RETRO HIFI -INSTALLATIE

Transcriptie

1 RETRO HIFI -INSTALLATIE - Digitaliseerfunctie - Ref.: RETRO10E - GEBRUIKERSHANDLEIDING -

2 VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN Dit product is bedoeld voor gematigde klimaten. Plaats of gebruik dit apparaat niet in direct zonlicht of bij extreme temperaturen, in de buurt van een stralingsbron of een warmtebron. Gebruik dit apparaat niet in een badkamer of in de buurt van een zwembad. Gebruik het apparaat niet als het risico bestaat dat er water, vocht, druppels of opspattend water op terecht komt. Zet het apparaat niet op voorwerpen die vol zitten met water, zoals vazen. Zet het apparaat niet in de buurt van open vuur, zoals kaarsen. Mocht er water in het apparaat terecht komen, trek dan de stekker uit het stopcontact en raadpleeg uw dealer. Raak het netsnoer niet aan met natte handen. Raak nooit inwendige delen aan anders kunnen er elektrische ontladingen optreden. Reparaties en onderhoud mogen alleen door gekwalificeerde personen worden uitgevoerd. Als u de stekker uit het stopcontact haalt, trek dan niet aan het snoer maar aan de stekker. Door de trekkracht kunnen de aders in het snoer beschadigd raken en daardoor gevaarlijk worden. Laat het apparaat niet vallen, laat er geen vloeistof in lopen en laat er geen voorwerpen in vallen. Als het apparaat niet werkt, haal dan de stekker uit het stopcontact en raadpleeg een gekwalificeerde persoon. Zolang de stekker in het stopcontact zit, loopt er een zwakke stroom door het apparaat. Omwille van energiebesparing en veiligheid is het raadzaam om de stekker uit het stopcontact te halen als u het apparaat lang niet wilt gebruiken. Vouw het netsnoer niet dubbel en verdraai het niet. Breng op geen enkele manier veranderingen aan het netsnoer aan. Steek geen metalen voorwerpen in het apparaat. Haal de stekker uit het stopcontact tijdens onweersbuien. Als het apparaat niet werkt ten gevolge van statische lading, hoeft u het alleen maar opnieuw op te starten (eventueel de stekker eruit en weer terug) om het weer normaal te laten werken. 1

3 INSTALLEREN Houd een ruimte van minstens 15 cm rondom het apparaat vrij zodat het voldoende geventileerd wordt. Zorg ervoor dat het apparaat goed geventileerd is. U mag de ventilatieopeningen niet afsluiten met kranten, tafelkleden, gordijnen enz. Zet het niet op dik tapijt en ook niet in een slecht geventileerde ruimte. Zet het apparaat op een vlakke en stevige ondergrond. Gebruik het apparaat niet op een bovenmatig warme, koude, stoffige, vochtige of natte plaats. Als het apparaat wordt gebruikt op een warme en vochtige plaats, of als het vanuit een koele plaats (bijvoorbeeld de kofferbak van uw auto) naar een warme plaats wordt overgebracht, dan kan er zich condens vormen in de CD-speler. Als dat gebeurt, laat het apparaat dan 1 à 2 uur acclimatiseren of verhoog de temperatuur geleidelijk aan zodat het apparaat droog is wanneer u het wilt gebruiken. Gebruik het apparaat niet op een plaats waar trillingen optreden. Zet het apparaat niet op een plaats waar het gemagnetiseerd kan raken (door een magneet of luidspreker, want er zitten magneten in luidsprekers). Leg geen magneetbanden of pasjes met magneetstrip bij het apparaat aangezien de inhoud daarvan gewist zou kunnen worden. Als het apparaat wordt gebruikt in de buurt van een tv-toestel kan het beeld op de tv vervormen. Plaats het in dat geval verder uit de buurt van de tv. Als dat niet helpt, gebruik het apparaat dan niet als de tv aan staat. Houd de CD-lade dicht zodat er geen stof op de lens van de laser komt. Nooit de lens aanraken. VEILIGHEIDSMECHANISME Dit apparaat is voorzien van een veiligheidsvergrendeling die de laserstraal in- en uitschakelt. Zodra de CD-lade wordt geopend, wordt de laserstraal automatisch uitgeschakeld. Dit apparaat heeft een lasersysteem dat geïntegreerd is in de mechaniek van de CD-speler en heeft ingebouwde veiligheidsvoorzieningen. Probeer nooit het apparaat te demonteren. De laserstraal is onzichtbaar en gevaarlijk voor het menselijk oog. Het betreft een laserapparaat van klasse 1. Wanneer u het apparaat anders bedient, volgens andere procedures of andere instellingen gebruikt dan hier beschreven, dan kunt u worden blootgesteld aan de gevaarlijke laserstraal. Deze CD-speler mag alleen door gekwalificeerd personeel worden ingesteld of gerepareerd. De laserstraal in de speler, heeft dezelfde functie als de naald van een platenspeler. Ook al gebruikt het apparaat een laserstraal, als u het volgens de instructies gebruikt, is het niet gevaarlijk. 2

4 BEDIENING VOORZIJDE 1. Afdekkap platenspeler 11. Play/Pauze lampje CD 2. Weergave stereo radio 12. Back-knop (vorige) CD 3. Functieknop 13. Programmeerknop CD 4. Volumeknop 14. Next-knop (volgende) CD 5. Frequentiebandknop 15. Herhaalknop CD 6. Zenderafstemmingknop 16. STOP-knop CD 7. FM stereo lampje 17. Play/Pauze-knop CD 8. Programmeerlampje CD 18. CD-lade 9. LED CD 19 Aansluiting hoofdtelefoon 3,5 mm 10. Herhaallampje CD 20. Openen/sluiten-knop CD 3

5 ACHTERZIJDE 21. FM-antenne 22. Netsnoer BOVENAANZICHT 23. Element platenspeler 27. Lichter 24. Arm 28. Schakelaar platenspeler 25. Snelheidsregeling 29. Plateau 26. Vergrendeling arm 30. Vergrendeling platenspeler USB 31. Back 32. Next 33. Play/Pauze 34. Select 35. REC 36. Stop/Delete 37. Slot SD/MMC-card 38. USB-poort 39. USB-lampje 40. Lampje SD/MMC-card 41. Kanaallampje 42. Opnamelampje Cassette 43. Eject-knop cassette/snel vooruit 44. Cassetteklep 45. AUX-ingang (AUX IN) VOORBEREIDING Haal het apparaat voorzichtig uit de verpakking (niet de stekker insteken in dit stadium). In de verpakking moet u het volgende aantreffen: 1. Deze gebruikershandleiding 2. Het apparaat zelf met netsnoer Als een van deze artikelen ontbreekt, neem dan contact op met uw dealer. Bewaar de verpakking voor het geval u het apparaat later wilt vervoeren. Aansluiting * Controleer of u een stopcontact van 230 V / 50 Hz heeft. * Steek de stekker in het stopcontact. * Vouw de FM-antenne uit. Werken op netstroom Als u de hifi-installatie op netstroom wilt laten werken, zoek dan een plaats in de buurt van een stopcontact waar u gemakkelijk bij kunt. Trek niet aan het snoer: als het apparaat te ver van het stopcontact af staat, zet het er dan dichter bij. Aanzetten Het apparaat is voorzien van een netsnoer. Steek de stekker in het stopcontact en zet het apparaat aan. Controleer of de spanning juist is. Als u het apparaat niet gebruikt, schakel het dan uit en trek de stekker uit het stopcontact. Geluidsinstelling Om het volume te kiezen, draait u aan de volumeknop links op de installatie. 4

6 HOOFDTELEFOON Sluit de hoofdtelefoon aan op de ingang voor de hoofdtelefoon voor op de installatie. Het geluid komt dan uit de hoofdtelefoon en niet uit de speakers. Opmerking: De hoofdtelefoon moet een 3,5 mm aansluiting hebben en een impedantie van 8 tot 32 ohm. RADIO De radio aanzetten Druk op de knop Power om de installatie aan te zetten. Zet de functieknop op Radio. Kies met de frequentiebandknop AM/FM de gewenste band. Draai aan de zenderafstemmingsknop het gewenste radiostation. Antenne Voor optimale FM-ontvangst moet u de draadantenne achter op de installatie uitvouwen. Draai de antenne in de richting waarbij de FM-ontvangst het beste is. De radio uitzetten Druk op de knop Power om de installatie uit te zetten. Zet de functieknop op OFF, PHONO of CD. PLATENSPELER Platenspeler uitpakken 1) Haal het apparaat voorzichtig uit het piepschuim en daarna uit de plastic zak. 2) Open het deksel en verwijder de armbeveiliging door die voorzichtig te draaien en te schuiven. 3) Verwijder het verpakkingsmateriaal. 4) Haal de rubberen mat uit de plastic zak en leg die op het plateau met de zijde met cirkels naar beneden. 5) Haal het beschermkapje van de naald door dat voorzichtig naar de voorzijde van het apparaat te trekken. Draai met behulp van een munt de grote verchroomde schroef (30) in de richting van de wijzers van de klok zodat het plateau (29) op de dempers rust. 5

7 Druk de vergrendeling (26) voorzichtig van de arm (24) (naar rechts drukken). Zet de vergrendeling weer vast als u het apparaat wilt verplaatsen. Let op: verwijder de cassette voordat u de platenspeler gebruikt. 1) Stek de stekker in een stopcontact (230 V / 50 Hz) 2) Zet de snelheidsregelaar (25) op de gewenste snelheid (33, 45 of 78 toeren). 3) Zet de functieknop (3) op PHONO en gebruik daarna de hendel (27) om de arm (24) te lichten. U kunt eventueel de arm handmatig lichten en hem voorzichtig op de plaat laten zakken. Stel het volume op een comfortabel niveau in. 4) zodra de plaat afgelopen is, komt de arm automatisch omhoog en stopt het plateau. Naald vervangen Oude naald verwijderen 1. Zet een schroevendraaier tegen het uiteinde van de naald en druk die naar beneden. 2. Verwijder de naald door die naar beneden en naar voren te drukken. Een nieuwe naald plaatsen 1. Houd het uiteinde van de naald vast en schuif de andere kant in door in richting B te drukken. 2. Druk in de richting van pijltje C totdat de naald vast zit. ONDERHOUD CD's reinigen. Gebruik een schone doek om vingervlekken en stof van de schijf te verwijderen. 6

8 Veeg altijd in een rechte lijn, vanaf het midden van de CD naar de buitenste rand. Kleine stofjes en lichte vlekken hebben in het algemeen geen invloed op de afspeelkwaliteit. * Gebruik nooit chemicaliën zoals platenspray, antistatische spray, wasbenzine of oplosmiddelen om CD's mee te reinigen. * Stop de CD's na gebruik altijd terug in het doosje, om de kans op krassen te verkleinen. * Stel CD's niet te lang bloot aan direct zonlicht, vocht of extreme temperaturen. * Plak geen papier op CD's en schrijf niet op de CD. Dit geldt voor beide zijden. * U kunt alleen CD's met dit symbool afspelen op dit apparaat. Reinigen van de lens Het geluid kan vervormd raken door een vuil geworden lens en als die erg vuil is, kan de CD niet meer afgespeeld worden. GEBRUIK VAN DE CD-SPELER Omgaan met CD's. - Blokkeer de CD-lade niet; leg de CD in het midden van de lade. - Als u een CD uit het doosje wilt halen, druk dan in het midden van het doosje en haal daarna de CD eruit. - Pak de CD vast bij de randen. Raak de afspeelzijde van de CD niet aan. Plaatsen van een CD - Zet de functieknop op CD. - Open de CD-lade zonder kracht erop uit te oefenen. - Leg de CD in de lade, met de afspeelzijde naar beneden. - Druk op OPEN/CLOSE om de lade te sluiten; de CD begint kort daarna te draaien. De LED-indicator geeft aan hoeveel tracks er op de CD staan. Opmerking: * Leg nooit iets anders dan een CD in de CD-lade. Andere voorwerpen kunnen het mechanisme beschadigen. * Oefen geen kracht uit op de CD-lade wanneer die open of dicht gaat. * Houd de CD-lade dicht om te voorkomen dat er vuil en stof in het mechanisme terecht komt. * Leg nooit meer dan 1 CD tegelijk in de CD-lade. Als een CD te veel bekrast of te vuil is, kan die niet meer afgespeeld worden. Afspelen van een CD - Leg een CD in de lade en druk op OPEN/CLOSE. De LED geeft aan welke track afgespeeld wordt. - Het play-lampje gaat branden. Druk op PLAY/PAUZE: Er verschijnt "01". - U kunt de CD-lade op elk moment openen door op STOP te drukken. - Druk op STOP om het afspelen te stoppen. PAUZE - Om een track tijdelijk te stoppen, drukt u op PLAY/PAUZE. - De track wordt gepauzeerd en de LED knippert op de actuele afspeelpositie. Het PLAY-lampje gaat branden. - Om de track verder af te spelen drukt u weer op PLAY/PAUZE. 7

9 BACK/NEXT (vorige/volgende) - U kunt BACK/NEXT op elk moment tijdens het afspelen gebruiken. - Om de volgende track af te spelen, drukt u op NEXT. Als u bij de laatste TRACK bent, wordt track nummer 1 weer afgespeeld. - Om opnieuw te beginnen met de lopende track, drukt u 1 keer op BACK. - Om opnieuw te beginnen met de vorige track, drukt u 2 keer op BACK. - Om een specifieke track af te spelen, legt u de CD in de speler en drukt u net zo lang op NEXT totdat de gewenste track op het LED-scherm verschijnt; daarna drukt u op PLAY/PAUZE om die track af te spelen. Programmeren - Zorg ervoor dat er geen CD in de lade ligt. - Druk een keer op PROG. - Op het LED-scherm verschijnt "0": het programmeerlampje knippert. - Druk op BACK of NEXT om de gewenste track te kiezen. - Druk een keer op PROG om de volgende of vorige track te kiezen: deze wordt opgeslagen. - Herhaal deze stappen totdat u alle gewenste tracks heeft opgeslagen. U kunt maximaal 20 tracks kiezen. U kunt een track diverse keren kiezen. - Druk op PLAY/PAUZE: het programmeerlampje gaat branden. De eerste geprogrammeerde track wordt afgespeeld. - Als alle geprogrammeerde tracks afgespeeld zijn, stopt de CD automatisch. - Om het opgeslagen programma te wissen, drukt u op STOP of op OPEN/CLOSE. In dat geval gaat de CD-lade open. - U kunt ook REPEAT, BACK en NEXT gebruiken. Herhalen U kunt uw CD-speler zo instellen dat die een bepaalde track, de hele CD of de programmeerde tracks herhaalt. Een track herhalen - Zorg ervoor dat de gewenste track wordt afgespeeld (gebruik PLAY/PAUZE). - Druk een keer op REPEAT. Het lampje "REPEAT ONE/ALL" gaat knipperen om aan te geven dat de functie actief is. - De gekozen track wordt steeds opnieuw afgespeeld totdat u op STOP drukt. U kunt ook twee keer op REPEAT drukken. De CD herhalen - Zorg ervoor dat de gewenste track wordt afgespeeld (gebruik PLAY/PAUZE). - Druk twee keer op REPEAT. Het lampje "REPEAT ONE/ALL" gaat knipperen om aan te geven dat de functie actief is. * De hele CD wordt steeds opnieuw afgespeeld totdat u op STOP drukt. U kunt ook twee keer op REPEAT drukken. Een programma herhalen - Zie de paragraaf over het kiezen van tracks voor een programma, om tracks te kiezen. - Druk op PLAY/PAUSE om de eerste geprogrammeerde track af te spelen. 8

10 - Druk een keer op REPEAT om een specifieke track te herhalen: het lampje REPEAT ONE/ALL knippert. - De geprogrammeerde track wordt steeds opnieuw afgespeeld totdat u op STOP drukt. U kunt ook twee keer op REPEAT drukken. - Druk twee keer op REPEAT. Het lampje REPEAT ONE/ALL knippert om aan te geven dat de functie actief is. - De geprogrammeerde tracks worden steeds opnieuw afgespeeld totdat u op STOP drukt. GEBRUIK VAN DE CASSETTESPELER U moet de platenspeler stoppen voordat u de cassettespeler gebruikt. Knop snel vooruit en eject Cassetteklep 1) Zet de functieknop op TAPE. 2) Steek de cassette in; de dikke kant eerst. 3) Als u de ejectknop tot niveau 1 indrukt, spoelt de band snel vooruit. Als u de knop tot niveau 2 indrukt, wordt de cassette uitgeworpen. 4) Als de cassette aan het einde is, stopt die vanzelf. GEBRUIK VAN USB, SD EN MMC 1. Zet de functieknop op USB om USB/S te activeren. 2. Afspelen van MP3/WMA Opmerking: Opmerking U kunt dit apparaat niet via USB opladen. 3. Steek de SD/MMC-card of de USB-stick in; druk op SELECT om de bron te kiezen: USB-stick of SDcard; wacht 5 tot 10 seconden. Druk daarna op PLAY/PAUSE om bestanden af te spelen of om te pauzeren. 4. Als de SD/MMC-card en de USB-stick allebei zijn ingestoken, druk dan op SELECT om kiezen welke van de twee u wilt afspelen; het desbetreffende lampje gaat branden. 5. Druk kort op NEXT om naar de volgende track te gaan; druk lang op NEXT om snel vooruit te gaan. 6. Druk kort op BACK om naar de vorige track te gaan; druk lang op BACK om snel terug te gaan. 7. Druk op STOP om alle functies te stoppen. Opnemen op USB/SD/MMC 1. Druk op SELECT en kies PASSAGE; het PASSAGE-lampje gaat branden. 2. Steek de SD/MMC-card of de USB-stick in en kies CD, TAPE of PHONO (u kunt niet van de radio opnemen) en kies de track die u wilt opnemen. Druk dan op REC: het REC-lampje gaat 9

11 branden. Druk daarna op NEXT/BACK om SD, MMC of USB te kiezen: het desbetreffende lampje gaat branden. Druk ten slotte op REC om de opname te bevestigen; als REC en USB/SD?MMC knipperen, dan loopt de opname zolang de USB/SD/MMC niet vol is. 3. Als u met opnemen wilt stoppen, drukt u op STOP. Opnemen op USB, SD en MMC Als u iets vanaf de USB op een SD/MMC-card wilt opnemen, steek dan een USB-stick in met tracks. Steek daarna de SD/MMC-card in. Druk op REC om te bevestigen: het REC-lampje knippert. De opname stopt pas als de SD/MMC-card vol is of als u op STOP drukt. Als u vanaf een SD/MMC-card wilt opnemen op een USB-stick herhaal dan de stappen hierboven. Wissen van USB/SD/MMC 1. Steek de USB/SD/MMC in en begin met afspelen. Druk 2 seconden op STOP: de eerste track wordt gewist. Herhaal deze stap voor iedere track die u wilt wissen. 2. In de mode USB/SD/MMC moet u lang op STOP drukken om alles te stoppen. 3. Gebruik BACK/NEXT op een track te kiezen, druk lang op STOP om de gekozen track te wissen. Opmerking: A. In de mode 'opname USB/SD/MMC' begint het opnemen bij de eerste track; u kunt tegelijkertijd meeluisteren. B. In de mode 'USB/SD/MMC' begint het opnemen zonder afspelen bij de eerste track; u kunt niet tegelijkertijd meeluisteren. C. Als de USB/SD/MMC vol is of beschadigd is, kunt u niet opnemen: gebruik een lege stick of card, of wis een track die u niet meer hoeft. GEBRUIK VAN AUX IN 1. Zet de functieknop op USB: de audiobestanden worden afgespeeld als u geen USB/SD/MMC insteekt. 2. Als u vanaf AUX IN wilt opnemen op een USB/SD/MMC, steek er dan een in en volg dezelfde stappen als bij Opnemen op USB/SD/MMC 3. Als u een USB, SD of MMC wilt gebruiken, verwijder dan eventuele apparaten die op AUX IN zijn aangesloten voordat u de functieknop omschakelt. Opmerking: Als u USB, SD of MMC wilt gebruiken, moet u de functieknop op USB zetten alle apparaten die op AUX IN zijn aangesloten, uitschakelen. TECHNISCHE SPECIFICATIES Netspanning Vermogensopname Audio-uitgang Afmetingen van het apparaat Nettogewicht 230 V - 50Hz 13 W 2 x 20 W 450 x 337 x 245 mm 8,0 kg 10

12 Frequentiebereik radio FM AM CD-speler Frequentiebereik Hoofdtelefoon 88 tot 108 MHz 530 tot 1710 khz 100 Hz tot 16 khz stereo-aansluiting 3,5 mm Opmerking: de fabrikant behoudt zich het recht voor om de specificaties zonder voorafgaande mededeling te wijzigen. Dit symbool geeft aan dat elektrische en elektronische apparatuur gescheiden ingezameld worden, het stelt een vuilnisbak op wielen voor met een kruis er doorheen. Elektrische en elektronische producten kunnen stoffen bevatten die schadelijk zijn voor het milieu of de gezondheid. Gebruikte apparaten mogen niet bij het huishoudelijk afval gedaan worden maar moeten worden naar de daarvoor bestemde inzamelpunten worden gebracht. Gescheiden inzamelen vermindert de schadelijke invloed op het milieu en op de volksgezondheid van gevaarlijke stoffen die in elektrische en elektronische apparatuur kunnen voorkomen. Help mee: gooi afgedankte apparaten niet bij het huisvuil. 11