVDRWEBINARS.NL Inhoudsopgave
Nadere informatieLJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:
LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, 225359 Datum uitspraak: 15-02-2012 Datum publicatie: Rechtsgebied: 17-02-2012 Handelszaak Soort procedure: Kort geding Inhoudsindicatie: In deze zaak
Nadere informatiehttp://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:gharl...
1 of 5 31-01-16 21:27 Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:GHARL:2013:5729 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecl Instantie Datum uitspraak 30-07-2013 Datum publicatie 01-08-2013
Nadere informatieHof van Cassatie van België
23 OKTOBER 2003 C.01.0365.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.01.0365.N M.T. eiser, vertegenwoordigd door Mr. Adolf Houtekier, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 2800 Mechelen,
Nadere informatie