Datum 16 december 2014 Ons kenmerk Pagina 1 van 14 Betreft Oplegging bestuurlijke boete aan de heer

Transcriptie

1 Openbare versie M.S. Paarlberg Datum 16 december 2014 Pagina 1 van 14 Betreft Oplegging bestuurlijke boete aan de heer M.S. Paarlberg Geachte heer Paarlberg, De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft besloten aan u een bestuurlijke boete van ,- op te leggen omdat u, in de periode van 29 juli 2013 tot en met 28 maart 2014, uw (middellijke) substantiële deelneming (in het kapitaal en de stemmen) in de Telegraaf Media Groep N.V. (TMG) niet tijdig aan de AFM heeft gemeld. Dit is een overtreding van artikel 5:38, lid 1 en 2 van de Wet op het financieel toezicht (Wft) juncto artikel V van de Wet van 15 november 2012 tot wijziging van onder andere de Wet op het financieel toezicht, de Wet giraal effectenverkeer en het Burgerlijk Wetboek (Wijzigingswet). Hieronder wordt het besluit verder toegelicht. In paragraaf 1 vindt u de weergave van de feiten die ten grondslag liggen aan het besluit. Paragraaf 2 geeft een beoordeling van de feiten. Paragraaf 3 bevat het besluit en in paragraaf 4 staat hoe u bezwaar kunt maken. De versie van het besluit die openbaar wordt gemaakt treft u in de bijlage aan. 1. Feiten 1.1 Verloop van het proces Op 28 maart 2014 ontvangt de AFM het meldingsformulier met u als meldingsplichtige. Op 27 augustus 2014 heeft de AFM haar voornemen kenbaar gemaakt om aan u een bestuurlijke boete op te leggen wegens overtreding van artikel 5:38, eerste en tweede lid, Wft juncto artikel V van de Wijzigingswet (het voornemen). De AFM verzoekt op 4 september 2014 telefonisch aan uw contactpersoon bij Cantor, [ A ], een telefoonnummer van u om een afspraak te maken om de zending af te kunnen leveren. [ A ] geeft aan niet te beschikken over een telefoonnummer of een alternatief adres van u. Stichting Autoriteit Financiële Markten Kamer van Koophandel Amsterdam, nr Kenmerk van deze brief: Bezoekadres Vijzelgracht 50 Postbus GS Amsterdam Telefoon +31 (0) Fax +31 (0)

2 Pagina 2 van 14 Op 5 september 2014 stuurt de AFM het voornemen per reguliere post naar u en tevens een notificatie hiervan, met het verzoek u op de hoogte te stellen van de zending, naar uw contactpersoon bij Cantor, [ A ]. Op 11 september 2014 ontvangt de AFM van [ A ] van Cantor het bericht dat hij niet over een ander adres van u beschikt dan het adres dat de AFM heeft. Ook beschikt hij niet over een telefoonnummer van u. 1.2 Feiten die aanleiding vormen voor het besluit Ten tijde van de overtreding bent u eigenaar van Noblefir Anstalt (Noblefir) in Vaduz, Liechtenstein. Noblefir is voor 100% eigenaar van Grafitas Corporation N.V. te Curacao (Grafitas). Grafitas is voor 100% eigenaar van Cantor Holding B.V.. Sinds april 2000 houdt Cantor in totaal aandelen, ongeveer 3,35%, van TMG. Op 28 maart 2014 ontvangt de AFM een melding van dit belang op naam van u. Feiten (zoals weergegeven op pagina 4-7 van het Definitieve onderzoeksrapport) Op 11 maart 2014 ontvangt de AFM een brief gedateerd 7 maart 2014 van Cantor met de tekst: Betreft: melding substantiële deelneming ( ) Cantor Holding BV heeft in totaal aandelen (circa 3,35%) van de Telegraaf Media Groep sinds april Wij hopen u hiermede voldoende te hebben geïnformeerd. Op 18 maart 2014 stuurt de AFM een naar het adres zoals vermeld in de brief van Cantor met de mededeling dat het belang niet per brief gemeld kan worden, maar dat er met bijgevoegde inloggegevens digitaal via Loket AFM gemeld moet worden. De AFM ontvangt hierop een foutmelding van het adres, het adres blijkt niet te bestaan. De AFM probeert hierop op 19 maart 2014 telefonisch contact op te nemen met Cantor, maar de telefoon wordt niet opgenomen. Er is eveneens geen mogelijkheid om een voic bericht in te spreken. Op 20 maart 2014 stuurt de AFM een brief naar het adres van Cantor met de mededeling dat de melding per brief niet volstaat en derhalve niet geldt als een juiste melding van het substantieel belang. Verzocht wordt om de melding via Loket AFM te doen of via het bijgevoegde hardcopy meldingsformulier. Ook wordt verzocht de in de organisatiestructuur hoogst meldingsplichtige te laten melden. Op 25 maart 2014 stuurt Cantor de melding via Loket AFM in met als meldingsplichtige Cantor, waarop de AFM de melding vrijgeeft voor publicatie in haar openbare register op de AFM website de volgende dag. Op 26 maart 2014 wordt de melding van Cantor in het AFM Register voor Substantiële deelnemingen en bruto short posities (register) en via de update service (de dagelijkse service van de AFM met gepubliceerde meldingen) gepubliceerd. Uit een uittreksel van het Handelsregister van de Kamer van Koophandel van Cantor blijkt dat niet Cantor als hoogste meldingsplichtige de melding in TMG had moeten verrichten maar een andere (rechts)persoon in de

3 Pagina 3 van 14 organisatiestructuur. De AFM stuurt op 26 maart 2014 een naar Cantor met de vraag de organisatiestructuur toe te sturen om de (juiste) meldingsplichtige te kunnen bepalen. Op 26 en 27 maart 2014 verschijnen in diverse nationale media, waaronder op de websites van RTLZ Nieuws, De Telegraaf en de Quote, berichten over de melding van Cantor in TMG zoals opgenomen in het AFM Register. Op 26 maart 2014 om 00:09 uur verschijnt op de website van RTLZ Nieuws het volgende bericht: Cantor meldt belang in TMG Cantor Holding heeft een kapitaalbelang en stemrecht van 3,35 procent in Telegraaf Media Groep (TMG). Dat bleek woensdag uit een melding bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Er zijn geen eerdere meldingen van Cantor in TMG terug te vinden in de archieven van de toezichthouder. De datum van de meldingsplicht is 1 juli Op 26 maart 2014 om 08:18 uur staat op de website van De Telegraaf het volgende bericht: Cantor meldt belang in TMG Cantor Holding heeft een kapitaalbelang en stemrecht van 3,35 procent in Telegraaf Media Groep (TMG). Dat bleek woensdag uit een melding bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Er zijn geen eerdere meldingen van Cantor in TMG terug te vinden in de archieven van de toezichthouder. De datum van de meldingsplicht is 1 juli Op 27 maart 2014 om 07:58 uur staat op de website van de Quote het volgende bericht: [ B ] HOUDT NOG 3,35% VAN DE AANDELEN IN TELEGRAAF [ B ] houdt nog 3,35 van de aandelen In Telegraaf Media Groep (TMG), uitgever van de gelijknamige krant. Dat blijkt uit een melding bij de AFM. De meldingsplicht ontstond al op 1 juli vorig jaar, maar is woensdag pas in het register opgenomen. In juli is de meldingsplicht verlaagd van 5% naar 3%. De aandelen zijn ondergebracht in de vennootschap Cantor van [ B ]. [ B ] is al jarenlang aandeelhouder van TMG, waren in 2009 ( ) nog eigenaar van 7,2%. Alhoewel het aandeel TMG in die tijd zeer in trek was bij Quote 500- leden (naast [ B ] , , en ), is het aandeel flink gekelderd voerde daar nog een rechtszaak over tegen -----, vermogensbeheerder van onder andere in die tijd. Op 27 maart 2014 stuurt de AFM een ter herinnering aan Cantor om de organisatiestructuur te verstrekken. De AFM ontvangt hierop per van Cantor waarin staat: De eigenaar van Cantor Holding B.V. is Grafitas Corporation N.V. te Curacao voor 100%. Het is dus een middellijk belang via Cantor. De AFM reageert direct per met de vraag of Grafitas Corporation N.V. ook een aandeelhouder heeft die meer dan 50% bezit. Cantor antwoordt enkele minuten later per [de 100% eigenaar van Grafitas Corporation N.V.] is Noblefir Anstalt in Vaduz, Liechtenstein waarvan de heer M.S. Paarlberg, wonende te , beneficiary (economisch eigenaar) is. Naar aanleiding van deze s constateert de AFM dat niet Cantor, maar u de (juiste) meldingsplichtige was. Omdat de AFM niet beschikte over de contactgegevens van u, stuurt de AFM (diezelfde dag) een hardcopy meldingsformulier naar Cantor met het verzoek de melding op naam van u te (laten) doen.

4 Pagina 4 van 14 Op 28 maart 2014 stuurt de AFM een herinnering per naar Cantor dat de melding nog niet is ontvangen. Hierop stuurt Cantor die dag het meldingsformulier met u als meldingsplichtige per aan de AFM. [ A ] van Cantor staat in het meldingsformulier als contactpersoon voor de melding vermeld. [ A ] is ook degene die het meldingsformulier met u als meldingsplichtige aan de AFM toestuurt waardoor de AFM aanneemt dat [ A ] de melding namens u mag verrichten en verdere correspondentie namens u met de AFM mag voeren. De AFM voert daarna de melding in Loket AFM in en geeft deze vrij voor publicatie in het openbare register op de AFM website de volgende dag. De melding op naam van Cantor wordt afgekeurd en de volgende werkdag (29 maart 2014) uit het AFM Register verwijderd. Op 29 maart 2014 wordt de melding op naam van u in het AFM Register en via de update service gepubliceerd, de melding op naam van Cantor is niet meer zichtbaar in het register. Per brief van 1 april 2014 vraagt de AFM Cantor naar de reden dat de melding pas in maart 2014 is verricht, terwijl de periode voor het doen van de betreffende melding van 1 juli 2013 tot en met 29 juli 2013 was. Op 2 april 2014 om 08:15 uur verschijnt op de website van Quote het volgende bericht over de melding van u in TMG: [ B ] MELDT BELANG IN TMG (TELEGRAAF) VEEL TE LAAT; MOGELIJK BOETE [ B ] kunnen mogelijk beboet worden voor het niet melden van een substantieel belang in Telegraaf Media Groep (TMG). Vorige week kwamen meldingen dat Cantor, een bv van [ B ], en Max Paarlberg elk 3,35% van de aandelen TMG hebben. Het merkwaardige is dat de melding van Cantor weer is verdwenen uit het AFM-register. Mogelijk omdat het belang van Cantor hetzelfde is als dat van Max. Hoe dan ook, de melding is in ieder geval veel te laat gedaan. Op 1 juli werd de meldingsplicht verlaagd van 5% naar 3%, waardoor dus hun belang hadden moeten aanmelden. Nu kun je dat natuurlijk even vergeten, maar negen maanden is wel erg lang. Op individuele gevallen kunnen we niet reageren, zegt de woordvoerder van de AFM, maar in het algemeen is het wel zo dat als niet onverwijld een substantieel belang wordt gemeld, wij daar vragen over gaan stellen hangt een boete boven het hoofd vanwege een late melding. Aan de AFM ligt het in ieder geval niet, verzekert de woordvoerder. Wij verwerken een melding in één, hooguit twee dagen. ( ) Op 14 april 2014 ontvangt de AFM een schriftelijke reactie van Cantor (gedateerd 9 april 2014) op voormelde brief van de AFM, waarin staat: Wij vinden het bijzonder vervelend dat de melding van een substantieel belang in de Telegraaf Media Groep N.V. niet direct is gedaan na de wetswijziging van 1 juli 2013 en wij bieden u voor deze onregelmatigheid onze oprechte excuses aan. Het belang in de Telegraaf Media Groep N.V. is ons enige substantiële belang in een beursgenoteerd fonds. Aangezien dit belang al jaren ongewijzigd is en nooit boven de oude meldingsnorm van 5% is geweest, hebben wij nooit te maken gehad met meldingsverplichtingen. Als gevolg daarvan zijn wij onvoldoende alert geweest op de betreffende wetswijziging. Tegelijkertijd gingen wij ervan uit dat de beheerder van de aandelen, , verantwoordelijk was voor alle juridische verplichtingen met betrekking tot de betreffende aandelen en dus ook voor het doen

5 Pagina 5 van 14 van de melding van een substantieel belang. Wij hebben zelf geen juristen in dienst en worden (mede daarom) in de praktijk steeds gevraagd en ongevraagd door geadviseerd over de juridische aspecten van deze deelneming. Op enig moment na de wetswijziging zijn wij er door , op gewezen dat er voor ons mogelijk een juridische verplichting bestond om het belang te melden. Wij hebben vervolgens direct verzocht de melding te doen. Pas na verloop van tijd heeft ons in een reactie laten weten dat de melding door ons zelf gedaan moest worden. Direct daarna hebben wij contact opgenomen met de AFM om het belang te melden. Graag willen wij benadrukken dat er, in onze ogen, geen schade is ontstaan en niemand benadeeld is door ons handelen in de periode waarin de melding nog niet was gedaan. Ook hebben wij geen enkel voordeel van de omissie genoten. Het betreft een administratieve vergissing waarvan wij u bij deze garanderen dat deze zicht in het vervolg niet meer zal voordoen. Wij verzoeken u ons te berichten dat u geen consequenties zult verbinden aan de geconstateerde onregelmatigheid. Wij accepteren dat wij voor de geconstateerde omissie verantwoordelijk zijn, maar hopen dat u het met ons eens bent dat er sprake is van een niet verwijtbare samenloop van omstandigheden. Wij zullen onze organisatie op dit punt verbeteren zodat dergelijke misverstanden in de toekomst niet meer voor kunnen komen. Op 15 april 2014 stuurt de AFM het concept onderzoeksrapport naar Cantor met het verzoek te reageren op de daarin opgenomen bevindingen. Op 1 mei 2014 ontvangt de AFM een reactie op het concept onderzoeksrapport waarin het volgende staat: Ten aanzien van de bevindingen hebben wij twee opmerkingen: 1. Dat het bedoelde adres niet klopte blijkt juist. Enige tijd geleden is onze organisatie overgestapt op een Cloud-omgeving, waarbij het bedoelde mailadres abusievelijk niet is meeverhuisd. De mededeling dat telefonisch contact niet mogelijk zou zijn geweest verbaasd ons echter. In een heel sporadisch geval zou het mogelijk kunnen zijn dat de telefoon voor enkele minuten onbemand is, maar doorgaans zijn wij telefonisch goed bereikbaar. 2. In de beschrijving van de gang van zaken rond de melding missen wij een tussenstap. Naar aanleiding van de brief met hardcopy meldingsformulier heeft ondergetekende direct contact opgenomen met de AFM omdat het formulier veel vragen opriep. De betreffende medewerkster van de AFM kon deze vragen echter niet beantwoorden en heeft ons toen verzocht via het Loket AFM de melding te doen, hetgeen is gebeurd. Voor het overige geeft het concept rapport een juiste weergave van de feiten. Wij benadrukken opnieuw dat wij het voorval betreuren. Mocht u naar aanleiding van het bovenstaande nog vragen hebben dan horen wij dat graag. Op 27 augustus 2014 heeft de AFM haar voornemen kenbaar gemaakt om u een bestuurlijke boete op te leggen wegens overtreding van artikel 5:38, eerste en tweede lid, Wft juncto artikel V van de Wijzigingswet (het voornemen).

6 Pagina 6 van 14 De AFM ontvangt het aangetekend verzonden voornemen van 27 augustus 2014 retour (na twee afleverpogingen, uiteindelijk op 11 september retour ontvangen) omdat het niet mogelijk is de zending af te leveren bij u. De AFM verzoekt op 4 september 2014 telefonisch aan uw contactpersoon bij Cantor, [ A ], een telefoonnummer van u om een afspraak te maken om de zending af te kunnen leveren. [ A ] geeft aan niet te beschikken over een telefoonnummer of een alternatief adres van u. Op 5 september 2014 stuurt de AFM het voornemen per reguliere post naar u en tevens een notificatie hiervan, met het verzoek u op de hoogte te stellen van de zending, naar uw contactpersoon bij Cantor, [ A ]. Op 11 september 2014 ontvangt de AFM van [ A ] van Cantor het bericht dat hij niet over een ander adres van u beschikt dan het adres dat de AFM heeft. Ook beschikt hij niet over een telefoonnummer van u. 2. Beoordeling 2.1 Wettelijk kader Wet op het financieel toezicht Artikel 5:33, eerste lid 1. In dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen wordt, indien van toepassing in afwijking van artikel 1:1, verstaan onder: a. uitgevende instelling: een naamloze vennootschap naar Nederlands recht waarvan aandelen als bedoeld in onderdeel b, onder 1 of 2, zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt, of een rechtspersoon, opgericht naar het recht van een staat die geen lidstaat is, waarvan aandelen als bedoeld in onderdeel b, onder 1 of 2, zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt waarvoor een vergunning als bedoeld in artikel 5:26, eerste lid, is verleend; b. aandeel: 1. een verhandelbaar aandeel als bedoeld in artikel 79, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek; 2. een certificaat van een aandeel of een ander met een certificaat van een aandeel gelijk te stellen verhandelbaar waardebewijs; 3. elk ander verhandelbaar waardebewijs, niet zijnde een optie als bedoeld onder 4, ter verwerving van een onder 1 bedoeld aandeel of van een onder 2 bedoeld waardebewijs; 4. een optie ter verwerving van een onder 1 bedoeld aandeel of van een onder 2 bedoeld waardebewijs; c. meldingsplichtige: een persoon die ingevolge dit hoofdstuk verplicht is tot het doen van een melding; d. stemmen: stemmen die op aandelen kunnen worden uitgebracht, met inbegrip van rechten ingevolge een overeenkomst tot verkrijging van stemmen; e. kapitaal: het geplaatste kapitaal van een uitgevende instelling;

7 Pagina 7 van 14 f. substantiële deelneming: ten minste drie procent van de aandelen of het kunnen uitbrengen van ten minste drie procent van de stemmen, waarbij tot het aantal stemmen dat een persoon kan uitbrengen mede worden gerekend de stemmen waarover hij beschikt of wordt geacht te beschikken op grond van artikel 5:45; g. drempelwaarde: een percentage van het kapitaal of de stemmen, waarvan het bereiken, overschrijden of onderschrijden door een persoon die aandelen houdt of verwerft, of stemmen kan uitbrengen of verwerft, leidt tot een verplichting tot het doen van een melding ingevolge dit hoofdstuk. Artikel 5:38, eerste en tweede lid 1. Een ieder die de beschikking krijgt of verliest over aandelen waardoor, naar hij weet of behoort te weten, het percentage van het kapitaal waarover hij beschikt een drempelwaarde bereikt, overschrijdt dan wel onderschrijdt, meldt dat onverwijld aan de Autoriteit Financiële Markten. 2.Een ieder die de beschikking krijgt of verliest over stemmen waardoor, naar hij weet of behoort te weten, het percentage van de stemmen waarover hij beschikt een drempelwaarde bereikt, overschrijdt dan wel onderschrijdt, meldt dat onverwijld aan de Autoriteit Financiële Markten. Artikel 5:45, derde lid 3.Iemand wordt geacht te beschikken over de aandelen die zijn gecontroleerde onderneming houdt, alsmede over de stemmen die zijn gecontroleerde onderneming kan uitbrengen. Een gecontroleerde onderneming wordt geacht niet te beschikken over aandelen of stemmen. Wet van 15 november 2012 tot wijziging van onder andere de Wet op het financieel toezicht., de Wet giraal effectenverkeer en het Burgerlijk Wetboek naar aanleiding van het advies van de Monitoring Commissie Corporate Governance Code van 30 mei 2007 (Stb. 2012, 588). (De Wijzigingswet) Artikel I ( ) In artikel 5:33, eerste lid, onderdeel f, wordt de zinsnede «vijf procent» telkens vervangen door: drie procent. Artikel V Een ieder die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, naar hij weet of behoort te weten, beschikt over tenminste drie procent van het kapitaal of tenminste drie procent van de stemmen in een uitgevende instelling als bedoeld in artikel 5:33, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht kan uitbrengen en daarvan niet eerder melding heeft gedaan aan de Stichting Autoriteit Financiële Markten, doet daarvan binnen vier weken na dat tijdstip melding aan de Stichting Autoriteit Financiële Markten. De melding wordt overeenkomstig artikel 5 van het Besluit melding zeggenschap en kapitaalbelang in uitgevende instellingen Wft gedaan. Indien op grond van de artikelen 5:38, eerste of tweede lid, 5:39, eerste lid, 5:42, of 5:43, eerste of tweede lid, of indien van toepassing, artikel 5:40 van de Wet op het financieel toezicht een onverwijlde melding dient plaats te vinden en een melding op grond van de eerste volzin nog niet heeft plaatsgevonden, strekt de onverwijlde melding mede ter voldoening aan de verplichting, bedoeld in de eerste volzin. Besluit van 13 december 2012, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wijzigingswet Financiële Markten 2013, de Implementatiewet richtlijn solvabiliteit II en de Wet van 15 november 2012 tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Wet giraal effectenverkeer en het Burgerlijk Wetboek naar aanleiding van het advies van de Monitoring Commissie Corporate Governance Code van 30 mei 2007 (Stb. 2012, 588).

8 Pagina 8 van 14 Artikel 3 De Wet van 15 november 2012 tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Wet giraal effectenverkeer en het Burgerlijk Wetboek naar aanleiding van het advies van de Monitoring Commissie Corporate Governance Code van 30 mei 2007 (Stb. 2012, 588) treedt in werking met ingang van 1 juli Beoordeling van de feiten De AFM is van oordeel dat u het substantieel belang dat Cantor in TMG houdt, uzelf moet toerekenen via uw gecontroleerde ondernemingen Cantor, Grafitas en Noblefir op basis van artikel 5:45, derde lid, Wft. Dit belang diende u uiterlijk op 29 juli 2013 te melden bij de AFM. U heeft dit belang echter pas op 28 maart 2014 bij de AFM gemeld. De openbaarmaking van meldingen dient ter bevordering van de doorzichtigheid van de (Nederlandse) markt in financiële instrumenten, zodat beleggers in staat zijn om beter geïnformeerd en onderbouwd een beoordeling te maken van de financiële instrumenten waarin zij mogelijk transacties willen verrichten. Door het substantieel belang niet onverwijld, althans niet tijdig en in overeenstemming met het bepaalde in de Wijzigingswet, te melden bij de AFM is de belegger informatie onthouden die in het kader van beleggingsbeslissingen een rol had kunnen spelen. Als meldingsplichtige bent u zelf verantwoordelijk voor het tijdig en juist verrichten van de melding. Cantor heeft betoogt dat zij niet alert is geweest op de wetswijziging en dat als beheerder van de aandelen is gevraagd deze melding te doen en dat, toen laatstgenoemde na enige tijd aangaf dit niet te kunnen doen, er toen pas door Cantor en nog later pas door uzelf is gemeld. Voornoemde doet niet af aan het feit dat u niet tijdig aan de meldplicht van artikel 5:38, eerste en tweede lid, Wft juncto artikel V van de Wijzigingswet heeft voldaan. Daarbij komt dat elke fout of omstandigheid ook wanneer deze begaan of veroorzaakt is door een derde die leidt tot de situatie dat niet tijdig aan de meldplicht wordt voldaan, een overtreding van voornoemde artikelen door u oplevert. Het is aan u zelf te wijten dat de melding te laat is gedaan. 2.3 Conclusie De AFM heeft in paragraaf 2.2 een overtreding van artikel 5:38, eerste en tweede lid, Wft juncto artikel V van de Wijzigingswet geconstateerd. 3. Besluit 3.1 Besluit tot boeteoplegging Op grond van het voorgaande heeft de AFM besloten om aan u een bestuurlijke boete op te leggen, omdat u uw (middellijk) substantieel belang van aandelen, ongeveer 3,35%, in TMG niet tijdig heeft gemeld. Dit

9 Pagina 9 van 14 belang had u uzelf moet toerekenen via uw gecontroleerde ondernemingen Cantor, Grafitas en Noblefir op basis van artikel 5:45, derde lid, Wft. Dit belang had u uiterlijk op 29 juli 2013 aan de AFM moeten melden. U heeft dit belang pas op 28 maart 2014 gemeld. Dit is een overtreding van artikel 5:38, eerste en tweede lid, Wft juncto artikel V van de Wijzigingswet. Hoogte van de boete Voor deze overtreding geldt op grond van artikel 1:81, eerste en tweede lid, Wft, juncto artikel 10 Besluit bestuurlijke boetes financiële sector (Bbbfs) een basisbedrag van ,-. De AFM kan het basisbedrag verlagen of verhogen met ten hoogste 50% indien de ernst en/of duur van de overtreding een dergelijke verlaging of verhoging rechtvaardigt. 1 De AFM kan daarnaast het basisbedrag verlagen of verhogen met ten hoogste 50% indien de verwijtbaarheid van de overtreder een dergelijke verlaging of verhoging rechtvaardigt. 2 De AFM houdt bij het vaststellen van de bestuurlijke boete voorts rekening met de draagkracht van de overtreder. 3 Hierna zal worden beoordeeld of er aanleiding is om het basisbedrag van de boete van ,- te verhogen of te verlagen. Ernst en duur Bij de beoordeling van de ernst en duur van de overtreding is de AFM van oordeel dat er geen sprake is van een lagere of verhoogde ernst. De duur van de overtreding is niet uitdrukkelijk kort of lang. Door het niet melden van een substantieel belang door u is de Nederlandse markt in financiële instrumenten gedurende deze periode niet bekend geweest met dit substantieel belang in TMG. Openbaarmaking van de meldingen dient ter bevordering van de transparantie van deze markt. De ernst en duur van de overtreding wordt, gezien het vorenstaande, door de AFM gekwalificeerd als neutraal. Waardoor geen verhoging van het basisbedrag op grond van de ernst en duur zal plaatsvinden. De boete blijft hiermee op ,-. Verwijtbaarheid Bij de beoordeling van de verwijtbaarheid van de overtreding is de AFM van oordeel dat er geen sprake is van een verminderde of verhoogde verwijtbaarheid. U had zich van de toepasselijke gewijzigde wet-/ en regelgeving moeten vergewissen en dientengevolge de overtreding moeten voorkomen. De verwijtbaarheid wordt, gezien het vorenstaande, door de AFM beoordeeld als neutraal. Waardoor geen verhoging of verlaging van het basisbedrag op grond van de verwijtbaarheid zal plaatsvinden. 1 Artikel 2 lid 2 Bbbfs. 2 Artikel 2 lid 3 Bbbfs. 3 Artikel 4 lid 1 Bbbfs.

10 Pagina 10 van 14 De boete blijft hiermee op ,-. U heeft niet gereageerd op het voornemen van de AFM om aan u een bestuurlijke boete op te leggen. Bij dit voornemen was een vragenlijst gevoegd ten behoeve van de bepaling van de draagkracht. De AFM acht een boete van ,- voor een dergelijke overtreding passend en geboden. Voorts blijkt niet dat u een boete van ,- niet kunt dragen. Conclusie Het basisbedrag voor een boete in de tweede categorie bedraagt ,-. Gelet op het vorenstaande is de AFM van oordeel dat aan u een boete van ,- dient te worden opgelegd voor overtreding van artikel 5:38, eerste en tweede lid, Wft juncto artikel V van de Wijzigingswet. U moet voornoemd bedrag binnen zes weken overmaken op bankrekening ten name van AFM te Amsterdam, onder vermelding van factuurnummer U ontvangt geen afzonderlijke factuur voor dit bedrag. De boete moet worden betaald binnen zes weken na de datum van dit besluit. 4 Als u bezwaar maakt tegen dit besluit wordt de verplichting om de boete te betalen geschorst totdat op het bezwaar is beslist. Die verplichting wordt ook geschorst als u na de bezwaarprocedure in beroep gaat, totdat op het beroep is beslist. 5 Over de periode dat de verplichting om de boete te betalen is geschorst, moet u wel wettelijke rente betalen Openbaarmaking van de boete Omdat de AFM aan u een boete oplegt voor de overtreding van artikel 5:38, eerste en tweede lid, Wft juncto artikel V van de Wijzigingswet moet de AFM het boetebesluit openbaar maken vijf werkdagen nadat dit aan u is toegestuurd. 7 Ook moet de AFM, indien van toepassing, zo spoedig mogelijk de indiening van een bezwaar door u tegen de bestuurlijke boete bekend maken Mogelijk anonieme publicatie De wetgever heeft het openbaarmaken van bestuurlijke boetes verplicht om deelnemers op de financiële markten te informeren en te waarschuwen. Dit is in het belang van de ordelijke en transparante financiëlemarktprocessen, zuivere verhoudingen tussen marktpartijen en de zorgvuldige behandeling van cliënten. 9 Met de 4 Dit volgt uit artikel 4:87, lid 1 en de artikelen 3:40 en 3:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). 5 Dit volgt uit artikel 1:85, lid 1, Wft. 6 Dit volgt uit artikel 1:85, lid 2, Wft. 7 Dit volgt uit artikel 1:97, eerste lid, Wft. 8 Dit volgt uit artikel 1:97, lid 5, Wft. 9 Vergelijk PG 29708, nr. 19, p , p , nr. 20, p. 30 en nr. 39, p

11 Pagina 11 van 14 publicatieverplichtingen als opgenomen in art. 1:97 Wft wordt zo spoedig mogelijk inzicht verschaft in de actuele stand van de boeteprocedure. Onder bepaalde omstandigheden dient de openbaarmaking op grond van artikel 1:97, vierde lid, Wft anoniem plaats te vinden. Dit is het geval indien voorafgaand aan de openbaarmaking door de AFM kan worden vastgesteld dat bij volledige openbaarmaking: voor zover de boete wordt opgelegd aan een natuurlijk persoon, bekendmaking van persoonlijke gegevens onevenredig zou zijn; betrokken partijen in onevenredige mate schade zou worden berokkend; een lopend strafrechtelijk onderzoek zou worden ondermijnd; of de stabiliteit van het financiële stelsel in gevaar zou worden gebracht. De AFM ziet geen reden om de openbaarmaking in anonieme vorm plaats te laten vinden. Er is geen sprake van één van de bovengenoemde omstandigheden die aan volledige openbaarmaking in de weg staat. Van volledige openbaarmaking kan daarom niet worden afgezien. Dit wordt als volgt toegelicht. Het besluit om over te gaan tot volledige openbaarmaking van het boetebesluit en, voor zover van toepassing, van het feit dat bezwaar is ingesteld, is getoetst aan de feiten en omstandigheden die bij de AFM bekend zijn. Op basis van deze feiten en omstandigheden kan de AFM niet vaststellen dat de bekendmaking van de gegevens als opgenomen in het boetebesluit onevenredig zou zijn, of dat u of eventuele betrokken partijen door niet-anonieme openbaarmaking in onevenredige mate schade zou worden berokkend. Voor zover sprake is van schade door de openbaarmaking van de aan u opgelegde boete, valt deze schade veeleer toe te schrijven aan de overtreding van de norm door u dan aan het geven van bekendheid aan de voor de overtreding opgelegde sanctie. Van disproportionele schade is temeer geen sprake, gezien het maatschappelijk belang om de markt te informeren of te waarschuwen. Evenmin heeft de AFM kunnen vaststellen dat bij niet-anonieme openbaarmaking een lopend strafrechtelijk onderzoek zou worden ondermijnd of de stabiliteit van het financiële stelsel in gevaar zou worden gebracht. De AFM publiceert de boete door de volledige tekst van het boetebesluit (met uitzondering van vertrouwelijke informatie) op haar website te plaatsen, onder begeleiding van onderstaand persbericht. Van het persbericht wordt een Engelse vertaling opgenomen. Ook wordt een bericht over de boete opgenomen in de periodieke AFMnieuwsbrieven (consumenten/professionals), wordt een bericht op Twitter geplaatst 10 en wordt gebruik gemaakt van een RSS-feed 11 en een news-alert 12. Bij het persbericht zal een hyperlink worden opgenomen naar een eventuele uitspraak van de Voorzieningenrechter van de rechtbank op rechtspraak.nl. De AFM kan daarnaast het besluit publiceren door middel van een advertentie in één of meer landelijke en/of regionale dagbladen. 10 Het bericht op Twitter zal bestaan uit de kop van het persbericht en een link naar het persbericht op de website van de AFM. 11 Een RSS-feed is een automatische melding van aanpassingen op de website. 12 Persbureaus en andere instellingen die zich hebben geabonneerd, ontvangen persberichten van de AFM via zogenaamde news-alerts.

12 Pagina 12 van 14 De volgende basistekst wordt in het te publiceren persbericht en/of de advertentie opgenomen: Boete voor te late melding aandelenbelang De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft op 16 december 2014 een bestuurlijke boete opgelegd van ,- aan de heer M.S. Paarlberg. Hij heeft niet voldaan aan zijn meldplicht aan de AFM, in de periode van 29 juli 2013 tot en met 28 maart De heer Paarlberg had zijn toenmalig belang van 3,35 procent in Telegraaf Media Groep (TMG) uiterlijk 29 juli 2013 moeten melden, maar heeft dat pas op 28 maart 2014 gedaan. Hij heeft daarmee artikel 5:38, eerste en tweede lid, van de Wet op het financieel toezicht overtreden. Sinds 1 juli 2013 moeten aandeelhouders een kapitaalbelang van ten minste 3 procent in een beursgenoteerde onderneming bij de AFM melden. Deze zogenoemde drempelwaarde lag daarvoor nog op 5 procent. Er gold een overgangsregime voor zittende aandeelhouders met een belang tussen de 3 en 5 procent. Zij hadden tot 29 juli 2013 de tijd om hun belang kenbaar te maken. Dat regime gold ook voor de heer Paarlberg. Deze melding is verplicht om beleggers en bedrijven inzicht te geven in de belangen van grootaandeelhouders. Doordat de heer Paarlberg zijn middellijk belang in TMG niet tijdig heeft gemeld, is beleggers de mogelijkheid ontnomen om (juist) geïnformeerd en onderbouwd een beoordeling te maken van de financiële instrumenten met betrekking tot deze onderneming. Het in het besluit vervatte oordeel van de AFM kan door belanghebbende(n) ter toetsing aan de rechter worden voorgelegd. Het volledige besluit is in PDF-formaat te vinden op < Bij vragen of klachten kunt u contact opnemen met het Meldpunt Financiële Markten van de AFM: (0,05 euro per minuut). De AFM bevordert eerlijke en transparante financiële markten. Wij zijn de onafhankelijke gedragstoezichthouder op de markten van sparen, lenen, beleggen en verzekeren. Wij bevorderen eerlijke en zorgvuldige financiële dienstverlening aan consumenten, particuliere beleggers en (semi-)professionele partijen. We zien toe op een eerlijke en efficiënte werking van kapitaalmarkten. Ons streven is het vertrouwen van consumenten en ondernemingen in de financiële markten te versterken, ook internationaal. Op deze manier draagt de AFM bij aan de stabiliteit van het financiële stelsel, het functioneren van de economie, de reputatie en de welvaart van Nederland. Let op: De AFM kan, al naargelang de omstandigheden op het moment van publicatie, bovengenoemde publicatietekst wijzigen of aanvullen.

13 Pagina 13 van 14 Bij het persbericht op de website wordt onderstaande tabel geplaatst, met de datum van het boetebesluit. Als u bezwaar maakt tegen het boetebesluit, zal de AFM dat bekend maken door in de tabel ook de datum op te nemen waarop het bezwaarschrift is ontvangen. Stand van zaken Boete is opgelegd 16 december 2014 Ingesteld Bezwaar Beroep Hoger Beroep Beslissing genomen Ingesteld Uitspraak gedaan Ingesteld Uitspraak gedaan De bijlage bij dit besluit bevat de volledige tekst van het besluit dat op de website van de AFM openbaar zal worden gemaakt, geschoond van vertrouwelijke informatie. Mocht u van mening zijn dat er desondanks vertrouwelijke tekst in staat die geschoond zou moeten worden, dan verneemt de AFM dat graag zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen 3 werkdagen na bekendmaking van dit besluit. Publicatie vindt niet eerder plaats dan nadat vijf werkdagen zijn verstreken na de dag waarop het besluit tot boeteoplegging aan u bekend is gemaakt. De publicatie wordt opgeschort als u verzoekt om een voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 8:81 Awb. Publicatie wordt dan in elk geval opgeschort, totdat de voorzieningenrechter een uitspraak heeft gedaan. Als u om een voorlopige voorziening vraagt, verzoekt de AFM dit per ( @afm.nl) aan haar door te geven. Als u hier niet toe overgaat, zal de AFM de boete openbaar maken op de wijze als hiervoor toegelicht. Ook vraagt de AFM u het verzoek om voorlopige voorziening per fax toe te sturen (faxnummer ) Nadere publicatiemomenten Als u tegen een eventuele boete rechtsmiddelen aanwendt, is de AFM op grond van artikel 1:97, vijfde lid, Wft verplicht om zo spoedig mogelijk inzicht te geven in de actuele stand van die procedure. De AFM dient de uitkomst van een bezwaarprocedure bekend te maken, alsmede dat (hoger) beroep is ingesteld en de uitkomst daarvan. Onverminderd deze publicatie, dient de AFM op grond van artikel 1:98 Wft de eventuele boete ook openbaar te maken, nadat deze definitief is geworden (nadat bezwaar of beroep niet langer openstaat). Deze brief ziet niet op deze latere publicaties op grond van artikel 1:97, vijfde lid, Wft en artikel 1:98 Wft. In een later stadium zult u over nadere publicaties worden geïnformeerd. 4. Hoe kunt u bezwaar maken? Iedere belanghebbende kan tegen deze beschikking bezwaar maken door binnen zes weken na bekendmaking daarvan een bezwaarschrift in te dienen bij de AFM, t.a.v. Juridische Zaken, Postbus 11723, 1001 GS, Amsterdam. Een bezwaarschrift kan ook per fax (faxnummer ), per ( adres bezwarenbox@afm.nl) of met het bezwaarformulier op de website van de AFM ( worden

14 Pagina 14 van 14 ingediend. Aan deze elektronische verzending stelt de AFM nadere eisen die op haar website worden toegelicht. Een van die eisen is dat een bezwaarschrift niet aan andere AFM faxnummers of AFM adressen dan de hiervoor genoemde kan worden gestuurd. De AFM neemt het bezwaarschrift alleen inhoudelijk in behandeling als aan deze eisen is voldaan. Hoogachtend, Autoriteit Financiële Markten mr. A.J. van Es Assistent boetefunctionaris mr. A.Q.R. Paijmans Plaatsvervangend boetefunctionaris