KRACHTOPNEMER 4500 HANDLEIDING

Transcriptie

1 KRACHTOPNEMER 4500 HANDLEIDING 1. ALGEMEEN Waterpas maken Schokken Elektrisch lassen Blikseminslag Beschermingskap Externe mechanische invloeden Bewegende montage JEUX Gebruik van de I-balken Speling bij bevestiging Montagepin BEDRADING Kabel Verbinding Parallel plaatsen Ijking Metingafwijkingen Isolatietest Uitgangsimpedantie Ingangsimpedantie MONTAGE MET GERINGE UITZETTING Montage van 3 krachtopnemers Montage van 4 krachtopnemers MONTAGE MET MIDDELMATIGE UITZETTING Montage van 3 krachtopnemers Montage van 4 krachtopnemers MONTAGE MET GERINGE UITZETTING Montage van 3 krachtopnemers Montage van 4 krachtopnemers...11 MA-4500_NL Page 1 on 11 Rev: 12/07/2004

2 1. ALGEMEEN 1.1. Waterpas maken Indien er niveauverschillen van max. 0.5mm bestaan, dan worden deze gewoonlijk door de krachtopnemers van het type 4500 opgevangen. Bij grotere verschillen moet men eventueel metalen inlegplaatjes tussenvoegen, zodat de krachten op de krachtopnemers gelijk verdeeld zijn Schokken Wanneer er schokken kunnen voorkomen is het wenselijk om tussen de silo en de krachtopnemer een schokdemper te plaatsen. Deze bestaat uit het op elkaar plaatsen van rubberen en metalen plaatjes. De dikte is ongeveer 15 mm Elektrisch lassen Wanneer men aan de structuur moet booglassen, dan is het aangeraden een aardingstres te plaatsen, opdat de afgeleide elektrische strrom niet via de krachtopnemer passeren, wat deze zou beschadigen. Het is tevens aangeraden om de krachtopnemers van de meetinstrumenten los te koppelen. De tressen bestaan in twee lengtes (250mm en 300mm) en worden gemonteerd et een schroef M Blikseminslag Wanneer er kans op een blikseminslag bestaat, is het aanbevolen de krachtopnemer zoveel mogelijk te isoleren en de bliksem af te leiden via een tres. Daarvoor is er onderaan de basis van de EASY MOUNT een rubberen plaat en polyamide dichtingringen. Tres direct aan de aardstructuur verbonden MA-4500_NL Page 2 on 11 Rev: 12/07/2004

3 1.5. Beschermingskap Krachtopnemers met rekstrookjes zijn heel gevoelig voor differentiële temperatuurvariaties. Meetfouten kunnen ontstaan bij plotse temperatuurverschillen. Het is daarom nuttig een beschermingsscherm te plaatsen om thermische straling te vermijden. Deze kap heeft ook een andere functie : hij beschermt tegen regen, schokken, spatten (modder, water) en vermijdt vervuiling van de krachtopnemer. De kap wordt vastgezet door de bouten die de krachtopnemer aan de structuur verbinden. Het is belangrijk dat deze kap de vervorming onder last niet verhindert. Indien gewenst, kan men isolatiemateriaal op de kap aanbrengen Externe mechanische invloeden Om meetfouten te verrijden, moet men ervoor zorgen dat het te wegen geheel niet onder invloed staat van parasite krachten. Alle externe verbindingen moeten ZO SOEPEL MOGELIJK ZIJN, evenals de trekstangen, de stootblokken, de ladders en loopbruggen, enz... MA-4500_NL Page 3 on 11 Rev: 12/07/2004

4 1.7. Bewegende montage Bij toepassingen waarbij grote uitzettingen te verwachten zijn, moet men 1 à 3 vrij bewegende krachtopnemers plaatsen. De basis van de easy-mount is stevig in de grond bevestigd of op de structuur gelast. De kop van de steun is als volgt uitgerust : een inoxplaatje van 1 mm dikte wordt met een structuurlijm gekleefd. Daarboven komt een gehard plaatje van ± 20 mm dikte en wordt een speciaal smeervet (molykote) aangebracht tussen deze plaatje en het inoxplaatje. Het gehard plaatje wordt op de structuur vastgezet. Eventueel kunnen nog inlegplaatjes worden voorzien tussen de structuur en de geharde plaat. De montagepin moet op zijn plaats blijven. 1) Bevestiging van het gehard plaatje 45 HRC 2) Plaatje 45 HRC 3) Inoxplaatje 4) Steun 5) Montagepin 6) Te wegenstructuur G) Smeervet (voor wrijving) MA-4500_NL Page 4 on 11 Rev: 12/07/2004

5 2. JEUX Het is belangrijk dat de krachtopnemers op de juiste manier worden belast. Bovendien moet ervoor worden gezorgd, dat de montage externe mechanische invloeden, zoals thermische uitzettingen of elastische vervormingen, vermindert Gebruik van de I-balken Men kan de zwakke inertie van de I-balk gebruiken, om zo bepaalde mechanische effecten te verminderen. Indien mogelijk is het best I-balken met een fijn binnengedeelte te gebruiken Speling bij bevestiging Door het gebruik van een tegenmoer voor de bevestiging is een geringe verplaatsing mogelijk, wanneer een speling van enkele mm gelaten wordt (zie >Z) Montagepin Onze easy-mount is voorzien van een lichte roterende speling opdat de krachtopnemer normaal functioneert. Bij kleinere montages waar slechts een geringe thermische uitzetting bestaat, kan met de montagepin met schroefdraad in de montage laten. In de andere gevallen zal men deze moeten verwijderen nadat de easymount op de structuur bevestigd werd, om eventuele beweging volgens X mogelijk te maken. Indien gewenst kan deze ook worden vervangen door een pin met een kleinere diameter. MA-4500_NL Page 5 on 11 Rev: 12/07/2004

6 3. BEDRADING KLEURENCODE 3.1. Kabel De krachtopnemers worden met een afgeschermde kabel met 4 geleiders geleverd. De afscherming (afgeschermde tres) mag in geen geval in contact komen met de aardsluiting. Zo is het b.v. in de metalen verbindingskasten nodig, de kabel met een mantel te isoleren. De afscherming mag enkel verbonden worden met een genormaliseerde aarding. 1) In- (Geel) 2) In+ (Bruin) 3) Out+ (Groen) 4) Out- (Wit) 5) Aardingstres A) PVC kabel B) Thermische krimpkous Het is aangeraden aan het kabeluiteinde een thermische krimpkous te plaatsen, die aan de binnenkant met lijm voorzien is, om te verhinderen, dat vochtigheid kan binnendringen. Indien er een risico bestaat dat de kabel doorgesneden of beschadigd wordt, dan moet hij het liefst in een stalen leiding worden geplaatst Verbinding De bedrading van de krachtopnemers moet zo ver mogelijk van de stroomkabel (motor, transformator, gelijkrichter) uitgevoerd worden, en in geschieden leidingen geplaatst worden. In de verbindingsdosen zijn de verbindingen bij voorkeur gelast, en niet gedraaid. Het is aangeraden de verbindingsdosen in SILICAGEL- zak te plaatsen, om deze droog te houden. SENSY kan op aanvraag een PVC verbindingsdoos met wartel PG9 leveren, die 4 of 6 krachtopnemers in parallel kan ontvangen. Ref. : Verbindingsdoos JBOX-4R (4 ingangen - 1 uitang) JBOX-6R (6 ingangen - 1 uitgang) A) Aanduider (voorb. dv680) B) Verbindingsdoos C) Krachtopnemer R) Uitbalanceringsweerstand 1) Signaal (uit) - (wit) 2) Voeding - (geel) 3) Voeding + (bruin) 4) Signaal (uit) + (groen) 5) Ref (sense) + (roos) 6) Ref (sense) + (grijs) 3.3. Parallel plaatsen Wanneer de krachtopnemers in parallel worden geplaatst, dan moeten de aardingstressen onderling worden verbonden. De sense moet worden verbonden met de voeding van de krachtopnemer voor de plaats waar de krachtopnemers in parallel worden geplaatst en langs de kant van de uitbalanceringsweerstanden. MA-4500_NL Page 6 on 11 Rev: 12/07/2004

7 3.4. Ijking De ijking wordt uitgevoerd nadat het weegsysteem 10 à 15 min onder spanning heeft gestaan, om zo een goede thermische stabilisatie van de installatie te krijgen. Men moet beschikken over een goed gekende massa, die zeker hoger ligt dan 20% van de nominale last van het systeem. De ijkingfout zal steeds hoger liggen dan de fout op de evaluatie van de last. De krachtopnemers moeten normaal gezien niet onderling worden afgesteld. Wanneer men echter een hoge nauwkeurigheid nodig heeft, dan is het soms nodig de krachtopnemers individueel te compenseren. Daarvoor plaatst men in de verbindingskast een regelbare weerstand van ± 10Ω op een vaste weerstand in parallel in de voeding van de krachtopnemer. De gevoeligste krachtopnemer zal de hoogste ingangsweerstand hebben, de minst gevoelige de laagste. De weerstanden worden het best op de 2 voedingsdraden geplaatst. Pas op : Om het systeem mechanisch te stabiliseren is het aanbevolen, vóór de ijking, die op zijn nominale last aan te brengen Metingafwijkingen Indien de ijking moeilijk verloopt en men meetfouten vaststelt, moet men de installatie nakijken. Op mechanisch vlak moeten de krachtopnemers vrij zijn in de richting van de last en goed geplaatst. Op elektrisch vlak moeten de verbindingen goed zijn, mag er zich geen vocht in de verbindingskast bevinden, en moeten de kabels intact zijn. Wanneer er geen enkele fout wordt geconstateerd, dan moet de interne bedrading worden nagekeken. SENSY mag bijdragen tot het verstrekken van een diagnostiek, op basis van de diagnosefiche in bijlage en van te voren afvult Isolatietest De isolatieweerstand wordt met behulp van een gigameter gemeten. De genormaliseerde testspanning is 10 V. Deze wordt op een geleider gezet. De isolatieweerstand kan gemeten worden door het meetinstrument lost te koppelen en de spanning tussen één van de geleiders en de metalen structuur van de montage te zetten. Men kan ook de krachtopnemers individueel testen, om het exacte verlies vast te stellen. De isolatie mag in geen geval lager zijn dan 2 GΩ bij 10 V. De isolatiefout zal meetfouten tot gevolg hebben, indien de isolatieweerstand lager is dan enkele honderden MΩ, en kan sterk schommelen al naargelang de omstandigheden (temperatuur, vochtigheid). MA-4500_NL Page 7 on 11 Rev: 12/07/2004

8 3.7. Uitgangsimpedantie De rekstrookjesbrug heeft rekstrookjes van 350Ω. De uitgangsimpedantie (UIT + : Groent, UIT- : Wit) bedraagt 350Ω ± 3Ω. Deze impedantie moet overeenkomen met de waarde zoals vermeld op de technische gegevens van de krachtopnemer en kan gemakkelijk met een multimeter worden gemeten. Indien de gemeten waarde sterk verschilt, dan wijst dat op een kortsluiting of een breuk. Wanneer de impedantie slechts enkele Ω hoger ligt, dan duidt dat eerder op een elektrische overbelasting Ingangsimpedantie Deze impedantie bedraagt ± 350Ω ± 3Ω, en moet overeenkomen met de waarde van de technische gegevens. Indien de gemeten waarde verschilt, dan wijst dat op een kortsluiting of een breuk. Het is op de ingang dat de weerstanden zoals de compensatie en gevoeligheid geplaatst worden. Rm Rms Rs Rzb Rzc Compensatie van de drift op de gevoeligheid (Sensitivity drift compensation) Afstellen van de drift op de gevoeligheid (Sensitivity drift adjustment) Afstellen van de gevoeligheid (Sensitivity calibration) Afstellen van het nulpunt (Zero calibration) Compensatie van de nulpunt drift (Zero drift compensation) MA-4500_NL Page 8 on 11 Rev: 12/07/2004

9 4. MONTAGE MET GERINGE UITZETTING 4.1. Montage van 3 krachtopnemers Bij geringe uitzetting (< 1mm voor t) (< 1,5mm voor ,5 t) (< 2mm voor t) De basis is stevig bevestigd en de montagepinnen zijn na de montage ofwel verwijderd ofwel door kleinere vervangen. Om een stevigere basis te krijgen, kunnen de krachtopnemers naar buiten worden gemonteerd. (zie fig. 2) 4.2. Montage van 4 krachtopnemers Bij geringe uitzetting (< 1 mm voor t) (< 1,5 mm voor ,5 t) (< 2 mm voor t) De basis is stevig bevestigd en de montagepinnen zijn na de montage ofwel verwijderd ofwel door kleinere vervangen Na montage, de montagepin verwijderen of vervangen door een pin met een kleinere diameter. MA-4500_NL Page 9 on 11 Rev: 12/07/2004

10 5. MONTAGE MET MIDDELMATIGE UITZETTING 5.1. Montage van 3 krachtopnemers Bij gemiddelde uitzetting : (< 1,2 mm voor t) (< 1,5-3 mm voor ,5 t) (< 2-4 mm voor t) De basis is stevig bevestigd en de krachtopnemers zijn als volgt uitgerust : 1 - montagepin verwijderd 2 - montagepin verwijderd 3 - bewegende montage (zie fig. 2) 5.2. Montage van 4 krachtopnemers Bij gemiddelde uitzetting (< 1,2 mm voor t) (< 1,5-3 mm voor ,5 t) (< 2-4 mm voor t) De basis is stevig bevestigd en de krachtopnemers zijn als volgt uitgerust : 1 - vaste steun en basis 2 - steunmontagepin verwijderd 3 - steunmontagepin verwijderd 4 - bewegende montage (zie ALGEMEEN 1.7.) MA-4500_NL Page 10 on 11 Rev: 12/07/2004

11 6. MONTAGE MET GERINGE UITZETTING 6.1. Montage van 3 krachtopnemers Bij grote uitzetting is de basis stevig bevestigd, en zijn de krachtopnemers als volgt uitgerust : 1 - bewegende montage (zie ALGEMEEN 1.7) 2 - vaste steun en basis 3 - bewegende montage (zie ALGEMEEN 1.7) 4 - trekstang met kniegewricht Om een stevigere basis te krijgen, kunnen de krachtopnemers naar buiten worden gemonteerd. (zie fig. 2). Indien ehet weegsysteem bij een sterke wind zou kunnen omwaaien, dat moet men rechtop de bewegende montage trekstangen tegen het omwaaien voorzien (zie fig. 3) Montage van 4 krachtopnemers Bij grote uitzetting is de basis stevig bevestigd en zijn de krachtopnemers als volgt uigerust : 1 - vaste steun en basis 2 - steunmontagepin verwijderd 3 - bewegende montage (zie ALGEMEEN 1.7) 4 - bewegende montage (zie ALGEMEEN 1.7) MA-4500_NL Page 11 on 11 Rev: 12/07/2004