Pijporgel besturingsapparatuur Installatiehandboek Versie: Auteur: Ton Valkenburgh

Transcriptie

1 Pijporgel besturingsapparatuur Installatiehandboek Versie: Auteur: Ton Valkenburgh Pijporgel-installatie 1/46

2 Inhoudsopgave Voorwoord...4 Overzicht...6 MIDI-controller...8 Communicatie-controller...8 Manuaal-controller 1x Pedaal-controller...9 Synthesizergroep...12 De voeding...12 Klankcontroller...13 Pijpcontroller...15 Instellingen...17 Klank- en pijpcontroller...17 Statusleds...18 Appendix 1 voorbeeld implementatie...20 Overzicht...20 MIDI-controller...20 Manuaal-controllers...20 Pedaal-controller...22 Synthesizer...23 De registers...23 Set up...24 Klankcontroller...25 Instellingen pijp-controllers...26 Bourdon...26 Prestant...27 Gamba...27 Viola...28 VoxHumana...28 Fluit...29 Sub-bas en Celesta...29 Xylofoon...30 Terts...31 Appendix 2 Programma updates installeren...32 Update programma installeren...32 Firmware update installeren...32 Appendix 3 - Programmeren controllers...36 Inleiding...36 Communicatie-controller...36 Pedaal-controller...37 Pijporgel_stop-led_full_x-x-x.hex...38 Pijporgel_key32_full_x-x-x.hex...38 Appendix 4 - MIDI-implementatie...39 Ontvangst/Verzending...40 Channel Voice Messages...40 <Note off>...40 <Note on>...41 Pijporgel-installatie 2/46

3 <Control Change>...41 <Program Change>...43 Channel Mode Messages...43 <All Sounds Off (Controller number 120)>...43 <Reset All Controllers (Controller number 121)>...43 <Local Control On/Off (Controller number 122)>...44 <All Notes Off (Controller number 123)>...44 <OMNI OFF (Controller number 124)>...44 <OMNI ON (Controller number 125)>...44 <MONO (Controller number 126)>...44 <POLY (Controller number 127)>...45 System Realtime Message...45 <Timing Clock>...45 <Active Sensing>...45 Decimal en Hexadecimal tabel...45 Copyright Ton Valkenburgh Meer informatie op: Pijporgel-installatie 3/46

4 Voorwoord De besturingsapparatuur is op dit moment nog in ontwikkeling. Er is een beperkt aantal functies beschikbaar. De communicatie-controller ondersteunt nog niet de volledige specificatie. De volgende MIDI-functies ontbreken: Channel mode message: Local Control On/Off; Active sensing; Synthesizer 2 is niet geactiveerd; Tremulanten 2 en 3 zijn niet geactiveerd, De USB-aansluiting is nog niet geïmplementeerd De update functie is niet betrouwbaar. De pedaal-controller ondersteunt alle gespecificeerde functies. De synthesizer-controller ondersteunt nog niet de volledige specificatie. De volgende MIDI-functies ontbreken: Release time; Expression; Active sensing. De nog niet ondersteunde functies zullen in updates van de firmware worden toegevoegd. In dit installatiehandboek is een algemene beschrijving gegeven van de functies. Sommige functies moeten per te realiseren pijporgel worden vastgelegd in configuratie-tabellen. Deze tabellen zitten in de EEPROMs van de diverse micro-controllers. De configuratie-tabellen kunnen via de MIDI-verbinding worden geladen en aangepast. Op dit moment worden de tabellen met het ontwikkelsysteem MPLAB EDI van Microchip aangemaakt 1. Het laden geschiedt met een Windows-programma via de MIDI-verbinding. Niets is duidelijker dan een goed voorbeeld. Daarom hebben we in Appendix 1 voorbeeld implementatie op bladzijde 20 de instellingen, zoals die gelden voor het door ons gerealiseerde orgel, weergegeven. Firmware versies: Module Versie Opmerking Communicatie-controller 1.1 Pedaal-controller 1.1 Register-led-controller = 1.0.5, Toets-controller_32 = In plan staat een Windows configuratie-programma. De gebruiker hoeft zich dan niet meer te verdiepen in de interne structuur van de configuratie-tabellen. Pijporgel-installatie 4/46

5 Module Versie Opmerking Synthesizer-controller Pijporgel-installatie 5/46

6 Overzicht De opzet van de elektronica voor het pijporgel is modulair. Hierdoor is het eenvoudig aan te passen aan het aantal pijpen. Er wordt gebruik gemaakt van microcontrollers om een zo groot mogelijke flexibiliteit te verkrijgen. Aanpassingen in hardware zijn nu eenmaal moeilijker dan aanpassingen in de software. De focus ligt op een flexibele opzet. Door het gebruik van goedkope microcontrollers is echter ook een goedkope oplossing gerealiseerd. Met de gerealiseerde modules is een pijporgel aan te sturen, maar ook de 'toeters en bellen' van een theaterorgel zijn aan te sturen. Denk aan bijvoorbeeld de puls voor een xylofoon of een roffel voor een trommel. Een ander belangrijk punt is het kunnen testen van de afzonderlijke modules. Gezien het toch wel groot aantal pijpen moet het testen automatisch uitgevoerd kunnen worden, dus de aansluitmogelijkheid van een PC moet aanwezig zijn. Dit geldt niet alleen voor het kant en klare orgel, maar ook voor de afzonderlijke modulen. Met een MIDI-aansluiting is deze testmogelijkheid eenvoudig te realiseren. Hieronder ziet u een globaal overzicht van de gerealiseerde apparatuur. Het orgel kan via een MIDI-interface worden verbonden met een sequencer of PC. Zowel de oudere MIDI-verbinding als MIDI via een USB-aansluiting is mogelijk. Ook de communicatie tussen de modules geschiedt met behulp van MIDI. Hierdoor is iedere module tijdens de ontwikkeling met een PC te verbinden om te worden getest. Een bijkomend voordeel is dat de manualen en de pijpen niet meer dicht bij elkaar hoeven te staan. De MIDI-verbinding laat namelijk grotere afstanden toe. Pijporgel-installatie 6/46

7 De MIDI-controller is de meester en de synthesizer-controller is de slaaf. Iedere controller kan dus via de MIDI-interface aan een PC worden verbonden om te worden getest. Iedere controller kan afzonderlijk worden getest. Pijporgel-installatie 7/46

8 MIDI-controller De MIDI-controller handelt de registerknoppen af en stuurt de register-leds aan. Het indrukken en loslaten van de manuaal toetsen resulteert in MIDI-berichten: Note On en Note OFF. De MIDI-controller kan twee synthesizergroepen aansturen. Hiervoor zijn twee MIDIuitgangen voorzien. Bij grote orgels met veel pijpen kan het namelijk noodzakelijk zijn om de pijpen te verdelen over twee synthesizergroepen. Het onderbrengen van veel pijpen in één synthesizergroep zou er te veel dataverkeer over de MIDI-verbinding kunnen optreden. Vertraging in het aansturen van de pijpen kan hiervan het gevolg zijn. Door de pijpen over twee synthesizergroepen te verdelen kan dit worden voorkomen. De modules van de MIDI-controller communiceren via een I 2 C-bus. De modules worden ook via de I 2 C-bus gevoed. De MIDI-controller heeft een voedingsspanning van +5 Volt nodig. De voeding moet voldoende stroom kunnen leveren voor de leds. De stroom is dus afhankelijk van hoeveel manualen worden gebruikt. Als basis is 100 ma voldoende. Voor iedere Manuaal controller is 600 ma extra nodig. Het is aan te bevelen de voeding te splitsen in een voeding voor de controllers (100 ma) en voor de leds (600mA per manuaal-controller). I 2 C-bus Rij b a 5 Data res. 4 res. NUL 3 Clock res V NUL 1 res. +5 V Communicatie-controller De communicatie-controller fungeert als de master van de MIDI-controller. Hij deelt op aanvraag van de manuaal- en/of pedaalcontrollers de MIDI-kanalen uit en stuurt de MIDI- Pijporgel-installatie 8/46

9 berichten naar de juiste synthesizergroep en/of PC. Ook verzorgt de communicatie-controller het afhandelen van de tremulant-toetsen en -leds. Er zijn aansluitingen voor vijf toetsen met bijbehorende leds voorzien. Twee worden gebruikt voor tremulanten. Deze kunnen worden geconfigureerd voor één synthesizergroep of verdeeld over beide synthesizergroepen. Aan de reserve toetsen en leds kunnen functies worden toegevoegd die een synthesizer groep beïnvloeden of beide synthesizer groepen. De functies van de vijf toetsen kunnen worden aangepast door het wijzigen van een tabel in de EEPROM van de micro-controller. De aansluitingen op de connector zijn zoals hieronder aangegeven. Tremulanten Rij b a 8 +5V +5V 7 6 Led 4 Res 0 5 Led 3 Tremulant 3 4 Led 2 Tremulant 2 3 Led 1 Tremulant 1 2 Led 0 Tremulant 0 1 0V 0V Manuaal-controller 1x61 In ontwikkeling en zal te zijner tijd worden toegevoegd. Pedaal-controller De pedaal-controller ondersteunt 32 pedalen, vijf registers met bijbehorende leds en twee volume pedalen. Pijporgel-installatie 9/46

10 De aansluitingen van de connector naar de pedaal-interface zijn hieronder aangegeven. Pedalen, Registers en Volume Rij b a 25 +5V +5V 24 Vol 0 0V 23 Vol 1 Res 0 22 Led 4 Reg 4 21 Led 3 Reg 3 20 Led 2 Reg 2 19 Led 1 Reg 1 18 Led 0 Reg 0 17 Ped 31 Ped Ped 29 Ped Ped 27 Ped Ped 25 Ped Ped 23 Ped Ped 21 Ped Ped 19 Ped Ped 17 Ped 16 Pijporgel-installatie 10/46

11 Pedalen, Registers en Volume Rij b a 9 Ped 15 Ped 14 8 Ped 13 Ped 12 7 Ped 11 Ped 10 6 Ped 9 Ped 8 5 Ped 7 Ped 6 4 Ped 5 Ped 4 3 Ped 3 Ped 2 2 Ped 1 Ped 0 1 0V 0V Pijporgel-installatie 11/46

12 Synthesizergroep Een synthesizergroep bestaat uit een klank-controller en een aantal pijp-controllers. De pijpcontrollers zijn geschikt voor maximaal vijftien pijptypen. Afhankelijk van het aantal pijpen van één type worden één of meer pijp-controllers gebruikt. De controllers zijn uitgevoerd met micro-controllers van Microchip. Een pijp-controller kan maximaal 49 pijpen aansturen. Als het aantal aan te sturen pijpen gelijk is aan of minder dan 25, is er op de kaart maar één micro-controller nodig. In tabellen (in EEPORM) wordt het type pijp gekoppeld aan een MIDI 'program nummer'. Het is mogelijk om verschillende pijptypen per octaaf te combineren onder één MIDI program nummer. Hierdoor is het mogelijk met minder pijpen toch meer klanken te realiseren. Zie ook Appendix 1 voorbeeld implementatie op pagina 20. Om het signaalniveau van de eenheden te converteren naar de spanning en stromen voor de elektromagneten worden drivers gebruikt. Deze drivers zijn op aparte driver kaarten gemonteerd. De verbinding tussen de klankcontroller respectievelijk de pijpcontrollers en de driver kaarten geschiedt met lintkabels. De MIDI-verbindingen tussen de kaarten worden uitgevoerd met een lintkabel (de MIDI-bus). De voeding De synthesizergroep heeft een voedingsspanning van +5 Volt nodig. De voeding moet minstens 250 ma leveren. De voeding is met de kaarten voor de klankcontroller en de pijpcontrollers met een lintkabel (de MIDI-bus) verbonden. Over deze lintkabel gaat dus ook het MIDI-signaal op TTL-niveau. De connector lay-out is als volgt. Pijporgel-installatie 12/46

13 MIDI-bus Rij b a 5 res. res. 4 MIDI NUL 3 res. res V NUL 1 res. +5 V Klankcontroller De klankcontroller kan respectievelijk als klankcontroller of als pijpcontroller worden gebruikt. De klankcontroller kan een zwelraam, vier tremulanten en negen effecten 2 of 25 pijpen aansturen. Het zwelraam, de tremulanten, de effecten of de pijpen worden met elektromagneten bestuurd. De drivers voor deze elektromagneten zitten op een aparte driver kaart. Voor de aansturing van effecten kan in configuratie-tabellen worden aangegeven hoe de aansturing moet worden uitgevoerd: continue (aan vanaf Note On tot Note Off), puls (pulstijd instelbaar) of roll (frequentie instelbaar). Voor de aansturing van pijpen kan in configuratie-tabellen worden aangegeven hoe de aansturing moet worden uitgevoerd: continue (aan vanaf Note On tot Note Off) of puls (pulstijd instelbaar). Een belangrijke tweede functie van de klankcontroller is het omzetten van het binnenkomende MIDI-signaal naar TTL niveau. Vanaf de klankcontroller wordt het MIDIsignaal op TTL niveau doorgegeven naar de pijpcontrollers. 2 Effecten kunnen zijn: drum, tamboerijn, cymbaal enzovoorts Pijporgel-installatie 13/46

14 Om te testen of de aansluiting naar het zwelraam, de tremulanten en de effecten, respectievelijk de pijpen functioneren, is een testmogelijkheid gerealiseerd. Als de testschakelaar op ON staat doorloopt het programma zijn testfunctie. De zwelramen, de tremulanten, effecten respectievelijk de pijpen worden achtereenvolgens in- en uitgeschakeld, zolang deze schakelaar op ON staat. Zoals eerder gesteld kan de klankcontroller ook als pijpcontroller voor 25 pijpen worden gebruikt. Op de klankcontroller zijn hiervoor dip schakelaars aangebracht. Hiermee is in te stellen dat de klankcontroller een pijpcontroller wordt en welk octaaf van welk type pijp hij aanstuurt. Het aantal aan te sturen pijpen bedraagt twee octaven, d.w.z. 25 pijpen. Bij de functie als pijp-controller zullen, zolang de testschakelaar op ON staat, de pijpen één voor één worden aangestuurd. Voor de instellingen van de dip-schakelaars wordt verwezen naar 'Instellingen' op pagina 17. Het aantal aansluitpunten van de connector is 2x30 en de functies zijn als volgt verdeeld: Klank-controller Pijp-controller Rij b a b a Eff 12 c 13 Eff 11 Eff 10 b ais 12 Eff 9 Eff 8 a gis 11 Eff 7 Eff 6 g fis 10 Eff 5 Eff 4 f e Pijporgel-installatie 14/46

15 Klank-controller Pijp-controller Rij b a b a 9 Eff 3 Eff 2 dis d 8 Eff 1 Eff 0 cis c 7 Res1 Res0 b ais 6 Trem 3 Trem 2 a gis 5 Trem 1 Trem 0 g fis 4 Zwel 05 Zwel 04 f e 3 Zwel 03 Zwel 02 dis d 2 Zwel 01 Zwel 00 cis c 1 NUL NUL NUL NUL De toonhoogte van de pijpen loopt op vanaf pin a2. D.w.z. de c op pin a8 is een octaaf hoger dan de c op pin a2. Er zijn dertien aansluitingen voor effecten aanwezig. Ook zijn er nog twee reserve aansluitingen aanwezig. De dertien aansluitingen voor effecten kunnen bijvoorbeeld voor slagwerk worden gebruikt. Er kunnen drie typen worden aangesloten: Continue (Note On tot Note Off), roffel 3 en puls. De pulstijd en roffel snelheid kan per effect worden ingesteld. De status led brand zwakjes als er voeding op de kaart staat en licht helder op zodra de klank-controller een functie aanstuurt. Er is een mogelijkheid voorzien om de firmware te testen door middel van een 5-polige header. Pijpcontroller De pijpcontroller 4 kan maximaal 49 pijpen aansturen. Iedere microcontroller stuurt twee octaven aan. De laagste toon is een c. De microcontroller voor de laagste octaven op de kaart, stuurt 25 pijpen aan. De tweede microcontroller op de kaart stuurt 24 pijpen aan. Op de pijpcontroller zijn dip schakelaars aanwezig voor de diverse instellingen. Instellingen zijn voor: de functie van de kaart, octaaftest, type pijp en de laagste toon van de twee octaven. Voor de aansturing van pijpen kan in configuratie-tabellen worden aangegeven hoe de aansturing moet worden uitgevoerd: continue (aan vanaf Note On tot Note Off) of puls (pulstijd instelbaar). 3 Bij de roffel worden twee bij elkaar liggende aanslutingen gebruikt. De hoogste noot van deze twee aansluitingen is voor de aansturing van de roffel. De laagste noot kan bijvoorbeeld als enkele slag met pulse worden gebruikt. De roffeltijd is instelbaar. 4 Omdat het programma voor de klankcontroller en de pijpcontroller hetzelfde is, kan de pijpcontroller ook als klankcontroller worden gebruikt, met uitzondering van de omzetting van MIDI naar TTL niveau. Pijporgel-installatie 15/46

16 Er is één 8-polige dip schakelaar en één 4-polige dip schakelaar. De instellingen van de dip schakelaars zijn te vinden in 'Instellingen' op pagina 17. Voor iedere twee octaven (microcontroller) is een status led aanwezig die oplicht als een pijp in de betreffende octaven wordt aangestuurd. De leds branden zwakjes als er voeding op de kaart aanwezig is..als de hoogste c van de eerste micro-controller en de laagste c van de tweede micro-controller wordt aangestuurd lichten de status leds van beide microcontrollers op. Zolang de testschakelaar op ON staat worden één voor één de pijpen die zijn aangesloten op de betreffende microcontroller, aangestuurd. De aansluitingen op de connector (2x30) zijn als volgt: Rij b a c 25 b ais 24 a gis 23 g fis 22 f e 21 dis d 20 cis c Pijporgel-installatie 16/46

17 Rij b a 19 b ais 18 a gis 17 g fis 16 f e 15 dis d 14 cis c 13 b ais 12 a gis 11 g fis 10 f e 9 dis d 8 cis c 7 b ais 6 a gis 5 g fis 4 f e 3 dis d 2 cis c 1 NUL NUL De toonhoogte van de pijpen loopt op vanaf pin a2. D.w.z. de c op pin a8 is een octaaf hoger dan de c op pin a2, enz. Er is een 5-polige header aanwezig om de firmware op micro-controller 0 te testen. Om te kunnen testen moet de jumper van 'norm' op 'test' worden gezet. Instellingen Klank- en pijpcontroller De functie van de kaart wordt ingesteld met S5, S6, S7 en S8. S8 S7 S6 S5 Pijptype Opmerking OFF OFF OFF OFF 0 Pijp-controller functie. Er worden dus maximaal OFF OFF OFF ON 1 15 pijptypen ondersteund. OF OFF ON OFF 2 OFF OFF ON ON 3 OFF ON OFF OFF 4 OFF ON OFF ON 5 OFF ON ON OFF 6 OFF ON ON ON 7 ON OFF OFF OFF 8 Pijporgel-installatie 17/46

18 S8 S7 S6 S5 Pijptype Opmerking ON OFF OFF ON 9 ON OFF ON OFF 10 ON OFF ON ON 11 ON ON OFF OFF 12 ON ON OFF ON 13 ON ON ON OFF 14 ON ON ON ON 15 Klankcontroller functie, S1 t/m S3 niet relevant. Met S4 kan de testcyclus worden gestart. S4 5 Test Opmerking OFF Normale werking ON Testcyclus Test van de aansluitingen. De uitgevoerde test is afhankelijk van de functie. Klankcontroller: laat de tremulanten even werken en loopt door de standen van de zwelramen. Pijpcontroller: stuurt één voor één de pijpen aan die bij de octaven van de schakelaar horen. c t/m c++, bij de hogere octaven b++ t/m c++++. Bij gebruik als pijp-controller wordt met S1 tot en met S3 de laagste toon van de twee octaven ingesteld. Bij de klank-controller hebben deze schakelaars geen functie. S3 6 S2 7 S1 8 Octaaf Opmerking OFF OFF OFF CC Laagste toon in de octaven van de microcontroller OFF OFF ON C functionerend als pijpcontroller. Bij de OFF ON OFF c0 klankcontroller niet relevant. OFF ON ON c1 ON OFF OFF c2 ON OFF ON c3 ON ON OFF c4 ON ON ON c5 Statusleds De statusleds geven de diverse toestanden aan van de controllers. Status led Communicatiecontroller Functie Opmerking Eenmaal knipperen Start van normale operatie De lage tremulant functioneert als status led Conitinue helder aan 1. Verbonden met communicatie-controller 5 Respectievelijk: S14. 6 Respectievelijk: S13. 7 Respectievelijk: S12. 8 Respectievelijk: S11. Pijporgel-installatie 18/46

19 2. De communicatiecontroller update een aangesloten module Tweemaal knipperen Start van normale operatie Na firmware update van de communicatie-controller Viermaal knipperen Vijfmaal knipperen Status led Synthesizercontroller Einde update van module aangesloten aan de communicatie-controller 1. De communicatiecontroller maakt verbinding met een aangesloten module 2. Herstart van aangesloten module na firmware update Module is nog niet herstart Eenmaal knipperen Start van normale operatie Bij inschakelen Continue zwak aan Normale operatie Continue helder aan Firmware update toestand Verbinding met de module Tweemaal knipperen Start van normale operatie Na herstart na firmware update Status led Pedaal-controller Eenmaal knipperen Continue helder aan Start van normale operatie of herstart na firmware update van toets_32-controller 1.Firmware update toestand van register/led-controller 2. Firmware update toestand van toets_32-controller De led van het eerste register functioneert als statusled Tweemaal knipperen Start van normale operatie Na herstart na firmware update van register/ledcontroller Viermaal knipperen Vijfmaal knipperen Einde update van toets_32- controller Herstart van toets_32- controller toets_32-controller is nog niet herstart Pijporgel-installatie 19/46

20 Appendix 1 voorbeeld implementatie Overzicht Om een goede indruk te geven van wat er mogelijk is met de hierboven aangegeven 'standaard' onderdelen, beschrijven we in deze appendix hoe wij ons pijporgel hebben gerealiseerd. Hieronder ziet u de door ons te realiseren orgelbesturing. De groene modulen zijn operationeel, de gele modulen zijn in ontwikkeling en de rode modulen moeten nog worden ontworpen. De voedingen zijn standaard verkrijgbare voedingen. MIDI-controller Synthesizer MIDI USB Communicatie MIDI Klank Manuaal Int Manuaal 8x12 Pijp Manuaal Int Manuaal 1x61 Manuaal Int Manuaal 1x61 I 2 C MIDI TTL Pedaal Int Pedaal Piston Pijp +5 V Voeding Voeding +5 V +5 V Voeding MIDI-controller Manuaal-controllers De volgende registers zijn toegewezen aan de registertoetsen. De kleuren van de leds zijn zodanig gekozen, dat een duidelijke scheiding van functies is ontstaan. Pijporgel-installatie 20/46

21 Pijporgel-installatie 21/46

22 Toets nr. Manuaal 0 Manuaal 1 Manuaal 2 register kleur register kleur register kleur 0 Prestant 16 groen Prestant 8 groen 1 Prestant 8 groen Prestant 4 groen 2 Prestant 4 groen Prestant 2 groen 3 Prestant 2 groen Bourdon 8 groen 4 Bourdon 16 groen Bourdon 4 groen 5 Bourdon 8 groen Bourdon 2 groen 6 Bourdon 4 groen Fluit 8' groen 7 Bourdon 2 groen Fluit 4' groen 8 Bourdon 1 groen Gamba 8 groen 9 Fluit 8' groen Gamba 4 groen 10 Fluit 4' groen VoxCeleste 8' groen 11 Gamba 16 groen Terts 1 3/5 groen 12 Gamba 8 groen VoxHumana 8 groen 13 Gamba 4 groen VoxHumana 4 groen 14 VoxCeleste 8 groen Snaredrum slag groen 15 VoxCeleste 4' groen Snare drum groen 16 Kwint 2 2/3 groen Bekken groen 17 Terts 1 3/5 groen Tamboerijn groen 18 VoxHumana16 groen Shakerine groen 19 VoxHumana 8 groen Maracas groen 20 VoxHumana 4 groen Woodblock groen 21 Celeste groen Castagnette groen 22 Xylofoon groen Sleebel groen 23 Octaaf-koppel geel Triangel groen 24 preset geel Bekken brush groen 25 preset geel preset geel 26 preset geel preset geel 27 preset geel preset geel Globale toetsen 0 Tremulant slow blauw 1 Tremulant fast blauw 2 3 Pedaal-controller De pedaalcontroller heeft vijf registertoetsen met bijbehorende leds. De registers zijn: Pijporgel-installatie 22/46

23 Registernummer 0 Bourdon 16' Register 1 Snare drum enkele slag 2 Triangel 3 Bekken brush 4 VoxHumana 8' Welke register bij welke toets hoort, is vastgelegd in een tabel in de register/led-controller van de pedaal-controller. Synthesizer Allereerst wordt aangegeven welke functies het orgel heeft. Daarna worden alle benodigde instellingen gegeven. Sommige instellingen zitten in tabellen die opgeslagen zijn in de EEPROM van de microcontrollers. Andere instellingen zijn door middel van dipschakelaars te realiseren. De registers 9 De registers kunnen via MIDI berichten worden geselecteerd onder de standaard bank (MSB=0, LSB=0). Register PN Omvang MIDI Opmerking Bourdon 16' 0 CC tot en met c3 24 tot en met 84 laagste octaaf is de Sub-bas Bourdon 8' 0 C tot en met c4 36 tot en met 96 Bourdon 4' 0 c0 tot en met c5 48 tot en met 108 Bourdon 2' 0 c1 tot en met c6 60 tot en met 120 Bourdon 1' 0 c2 tot en met c6 72 tot en met 120 vanaf cis6 repeterend Prestant 16' 1 CC tot en met c3 24 tot en met 84 laagste octaaf is de Sub-bas Prestant 8' 1 C tot en met c4 36 tot en met 96 Prestant 4' 1 c0 tot en met c5 48 tot en met 108 Prestant 2' 1 c1 tot en met c6 60 tot en met 120 Prestant 1' 1 c2 tot en met c6 72 tot en met 120 vanaf cis6 repeterend Voxhumana 16' 2 CC tot en met c3 24 tot en met 84 c3 is Prestant, gereserveerd Voxhumana 8' 2 C tot en met c4 36 tot en met 96 Voxhumana C tot en met b2, Prestant c3 tot en met c4 Voxhumana 4' 2 c0 tot en met c5 48 tot en met 108 Voxhumana C tot en met b2, Prestant c3 tot en met c5 Gamba 16' 3 CC tot en met c3 24 tot en met 84 laagste octaaf is hogere octaaf met 9 De relatie: registerknop, MIDI 'Program Number' (PN) en laagste noot wordt vastgelegd in een tabel in de EEPROM van de MIDI-controllers. De relatie van MIDI 'Program Number' en type pijp wordt vastgelegd in een tabel in de EEPROM van de klank- en pijpcontrollers. Pijporgel-installatie 23/46

24 Register PN Omvang MIDI Opmerking Gamba 8' 3 C tot en met c4 36 tot en met 96 de bijbehorende kwint Gamba 4' 3 c0 tot en met c5 48 tot en met 108 c4 tot en met c5 Prestant Viola 8' 4 C tot en met c4 36 tot en met 96 C tot c1 Gamba, vanaf c1 Viola Viola 4' 4 c0 tot en met c5 48 tot en met 108 c0 tot c1 Gamba, c1 tot en met c4 Viola, cis4 tot en met c5 Prestant VoxCeleste 8' 5 C tot en met c4 36 tot en met 96 Gamba, vanaf c1 komt Viola er bij Fluit 6 CC tot en met c4 24 tot en met 96 laagste octaaf is hogere octaaf met de bijbehorende kwint Celesta 7 c1 tot en met c3 60 tot en met 84 wordt met een puls van 250 msec aangestuurd Xylofoon 8 c1 tot en met c3 60 tot en met 84 Terts 1 3/5' 9 C tot en met c4 36 tot en met 96 vulstem, de toets c wordt e Kwint 2 2/3' 9 C tot en met c4 36 tot en met 96 vulstem, de toets c wordt g Slagwerk 10 C tot en met B 36 tot en met 47 Slagwerk Instrument Noot MIDI Opmerking Snare drum enkele slag C 36 wordt met een puls van 250 msec aangestuurd Snare drum roffel Cis 37 Wordt aan/uit gestuurd met Note On/Off Bekken slag D 38 wordt met een puls van 250 msec aangestuurd Reserve Dis 39 Shakerine E 40 Wordt aan/uit gestuurd met Note On/Off Maracas F 41 Wordt aan/uit gestuurd met Note On/Off Woodblock Fis 42 Wordt aan/uit gestuurd met Note On/Off Castagnette G 43 Wordt aan/uit gestuurd met Note On/Off Slee Bells Gis 44 Wordt aan/uit gestuurd met Note On/Off Tamboerijn A 45 wordt met een puls van 250 msec aangestuurd Triangel Ais 46 wordt met een puls van 250 msec aangestuurd Bekken brush B 47 wordt met een puls van 250 msec aangestuurd Set up Per manuaal zijn er een aantal presets voor registers. Deze presets kunnen vooraf door de speler worden ingesteld. Tijdens het spelen kan de speler snel schakelen tussen deze vrije combinaties. Ook via de MIDI-interface kan uit deze combinaties worden gekozen. Het aantal presets per manuaal kan bij het configureren van de manuaal-controller worden bepaald. Pijporgel-installatie 24/46

25 Het schakelen tussen deze combinaties geschiedt op het control kanaal. Alleen kanaal 15 kan in control mode worden gezet. Dit gebeurt door een bank switch. De bank is: MSB= 10, LSB=00. Als kanaal 15 in control mode staat kan met behulp van Program Changes tussen de combinaties worden geschakeld. Door een bank switch naar: MSB=00, LSB=00 wordt het kanaal weer terug gezet voor normaal gebruik. Combinatie PN Opmerking Man_00 0 Manuaal 0 Man_01 1 Man_02 2 Man_03 3 Man_04 4 Man_10 10 Manuaal 1 Man_11 11 Man_12 12 Man_13 13 Man_14 14 Man_20 20 Manuaal 2 Man_21 21 Man_22 22 Klankcontroller Op de klank-controller worden naast twee tremulanten en een zwelraam ook een aantal slagwerk instrumenten aangesloten. Deze worden verbonden met de aansluitingen voor effecten. Effect nummer Effect 0 Snare drums enkele slag 1 Snare drums roffel 2 Bekken slag 3 Slee Bells 4 Castagnette 5 Woodblock 6 Maracas 7 Shakerine 8 Tamboerijn 9 Triangel 10 Snare brush 11 Bekken brush Pijporgel-installatie 25/46

26 Effect nummer 12 reserve Effect Instellingen pijp-controllers De volgende typen pijp/effect zijn aanwezig: Pijptype nummer Type pijp 0 Bourdon 1 Prestant 2 Gamba 3 Viola 4 VoxHumana 5 Fluit 6 Sub-bas/ Celesta 7 Xylofoon 8 Terts 15 Klank-controller Bourdon Er zijn 85 Bourdon pijpen. Hiervoor worden twee pijp-controllers gebruikt. De eerste 48 pijpen van laag naar hoog - worden aangestuurd door de eerste pijp-controller. De hoogste 37 pijpen worden aangestuurd door de tweede pijp-controller. Eerste Bourdon pijp-controller S8 S7 S6 S5 S4 S3 S2 S1 Micro-controller OFF OFF OFF OFF OFF OFF OFF ON 0 OFF OFF ON ON 1 Tweede Bourdon pijp-controller S8 S7 S6 S5 S4 S3 S2 S1 Micro-controller OFF OFF OFF OFF OFF ON OFF ON 0 OFF ON ON ON 1 Pijporgel-installatie 26/46

27 Prestant Er zijn 85 Prestant pijpen. Hiervoor worden twee pijp-controllers gebruikt. De eerste 48 pijpen van laag naar hoog - worden aangestuurd door de eerste pijp-controller. De hoogste 37 pijpen worden aangestuurd door de tweede pijp-controller. Eerste Prestant pijp-controller S8 S7 S6 S5 S4 S3 S2 S1 Micro-controller OFF OFF OFF ON OFF OFF OFF ON 0 OFF OFF ON ON 1 Tweede Prestant pijp-controller S8 S7 S6 S5 S4 S3 S2 S1 Micro-controller OFF OFF OFF ON OFF ON OFF ON 0 OFF ON ON ON 1 Gamba Er zijn 61 Gamba pijpen. Deze worden aangestuurd met twee pijp-controllers. De eerste 48 pijpen van laag naar hoog - worden aangestuurd door de eerste pijp-controller. De hoogste 13 pijpen worden aangestuurd door de tweede pijp-controller. Deze tweede pijp-controller heeft slechts één microcontroller. Eerste Gamba pijp-controller S8 S7 S6 S5 S4 S3 S2 S1 Micro-controller OFF OFF ON OFF OFF OFF OFF ON 0 OFF OFF ON ON 1 Pijporgel-installatie 27/46

28 Tweede Gamba pijp-controller met één micro-controller S8 S7 S6 S5 S4 S3 S2 S1 Micro-controller OFF OFF ON OFF OFF ON OFF ON (afwezig) Viola Er zijn 37 Viola pijpen. Deze worden aangestuurd met één pijp-controller. Viola S8 S7 S6 S5 S4 S3 S2 S1 Micro-controller OFF OFF ON ON OFF OFF ON ON 0 OFF ON OFF ON 1 VoxHumana Er zijn 48 VoxHumana pijpen. Deze worden aangestuurd met een pijp-controllers. In de tabellen is rekening gehouden met pijpen voor een 16 voet octaaf. Deze kunnen eventueel op een extra pijp-controller met één microcontroller worden aangesloten. Bij uitbreiding met 16 vt pijpen kan deze pijp-controller worden toegevoegd. Eerste VoxHumana pijp-controller S8 S7 S6 S5 S4 S3 S2 S1 Micro-controller OFF ON OFF OFF OFF OFF OFF ON 0 OFF OFF ON ON 1 Tweede VoxHumana pijp-controller met één micro-controller S8 S7 S6 S5 S4 S3 S2 S1 Micro-controller OFF ON OFF OFF OFF OFF OFF OFF (afwezig) Pijporgel-installatie 28/46

29 Fluit De fluit loopt van Bes in de 8 voet tot en met c2. Dus we gebruiken voor de aansturing twee pijp-controllers. De eerste 38 pijpen van laag naar hoog worden aangestuurd door de eerste pijp-controller. De overblijvende pijpen worden aangestuurd door de tweede pijpcontroller. Deze tweede pijp-controller heeft dus één microcontroller. Eerste Fluit pijp-controller S8 S7 S6 S5 S4 S3 S2 S1 Micro-controller OFF ON OFF ON OFF OFF OFF ON 0 OFF OFF ON ON 1 Tweede Fluit pijp-controller met één micro-controller S8 S7 S6 S5 S4 S3 S2 S1 Micro-controller OFF ON OFF ON OFF ON OFF ON (afwezig) Sub-bas en Celesta De sub-bas en celesta worden als één pijptype gezien. Dit kan omdat de tonen elkaar niet overlappen. Hierdoor kunnen we één pijp-controller uitsparen. Omdat de eerste microcontroller 25 pijpen aanstuurt, zal de laagste c van de Celesta niet worden aangestuurd. Om dat toch te realiseren moeten we een wijziging op de print aanbrengen. Verbreek het spoor tussen aansluiting pin 21 van microcontroller 0 en pin a14 van de connector. Leg nu een draad vanaf pin 2 van microcontroller 1 naar pin a14 van de connector. Nu zal de laagste c van de Celesta worden aangestuurd door microcontroller 1. De aansluiting op de connector is als volgt: Rij b a Opmerking c Celesta 25 b ais Celesta 24 a gis Celesta 23 g fis Celesta 22 f e Celesta 21 dis d Celesta 20 cis c Celesta Pijporgel-installatie 29/46

30 Rij b a Opmerking 19 b ais Celesta 18 a gis Celesta 17 g fis Celesta 16 f e Celesta 15 dis d Celesta 14 cis c Celesta b ais sub-bas 6 a gis sub-bas 5 g fis sub-bas 4 f e sub-bas 3 dis d sub-bas 2 cis c sub-bas 1 NUL NUL De sub-bas heeft 12 pijpen en de Celesta heeft 25 'pijpen'. Er wordt gebruik gemaakt van één pijp-controller. Microcontroller 0 stuurt de sub-bas aan en microcontroller 1 de Celesta. Sub-bas en Celesta pijp-controller S8 S7 S6 S5 S4 S3 S2 S1 Microcontroller OFF ON ON OFF OFF OFF OFF OFF 0 OFF OFF ON ON 1 Xylofoon De Xylofoon heeft 25 pijpen. Er wordt gebruik gemaakt van één pijp-controller, waarop alleen microcontroller 0 aanwezig is. Xylofoon pijp-controller met één micro-controller S8 S7 S6 S5 S4 S3 S2 S1 Micro-controller OFF ON ON ON OFF OFF ON ON (afwezig) Pijporgel-installatie 30/46

31 Terts Er zijn 61 Terts pijpen. Deze worden aangestuurd met twee pijp-controllers. De eerste 48 pijpen van laag naar hoog - worden aangestuurd door de eerste pijp-controller. De hoogste 13 pijpen worden aangestuurd door de tweede pijp-controller. Deze tweede pijp-controller heeft slechts één microcontroller. Eerste Terts pijp-controller S8 S7 S6 S5 S4 S3 S2 S1 Microcontroller ON OFF OFF OFF OFF OFF OFF ON 0 OFF OFF ON ON 1 Tweede Terts pijp-controller met één micro-controller S8 S7 S6 S5 S4 S3 S2 S1 Microcontroller ON OFF OFF OFF OFF ON OFF ON Pijporgel-installatie 31/46

32 Appendix 2 Programma updates installeren Update programma installeren Nieuwe versies van de firmware kunnen worden geïnstalleerd via een MIDI-verbinding. Hiervoor is het programma ODWUpd beschikbaar. Dit kan worden opgehaald vanaf Het programma is onder Windows XP, Windows Vista en Windows 7 (X86 en X64) te gebruiken. Windows XP (x86 Service Pack 3) en Windows 7 (X64 Service pack 1) zijn getest. Haal het programma pakket ODWUpd_1.1.zip op en sla het op. Dubbel klik op de zip file en kopieer de folder ODWUpd_1.1. Dubbel klik op de folder een start het Setup programma voor de installatie 10. Firmware update installeren Start het programma ODWUpd. 1. Kies de gewenste module met het pull down menu en klik op Kies. 2. Kies eventueel een MIDI poortnummer door met de rechter muisknop op 1 te klikken. In het algemeen zal MIDI-poort 1 of 0 de juiste zijn Zorg dat er geen andere programma's actief zijn. Sommige Firewalls en Virus scanners blokkeren het Setup programma. Als dat het geval is schakel dan de Firewall of Virus scanner tijdelijk uit. 11 In een latere versie van het programma zullen gebruiksvriendelijker namen verschijnen. Pijporgel-installatie 32/46

33 3. Klik op Open firmware bestand, selecteer het hex-bestand en klik op Openen. 4. Klik op Verbind met module. Op de module zal de status-led indien aanwezig fel oplichten. 5. Klik op Schrijf naar geheugen van functie. Het updaten zal nu gebeuren. Pijporgel-installatie 33/46

34 6. Als de update klaar is krijgt u Einde opdracht te zien. 7. Nu kan de nieuwe Firmware opgestart worden door op Start firmware te klikken. 8. U krijgt nu een window op het opstarten te bevestigen. Pijporgel-installatie 34/46

35 9. De status led van de betreffende module zal nu tweemaal knipperen U kunt nu de updater afsluiten door rechtsboven op het kruis te klikken of u kunt een volgende module updaten. 12 Niet alle (sub)modulen hebben een status led. Voor een overzicht zie: Statusleds op bladzijde 18 Pijporgel-installatie 35/46

36 Appendix 3 - Programmeren controllers Inleiding Voor het initieel programmeren van de micro-controllers is een programmer nodig die compatibel is met de Microchip programmers. Van Microchip zijn de PICkit 2 en 3 prijstechnisch goede programmers. Een 5-aderige kabel wordt gebruikt om de programmer te verbinden met de betreffende micro-controller. Wij hebben een bandkabel met vijf adres gebruikt. Één ader is rood. Op de PC moet het programmer programma worden geïnstalleerd. Zie ook de documentatie van de betreffende programmer. Op de printkaarten is één of meer 5-polige header(s) voorzien. Deze testaansluitingen (ICSP TM ) worden onder andere gebruikt om het initiele programma voor de betreffende micro-controller te installeren. Pin Functie 1 VPP/MCLR 2 VDD (+5V) 3 VSS (Nul) 4 ICSPDAT/PGD 5 ICSPCLK/PGC Uiteraard kunnen de micro-controllers ook buiten de printkaart worden geprogrammeerd. Zodra een programma in de micro-controller in geïnstalleerd, kunnen updates met het update programma worden aangebracht. Zie Appendix 2 Programma updates installeren op bladzijde 32. We bespreken het programmeren alsof het met een PICkit 2 wordt uitgevoerd. De voeding moet aan staan. Dat heeft het voordeel dat de PICkit 2 niet alle kaarten hoeft te voeden. Nadat de voeding is aangezet wordt de PICkit aangesloten. Communicatie-controller Het 5-aderige verbindingskabeltje (mannetje) wordt in de PICkit 2 gestoken. De rode ader bij de pijl. De andere zijde (vrouwtje) wordt op de 5-polige testaansluiting aangesloten. De rode ader bij pin 1 (zie Test J1 - in de tekening hieronder). Dit is de pin die is verbonden met pin 1 van de micro-controller. De PIC is type: PIC18F2550. Pijporgel-installatie 36/46

37 Sluit de PICkit 2 aan op een USB aansluiting van de PC en start de PICkit 2 Programming Software. Voor het gebruik van dit programma wordt verwezen naar de betreffende documentatie van Microchip. De firmware voor de communicatie-controller staat in het bestand: pijporgel_com_full_x-x-x.hex Waarin x-x-x het versienummer aangeeft. N.B. Bij het programmeren geen toetsen bedienen. Pedaal-controller Op de pedaal controller zijn twee micro-controllers aanwezig. Eén voor de registers en leds (0303). Een tweede voor de pedalen (0404). Voor het programeren van één van de microcontrollers moet een stropje omgezet worden van Normaal naar Test. Bij de andere microcontroller blijft het stropje in de stand Normaal staan. Het 5-aderige verbindingskabeltje (mannetje) wordt in de PICkit 2 gestoken. De rode ader bij de pijl. De andere zijde (vrouwtje) wordt op de 5-polige testaansluiting aangesloten. De rode ader bij pin 1 (zie Test 1 respectievelijk 2 - in de tekening hieronder). Dit is de pin die via het stropje is verbonden met pin 1 van de micro-controller. Sluit de PICkit 2 aan op een USB aansluiting van de PC en start de PICkit 2 Programming Software. Voor het gebruik van dit programma wordt verwezen naar de betreffende documentatie van Microchip. De firmware voor de register/led-controller staat in het bestand: Pijporgel-installatie 37/46

38 Pijporgel_stop-led_full_x-x-x.hex Waarin x-x-x het versienummer aangeeft. De PIC is type: PIC16F883 De firmware voor de pedaal-controller staat in het bestand: Pijporgel_key32_full_x-x-x.hex Waarin x-x-x het versienummer aangeeft. De PIC is type: PIC16F884 Na het programmeren van een PIC alvorens de andere PIC te programmeren het stropje (Test 1 respectievelijk Test 2) van de net geprogrammeerde PIC bij de micro-controller op Normaal zetten. N.B. Bij het programmeren geen toetsen of pedalen bedienen. Pijporgel-installatie 38/46

39 Appendix 4 - MIDI-implementatie Functie Basic kanaal Mode Note number Velocity After Touch Standaard Veranderd Zenden Ontvangen Opmerkingen Standaard x Mode 3 Het orgel blijft altijd polyfoon. Berichten x Veranderd x Mode 3, 4 (M=1) Niet ondersteunde noten worden Echte stem genegeerd Note ON o o Standaard is Note ON Note OFF o o bij ontvangen Note OFF is de velocity genegeerd Key's x x Ch's x x Pitch Bend x x Control Change 0, 32 o o Bank select 1 x x Modulation 5 x x Portamento time 6, 38 x x Data entry 7 o o Volume (zwelkast) 10 x x Panpot 11 o o Expression (zwelkast) 64 x x Hold1 65 x x Portamento 66 x x Sostenuto 67 x x Soft 70 o o Sound variation, Tremulanten 72 o o Release Time, Standaard 0 76 o o Vibration rate, Tremulanten 84 x x Portamento control 91 x x Effect1 depth 93 x x Effect3 depth 94 x x Effect4 depth 98, 99 x x NRPN LSB, MSB Pijporgel-installatie 39/46

40 Prog Change 100, 101 x x RPN LSB, MSB o Echte # Prog System Exclusive x o Firmware update System Common System Real Times Aux Messages Song Pos x x Song Sel x x Tune x x Clock x o Active Sensing x o All Sounds OFF Reset All Controllers x o o (120, 126, 127) x o (121) Local ON/OFF x o (122) All Notes OFF o o ( ) Active Sensing x o System Reset x x *1 herkent als M = 1 zelfs als M niet gelijk is aan 1; Notes 2 running status wordt ondersteund. x betekent niet ondersteund, wordt genegeerd. o betekent ondersteund. Mode 1 : OMNI ON, POLY Mode 2 : OMNI ON, MONO Mode 3 : OMNI OFF, POLY Mode 4 : OMNI OFF, MONO Ontvangst/Verzending Channel Voice Messages <Note off> Status 2de byte 3de byte 8nH kkh vvh 9nH kkh 00H n = MIDI channel number : 0H-FH (ch.0-ch.15) kk = note number : 00H-7FH (0-127) vv = note off velocity : 00H-7FH (0-127) Pijporgel-installatie 40/46

41 De velocity wordt bij ontvangst genegeerd; De velocity is bij zenden 0. <Note on> Status 2nd byte 3rd byte 9nH kkh vvh n = MIDI channel number : 0H-FH (ch.0-ch.15) kk = note number : 00H-7FH (0-127) vv = note on velocity : 01H-7FH (1-127) De velocity bij wordt ontvangst genegeerd; De velocity is bij zenden 64. <Control Change> De waarde zoals gespecificeerd door een Control Change bericht zal zelfs niet worden gereset bij een Program Change, etc. > Bank Select (Controller number 0, 32) Status 2de byte 3de byte BnH 00H mmh BnH 20H llh n = MIDI channel number : 0H-FH (ch.0-ch.15) mm, ll = Bank number : 00H, 00H-7FH, 7FH (bank.0-bank.16385), Initial Value = 00 00H (bank.0) De standaard Bank is: MSB (mm)=00, LSB(ll)=00; Het afhandelen van Bank Select bij ontvangst wordt uitgesteld tot een Program Change bericht is ontvangen. > Volume (Controller number 7) Status 2de byte 3de byte BnH 07H vvh n = MIDI channel number : 0H-FH (ch.0-ch.15) vv = Volume : 00H-7FH (0-127) Het pijporgel heeft zes discrete waarden voor volume (stand zwelraam): 0- (vv=0-20), 1- (vv=21 t/m 40), 2- (vv=41 t/m 60), 3- (vv=61 t/m 80), 4- (81 t/m 100) en 5- (vv=101 t/m 127). Volume berichten werken op alle kanalen gelijkertijd; Bij ontvangst wordt het kanaal nummer genegeerd; Bij zenden wordt op één van de actieve kanalen de controller verzonden. De actuele waarde van het volume pedaal wordt verzonden. Pijporgel-installatie 41/46

42 > Expression (Controller number 11) Status 2de byte 3de byte BnH 0BH vvh n = MIDI channel number : 0H-FH (ch.0-ch.15) vv = Expression : 00H-7FH (0-127), Initial Value = 7FH (127) Kan onafhankelijk van Volume worden gebruikt. Het beïnvloedt alle kanalen gelijkertijd. Expression berichten worden gebruikt voor muzikale expressie, bijv. expression pedaal bewegingen, crescendo and decrescendo; Bij ontvangst wordt het kanaal nummer genegeerd; Bij zenden wordt op één van de actieve kanalen de controller verzonden. > Sound variation (Controller number 70) Status 2de byte 3de byte BnH 46H vvh n = MIDI channel number : 0H-FH (ch.0-ch.15) vv = Modulation : 00H-7FH (0-127), Het pijporgel gebruikt drie bereiken voor soundvariation: uit (vv=0 t/m 43), langzaam (vv=44 t/m 86) en snel (vv=87 t/m127). Sound variation werkt op alle kanalen gelijkertijd en stuurt tremulant 2 en 3 aan. Bij ontvangst wordt het kanaal nummer dus genegeerd; Bij zenden wordt op één van de actieve kanalen de sound variation controller verzonden. > Release Time (Controller number 72) Eigenlijk is het extra sustain tijd, maar een orgel heeft geen sustain pedaal. Daarom gebruiken we onterecht de Release Time. Status 2de byte 3de byte BnH 48H vvh n = MIDI channel number : 0H-FH (ch.0-ch.15) vv = Release Time waarde (relatieve verandering): 00H-7FH ( ), Initial Value = 40H (geen verandering) Parameters zoals "relatieve verandering" veranderen de waarde relatief t.o.v. de standaard waarde.deze wordt voornamelijk door de afvaltijd van de elektromagneten bepaald; Parameters zoals "absolute verandering" veranderen de absolute waarde van parameters onafhankelijk van de vorige waarde; Pijporgel-installatie 42/46

43 Negatieve waarden worden bij Release Time genegeerd. > Vibration rate (Controller number 76) Status 2de byte 3de byte BnH 4CH vvh n = MIDI channel number : 0H-FH (ch.0-ch.15) vv = Modulation : 00H-7FH (0-127), Het pijporgel gebruikt drie bereiken voor vibration rate: uit (vv=0 t/m 43), langzaam (vv=44 t/m 86) en snel (vv=87 t/m127). Vibration rate werkt op alle kanalen gelijkertijd en stuurt tremulant 0 en 1 aan. Bij ontvangst wordt het kanaal nummer dus genegeerd; Bij zenden wordt op één van de actieve kanalen de vibration rate controller verzonden. <Program Change> Status 2de byte CnH pph n = MIDI channel number : 0H-FH (ch.0-ch.15) pp = Program number : 00H-7FH (prog.0-prog.127) Nadat een Program Change bericht is ontvangen zal het geluid veranderen met de volgende ' Note On'. Stemmen die al klinken als de PC wordt ontvangen, worden uitgeschakeld na de eerste ontvangen 'Note On'. Channel Mode Messages <All Sounds Off (Controller number 120)> Status 2nd byte 3rd byte BnH 78H 00H n = MIDI channel number : 0H-FH (ch.0-ch.15) Als dit bericht wordt ontvangen, worden alle klinkende noten in het kanaal direct uitgeschakeld. <Reset All Controllers (Controller number 121)> Status 2nd byte 3rd byte BnH 79H 00H Pijporgel-installatie 43/46

44 Controller n = MIDI channel number : 0H-FH (ch.0-ch.15) Als dit bericht wordt ontvangen worden de volgende controllers op hun reset waarden gezet. Modulation 0 Expression Reset value 127 (max) <Local Control On/Off (Controller number 122)> Status 2nd byte 3rd byte BnH 7AH vvh n vv = MIDI channel number : 0H-FH (ch.0-ch.15) = 00 betekent Off, vv=127 betekent On. <All Notes Off (Controller number 123)> Status 2nd byte 3rd byte BnH 7BH 00H n = MIDI channel number : 0H-FH (ch.0-ch.15) Als 'All Notes Off' wordt ontvangen, worden alle noten op het gerelateerde kanaal uitgeschakeld. Ook wordt in de communicatie-controller het kanaal vrijgemaakt. <OMNI OFF (Controller number 124)> Status 2nd byte 3rd byte BnH 7CH 00H n = MIDI channel number : 0H-FH (ch.0-ch.15) Er gebeurt hetzelfde als bij de ontvangst van 'All Notes Off'. <OMNI ON (Controller number 125)> Status 2nd byte 3rd byte BnH 7DH 00H n = MIDI channel number : 0H-FH (ch.0-ch.15) OMNI ON wordt alleen herkent als 'All notes off'. De Mode verandert niet. (OMNI OFF blijft). <MONO (Controller number 126)> Status 2nd byte 3rd byte Pijporgel-installatie 44/46

45 BnH 7EH mmh n = MIDI channel number : 0H-FH (ch.0-ch.15) mm = mono number : 00H-10H (0-16) Het zelfde wordt gedaan als bij het ontvangen van 'All Sounds Off' en 'All Notes Off''. Het orgel blijft polyfoon. <POLY (Controller number 127)> Status 2nd byte 3rd byte BnH 7FH 00H n = MIDI channel number : 0H-FH (ch.0-ch.15) Het zelfde wordt gedaan bij het ontvangen van 'All Sounds Off' en 'All Notes Off''. Het orgel blijft polyfoon. System Realtime Message <Timing Clock> Status F8H Alleen ontvangst. <Active Sensing> Status FEH Bij ontvangst: als 'Active sensing' wordt ontvangen, wordt de intervaltijd tussen de volgende berichten bijgehouden. Als dan de tijd tussen twee berichten de 420 msec overschrijdt, worden de zelfde processen uitgevoerd alsof 'All Sounds Off', 'All Notes Off' en 'Reset All Controllers' zijn ontvangen. Het controleren van de intervaltijd tussen de berichten wordt daarna gestopt. Decimal en Hexadecimal tabel In MIDI zijn gegevenswaarden, adressen en lengten van exclusive berichten vaak uitgedrukt in hexadecimale getallen van ieder 7 bits. De volgende tabel geeft de corresponderende decimale waarden. Dec. Hex. Dec. Hex. Dec. Hex. Dec. Hex. 0 00H 32 20H 64 40H 96 60H Pijporgel-installatie 45/46

46 Dec. Hex. Dec. Hex. Dec. Hex. Dec. Hex. 1 01H 33 21H 65 41H 97 61H 2 02H 34 22H 66 42H 98 62H 3 03H 35 23H 67 43H 99 63H 4 04H 36 24H 68 44H H 5 05H 37 25H 69 45H H 6 06H 38 26H 70 46H H 7 07H 39 27H 71 47H H 8 08H 40 28H 72 48H H 9 09H 41 29H 73 49H H 10 0AH 42 2AH 74 4AH 106 6AH 11 0BH 43 2BH 75 4BH 107 6BH 12 0CH 44 2CH 76 4CH 108 6CH 13 0DH 45 2DH 77 4DH 109 6DH 14 0EH 46 2EH 78 4EH 110 6EH 15 0FH 47 2FH 79 4FH 111 6FH 16 10H 48 30H 80 50H H 17 11H 49 31H 81 51H H 18 12H 50 32H 82 52H H 19 13H 51 33H 83 53H H 20 14H 52 34H 84 54H H 21 15H 53 35H 85 55H H 22 16H 54 36H 86 56H H 23 17H 55 37H 87 57H H 24 18H 56 38H 88 58H H 25 19H 57 39H 89 59H H 26 1AH 58 3AH 90 5AH 122 7AH 27 1BH 59 3BH 91 5BH 123 7BH 28 1CH 60 3CH 92 5CH 124 7CH 29 1DH 61 3DH 93 5DH 125 7DH 30 1EH 62 3EH 94 5EH 126 7EH 31 1FH 63 3FH 95 5FH 127 7FH Pijporgel-installatie 46/46