NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN
|
|
- Tania Janssens
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN BE NETWERK REGLEMENTERING Bureau N Sectie /53336 N.232.1/ /N.5586 Brussel, 28 februari 2001 BERICHT 15N/2001 ALGEMEEN REGLEMENT VOOR HET GEBRUIK VAN DE SPOORWEGINFRASTRUCTUUR BUNDEL VOORSCHRIFTEN VOOR REIZIGERSTREINEN Dit bericht maakt deel uit van het Algemeen Reglement voor het Gebruik van de SpoorwegInfrastructuur (ARGSI), ter vervanging van de NMBS-veiligheidsreglementering van de spoorwegexploitatie waarvan de inventaris in het Belgisch Staatsblad werd gepubliceerd. Het wordt gelijktijdig uitgegeven met berichten: 14N/2001: Bundel Gemeenschappelijke voorschriften voor alle categorieën van treinen; 16N/2001: Bundel Voorschriften voor goederentreinen; 17N/2001: Bundel Bijzondere voorschriften voor bepaalde categorieën van treinen. De teksten die door deze 4 berichten in de inventaris worden vervangen, zijn opgenomen in bericht 14N/2001. Die teksten blijven evenwel van toepassing voor het NMBS-personeel. Verdeling Typelijst: 41/312 Reserve: 50 Datum van toepassing Onmiddellijk Dit bericht wordt verdeeld tegen aftekening op de fiche D 24. Het methodisch plan, uitgegeven met bericht 1N/2001, wordt in de vereiste zin aangepast. de general manager ir. A. MIGOM
2
3 NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN BE NETWERK REGLEMENTERING Bureau N Sectie /53336 N.232.1/ /N Brussel, 3 januari 2002 BERICHT 6N/2002 ALGEMEEN REGLEMENT VOOR HET GEBRUIK VAN DE SPOORWEGINFRASTRUCTUUR BUNDEL VOORSCHRIFTEN VOOR REIZIGERSTREINEN Dit bericht maakt deel uit van het Algemeen Reglement voor het Gebruik van de SpoorwegInfrastructuur (ARGSI), ter vervanging van de NMBS-veiligheidsreglementering van de spoorwegexploitatie waarvan de inventaris in het Belgisch Staatsblad werd gepubliceerd. Het vormt het 1e bijvoegsel bij het ARGSI 5.1.2, uitgegeven met het bericht 15N/2001 van Het is gerechtvaardigd door de herformulering van de voorwaarden betreffende de samenstelling van reizigerstreinen. Verdeling Typelijst: 41/312 Reserve: 50 Datum van toepassing Onmiddellijk Dit bericht wordt verdeeld tegen aftekening op de fiche D 24. Het methodisch plan, uitgegeven met bericht 1N/2002, wordt in de vereiste zin aangepast. de general manager ir. A. MIGOM
4
5 NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN BE NETWERK REGLEMENTERING Bureau N Sectie /53336 N.232.1/ /N.6415 Brussel, 5 juli 2002 BERICHT 31N/2002 ALGEMEEN REGLEMENT VOOR HET GEBRUIK VAN DE SPOORWEGINFRASTRUCTUUR BUNDEL VOORSCHRIFTEN VOOR REIZIGERSTREINEN Dit bericht maakt deel uit van het Algemeen Reglement voor het Gebruik van de SpoorwegInfrastructuur (ARGSI), ter vervanging van de NMBS-veiligheidsreglementering van de spoorwegexploitatie waarvan de inventaris in het Belgisch Staatsblad werd gepubliceerd. Het vormt het tweede bijvoegsel bij het ARGSI 5.1.2, uitgegeven met het bericht 15N/2001 van Naast redactionele aanpassingen (waarvan twee enkel in het Nederlands [blz. 27 en 31]) neemt het de taalkundige regels op van het ARE 120.1, bijlage 1, blz. 8, betreffende de mededelingen via de luidsprekers in de stations. Het behandelt verder: de plaatsing en het gebruik van de bedieningskastjes van de AVG op een perron waarop zich meer dan een groot stopsein bevindt; de verplichting van de IB om de betrokken IG in te lichten wanneer de AVG buiten dienst worden gesteld. Aan de andere kant annuleert het de beperkingen van de maximumsnelheid van het gesleepte stel die voortvloeien uit het aantal voertuigen. Dit probleem wordt behandeld in het ARGSI Verdeling Typelijst: 41/312 Reserve: 50 Datum van toepassing Onmiddellijk. Dit bericht wordt verdeeld tegen aftekening op de fiche D 24. Het methodisch plan, uitgegeven met bericht 1N/2002, wordt in de vereiste zin aangepast. de general manager ir. A. MIGOM
6 Opgelet De bladzijden 1 tot 6, 19 tot 24, 29 tot 34 en 37/38 van bericht 15N/2001 envenals de bladzijden 17 en 18 van bericht 6N/2002 worden eveneens met dit bericht heruitgegeven.
7 NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN DIRECTIE NETWERK REGLEMENTERING Bureau N Sectie /53336 N.232.1/ /N.6284 BERICHT 33N/2003 Brussel, 11 juli 2003 ALGEMEEN REGLEMENT VOOR HET GEBRUIK VAN DE SPOORWEGINFRASTRUCTUUR BUNDEL VOORSCHRIFTEN VOOR REIZIGERSTREINEN DERDE BIJVOEGSEL Dit bericht maakt deel uit van het Algemeen Reglement voor het Gebruik van de SpoorwegInfrastructuur (ARGSI), ter vervanging van de NMBS-veiligheidsreglementering van de spoorwegexploitatie waarvan de inventaris in het Belgisch Staatsblad werd gepubliceerd. Het vormt het derde bijvoegsel bij het ARGSI 5.1.2, uitgegeven met het bericht 15N/2001 van Het wordt uitgegeven wegens het herformuleren van de voorschriften voor het vertrek van reizigerstreinen en wegens aanpassingen aan de infrastructuur in Luik-Guillemins, waaronder het afschaffen van het wit knipperlicht en het rood licht op de bedieningskastjes van de AVG. Daarnaast zijn er 3 verbeteringen in de Nederlandstalige tekst. Verdeling Typelijst: 41/312 Reserve: 50 Datum van toepassing Onmiddellijk. Dit bericht wordt verdeeld tegen aftekening op de fiche D 24. Het methodisch plan, uitgegeven met bericht 1N/2003, wordt in de vereiste zin aangepast. de directeur-generaal ir. A. Migom
8
9 NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN DIRECTIE NETWERK REGLEMENTERING Bureau N Sectie /53336 N.232.1/ /N.5410 BERICHT 13N/2004 Brussel, 26 april 2004 ALGEMEEN REGLEMENT VOOR HET GEBRUIK VAN DE SPOORWEGINFRASTRUCTUUR BUNDEL VOORSCHRIFTEN VOOR REIZIGERSTREINEN VIERDE BIJVOEGSEL Dit bericht maakt deel uit van het Algemeen Reglement voor het Gebruik van de SpoorwegInfrastructuur (ARGSI), ter vervanging van de NMBS-veiligheidsreglementering van de spoorwegexploitatie waarvan de inventaris in het Belgisch Staatsblad werd gepubliceerd. Het vormt het vierde bijvoegsel bij het ARGSI 5.1.2, uitgegeven met het bericht 15N/2001 van Het wordt uitgegeven wegens het aanpassen van de bijlage betreffende de mededelingen via de luidsprekers in de stations. Verdeling Typelijst: 41/312 Reserve: 50 Datum van toepassing Onmiddellijk. Dit bericht wordt verdeeld tegen aftekening op de fiche D 24. Het methodisch plan, uitgegeven met bericht 1N/2004, wordt in de vereiste zin aangepast. de directeur-generaal ir. A. Migom
10
11 NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN DIRECTIE NETWERK REGLEMENTERING Bureau N Sectie /53336 N.232.1/ / BERICHT 36N/2004 Brussel, 10 november 2004 ALGEMEEN REGLEMENT VOOR HET GEBRUIK VAN DE SPOORWEGINFRASTRUCTUUR BUNDEL VOORSCHRIFTEN VOOR REIZIGERSTREINEN VIJFDE BIJVOEGSEL Dit bericht maakt deel uit van het Algemeen Reglement voor het Gebruik van de SpoorwegInfrastructuur (ARGSI), ter vervanging van de NMBS-veiligheidsreglementering van de spoorwegexploitatie waarvan de inventaris in het Belgisch Staatsblad werd gepubliceerd. Het vormt het vijfde bijvoegsel bij het ARGSI 5.1.2, uitgegeven met het bericht 15N/2001 van Het wordt uitgegeven wegens: het installeren van overschrijdingslichten op bediende uitritseinen van stations. Bij een storing die het openen van het sein in grote beweging verhindert, kan het overschrijdingslicht oplichten om het overschrijden van het sein toe te laten. In dat geval wordt, op de sporen uitgerust met AVG, na overleg tussen de bestuurder en de boordchef, de mededeling VG gegeven zoals voor een vertrek van een niet-met-avg-uitgerust-spoor. Indien voor het open komen van het overschrijdingslicht de AVG reeds bediend werden, moet men de bediening ervan annuleren vooraleer met een ander middel een nieuwe mededeling VG te verzenden; het herformuleren van de rubriek over de massa op het spoor van gesleept materieel. Verdeling Typelijst: 41/312 Reserve: 50 Datum van toepassing Onmiddellijk. Dit bericht wordt verdeeld tegen aftekening op de fiche D 24. Het methodisch plan, uitgegeven met bericht 1N/2004, wordt in de vereiste zin aangepast. de directeur-generaal ir. A. MIGOM
12
13 ALGEMEEN REGLEMENT VOOR HET GEBRUIK VAN DE SPOORWEGINFRASTRUCTUUR (ARGSI) BOEK 5 OPERATIONELE VOORSCHRIFTEN EN VEREISTEN DEEL 1 OPERATIONELE EXPLOITATIEVOORSCHRIFTEN BUNDEL VOORSCHRIFTEN EIGEN AAN REIZIGERSTREINEN
14
15 - 1 - ARGSI TABEL VAN DE BIJVOEGSELS BIJ HET ARGSI BUNDEL UITGEGEVEN MET BERICHT 15N/2001 Deze tabel vervangt elke vroeger uitgegeven tabel. Een afzonderlijke oplage wordt uitgereikt onder code 999. Nr. van het bijvoegsel Nr. en jaar van het bericht Voorwerp 1 6N/2002 Bladzijden 17, 18, 25 en 26 vervangen 2 31N/2002 Inhoudstabel vervangen. Bladzijden 7 tot 16, 25 tot 28, 31, 32, 35 en 36 vervangen. Bijlage vervangen door bijlagen 1 en N/2003 Inhoudstabel vervangen. Bladzijden 3 tot 20 vervangen. Bijlage 1 schrappen. 4 13N/2004 Bladzijden 35 en 36 vervangen. Bijlage vervangen. 5 36N/2004 Bladzijden 5/6, 11/12 en 27/28 vervangen. Bericht 36N/ e bijvoegsel
16 ARGSI Bericht 36N/ e bijvoegsel
17 - 1 - ARGSI VOORSCHRIFTEN EIGEN AAN REIZIGERSTREINEN INHOUD 1. TERMINOLOGIE IN INTERNATIONALE DIENST IN BINNENLANDSE DIENST VERTREK VAN REIZIGERSTREINEN VERTREK VAN VERGEZELDE REIZIGERSTREINEN Openen en sluiten van de deuren Voorwaarden voor vertrek De mededeling VG Toegestane middelen voor het overmaken van de mededeling VG Beschrijving en gebruikswijze van de AVG Storingen aan de AVG Vertrek van de trein Bijzondere gevallen Uitgesteld vertrek Controle op de aanwezigheid van de boordchef VERTREK VAN LEEG RIJDENDE TREINEN MET REIZIGERSMATERIEEL Vergezelde leeg rijdende treinen met reizigersmaterieel Niet-vergezelde leeg rijdende treinen met reizigersmaterieel Bijzonder geval van de stations Gent-Sint-Pieters, Brussel-Noord, Brussel-Zuid, Schaarbeek en Charleroi-Zuid VERTREK VAN TREINEN UITSLUITEND BESTEMD VOOR HET VERVOER VAN PERSONEEL VAN DE NMBS BIJZONDER GEVAL STATION LUIK-GUILLEMINS VERTREK NAAR ANS Bijzonderheden van de AVG-bedieningskastjes Bewerking van de AVG Niet-gebruiken van de AVG voor het vertrek van een opgedrukte trein BUITEN DIENST STELLEN VAN DE AVG SAMENSTELLING VAN REIZIGERSTREINEN AANSLUITINGEN AANSLUITINGEN TUSSEN REIZIGERSTREINEN Definities Principes...19 Bericht 33N/ e bijvoegsel
18 ARGSI AANSLUITINGEN TUSSEN TREIN EN BUS MATERIEEL MET EIGEN TRACTIE TOEGELATEN MATERIEEL MAXIMUMSAMENSTELLING MAXIMUMSNELHEID Meedelen van de maximumsnelheid aan de bestuurder Bepalen van de maximumsnelheid VOORSCHRIFTEN EIGEN AAN HOGESNELHEIDSTREINEN Maximumsamenstelling Vertrek Blokkeren en deblokkeren van de deuren bij stops AANDUIDINGEN OP DE RIJTUIGEN GESLEEPT MATERIEEL TOEGELATEN MATERIEEL MINIMUMSAMENSTELLING MAXIMUMSAMENSTELLING SLEPING MAXIMUMSNELHEID Meedelen van de maximumsnelheid van het gesleept stel aan de bestuurder Bepalen van de maximumsnelheid TOEGELATEN MAXIMUMLAST WERKELIJKE LAST Tarra Massa op het spoor VOORSCHRIFTEN VAN TOEPASSING OP BEPAALDE TYPES VAN GESLEEPTE TREINEN Leeg rijdende treinen samengesteld uit gesleept reizigersmaterieel Autotreinen RESTAURATIERIJTUIGEN MET STROOMAFNEMERS REIZIGERSTREIN DIE LEEG RIJDT OP EEN GEDEELTE VAN ZIJN REISWEG MEEDELEN VAN INLICHTINGEN BETREFFENDE HET TREINVERKEER AAN DE KLANTEN ALGEMEENHEDEN Doel...33 Bericht 33N/ e bijvoegsel
19 - 3 - ARGSI Voorziene dienst Geprogrammeerde wijzigingen van de voorziene dienst Verloop van de voorziene dienst Verstoringen die de voorziene dienst ontregelen Onvoorziene wijzigingen in de samenstelling van treinen UITVOERING ALGEMENE REGELS VOOR MONDELINGE AANKONDIGINGEN AAN DE KLANTEN DOOR HET TREINPERSONEEL TE NEMEN MAATREGELEN IN GEVAL VAN EEN LANGDURIGE IMMOBILISATIE OM EEN ONBEPAALDE REDEN...36 Bijlage: Mededelingen via de luidsprekers in de stations Bericht 33N/ e bijvoegsel
20 ARGSI Bericht 33N/ e bijvoegsel
21 - 1 - ARGSI VOORSCHRIFTEN EIGEN AAN REIZIGERSTREINEN De door de IG en zijn personeel te kennen en/of toe te passen materie is in de rechtermarge aangeduid met een gegolfde lijn. De IG is verantwoordelijk voor het daaruit selecteren van de teksten die zijn werkelijk uitgevoerde activiteit betreffen. 1. TERMINOLOGIE 1.1. IN INTERNATIONALE DIENST Hogesnelheidstreinen Treinen ontworpen voor hoge snelheid, rijden veelal in eigen bedding en zijn samengesteld uit specifieke motorstellen. EC of "EuroCitytreinen" Comfortabele dagtreinen, die onder het label "EuroCity" rijden en grote Europese steden verbinden. Autotreinen Treinen samengesteld uit ligrijtuigen, slaaprijtuigen en wagens voor het vervoer van auto's/motoren, met als bestemming grote toeristische centra. In geval van overlast kunnen zij verdubbeld worden en uitsluitend samengesteld zijn uit wagens bestemd voor het vervoer van auto's. Agentschapstreinen/Chartertreinen Extratreinen ingelegd op vastgestelde data, op vraag van een reisagentschap. Seizoentreinen Treinen die enkel rijden tijdens toeristische periodes (zomer, winter, bepaalde periodes) IN BINNENLANDSE DIENST IC of "Intercitytreinen" Treinen die zorgen voor snelle verbindingen tussen de agglomeraties en de grote steden (bepaalde buitenlandse centra aan de grens inbegrepen, zoals Roosendaal, Maastricht, Luxemburg of Rijsel) op lange en middellange afstand; deze treinen hebben een zeer beperkt aantal tussenstops. IR of "Interregiotreinen" Treinen die een groter aantal plaatsen in het land bedienen. Bericht 15N/2001
22 ARGSI L of "Stoptreinen" Treinen die overal stoppen, behalve daar waar alleen piekuurtreinen (P-treinen) stoppen. P of "Piekuurtreinen" Treinen die tijdens de piekuren bijkomende verbindingen verzekeren. Toeristentreinen Treinen die tijdens het toeristisch seizoen bepaalde stations bedienen (kust/ardennen). Personeelstreinen Treinen die voorbehouden zijn voor het vervoer van personeelsleden van de NMBS. Bericht 15N/2001
23 - 3 - ARGSI VERTREK VAN REIZIGERSTREINEN 2.1. VERTREK VAN VERGEZELDE REIZIGERSTREINEN OPENEN EN SLUITEN VAN DE DEUREN PRINCIPES De reizigerstreinen rijden met ingeklapte of ingetrokken voettreden en met gesloten en vergrendelde kop- en instapdeuren, conform de bepalingen vermeld in de UIC-fiches 560 OR en 660 OR. De IG licht zijn personeel in over de te nemen maatregelen bij abnormale werking van de deuren en de voettreden. Dit voorschrift is ook van toepassing voor rangeringen aan het perron (koppelen, ontkoppelen ). Toch mogen krachtvoertuigen, uitgerust met een voorziening die de snelheid beperkt tot 1,5 km/h, rangeringen uitvoeren met open deuren, op voorwaarde dat de verplaatsing beperkt is tot maximum 2 meter. Tijdens een onverwachte stop moeten de kop- en instapdeuren echter wel gesloten en vergrendeld blijven. Indien de trein met een of meerdere defecte deuren rijdt, draagt de IG zijn personeel op om dit aan te kondigen, door langs weerszijden van het venster van deze deur(en) het pictogram aan te brengen voorzien in de UIC-fiche 413 OR. Wanneer het wegens een incident niet mogelijk is om een van de kop- of instapdeuren te sluiten en/of te vergrendelen, schrijft de IG aan zijn personeel de te nemen beschermingsmaatregelen voor om de veiligheid van de reizigers in het betrokken rijtuig te verzekeren. Bij gebrek aan afdoende maatregelen verbiedt hij de toegang tot het rijtuig. Wanneer een bediende van de IG uitstapt in volle baan mag hij slechts één enkele deur, die zich niet kant tussenspoor bevindt, ontgrendelen en openen OPENEN VAN DE TOEGANGSDEUREN Deuren met automatische sluiting, die ontgrendeld worden door tussenkomst van de bestuurder of de boordchef, mogen niet ontgrendeld worden voor de trein volledig stilstaat en evenmin tijdens een rangering, indien de rijtuigen bezet zijn SLUITEN VAN DE TOEGANGSDEUREN De IG stelt de door zijn personeel toe te passen procedures op en rust eventueel zijn materieel uit met apparatuur voor: het trekken van de aandacht van de reizigers vooraleer de deuren te sluiten; het sluiten van de deuren en het controleren van de vergrendeling ervan; het realiseren en het controleren van het intrekken van de beweegbare voettreden; Bericht 33N/ e bijvoegsel
24 ARGSI het controleren dat geen enkele reiziger tussen de deuren is gekneld of op een voettrede is blijven staan, en - wanneer dit wel het geval is - voor het in alle veiligheid tussenbeide komen. Al deze bewerkingen worden uitgevoerd door de boordchef of gebeuren onder zijn verantwoordelijkheid wanneer hij door andere bedienden van de IG wordt bijgestaan. De bediende van de beweging of het grondpersoneel van de IG mag aan de boordchef voorschrijven om het sluiten van de deuren en het overmaken van de mededeling VG aan zijn akkoord te onderwerpen indien deze maatregel nodig is voor het verzekeren van een aansluiting of voor om het even welke andere exploitatieopdracht. Het bevel om deze verrichtingen uit te stellen wordt enkel in dringende gevallen via de luidsprekers gegeven VOORWAARDEN VOOR VERTREK Het vertrek van vergezelde reizigerstreinen is ondergeschikt aan volgende voorwaarden: de bestuurder heeft de mededeling "Verrichtingen Gedaan" (VG) ontvangen; de bestuurder neemt de aanduidingen in acht die hem verstrekt worden door de seininrichting, een overschrijdingsbevel of een andere voorziene toelating DE MEDEDELING VG DEFINITIE Mededeling die aan de bestuurder meldt dat de verrichtingen waarvoor een trein heeft stilgestaan, beëindigd zijn. Deze mededeling is geen vertrekbevel VOORWAARDEN VOOR HET OVERMAKEN VAN DE MEDEDELING VG Het overmaken van de mededeling VG is ondergeschikt aan volgende voorwaarden: een afdoende remproef werd uitgevoerd in het geval hij voorgeschreven is; Sommige stations zijn uitgerust met een remproefaanduider; het branden van de 3 witte lichten van dit apparaat geeft de boordchef de zekerheid dat een afdoende remproef werd uitgevoerd. Indien het apparaat defect is, brengt de bediende van de beweging de boordchef daarvan op de hoogte. de bediende van de beweging heeft zijn toelating gegeven in een aantal voorgeschreven gevallen (zie hierna); de verrichtingen waarvoor de trein heeft stilgestaan, zijn beëindigd; het vertrekuur is aangebroken of voorbij; de sluiting van de deuren is afdoend. Bericht 33N/ e bijvoegsel
25 - 5 - ARGSI GEVOLGEN VAN HET OVERMAKEN VAN DE MEDEDELING VG Na het overmaken van de mededeling VG verbiedt het personeel van de IG elke reizigersbeweging (op- en afstappen) BEDIENDE BEVOEGD OM DE MEDEDELING VG OVER TE MAKEN De boordchef maakt de mededeling VG over aan de bestuurder. Wanneer de aard van het materieel van bepaalde treinen de boordchef belet om na het sluiten van de deuren het treinstel te verlaten, heeft de bediende op het perron, aangeduid door de IG, de taak om de "Aanwijzers Verrichtingen Gedaan" (AVG) te bedienen OVERMAKEN VAN DE MEDEDELING VG WAARBIJ DE TOELATING VAN DE BEDIENDE VAN DE BEWEGING VEREIST IS Het overmaken van de mededeling VG is ondergeschikt aan de toelating van de bediende van de beweging in al de gevallen waar een onvoorziene verrichting aan de trein zijn tussenkomst vereist heeft. De bediende van de beweging geeft deze toelating mondeling of door zich naar de boordchef te keren en: overdag: zijn arm omhoog te steken; 's nachts: dezelfde beweging uit te voeren met een witte lamp OVERMAKEN VAN DE MEDEDELING VG De mededeling VG wordt gegeven: in het station van herkomst; in een station of stopplaats: * na elke in de dienstregeling voorziene stop, andere dan een dienststop die slechts moet nageleefd worden indien de seinen dit opleggen; * na elke uitzonderlijke stop om reizigers in of uit te laten stappen of om een onvoorziene verrichting aan de trein uit te voeren; buiten een station of stopplaats: na elke uitzonderlijke stop, voorgeschreven om het in- en uitstappen toe te laten; na elke onvoorziene stop die de tussenkomst of de verwijdering van de boordchef noodzaakt (bewerking van het noodsein ). Bericht 36N/ e bijvoegsel
26 ARGSI ANNULEREN VAN DE MEDEDELING VG Wanneer de boordchef door de bestuurder opgeroepen wordt, vervalt elke reeds overgemaakte mededeling VG en wordt deze mededeling, indien mogelijk, geannuleerd. Bijgevolg moet de boordchef de bestuurder meedelen hoe de nieuwe mededeling VG zal gegeven worden AVG (AANWIJZERS VERRICHTINGEN GEDAAN) Lichtaanwijzers op bepaalde sporen, gebruikt om de mededeling VG over te maken aan de bestuurder. De stations uitgerust met AVG zijn vermeld in Deel III van het BVT TOEGESTANE MIDDELEN VOOR HET OVERMAKEN VAN DE MEDEDELING VG VERTREK VAN SPOREN UITGERUST MET AVG De mededeling VG wordt overgemaakt door middel van de AVG. In dit geval is het verboden om, samen met de AVG, ook de installatie eigen aan het materieel hiervoor te gebruiken of eender welke door de IG bepaalde procedure toe te passen die door de bestuurder als een overmaken van de mededeling VG zou kunnen worden geïnterpreteerd. De IG geeft de nodige richtlijnen aan zijn personeel om te vermijden dat een verkeerde interpretatie van de normale werking van deze installatie of een oneigenlijk gebruik van de installatie eigen aan het materieel door de bestuurder als een mededeling VG zou worden beschouwd. Indien de AVG buiten gebruik zijn of niet gebruikt worden (storing, vertrek met S 422, vertrek met overschrijdingslicht, sommige vertrekken in kleine beweging ) of zo de bestuurder de AVG niet kan waarnemen, wordt de mededeling VG, na samenspraak tussen de bestuurder en de boordchef, overgemaakt zoals voor een vertrek van niet-met- AVG-uitgeruste sporen. Wanneer een bediende van de beweging die een installatie bedient, een maatregel neemt of in kennis gesteld wordt van een toestand die het gebruik van de AVG bij het vertrek van de trein verhindert, meldt hij dat zo vlug mogelijk aan de boordchef VERTREK VAN NIET-MET-AVG-UITGERUSTE SPOREN De mededeling VG wordt overgemaakt volgens de procedure bepaald door de IG. Deze procedure omhelst ook de in geval van incident te nemen maatregelen. Wanneer gebruik gemaakt wordt van een installatie eigen aan het materieel, neemt de IG maatregelen om ongepast gebruik ervan door zijn personeel te vermijden BESCHRIJVING EN GEBRUIKSWIJZE VAN DE AVG DE LICHTAANWIJZERS Bericht 36N/ e bijvoegsel Beschrijving De lichtaanwijzers: bestaan uit een kastje met een kroon van zes witte of gele lichten rond een rood licht;
27 - 7 - ARGSI zijn normaal gedoofd; worden bediend vanaf een van de op het perron verspreid opgestelde bedieningskastjes. Werkwijze Het rode licht gaat aan zodra een bedieningskastje bewerkt wordt. De witte of gele lichten: verschijnen in de plaats van het rode, indien gelijktijdig: * een interval van 10 seconden (7 in de Brusselse agglomeratie) verlopen is na de bewerking van het bedieningskastje; * het vertreksein het vertrek toelaat in grote beweging of, indien de aankondigingsafstand tot het volgend sein voor een rit in grote beweging ontoereikend is, het vertreksein het vertrek toelaat in kleine beweging; doven bij het sluiten van het vertreksein. Het ontsteken van de witte of gele lichten vormt de mededeling VG. Bijzonderheden 1. In de stations Brussel-Centraal, Brussel-Kapellekerk en Brussel-Congres zijn de AVG niet gekoppeld aan de vertrekseinen, die bestendig permissieve seinen zijn. Zij doven bij het aanrijden van een voorbij het perron geplaatst railcontact. In bepaalde stations worden de aanduidingen van de AVG herhaald op de seinpost. 2. In bepaalde stations verschijnt een aanduiding op de seinpost zodra de AVG wordt bediend. 3. In de stations Brussel-Noord, Brussel-Zuid, Charleroi-Zuid, Gent-Sint-Pieters en Schaarbeek worden de AVG voor de rijrichting die de leeg rijdende treinen met reizigersmaterieel na hun eindpunt gewoonlijk volgen, aangevuld met een bord met de letters "ZR-ER" (zie ook 2.2.3) DE BEDIENINGSKASTJES Beschrijving Ze staan op regelmatige afstanden opgesteld op het perron. De rijrichting waarvoor ze gebruikt worden is aangegeven door middel van een rechtlijnige pijl of door een vermelding voluit. Bericht 33N/ e bijvoegsel
28 ARGSI Opmerkingen Voor banale sporen zijn de bedieningskastjes gegroepeerd per paar: een voor elke rijrichting. Indien bepaalde perrons van een station voor een of beide rijrichtingen niet uitgerust zijn met AVG, wordt het personeel hierover ingelicht door een pictogram met het doorkruiste silhouet van een kroon met witte lichten. In dat geval wordt de mededeling VG voor de aangeduide richting niet met de AVG overgemaakt; Op bepaalde perronuiteinden in Brussel-Zuid is tussen beide bedieningskastjes van de AVG een derde kastje, met opschrift "Frein Rem", geplaatst. Dit kastje dient voor het aansteken van de drie witte lichten die gebruikt worden bij de remproef. Gebruik van de bedieningskastjes De bediening gebeurt: door middel van een "vleugel"-sleutel of door de vierkante schacht van de sleutel met 3 takken; door een achtste draai naar rechts (richting van de rode, kromme pijl, daar waar die bestaat), tot het rode licht begint te branden; door daarna de sleutel in zijn oorspronkelijke stand terug te draaien alvorens hem te verwijderen. Het annuleren van de bediening: gebeurt door een achtste draai naar links (richting van de zwarte, kromme pijl, daar waar die bestaat), tot het rode licht dooft; veroorzaakt het doven van het rode licht van de overeenstemmende aanwijzers; heeft geen uitwerking wanneer de witte of gele lichten reeds branden. Bijzonderheid: plaatsing en gebruik van de bedieningskastjes op een perron waarop zich meer dan een groot stopsein bevindt Op perrons waarop zich meer dan een groot stopsein bevindt (lang perron verdeeld in twee of drie delen, waarbij elk deel door een groot stopsein van het andere wordt gescheiden), wordt op het bovenste gedeelte van de bedieningskastjes de naam vermeld van het groot stopsein waarmee zij zijn verbonden (fig. 1, blz. 9). De op die wijze uitgeruste installaties zijn opgenomen in het BVT deel III. Bericht 33N/ e bijvoegsel
29 - 9 - ARGSI CX CX CX CZ CZ 25 m 25 m CX.25 CZ.25 - Fig. 1 - De mededeling VG moet verplicht worden verzonden vanaf het bedieningskastje dat bovenaan geïdentificeerd is met de naam van het vertreksein waarvoor het konvooi stilstaat STORINGEN AAN DE AVG ALGEMENE VERPLICHTINGEN VAN DE BESTUURDER Wanneer de bestuurder vaststelt dat de AVG een abnormale aanduiding geeft of defect is: brengt hij zijn trein niet in beweging; roept hij de boordchef op ALGEMENE VERPLICHTINGEN VAN DE BOORDCHEF De boordchef stelt zich in verbinding met de bestuurder behalve wanneer hij een eventuele, bij de bediening van het toestel gemaakte vergissing kan rechtzetten. Hij past de hieronder beschreven bepalingen toe en schikt zich naar de richtlijnen van de eventueel aanwezige bediende van de beweging WERKWIJZE PER SPECIFIEK GEVAL Na de bediening brandt het rode licht van de AVG niet De boordchef: gaat na of hij het bedieningskastje voor de tegengestelde richting niet bewerkt heeft. In voorkomend geval annuleert hij de verkeerde bediening en herbegint hij de bewerking; indien de bediening voor de goede richting gebeurd is: beschouwt de bewerking als geslaagd en begeeft zich onmiddellijk terug naar zijn trein; Bericht 33N/ e bijvoegsel
30 ARGSI Bericht 33N/ e bijvoegsel zo de trein blijft stilstaan: handelt zoals beschreven in de volgende 2 alinea's. Na het bewerken van de AVG en na het terugkeren naar zijn trein, stelt de boordchef vast dat de trein blijft stilstaan De boordchef: tracht de AVG van het betrokken spoor waar te nemen; indien hij daar niet in slaagt, wacht - zonder zijn trein te verlaten - ofwel op de tussenkomst van de bediende van de beweging of van de perronopzichter van de IG, ofwel op de oproep van de bestuurder. De witte of gele lichten ter vervanging van het rode licht branden nog niet na 15 seconden, terwijl het vertreksein open staat De boordchef: annuleert de bediening van de AVG; geeft een nieuwe mededeling VG zoals voor een vertrek van een niet-met-avguitgerust spoor. Indien het personeel van de IG (boordchef, perronopzichter) zich niet met een bediende van de beweging van de installatie in verbinding kan stellen, brengt het zijn hiërarchische lijn op de hoogte van de storing. In dat geval informeert de IG het exploitatieorgaan dat de installatie beheert (IB). Het rode licht van de AVG brandt reeds 3 minuten, terwijl dit niet gebruikelijk is, en het vertreksein staat nog toe of is niet zichtbaar De boordchef, na er zich van verzekerd van te hebben dat de trein niet zal vertrekken: annuleert de bediening van de AVG; leeft eventueel de voorschriften na van ; geeft een nieuwe mededeling VG: * ofwel, na het afleveren van een overschrijdingsbevel: zoals voor een vertrek van een niet-met-avg-uitgerust spoor; * ofwel, na de tussenkomst om een andere reden van de bediende van de beweging of de perronopzichter van de IG: met de AVG. Bij aankomst in een station stelt men vast dat de rode lamp van de AVG brandt De boordchef: indien hij nadat de trein gestopt is niet door de bestuurder werd opgeroepen: bewerkt het noodsein en informeert de bestuurder;
31 ARGSI tracht de bediening te annuleren vanaf het dichtstbijzijnde bedieningskastje; informeert de eventueel aanwezige bediende van de beweging of perronopzichter van de IG; zoekt samen met de bediende van de beweging of de perronopzichter van de IG de eventueel geblokkeerde schakelaar op en plaatst hem terug in zijn ruststand; maakt de mededeling VG over zoals voor een vertrek van een-niet-met-avguitgerust spoor. Indien het personeel van de IG (boordchef, perronopzichter) zich niet met een bediende van de beweging van de installatie in verbinding kan stellen, brengt het zijn hiërarchische lijn op de hoogte van de storing. In dat geval informeert de IG het exploitatieorgaan dat de installatie beheert (IB). Indien een bediende van de beweging of een perronopzichter van de IG de storing vaststelt, zoekt hij de eventueel geblokkeerde schakelaar op en plaatst hem terug in zijn ruststand. De witte of gele lichten van de AVG branden bij aankomst in een station De boordchef: indien hij nadat de trein gestopt is niet door de bestuurder werd opgeroepen: bewerkt het noodsein en informeert de bestuurder; bewerkt de schakelaar niet; informeert de eventueel aanwezige bediende van de beweging of perronopzichter van de IG; maakt de mededeling VG over zoals voor een vertrek van een niet-met-avguitgerust spoor. Een informatiebulletin wordt geadresseerd aan de betrokken regio (Netwerk). Indien het personeel van de IG (boordchef, perronopzichter) zich niet met een bediende van de beweging van de installatie in verbinding kan stellen, brengt het zijn hiërarchische lijn op de hoogte van de storing. In dat geval informeert de IG het exploitatieorgaan dat de installatie beheert (IB). Indien een bediende van de beweging of een perronopzichter van de IG de storing vaststelt, zoekt hij de eventueel geblokkeerde schakelaar op en plaatst hem terug in zijn ruststand. De AVG werden reeds bediend, terwijl zij niet gebruikt mochten worden (storing, vertrek met S 422, vertrek met overschrijdingslicht, AVG niet zichtbaar voor de bestuurder) De bediende van de beweging, de perronopzichter van de IG of de boordchef tracht de bediening van de AVG te annuleren. De boordchef geeft vervolgens een nieuwe mededeling VG zoals voor een vertrek van een niet-met-avg-uitgerust spoor. Bericht 36N/ e bijvoegsel
32 ARGSI VERTREK VAN DE TREIN BIJZONDERE GEVALLEN VERTREK VAN EEN NIET-MET-AVG-UITGERUST SPOOR Het gesloten vertreksein bevindt zich op maximum 30 meter De bestuurder, na het ontvangen van de mededeling VG: licht de boordchef in dat de trein niet vertrekt omdat het vertreksein gesloten is; begeeft zich te voet naar het sein om er eventueel de overschrijdingsformaliteiten te vervullen. Het gesloten vertreksein bevindt zich op meer dan 30 meter of is niet zichtbaar De bestuurder, na het ontvangen van de mededeling VG: verplaatst de trein tot aan het vertreksein; eerbiedigt de aanduidingen van het sein, indien het openstaat; vervult eventueel de overschrijdingsformaliteiten, indien het sein gesloten is BIJ VERTREK VAN EEN SPOOR UITGERUST MET AVG IS HET VERTREKSEIN NIET ZICHTBAAR VANUIT DE STUURPOST OP HET OGENBLIK DAT DE MEDEDELING VG WORDT ONTVANGEN De bestuurder, na het ontvangen van de mededeling VG: verplaatst de trein tot aan het vertreksein; eerbiedigt de aanduidingen van het sein, indien het openstaat; vervult eventueel de overschrijdingsformaliteiten, zo het sein gesloten is UITGESTELD VERTREK INFORMEREN Wanneer het vertrek wordt uitgesteld, is het de taak van het grondpersoneel (bediende van de beweging of perronopzichter van de IG) om de bestuurder en de boordchef daarvan in te lichten. Bericht 36N/ e bijvoegsel
33 ARGSI NADAT DE BOORDCHEF DE MEDEDELING VG HEEFT OVERGEMAAKT, WORDT HIJ ERVAN VERWITTIGD DAT HET OPENZETTEN VAN HET VERTREKSEIN ZAL UITGESTELD WORDEN De boordchef: dooft het rode licht van de AVG, zo hij vertrekt van een spoor uitgerust met AVG; ontgrendelt de deuren of laat ze ontgrendelen door de bestuurder om het instappen van reizigers mogelijk te maken; geeft, wanneer de verrichtingen gedaan zijn, een nieuwe mededeling VG HET VERTREKSEIN WORDT DICHTGEZET NADAT DE MEDEDELING VG WERD OVERGEMAAKT De boordchef schikt zich naar de richtlijnen van de bediende van de beweging. Wanneer bij vertrek van een spoor uitgerust met AVG het vertreksein wordt dichtgezet: vooraleer de witte of gele AVG-lichten het rode licht vervangen hebben, annuleert de boordchef het rode licht van de AVG; na het aangaan van de witte of gele AVG-lichten, moet de AVG niet meer geannuleerd worden, vermits de witte lichten doven bij het dichtzetten van het sein. Wanneer de verrichtingen gedaan zijn, geeft de boordchef een nieuwe mededeling VG CONTROLE OP DE AANWEZIGHEID VAN DE BOORDCHEF Bij vertrek van een spoor uitgerust met AVG voorziet de IG een werkwijze waarbij de bestuurder zich onmiddellijk na het vertrek van de trein kan verzekeren over de aanwezigheid van de boordchef VERTREK VAN LEEG RIJDENDE TREINEN MET REIZIGERSMATERIEEL VERGEZELDE LEEG RIJDENDE TREINEN MET REIZIGERSMATERIEEL De voorschriften van punt 2.1 hiervoor zijn van toepassing NIET-VERGEZELDE LEEG RIJDENDE TREINEN MET REIZIGERSMATERIEEL ALGEMENE VOORSCHRIFTEN Wanneer de remproef, indien hij voorgeschreven is, afdoende werd uitgevoerd en de bestuurder klaar is voor vertrek, geeft hij een lange claxontoon en houdt hij het vertreksein in het oog. Bericht 33N/ e bijvoegsel
34 ARGSI Indien in een station, na het beëindigen van de verrichtingen, het vertreksein niet zichtbaar is vanuit de stuurcabine en het spoor vóór hem vrij is, verplaatst de bestuurder de trein tot hij het sein kan waarnemen, zonder evenwel de eerste vrijeruimtebalk voorbij te rijden. De toelating tot vertrek bestaat enkel in het openen van het vertreksein, zonder enige andere formaliteit. De deuren worden gesloten door een bediende aangeduid door de IG. De IG bepaalt of het nodig is de deuren te vergrendelen, op basis van de afwaarts ontmoete omstandigheden (afstand, snelheid) VERTREK VAN NIET-VERGEZELDE TREINEN, SAMENGESTELD UIT REIZIGERSMATERIEEL, VANUIT HET EINDSTATION VAN EEN VERGEZELDE REIZIGERSTREIN. Bijkomend aan de in punt hiervoor beschreven bepalingen is het vertrek van de trein pas toegelaten nadat de bestuurder de mondelinge informatie ontvangen heeft dat de voorziene bewerkingen in het eindstation beëindigd zijn. De IG duidt de bediende aan die belast is met het geven van die inlichting BIJZONDER GEVAL VAN DE STATIONS GENT-SINT-PIETERS, BRUSSEL- NOORD, BRUSSEL-ZUID, SCHAARBEEK EN CHARLEROI-ZUID In die stations is het vertrek naar de uitwijkinstallatie (bundel, station) ondergeschikt aan de bediening van de AVG, behalve indien de boordchef een andersluidende melding ontvangt. In Gent-Sint-Pieters, Brussel-Noord en Brussel-Zuid werkt de AVG met het groot stopsein geopend in grote of in kleine beweging. In Charleroi-Zuid en Schaarbeek werkt de AVG enkel met het groot stopsein geopend in grote beweging VERTREK VAN TREINEN UITSLUITEND BESTEMD VOOR HET VERVOER VAN PERSONEEL VAN DE NMBS Gesleepte treinen worden vergezeld door een boordchef, aangeduid door de IG die het inleggen van de trein heeft aangevraagd. Bij treinen, samengesteld uit materieel met eigen tractie of uit trek- en duwstellen die bediend worden vanuit het stuurrijtuig, kan de bestuurder de functie van boordchef uitoefenen. In dat geval wordt de door de bestuurder toe te passen procedure bepaald door de IG BIJZONDER GEVAL STATION LUIK-GUILLEMINS VERTREK NAAR ANS BIJZONDERHEDEN VAN DE AVG-BEDIENINGSKASTJES Op alle sporen: * bij vertrek van een oud bedieningskastje (zonder rode en zwarte pijlen), wordt de VG gegeven door de sleutel te draaien in de vertrekrichting van de trein; Bericht 33N/ e bijvoegsel
35 ARGSI * is het onmogelijk de AVG te annuleren vanaf om het even welk bedieningskastje (oud of nieuw). Deze annulering dient te gebeuren vanaf de seinpost. Wanneer de boordchef de AVG moet laten annuleren en de bestuurder daarvan niet op de hoogte is, bewerkt hij het noodsein. Daarna stelt hij zich in verbinding met de bediende van de beweging of de perronopzichter van de IG. Op de sporen aangeduid in Deel III van het BVT: * zijn de bedieningkastjes daarenboven uitgerust met een witte lamp, gemerkt "Allège", en een drukknop; * is het vertreksein uitgerust met een selectief sein voor aanwezigheidsmelding van een opdruklocomotief "ALL". Het indrukken van de drukknop op een van de op het perron opgestelde bedieningskastjes veroorzaakt het oplichten van de lamp "Allège" op alle bedieningskastjes van de AVG op het perron en van het selectief sein voor aanwezigheidsmelding van een opdruklocomotief BEWERKING VAN DE AVG OPGEDRUKTE TREINEN NAAR LIJN 36 Voor het vertrek van een opgedrukte trein naar lijn 36 is de aanwezigheid van een bediende van de beweging op het perron vereist. Die bediende houdt toezicht op de vertrekbewerkingen tot de trein het rooster heeft verlaten. (zie eveneens ARGSI 6.1.3) Wanneer de opdruklocomotief (locomotieven) klaarstaat (klaarstaan) om de trein op te drukken, informeert de bestuurder van de opdruklocomotief die aan de trein raakt de bediende van de beweging en de bestuurder aan kop van de trein door het indrukken van de drukknop van de lamp "Allège" op het bedieningskastje van de AVG dat zich het dichtst bij zijn locomotief bevindt. Indien twee locomotieven de trein moeten opdrukken en ze afzonderlijk tegen de trein moeten komen, wordt de bestuurder van de eerste locomotief door de bediende van de beweging verwittigd dat een tweede opdruklocomotief voorzien is. In dat geval wordt de drukknop van de lamp "Allège" bewerkt door de bestuurder van de tweede locomotief. Voor alle opgedrukte treinen, zowel reizigers- als goederentreinen, worden de AVG bediend door de bediende van de beweging, die zich er vooraf van vergewist dat: de lamp "Allège" brandt, wat wijst op de aanwezigheid van de opdruklocomotief achteraan de trein; de verrichtingen gedaan zijn, door zich te informeren bij de boordchef. Het aangaan van de witte lampen van de AVG maakt voor de opdruklocomotief de toelating tot vertrekken uit. Bericht 33N/ e bijvoegsel
36 ARGSI ANDERE TREINEN De boordchef bewerkt de schakelaar wanneer de voorwaarden voor vertrek vervuld zijn NIET-GEBRUIKEN VAN DE AVG VOOR HET VERTREK VAN EEN OPGEDRUKTE TREIN Indien de AVG niet kunnen gebruikt worden, wegens een storing of omdat het vertreksein niet kan opengezet worden, worden volgende voorschriften toegepast: de bediende van de beweging: * licht de bestuurders van de sleep- en opdruklocomotieven in over de toestand en vergewist zich er bij de boordchef van dat de verrichtingen beëindigd zijn; * geeft mondeling het vertrekbevel aan de bestuurder van de sleeplocomotief, na hem eventueel een S 422 voor het overschrijden van het vertreksein te hebben afgeleverd; na zich ervan te hebben vergewist dat het vertreksein open staat (of na ontvangst van een overschrijdingsbevel ervoor), verzoekt de bestuurder van de sleeplocomotief door het geven van twee lange claxontonen de opdruklocomotief om te vertrekken; de bestuurder van de opdruklocomotief herhaalt dit sein en vertrekt; de bediende van de beweging komt tussenbeide indien de bestuurder het akoestisch sein niet hoort BUITEN DIENST STELLEN VAN DE AVG Wanneer zij buiten dienst worden gesteld wegens geprogrammeerde werken, zijn de voorschriften van het ARGSI van toepassing voor wat betreft het inlichten van de betrokken IG. Wanneer zij onvoorzien buiten dienst worden gesteld, informeert het exploitatieorgaan de betrokken IG per telegram - via het regelingsorgaan - zodra blijkt dat de buitendienststelling langer dan 24 uur zal duren. Het terug in dienst stellen wordt aan de IG op dezelfde wijze gemeld. De IG is belast met het inlichten van zijn personeel. Bericht 33N/ e bijvoegsel
37 ARGSI SAMENSTELLING VAN REIZIGERSTREINEN De samenstelling van een reizigerstrein (aantal rijtuigen en hun type(s)) wordt door de IG bepaald en voorgesteld aan de Capaciteitsbeheerder. De Capaciteitsbeheerder kan de voorgestelde samenstelling beperken op basis van de exploitatiemogelijkheden van het betrokken treinpad en de eventuele technische beperkingen betreffende de toegang tot het net. De IG is verantwoordelijk voor: het voorzien van een samenstelling die voldoet aan de bezetting van de trein; het naleven van de voorschriften van de IB betreffende de minimum- en maximumsamenstelling; de beperkingen van de samenstelling die voortvloeien uit de karakteristieken eigen aan zijn materieel; het klassement van het materieel, met naleving van de regels die in dit verband eventueel zijn voorgeschreven door de IB; de te nemen maatregelen om de veiligheid van de reizigers te verzekeren indien de lengte van de trein die van het perron overschrijdt; het respecteren van de voorziene samenstelling en het voorziene type van materieel. De IG, bij een wijziging van de samenstelling naar aanleiding van een uitzonderlijke toestand: informeert het regelings- of exploitatieorgaan van de IB; is er verantwoordelijk voor dat de lengte van de trein en die van het perron met elkaar in overeenstemming zijn en moet de boordchef informeren indien de kans bestaat dat de lengte van de trein die van het perron overschrijdt. Bericht 33N/ e bijvoegsel
38 ARGSI Bericht 33N/ e bijvoegsel
39 ARGSI AANSLUITINGEN 4.1. AANSLUITINGEN TUSSEN REIZIGERSTREINEN DEFINITIES OVERSTAPTIJD Minimumtijd die nodig is om de afstand af te leggen tussen de verst van elkaar gelegen perrons in een station. Deze tijd wordt vastgesteld door de IB en varieert, afhankelijk van de installaties, tussen minimum 1 minuut en maximum 3 minuten OPTIMALE AANSLUITINGSTIJD Noodzakelijke minimumtijd tussen de verplichte aankomsttijd (voorzien in de dienstregeling) van de trein in aansluiting en de verplichte vertrektijd van de trein die de aansluiting verzekert, om de reizigers te laten overstappen van de ene naar de andere trein. In bepaalde stations wordt hij bekomen door 2 minuten "reservetijd" (nodige tijd om kleine vertragingen te neutraliseren) bij te voegen bij de overstaptijd van dit station WACHTTIJD Maximumtijd die een trein bij vertrek, na de verplichte vertrektijd, mag wachten op een andere trein in vertraging AANSLUITING Elke mogelijkheid in een station om over te stappen van een trein op een andere trein, voor zover het verschil tussen de verplichte aankomst- en vertrektijden van de twee treinen tenminste gelijk is aan de optimale aansluitingstijd. Alle andere overstapmogelijkheden zijn geen aansluitingen. De mogelijkheid om tussen twee stations A en B te reizen, in station B over te stappen en vervolgens terug te reizen naar een station C dat gelegen is tussen A en B, mag niet beschouwd worden als een aansluiting. A B C PRINCIPES De aansluitingen en wachttijden worden door de IG aan de Capaciteitsbeheerder voorgesteld. Bericht 33N/ e bijvoegsel
40 ARGSI De Capaciteitsbeheerder aanvaardt of weigert deze voorstellen, afhankelijk van de richtlijnen van de verkeersleiding. Indien de aansluitingen en wachttijden treinen van twee verschillende IG betreffen, maken zij het voorwerp uit van een akkoord tussen de IG, vooraleer een voorstel aan de Capaciteitsbeheerder gericht wordt. In de stations Brussel-Zuid en Brussel-Noord worden geen wachttijden toegestaan, behalve voor de laatste trein van de dag van elke verbinding. De IG bepaalt de te nemen maatregelen in geval van het verbreken van een aansluiting AANSLUITINGEN TUSSEN TREIN EN BUS Het beheer van de aansluitingen trein/bus valt onder de bevoegdheid van de IG en van de Provinciale Vervoerscommissie. Bericht 33N/ e bijvoegsel
41 ARGSI MATERIEEL MET EIGEN TRACTIE 5.1. TOEGELATEN MATERIEEL Reizigersmaterieel met eigen tractie dat op het NMBS-net mag rijden, conform de bepalingen van het ARGSI MAXIMUMSAMENSTELLING De maximumsamenstelling verschilt volgens de eigenschappen van het materieel van de IG. Zij mag echter niet meer bedragen dan 12 rijtuigen (hogesnelheidstreinen: zie 5.4). Om dit aantal te bekomen, wordt: een tweeledig motorvoertuig geteld voor 2 rijtuigen; een drieledig motorvoertuig geteld voor 3 rijtuigen; een vierledig motorvoertuig geteld voor 4 rijtuigen. In geval van incident, in nood verkeren of ongeval, mag de IG de maximumsamenstelling overschrijden, mits toepassing door zijn personeel van technische bepalingen die eigen zijn aan de IG, en dit binnen de door de IB opgelegde limieten MAXIMUMSNELHEID MEEDELEN VAN DE MAXIMUMSNELHEID AAN DE BESTUURDER Voor het vertrek deelt de boordchef de maximumsnelheid van het traagste motorvoertuig dat deel uitmaakt van de trein mee aan de bestuurder. Bij een niet-vergezelde trein gebeurt dit door een door de IG aangeduide bediende. De bestuurder wordt eveneens ingelicht: in geval van toevoegen of wegnemen van motorvoertuigen, indien deze bewerking gevolgen heeft voor het bepalen van de maximumsnelheid van de trein; wanneer de snelheid moet beperkt worden wegens averij aan het materieel die enkel het comfort van de reizigers beïnvloedt. Het inlichten van de bestuurder is niet vereist wanneer de trein slechts uit één motorvoertuig bestaat. De IG geeft aan zijn personeel dat belast is met het meedelen van de maximumsnelheid van het traagste motorvoertuig dat in de trein opgenomen is, de nodige richtlijnen opdat het een document kan opstellen dat volgende gegevens bevat: het treinnummer en de datum waarop de trein rijdt; de nummers van de in de samenstelling van de trein opgenomen motorvoertuigen. Bericht 15N/2001
42 ARGSI Dit document moet bij een incident door een bediende van de beweging kunnen geraadpleegd worden BEPALEN VAN DE MAXIMUMSNELHEID De maximumsnelheid wordt bepaald door de bestuurder die de automatische rem bedient, rekening houdend met de maximumsnelheid van het traagste motorvoertuig dat in de trein opgenomen is VOORSCHRIFTEN EIGEN AAN HOGESNELHEIDSTREINEN MAXIMUMSAMENSTELLING De maximumsamenstelling is afhankelijk van de karakteristieken van het materieel van de IG maar mag niet meer dan 18 rijtuigen bedragen VERTREK De voorschriften van hoofdstuk 2 zijn van toepassing, behalve in volgende gevallen: wanneer de mededeling VG niet gegeven wordt door middel van de AVG (storing of vertrek met overschrijdingsbevel), informeert de bediende van de beweging de boordchef dat de mededeling VG gegeven zal worden door middel van de installatie eigen aan het materieel. De boordchef geeft deze informatie door aan de bestuurder; wanneer de bestuurder een abnormale werking van de AVG vaststelt, licht hij de boordchef in met de intercom. De boordchef brengt de bediende van de beweging op de hoogte. Indien de storing niet kan verholpen worden, is de hierboven vermelde procedure van toepassing BLOKKEREN EN DEBLOKKEREN VAN DE DEUREN BIJ STOPS De bestuurder blokkeert de deuren (HST) of houdt de deuren geblokkeerd (Eurostar) in volgende gevallen: tijdens een voorziene of uitzonderlijke stop aan een perron: langs de andere kant dan het perron waar in- en uitgestapt wordt, ten laatste op het ogenblik waarop de snelheid onder 10 km/h daalt; tijdens een stop in volle baan, niet voorzien of uitzonderlijk voorgeschreven buiten het perron: langs beide zijden, zodra de snelheid onder 10 km/h daalt. Hij behoudt die toestand tot het moment waarop de deblokkering gevraagd wordt door de boordchef of door een bediende van de beweging. Bij het hervatten van de rit deblokkeert de bestuurder de deuren (HST) zodra de snelheid 10 km/h overstijgt. Na elke stop die het deblokkeren van de deuren vereiste, moet een mededeling VG gegeven worden. Bericht 15N/2001
43 ARGSI AANDUIDINGEN OP DE RIJTUIGEN Het is de IG toegelaten om bepaalde aanduidingen ten behoeve van de reizigers op de rijtuigen aan te brengen. Hij schikt zich daarbij naar de voorschriften van UIC-fiche 580 OR. De voorgestelde aanduidingen en hun plaatsing, wegname en behandeling vallen onder de verantwoordelijkheid van de IG. Wanneer borden aan de buitenkant van het rijtuig geplaatst worden, neemt de IG de nodige maatregelen opdat ze in geen geval kunnen loskomen tijdens de rit van de trein. Bericht 15N/2001
NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN
NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN BE NETWERK REGLEMENTERING Bureau N.232.1 Sectie 81 911/54480 N.232.1/2.4.1.4/N.5116 Brussel, 15 januari 2002 BERICHT 12N/2002 ALGEMEEN REGLEMENT VOOR HET
Nadere informatieNATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN
NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN BE NETWERK CAPACITEITSBEHEER - DIENSTREGELINGEN Bureau N.221 Sectie 83 911/54134 N.221/901072/713AT/N.5953 Brussel, 25 april 2002 BERICHT 21N/2002 ALGEMEEN
Nadere informatieNATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN
NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN DIRECTIE NETWERK REGLEMENTERING Bureau N.232.1 Sectie 81 911/53336 N.232.1/2.6.1.1/046039 Brussel, 10 november 2004 BERICHT 37N/2004 ALGEMEEN REGLEMENT VOOR
Nadere informatieNATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN
NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN BE NETWERK REGLEMENTERING Bureau N.232.1 Sectie 81 911/53336 N.232.1/2.5.1.1/N.5585 Brussel, 28 februari 2002 BERICHT 14N/2001 ALGEMEEN REGLEMENT VOOR HET
Nadere informatieBASISPRINCIPES VAN DE SEININRICHTING
TREINBESTUURDER BASISPRINCIPES VAN DE SEININRICHTING Publicatiedatum: 04/02/2015 NMBS B-TR.2 Inhoud Blz. 1. Spoorwegen 3 2. Sporen 6 3. Lichtseinen 8 4. Snelheidssignalisatie 14 5. Allerhande seinen 16-2
Nadere informatieNETVERKLARING. Bijlage B.4 Opstellen en publiceren van de dienstregelingen INHOUD
NETVERKLARING Bijlage B.4 Opstellen en publiceren van de dienstregelingen INHOUD 1. ALGEMEENHEDEN... 3 1.1. RIJPERIODE... 3 1.2. WEEKKARAKTERISTIEK... 3 1.2.1. Algemeenheden... 3 1.2.2. Betekenis van de
Nadere informatieNATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN
NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN BE NETWERK REGLEMENTERING Bureau N.232.1 Sectie 81 911/53336 N.232.1/2.3.1.4/N.01.5448 Brussel, 3 januari 2002 BERICHT 4N/2002 ALGEMEEN REGLEMENT VOOR HET
Nadere informatieTITEL III BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR DE TOEGANG TOT DE BETREKKINGEN DEEL III EERSTE ONTHAALBEDIENDE
50 TITEL III BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR DE TOEGANG TOT DE BETREKKINGEN DEEL III EERSTE ONTHAALBEDIENDE A. WERKZAAMHEDEN Activiteiten betreffende de verkoop en de informatie in verband met het binnenlands
Nadere informatieNATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN
NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN DIRECTIE NETWERK COÖRDINATIE VAN DE WERKEN EN HET VERKEER Bureau N.41 Sectie 84 911/54190 N.41/ARGSI/4.1.3/09/036528 BERICHT 41N/2003 Brussel, 05.09.2003
Nadere informatieNATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN
NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN BE NETWERK REGLEMENTERING Bureau N.232.1 Sectie 81 911/53336 N.232.1/2.5.1.3/N.5587 BERICHT 16N/2001 Brussel, 28 februari 2001 ALGEMEEN REGLEMENT VOOR HET
Nadere informatieALGEMEEN REGLEMENT VAN HET PERSONEEL EN DE SOCIALE DIENSTEN BUNDEL TUCHTREGLEMENT
ALGEMEEN REGLEMENT VAN HET PERSONEEL EN DE SOCIALE DIENSTEN BUNDEL 550 - TUCHTREGLEMENT BIJLAGE III BESTRAFFING VAN DE FOUTEN TEGEN DE VEILIGHEID VAN HET VERKEER. A. INBREUKEN OP DE REGLEMENTAIRE VOORSCHRIFTEN
Nadere informatieNATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN
NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN BE NETWERK REGLEMENTERING Bureau N.232.1 Sectie 81 911/53336 N.232.1/2.6.1.9/N.6635 Brussel, 20 augustus 2002 BERICHT 38N/2002 ALGEMEEN REGLEMENT VOOR HET
Nadere informatieReporting stiptheid. Januari 2018
Reporting stiptheid Januari 2018 1. Globale stiptheid binnenlands reizigersverkeer NMBS Zonder neutralisatie 90,7% 88,6% Met neutralisatie 94,5% 92,0% Rekening houdend met het aantal reizigers 88,6% 86,2%
Nadere informatieDeel IV Bepalingen in verband met risico s van rijdende spoorvoertuigen. Titel IV Voorschriften toepasselijk tijdens rangeringen. Hoofdstuk I Algemeen
ARAD 06 Deel IV Bepalingen in verband met risico s van rijdende spoorvoertuigen Titel IV Voorschriften toepasselijk tijdens rangeringen Hoofdstuk I Algemeen 1. WETTELIJKE EN REGLEMENTAIRE VOORSCHRIFTEN
Nadere informatieReporting stiptheid. April 2018
Reporting stiptheid April 2018 1. Globale stiptheid binnenlands reizigersverkeer NMBS Zonder neutralisatie 92,6% 89,2% Met neutralisatie 97,3% 93,0% Rekening houdend met het aantal reizigers 91,2% 87,4%
Nadere informatieReporting stiptheid Juli 2018
Reporting stiptheid Juli 2018 1. Globale stiptheid binnenlands reizigersverkeer NMBS Zonder neutralisatie 92,2% 88,3% Met neutralisatie 94,6% 92,3% Rekening houdend met het aantal reizigers 91,0% 87,3%
Nadere informatieNATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN
NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN BE NETWERK REGLEMENTERING Bureau N.232.1 Sectie 81 911/53336 N.232.1/2.5.2.1/N.7583 Brussel, 12 november 2001 BERICHT 28N/2001 ALGEMEEN REGLEMENT VOOR HET
Nadere informatieNATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN
NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN BE NETWERK REGLEMENTERING Bureau N.232.1 Sectie 81 911/53336 N.232.1/2.6.1.6/N.5583 Brussel, 28 februari 2001 BERICHT 10N/2001 ALGEMEEN REGLEMENT VOOR HET
Nadere informatieReporting stiptheid September 2018
Reporting stiptheid September 2018 1. Globale stiptheid binnenlands reizigersverkeer NMBS Zonder neutralisatie 87,2% 83,9% Met neutralisatie 92,1% 90,3% Rekening houdend met het aantal reizigers 85,0%
Nadere informatieNATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN
NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN DIRECTIE NETWERK REGLEMENTERING Bureau N.232.1 Sectie 81 911/53336 N.232.1/2.3.1.3/N.5606 Brussel, 23 juni 2004 BERICHT 24N/2004 ALGEMEEN REGLEMENT VOOR
Nadere informatie2. OPMAAK VAN DE DIENSTREGELINGEN BASISPRINCIPES OPMAAK DIENSTSTOP... 4
NETVERKLARING Bijlage B.4 Opstellen en publiceren van de rijpaden INHOUD 1. ALGEMEENHEDEN... 2 1.1. RIJPERIODE... 2 1.2. WEEKKARAKTERISTIEK... 2 1.2.1. Algemeenheden... 2 1.2.2. Betekenis van de gebruikte
Nadere informatieReporting stiptheid September 2017
Reporting stiptheid September 2017 1. Globale stiptheid binnenlands reizigersverkeer NMBS Zonder neutralisatie 89,9% 87,2% Met neutralisatie 95,6% 92,4% Rekening houdend met het aantal reizigers 88,6%
Nadere informatieReporting stiptheid externe communicatie. November 2018
Reporting stiptheid externe communicatie November 2018 1. Globale stiptheid binnenlands reizigersverkeer NMBS Zonder neutralisatie 82,2% 83,9% Met neutralisatie 88,6% 89,1% Rekening houdend met het aantal
Nadere informatieReporting stiptheid. December 2017
December 2017 1. Globale stiptheid binnenlands reizigersverkeer NMBS Zonder neutralisatie 89,2% 86,3% Met neutralisatie 93,4% 89,9% Rekening houdend met het aantal reizigers 86,7% 83,2% Gemeten over het
Nadere informatieReporting stiptheid. Februari 2018
Reporting stiptheid Februari 2018 1. Globale stiptheid binnenlands reizigersverkeer NMBS Zonder neutralisatie 89,0% 87,3% Met neutralisatie 92,6% 90,8% Rekening houdend met het aantal reizigers 87,3% 85,0%
Nadere informatieNATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN
NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN BE NETWERK REGLEMENTERING Bureau N.232.1 Sectie 81 911/53336 N.232.1/2.8.1.1/N. 5742 Brussel, 28 maart 2002 BERICHT 22N/2002 ALGEMEEN REGLEMENT VOOR HET
Nadere informatieNETVERKLARING. Bijlage B.4 Opstellen en publiceren van de rijpaden INHOUD
NETVERKLARING Bijlage B.4 Opstellen en publiceren van de rijpaden INHOUD 1. ALGEMEENHEDEN... 2 1.1. RIJPERIODE... 2 1.2. WEEKKARAKTERISTIEK... 2 1.2.1. Algemeenheden... 2 1.2.2. Betekenis van de gebruikte
Nadere informatieReporting stiptheid Oktober 2018
Reporting stiptheid Oktober 2018 1. Globale stiptheid binnenlands reizigersverkeer NMBS Zonder neutralisatie 83,6% 84,4% Met neutralisatie 89,9% 90,1% Rekening houdend met het aantal reizigers 80,5% 82,2%
Nadere informatieReporting stiptheid Augustus 2017
Reporting stiptheid Augustus 2017 1. Globale stiptheid binnenlands reizigersverkeer NMBS Zonder neutralisatie 91,8% 92,8% Met neutralisatie 96,6% 96,9% Rekening houdend met het aantal reizigers 90,7% 91,7%
Nadere informatieReporting stiptheid. Mei 2018
Reporting stiptheid Mei 2018 1. Globale stiptheid binnenlands reizigersverkeer NMBS Zonder neutralisatie 86,6% 86,5% Met neutralisatie 93,0% 91,7% Rekening houdend met het aantal reizigers 84,4% 84,6%
Nadere informatieStiptheid reporting externe communicatie Maart 2016
Stiptheid reporting externe communicatie Maart 2016 1. Globale stiptheid op het ganse spoornet (NMBS + andere operatoren) Zonder neutralisatie 2. Globale stiptheid binnenlands reizigersverkeer NMBS Zonder
Nadere informatieVeiligheidsonderzoeksrapport
Onderzoeksorgaan voor Ongevallen en Incidenten op het Spoor Veiligheidsonderzoeksrapport BOTSING TUSSEN EEN REIZIGERSTREIN EN EEN WERKTREIN DIEGEM - 14 NOVEMBER 2008 December 2013 Elk gebruik van dit
Nadere informatieStiptheid reporting externe communicatie Februari 2016
Stiptheid reporting externe communicatie Februari 2016 1. Globale stiptheid op het ganse spoornet (NMBS + andere operatoren) Zonder neutralisatie 2. Globale stiptheid binnenlands reizigersverkeer NMBS
Nadere informatieReporting stiptheid September 2016
Reporting stiptheid September 2016 1. Globale stiptheid binnenlands reizigersverkeer NMBS Zonder neutralisatie 90,6% 89,9% Met neutralisatie 96,1% 95,6% Rekening houdend met het aantal reizigers 88,5%
Nadere informatieReporting stiptheid - Juni 2018
Reporting stiptheid - Juni 2018 1. Globale stiptheid binnenlands reizigersverkeer NMBS Zonder neutralisatie 87,3% 84,6% Met neutralisatie 92,0% 90,7% Rekening houdend met het aantal reizigers 85,3% 82,8%
Nadere informatieReporting stiptheid. November 2017
Reporting stiptheid November 2017 Kleurcodes (kaartmateriaal) >= 90,0% >= 80,0% < 80,0% 90,0% 100,0 % - goed/zeer goed 80,0% 89,9 % - matig 79,9% of minder - slecht Reporting stiptheid externe communicatie
Nadere informatie4.3.3 Etiket M4 of R2 "Remleiding buiten dienst"
Vergezellende bediende goederentreinen Leseenheid 4 Blz. 16 Vergezellende bediende goederentreinen Leseenheid 4 Blz. 17 Vergezellende bediende goederentreinen Leseenheid 4 Blz. 18 Vergezellende bediende
Nadere informatieReporting stiptheid -Maart 2017
Reporting stiptheid -Maart 2017 1. Globale stiptheid binnenlands reizigersverkeer NMBS Zonder neutralisatie 90,7% 89,5% Met neutralisatie 97,5% 95,0% Rekening houdend met het aantal reizigers 89,0% 87,9%
Nadere informatieReporting stiptheid Juli 2017
Reporting stiptheid Juli 2017 Kleurcodes (kaartmateriaal) >= 90,0% >= 80,0% < 80,0% 90,0% 100,0 % - goed/zeer goed 80,0% 89,9 % - matig 79,9% of minder - slecht Reporting stiptheid externe communicatie
Nadere informatieStiptheid reporting externe communicatie Oktober 2015
Stiptheid reporting externe communicatie Oktober 2015 1. Globale stiptheid op het ganse spoornet (NMBS + andere operatoren) Zonder neutralisatie 2. Globale stiptheid binnenlands reizigersverkeer NMBS Zonder
Nadere informatieReporting - November 2016
Reporting - November 2016 1. Globale stiptheid binnenlands reizigersverkeer NMBS Zonder neutralisatie 86,9% 82,0% Met neutralisatie 93,5% 87,1% Rekening houdend met het aantal reizigers 83,7% 78,6% Gemeten
Nadere informatieReporting stiptheid - April 2017
Reporting stiptheid - April 2017 1. Globale stiptheid binnenlands reizigersverkeer NMBS Zonder neutralisatie 90,6% 92,6% Met neutralisatie 96,4% 97,3% Rekening houdend met het aantal reizigers 89,1% 91,2%
Nadere informatieReporting stiptheid. Februari 2017
Reporting stiptheid Februari 2017 1. Globale stiptheid binnenlands reizigersverkeer NMBS Zonder neutralisatie 90,9% 89,0% Met neutralisatie 95,1% 93,7% Rekening houdend met het aantal reizigers 88,6% 87,3%
Nadere informatieGEBRUIKERSREGLEMENT INZAKE HET PARKEREN OP HET PARKEERTERREIN HANDELSDOK
GEBRUIKERSREGLEMENT INZAKE HET PARKEREN OP HET PARKEERTERREIN HANDELSDOK Goedgekeurd in de gemeenteraad van 25 september 2006, 21 december 2010, 14 december 2015 Bekendgemaakt op 28 september 2006, 23
Nadere informatieTITEL III BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR DE TOEGANG TOT DE BETREKKINGEN DEEL III BESTUURDER RANGERINGEN
501 TITEL III BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR DE TOEGANG TOT DE BETREKKINGEN DEEL III BESTUURDER RANGERINGEN A. WERKZAAMHEDEN De werkzaamheden die aan een bestuurder rangeringen kunnen worden toevertrouwd
Nadere informatieGebruikersreglement inzake het parkeren op het parkeerterrein handelsdok van de Stad Gent
Gebruikersreglement inzake het parkeren op het parkeerterrein handelsdok van de Stad Gent Goedgekeurd in de gemeenteraad van 25 september 2006 en 21 december 2010 Bekendgemaakt op 28 september 2006 en
Nadere informatieReporting stiptheid December 2018
Reporting stiptheid December 2018 1. Globale stiptheid binnenlands reizigersverkeer NMBS Zonder neutralisatie 86,3% 90,0% Met neutralisatie 89,9% 92,5% Rekening houdend met het aantal reizigers 83,2% 87,9%
Nadere informatieStiptheid reporting externe communicatie December 2016
Stiptheid reporting externe communicatie December 2016 1. Globale stiptheid op het ganse spoornet (NMBS + andere operatoren) Zonder neutralisatie 2. Globale stiptheid binnenlands reizigersverkeer NMBS
Nadere informatieReporting stiptheid. Augustus 2016
Reporting stiptheid Augustus 2016 1. Globale stiptheid binnenlands reizigersverkeer NMBS Zonder neutralisatie 94,5% 91,8% Met neutralisatie 98,0% 96,6% Rekening houdend met het aantal reizigers 93,6% 90,7%
Nadere informatieNATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN
NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN BE NETWERK REGLEMENTERING Bureau N.232.1 Sectie 81 911/53336 N.232.1/2.6.1.4/N.5681 BERICHT 19N/2002 Brussel, 20 maart 2002 ALGEMEEN REGLEMENT VOOR HET GEBRUIK
Nadere informatienmbs De stiptheid in mei 2019
De stiptheid in mei De globale stiptheid Trend is nog steeds positief Globale stiptheid* (< 6 ) Evolutie over 12 maanden, in vergelijking met Met een stiptheidscijfer van 89,4% blijft de globale stiptheid
Nadere informatieUitvoerig programma van het vak "ALGEMENE REGLEMENTERING N, II en TR MET BETREKKING TOT HET TREINVERKEER EN DE VEILIGHEID VAN DE TREINEN"
Hoofdstuk III - Bijlage I,k Blz. 1 Uitvoerig programma van het vak "ALGEMENE REGLEMENTERING N, II en TR MET BETREKKING TOT HET TREINVERKEER EN DE VEILIGHEID VAN DE TREINEN" ARE 121.1 Inrichting en uitvoering
Nadere informatieVERSLAG VAN HET VEILIGHEIDSONDERZOEK
Onderzoeksorgaan voor Ongevallen en Incidenten op het Spoor VERSLAG VAN HET VEILIGHEIDSONDERZOEK Zijdelingse aanrijding tussen twee reizigerstreinen te Arlon op 15 september 2010 November 2015 2 Elk gebruik
Nadere informatieReporting stiptheid. Oktober 2017
Reporting stiptheid Oktober 2017 Kleurcodes (kaartmateriaal) >= 90,0% >= 80,0% < 80,0% 90,0% 100,0 % - goed/zeer goed 80,0% 89,9 % - matig 79,9% of minder - slecht Reporting stiptheid externe communicatie
Nadere informatieReporting stiptheid Mei 2017
Reporting stiptheid Mei 2017 1. Globale stiptheid op het ganse spoornet (NMBS + andere operatoren) Zonder neutralisatie Zie rapport Infrabel Zie rapport Infrabel 2. Globale stiptheid binnenlands reizigersverkeer
Nadere informatieStiptheid reporting externe communicatie Juni 2016
Stiptheid reporting externe communicatie Juni 2016 1. Globale stiptheid op het ganse spoornet (NMBS + andere operatoren) Zonder neutralisatie % % 2. Globale stiptheid binnenlands reizigersverkeer NMBS
Nadere informatieReporting stiptheid 2017
Reporting stiptheid 2017 1. Globale stiptheid binnenlands reizigersverkeer NMBS Zonder neutralisatie 89,2% 88,3% Met neutralisatie 95,2% 92,4% Rekening houdend met het aantal reizigers 87,3% 86,2% Gemeten
Nadere informatieReporting stiptheid externe communicatie. Januari 2017
Reporting stiptheid externe communicatie Januari 2017 Kleurcodes (kaartmateriaal) >= 90,0% >= 80,0% < 80,0% 90,0% 100,0 % - goed/zeer goed 80,0% 89,9 % - matig 79,9% of minder - slecht Reporting stiptheid
Nadere informatieStiptheid reporting externe communicatie November 2015
Stiptheid reporting externe communicatie November 2015 1. Globale stiptheid op het ganse spoornet (NMBS + andere operatoren) Zonder neutralisatie 2. Globale stiptheid binnenlands reizigersverkeer NMBS
Nadere informatieUitvoerig programma van het vak "ALGEMENE REGLEMENTERING N, II en TR MET BETREKKING TOT HET TREINVERKEER EN DE VEILIGHEID VAN DE TREINEN"
Hoofdstuk III - Bijlage I,j Blz. 1 Uitvoerig programma van het vak "ALGEMENE REGLEMENTERING N, II en TR MET BETREKKING TOT HET TREINVERKEER EN DE VEILIGHEID VAN DE TREINEN" ARE 122.10 Inrichting van de
Nadere informatie35 NUMMERING VAN DE TREINEN
[ 1 ] BVTDeel III 35 NUMMERING VAN DE TREINEN 1. REIZIGERSTREINEN 1.1 Internationale dienst De nummering dient conform te zijn aan de UIC fiche 4191 OR. In de internationale dienst worden onpare nummers
Nadere informatieStiptheidsrapport binnenlands reizigersverkeer: november 2016
Stiptheidsrapport binnenlands reizigersverkeer: november 2016 Hieronder vindt u de voornaamste stiptheidscijfers die spoorinfrastructuurbeheerder Infrabel en spooroperator NMBS maandelijks op hun website
Nadere informatieReporting stiptheid Juni 2017
Reporting stiptheid Juni 2017 Kleurcodes (kaartmateriaal) >= 90,0% >= 80,0% < 80,0% 90,0% 100,0 % - goed/zeer goed 80,0% 89,9 % - matig 79,9% of minder - slecht 2 1. Globale stiptheid binnenlands reizigersverkeer
Nadere informatieVakkennis Machinist Cluster 7: Gereedmaken en vertrekken
Vakkennis Machinist Cluster 7: Gereedmaken en vertrekken Eerdere versies: Versie 1.0 Vóór review (TT 23-04-13) Versie 2.0 Na review (HB 05-05-13) Versie 2.1 Na review (TT 15-05-13) Versie 3.0 (TT 11-12-13)
Nadere informatieStiptheidsrapport binnenlands reizigersverkeer: augustus 2017
Stiptheidsrapport binnenlands reizigersverkeer: augustus 2017 Hieronder vindt u de voornaamste stiptheidscijfers die spoorinfrastructuurbeheerder Infrabel en spooroperator NMBS maandelijks op hun website
Nadere informatieIC-01 Tijdens de week en het weekend :
nmbs.be IC-01 Tijdens de week en het weekend : Oostende - Brussel - Luik - Eupen Stations en haltes AOOSTENDE YBRUGGE YGENT-SINT-PIETERS YBRUSSEL-ZUID YBRUSSEL-CENTRAAL YBRUSSEL-NOORD YLEUVEN YLUIK GUILLEMINS
Nadere informatienmbs De stiptheid in april 2019
De stiptheid in april De globale stiptheid Trend is nog steeds positief Globale stiptheid* (< 6 ) Evolutie over 12 maanden, in vergelijking met Met een stiptheidscijfer van 91% blijft de globale stiptheid
Nadere informatieTreinen vanuit en naar uw station Hasselt en stopplaats Kiewit Informatie dienstregelingen
Treinen vanuit en naar uw station en stopplaats Kiewit 12.06.2005-10.12.2005 Informatie dienstregelingen Beste Klanten, De verbetering van de kwaliteit van de dienstverlening blijft een hoofdobjectief
Nadere informatieARAD 06. Bepalingen inzake gemeenschappelijke industriële risico's. Voorkomen van de risico's met wegvoertuigen 1. ALGEMEEN
ARAD 06 Deel V Titel II Bepalingen inzake gemeenschappelijke industriële risico's Voorkomen van de risico's met wegvoertuigen Hoofdstuk II Wegvoertuigen in beweging 1. ALGEMEEN 935 1) De bestuurders moeten
Nadere informatienmbs De stiptheid in juni 2019
De stiptheid in juni De globale stiptheid Trend is nog steeds positief Globale stiptheid* (< 6 ) Evolutie over 12 maanden, in vergelijking met De stiptheid van juni (89.0%) is gestegen met 4,4% ten opzichte
Nadere informatieStiptheidsrapport binnenlands reizigersverkeer: november 2017
Stiptheidsrapport binnenlands reizigersverkeer: november 2017 Hieronder vindt u de voornaamste stiptheidscijfers die spoorinfrastructuurbeheerder Infrabel en spooroperator NMBS maandelijks op hun website
Nadere informatieDirectie Human Resources Brussel, 10 september 2003 HR.222 Sectie 53 Tel. 911/63571 BERICHT Nr. 45 HR 9e bijvoegsel bij bericht 39PP/2000
NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN Directie Human Resources Brussel, 10 september 2003 HR.222 Sectie 53 Tel. 911/63571 BERICHT Nr. 45 HR 9e bijvoegsel bij bericht 39PP/2000 Uitreiking : -
Nadere informatieVeiligheidsonderzoeksverslag OVERLIJDEN VAN EEN RANGEERDER TIJDENS HET LOSKOPPELEN VAN MOTORSTELLEN JEMELLE - 15 NOVEMBER 2009
Onderzoeksorgaan voor Ongevallen en Incidenten op het Spoor Veiligheidsonderzoeksverslag OVERLIJDEN VAN EEN RANGEERDER TIJDENS HET LOSKOPPELEN VAN MOTORSTELLEN JEMELLE - 15 NOVEMBER 2009 Mei 2015 Elk
Nadere informatie24 BELGISCHE VOERTUIGEN ZONDER INDIENSTSTELLINGSATTEST, ONDERWORPEN AAN BEPERKINGEN OF VERBODSBEPALINGEN OP DE LIJNEN IN DIENST
- 1 - BVT - Deel III 24 BELGISCHE VOERTUIGEN ZONDER INDIENSTSTELLINGSATTEST, ONDERWORPEN AAN BEPERKINGEN OF VERBODSBEPALINGEN OP DE LIJNEN IN DIENST Opmerking: Beperkingen of verbodsbepalingen op de lijnen
Nadere informatie27 JANUARI 2008. - Koninklijk besluit betreffende <praalwagens>
FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER 27 JANUARI 2008. - Koninklijk besluit betreffende VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit dat ik de eer heb aan Uwe Majesteit
Nadere informatieIC-01 Tijdens de week en het weekend :
nmbs Tijdens de week en het weekend : Oostende - Brussel - Luik - Eupen Stations en haltes AOOSTENDE YBRUGGE YGENT-SINT-PIETERS YBRUSSEL-ZUID YBRUSSEL-CENTRAAL YBRUSSEL-NOORD YLEUVEN YLUIK GUILLEMINS YVERVIERS-CENTRAAL
Nadere informatieOnderzoeksorgaan voor Ongevallen en Incidenten op het Spoor
Onderzoeksorgaan voor Ongevallen en Incidenten op het Spoor Samenvatting Verslag van het Veiligheidsonderzoek Ontsnapping van 2 lege motorstellen gevolgd door een zijdelingse aanrijding van een technische
Nadere informatieReporting stiptheid - December 2016
Reporting stiptheid - December 2016 1. Globale stiptheid binnenlands reizigersverkeer NMBS Zonder neutralisatie 93,0% 89,2% Met neutralisatie 96,4% 93,5% Rekening houdend met het aantal reizigers 90,9%
Nadere informatieStiptheidsrapport binnenlands reizigersverkeer: december 2016
Stiptheidsrapport binnenlands reizigersverkeer: december 2016 Hieronder vindt u de voornaamste stiptheidscijfers die spoorinfrastructuurbeheerder Infrabel en spooroperator NMBS maandelijks op hun website
Nadere informatieKoninklijk Besluit van 2 augustus 1977 betreffende de veiligheidsinrichtingen en de signalisatie van overwegen.
Koninklijk Besluit van 2 augustus 1977 betreffende de veiligheidsinrichtingen en de signalisatie van overwegen. Van commentaar voorzien door Caelen Erik Laatste wijziging: KB 20 december 2007, BS 15 juli
Nadere informatieBrand in het seinhuis van Etterbeek: aanpassing dienstregeling vanaf 18 april 2011
Brand in het seinhuis van Etterbeek: aanpassing dienstregeling vanaf 18 april 2011 De volgende P-treinen rijden opnieuw: P5507: van Schaarbeek 7.47 u. naar Waver 8 rijdt opnieuw volgens de normale dienstregeling;
Nadere informatieVEILIGHEIDSONDERZOEKSVERSLAG
Onderzoeksorgaan voor Ongevallen en Incidenten op het Spoor SAMENVATTING VAN HET VEILIGHEIDSONDERZOEKSVERSLAG ONTSPORING VAN EEN REIZIGERSTREIN OP 28 JANUARI 2011 TE PEPINSTER December 2013 SAMENVATTING
Nadere informatieNATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN
NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN DIRECTIE HUMAN RESOURCES Brussel, 27 oktober 2003 Bureau HR. 341 Sectie 52 Tel. : 911/52516 BERICHT NR. 49 HR Verdeling : 999 : 0 410 : 99 HR.341 : 100 ex.
Nadere informatieStiptheidsrapport binnenlands reizigersverkeer: april 2017
Stiptheidsrapport binnenlands reizigersverkeer: april 2017 Hieronder vindt u de voornaamste stiptheidscijfers die spoorinfrastructuurbeheerder Infrabel en spooroperator NMBS maandelijks op hun website
Nadere informatieStiptheidsrapport binnenlands reizigersverkeer: november 2015
Stiptheidsrapport binnenlands reizigersverkeer: november 2015 Hieronder vindt u de voornaamste stiptheidscijfers die spoorinfrastructuurbeheerder Infrabel en spooroperator NMBS maandelijks op hun website
Nadere informatieFederale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken Algemene Directie Crisiscentrum Geïntegreerde permanentie
Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken Algemene Directie Crisiscentrum Geïntegreerde permanentie Mevrouw en Mijnheer de Burgemeester via de Provinciegouverneurs, de Hoge Ambtenaar van de Brusselse
Nadere informatieCHIREC DELTA PARKING. INTERN REGLEMENT en ALGEMENE VOORWAARDEN. ARTIKEL 1 Algemeenheden en aansprakelijkheden
CHIREC DELTA PARKING INTERN REGLEMENT en ALGEMENE VOORWAARDEN ARTIKEL 1 Algemeenheden en aansprakelijkheden 1.1 - Tenzij er een voorafgaand geschreven akkoord is van de VZW CHIREC, heeft het louter feit
Nadere informatieSamenvatting Veiligheidsonderzoeksverslag
Onderzoeksorgaan voor Ongevallen en Incidenten op het Spoor Samenvatting Veiligheidsonderzoeksverslag BOTSING TUSSEN 2 GOEDERENTREINEN REMERSDAAL - 1 OKTOBER 2013 December 2014 SAMENVATTING Op vrijdag
Nadere informatieBijlage F.4 Gebruiksheffing - Eenheidsprijzen en waarden van de parameters verbonden met de trein
NETVERKLARING Bijlage F.4 Gebruiksheffing - Eenheidsprijzen en waarden van de parameters verbonden met de trein 1. Het treinpadrecht-lijnen 1.1. Eenheidsprijs voor het treinpadrecht-lijnen (P) Voor alle
Nadere informatieOnderzoeksverslag. Onderzoeksorgaan Spoorwegongevallen
Onderzoeksorgaan Spoorwegongevallen Onderzoeksverslag Dodelijke aanrijding op 14.12.2007 van een persoon die een rijdende reizigerstrein voordien verlaten had na bediening van de noodopening van een deur
Nadere informatieNETVERKLARING. Bijlage B.2 Prestatieregeling van toepassing sinds 1 januari Berekening van de minuten vertraging
NETVERKLARING Bijlage B.2 Prestatieregeling van toepassing sinds 1 januari 2017 De prestatieregeling bouwt volledig verder op de principes zoals voorzien in het performantieregime dat opgenomen werd in
Nadere informatieStiptheidsrapport binnenlands reizigersverkeer: februari 2017
Stiptheidsrapport binnenlands reizigersverkeer: februari 2017 Hieronder vindt u de voornaamste stiptheidscijfers die spoorinfrastructuurbeheerder Infrabel en spooroperator NMBS maandelijks op hun website
Nadere informatieUitzonderlijk vervoer Nieuwe regels voor landbouwvoertuigen Tijdelijke Nota Centrex -2011/1717 dd 10 november 2011
1 Uitzonderlijk vervoer Nieuwe regels voor landbouwvoertuigen Tijdelijke Nota Centrex -2011/1717 dd 10 november 2011 1 TOESTAND Op 3 november 2011 verscheen het Koninklijk Besluit van 24 oktober 2011 tot
Nadere informatieStiptheidsrapport binnenlands reizigersverkeer: september 2017
Stiptheidsrapport binnenlands reizigersverkeer: september 2017 Hieronder vindt u de voornaamste stiptheidscijfers die spoorinfrastructuurbeheerder Infrabel en spooroperator NMBS maandelijks op hun website
Nadere informatieMachinist. 1 Deze regelgeving: Is een aanvulling op het NedTrain Handboek Machinist/rangeerder NedTrain uitgave januari 2011
Machinist 1 Deze regelgeving: Is een aanvulling op het NedTrain Handboek Machinist/rangeerder NedTrain uitgave januari 2011 2 Gebieden: gebied verantwoordelijk bestaat uit de sporen - WZ, vanaf sein 2;
Nadere informatieIC-12. Stations en haltes AKORTRIJK YHARELBEKE YWAREGEM YDEINZE YDE PINTE YGENT-SINT-PIETERS YBRUSSEL-ZUID YBRUSSEL-CENTRAAL YBRUSSEL-NOORD YLEUVEN
nmbs.be IC-12 Tijdens de week : Kortrijk - Gent - Brussel - Leuven - Luik - Welkenraedt Stations en haltes AKORTRIJK YHARELBEKE YWAREGEM YDEINZE YDE PINTE YGENT-SINT-PIETERS YBRUSSEL-ZUID YBRUSSEL-CENTRAAL
Nadere informatieStiptheidsrapport binnenlands reizigersverkeer: januari 2017
Stiptheidsrapport binnenlands reizigersverkeer: januari 2017 Hieronder vindt u de voornaamste stiptheidscijfers die spoorinfrastructuurbeheerder Infrabel en spooroperator NMBS maandelijks op hun website
Nadere informatieB-Voorschrift voor de bediening van wissel- en seininrichtingen
B-Voorschrift voor de bediening van wissel- en seininrichtingen Deel IX Vastgelegde wissels, spoorafsluitingen en brugbeveiligingsinrichtingen 1976 Beherende instantie: RIB B&I I&C Inhoudverantwoordelijke
Nadere informatieIC-02. Stations en haltes. Oostende - Brugge - Gent - St-Niklaas - Antwerpen. nmbs. Tijdens de week en het weekend :
nmbs Tijdens de week en het weekend : Oostende - Brugge - Gent - St-Niklaas - Antwerpen Stations en haltes A OOSTENDE Y BRUGGE Y GENT-SINT-PIETERS Y GENT-DAMPOORT Y BEERVELDE Y LOKEREN Y SINT-NIKLAAS Y
Nadere informatie