Gebruikershandleiding

Transcriptie

1 2013 Copyright Systemair AB Systemair AB kan niet aansprakelijk worden gesteld voor mogelijke fouten in catalogi, brochures en ander drukwerk. Systemair AB behoudt het recht voor producten zonder kennisgeving aan te passen. Dit geldt ook voor producten die reeds besteld zijn, mits dergelijke aanpassingen mogelijk zijn zonder gevolgen in de reeds overeengekomen specificaties. Alle rechten voorbehouden. Document vertaald uit het Engels NL A002

2 Inhoudsopgave 1 Waarschuwingen Productbeschrijving Linker- en rechtermodellen Configuratie Bedieningspaneel Symbolen op het display Temperatuurinstellingen Ventilatorsnelheid handmatig instellen Weekschema programmeren Handmatige en automatische zomerstand Onderhoud van de unit Waarschuwingen Open het inspectieluik aan de voorkant Filters vervangen Filtertijd resetten Warmtewisselaar controleren en schoonmaken Ventilatoren schoonmaken Aandrijfriem rotor vervangen Resetknop oververhittingsbeveiliging Onderhoud kanaalsysteem Roosters voor de afvoerlucht en openingen voor toevoerlucht schoonmaken Buitenluchtinlaat controleren Kap in het dak controleren (indien gemonteerd) Kanaalsysteem controleren en schoonmaken Oplossen van problemen Alarmlijst Typeplaatje...17

3 1 Waarschuwingen De volgende waarschuwingen komen in de verschillende hoofdstukken van dit document aan bod: Gevaar Controleer of de netvoeding naar de unit is losgehaald, voordat onderhouds- of elektrische werkzaamheden worden verricht! Alle elektrische aansluitingen en onderhoudswerkzaamheden moeten door een erkend installateur en in overeenstemming met de plaatselijke wet- en regelgeving worden verricht. Waarschuwing Het systeem moet continu draaien en alleen worden gestopt voor onderhoud/service. De installatie van de unit en het complete ventilatiesysteem moeten worden uitgevoerd door een erkend installateur en in overeenstemming met de plaatselijke wet- en regelgeving. Let bij de montage en het onderhoud op scherpe kanten. Draag beschermende handschoenen. Ook als de netvoeding naar de unit is ontkoppeld, bestaat nog steeds kans op letsel door draaiende onderdelen die nog niet geheel tot stilstand zijn gekomen. Let erop dat de filters gemonteerd zijn voordat de unit gestart wordt. Dit product mag alleen worden bediend door een persoon met voldoende kennis of opleiding op dit gebied of onder de supervisie van een dergelijk, gekwalificeerd persoon. Pas op Sluit geen droogtrommels aan op het ventilatiesysteem. Kanaalverbindingen/kanaaleinden dienen tijdens opslag en installatie te worden afgedekt. 2 Productbeschrijving De is een warmteterugwinningsunit met een ingebouwde roterende warmtewisselaar. De is geschikt voor woningen met maximaal 400 m 2 verwarmd woongebied. Het systeem voorziet woon- en verblijfsruimten van gefilterde buitenlucht en voert uit badkamer, keuken en natte ruimtes de lucht af. De is uitgerust met een 1670 W elektrische naverwarmingsbatterij. 2.1 Linker- en rechtermodellen Er zijn twee modellen, een rechter- (R) en een linkermodel (L). De modellen onderscheiden zich van elkaar door de plaatsing van de interne onderdelen en de toevoerluchtuitlaat die bij een (L) unit aan de linkerkant zit en bij een (R) unit aan de rechterkant. Let op: In dit document wordt een linkermodel (L) beschreven. De binnenkant van een rechtermodel (R) is gespiegeld Systemair AB

4 3 Configuratie 3.1 Bedieningspaneel Het bedieningspaneel wordt gebruikt om de noodzakelijke instellingen te doen Fig. 1 Bedieningspaneel Positie Beschrijving Verklaring 1 Display Geeft symbolen, menu's en instellingen weer 2 KEUZEschakelaar Blader door de menulijsten of wijzig instellingen en waarden door de knop naar links of rechts te draaien 3 Knop BEVESTIGEN Bevestig menukeuzes of instellingen met een druk op de knop 4 Knop TERUG Ga binnen het menu een stap terug of annuleer een geïnitieerde parameterwijziging en herstel de originele waarde met een druk op de knop Systemair AB

5 3.1.1 Symbolen op het display Symbool Beschrijving Verklaring Temp. Geeft de huidig ingestelde temperatuur aan. Het temperatuurinstelpunt wordt in 6 stappen ingesteld (van helemaal leeg tot een gevuld symbool). Draai de KEUZEschakelaar om de temperatuur te kiezen. Druk op BEVESTIGEN om de instelling op te slaan. VentilatorsnelheidGeeft de huidige ventilatorsnelheid aan. De ventilatorsnelheid kan handmatig in 4 stappen worden ingesteld: Uit, Laag, Nom en Hoog. Draai de KEUZEschakelaar om de ventilatorsnelheid te kiezen. Druk op BEVESTIGEN om de instelling op te slaan. Service A.Ventilatie uit. Zie de opmerking in hoofdstuk 3.3 B.Ventilatie laag: Kan worden gebruikt als het pand voor langere tijd wordt verlaten C.Ventilatie normaal: Voorziet onder normale omstandigheden in de benodigde luchtverversing. D.Ventilatie maximaal: Vergroot de luchthoeveelheid, indien nodig. Druk op BEVESTIGEN om het servicemenu te openen. Alarm Druk op BEVESTIGEN om de alarmlijst te openen Systemair AB

6 3.2 Temperatuurinstellingen De toevoerluchttemperatuur wordt handmatig in 6 stappen ingesteld in het display van het hoofdmenu door het temperatuursymbool te kiezen. Als een elektrische naverwarmer of naverwarmer voor water is geïnstalleerd, zijn de temperatuurinstelpunten: 12,0, 14,5, 17,0, 19,5 en 22,0 C. Standaardwaarde is 12,0 C. Als de naverwarmer is uitgeschakeld, zijn de temperatuurstappen: 15,0, 16,0, 17,0, 18,0 of 19,0 C. Standaardwaarde is 15,0 C. Iedere temperatuurstap wordt weergegeven doordat het temperatuursymbool verder gevuld raakt. Een leeg temperatuursymbool is het 6e instelpunt en activeert de handmatige zomerstand. Zie hoofdstuk Ventilatorsnelheid handmatig instellen Het is op ieder moment mogelijk de ventilatorsnelheid handmatig in het display van het hoofdmenu in te stellen. Door het ventilatorsymbool te kiezen en te bevestigen, is het mogelijk de ventilatorsnelheid te verhogen of verlagen in 4 stappen: Uit, Laag, Nom en Hoog. Hierdoor overschrijft u het geprogrammeerde weekschema voor de unit tot aan het einde van de huidige tijdsperiode in het weekprogramma. Let op: De ventilator kan worden UITgezet door Handm uit vent. in te schakelen. Zie de installatie- en servicehandleiding, hoofdstuk Overzicht servicemenu: Handm uit vent. Het activeren van Handm uit vent. (zet ventilator UIT) wordt afgeraden in standaard huishoudens. Als Handm uit vent. wordt geactiveerd, moet de unit bij voorkeur worden voorzien van afsluiters in de uitlaatluchtkanalen en kanalen voor frisse lucht om koude trek en condensatie te voorkomen als de unit stilstaat Systemair AB

7 3.4 Weekschema programmeren Programmeer hoe u de unit wilt laten draaien volgens het weekschema. Er kunnen 2 perioden per dag worden ingesteld. Stel het weekschema in volgens de procedure hieronder: 1. Ga met de KEUZEschakelaar naar het servicemenu. 2. Open het serviceniveau door het wachtwoord in te voeren, standaard Gebruik voor elk cijfer de KEUZEschakelaar en bevestig na elk cijfer met de knop BEVESTIGEN. Kies NEE om het systeem niet te vergrendelen. Wachtwoord Wachtwoord XXXX Vergrendeld JA/NEE 3. Ga naar: Weekprogramma Service Weekprogramma 4. Kies nogmaals Weekprogramma. Weekprogramma 5. Stel de weekdag en tijd in waarop u wilt, dat de unit AAN is. Er kunnen twee perioden per dag worden geprogrammeerd. De resterende tijd is de unit UIT. 6. Ga terug naar het vorige dialoogvenster met de knop TERUG en naar beneden naar Ventilatorsnelheid. 7. Stel de ventilatorsnelheid van de ventilator in bij AAN en kies uit Laag, Nom of Hoog. Stel de ventilatorsnelheid van de ventilator in bij UIT en kies uit Uit, Laag, Nom of Hoog. Weekprogramma Weekprogramma Dag: Maandag Per. 1: 07:00 16:00 Per. 2: 00:00 00:00 Weekprogramma Ventilatorsnelheid Ventilatorsnelheid Aan: Uit: laag/nom/hoog uit/laag/nom/hoog Let op: Als een elektrische naverwarmingsbatterij is geïnstalleerd en is ingeschakeld en de unit via het bedieningspaneel wordt uitgeschakeld, bijvoorbeeld door UIT te kiezen. Als de unit in het weekprogramma UIT is, stoppen de ventilatoren niet direct, maar draaien nog 3 minuten door om te voorkomen dat de verwarmer de oververhittingssensor activeert. 8. Ga met de knop TERUG terug naar het hoofdmenu Systemair AB

8 3.5 Handmatige en automatische zomerstand De handmatige zomerstand wordt geactiveerd als er geen temperatuurstap is gekozen. Het temperatuursymbool in het hoofdmenu blijft dan helemaal leeg. Temp Als de elektrische naverwarmer is geactiveerd, schakelt deze in de handmatige zomerstand uit. De handmatige zomerstand gaat bij een toevoerluchttemperatuur van +5 C of lager automatisch naar stap 1 (instelpunt 12 C). Als een warmwaterbatterij is geïnstalleerd en geactiveerd, gaat de handmatige zomerstand bij een toevoerluchttemperatuur van +5 C of lager automatisch naar stap 1 (instelpunt 12 C). De unit wisselt automatisch tussen winterbedrijf met warmteterugwinning en zomerbedrijf zonder warmteterugwinning Systemair AB

9 4 Onderhoud van de unit Onderhoud van de moet normaal gesproken 3-4 keer per jaar worden uitgevoerd. 4.1 Waarschuwingen Gevaar Controleer of de netvoeding naar de unit is ontkoppeld, voordat onderhouds- of elektrische werkzaamheden worden verricht! Al het elektrische onderhoudswerk moet door een bevoegde installateur en volgens de lokale wet- en regelgeving worden verricht. Waarschuwing Het systeem moet continu draaien en alleen worden gestopt voor onderhoud/service. Let bij het onderhoud op scherpe kanten. Draag beschermende handschoenen. Let erop dat de filters gemonteerd zijn voordat de unit gestart wordt. 4.2 Open het inspectieluik aan de voorkant Gevaar Controleer of de netvoeding naar de unit is ontkoppeld, voordat onderhouds- of elektrische werkzaamheden worden verricht! 1. Open de vergrendelingen boven- en onderop het luik aan de voorkant. 2. Open het luik. 4.3 Filters vervangen Gevaar Controleer of de netvoeding naar de unit is ontkoppeld, voordat onderhouds- of elektrische werkzaamheden worden verricht! De filters moeten om de 6/9/12/15 maanden worden vervangen. Standaard is 12 maanden. Als de filters zijn vervangen, moet de filtertimer worden gereset. Zie hoofdstuk 4.4. De af fabriek geïnstalleerde filters hebben filterkwaliteit F7 voor het toevoerluchtfilter en G3 voor het afvoerluchtfilter. Verontreinigde filters moeten worden vervangen. Nieuwe filtersets zijn bij uw installateur en Systemair verkrijgbaar. Filterkwaliteit G3 kan worden gebruikt voor de toevoerluchtfiltering. Het filtertype is met een label bovenop het filter aangegeven Systemair AB

10 Pas op Als het type filter is gewijzigd, moet het warmteterugwinningssysteem mogelijk opnieuw worden geconfigureerd om optimaal te werken. Als filters van het type G3 worden gebruikt in plaats van F7 moet de systeemcurve voor de toevoerventilator (SF) worden aangepast: Voor G3 -filter: 11-20, voor F7 -filter: Zie de installatie- en servicehandleiding. Fig. 2 Afvoer- en toevoerluchtfilters 1. Stop de unit door de netvoeding te ontkoppelen. 2. Open het luik aan de voorkant. Zie hoofdstuk Trek de filters naar u toe naar buiten. Hierbij is wat kracht nodig. 4. Plaats de nieuwe filters. Controleer of het juiste type filter is geplaatst. 5. Plaats het luik aan de voorkant terug, zet het weer vast en sluit de unit aan op de netvoeding. 6. Reset de filtertijd. Zie hoofdstuk Systemair AB

11 4.4 Filtertijd resetten 1. Ga met de keuzeschakelaar naar het servicemenu. 2. Open het serviceniveau door het betreffende wachtwoord in te voeren. Gebruik voor elk cijfer de KEUZEschakelaar en bevestig na elk cijfer met de knop BEVESTIGEN. Kies "NEE" om het systeem niet te vergrendelen. 3. Ga naar: Filterperiode, druk op BEVESTIGEN. Kies: Reset: JA met de KEUZEschakelaar en daarna op BEVESTIGEN. Wijzig, indien nodig, de Vervangingstijd X maanden in de gewenste tijd met de KEUZEschakelaar en druk daarna op BEVESTIGEN. Druk op de knop TERUG tot u bij het hoofdmenu komt. Service >Wachtwoord Vergrendeld JA/NEE Filterperiode Vervangingstijd: Reset NEE/JA 6/9/12/15 maanden Systemair AB

12 4.5 Warmtewisselaar controleren en schoonmaken Gevaar Controleer of de netvoeding naar de unit is ontkoppeld, voordat onderhouds- of elektrische werkzaamheden worden verricht! Fig. 3 Warmtewisselaar Waarschuwing Kans op letsel! De warmtewisselaar weegt ca. 16 kg. Het risico bestaat dat de warmtewisselaar uit de unit valt. Zorg ervoor dat er geen kleine kinderen onder de unit staan als de warmtewisselaar wordt verwijderd! Zelfs als het vereiste onderhoud wordt uitgevoerd, zal zich stof ophopen in het wisselaarblok. Het is dan ook voor het handhaven van een hoge efficiëntie van essentieel belang, dat het wisselaarblok uit de unit wordt verwijderd en regelmatig wordt schoongemaakt zoals hieronder beschreven. Maak de warmtewisselaar minimaal om de 3 jaar schoon of wanneer nodig. 1. Stop de unit door de netvoeding te ontkoppelen. 2. Open het luik aan de voorkant. Zie hoofdstuk Ontkoppel de netvoeding van de warmtewisselaar en de rotorsensor. Beide kabels zitten naast de warmtewisselaar. 4. Waarschuwing Kans op letsel! De warmtewisselaar weegt ca. 16 kg. Het risico bestaat dat de warmtewisselaar uit de unit valt. Trek de warmtewisselaar naar buiten. Hierbij is wat kracht nodig. 5. Maak de rotor schoon. Was in heet water met zeep. Gebruik geen ammoniakhoudende schoonmaakmiddelen. Spoel na met bijv. een douchekop of blaas voorzichtig schoon met perslucht. Waarschuwing Let erop dat de rotormotor niet wordt blootgesteld aan vocht Systemair AB

13 6. Monteer de warmtewisselaar weer. Vergeet niet de netvoeding van de warmtewisselaar en de sensorkabels weer aan te sluiten. 7. Plaats het luik aan de voorkant terug, zet het weer vast en sluit de unit aan op de netvoeding. 4.6 Ventilatoren schoonmaken Gevaar Controleer of de netvoeding naar de unit is ontkoppeld, voordat onderhouds- of elektrische werkzaamheden worden verricht! De afvoerluchtventilator is toegankelijk door het luik aan de voorkant te openen. De toevoerluchtventilator is toegankelijk door het luik aan de zijkant te openen. De motorlagers zijn voor de gehele levensduur gesmeerd en onderhoudsvrij. Ook als al het vereiste onderhoud wordt verricht, zoals het vervangen van filters, kunnen stof en vet zich langzaam ophopen in de ventilatoren. Dit verslechtert de efficiëntie. De ventilatoren kunnen als hieronder beschreven worden schoongemaakt. 1. Stop de unit door de netvoeding te ontkoppelen. 2. Open het luik aan de voorkant. Zie hoofdstuk Draai de schroeven los waarmee het zijluik vastzit en open het luik. 4. Ontkoppel de voedingskabels van de ventilator. De kabels zitten naast de ventilatoren. 5. Draai de schroeven los van de beugels waarmee de ventilatoren (1) vastzitten. 6. Verwijder de beugels. 7. Trek de ventilatoren naar u toe. 8. Maak de ventilatoren schoon met een doek of een zachte borstel. Gebruik geen water. Gebruik kunstterpentijn (white spirit) voor het verwijderen van hardnekkige afzettingen. Laat de ventilatoren goed drogen voordat ze weer worden gemonteerd. 9. Monteer de ventilatoren. 10.Monteer de beugels terug en draai weer vast. 11.Vergeet niet de voedingskabels van de ventilatoren weer aan te sluiten. 12.Plaats de luiken aan de voor- en zijkant terug, zet ze weer vast en sluit de unit aan op de netvoeding Systemair AB

14 4.7 Aandrijfriem rotor vervangen Gevaar Controleer of de netvoeding naar de unit is ontkoppeld, voordat onderhouds- of elektrische werkzaamheden worden verricht! Zie hoofdstuk 6.1 als de alarmmelding Rotor wordt getoond. De rotoraandrijfriem kan zijn beschadigd of gebroken. Fig. 4 Rotoraandrijfriem De rotoraandrijfriem (1) is bij uw installateur en Systemair verkrijgbaar. De vervangende aandrijfriem is verstelbaar en wordt geleverd met een nippel aan één kant. 1. Stop de unit door de netvoeding te ontkoppelen. 2. Open het luik aan de voorkant. Zie hoofdstuk Verwijder de kapotte aandrijfriem. 4. Bevestig de aandrijfriem met tape op de roterende warmtewisselaar en draai de aandrijfriem met de hand op de wisselaar. 5. Verwijder de tape en trek de lege kant op de nippel. 6. Druk de einden stevig op elkaar en zet de nippel vast. 7. Trek de aandrijfriem op de riempoelie en draai de wisselaar met de hand. Controleer of de riempoelie draait. Let op: Als de aandrijfriem slipt, kan de riem te lang zijn en moet deze worden ingekort. Knip de aandrijfriem 5 mm af en ga naar stap Plaats het luik aan de voorkant terug, zet het weer vast en sluit de unit aan op de netvoeding. 9. Controleer of de alarmmelding is verdwenen uit het bedieningsdisplay. Let op: Neem contact op met uw installateur als het alarm blijft bestaan Systemair AB

15 4.8 Resetknop oververhittingsbeveiliging Als de toevoerluchttemperatuur laag is, kan dit erop duiden dat de oververhittingsbeveiliging is geactiveerd. De oververhittingsbeveiliging kan worden gereset door de resetknop (1) in te drukken. Fig. 5 Resetknop oververhittingsbeveiliging 1. Stop de unit door de netvoeding te ontkoppelen. 2. Open het luik aan de voorkant. Zie hoofdstuk Draai de schroeven los waarmee het zijluik vastzit en open het luik. 4. Druk op de resetknop (1). 5. Plaats de luiken aan de voor- en zijkant terug, zet ze weer vast en sluit de unit aan op de netvoeding. 5 Onderhoud kanaalsysteem 5.1 Roosters voor de afvoerlucht en openingen voor toevoerlucht schoonmaken Het systeem levert frisse lucht aan het pand en onttrekt de gebruikte binnenlucht weer via het kanaalsysteem en de openingen/roosters. Openingen en roosters zijn in plafonds/wanden gemonteerd in slaapkamers, woonkamer, natte ruimtes, wc enz. Verwijder openingen en roosters en maak deze schoon in heet zeepwater, indien nodig (vervang openingen/roosters niet). Het schoonmaken van openingen/roosters kan naar behoefte plaatsvinden. Fig. 6 Openingen en roosters Systemair AB

16 5.2 Buitenluchtinlaat controleren Blad en verontreinigingen kunnen het luchtinlaatrooster verstoppen en de capaciteit verminderen. Controleer het luchtinlaatrooster en maak deze indien nodig schoon. Het wordt aanbevolen dit minimaal twee keer per jaar te doen. Fig. 7 Inlaatrooster 5.3 Kap in het dak controleren (indien gemonteerd) De kap in het dak (indien gemonteerd) die is aangesloten op het retourluchtkanaal moet minimaal twee keer per jaar worden gecontroleerd en indien nodig worden schoongemaakt. 5.4 Kanaalsysteem controleren en schoonmaken Afzettingen van stof en vet kunnen in het kanaalsysteem ophopen, zelfs als het vereiste onderhoud, zoals het vervangen van filters, correct is uitgevoerd. Hierdoor vermindert de efficiëntie van de installatie. De kanaalopeningen moeten om die reden indien nodig worden schoongemaakt/vervangen. Stalen kanalen kunnen worden schoongemaakt door een in heet zeepwater gedompelde borstel door het kanaal te trekken via openingen/roosters of speciale inspectieluiken in het kanaalsysteem (indien aanwezig). Het wordt aanbevolen dit om de vijf jaar uit te laten voeren door een erkend bedrijf dat gespecialiseerd is op dit gebied. Fig. 8 Kanaalsysteem schoonmaken 6 Oplossen van problemen Een alarm wordt aangeduid met een waarschuwingsdriehoek met tekst in het display. Draai de menuschakelaar naar de waarschuwingsdriehoek en druk twee keer op Bevestigen om het alarm te bekijken Systemair AB

17 Gevaar Controleer of de netvoeding naar de unit is ontkoppeld, voordat onderhouds- of elektrische werkzaamheden aan de unit worden verricht! Systemair AB

18 6.1 Alarmlijst Alarm Verklaring Ga als volgt te werk Ventilator Em T/Vorst Duidt op een fout in de toevoerof afvoerluchtventilator. Duidt op een geactiveerde vorstbeveiliging (als een verwarmingsbatterij voor water is geïnstalleerd) of een geactiveerde oververhittingsbeveiliging (als een elektrische naverwarmingsbatterij is geïnstalleerd). Het alarm wordt in het bedieningspaneel getoond. Controleer of de snelkoppelingen voor beide ventilatoren zijn aangesloten. Neem contact op met uw installateur of de plaats van aankoop. Een geactiveerd vorstbeveiligingsalarm resulteert erin dat: Beide ventilatoren stoppen. Buitenlucht- en afvoerluchtafsluiters sluiten. Waterklep opent volledig (10 V signaal naar de motor). De unit zal herstarten zodra de watertemperatuur +5 C boven de ingestelde vorstbeveiligingstemperatuur uitkomt. Een geactiveerde oververhittingsbeveiliging toont een alarm in het bedieningspaneel. Reset door de resetknop in te drukken. Zie hoofdstuk 4.8. Neem contact op met uw installateur of plaats van aankoop als het probleem zich blijft voordoen. Rotor Duidt op een defect in de rotor. Het alarm wordt in het bedieningspaneel getoond. Alarm PB mislukt Temp. Filter Fout in verband met relaiskaart voor elektrische naverwarmer (indien geïnstalleerd en geactiveerd). De oververhittingsbeveiligingssensor, automatische reset (ET2) kan zijn geactiveerd door een hoge temperatuur. Defect in een of meerdere temperatuursensoren. Tijd tot aan het wisselen van het filter. Als de roterende warmtewisselaar is gestopt. Controleer de rotorriem. Zie hoofdstuk 4.7 Controleer terwijl de warmtewisselaar nog draait of de snelaansluiting van de sensor is aangesloten en of er een luchtspleet van 5-10 mm tussen de sensor en de magneet zit. Stel de spleet af, indien nodig. Als het alarm blijft bestaan, is de rotorsensor mogelijk defect. Neem contact op met uw installateur of de plaats van aankoop. Het alarm wordt in het bedieningspaneel getoond. De verwarmer schakelt niet in. Wacht min. als ET2 is geactiveerd. Neem contact op met uw installateur of plaats van aankoop als het probleem zich blijft voordoen. Het alarm wordt in het bedieningspaneel getoond. Neem contact op met uw installateur of de plaats van aankoop. Het alarm wordt in het bedieningspaneel getoond. Wissel het filter volgens de instructies in de gebruikershandleiding Systemair AB

19 6.2 Typeplaatje Noteer de specificatie en het productnummer vermeld op het typelabel op de zijkant van de unit, naast de externe aansluitingen, voordat u contact opneemt met uw servicevertegenwoordiger. 1 SAVE VTR /240V~ 5A 50/60 Hz M 2x88W 1670 W M 1846W IP24 Serial.no: / / Fig. 9 Typeplaatje Positie Beschrijving 1 Productcode (productspecificatie) 2 Productnummer 3 Productiebestelnummer 4 Volgnummer 5 Productiedatum (JJ.MM.DD) Systemair AB

20 lastpage Systemair AB behoudt zich het recht voor om zonder voorafgaande kennisgeving de inhoud van deze handleiding te wijzigen en te verbeteren. SE Skinnskatteberg, Sweden Phone Fax