HANDLEIDING LEER BRIDGE MET BERRY WESTRA 2

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HANDLEIDING LEER BRIDGE MET BERRY WESTRA 2"

Transcriptie

1 HADLEIDIG LEER BRIDGE MET BERRY WESTRA 2 Een woord vooraf pag. 3 Les 1 Het afspel pag. 5 Les 2 Het eerste bijbod pag. 13 Les 3 De herbieding pag. 19 Les 4 Het tweede bijbod pag. 27 Les 5 Uitkomen en signaleren pag. 33 Les 6 Het spelen van troefcontracten pag. 41 Les 7 Bieden na een opening pag. 47 Les 8 De preëmptieve opening pag. 53 Les 9 Volgbod en informatiedoublet pag. 59 Les 10 Reageren op tussenbieden pag. 67 Les 11 Afspeltechniek pag. 75 Les 12 Slembieden pag. 81 Biedwedstrijd pag. 87 1

2 2

3 EE WOORD VOORAF De opzet van de vervolgcursus is identiek aan die van de beginnerscursus. De 12 hoofdstukken kunnen in 12 lessen worden behandeld. In Leer bridge met Berry ra deel 2 heb ik getracht de leerling enig houvast te geven in de complexe wereld van de biedtheorie. Vandaar bijvoorbeeld mijn keuze om het bieden na één in een kleur in drie opvolgende hoofdstukken te behandelen. Het staat de docent natuurlijk vrij om in zijn cursus een andere volgorde aan te houden, waarbij de onderwerpen meer worden afgewisseld. Ook bij dit deel is het niet nodig om in de les alle stof uit het boek diepgaand te behandelen. Leer bridge met Berry ra is geschreven voor de leerlingen, met de bedoeling ze zoveel mogelijk inzicht te geven in de materie. Het kan gebeuren dat de hoeveelheid stof uit een hoofdstuk te veel is voor een specifieke groep. Als de docent dat merkt, dient hij de theorie af te sluiten en met spelen te beginnen. Ook in deze cursus staat het plezier voorop! Indeling van de les Er kan dezelfde lesindeling worden aangehouden als bij de beginnerscursus: 1/4 uur: vragenkwartier 1/4 uur: theorie 3/4 uur: spelen 1/4 uur: theorie 3/4 uur: spelen 1/4 uur: nabespreking spellen De spellen Per les staan 12 oefenspellen afgedrukt. De spellen zijn vrij nadrukkelijk geënt op het behandelde onderwerp. 9 tot en met 12 zijn reservespellen. Per les heb ik wederom vier spellen geselecteerd die m.i. het meest geschikt zijn voor een nabespreking. 3

4 4

5 LES 1: HET AFSPEL Het is wenselijk dat er niet meer dan enkele weken tussen het eind van de beginnerscursus en het begin van de vervolgcursus zitten. De leerlingen zullen de draad dan vrij gemakkelijk oppikken. Als er een langere pauze geweest is, kan de docent het beste beginnen met een algemene herhalingsles, waarin met name het bieden wordt opgefrist. Het is nuttig om de leerlingen de biedwedstijd op pagina 87 van deze handleiding te laten maken en vervolgens te bespreken. Voor de te spelen spellen kan een selectie gemaakt worden uit het lesmateriaal van de eerste cursus. Theorie I Is er weinig tijd tussen beide cursussen verlopen, dan kan direct hoofdstuk 1 van Leer bridge met Berry ra deel 2 worden aangepakt. Het eerste gedeelte van dat hoofdstuk is feitelijk herhaling. De leraar begint met het bespreken van de drie typen werkkleuren. Vervolgens moeten de leerlingen leren inschatten hoeveel slagen ze met bepaalde werkkleuren kunnen ontwikkelen. In dat kader kan een quiz gedaan worden met de volgende voorbeelden: H A V 9 2 B (2) A 8 2 (0) B 10 8 (2 of 3) H B 6 5 V B 2 (1) A H 4 3 (0 of 1) A 8 2 (0, 1 of 2) Veel leerlingen zullen de azen en heren meetellen bij het aantal te ontwikkelen slagen. Dat biedt de docent de gelegenheid om het begrip vaste slagen nog eens voor het voetlicht te halen. Bij 3., 5. en 6. is de vraag hoeveel slagen je kunt ontwikkelen afhankelijk van het zitsel. 3. is zeer geschikt voor een uitgebreide behandeling. Je maakt in totaal vier ruitenslagen als H goed zit, en drie slagen als hij fout zit. A is echter een vaste slag. Je ontwikkelt dus drie respectievelijk twee slagen. 5

6 Je realiseren hoeveel slagen je in een kleur kunt ontwikkelen is heel belangrijk. De leraar kan dit laten zien aan de hand van het voorbeeldspel op pagina 9. Een moeilijker voorbeeld: COTRACT UITKOMST B B 10 7 H B 3 2 A H 2 V A 6 H A V 7 In schoppen kun je twee slagen ontwikkelen, in ruiten één en in harten nul of één. Tellen hoeveel slagen je in een kleur kunt ontwikkelen is moeilijke materie. De docent kan zijn leerlingen een hart onder de riem steken door te vertellen dat ze een heel eind op weg zijn als ze dit onder de knie hebben. Veel bridgers gaan altijd blind hun langste kleur ontwikkelen! Tot slot kan het kader op pagina 10 nog even bekeken worden. Afgooien is heel moeilijk voor beginners. Geef ze daarom het volgende advies mee: Gooi geen kaarten af in je werkkleur. Spelen I De spellen 1 t/m 4 worden gespeeld. De leraar stuurt zonodig de biedverlopen bij om het juiste contract te bereiken. Het is nuttig om enkele leiders hardop een speelplan te laten maken. Het vier stappen plan uit de eerste cursus zal wel in herinnering gebracht moeten worden. Theorie II In de tweede helft van de les komt wat nieuwe theorie aan bod. De docent legt uit wat we onder communicatie verstaan en laat aan de hand van het voorbeeld op pagina 11 zien hoe belangrijk een goede communicatie is. Een tweede voorbeeld: 6

7 COTRACT UITKOMST V A H V A V B 7 4 A 4 3 Hier kun je dankzij de communicatie in harten de ruitensnit nemen. Hierna wordt uitgelegd wat we onder een entree verstaan. Het is een nuttige oefening om de leerlingen bij de volgende voorbeelden het aantal entrees in de noordhand te laten tellen: V 7 2 B 8 3 B B A H B B H V B A H 3 A 9 2 A H V H B 4 3 A H V 7 6 H 3 2 A V B 8 7 B 7 A V 3 V 8 4 A H B A H H V 3 A H V B (V) 3 (A + B10) 2 (HB) 1 of 2 (9 + H?) Aan de hand van de hartenkleur in het derde voorbeeld kan de leraar laten zien dat je soms door een bepaalde aanpak van een kleur een extra entree kunt creëren. Het voorbeeld bovenaan pagina 12 kan daarbij aangehaald worden. Tot slot wordt nog gekeken naar kleuren die blokkeren. Dat is een vervelend verschijnsel, waar soms niets aan te doen valt (zie de voorbeelden bovenaan pagina 13). Storend wordt het als je de blokkades over jezelf afroept. De leraar laat aan de hand van enkele voorbeelden zien hoe dat kan gebeuren: 7

8 A H 3 A H V 6 H V V 2 B 3 2 B 2 Hierna volgt de regel om onnodige blokkades te voorkomen: Honneurs uit de korte kant eerst. Spelen II De spellen 5 t/m 8 worden gespeeld. Ook hier moet de leraar in de gaten houden dat op zijn minst de juiste speelsoort wordt bereikt. Bij het spelen kan beter niet worden ingegrepen. Als op spel 7. AB10 niet worden gemaakt, is dat wel zo leerzaam. HUISWERK Hoofdstuk 1 bestuderen + oefeningen maken Hoofdstuk 2 doorlezen 8

9 OEFESPELLE 1. B V B 9 V B 5 A V A H H A V A 7 6 H B 9 H H V 4 3 H A H 6 2 A B V B V 9 3 V 10 5 B 10 7 A 8 6 A H B oord uid Uitkomst: 2. Ruiten snijden + ontwikkelen. 10 slagen. 1 oord 1 uid Uitkomst: V. Schoppen ontwikkelen. 9 slagen H V B H H A H B A 3 V B A V 2 V A B H 8 2 H V 7 A H V 3 V A 10 3 B B V 3 B A 6 B 9 2 H A oord uid 2SA oord uid Uitkomst: H. Ruiten ontwikkelen en goed afgooien op de hartens. 8 slagen. Uitkomst: 3. Harten ontwikkelen! 9 slagen. 9

10 5. A A B B H B V B A V H A H V H V V B A V 10 A B H V 6 A V B 2 H 6 B H A 9 H 7 5 2SA oord uid oord uid Uitkomst: V. In oost nemen en klaveren deblokkeren. 9 slagen. Uitkomst: V. 2x oversteken in schoppen om te snijden in harten. 7 slagen. 7. B A H 3 A H 9 3 H V A V 4 V B H 10 5 B 9 V A B V H 8 2 V 10 B 7 A 6 5 A V B 7 A A H V B H B H SA oord uid oord 2 uid 2 Uitkomst: 5. Tweede klaveren overnemen om de kleur te kunnen incasseren. 9 slagen. Uitkomst: 5. Schoppenkleur juist incasseren, 10 voorspelen. 10 slagen. 10

11 9. V 10 3 V 9 5 A 10 4 V B 10 4 H 8 2 A V 8 A H B H 8 3 A B 9 5 H B H V B H B B A B H V 10 3 A A A V 9 2 H V 8 7 oord 1 uid 2 4 oord 2 uid Uitkomst: V. In dummy nemen en V voorspelen. 7 slagen. Uitkomst: H. Troefkleur goed behandelen. 10 slagen. 11. H 8 5 V A V 10 3 A H 4 A 6 H B B V 10 A 9 4 B H V B V 7 5 A V B 7 A 10 A H B 7 B H A 6 3 H V H B V oord uid 2SA oord uid Uitkomst: H. Klaveren goed behandelen en geen klaveren afgooien op de ruitens. 7 slagen. Uitkomst: B. Twee entrees in klaveren om twee keer te snijden in harten. 9 slagen. VOORKEURSPELLE ABESPREKIG: 1, 3, 5 en 6. 11

12 12

13 LES 2: HET EERSTE BIJBOD Vragenkwartier De vorige les zal waarschijnlijk weinig vragen opleveren. Dat biedt de docent mooi de gelegenheid om de twee oefeningen klassikaal te behandelen. Theorie I In deze les wordt een begin gemaakt met een complete behandeling van het bieden na één in een kleur. De leraar kan nog even in herinnering brengen dat een kleuropening op zeer diverse handen gedaan kan worden en dat het bieden hierna in dialoogvorm verloopt. Vervolgens wordt gekeken naar het eerste bijbod. De volgende regels zijn al bekend: onder fit 0-5 punten 6+ punten langste kleur op éénniveau 10+ punten langste kleur, indien nodig op tweeniveau 6-9 punten, als je geen kleur op éénniveau kunt bieden Met fit 6-9 punten enkelvoudige steun (1-2) punten steun met sprong (1-3) 12+ punten manchebod (1-4) In deze les leggen we het accent op het bieden zonder fit. De theorie van pagina 17 t/m 19 moet aanschouwelijk worden gemaakt. Wat voorbeelden die gegeven kunnen worden: V A B H V 8 7 A 6 H V B A H A 6 H V B H V A 6 H V A B A V B

14 Het verschil tussen 4. en 5. is belangrijk. De theorie dat je met punten ook de vierkaart op éénniveau laat prevaleren boven een langere kleur op tweeniveau, wordt niet aangesneden. Dat is theorie die betrekking heeft op de reverse van de antwoordende hand en daar zijn de leerlingen nog lang niet aan toe. Met voorbeeld 6. komen we aan een belangrijk stukje theorie: het antwoord als vuilnisbakkenbod. De leraar vermeldt dat dit één van de zeldzame keren is dat een SA-bod geen SA-verdeling garandeert. og twee voorbeelden: H H V B 7 A B 10 2 Aan 8. is te zien dat een SA-verdeling wél ook mogelijk is. Samengevat zijn dit de aanvullende regels: - Van twee vierkaarten de goedkoopste - Van twee vijfkaarten de hoogste - Met 6-9 punten bied je een vierkaart op éénniveau in plaats van een langere kleur op tweeniveau - Met 6-9 punten zonder vierkaart op éénniveau bied je Spelen I De spellen 1 t/m 4 worden gespeeld. Opening en antwoord mogen zo langzamerhand weinig problemen meer opleveren. Als er vragen worden gesteld over de herbieding, brengt de leraar de magische grens van 25 punten in herinnering; naar de manche als die er zijn! Theorie II In de tweede helft van de les wordt de theorie van de limietbiedingen opgehaald. De docent stipt aan dat je met een fit in een lage kleur niet direct steunt als je een hoge vier- of vijfkaart te melden hebt: H V 6 H V H V V 6 H

15 Daarna komt een nieuw stukje theorie aan bod: het sprongantwoord. De docent illustreert eerst duidelijk wat we onder een sprongantwoord verstaan: > is een sprongantwoord omdat je ook 1 had kunnen antwoorden. 2 is daarentegen geen sprongantwoord. 3 weer wel. Dan vertelt de leraar wat zo n sprongantwoord belooft: een goede lange kleur (6+kaart) en openingskracht (13+ punten). 1-2 A H V H 8 2 H A 3 A V 7 H V B Dit zijn geschikte handen voor een sprongantwoord. De leraar merkt op dat na zo n sprongantwoord niet mag worden get voordat de manche bereikt is. Dat is logisch, want er zijn zeker meer dan 25 punten voorradig. Tot slot kan een kleine test worden afgenomen: ?? 1. A 7 6 A 7 6 H V B 2 H V B ?? 1 -?? A 4 6 H A H A 7 6 H V B A B 7 4. H H V B 2 1 -?? 1 -?? H V B A H 6 5 A H V ?? H V B 8 7 A H V Alleen 3. en 6. zijn geschikt voor een sprongantwoord in een nieuwe kleur. Spelen II De spellen 5 t/m 8 worden gespeeld. HUISWERK Hoofdstuk 2 bestuderen + oefeningen maken Hoofdstuk 3 doorlezen 15

16 OEFESPELLE 1. 5 A H 9 2 V V V 4 3 A B 9 2 A 6 B H V B 7 2 A H 4 B H B 9 2 A B V V A V H B 3 B 8 7 H H 8 2 A 7 4 A H V 7 oord 1 2 uid 1 oord 1 uid Uitkomst: A. Troeftrekken. 9 slagen. Uitkomst: 5. Snijden in klaveren. 9 slagen. 3. B H H H B V B A H V 10 4 A 9 2 A V V B A H V H A V B 4 A H 7 A B B V A V B H 5 3 oord uid oord 2 uid Uitkomst: V. Ruiten goed behandelen en dan de schoppen incasseren. 9 slagen (als west goed afgooit). Uitkomst: 10/10. Troeftrekken. 10 slagen. 16

17 5. 8 A H V A 7 6 B 2 A H B 6 2 H V B V 5 V B 3 A H V B V B 9 2 A 4 3 A V H H V B 2 H 6 A B 3 2 A H oord 1 4 uid 2 3 oord 1 uid Uitkomst: A. Troeftrekken en de klaververliezer wegpoetsen op de ruitens. 11 slagen. Uitkomst: H. Schoppenkleur ontwikkelen. 9 slagen. 7. B 10 5 V B B A H 6 4 A 8 6 V V H A V A H B H 9 8. A H V A B B B V B 10 2 H H A 9 7 V 4 3 A V 7 5 H 4 3 oord 1 2 uid oord 3 uid Uitkomst: A. geeft west een ruitenaftroever. Daarna troeftrekken en de klaversnit. 9 slagen. Uitkomst: V. a A V voorspelen. 10 slagen. 17

18 9. V B 10 7 H B 2 A 10 9 B 3 2 A H 3 2 A 9 6 B A H V H V 6 V A 10 3 A H V B 9 4 B 5 4 B A A 5 3 H H V V B 7 6 H V 7 2 oord uid 3 oord 1 uid Uitkomst: V. emen in de hand en de klaveren vrijspelen. 7 slagen. Uitkomst: 2. Snijden in harten en klaveren ontwikkelen. 11 slagen. 11. B H 10 4 H V A V B A H V A V 4 A B H B A H B H V B 4 - B H V A V 10 5 A V H 4 3 B 7 A oord uid oord 3 uid Uitkomst: B. Tweemaal in harten snijden. 10 slagen. Uitkomst: H. Vier keer troeftrekken en ruiten ontwikkelen. 10 slagen. VOORKEURSPELLE ABESPREKIG: 3, 4, 6 en 7. 18

19 LES 3: DE HERBIEDIG Vragenkwartier Aan de hand van de oefeningen bij hoofdstuk 2 kan de voorgaande les in vogelvlucht herhaald worden. Belangrijk zijn 1b, 3a en 4abc. Theorie I In deze les wordt uitgebreid gekeken naar de herbieding van openaar. We onderscheiden daarbij twee verschillende situaties: - Er is een fit gevonden (partner heeft gesteund). - Er is geen fit gevonden (partner heeft niet gesteund). De herbieding met fit lijkt gemakkelijk, maar is voor een beginner toch vrij moeilijk. Essentieel is dat hij zich realiseert hoeveel punten partner met zijn bijbod heeft aangegeven. Vervolgens moeten de eigen punten daarbij worden opgeteld om te kijken of er een manche mogelijk is. In stapjes dient het denkproces dus als volgt te verlopen: - Hoeveel punten heeft mijn partner aangegeven? - Hoeveel punten heb ik zelf? - ijn er genoeg punten voor de manche? - Wat bied ik? Wat voorbeelden die gebruikt kunnen worden: 1. A H V 8 2 H V A H A V 2 H V 7 B A H A V 2 H Van deze drie voorbeelden is de laatste het interessantst. 8 2 A H B 7 A B H 2 A V 7 4 A H B 3 V

20 Hier kan worden aangestipt dat de hartenkleur niet genoemd hoeft te worden omdat partner een vierkaart harten heeft ontkend. Hierna stapt de leraar over op het bieden zonder fit. Hij stelt allereerst vast dat er op een bod in een nieuwe kleur niet get mag worden. Partner brengt met zijn bod de volgende boodschap over: Jouw kleur bevalt mij niet, wat denk jij van deze troefkleur? Je bent verplicht om hier op te reageren. Dat kan op verschillende manieren. De belangrijkste is partner steunen als je een vierkaart mee hebt. Het schema op pagina 28 kan worden aangehaald met de mededeling dat je met je steun tegelijkertijd laat weten hoe sterk je bent. aast de voorbeelden in het boek kunnen nog enkele voorbeelden van de herbieding na een two-over-one worden gegeven: A V H 3 2 H B A V H A V Het is verstandig om de resterende theorie tot de tweede helft van de les te bewaren en de leerlingen nu eerst wat spellen te laten spelen. Spelen I De spellen 1 t/m 4 worden gespeeld. De leraar ziet er met name op toe dat de juiste herbieding wordt gepleegd. Theorie II In de tweede helft van de les komt het bieden van een nieuwe kleur aan de orde. Daarmee zet je de zoektocht naar een fit feitelijk gewoon voort. Wat voorbeelden: A V 7 2 H 8 3 H 2 B A V H 3 2 H V De docent legt uit dat partner in het tweede voorbeeld kan concluderen dat je een vijfkaart harten hebt. Hij mag nu dus steunen op een driekaart! 20

21 Vervolgens wordt verteld dat je met een heel sterk spel je tweede kleur met sprong kunt bieden. Wederom wat voorbeelden: H V A H 3 H V B A 4 A V A H B o n sprongbod is mancheforcing. Je vertelt dat je een manche wilt spelen nu je weet dat partner minstens zes punten heeft. Een sprongbod doe je dus met punten. Hierna komt de herbieding in SA aan de orde. De docent legt uit dat je met punten en een SA-verdeling zo goedkoop mogelijk in SA herbiedt, en met met sprong. Voorbeelden: A 6 B H 7 2 A V A 6 H B 9 2 H 7 2 A H SA H 8 4 A V 7 B H SA H 8 4 A V 7 H B 9 2 H V B 1-2 Met deze herbieding vertel je dat je graag had geopend, maar er te weinig respectievelijk te veel punten voor had. Belangrijk is dat de leerlingen het verschil tussen de volgende situaties onderkennen: A 6 H A V A 6 H A V Je hebt een SA-verdeling met 13 punten. lijkt dus de logische herbieding. In het eerste voorbeeld bied je echter 1 vanwege de volgende belangrijke regel: Vierkaarten die je op eenniveau kunt bieden mag je nooit overslaan. 21

22 Tot slot wordt nog verteld dat je met een lange kleur de openingskleur kunt herbieden. Dit belooft in principe een zeskaart, want de behoort tot de SA-verdelingen. A B 4 7 V B A B A B A V B 8 7 B B A H B A De theorie rond het reverse bieden kan de docent op dit moment beter nog niet aanroeren. Dat komt in de volgende cursus aan de orde. Ten aanzien van het bieden na een antwoord kan de docent opmerken dat het bieden ongeveer hetzelfde verloopt als na een antwoord in een nieuwe kleur. Met dit verschil: de openaar mag sen. H B 7 A V H A V H 3 2 A In beide gevallen weet je dat er geen manche inzit (partner heeft maximaal 9 punten). Je hebt een SA-verdeling, dus je op. Eventueel kan de leraar ook nog het verdere bieden na een sprongantwoord en een 2SA antwoord behandelen. Bij een sprongantwoord in een hoge kleur mag al op een doubleton gesteund worden; partner belooft immers een zeskaart! a een 2SA antwoord wordt op natuurlijke wijze verder geboden. Spelen II De spellen 5 t/m 8 worden gespeeld. HUISWERK Hoofdstuk 3 bestuderen + oefeningen maken Hoofdstuk 4 doorlezen 22

23 OEFESPELLE 1. V A B A V B H 3 A V 6 H H V A B B H A H H V B V B 10 7 B A 9 5 A H V B 9 A 6 V 7 H oord 1 3 uid oord 1 4 uid Uitkomst: B. Schoppen naar de heer spelen. Klaversnit mislukt. 10 slagen A A H H H B 3 2 H 3 A V B 6 2 B 5 V V B A V 9 Uitkomst: V. Troeftrekken en een harten wegpoetsen op H. 10 slagen. 4. B B A H 6 H 9 2 H V A V B A V 8 6 A 5 H V B oord 3 uid oord 1 3 uid Uitkomst: 4. Snijden in schoppen. 9/10 slagen. Uitkomst: H. Oversteken in klaveren voor de troefsnit. Daarna ruiten ontwikkelen. 11 slagen. 23

24 5. A V 10 8 A B A H 7 A V B B 7 2 H V H 9 3 V 10 7 B H 9 6. B A H 8 6 A A 10 5 B 9 H H V V H V B 6 A V B 7 oord 1 2 uid oord 1 1 uid Uitkomst B. emen in dummy voor de klaversnit. 8 slagen. Uitkomst: 2. Troeftrekken en klaversnit. 10 slagen. 7. B 9 2 A 10 5 V B H 7 6 A H A V 7 V B A H H 4 3 B 9 5 V H A B H V 9 2 V V B 10 8 V H A B 2 6 A H B A 6 3 oord 2 uid 1 2SA 1 oord 1 3 uid Uitkomst: 2. Klaveren ontwikkelen + schoppensnit. 8 slagen. Uitkomst: V. neemt in de hand en snijdt in ruiten. Hierna de ruiten vrijspelen. 10 slagen. 24

25 9. V 10 V V A V B A B 4 2 A A H 4 3 H H H B B A V 6 5 B H H 9 6 V B 9 6 B B A A V 7 H 3 2 V A H oord uid 1 1 oord 1 2SA uid Uitkomst: 3. H overnemen met A. 10 slagen. Uitkomst: B. Ruiten ontwikkelen. 9 slagen. 11. B A H 5 4 V V B A A 7 A H H V 3 B 3 H B 6 4 V B 6 4 H V B A V 7 4 V A 7 4 H V 9 6 B 9 A H B A 10 7 H oord 1 4 uid oord 1 uid Uitkomst: A. Harten en ruiten goed behandelen. 11 slagen. Uitkomst: H. Troeftrekken en harten ontwikkelen. 9 slagen. VOORKEURSPELLE ABESPREKIG: 2, 4, 6 en 8. 25

26 26

27 LES 4: HET TWEEDE BIJBOD Vragenkwartier Gezien het onderwerp van vorige week zal het vragenkwartier wel volledig benut worden. Als er weinig vragen zijn, kan ruim aandacht besteed worden aan de oefeningen bij hoofdstuk 3. 1d. is aardig omdat het laat zien dat speelslagen belangrijker zijn dan punten. Daarnaast is het nuttig om vraag 3. in zijn geheel door te lopen. Theorie I In deze les wordt het bieden na één in een kleur afgerond met het tweede bod van de antwoorder. De leraar vertelt dat hier geen keiharde regels voor bestaan. Meestal bepaalt de antwoorder gewoon het contract. Hij doet dit aan de hand van: - zijn eigen hand - het bieden van partner Met name dat laatste is heel belangrijk. Je moet bedenken wat je partner met zijn eerste twee biedingen verteld heeft. Pas wanneer je je dat realiseert kun je beoordelen wat het juiste contract is. Wat voorbeelden om er in te komen: H 7 6 A V SA - A H In het eerste voorbeeld heeft partner een SA-verdeling met punten. In 2. zijn dat er A H V 8 2 H A H 7 6 V A B 8 2 In 3. toont partner vijf hartens en vier ruitens. 4 moet het juiste contract zijn. 4. spreekt voor zich. 27

28 Hierna wordt het bieden met zwakke handen (6-9 punten) doorgenomen. De verschillende mogelijkheden zijn: - sen - zo goedkoop mogelijk steunen - zo goedkoop mogelijk de eigen kleur herhalen (zeskaart) - bieden (geen fit) Als de groep dit goed oppikt, kan de docent ook nog kijken naar het bieden na een rebid. In dat geval is het bieden van een (lagere) nieuwe kleur namelijk ook een mogelijkheid: A B B Je ziet vanwege je verdeling niets in. Partner mag kiezen tussen 2 en 2 als mogelijke contracten. Eventueel kan de leraar ook nog wat voorbeelden geven van verder bieden na een antwoord. Bijvoorbeeld: H 8 2 B H B SA H V 8 2 B 10 3 V Spelen I De spellen 1 t/m 4 worden gespeeld. Als het tweede bijbod problemen oplevert, kan de leraar trachten dat te sturen. Hij moet er echter voor waken om het juiste bod voor te kauwen. In 3. (een moeilijk spel) moet de leerling na enige samenspraak inzien dat zijn hand minder geschikt is voor het spelen van SA. Theorie II In de tweede helft van de les wordt gekeken hoe je moet bieden als je weet dat er een manche in zit. Meestal zal de keuze gaan tussen 4/ en. Belangrijk is wederom dat de leerlingen zich realiseren hoeveel punten partner ongeveer getoond heeft met zijn bieden. Voorbeelden: 28

29 In deze biedverlopen heeft de openaar een minimale herbieding gedaan. Hij kan het absolute minimum van 13 punten hebben. Als antwoorder kun je daarom vanaf 12 punten een manche bieden SA In deze biedverlopen heeft de openaar met zijn herbieding ruime overwaarde getoond. u mag je ook met minder dan 12 punten een manche bieden. Tot slot wordt nog gekeken naar het uitgestelde limietbod. Dit bod doe je als partner een minimale herbieding heeft gedaan en je zelf punten hebt. Je nodigt hem dan uit om met enige overwaarde naar de manche te gaan. og enkele voorbeelden naast die op pagina 42: H V A 9 2 B A V H B 8 2 B 8 7 In 1. toon je een zeskaart schoppen met punten. 2. is een typisch voorbeeld van een uitgesteld limietbod; de docent kan opmerken dat je in dit biedverloop ook met een driekaart ruiten mag steunen. Spelen II De spellen 5 t/m 8 worden gespeeld. HUISWERK Hoofdstuk 4 bestuderen + oefeningen maken Hoofdstuk 5 doorlezen 29

30 OEFESPELLE 1. H B 9 7 A V B A 6 A H H B V V B 4 V H A A 9 3 H V 10 8 H B 6 5 A B 5 H V B 4 B V A 7 A V H 2 oord 1 2 uid oord 1 2 uid Uitkomst: 3. Troeftrekken en klaveren ontwikkelen. 9 slagen B A 8 7 A 10 4 A 5 4 A 3 2 V 5 V B H V B B 9 2 H V 10 5 H 9 6 H 6 2 Uitkomst: H. Snijden in troef en klaveren vanuit west spelen. 8 slagen. 4. B 5 A V B 7 6 H V B A H H 10 5 V B H 3 2 A 6 A V oord 1 2 uid oord 2 4 uid Uitkomst: 4. Troeftrekken en ruiten ontwikkelen. 9 slagen. Uitkomst: A. Troeftrekken en klaversnit. 11 slagen. 30

31 5. V B A A V B H A H 10 A H 3 V B H V B V B B 9 5 B 6 5 H B H V 7 6 V V A H 7 A A H 8 7 A oord 1 2SA uid oord 1 3 uid 1 1 Uitkomst: 2. Schoppen goed behandelen + ruitensnit. 11 slagen. Uitkomst: V. Harten ontwikkelen! 10 slagen. 7. A A 9 2 H V B 6 A B 5 B 3 2 V 10 3 V 10 9 V H 6 H B 7 A H A V V B H 8 5 V B A 3 2 A H A V B 7 H 5 B H SA oord 1 uid oord 1 uid 1 3 Uitkomst: 2. Ruiten ontwikkelen, geen ruiten afgooien op de vierde klaveren. 9 slagen. Uitkomst: 4. Ruiten goed behandelen + klaversnit. 11 slagen. 31

32 9. B 5 3 H B 8 H 7 V A A V B 6 4 H V A H V 10 8 A B B 7 4 H A V V A B B A 9 3 V 5 B A H H V H 6 oord 1 1 uid 1 2 2SA oord 1 2 uid Uitkomst: voorspelen (west moet dekken!) en kleur ontwikkelen. 7 slagen. Uitkomst: 2. Harten ontwikkelen. 9/10 slagen. 11. V A H 10 2 H B 5 3 H B 9 8 H B 5 A H 9 2 V A H A 10 5 V B V A V B V B A B 4 A H 2 H 7 3 A V B 8 V 9 2 oord 1 uid oord 1 2SA uid Uitkomst: V. Troeftrekken en klaveren ontwikkelen. 9 slagen. Uitkomst: V. Hartenkleur gebruiken om twee keer te snijden in ruiten. 10 slagen. VOORKEURSPELLE ABESPREKIG: 1, 2, 5 en 8. 32

33 LES 5: UITKOME E SIGALERE Vragenkwartier Tijdens het vragenkwartier kan het complete bieden na één in een kleur nog eens worden doorgenomen. Dit kan geschieden naar aanleiding van vragen of aan de hand van de oefeningen bij hoofdstuk 4. 1, 3, 4 en 8 zijn goede spellen om te behandelen. Eventueel kunnen ook de spellen uit Theorie en praktijk 1 bekeken worden. Daarvan is met name het laatste spel de moeite van het bespreken waard. Theorie I In de eerste helft van deze les wordt het uitkomen verder uitgediept. De leraar begint met het herhalen van de basisregels (pagina 51). Ter illustratie kunnen enkele voorbeelden gegeven worden: H V B 6 H V 8 6 H H B Dit hoort natuurlijk bekende theorie te zijn. a deze kleine herhaling vertelt de leraar dat het bedenken van de uitkomst eigenlijk uiteenvalt in twee delen: - Het kiezen van de juiste kleur. - Het kiezen van de juiste kaart. Het kiezen van de juiste kaart is reeds besproken. De keuze van de juiste kleur is minstens net zo belangrijk en daar valt veel meer over te zeggen. De leraar legt uit dat het doel van uitkomen is om slagen te ontwikkelen voor jouw partij. Dat is ook de reden dat je normaliter met je langste kleur uitkomt; daarin verwacht je de meeste slagen te kunnen ontwikkelen. Vervolgens wordt uitgelegd waarom ook het biedverloop van belang is voor het bepalen van je uitkomst. Uitkomen in een door partner geboden kleur is logisch: tegenspelen = samenwerken. Uitkomen in een kleur van de tegenpartij is minder verstandig. Hierna wordt het uitkomen tegen troefcontracten behandeld. De docent legt uit waarom het uitkomen met een lange kleur hier vaak minder slagen oplevert. Illustratieve voorbeelden: 33

34 H B A V 5 9 In een SA-contract levert een kleine ruitenstart de eerste vijf slagen op. In een troefcontract slechts één! H A 5 V B 6 2 In een SA-contract ontwikkel je vier slagen, in een troefcontract één. Uitkomen met lange kleuren is tegen een troefcontract dus minder aantrekkelijk dan tegen een SA-contract. Een alternatief vormt het uitkomen met een korte kleur. Ook hiervan wat voorbeelden: 6 H V 8 7 B A De singleton start leidt tot een introever. En als je partner direct weer aan slag weet te brengen, krijg je er nog een. Aangestipt kan worden dat het aardige van deze manier van slagen ontwikkelen is dat je slagen maakt waar de tegenpartij eigenlijk recht op had! og een voorbeeld: 6 2 H 8 7 A V 9 4 Partner maakt AV en jij kunt de derde ruiten troeven. B Het uitkomen met korte kleuren mag overigens best gerelativeerd worden. Tenslotte pakt een uitkomst van honneur-vierde vaak beter uit dan de start van een doubleton. Het is echter belangrijk dat de leerlingen begrijpen waarom de uitkomst met een korte kleur (met name een singleton) aantrekkelijk is. Tot slot komt nog de regel dat je in een troefcontract nooit onder een aas vandaan start aan de orde. Het spel op pagina 55 is instructief. De docent benadrukt dat de regel niet inhoudt dat je dan maar met het aas uitkomt. Op de vraag wat je dan moet doen, is het antwoord: Kies een andere kleur. (zie ook het laatste voorbeeld op pagina 55). De volgende opgave kan als quizvraag gegeven worden: 34

35 6 2 V 6 3 H A B 7 5 oord 1 2 uid 1 4 Correcte uitkomst: 3 (een troefstart kan beter buiten beschouwing gelaten worden). Spelen I De spellen 1 t/m 4 worden gespeeld. Als noord in 4. met ruiten start, kan de leraar het biedverloop nog eens in herinnering brengen. Theorie II In de tweede helft van de les wordt het signaleren geïntroduceerd. De leraar legt uit wat signaleren inhoudt en vertelt dat het een hulpmiddel is bij het tegenspelen. Belangrijk is dat duidelijk wordt dat het signaleren in werking treedt na een honneurstart van partner: A In 1. geef je een signaal, in 2. doe je als derde man wat je kan. Alvorens je een aan- of afsignaal kunt geven, moet je je realiseren wat partner belooft met zijn honneur-start: H B 7 2 A B 7 2 In 1. signaleer je aan omdat H het bezit van V belooft. In 2. moet je afsignaleren, want als partner met H vervolgt wordt zuids V hoog. Als iemand opmerkt dat je niet weet wie V heeft, kan de leraar antwoorden dat partner met AHV toch wel ruiten doorspeelt, ongeacht jouw signaal. Hierna wordt de regel van pagina 56 voor het voetlicht gehaald: Afsignaleren doe je door je laagste kaart bij te spelen. Aansignaleren doe je door een hogere kaart dan nodig bij te spelen. 35

36 Deze variant is aardig: A 8 4 In een SA-contract signaleer je af omdat je geen hulp in harten te bieden hebt. In een troefcontract signaleer je aan omdat je een introever kunt maken! Het signaleren bij afgooien kan de docent beter laten rusten tot een volgende cursus. Alleen als de groep het onderwerp zeer gemakkelijk oppikt, kan het worden aangestipt. Een voorbeeldspel: COTRACT 4 UITKOMST 8 A B H 5 3 H 9 A H B 2 H V B 4 A V 6 V A V 9 2 B De leider neemt de klaverstart en speelt troef. kan de hartens aansignaleren door 9 bij te spelen. Spelen II De spellen 5 t/m 8 worden gespeeld. 7 is een tweelingbroertje van 5 en 8 van 6. Aan de hand van deze spellen kan het nut van signaleren aanschouwelijk worden gemaakt. De leraar kan dat het beste achteraf doen en niet ingrijpen tijdens het spelen. HUISWERK Hoofdstuk 5 bestuderen + oefeningen maken Hoofdstuk 6 doorlezen 36

37 OEFESPELLE 1. B V A H 4 B 7 A 6 4 A V B 7 2 V 7 2 H 8 4 H A V B 10 5 H V B A H 6 A V 10 4 B A B B V H 9 A H H V oord 1 1 uid 3 oord 1 4 uid Uitkomst: 6. Klaversnit. 7 slagen B V B 10 6 A 10 6 A H V H H B B H V V 5 4 A A Uitkomst: 2. Twee introevers. 9 slagen. 4. A 2 B 10 3 A V V 9 3 V H B H B 9 6 H B A V A H 7 5 oord 1 3 uid oord 1 uid Uitkomst: 9. switcht naar V. 9 slagen..b. Als west klaveren doorspeelt in de hoop dat partner een singleton heeft, kan de docent er op wijzen dat noord dan een zeskaart klaveren moet hebben! Uitkomst: 3. Hartensnit + ruitensnit. 8 slagen. 37

38 H B A H A B 10 5 A H B V 9 5 A V 3 V B 8 4 H V A V B 10 2 B H B 3 2 V B 8 A 5 3 H 9 4 A H A V 2 V H oord 2 uid oord 4 uid 1 Uitkomst: A. Afsignaleren en klaverswitch. 9 slagen. Uitkomst: V. signaleert aan. speelt na A ruiten door. 9 slagen. 7. V H A B A H V H V 9 4 A V B 6 B 4 A H B A 2 A V H H 5 3 V B 10 4 B B A V 8 H V B 10 A 5 3 H 9 4 oord 1 4 uid oord 1 4 uid Uitkomst: A. signaleert aan en oost speelt schoppen door. 9 slagen. Uitkomst: V. De leider neemt in dummy en zuid signaleert af. a de hartensnit switcht noord naar B. 9 slagen. 38

39 A 7 4 A H B V B V 9 3 H 8 2 A H 9 4 H V A V B B H V A 8 7 V B 8 4 A H 10 6 A B V B A H B 5 4 V 4 3 H oord 1 uid oord 1 uid Uitkomst: 8. geeft oost een introever. 9 slagen. Uitkomst: 2. 8/9 slagen H B B H V B 6 A 7 A H V 5 V H V B 4 A A A H B 7 2 A H A H B 10 2 B V A V B 9 6 V H V 9 2 oord 1 3 uid oord 3 uid Uitkomst: 3. geeft west twee aftroevers. 9 slagen. Uitkomst: A. uid signaleert aan! 9 slagen. VOORKEURSPELLE ABESPREKIG: 2, 4, 5 en 7. 39

40 40

41 LES 6: HET SPELE VA TROEFCOTRACTE Vragenkwartier De oefeningen van hoofdstuk 5 kunnen bekeken worden. Signaleren is een nieuw onderwerp, daarom is het verstandig vraag 2. klassikaal te behandelen. Theorie I Deze les gaat over het spelen van troefcontracten. De docent vertelt dat het maken van een speelplan door middel van het tellen van de vaste slagen en het opsporen van de werkkleur uitstekend werkt in SA-contracten, maar minder goed in troefcontracten. Hij kan dit illustreren met het volgende voorbeeld: COTRACT 4 UITKOMST B B H V 3 H V 3 A H V 10 6 B 9 4 B 10 2 A 6 Wanneer je je speelplan maakt op de SA-manier zou je na het troeftrekken ruiten kunnen gaan spelen om twee slagen in die kleur te ontwikkelen. Je verliest dan vier slagen. Hierna vertelt de leraar dat we een speelplan gaan maken op basis van het tellen van verliezers. Aan de hand van de voorbeelden op pagina 63 wordt uitgelegd hoe je verliezers per kleur telt. og wat voorbeelden die gegeven kunnen worden: V H 2 B H 4 A 3 H V 8 7 H

42 a het tellen van je verliezers ga je kijken of en hoe je verliezers kunt wegwerken. Het voorbeeldspel van hierboven wordt nogmaals voor het voetlicht gehaald. Er zijn vier verliezers: drie in harten en één in ruiten. Vervolgens gaan we kijken of we een verliezer kunnen wegwerken. Ja, op V. Een belangrijke manier om verliezers weg te werken is ze troeven in dummy. Het volgende voorbeeld kan gegeven worden: COTRACT 4 UITKOMST H 4 H V B 5 4 B 9 6 H B 5 2 B H 3 2 V A H V 7 5 A A V A 10 3 Je telt in zuid vier verliezers: drie hartens en een klaveren. De hartenverliezers kunnen allemaal in dummy getroefd worden. De leraar demonstreert vervolgens wat er gebeurt als je begint met driemaal troeftrekken. Hieruit volgt dat het wegwerken van verliezers zelfs voorrang kan hebben op de gouden regel dat je moet beginnen met troeftrekken. Spelen Het spelen van troefcontracten is moeilijke materie. Mede daarom is het verstandig om in de tweede helft van de les geen extra theorie te behandelen. Beter kan de leraar vier spellen laten spelen en die bespreken. Daarna worden nogmaals vier spellen gespeeld en besproken. Dit maakt de behandelde stof tastbaar voor de leerlingen. HUISWERK Hoofdstuk 6 bestuderen + oefeningen maken Hoofdstuk 7 doorlezen 42

43 OEFESPELLE H B 7 5 A 6 4 V B A V B H 8 A H V 3 2 H V B 3 A A H V A V 9 7 H B B H V B 10 V B A H 4 3 A oord 1 2 uid oord 1 2 uid Uitkomst: H. Direct schoppenverliezers wegwerken op de klaveren. Daarna troeftrekken. 11 slagen. 3. V A A V 9 2 A V B A 8 4 H B H 3 H 9 2 H B V B 4 3 Uitkomst: H. Eerst hartenverliezers troeven, dan troeftrekken. 11 slagen. 4. H V B 7 6 B A H B V H B H A V A A 6 V oord 4 uid oord 3 uid Uitkomst: 3. Troeftrekken en schoppenverliezers wegwerken op de ruiten. 11 slagen. Uitkomst: 4. Direct troeftrekken. 10 slagen. 43

44 5. V 7 5 V A H H B A H B B 6 2 V A B 10 9 A H V A 10 7 H V V B V A H H V B A 7 6 A H B 10 3 B oord 1 uid 1 oord 2 3 uid Uitkomst: A. oord signaleert aan. A benutten om V voor te spelen. 8 slagen. Uitkomst: H. Hartens troeven voor het troeftrekken. 11 slagen A 7 5 V V A H B H 9 2 A B B 6 4 H 9 2 A H 3 2 V 9 2 V B V 7 A V B A H B H V 10 5 B B A V 9 4 A H H oord 1 3 uid oord 1 3 uid Uitkomst: 3. Verliezer wegwerken op H. 10 slagen. Uitkomst: H. Ruiten vertroeven voor het troeftrekken. 9 slagen. 44

45 9. H B H A 10 7 B 8 3 V B A 6 V V A H 4 2 A 10 4 A H V B H 9 B A V B V H B 6 5 H V 7 4 H V B 9 8 A A oord 1 4 uid 2 oord 1 uid Uitkomst: 8. uid geeft noord een introever. Schoppensnit nemen. 10 slagen. Uitkomst: H. A gebruiken voor hartensnit. 9 slagen B A B 8 3 A B 7 H 8 A V H V B 7 6 H 8 H V A V A V 9 H B H V B B 10 5 A 7 V H V 3 A H 7 4 A B oord uid 1 oord 1 2 uid 2 4 Uitkomst: 9. Troeftrekken en harten wegpoetsen op V. 10 slagen. Uitkomst: B. Direct driemaal klaveren spelen om een ruiten weg te werken. 10 slagen. 45

46 46

47 LES 7: BIEDE A EE OPEIG Vragenkwartier De lesstof van vorige week was moeilijke materie. Het is daarom verstandig om de oefeningen bij hoofdstuk 6 nog eens klassikaal te behandelen. Met name 2b en 2c zijn leerzaam genoeg om op het bord te zetten Theorie I De nieuwe les gaat over het bieden na een -opening. Daarbij worden de in de eerste cursus geleerde Stayman en Jacoby transfers uitgediept. Bij het herhalen van de Stayman conventie moet worden benadrukt dat je deze conventie alleen gebruikt met mancheinteresse (8+ punten) én minimaal één vierkaart hoge kleur. Als dit er goed in zit, kan vrij snel verder worden gegaan met het rebid van de 2 bieder. Meestal is dat simpel: (geen fit) of 4 in partners kleur (wel fit). Twee voorbeelden: A V 7 6 H V A V 7 6 H V Dit mag allemaal als bekend worden verondersteld. Een nieuw stukje theorie is het uitgestelde limietbod. De leraar laat zien hoe je biedt met 8/9 punten en wel of geen fit: SA A V 7 6 H A V 7 6 H In beide gevallen inviteer je voor de manche. 47

48 Hoe het bieden verloopt als de openaar vierkaarten in beide hoge kleuren heeft, is eveneens nieuw. Alleen het feit dat de openaar met biedt is in deel 1 kort aangestipt. u legt de docent uit hoe het bieden verder gaat. De antwoorder gaat er na -2-2 vanuit dat zijn partner alleen een vierkaart harten heeft. Met alleen een vierkaart schoppen biedt hij dus volgens het geen fit scenario: A V H B Met vertel je partner dat er geen 4-4 fit harten is. Dit impliceert dat je een vierkaart schoppen hebt! Met 4-4 moet de openaar nu dus 4 bieden..b. De leraar doet er verstandig aan om nog wat aandacht te besteden aan het kader op pagina 79. openen met een vijfkaart hoog voorkomt rebidproblemen. Spelen I De spellen 1 t/m 4 worden gespeeld. Theorie II In de tweede helft van de les komen de Jacoby transfers aan bod. a een korte herhaling van het principe gaat de docent ook daar in op de herbieding van de antwoordende hand. Hij kan vertellen dat Jacoby transfers twee grote voordelen heeft: - Het contract zal vrijwel altijd gespeeld worden door de sterke hand (met name gunstig i.v.m. de uitkomst). - Met een goed spel kan de antwoordende hand na de transfer gemakkelijk zijn hand omschrijven. Wat betreft het tweede punt is het heel belangrijk dat de leerlingen zich realiseren dat ze hun vijfkaart al hebben getoond met de transfer. Elk volgend bod moet dus iets extra s vertellen over je hand. Om dat te illustreren kan de leraar wat voorbeelden op het bord zetten: H A V B B A V B 7 6 H B

49 In beide gevallen bied je je tweede kleur. De leraar legt uit dat dit forcing is; met een zwak spel je op 2. De volgende stap is dit biedverloop: Dit toont logischerwijs met 10+ punten. De openaar mag corrigeren naar 4. Weer een stapje verder is het uitgestelde limietbod: SA Dit toont 8-9 punten en een vijfkaart schoppen. De openaar mag nu het contract bepalen: 8 4 A H 6 H V 8 2 H A H 6 H V 8 2 A B 7 2 H 8 2 A H 6 4 B 6 H B 4 3 H 8 2 A H 6 4 B 6 A V Uit het voorgaande volgt dat een herbieding in de kleur waarin getransfereerd is, een zeskaart belooft: V B H 5 2 V V B H 5 2 A is inviterend voor de manche. Partner zal met punten 4 bieden. 4 in het tweede voorbeeld is een eindbod. Op bladzijde 78 staat alles in schema. Als afsluitende opmerking kan nog worden vermeld dat de behandelde theorie ook geldt na een 2SA opening. Spelen II De spellen 5 t/m 8 worden gespeeld. De leraar kan af en toe te hulp schieten bij het bieden. Het is moeilijke materie! HUISWERK Hoofdstuk 7 bestuderen + oefeningen maken Hoofdstuk 8 doorlezen 49

50 1. B A B 8 A H 5 V 4 2 A 6 H V H 4 2 A H B 5 V B 10 8 V H B A V A 7 4 H V V B H 9 A B 4 3 H V 8 2 A 4 B 10 7 oord 2 uid 2 2SA 2 oord 2 4 uid Uitkomst: V. emen en klaveren ontwikkelen. 9 slagen. Uitkomst: B. Schoppensnit en klaversnit. 10 slagen H V B A V 6 5 H 9 V A H B A H 9 6 V B 8 3 B 7 A A H 3 A V B 7 H B A B 9 B 8 6 H 9 6 V V V A H 9 4 oord 2 uid oord 2 3 uid Uitkomst: 2. Snijden in schoppen en harten + klaverslag ontwikkelen. 9 slagen. Uitkomst: B. In dummy nemen en 2x troefsnit. 10 slagen. 50

51 5. V 10 5 B 7 5 A A B H V 8 7 A B 5 H A V B H H V H V H H H V A V B 7 V B 8 4 A 3 A B B A 6 oord 2 4 uid 2 2 oord 2 uid 2 2SA Uitkomst: 7. Schoppensnit + hartensnit. 11 slagen. 7. A H 7 A V 10 3 A V H V B 7 A H H V B 8 B B Uitkomst: 2. Hartenkleur goed behandelen + ruitensnit. 8/10 slagen H V V 3 H 8 4 H A B V B B 7 6 V 10 5 A 3 2 A B 7 2 A H oord 2 uid 2 oord 2 4 uid Uitkomst: H. B voorspelen zodra je in dummy bent. 8 slagen. Uitkomst: V. Troeftrekken en schoppenverliezer wegwerken op de ruiten. 10 slagen. 51

52 9. H B H 10 2 V 10 5 A 8 3 H V A V 4 A H V 10 2 A B 5 2 B B H V 2 V 7 A V B 3 H A B B H A V 5 A B H oord 1 uid oord 2 2SA uid Uitkomst: 5. Klaveren ontwikkelen. 7 slagen. 11. V 4 3 H A 10 4 H 8 7 A B A H 4 3 H V B 7 B 9 A B oord 2SA 3 4 V V uid 3 Uitkomst: 2. Troeftrekken en klaveren ontwikkelen. 10 slagen. Uitkomst: 10. Troeftrekken en een verliezer wegpoetsen op de ruiten. Later klaveren richting heer spelen. 10 slagen. 12. V B A 8 2 B A 10 3 V V A H B oord H 8 B 4 3 H V 10 6 A H uid Uitkomst: A. Troeftrekken. 10 slagen. VOORKEURSPELLE ABESPREKIG: 2, 4, 5 en 8. 52

53 LES 8: DE PREEMPTIEVE OPEIG Vragenkwartier De vorige les zal waarschijnlijk niet al te veel vragen opleveren. Het is nuttig om een korte herhaling te geven aan de hand van de oefeningen bij hoofdstuk 7. Theorie I Een fonkelnieuw onderwerp: de preëmptieve opening. Om het gedachtengoed achter deze opening te verduidelijken moet de docent het begrip speelslagen (les 10 cursus 1) in herinnering brengen. Dit zijn slagen die je met een bepaalde kleur als troef denkt te kunnen maken. De voorbeelden op pagina 83 kunnen verhelderend werken: H V B V B A 8 4 De eerste hand heeft met schoppen als troef zes speelslagen. Hetzelfde geldt voor de tweede hand met ruiten als troef. Beide handen voldoen qua punten bij lange na niet aan de vereisten voor een opening. Toch wil je je sterke voorkeur voor het spelen met een bepaalde kleur als troef het liefst direct kenbaar maken. We spreken af dat je dit kunt doen door op drieniveau te openen. Hierna haalt de docent de vereisten voor een preëmptieve opening voor het voetlicht: - Een goede zevenkaart - Maximaal 10 punten Enkele voorbeelden die gegeven kunnen worden: 6 H V V B A V B A V B H 2 53

54 Daarna kan nog worden aangestipt dat ook openingen op hoger niveau preëmptief zijn. Desgewenst kan de docent nog wat aandacht besteden aan de regel van twee en drie (kader op pagina 86). Spelen I De spellen 1 t/m 4 worden gespeeld. De leraar houdt in de gaten of de juiste preëmptieve opening wordt gepleegd. Theorie II In de tweede helft van de les wordt aandacht besteed aan het antwoorden op de preëmptieve opening. Dit is moeilijke materie, omdat het niet op puntenkracht is vast te pinnen. Belangrijk is dat de leraar benadrukt dat er zonder fit voor partner beter niet kan worden bijgeboden. Enkele voorbeelden die gegeven kunnen worden: 3 - H V A B V B 7 6 A H V B B 7 2 H V A 9 Verder is het voorbeeld onderaan pagina 87 heel instructief. Een 3 of 3 opening van partner mag je naar de manche verhogen als je drie à vier slagen meebrengt. is uit den boze zonder fit in partners kleur. De leraar kan nog vermelden dat wèl in aanmerking komt als partner 3 of 3 opent en jij steun hebt voor zijn kleur: 3 - A V 7 2 V B 7 A H 6 De klaverkleur zal zeven slagen opleveren. Tel daar de twee azen bij op en je hebt er al negen. 54

55 A V B A V 7 2 V B 7 A H 6 Samengevat: - Ga niet op zoek naar contractverbetering. - Steun na 3 of 3 als je 3+ slagen meebrengt. - Bied na 3 of 3 alleen als je steun hebt in partners kleur (en punten). Tot slot wordt nog aandacht besteed aan het fenomeen redden. De docent legt uit dat het soms goedkoper is om zelf down te gaan in plaats van de tegenstanders hun contract te laten spelen. Een voorbeeldspel: uid, 4 V B 8 2 A V B H B V A V A A H H 7 5 H B oord 2 3 uid is -620, (zuid zal doubleren). Aan de hand van dit voorbeeld kan de leraar illustreren hoe belangrijk de kwetsbaarheid is bij het doen van een redbod. Met OW kwetsbaar en niet is het niet verstandig om 5 te bieden. Spelen II De spellen 5 t/m 8 worden gespeeld. De docent doet er verstandig aan om op deze spellen zo weinig mogelijk in te grijpen. Laat iedereen achteraf maar leren van gemaakte fouten. Spannend is of zuid in 6. 3 aandurft. elf laten beslissen! HUISWERK Hoofdstuk 8 bestuderen + oefeningen maken Hoofdstuk 9 doorlezen 55

Langste kleur eerst. Van twee of drie 4 kaarten de laagste eerst. Van twee 5 kaarten de hoogste eerst.

Langste kleur eerst. Van twee of drie 4 kaarten de laagste eerst. Van twee 5 kaarten de hoogste eerst. 1. Bieden Bridge Handleiding versie 1-0 Openen op 1 niveau in een kleur (11-19 punten): Langste kleur eerst. Van twee of drie 4 kaarten de laagste eerst. Van twee 5 kaarten de hoogste eerst. Regel van

Nadere informatie

Reverse bieden. 1. Voorbeelden van sterke herbiedingen

Reverse bieden. 1. Voorbeelden van sterke herbiedingen Reverse bieden Tot de belangrijkste biedingen in het bridge behoren het tweede bod van de openaar en het tweede bod van de antwoordende hand. Hiermee worden zowel de verdeling als de kracht van de hand

Nadere informatie

De herbieding van de antwoordende hand

De herbieding van de antwoordende hand De herbieding van de antwoordende hand Als uw partner heeft geopend met één in een kleur, u een bijbod heeft gegeven en uw partner zijn herbieding heeft gedaan, heeft u meestal een goed beeld van het spel.

Nadere informatie

Bridge in een flits II

Bridge in een flits II Flits 2 Speelplan Sans tout Maak een speelplan VOORDT je in slag 1 bijspeelt 1. Welke (hoeveel) vaste slagen heb ik 2. Waar en hoe komen de ontbrekende slagen vandaan Bridge in een flits II Dwing hoge

Nadere informatie

EEN WOORD VOORAF Lesindeling De spellen

EEN WOORD VOORAF Lesindeling De spellen EE WOORD VOORAF Leer bridge met Berry ra deel 3 en 4 zijn het vervolg op de cursussen Leer bridge met Berry ra deel 1 en 2. Gezien de hoeveelheid stof die de leerlingen in de beginnerscursus te verwerken

Nadere informatie

Flits 2. Bridge in een flits II

Flits 2. Bridge in een flits II Flits 2 Bridge in een flits II Speelplan Sans Atout Maak een speelplan VOORDAT je in slag 1 bijspeelt 1. Welke (hoeveel) vaste slagen heb ik 2. Waar en hoe komen de ontbrekende slagen vandaan Dwing hoge

Nadere informatie

Tip: Bouw het bieden rustig op. Spring pas als je de juiste speelsoort hebt gevonden.

Tip: Bouw het bieden rustig op. Spring pas als je de juiste speelsoort hebt gevonden. Bridge Handleiding versie 2 1. Bieden Tip: Bouw het bieden rustig op. Spring pas als je de juiste speelsoort hebt gevonden. Openen op 1 niveau in een kleur (11-19 punten): Langste kleur eerst. Van twee

Nadere informatie

De herbieding van de openaar

De herbieding van de openaar De herbieding van de openaar Als u hebt geopend met één in een kleur (circa 12-19 punten), en uw partner geeft een antwoord (bijbod), moet u proberen met uw tweede beurt (herbieding of rebid genaamd) aan

Nadere informatie

HANDLEIDING LEER BRIDGE MET BERRY WESTRA DEEL 4

HANDLEIDING LEER BRIDGE MET BERRY WESTRA DEEL 4 HADLEIDIG LEER BRIDGE MET BERRY WESTRA DEEL 4 Inhoud...........................................pag. 3 Les 1 Het -complex...........................pag. 5 Les 2 Signaleren.................................pag.

Nadere informatie

Les 6 IN GESPREK. Tafelopdracht 7.1. Tafelopdracht 7.2. Tafelopdracht 7.3. Tafelopdracht 7.5. Tafelopdracht 7.4. Hoeveel ruiten slagen mogelijk?

Les 6 IN GESPREK. Tafelopdracht 7.1. Tafelopdracht 7.2. Tafelopdracht 7.3. Tafelopdracht 7.5. Tafelopdracht 7.4. Hoeveel ruiten slagen mogelijk? Tafelopdracht 7.1 Les 6 I GESPREK Hoeveel ruiten slagen mogelijk? vier Wat is de entree in de? V Welke kleur als eerste ontwikkelen? ruiten zuid V 7 2 B 8 3 B 10 8 7 7 6 5 A H 3 A 9 2 A H V H B 4 3 Tafelopdracht

Nadere informatie

Les 2. The bloody limit. vormgeving: Ton Walbeek

Les 2. The bloody limit. vormgeving: Ton Walbeek Les 2 The bloody limit vormgeving: Ton Walbeek Ongelimiteerd vs gelimiteerd (1) Wat belooft Zuid? 4+ krt 6 + pnt Mag Noord sen? Neen! B 7 9 H 8 7 6 9 7 B 8 4 2 1 1 Leerpunt Zuid kan 6 punten hebben. maar

Nadere informatie

HANDLEIDING LEER BRIDGE MET BERRY WESTRA 1

HANDLEIDING LEER BRIDGE MET BERRY WESTRA 1 HADLEIDIG LEER BRIDGE MET BERRY WESTRA 1 Een woord vooraf.............................pag. 3 Les 1 De basisregels............................... pag. 5 Les 2 Slagen maken...............................

Nadere informatie

Bridge voor beginners Bridge, een spel voor jong en oud

Bridge voor beginners Bridge, een spel voor jong en oud Bridge voor beginners Bridge, een spel voor jong en oud Auteur: Barth Bakker Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. De kaarten 3. Bieden 4. Het openingsbod 5. Het contract 6. Puntentelling 7. Bijbod 8. Limietbod

Nadere informatie

Inhoudsopgave TINTELENDE TIPS:

Inhoudsopgave TINTELENDE TIPS: Inhoudsopgave TINTELENDE TIPS: 1. Openen en de regel van 20 en 15...2 2. De Biddingbox...5 3. Bijbieding na kleuropening...7 4. Herbieding...9 5. Bijbieding na 1SA-opening...10 6. Kaartwaardering...12

Nadere informatie

Flits 1. Les 6 IN GESPREK

Flits 1. Les 6 IN GESPREK Flits 1 Les 6 IN GESPREK Tafelopdracht 7.1 Hoeveel ruiten slagen mogelijk? vier 3SA zuid leider V 7 2 B 8 3 B 108 7 7 6 5 Wat is de entree in de dummy? V Welke kleur als eerste ontwikkelen? ruiten dummy

Nadere informatie

Contract 2 Volgbod en informatiedoublet Leidraad hoofdstuk 1

Contract 2 Volgbod en informatiedoublet Leidraad hoofdstuk 1 Contract 2 Volgbod en informatiedoublet Leidraad hoofdstuk 1 Kerndoelen De cursist kan vertellen - welke redenen er zijn om een volgbod te doen - aan welke voorwaarden een volgbod moet voldoen - wat de

Nadere informatie

Les 3. Les 3 AFSPELEN. richtlijnen voor goed afspel

Les 3. Les 3 AFSPELEN. richtlijnen voor goed afspel Les 3 Les 3 AFSPELE richtlijnen voor goed afspel De aanpak Open met 12 punten of meer. Partner overweegt of een manche (25pt samen) mogelijk is (punten tellen) Ga op zoek naar een fit (samen tenminste

Nadere informatie

Les 9 Slembieden. Zelftest! Klein slem (6-bod: 12 slagen) Groot slem (7-bod: 13 slagen) Distributiepunten:

Les 9 Slembieden. Zelftest! Klein slem (6-bod: 12 slagen) Groot slem (7-bod: 13 slagen) Distributiepunten: Les 9 Slembieden elftest! Klein slem (6-bod: 12 slagen) Groot slem (7-bod: 13 slagen) Distributiepunten: Grote aantrekkingskracht premie: klein slem 500/750 groot slem 1000/1500 Wat is hiervoor nodig?

Nadere informatie

Martin en Henk Slagmolen

Martin en Henk Slagmolen Bridgeleerboek voor iedereen natuurlijk met Standaard Hoog DIDACTISCH MODEL, OPZET LESMETHODE en INHOUD VAN DE HOOFDSTUKKEN Martin en Henk Slagmolen 1 Opzet en didactisch model Doel Leerboek voor toekomstige

Nadere informatie

RECREANTENTORNOOI HALVE FINALE 9 MAART 2019

RECREANTENTORNOOI HALVE FINALE 9 MAART 2019 RECREANTENTORNOOI HALVE FINALE 9 MAART 2019 Spel 1 K Q 6 A J 3 J 10 5 3 8 3 2 J 4 3 2 Q 9 4 2 A K 6 Q J NOORD 1 NIEMAND A 9 5 K 6 5 7 4 2 K 10 9 7 10 8 7 10 8 7 Q 9 8 A 6 5 4 ACOL 1 pas 1ZT pas pas pas

Nadere informatie

Aan de hand van de gespeelde spellen kan de leraar het bieden speelonderwerp van de les nog even kort doornemen.

Aan de hand van de gespeelde spellen kan de leraar het bieden speelonderwerp van de les nog even kort doornemen. EE WOORD VOORAF Leer wedstrijdbridge is een speelcursus. Veel leerlingen zullen de stof uit het eerste cursusjaar nog niet echt in de vingers hebben. Doel in deze cursus is om ze zoveel mogelijk te laten

Nadere informatie

1. West Oost 2. West Oost In beide biedverlopen heeft West 2 kleuren: klaveren en harten

1. West Oost 2. West Oost In beide biedverlopen heeft West 2 kleuren: klaveren en harten Reverse bieden Iedereen heeft zijn mede-bridgers wel eens horen praten over een reverse zonder te begrijpen wat daar precies mee bedoeld wordt. Letterlijk betekent reverse : omgekeerd. Het gaat dus over

Nadere informatie

Herhaling: Een in een kleur opening

Herhaling: Een in een kleur opening Welkom bij les 8 Herhaling een in een kleur opening Herhaling bijbieden Herhaling opening 1Sa Herhaling Stayman conventie/jacoby caonventie Tussen bieden Openingen op 2 niveau. Biedoefeningen. Azen vragen

Nadere informatie

Het openingsbod. Het Project Biedermeijer Groen. Het Project Biedermeijer Groen: Eenvoudig en duidelijk bieden

Het openingsbod. Het Project Biedermeijer Groen. Het Project Biedermeijer Groen: Eenvoudig en duidelijk bieden Het Project Biedermeijer Groen Het Project Biedermeijer Groen: Eenvoudig en duidelijk bieden Klik hier voor de systeemkaart Biedermeijer Groen. Haat u ook die ellenlange besprekingen als u eens met een

Nadere informatie

Uitkomen en signaleren

Uitkomen en signaleren Uitkomen en signaleren Tegenspelen is wellicht het moeilijkste onderdeel van het bridgespel. De leider heeft het grote voordeel dat hij alle 26 kaarten van zijn partij ziet. Een tegenspeler moet zich redden

Nadere informatie

Oost A1064 West. HV6 A HV95 A75 Oost A HV6 8

Oost A1064 West. HV6 A HV95 A75 Oost A HV6 8 Kaartwaardering Sinds het begin van het bridgespel zijn er vele methoden van kaartwaardering ontworpen. Het huidige 4-3- 2-1 puntensysteem is al in 1915 door Bryan McCambell bedacht. Pas vele jaren later

Nadere informatie

Speelplan bij troefcontracten

Speelplan bij troefcontracten Speelplan bij troefcontracten Er valt veel te vertellen over het spelen van troefcontracten. Te veel voor een lesbrief als deze. Daarom wordt deze lesbrief beperkt tot enige algemene principes. Als u deze

Nadere informatie

BEGINNERSTEST BIEDEN

BEGINNERSTEST BIEDEN BEGINNERSTEST BIEDEN beginnerstest Pagina 1 BIEDEN ANTWOORDEN Spellen 1 a b c d H V 5 3 2 H B 3 4 3 7 6 A B 7 6 3 2 A 5 4 7 6 H 7 6 A H 5 4 H V B 8 A H 10 7 6 5 2 7 A V 5 4 H 5 4 3 B 4 Voor welke opening

Nadere informatie

Les 4. Antwoorden op Partners opening. vormgeving: Ton Walbeek. Ons antwoord op openingsbod partner

Les 4. Antwoorden op Partners opening. vormgeving: Ton Walbeek. Ons antwoord op openingsbod partner Les 4 Antwoorden op Partners opening vormgeving: Ton Walbeek Ons antwoord op openingsbod partner Resumé les 3 Troefcontract: Trek troef SA: ontwikkel lange kleur Slagen maken: - Incasseren - Ontwikkelen

Nadere informatie

Een combinatie van kaarten (meestal honneurs), waartussen er één ontbreekt noemt men een 'vork'. Een paar voorbeelden:

Een combinatie van kaarten (meestal honneurs), waartussen er één ontbreekt noemt men een 'vork'. Een paar voorbeelden: Snijden 1. De snit in zijn eenvoudigste vorm Eerst herhalen we even nog wat 'oude' stof over het snijden: 1) AV???? 32 In voorbeeld 1 is dit de positie van de schoppenkleur. De resterende negen kaarten

Nadere informatie

Bridge in een flits II (vervolgcursus)

Bridge in een flits II (vervolgcursus) Flits 2 Bridge in een flits II (vervolgcursus) 10 maandagavonden 19.30- ca 22.15 Docent : Maurice Peereboom mpeereboom@gmail.com Peersite.weebly.com BIC: peer57 (docent): Klas 315 ieuwe boeken Bridgeleerboek

Nadere informatie

Les 7. sprongherbiedingen. Les 7: Het doublet. doublet. Typen doubletten. Het Rode Kaartje. Elke sprong in SA Elke sprong in een nieuwe kleur

Les 7. sprongherbiedingen. Les 7: Het doublet. doublet. Typen doubletten. Het Rode Kaartje. Elke sprong in SA Elke sprong in een nieuwe kleur Les 7 Het Rode Kaartje X Reverse = Herbieding in een nieuwe kleur, die hoger is dan de openingskleur en op 2-hoogte geboden wordt zonder sprong 16-19 5-kaart 1 e kleur, 4-kaart 2 e kleur Partner mag niet

Nadere informatie

Ik kon het op een Klaverslagje niet bekijken

Ik kon het op een Klaverslagje niet bekijken Ik kon het op een Klaverslagje niet bekijken eekbulletin BC Klaverslag, nr. 22 (13 augustus 2013) Chris Frowein eer terug in De Haen waagden 15 paren zich aan omerdrive nr. 11. Langzaam neemt de deelname

Nadere informatie

Flits 1. Les 5 UITKOMEN /STRATEGIE

Flits 1. Les 5 UITKOMEN /STRATEGIE Flits 1 Les 5 UITKOME /STRATEGIE Partner opent met 1 of 1 2 / 6-9, minstens 3 kaart 3 / 10-11 idem 4 / 12+ idem Partner opent met 1 of 1 2 : 6-9 min. 6-kaart 2 : 6-9 min.4-kaart 3 : 10-11 min. 6-kaart

Nadere informatie

Voor de minder ervaren spelers

Voor de minder ervaren spelers Bron: Bridge Service.nl Voor de minder ervaren spelers Spel 1 A V 2 B 9 5 4 3 V 7 3 2 A H 3 A H 4 West start tegen jouw mooie 3SA-contract met 6. Hoe probeer je jouw contract te maken? Ik geef een overpeinzing.

Nadere informatie

Les 10. Hoog in de boom. Openingen op 2 niveau en hoger. vormgeving: Ton Walbeek. Die begint gelijk hoog

Les 10. Hoog in de boom. Openingen op 2 niveau en hoger. vormgeving: Ton Walbeek. Die begint gelijk hoog Les 10 Hoog in de boom 3 Openingen op 2 niveau en hoger vormgeving: Ton Walbeek Die begint gelijk hoog Flits 2 Sterke openingen 2SA : SA verdeling 20 22 punten 2 : andere verdelingen 20 + punten óf heel

Nadere informatie

Les 8. Tussenbieden. vormgeving: Ton Walbeek. lekker storen, het liefst met een sprong

Les 8. Tussenbieden. vormgeving: Ton Walbeek. lekker storen, het liefst met een sprong Les 8 Tussenbieden vormgeving: Ton Walbeek lekker storen, het liefst met een sprong Het Volgbod Met goede lange (5+) kaart en / of Met puntenkracht (zonder lengte: opening) Tussenbieden Waaromzou je het

Nadere informatie

Systeemkaart: Bridge Instuif de Vliegert

Systeemkaart: Bridge Instuif de Vliegert Systeemkaart: Bridge Instuif de Vliegert OPENEN OP ÉÉN-NIVEAU: Vanaf 12 punten (regel van 20) Langste kleur eerst Van twee of drie vierkaarten de laagste Van twee vijfkaarten de hoogste 1SA met 15-17 punten,

Nadere informatie

Les 9. Tom Tom (2) Conclusies trekken. leider. West Noord Oost Zuid pas pas 3 pas 3SA pas 4 pas pas pas A AV92 A654 V73 HVB B2

Les 9. Tom Tom (2) Conclusies trekken. leider. West Noord Oost Zuid pas pas 3 pas 3SA pas 4 pas pas pas A AV92 A654 V73 HVB B2 Tom Tom (2) vormgeving: Ton Walbeek Les 9 Hoofdstuk 10 kaartlezen bij afspel A V 8 2 10 4 3 A B 9 7 6 5 H 10 3 B 8 6 V 10 V 8 7 5 2 West oord Oost uid 1 1 1 Dbl 1 2 3 2 4 West start A, na( 4, 9 en 9).

Nadere informatie

Informatiedoublet en volg-sa

Informatiedoublet en volg-sa Informatiedoublet en volg-sa De partij die de bieding opent, heeft meestal een kleine voorsprong op de tegenpartij. De partner van de openaar beschikt direct over gerichte informatie. Bovendien neemt een

Nadere informatie

RECREANTENTORNOOI FINALE 23 MAART 2019

RECREANTENTORNOOI FINALE 23 MAART 2019 RECREANTENTORNOOI FINALE 23 MAART 2019 Spel 1 ª Q J 10 9 6 J 9 2 8 4 J 9 7 ª 8 5 A K Q 8 5 3 K 9 2 10 6 NOORD 1 NIEMAND ª 7 3 7 6 4 Q J 7 5 3 K Q 3 ª A K 4 2 10 A 10 6 A 8 5 4 2 ACOL 1 X pas 1ª 2 2ª 3

Nadere informatie

Type tussenbiedingen. De herbieding: Les 8 TUSSENBIEDEN. Terminologie. West Noord Oost Zuid. Volgbod op 1 niveau. Tussenbieden. West Noord Oost Zuid

Type tussenbiedingen. De herbieding: Les 8 TUSSENBIEDEN. Terminologie. West Noord Oost Zuid. Volgbod op 1 niveau. Tussenbieden. West Noord Oost Zuid De herbieding: Flits 1 Geef Kracht 12-14 15-17 18-19 en Verdeling SA 2kleuren 1kleur SA (4333, 4432,5332) herbieding: 12-14 of 18-19 (sprong) Kleurherhaling 6+ kaart 12-14 (2-niveau) 15-17 (3-niveau) 2-Kleurenspel

Nadere informatie

5. Het speelplan in troef. Leerboekjes op elk niveau CD s

5. Het speelplan in troef. Leerboekjes op elk niveau CD s 5. Het speelplan in troef Leerboekjes op elk niveau CD s Het Speelplan Na de uitkomst: Eérst nadenken : - bekijk dummy, - ga biedverloop na, - beoordeel uitkomst Maak dan een speelplan Speel dàn pas bij

Nadere informatie

Bridge in een flits II (vervolgcursus)

Bridge in een flits II (vervolgcursus) Flits 2 Bridge in een flits II (vervolgcursus) 10 donderdagavonden 19.30- ca 22.15 Docent : Maurice Peereboom mpeereboom@gmail.com Peersite.weebly.com BIC: peer57 (docent): Klas 293 Correcties boekje Blz.

Nadere informatie

5. Het speelplan in troef. Speelplan SA vs troef (1) 3 een verliezer wegwerken. Stap 1 SA-contract. Stap 1 troef-contract.

5. Het speelplan in troef. Speelplan SA vs troef (1) 3 een verliezer wegwerken. Stap 1 SA-contract. Stap 1 troef-contract. biedsituaties A B 5. Het speelplan in???? Bieden? Ja nee Partner heeft + Alleen met 8/9 pt Speelplan SA vs () Stap SA- Stap - a de uitkomst: Eerst nadenken : Het Speelplan bekijk dummy, ga biedverloop

Nadere informatie

Wat hebben we o.a. geleerd in bridgecursus 1

Wat hebben we o.a. geleerd in bridgecursus 1 Wim Sam Wat hebben we o.a. geleerd in bridgecursus 1 OPENEN OP ÉÉNNIVEAU: Vanaf 12 met een goed rebit, anders vanaf 13 punten (zie voorwaarden les 7) Langste kleur eerst Van 2 of 3 vierkaarten de laagste

Nadere informatie

Een bekend dilemma tijdens het bieden is of je wel of niet mag passen

Een bekend dilemma tijdens het bieden is of je wel of niet mag passen Voor de minder ervaren spelers Bieden is een vorm van communiceren. Waarbij het - net als in een gewoon gesprek - meestal vervelend wordt als je in herhaling valt. Maar minstens zo vervelend kan het zijn

Nadere informatie

1. Vijfkaart hoog. a. A V B 4 3 b. A B 7 6 c. A B 7 6 V B 4 3 A B 7 A B V B 4 H 9 5 V

1. Vijfkaart hoog. a. A V B 4 3 b. A B 7 6 c. A B 7 6 V B 4 3 A B 7 A B V B 4 H 9 5 V 1. Vijfkaart hoog In de beide voorgaande delen van Begin met Bridge is het openingsbod van 1 in een kleur besproken. Dit hoofdstuk beginnen we met een samenvatting van die afspraken. Vervolgens gaan we

Nadere informatie

Informatiedoublet en volg-sa

Informatiedoublet en volg-sa Bridgewijzer GRE 4 Informatiedoublet en volg-sa De partij die de bieding opent, heeft meestal een kleine voorsprong op de tegenpartij. De partner van de openaar beschikt direct over gerichte informatie.

Nadere informatie

Les 4. Gevolgen voor de bijbieder. Gestoord Biedverloop. niet hinderlijk. hinderlijk. Situatie na volgbod. kan geplande bod niet doen

Les 4. Gevolgen voor de bijbieder. Gestoord Biedverloop. niet hinderlijk. hinderlijk. Situatie na volgbod. kan geplande bod niet doen Tegenpartij biedt tussen Les 4 Gestoord Biedverloop A. Gevolgen voor bijbieder B. Gevolgen voor openaar Gevolgen voor de bijbieder Situatie na volgbod? niet Volgbod Opening kan geplande bod niet doen bied

Nadere informatie

Voor de minder ervaren spelers

Voor de minder ervaren spelers Voor de minder ervaren spelers Spel 1 H V 2 5 4 3 2 A 3 2 A H 7 6 5 B 3 A H 6 V B 4 Tegen jouw 4 -contract start west met V. Hoe probeer je je contract te maken? Ofwel: hoe probeer je het aantal mogelijke

Nadere informatie

De gevaarlijke hand. 1. Voorbeeld

De gevaarlijke hand. 1. Voorbeeld De gevaarlijke hand In deze lesbrief gaan we het hebben over de hand die u liever niet aan slag wilt laten komen, omdat die bijvoorbeeld door een honneur van u heen kan spelen. Dit speelt vooral een grote

Nadere informatie

Uitnemen. 1. Een voorbeeld ter verduidelijking

Uitnemen. 1. Een voorbeeld ter verduidelijking Uitnemen In de meeste gevallen zal het zo zijn dat het weinig zin heeft om na een manchebod van de tegenpartij nog door te bieden. e zullen gedoubleerd worden en veel down gaan. e kunnen meestal maar gewoon

Nadere informatie

Flits 2. Bridge in een flits-2

Flits 2. Bridge in een flits-2 Flits 2 Bridge in een flits-2 Flits 2 Les 7 HET RODE KAARTJE (Het doublet) doublet Actie Beschermend Competitief Coöperatief Herhaald Heropenings Informatief Lightner Manche-inviterend Negatief Optional

Nadere informatie

Speelplan bij troefcontracten

Speelplan bij troefcontracten Speelplan bij troefcontracten Er valt veel te vertellen over het spelen van troefcontracten. Te veel voor een lesbrief als deze. Daarom wordt deze lesbrief beperkt tot enige algemene principes. Als u deze

Nadere informatie

Het uitkomen wordt in deze les niet behandeld (zie hiervoor Biedermeijer Groen, lesbrief 7). We beperken ons in deze les tot het signaleren.

Het uitkomen wordt in deze les niet behandeld (zie hiervoor Biedermeijer Groen, lesbrief 7). We beperken ons in deze les tot het signaleren. Signaleren Tegenspelen is wellicht het moeilijkste onderdeel van het bridgespel. De leider heeft het grote voordeel dat hij alle 26 kaarten van zijn partij ziet. Een tegenspeler moet zich redden met zijn

Nadere informatie

1 of 1 : minimaal 5-kaart 1

1 of 1 : minimaal 5-kaart 1 De aanpak Les 3 AFSPELE pen met 12 punten of meer. Partner overweegt of een manche (25pt samen) mogelijk is (punten tellen) Ga op zoek naar een fit (samen tenminste 8 kaarten in een kleur) Speel met een

Nadere informatie

Beveren, 14 mei 2006 KAARTVERDELINGEN. Voorzien van korte commentaar. De hier weergegeven biedingen steunen op het biedsysteem

Beveren, 14 mei 2006 KAARTVERDELINGEN. Voorzien van korte commentaar. De hier weergegeven biedingen steunen op het biedsysteem Beveren, 14 mei 2006 KAARTVERDELINGEN Voorzien van korte commentaar De hier weergegeven biedingen steunen op het biedsysteem "ACOL" Dit kan bestudeerd worden in de leerboeken die door de VLAAMSE BRIDGE

Nadere informatie

Het bijbod van de antwoordende hand na een volgbod

Het bijbod van de antwoordende hand na een volgbod Het bijbod van de antwoordende hand na een volgbod Als partner opent is het natuurlijk prettig als we ongehinderd kunnen bieden. Vaak is dat echter niet het geval: de tegenstander achter de openaar doet

Nadere informatie

5. Het speelplan in troef. Speelplan SA vs troef (1) 3 een verliezer wegwerken. Stap 1 SA-contract. Stap 1 troef-contract.

5. Het speelplan in troef. Speelplan SA vs troef (1) 3 een verliezer wegwerken. Stap 1 SA-contract. Stap 1 troef-contract. biedsituaties A B 5. Het speelplan in???? Bieden? Ja nee Partner heeft + Alleen met 8/9 pt Speelplan SA vs () Stap SA- Stap - a de uitkomst: Eerst nadenken : Het Speelplan bekijk dummy, ga biedverloop

Nadere informatie

Afspel van SA-contracten 1

Afspel van SA-contracten 1 Bridgewijzer GRE 9 Afspel van SA-contracten 1 1. Richtlijnen speelplan SA-contracten Als we de richtlijnen voor het speelplan op een rijtje zetten, dan krijgen we het volgende overzicht: 1. tel uw zogenaamde

Nadere informatie

Les 8. Tussenbieden. vormgeving: Ton Walbeek. lekker storen, het liefst met een sprong

Les 8. Tussenbieden. vormgeving: Ton Walbeek. lekker storen, het liefst met een sprong Les 8 Tussenbieden vormgeving: Ton Walbeek lekker storen, het liefst met een sprong Terminologie West Noord Oost Zuid 1 1 1 2 openingsbod volgbod of tussenbod bijbod antwoord op volgbod Het bieden is een

Nadere informatie

Les 7: Het doublet. Elke sprong in SA Elke sprong in een nieuwe kleur. 1. Straf 2. Informatie. Sprong herbiedingen punten.

Les 7: Het doublet. Elke sprong in SA Elke sprong in een nieuwe kleur. 1. Straf 2. Informatie. Sprong herbiedingen punten. REVERSE Sprong herbiedingen Reverse = Herbieding in een nieuwe kleur, hoger dan de openingskleur op 2-hoogte geboden zonder sprong Elke sprong in SA Elke sprong in een nieuwe kleur 18-19 16-19 5-kaart

Nadere informatie

Kaartlees Oefeningen

Kaartlees Oefeningen 1. Punten tellen Bekijk eerst eens de Zuidhand en het biedverloop. Kaartlees Oefeningen Noord A 3 2 7 6 2 H B 9 8 6 3 2 Zuid 8 B 5 3 A 3 2 H 7 - - 1SA pas 2 * pas 2 2 pas pas pas * Jacoby Transfer West

Nadere informatie

Les 7. Tom Tom. West Noord Oost Zuid 1 pas 1 pas 1SA pas 3SA pas pas pas V B 2 H 7 V B H B 7 H A 7 A V 9 3 2

Les 7. Tom Tom. West Noord Oost Zuid 1 pas 1 pas 1SA pas 3SA pas pas pas V B 2 H 7 V B H B 7 H A 7 A V 9 3 2 Tom Tom Les 7 V B 2 H 7 V B 10 9 3 H B 7 H 8 4 9 6 5 A 7 A V 9 3 2 West oord Oost uid 1 1 1SA 3SA West begint met V, Je speelt H die de slag wint. 1. Hoeveel punten mis je, 14 hoe verdeeld? 2. Hoeveel

Nadere informatie

Beveren, 7 juni 2015 KAARTVERDELINGEN

Beveren, 7 juni 2015 KAARTVERDELINGEN Beveren, 7 juni 2015 KAARTVERDELIGE Voorzien van korte commentaar opgesteld door de Docentencommissie: François Casteels, Marleen Daenen, Leo Hellemans, Marc Van Uffelen, Patrick Vermael, Martijn Verstraelen

Nadere informatie

Les 10 -deel 1- Opening van 1SA hoe verder? Staymanconventie. vormgeving: Ton Walbeek. antwoorder: The captain

Les 10 -deel 1- Opening van 1SA hoe verder? Staymanconventie. vormgeving: Ton Walbeek. antwoorder: The captain Les 10 -deel 1- Opening van 1SA hoe verder? Staymanconventie vormgeving: Ton Walbeek antwoorder: The captain De captain Opening 1 SA Punten - 15, 16 of 17 verdeling - 4-3-3-3 - 4-4-3-2 - 5-3-3-2 Antwoordende

Nadere informatie

Communicatie. Zuid is leider in een SA-contract. 2 AH. Hoeveel slagen maakt de leider in dit eindspel? - - N. Dat hangt af van wie er aan slag is!

Communicatie. Zuid is leider in een SA-contract. 2 AH. Hoeveel slagen maakt de leider in dit eindspel? - - N. Dat hangt af van wie er aan slag is! Communicatie Een essentieel onderdeel van het bridgespel is het maken van zoveel mogelijk slagen. Aangezien deze slagen vaak verdeeld zijn over de beide partners zijn er soms problemen om de afzonderlijke

Nadere informatie

Ik kon het op een Klaverslagje niet bekijken

Ik kon het op een Klaverslagje niet bekijken Ik kon het op een Klaverslagje niet bekijken eekbulletin BC Klaverslag, nr. 58 (2 september 2014) Chris Frowein Een nieuw seizoen met nieuwe kansen. Gisteravond even topintegraal inspelen met 29 paren,

Nadere informatie

Les 11. Hoog in de boom. Openingen op 2 niveau en hoger. vormgeving: Ton Walbeek. Die begint gelijk hoog

Les 11. Hoog in de boom. Openingen op 2 niveau en hoger. vormgeving: Ton Walbeek. Die begint gelijk hoog Les 11 Hoog in de boom 3 Openingen op 2 niveau en hoger vormgeving: Ton Walbeek Die begint gelijk hoog SA-biedingen SA-verdeling 4-3-3-3 4-4-3-2 5-3-3-2 12-14 pnt 15-17 pnt 18-19 pnt 20-22 pnt 1 1SA 1

Nadere informatie

Negatief doublet. 1. Voorgeschiedenis. 2. Negatief Doublet

Negatief doublet. 1. Voorgeschiedenis. 2. Negatief Doublet egatief doublet 1. Voorgeschiedenis In één van de eerste cursussen hebt u geleerd dat uw bieden verstoord kan worden door het tegenbieden. Meestal werd dat geïllustreerd met de volgende oosthand: est oord

Nadere informatie

De biedingen. bv West Noord Oost Zuid. tweede bijbod. herbieding

De biedingen. bv West Noord Oost Zuid. tweede bijbod. herbieding De biedingen openingsbod bijbod bv West Noord Oost Zuid pas? 1 pas 2 herbieding tweede bijbod 2 Samen minder dan 25 punten: pas Samen misschien 25 punten: inviterend Samen zeker 25 punten: manche Puntenranges

Nadere informatie

Analyseren (Inzicht) Tellen. Goed af- en tegenspel : Cursus Flitsend Spelen. Honneurpunten. Handverdeling. Vaste Slagen

Analyseren (Inzicht) Tellen. Goed af- en tegenspel : Cursus Flitsend Spelen. Honneurpunten. Handverdeling. Vaste Slagen Cursus Flitsend Spelen Goed af- en tegenspel : Site: Peersite.weebly.com (powerpoint) Berust niet zozeer op een perfecte beheersing van de speeltechniek Maar op de manier van denken: Het vormen van een

Nadere informatie

Les 6. De herbieding van de openaar. vormgeving: Ton Walbeek. het biedgesprek voortzetten

Les 6. De herbieding van de openaar. vormgeving: Ton Walbeek. het biedgesprek voortzetten Les 6 De herbieding van de openaar het biedgesprek voortzetten vormgeving: Ton Walbeek To bid or not to bid (1) Wat belooft Noord? hartenfit 6-9 punten Manche kansen? Nee Bieding Zuid? pas W N O Zuid gelimiteerd

Nadere informatie

Les 8. Het rode kaartje. vormgeving: Ton Walbeek

Les 8. Het rode kaartje. vormgeving: Ton Walbeek Les 8 Het rode kaartje vormgeving: Ton Walbeek Doublet Hoeveel slagen voor West? 4 - A en A - 2 troefslagen Bieding West? X West N O Z A 7 2 V B T 9 9 5 2 A 7 2 1 pas 3 pas 4 pas pas Doublet? dbl Primaire

Nadere informatie

Basis Afspeeltechniek. Clinic 12 maart 2018 Wouter Fitski

Basis Afspeeltechniek. Clinic 12 maart 2018 Wouter Fitski Basis Afspeeltechniek Clinic 12 maart 2018 Wouter Fitski Vandaag Speelplan Sans Ophouden Positionele stoppers de gevaarlijke hand Entrees en deblokkeren Spelen spellen 1-6 en nabespreken Troefcontracten

Nadere informatie

Theorie Preëmptief bieden 24 april 2013

Theorie Preëmptief bieden 24 april 2013 Theorie Preëmptief bieden 24 april 2013 Dennis Stuurman Waarom preëmptief bieden We hebben geleerd dat een opening op 3-niveau een 7-kaart belooft met minder dan openingskracht. We bieden op 3-niveau omdat

Nadere informatie

Les 6- Prioriteiten. Het aangeven van de kracht. Het aangeven van de verdeling. De herbieding. Minimum: Medium:

Les 6- Prioriteiten. Het aangeven van de kracht. Het aangeven van de verdeling. De herbieding. Minimum: Medium: Taak van de herbieding: Het aangeven van de kracht Les 6- Prioriteiten Het aangeven van de verdeling De herbieding De kracht van een hand (opening 1-niveau: 12-19) Minimum: 12-14 SA verdeling Eén Vier

Nadere informatie

Les 5. Plan B. vormgeving: Ton Walbeek

Les 5. Plan B. vormgeving: Ton Walbeek Les 5 Plan B vormgeving: Ton albeek Speelplan SA vs troef (1) Stap 1 SA-contract Stap 1 troef-contract vaste slagen tellen verliezers tellen werkt niet in troef-contract Speelplan SA vs troef (2) Vaste

Nadere informatie

DOCENTENHANDLEIDING BERRY S VIJFKAART HOOG INHOUDSOPGAVE. Les 1... 3. Les 2... 9. Les 3... 15. Les 4... 21. Les 5... 27. Les 6...

DOCENTENHANDLEIDING BERRY S VIJFKAART HOOG INHOUDSOPGAVE. Les 1... 3. Les 2... 9. Les 3... 15. Les 4... 21. Les 5... 27. Les 6... DOCETEHADLEIDIG BERRY S VIJFKAART HOOG IHOUDSOPGAVE Les 1... 3 Les 2... 9 Les 3... 15 Les 4... 21 Les 5... 27 Les 6... 33 1 2 LES 1 Hamvraag bij deze cursus is natuurlijk waarom leerlingen moeten overstappen

Nadere informatie

alternatieve troefkleur voorgesteld worden) 3 : positief antwoord, fit en je ziet meer dan 1 slag, m.a.w. er zijn misschien mogelijkheden.

alternatieve troefkleur voorgesteld worden) 3 : positief antwoord, fit en je ziet meer dan 1 slag, m.a.w. er zijn misschien mogelijkheden. 1 De klassieke sterke 2-openingen 2 / / beloven een goede 8 à 9 slagen en MINSTENS een VIJFKAART. Partner mag hierop niet passen. Indien partner echt niets heeft dan vervangt het 2SA-bod het pas-kaartje.

Nadere informatie

Korte kleuren B.C. t Onstein

Korte kleuren B.C. t Onstein Korte kleuren B.C. t Onstein door Richard Ritmeijer 31 mei 2017 Mijn stelling van vandaag: Het bieden van korte kleuren is nuttig bij het inviteren voor: - (scherpe) manches - (scherpe) slems Je kunt korte

Nadere informatie

Les 3. Huiswerkopgave 2. De discard. Nono (1) A B H V B H 7 6 A 8. pas. pas V 10 5 A 9 5 A V N W O Z leider

Les 3. Huiswerkopgave 2. De discard. Nono (1) A B H V B H 7 6 A 8. pas. pas V 10 5 A 9 5 A V N W O Z leider Huiswerkopgave 2 De discard vormgeving: Ton Walbeek Les 3 3 West oord Oost uid 2SA West start B, voor V uid. uid dan H en naar B 1SA A B 9 4 3 H V B H 7 6 A 8 V 10 5 A 9 5 A 5 4 3 V 10 4 1. Hoeveel punten

Nadere informatie

SNIJDEN. Maar welke snit moet je nemen? Of, moet je wel een snit nemen?

SNIJDEN. Maar welke snit moet je nemen? Of, moet je wel een snit nemen? SNIJDEN Maar welke snit moet je nemen? Of, moet je wel een snit nemen? 3SA door zuid Je hebt acht slagen van top en de klaverenkleur biedt voldoende mogelijkheden een extra slag te ontwikkelen. Toch is

Nadere informatie

Ik kon het op een Klaverslagje niet bekijken

Ik kon het op een Klaverslagje niet bekijken Ik kon het op een Klaverslagje niet bekijken Bulletin BC Klaverslag, nr. 134 (10 januari 2017) Chris Frowein Veel mooie spellen weer gisteravond, die veel beoordelingsvermogen en creativiteit vereisten.

Nadere informatie

Opgave 2 West Noord Oost Zuid 1SA 2 3SA pas H 4 pas pas N W O A H B 10 9 Z dummy 4 wordt gelegd? En welke bij H?

Opgave 2 West Noord Oost Zuid 1SA 2 3SA pas H 4 pas pas N W O A H B 10 9 Z dummy 4 wordt gelegd? En welke bij H? Opgave 1 West Noord Oost Zuid 7 5 1 A H 8 6 4 pas 1SA pas 2 H 3 pas 2 pas?? A V 9 2 Wat biedt u? A. pas B. 2 C. 2 D. 2SA E. 3 Oplossing A. pas 3 punten B. 2 0 punten C. 2 4 punten D. 2SA 0 punten E. 3

Nadere informatie

Les 1. Een man met een plan in een SA-contract. vormgeving: Ton Walbeek

Les 1. Een man met een plan in een SA-contract. vormgeving: Ton Walbeek Les 1 Een man met een plan in een SA-contract vormgeving: Ton Walbeek Een man met een plan Doel bij bridge is: zoveel mogelijk slagen maken Meeste succes met een plan Stap voor stap een speelplan maken!

Nadere informatie

Flits 2. Noord West Noord Oost Zuid 1 pas 2 pas?? A H V 9 2 H 6 B 8 3 2SA

Flits 2. Noord West Noord Oost Zuid 1 pas 2 pas?? A H V 9 2 H 6 B 8 3 2SA QUIZ Noord West Noord Oost Zuid 1 2?? 8 4 2 A H V 9 2 H 6 B 8 3 2SA Noord West Noord Oost Zuid 1 1 2?? A V 7 2 8 4 H B 9 3 10 7 6 2SA Noord West Noord Oost Zuid 1 1 1?? H 8 7 2 A B 7 2 8 A 9 3 2 4 Noord

Nadere informatie

De voorbeelden 6, 9 en 8 worden besproken, waarna de docent alles nog eens samenvat. West Oost 1 SA??

De voorbeelden 6, 9 en 8 worden besproken, waarna de docent alles nog eens samenvat. West Oost 1 SA?? Docentenhandleiding bij Na de Finish 1. Jacoby Transfers voor de hoge kleuren Deze eerste les gaat over de Jacoby Transfers, een onderwerp waarover de cursisten al veel hebben gehoord. De docent vertelt

Nadere informatie

A 5 4 pas pas pas V

A 5 4 pas pas pas V Opgave 1 West oord Oost uid V 1 A 10 7 5 2 1 2 V 10 3 3?? A H 8 6 Wat biedt u? A. 3 B. 3SA C. 4 D. 4SA E. 5 A. 3 0 punten B. 3SA 3 punten C. 4 4 punten D. 4SA 5 punten E. 5 2 punten Om goed te kunnen reageren

Nadere informatie

Uitnemen. 1. Een voorbeeld ter verduidelijking

Uitnemen. 1. Een voorbeeld ter verduidelijking Uitnemen In de meeste gevallen zal het zo zijn dat het weinig zin heeft om na een manchebod van de tegenpartij nog door te bieden. We zullen gedoubleerd worden en veel down gaan. We kunnen meestal maar

Nadere informatie

Opgave 2 West Noord Oost Zuid 1SA 2 3SA pas H 4 pas pas N W O A H B 10 9 Z 8 5 2

Opgave 2 West Noord Oost Zuid 1SA 2 3SA pas H 4 pas pas N W O A H B 10 9 Z 8 5 2 Opgave 1 West oord Oost uid 7 5 1 A H 8 6 4 1SA 2 H 3 2?? A V 9 2 Wat biedt u? A. B. 2 C. 2 D. 2SA E. 3 Te verdienen punten 5, 4, 3, 0, 0 Opgave 2 West oord Oost uid 1SA 2 3SA H 4 7 6 3 W O A H B 10 9

Nadere informatie

Leuk, Leuker, Bridge!

Leuk, Leuker, Bridge! Leuk, Leuker, Bridge! Gratis e-mail bridgecursus voor beginners Speciaal opgezet voor iedereen die: - ingewikkelde spelregels háát, - denkt dat een kaartspel helemaal niet leuk is, - niet alle kaarten

Nadere informatie

Beveren, 17 mei 2009 KAARTVERDELINGEN

Beveren, 17 mei 2009 KAARTVERDELINGEN Beveren, 17 mei 2009 KAARTVERDELIGE Voorzien van korte commentaar pgesteld door de Commissie Leraars: François Casteels, Leo Hellemans, Eric Smets André Tiebos, Marc Van Uffelen, De hier weergegeven biedingen

Nadere informatie

Volgbiedingen. 1. Een volgbod in een kleur zonder sprong

Volgbiedingen. 1. Een volgbod in een kleur zonder sprong Volgbiedingen De partij die de bieding opent, heeft meestal een kleine voorsprong op de tegenpartij. De partner van de openaar beschikt direct over gerichte informatie. Bovendien neemt een opening, hoe

Nadere informatie

Bridgecursussen in seizoen

Bridgecursussen in seizoen Bridgecursussen in seizoen 2018 2019 Startersbridge. Start 25 september 2018 Locatie: De Bongerd, Doetinchem Wekelijks op dinsdagavond 19.30 ca 22.00 uur Kosten 85,-- inclusief boek en lesmateriaal. Deze

Nadere informatie

Voor de minder ervaren spelers

Voor de minder ervaren spelers Bron: Bridge Service.nl Voor de minder ervaren spelers Voor welke vier eerste biedingen kies je met de gegeven zuidhand? Spel West Noord Oost Zuid Zuidhand 1 -- 1 pas?? 4 2 V B 6 5 H 9 8 4 3 2 -- 1 pas??

Nadere informatie

U I T T R E K S E L S U I T 5 J A A R B R I D G E B E T E R (gevorderden)

U I T T R E K S E L S U I T 5 J A A R B R I D G E B E T E R (gevorderden) U I T T R E K S E L S U I T 5 J A A R B R I D G E B E T E R (gevorderden) Tip: Met een gepaste hand toont een sprongantwoord in een nieuwe kleur een maximale pas (10/11 punten) met een vijfkaart in de

Nadere informatie

Voor de minder ervaren spelers

Voor de minder ervaren spelers Bron: Bridge Service.nl Voor de minder ervaren spelers Biedvraag Voor welk bod kies je in je 2e beurt met de gegeven oosthand? West 2 3 Oost 2 Oosthand V 7 6 5 A 9 8 7 3 7 4 2 9 Ik geef een overpeinzing!

Nadere informatie

Les 8 Hoofdstuk 9. Tegenspel troef. N W O Z leider. kansen en valkuilen

Les 8 Hoofdstuk 9. Tegenspel troef. N W O Z leider. kansen en valkuilen Les 8 Hoofdstuk 9 Tegenspel troef leider kansen en valkuilen B973 632 9874 65 est oord ost uid 1 1SA doublet 2 2 3 V4 AVB1087 B6 AH2 est start A, vervolgt met H en ruiten voor V van ost, door uid getroefd.

Nadere informatie