Inspectierapport De Kleine Villa (BSO) Koopsdijk 1b 7241 RE LOCHEM Registratienummer

Transcriptie

1 Inspectierapport De Kleine Villa (BSO) Koopsdijk 1b 7241 RE LOCHEM Registratienummer Toezichthouder: GGD Noord en Oost Gelderland In opdracht van gemeente: Lochem Datum inspectie: Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport:

2 Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 6 Ouderrecht... 7 Inspectie-items... 8 Gegevens voorziening Gegevens toezicht Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum van 11

3 Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing Buitenschoolse opvang De Kleine Villa (Bosvilla) maakt onderdeel uit van een kinderopvangorganisatie met twee kinderdagverblijven en een gastouderbureau. De BSO is gevestigd in de kantine van de Lochemse hockeyclub. De locatiemanager is verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken op deze locatie. Inspectiegeschiedenis: BSO De Kleine Villa is geopend in : onderzoek na registratie, tekortkomingen geconstateerd. 2014: jaarlijks onderzoek, tekortkomingen voorgaande inspectie zijn hersteld. Tekortkomingen geconstateerd op het domein ouderrecht: De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag van ouders wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag oudercommissie wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven Voortgang: Tijdens de huidige inspectie wordt voldaan aan alle onderzochte kwaliteitseisen. De overtredingen uit de voorgaande inspectie zijn daarmee hersteld. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 11

4 Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: waarborging emotionele veiligheid ontwikkeling van persoonlijke competentie ontwikkeling van sociale competentie overdracht van normen en waarden Om een helder beeld te krijgen van beleid, visie en praktijk is een observatie uitgevoerd. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie pedagogische praktijk 4-12 jaar. Pedagogische praktijk De praktijkobservatie is uitgevoerd op 10 november Kinderen zitten aan tafel. Na het eetdrinkmoment gaan er kinderen buiten spelen. De kinderen gaan tussendoor in tweetallen chocola maken met een beroepskracht in de keuken. Het volgende is onder andere geobserveerd ten aanzien van de pedagogische basisdoelen (waarbij de schuingedrukte tekst uit het veldinstrument is overgenomen en de tekst daarna een uitwerking daarvan is in zoals deze is geobserveerd in de praktijk): Zorg dragen voor het waarborgen van emotionele veiligheid Kinderen hebben vaste beroepskrachten en bekende leeftijdsgenootjes om zich heen: De groep is stabiel. De meeste kinderen komen op dezelfde dagen naar de BSO, waardoor de groepssamenstelling vrijwel altijd hetzelfde is. De ene beroepskracht is altijd aanwezig als de BSO is geopend. De andere beroepskracht is sinds kort als tweede beroepskracht aanwezig op de groep. Ze is goed op de hoogte van de afspraken en omgangsvormen. De beroepskrachten overleggen over de middag, wie waarvoor verantwoordelijk is. Zorg dragen voor de mogelijkheid om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen Kinderen hebben de mogelijkheid om (leer)ervaringen op te doen dankzij de groep, spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting: De opvang vindt plaats in de kantine van een sportvereniging. De beroepskrachten zorgen ervoor dat de ruimte geschikt wordt gemaakt voor de BSO. Hiervoor is een actieplan voordat de BSO start. Zo worden er kleedjes over de tafel gelegd en de knutselkast is geopend. Ook is er altijd een activiteit die wordt aangeboden. Op de dag van inspectie kan er chocolade worden gemaakt door de kinderen. Alle kinderen dien hieraan mee. In tweetallen mogen zij in de keuken bij de beroepskracht komen. Er is vloeibare chocolade, die door de kinderen wordt geroerd en in diverse vormpjes wordt gegoten, vervolgens gaat het in de diepvries. Een kind vraagt zich af hoe het chocolade wordt. De beroepskracht legt het proces uit en zegt:'...want als wat gebeurt er met chocolade als het afkoelt?' Het kind zegt,: Dan wordt het hard'. 'Inderdaad'. Zorg dragen voor de mogelijkheid om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen De kinderen maken onderdeel uit van de groep: Een aantal jongens is buiten aan het spelen. Eerst met de bal en later zijn ze op de speeltoestellen aan het spelen. De jongens verschillen in leeftijd. Het is duidelijk dat ze samen plezier hebben. De beroepskracht vertelt dat de jongens veel samen spelen. Juist het leeftijdsverschil draagt er aan bij dat het harmonieus verloopt. Eén van de grotere jongens ontfermt zich over het jongste kind. Hij vindt het geweldig om 'de oudere' te zijn en voelt zich verantwoordelijk. 4 van 11

5 Zorg voor de overdracht van normen en waarden Oefenen van gedeelde verantwoordelijkheid en respectvol samenzijn: Afspraken en regels zijn duidelijk. Als kinderen over de trapleuning heen klimmen en via een bankje naar beneden gaan, zegt de beroepskracht: ; Dames ga eens via de gewone weg' De kinderen kijken om. De beroepskracht zegt: 'X. Is dat de gewone weg? Het kind zegt: 'nee' en neemt vervolgens de trap. Ook ten aanzien van het buiten spelen zijn afspraken. De kinderen kennen de regels. Als er toch een bal op het dak beland, zegt de beroepskracht dan ook: '...en daarom mogen we hier niet met de bal...'. Conclusie: Op buitenschoolse opvang De Kleine Villa wordt voldaan aan de kwaliteitseisen met betrekking tot de pedagogische praktijk. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten) Observaties Pedagogisch beleidsplan Pedagogisch werkplan 5 van 11

6 Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Van de beroepskrachten die werkzaam zijn tijdens het inspectiebezoek, is vastgesteld dat zij in het bezit zijn van een passende beroepskwalificatie. Passende beroepskwalificatie Van de beroepskrachten die werkzaam zijn tijdens het inspectiebezoek, is vastgesteld dat zij in het bezit zijn van een passende beroepskwalificatie. Opvang in groepen Er is één basisgroep op BSO De Kleine Villa van maximaal 20 kinderen. Beroepskracht-kindratio Op het moment van inspectie zijn er twee beroepskrachten aanwezig met 12 kinderen. Ook uit de aanwezige roosters en aanwezige presentielijsten blijkt dat er voldoende personeel wordt ingezet in verhouding tot het aantal kinderen. Indien de beroepskracht alleen is met de kinderen, wordt altijd een tweede volwassene ingezet op de locatie. Zo komt er bijvoorbeeld iemand van kantoor flexwerken op de locatie, zodat de beroepskracht niet als enige volwassene in het pand aanwezig is. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten) Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Plaatsingslijsten Presentielijsten Personeelsrooster 6 van 11

7 Ouderrecht Oudercommissie Houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld. Deze is ondertekend door de oudercommissie. Klachten Houder is aangesloten bij de Stichting Klachtencommissie Kinderopvang (skk) en voor de oudercommissie bij de Klachtenkamer Oudercommissie van skk. De houder heeft Klachtenjaarverslagen gemaakt over 2014 die voldoen aan de wettelijke eisen. De jaarverslagen zijn voor 1 juni verzonden aan de GGD. Gebruikte bronnen: Reglement oudercommissie Informatiemateriaal voor ouders Website 7 van 11

8 Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 8 van 11

9 De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Ouderrecht Oudercommissie De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld. (art 1.59 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Klachten De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag van ouders wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven. (art 2 lid 7 Wet klachtrecht cliënten zorgsector) De houder zendt het klachtenverslag van ouders voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 2 lid 9 Wet klachtrecht cliënten zorgsector) De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag oudercommissie wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 7 Wet klachtrecht cliënten zorgsector) De houder zendt het klachtenverslag oudercommissie voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 9 Wet klachtrecht cliënten zorgsector) 9 van 11

10 Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : De Kleine Villa Website : Aantal kindplaatsen : 20 Gegevens houder Naam houder : De Kleine Villa B.V. Adres houder : Warnsveldseweg 23 Postcode en plaats : 7204 BA Zutphen KvK nummer : Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Noord en Oost Gelderland Adres : Postbus 3 Postcode en plaats : 7200 AA Zutphen Telefoonnummer : Onderzoek uitgevoerd door : Mevr. A. de Vries Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Lochem Adres : Postbus 17 Postcode en plaats : 7240 AA LOCHEM Planning Datum inspectie : Opstellen concept inspectierapport : Zienswijze houder : Vaststelling inspectierapport : Verzenden inspectierapport naar houder : Verzenden inspectierapport naar : gemeente Openbaar maken inspectierapport : van 11

11 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Zienswijze De Bosvilla Lochem Naar aanleiding van het onaangekondigde inspectiebezoek op 10 november 2015, is het goed te lezen dat alle constateringen uit voorgaand inspectiebezoek is opgelost. Ik ben zeer tevreden over de inzet van de pedagogisch medewerkers omdat zij er in geslaagd zijn ondanks een laag kindaantal, de pedagogische kwaliteit te laten voldoen aan de wettelijke eisen. Bij een laag kindaantal is het meest lastig de groepsdynamiek te benutten bij het realiseren van een uitdagende BSO. Dit uitkomst van het inspectierapport is een compliment aan hen. R. Ordelmans DGA De Kleine Villa B.V. 11 van 11