- Beklim nooit de bovenste 3 treden.

Transcriptie

1 LADDERS Staat van de ladder. Slechte ladder - Ladder gebruiken aangepast aan het werk. - Voldoende stevige ladder gebruiken. - Goed onderhouden ladder gebruiken. - De ladder op de correcte manier gebruiken. - Gelijke afstand tussen de sporten over de volledige lengte van de ladder ( afstand tussen de sporten = 25 à 30 cm, gemeten van as tot as ) - Geen ladder gebruiken waarvan een sport ontbreekt, gebroken, gekloven is of los staat ). - Ronde sporten mogen niet kunnen ronddraaien in de ladderbomen. Opstelling van de ladder. Slecht materiaal Slechte plaatsing - Materialen van goede hoedanigheid, in volmaakte staat van bewaring en zonder enig gebrek waardoor hun weerstand zou kunnen verminderen. - Gekeurde ladder aankopen ( VGS label, CE-markering ) - Indien de ladder gebreken vertoont de ladder onmiddellijk vervangen. - Wegschuiven van de ladder - De steunvlakken van de ladderbomen voorzien van antislipschoenen. - Waar de ladder op de grond staat vastleggen of vast verankeren aan de grond. 1. Dmv.grondpennen. 2. Dmv. stabilisator. - Waar de ladder tegen de muur steunt: 1. dmv. haken vast leggen aan bv. de goot, 2. dmv. permanente of voorlopige verakeringen vastleggen, 3. dmv.basisverbredingen het steunvlak vergroten. - De ladder opstellen volgens de juiste helling. Ideaal = 1/4 van de hoogte of m uitsteek boven het te bereiken vlak.

2 LADDERS - Bij meer dan 25 sporten de ladder bovenaan vastmaken. - Bij een schuifladder: min. 1 m overlapping van beide laddergedeelten. - Bij een dubbele ladder met een ketting of starre verbinding de spreidstand beveilingen tegen uit elkaar schuiven. - Omkantelen van de ladder. - De ladder opstellen op een voldoende stevig steunvlak. - De ladder bovenaan vastleggen. Defecten aan de ladder. Slecht onderhoud van de ladder. - De ladder regelmatig onderwerpen aan een visuele controle dmv. een checklist. - Bij slechte weersomstandigheden de ladder regelmatig schoonmaken. - Bij vervuiling, vb. olie, de ladder onmiddellijk schoonmaken. - De ladder tijdens het gebruik behandelen met de nodige zorg. - De ladder op een correcte manier opbergen. Gebruik van de ladder. Juist gebruik van de ladder. - Het beklimmen en afdalen met je gezicht naar de ladder. - Gebruik beide handen. Hou je vast aan de ladderbomen en niet aan de sporten. Steeds 3 steunpunten: x 1 hand + 2 voeten, x 2 handen + 1 voet. - Draag je werktuigen niet in je hand maar berg ze op in een heupgordel of een bak met schouderbeugel. - Houd het zwaartepunt van je lichaam binnen de ladderbomen. - Indien beide handen nodig zijn om werken uit te voeren draag een veiligheidsharnas vastgehecht aan een vast verankeringspunt. - Werk op een ladder niet met werktuigen zoals boormachines, beitels enz. - Beklim nooit de bovenste 3 treden.

3 LADDERS - Verzeker je ervan dat niemand tegen je ladder kan lopen. - Klim nooit met 2 personen tegelijk op de ladder. - Spring nooit van een ladder. - Kijk bij het afdalen en alvorens een voet op de grond te neer te zetten of er geen voorwerp is neergelegd dat een val zou kunnen veroorzaken. - Laat een ladder nooit tegen een raam rusten. Verplaatsen van de ladder Slecht gebruik van de ladder. - Bij het verplaatsen van de ladder de voorzijde zo dicht mogelijk bij de grond houden. - Lange ladders steeds met 2 personen dragen. - Let op bij het verplaatsen van de ladder op hindernissen in de hoogte. - Gebruik een ladder enkel waarvoor hij is geschikt. - Gebruik een ladder niet als werkvloer of loopbrug. - Indien men zich bij de werkzaamheden niet kan vasthouden, gebruik dan een ander hulpmiddel bv een stelling. - Een ladder enkel gebruiken voor werken van korte duur.

4 PERSOONLIJKE VALBEVEILIGING ( PBM ) - Aankoop - Niet genoeg informatie verzameld. - Informeer steeds voor de aankoop van een PBM welk type het beste geschikt is voor het uit te voeren werk. - Raadpleeg voor het eerste gebruik de handleiding. - Geef het personeel de nodige opleiding over het gebruik en onderhoud ervan. - Val van de persoon. - Niet juist gebruiken van het PBM. - Gebruik geen andere onderdelen, dan dewelke zijn aangekocht met het PBM. - De gebruiker van de nodige informatie voorzien. - Een valbeveiliging enkel gebruiken voor een mogelijke val > 2 m. - Valhoogte beperken tot 0,60m, 1m of 1,50m naargelang de vanglijn. - Pas de valbeveiliging aan naar de gebruiker. - Controleer steeds of bij een mogelijke val, de valweg vrij is van obstakels. - Aanhechtingspunt faalt. - Controleer steeds het aanhechtingspunt alvorens de de valbeveiliging aan te haken. - Nooit aan een punt bevestigen dat zich lager bevindt dan de persoon. - Falen van een onderdeel van de valbeveiliging. - Controleer regelmatig de gespen en andere regelmogelijkheden. - Voor en na elk gebruik de toestand van de banden en stiksels controleren. - Herstellingen steeds laten uit voeren door een bevoegd persoon. - Slecht onderhoud. - Bevuilde gordels-harnassen reinigen met het geschikte reinigingsmiddel. Laten drogen in verluchte, donkere niet al te warme ruimte. - Na zware val het PBM niet meer gebruiken.

5 PERSOONLIJKE VALBEVEILIGING ( PBM ) - Transporteer en stockeer het PBM in zijn verpakking. - Gebruik het PBM niet langer dan 5 jaar. - Laat het PBM keuren: 1. Voor het in dienst te stellen. 2. Ten minste jaarlijks. 3. Telkens de gordel een persoon tijdens een val heeft tegengehouden. - Bevestiging vallijn. - Maak de vanglijn of touwen nooit vast rond scherpe kanten. Gebruik steeds de daarvoor voorziene middelen. - Laat de vanglijn of het touw nooit rusten op scherpe voorwerpen.

6 Hoogwerker Bodemgesteldheid. Niet inspecteren van de werkplek - Uitvoeren van prejobanalyse. - Ervaring/inzetten van gekwalificeerd personeel. - Leggen van steunplaten ( vergroten van draagkracht ). - Gebruik van rijplaten. - Volgen van instructie: proefopstelling maken. Toegang tot de werkplek - Werkplek niet bereikbaar/obstakels - Uitvoeren van prejobanalyse. - Gebruik van rijplaten. - Begeleiding vragen. - Gebruik maken van andere methodes naargelang de omstandigheden. Verplaatsen en opstellen - Verkeersincidenten. - Defensief rijden: opleiding chauffers. van de hoogwerker. - Niet functioneren van de hoogwerker - Interventie van contractuele hersteldienst. 1. Technisch defect - Raadplegen van handleiding. 2. Onvoldoende kennis - Volgen instructies bij noodsituaties. - Checkingen en keuringen - Moeilijke horizontaalstelling. - Onderstutten van de poten. - Opblokken om horizontaal niveau te krijgen. - Waterpas op de hoogwerker. - Ongevallen ten gevolge van slechte signalisatie. - Zwaailichten. - Signalisatie/borden. - Aanvraag van vergunning om werken te mogen uitvoeren. - Verkeer laten regelen door bevoegde instantie ( politie ). - Beschadiging hoogwerker of omgeving / - Bediening voor uitschuiven van poten aan weerszijden van de vrachtwagen ( in voorkomend geval ). - Bevoegd/gekwalificeerd/gemotiveerd personeel/ ervaring.

7 Hoogwerker - Vallen van personen: 1. Vrachtwagencabine - Instructies: in- en uitstappen van vrachtwagencabine. 2. Chassis - Instructie: werken op hoogte. 3. Begane grond - Orde en netheid op de werkplaats. Werken met hoogwerker - Beschadiging van de hoogwerker/vrachtwagen/ - Inzicht/motivatie/voorzichtigheid. omgeving. - Prejobanalyse. - Bevoegd/gekwalificeerd/gemotiveerd personeel/ervaring. - Dodemansbediening. - Noodstop. - Radiusbeveiliging. - Beveiliging werkbereik. - Wegzakken van de poten. - Inzicht van de voerder. - Betere opstelling. - Leggen van steunplaten. - Drukaftasting in steunpoten. - Prejobanalyse. - Ongevraagde bewegingen. - Dodemansbediening. - Noodstop. - Radiusbeveiliging. - Beveiliging werkbereik. - Volgen instructie: noodsituaties. - Interventie van contractuele hersteldienst. - Preventief onderhoud. - Vallen van personen. - Verplicht dragen van de gordel in de hoogwerker/ reling sluiten. - Verwijderen van sneeuw, ijs, olie en hindernissen alvorens de hoogwerker te betreden/reinigen van de hoogwerker/antislipvloer - Instructie: werken op hoogte 1. Niet onnodig over chassis lopen 2. Trapje in veiligheidskleuren met handgreep

8 Hoogwerker - Juiste werkhouding/positie. - Instructie: in- en uitstappen in de korf van de begane grond. - Verwonden van personen - Kijk goed rond alvorens de hoogwerker in beweging te zetten/werkomgeving verkennen. - Goede manipulatie. - Vallen van voorwerpen. - Opstaande rand korf/gebruik materiaaletuis. - Afbakenen werkplek. - Dragen van een helm in de nabijheid van de korf. - Overbelasting van de gewichtscapaciteit in - Afbakenen van het werkterrein. de korf. - Vermelding op de korf. - Bevoegd/gekwalificeerd personeel - Geen lasten hijsen of heffen aan de arm. - Overdrukventiel plaatsen. - Uitvallen van de motor. - Gebruik van noodbediening mogelijk. - Volgen instructie: noodsituaties. - Abnormale werking van de hoogwerker en - Goede manipulatie van de hoogwerker/vrachtwagen. vrachtwagen. - Gemotiveerd personeel. - Volgen instructie: noodsituaties. - Raadplegen van de handleiding. - Melding op evaluatiedocument/dagevaluatie. - Knelgevaar. 1. Gaten in arm. - Bevoegd/gekwalificeerd personeel. 2. Arm-omgeving. - Geen personeel in het bereik van de draaitoren. 3. Korf-omgeving. - Niet werken aan in beweging zijnde delen. 4. Vrachtwagen-omgeving. - Werkomgeving verkennen en afbakenen. - Binnenregeling in kooi.

9 Hoogwerker - Electrocutie. - Aardingskabel voor afvloeien van statische electriciteit. - Niet werken aan onder spanning staande delen. - Verkennen van de omgeving/afbakening werkterrein. - Olieverlies. 1. Leidingen. - Indijken/dichten van lekken. 2. Schuine opstelling. - Regelmatig, preventief onderhoud. - Horizontale opstelling van de hoogwerker: juiste werkmethode en gebruik waterpas. - Melding/interventie contractuele hersteldienst. - Gebruik milieukit. - Omkantelen van de hoogwerker: 1. Slechte manipulatie. - Beveiliging van uitschuiven van de arm. 2. Beveiliging stuk. - Volgen instructie: noodsituaties. 3. Overbelasting. - Raadplegen van de handleiding. 4. Aanrijding. - Interventie van contractuele hersteldienst/regelmatig 5. Ondergrond. onderhoud. 6. Technisch deffect. - Afbakening van het werkterrein. - Gemotiveerd/gekwalificeerd personeel. - Verkennen van de omgeving. - Prejobanalyse. Beëindigen van de werken - Hoogwerker kan niet opgeplooid worden. - Bevoegd:gekwalificeerd personeel. - Volgen instructie: noodsituaties. - Raadplegen van handleiding. - Interventie van contractuele hersteldienst. - Noodafdaalprocedure. - Inschuiven van de poten: knelgevaar. - Omgeving verkennen. - Afbakenen werkplek. - Bediening steunpoten aan beide zijden van de wagen. - Vallen van materiaal. - Vastleggen van het materiaal. - Alles uit de korf verwijderen.

10 Hoogwerker - Vallen van personen. 1. Vrachtwagencabine. - Instructies: in- en uitstappen van vrachtwagencabine. 2. Chassis - Instructie: werken op hoogte. 3. Begane grond. - Orde en netheid op de werkplaats. - Verlaten van het werkterrein. 1. Beschadiging bodem/weg. - Leggen van platen: aangepaste machines. 2. Voorwerp tussen wielen. - Gekwalificeerd/gemotiveerd personeel. 3. Zwerfafval. - Prejobanalyse. 4. Gemorste olie. - Inspectie hoogwerker/terrein. 5. Obstakels.