Partijen zullen hierna ook [X] (eiseressen gezamenlijk) en PlantLab genoemd worden.

Transcriptie

1 vonnis RECHTBANK DEN HAAG Team handel - voorzieningenrechter zaaknummer / rolnummer: C/09/ / KG ZA Vonnis in kort geding van in de zaak van 1. de vennootschap onder firma [X] V.O.F., 2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid DELISCIOUS B.V., beide gevestigd te Beesel, eiseressen, advocaat: mr. M.W. Rijsdijk te Amsterdam. tegen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid PLANTLAB GROEP B.V., gevestigd te Eindhoven, gedaagde, advocaten: mr. L. Oosting en mr. R.M. van der Velden te Amsterdam. Partijen zullen hierna ook [X] (eiseressen gezamenlijk) en PlantLab genoemd worden. Voor [X] is de zaak behandeld door de haar advocaat, bijgestaan door ir. M.D-J. Nollen, octrooigemachtigde. De advocaten van PlantLab zijn bijgestaan door de octrooigemachtigden drs. A.A. Jilderda en drs. A. van Loon. 1. De procedure 1.1. Het verloop van de onderhavige procedure blijkt uit: - de dagvaarding van 24 oktober 2013 met producties 1 tot en met 9; - de op 20 november 2013 ontvangen akte houdende overlegging producties van PlantLab, met producties 1 tot en met 8; - de bij brief van 18 december 2013 ontvangen aanvullende producties 10 en 11 van [X], het bij brief van 18 december 2013 door PlantLab opgeworpen bezwaar tegen deze aanvullende producties, de reactie op het bezwaar bij brief van 20 december 2013 van [X] en het bericht van 20 december 2013 van de griffie aan partijen dat de voorzieningenrechter de aanvullende producties van [X] weigert; - het op 19 december 2013 van PlantLab ontvangen afschrift van een daags daarvoor uitgebrachte dagvaarding in een bodemprocedure tegen onder meer [X]; - de op 7 januari 2014 ingekomen kostenopgaven van beide zijden; - de mondelinge behandeling, gehouden op 8 januari 2014, ter gelegenheid waarvan de raadslieden pleitnota s hebben overgelegd.

2 Vonnis is bepaald op heden. 2. De feiten 2.1. [X] houdt zich bezig met het kweken van gewassen, onder meer sla. In dat kader vervaardigt en ontwikkelt zij ook inrichtingen voor het kweken van gewassen Ook PlantLab de (rechts)opvolger van de vennootschap Croppings B.V. ontwikkelt en vervaardigt inrichtingen voor het kweken van gewassen [X] en PlantLab hebben enige tijd samengewerkt, in het kader waarvan bij [X] een experimentele teeltruimte is gerealiseerd. De samenwerking is begin 2011 geëindigd PlantLab is houdster van het Nederlandse octrooi (hierna: NL 091 of het octrooi) voor een Systeem en werkwijze voor het telen van een gewas in een althans ten dele geconditioneerde omgeving, verleend op 14 april 2010 op een aanvrage van 13 oktober Op basis van NL 091 is ook een Europese octrooiaanvrage ingediend Conclusie 1 van NL 091 luidt als volgt. 1. Systeem voor het telen van een gewas in een althans ten dele geconditioneerde omgeving omvattende een teeltbasis om een teeltbodem met daarin een wortelstelsel van het gewas te ontvangen, worteltemperatuurbeheersingsmiddelen die in staat en ingericht zijn om een voorafbepaalde worteltemperatuur aan het wortelstelsel op te leggen en omvattende verlichtingsmiddelen die in staat en ingericht zijn om blad van het gewas bloot te stellen aan actinisch kunstlicht met het kenmerk dat bladverwarmingsmiddelen zijn voorzien die in staat en ingericht zijn om een van een omgevingstemperatuur afwijkende bladtemperatuur aan het blad van het gewas op te leggen NL 091 heeft één figuur, die hieronder is weergegeven.

3 De beschrijving van NL 091 omvat de volgende toelichting op de uitvinding. De onderhavige uitvinding stelt zich onder meer ten doel te voorzien in een systeem en werkwijze voor het telen van een gewas in een althans ten dele geconditioneerde omgeving, die een verdere efficiencyverbetering mogelijk maakt. Om het beoogde doel te bereiken heeft een systeem van de in de aanhef beschreven soort volgens de uitvinding als kenmerk dat bladverwarmingsmiddelen zijn voorzien die in staat en ingericht zijn om een van een omgevingstemperatuur afwijkende bladtemperatuur aan het blad van het gewas op te leggen. Het systeem volgens de uitvinding biedt aldus de mogelijkheid tot een gecontroleerde verdamping en koolzuurassimilatie via het blad door

4 4 een juiste hoeveelheid energie op het blad te regelen, naast een gecontroleerde belichting, zowel qua hoeveelheid licht als qua spectrale verhoudingen met het oog op plantvormreacties, zoals blauw/rood en rood/ferrood verhoudingen, als qua lichtspectra die nodig zijn voor specifieke reacties zoals pigmentvorming, en naast een beheersing en optimalisatie van de worteldrukactiviteit. Dit alles voltrekt zich daarbij in een althans ten dele geconditioneerde omgeving waarin het klimaat voor wat betreft onder meer een luchtvochtigheidsbalans, een ruimtetemperatuur, en een koolzuurconcentratie naast water en voeding voor het gewas binnen nauwe grenzen beheersbaar zijn. Daarbij berust de uitvinding op het inzicht dat in essentie drie factoren verantwoordelijk zijn voor een voorspoedige gewasontwikkeling, te weten de fotosynthese, de onder invloed van een heersende worteldruk opwaartse gestuwde sapstroom in het gewas en de koolzuurassimilatie door voornamelijk het bladstelsel van het gewas en dat deze drie factoren steeds op elkaar dienen te zijn afgestemd om een optimale gewasontwikkeling daadwerkelijk te realiseren. Door de voorziening van de bladverwarmingsmiddelen in het systeem volgens de uitvinding is, naast de worteltemperatuur en de toetreding van actinisch licht, tevens een koolzuurassimilatiehuishouding van het gewas beheersbaar. Door bijverwarming zullen de huidmondjes in het blad namelijk verder openen, wat aldus een toetreding van koolzuur tot het blad en verdamping van vocht uit het blad bevordert. Dit laatste is met name van belang indien door een verhoogde worteltemperatuur een sapstroom in het gewas wordt gestimuleerd die via dezelfde huidmondjes zal moeten uittreden. Omgekeerd, kan bij een lagere sapstroom de bladtemperatuur worden verlaagd om ongewenste uitdroging van het gewas tegen te gaan. Al met al zijn aldus althans de voornaamste klimaatparameters die verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling van het gewas beheersbaar, zodat in ieder van deze componenten met een minimaal energiebeslag een optimaal rendement kan worden gerealiseerd. [pag. 2. r. 28 pag. 4, r. 2] 2.8. [X] heeft in samenwerking met andere partijen een klimaatcel ontwikkeld, gebouwd en op 18 maart 2012 in gebruik genomen. Betrokkenen hebben informatie over de klimaatcel gepubliceerd op hun websites. Ook is in het tijdschrift Onder Glas in augustus 2011 aandacht besteed aan de klimaatcel van [X]. Deze klimaatcel bestaat uit een aantal teeltlagen waarboven LED-lampen zijn aangebracht en daarboven koellamellen, een en ander zoals hieronder afgebeeld.

5 PlantLab heeft [X], verwijzend naar NL 091 en stellende dat de klimaatcel van [X] onder de beschermingsomvang van het octrooi valt, een licentie aangeboden. In reactie heeft [X] PlantLab laten weten dat zij van mening is dat in haar klimaatcel niet alle kenmerken van conclusie 1 terug te vinden zijn en dat zij derhalve geen licentie nodig heeft PlantLab heeft op 20 juni 2013 de voorzieningenrechter van deze rechtbank verlof gevraagd voor het leggen van bewijsbeslag en het maken van een gedetailleerde beschrijving. PlantLab heeft in het verzoekschrift aangevoerd dat de klimaatcel van [X] onder de beschermingsomvang van, onder meer, conclusie 1 van NL 091 valt en dat daarmee inbreuk wordt gemaakt op haar octrooirecht. Het verzoekschrift licht dit, voor zover thans van belang, toe als volgt. De inrichting (van [x] vzr.) bevat worteltemperatuurbeheersingsmiddelen die in staat en ingericht zijn om een vooraf bepaalde worteltemperatuur aan het wortelstelsel op te leggen. ( ) Door plaatsing van de koellamellen tussen de LED s en een daarboven geplaatste teeltlaag wordt een hoeveelheid van de LED s afkomstige warmte die naar boven wordt uitgestraald geabsorbeerd zodat een temperatuur van de wortels van een op de hoger geplaatste teeltlaag voorzien gewas beheersbaar is door, indien gewenst, meer of minder warmte af te voeren via het koellamellensysteem. De mogelijkheid van het gebruik van koelvloeistof, in een bepaalde hoeveelheid en/of met een bepaalde temperatuur, draagt bij aan deze beheersbaarheid. ( ) De inrichting bevat voorts bladverwarmingsmiddelen die in staat en ingericht zijn om een van een omgevingstemperatuur afwijkende bladtemperatuur aan het blad van het gewas op te leggen. ( ) Uit deze citaten blijkt dat de LED lampen op de planten zijn gericht en aldaar door warmtestraling een zeer grote warmteproductie tot stand brengen, in het bijzonder aan het blad. ( ) een aanzienlijk deel van de totale door de LED s geproduceerde warmte/energie is afkomstig van infrarood In de op 21 juni 2013 gegeven beschikking heeft de voorzieningenrechter onder meer het volgende bepaald. De voorzieningenrechter 3.1. verleent verlof om een gedetailleerde beschrijving te maken van het in het verzoekschrift bedoelde systeem en de daarin bedoelde werkwijze van gerekwestreerden op de adressen van gerekwestreerden, desgewenst met gebruikmaking van foto- en/of videoapparatuur; 3.2. verleent verlof om op de adressen van gerekwestreerden, dan wel waar mogelijk relevant bewijsmateriaal zich elders mocht bevinden in Nederland, conservatoir beslag ter bescherming van bewijs te leggen op: (i) Fysieke en/of digitale documentatie (waaronder mede begrepen: correspondentie) terzake van het in dit verzoekschrift bedoelde systeem c.q. werkwijze en/of de werking daarvan; (ii) Fysieke en/of digitale documentatie (waaronder mede begrepen: correspondentie) terzake van de door gerekwestreerden gehanteerde LED apparatuur en/of de werking daarvan;

6 6 (iii) Fysieke en/of digitale documentatie (waaronder mede begrepen: correspondentie) terzake van de door gerekwestreerden gehanteerde koellamellen en/of de werking daarvan; en fysieke en/of digitale documentatie (waaronder mede begrepen: correspondentie) waarin of waarop één of meer van de navolgende zoektermen worden aangetroffen: (i) Bladtemperatuur / blad temperatuur / temperatuur van het blad (ii) Bladverwarming (iii) Infra rood / infrarood (iv) LED (v) Lichtspectrum (vi) Philips (vii) Worteltemperatuur (viii) Koolzuurassimilatie (ix) Huidmondje / huidmondjes (x) PlantLab / Croppings (xi) NL / / NL '091 / NL 091; 3.3. bepaalt dat de deurwaarder gemachtigd is om van de fysieke en/of digitale documentatie, alsmede de voor het herkennen en lezen van data noodzakelijke codes en software, ter plekke, dan wel ten kantore van de deurwaarder, een (forensische) kopie te maken; 3.4. bepaalt dat als de kopie ten kantore van de deurwaarder wordt gemaakt, de deurwaarder gemachtigd is de fysieke documenten en de gegevensdragers waarop de digitale documenten zich bevinden, mee te nemen naar zijn kantoor, en dat na het maken van de kopie de documenten en/of de gegevensdragers waarop deze zich bevinden onverwijld en uiterlijk binnen twee werkdagen aan gerekwestreerden worden geretourneerd; ( ) 3.6. bepaalt dat de beschrijving en de kopieën van de in beslag genomen fysieke documenten door de deurwaarder in gerechtelijke bewaring zullen worden genomen en dat de deurwaarder de kopieën van de digitale documenten zal afgeven aan DigiJuris B.V., die ter zake als bewaarder zal optreden; 3.7. bepaalt, in afwijking van artikel 443 lid 2 jo 1019d lid 1 Rv, dat verzoekster, noch vertegenwoordigers van verzoekster bij de beschrijving en het beslag tegenwoordig mogen zijn; 3.8. bepaalt dat bij de beschrijving en het bewijsbeslag betrokken personen, zoals de deurwaarder, de eventueel door hem ingeschakelde deskundigen en de bewaarder, geen informatie omtrent de inhoud van de beschrijving en het bewijsbeslag ter kennis mogen brengen van verzoekster of derden, behoudens toestemming van gerekwestreerden of nader rechterlijk bevel; PlantLab heeft conform het verlof op 25 juni 2013 bewijsbeslag gelegd en een gedetailleerde beschrijving laten maken en de beslagen documenten, digitale bestanden en de beschrijving in gerechtelijke bewaring gegeven PlantLab heeft [X] op 18 december 2013 gedagvaard in de bodemprocedure. In deze procedure vordert PlantLab onder meer een inbreukverbod ten aanzien van NL 091 en

7 7 inzage in het beslagen en in bewaring gegeven bewijsmateriaal, waaronder de gedetailleerde beschrijving. 3. Het geschil 3.1. [X] vordert, naar zij ter zitting nader heeft toegelicht, zakelijk weergegeven dat de voorzieningenrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, primair het bewijsbeslag opheft en PlantLab beveelt al hetgeen in beslag is genomen aan haar terug te (doen) geven zonder kopie achter te houden en zonder dat de deurwaarder aan PlantLab mededelingen doet over de inhoud van het beslag, dan wel subsidiair, voor het geval het beslag en de bewaring gehandhaafd blijven, PlantLab verplicht zekerheid te stellen tot een bedrag van , dan wel, meer subsidiair, opheffing van het beslag en teruggave van hetgeen in bewaring is gegeven met uitzondering van de opgemaakte beschrijving, een en ander op straffe van een dwangsom en met veroordeling van PlantLab in de overeenkomstig artikel 1019h van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) te begroten proceskosten Aan haar vorderingen legt [X] de navolgende eveneens zakelijk weergegeven stellingen ten grondslag Het octrooi maakt geen helder onderscheid tussen verlichting en infraroodstraling. Verlichtingsmiddelen en bladverwarmingsmiddelen kunnen elkaar overlappen. De begrippen bladverwarmingsmiddelen en de worteltemperatuurbeheersingsmiddelen zijn bovendien niet duidelijk. Ook is het octrooi niet duidelijk over het kenmerk dat door de bladverwarmingsmiddelen een van de omgevingstemperatuur afwijkende bladtemperatuur wordt ingesteld. Slechts het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 1 biedt voldoende duidelijkheid. De beschermingsomvang is daarom tot dat uitvoeringsvoorbeeld beperkt De inrichting van [X] maakt geen inbreuk op dit uitvoeringsvoorbeeld. Vereist is namelijk contact tussen de worteltemperatuurbeheersingsmiddelen en de teeltbodem. Uitgaande van deze uitleg maakt de klimaatcel van [X] geen inbreuk omdat in die inrichting een ruimte aanwezig is tussen het koelplafond boven de LED-lampen en de teeltbodem. Omdat deze lampen niet als doel hebben de temperatuur van de wortels te beïnvloeden zijn de lampen bij de onderste laag planten in de klimaatcel dan ook geheel afwezig. Die lampen zijn juist ontworpen om zo min mogelijk warmtestraling af te geven Bovendien is vereist dat bladverwarmingsmiddelen aanwezig zijn die zijn opgenomen in een apart armatuur dat op het blad is gericht. Dit ontbreekt in de inrichting van [X]. Ook blijkt niet dat de door [X] toegepaste LED-lampen die PlantLab aanwijst als bladverwarmingsmiddelen zorgen voor een van de omgevingstemperatuur afwijkende bladtemperatuur PlantLab heeft geen belang bij (handhaving van) het bewijsbeslag omdat PlantLab ook zonder dat beslag kan nagaan hoe de inrichting van [X] werkt. Er is ook geen vrees voor verduistering van bewijs. PlantLab maakt misbruik van recht door niettemin beslag te leggen PlantLab heeft het verlof onrechtmatig verkregen door relevante informatie ten aanzien van het octrooi achterwege te laten. Zij maakt zich bovendien schuldig aan een

8 8 fishing expedition omdat door de veel te ruime zoektermen in het verzoekschrift beslag is gelegd op vertrouwelijke informatie die niet relevant is voor de gestelde inbreuk Als de voorzieningenrechter al aan een belangenafweging zou toekomen, zou die in het voordeel van [X] moeten uitvallen. Desgevraagd heeft [X] ter zitting aangegeven dat zij vreest dat de beslagen documenten, die (bedrijfs-)vertrouwelijke informatie bevatten, bij PlantLab of bij derden terechtkomen zolang het beslag gehandhaafd blijft. Bovendien stelt zij spoedeisend belang te hebben bij duidelijkheid over de door PlantLab gestelde octrooiinbreuk PlantLab voert gemotiveerd verweer. Zij bestrijdt dat het octrooi op de punten die door [X] worden genoemd onduidelijkheden bevat. De beperkte uitleg die [X] voorstaat acht zij dan ook onjuist. De door [X] toegepaste LED-lampen zijn aan te merken als bladverwarmingsmiddelen in de zin van NL 091, zo stelt PlantLab, nu ze (ook) infrarood en dus warmte uitstralen. Door afstemming van de juiste eigenschappen, afmetingen en instellingen van de verschillende onderdelen van de klimaatcel, zoals de koelplafonds, de led-verlichting en de teeltbakken, kan de temperatuur en de onderlinge wisselwerking van de onderdelen worden beheerst, zodat ook van worteltemperatuur-beheersingsmiddelen in de zin van het octrooi kan worden gesproken. Hoewel de uitvoeringsvorm van figuur 1 dit wel laat zien, is NL 091 niet beperkt tot inrichtingen waarin koelelementen in direct contact staan met het substraat waarin de wortels geplaatst zijn, zo benadrukt PlantLab. PlantLab meent dat zij de inbreuk voldoende aannemelijk heeft gemaakt en dat haar belang bij het handhaven van het bewijsbeslag groter is dan het belang dat [X] heeft bij opheffen ervan. PlantLab betwist bovendien dat [X] spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan. 4. De beoordeling Inbreuk 4.1. Het gelegde beslag dient onder meer te worden opgeheven indien summierlijk blijkt van de ondeugdelijkheid van de door PlantLab gestelde inbreuk op het octrooi, waarbij het aan [X] is de ondeugdelijkheid aannemelijk te maken [X] heeft ter zitting desgevraagd bevestigd dat zij in het kader van dit kort geding de geldigheid van NL 091 niet ter discussie stelt, zodat die geldigheid als uitgangspunt zal worden genomen Het standpunt van [X] dat de beschermingsomvang van het octrooi vanwege de gestelde onduidelijkheden beperkt zou zijn tot het gegeven uitvoeringsvoorbeeld van figuur 1 moet vooralsnog worden verworpen. De beschermingsomvang moet volgens artikel 53 lid 2 Rijksoctrooiwet 1995 worden vastgesteld aan hand van de conclusies waarbij de beschrijving en de tekeningen tot uitleg dienen. Uit de beschrijving blijkt zonder twijfel dat de geclaimde beschermingsomvang zich niet beperkt tot het beschreven uitvoeringsvoorbeeld. Zo wordt onder meer vermeld:

9 9 Hoewel de uitvinding hiervoor aan de hand van louter een enkel uitvoeringsvoorbeeld nader werd toegelicht, moge het duidelijk zijn dat de uitvinding daartoe geenszins is beperkt. Integendeel zijn nog vele variaties en verschijningsvormen mogelijk zonder van een vakman te behoeven vergen op minder voor de hand liggende wijze buiten het kader van de uitvinding te treden. Zo kunnen de worteltemperatuurbeheersingsmiddelen ook een leidingstelsel direct in de teeltbodem omvatten dat min of meer rechtstreeks in warmte uitwisselend contact met het wortelstelsel is. In het geval van teelt op water of een waterig substraat, zoals glas- of steenwol, kan de worteltemperatuur ook worden beheerst door een gecontroleerde beheersing van de temperatuur van het daarin gevoerde water ( ) De koolzuurassimilatie en vochtverdamping via het bladstelsel kan binnen het kader van de uitvinding worden beheerst en afgestemd op in het bijzonder de worteldruk. In plaats van door middel van rechtstreekse infraroodlampen kan dit ook worden bereikt door middel van bij het bladstelsel opgestelde gloeispiralen, hittepanelen of dergelijke meer. Verder kunnen de bladverwarmingsmiddelen, zoals in het voorbeeld de infraroodstralers, desgewenst in hetzelfde armatuur worden geïntegreerd als de kunstlichtmiddelen, bijvoorbeeld uit oogpunt van ruimtebesparing en/of installatie-eenvoud. [pag. 9 r. 13 pag. 10, r. 8] 4.4. De gestelde onduidelijkheid van het octrooi kan er, gelet op deze passage in de beschrijving, naar voorlopig oordeel niet toe leiden dat moet worden aangenomen dat de beschermingsomvang zo beperkt is als [X] bepleit Daarom kan niet worden geoordeeld dat de inrichting van [X] geen inbreuk maakt op het octrooi omdat de worteltemperatuurbeheersingsmiddelen geen contact maken met de teeltbodem of omdat de bladverwarmingsmiddelen niet zijn opgenomen in een apart armatuur. Wat het laatste betreft vermeldt de beschrijving zelfs uitdrukkelijk dat dit een optionele uitvoeringsvariant van het octrooi is. Voorts heeft [X] ter zitting erkend dat de door haar gebruikte LED-lampen niet alleen licht maar ook warmte uitstralen. Dat de lampen daarvoor niet primair zouden zijn ontworpen, doet niet terzake. Aannemelijk is dat de bladtemperatuur door die lampen in meer of mindere mate wordt verhoogd ten opzichte van de omgevingstemperatuur. In ieder geval blijkt het tegendeel niet. [X] bestrijdt voorts niet dat haar klimaatcel voldoet aan de overige kenmerken van conclusie 1 van het octrooi Of in de inmiddels aanhangig gemaakte bodemprocedure inbreuk wordt aangenomen is geenszins zeker. Thans kan echter niet worden geoordeeld dat al na summier onderzoek in dit kort geding blijkt dat de stelling dat de inrichting van [X] inbreuk maakt niet opgaat. Belangen van partijen 4.7. Vooralsnog uitgaande van de gestelde inbreuk heeft PlantLab belang bij het door haar gelegde beslag. Weliswaar zijn de eigenschappen van de inrichting van [X] haar voor een deel bekend maar dat geldt niet voor alle relevante aspecten. De inbeslaggenomen documenten en bestanden kunnen bovendien mogelijk dienen om haar stellingen te onderbouwen. De mogelijkheid dat de inrichting zou kunnen worden gewijzigd en dat documenten en bestanden dienaangaande zouden kunnen worden vernietigd of gewijzigd is voldoende om vrees voor verduistering van het bewijs aan te nemen. Van misbruik van het recht beslag te leggen is dan ook geen sprake.

10 Het belang van PlantLab bij voortduring van het beslag is af te wegen tegen het (spoedeisend) belang van [X] bij opheffing van het beslag. De voorzieningenrechter kan vooralsnog niet inzien dat [X] een te respecteren belang van enig gewicht heeft bij opheffing van het beslag voorafgaand aan de beoordeling van een vordering van PlantLab tot inzage. Nu het beslag is gelegd op kopieën van documenten en bestanden en [X] de beschikking over de documenten en bestanden dus niet is ontnomen, is niet in te zien waarom zij een beslissing over de inzage niet zou kunnen afwachten. [X] heeft verder niet aangegeven waarom de vertrouwelijkheid van de beslagen documenten en bestanden thans onvoldoende is gewaarborgd. Voor de vrees dat vertrouwelijke informatie in verkeerde handen zal komen als het beslag niet wordt opgeheven bestaat naar voorlopig oordeel, mede gelet op hetgeen in de beschikking van 21 juni 2013 op dit punt is bepaald, geen grond. Hierin kan de spoedeisendheid van de vorderingen van [X] dan ook niet gelegen zijn. Dat [X] graag wil weten waar zij aan toe is, is begrijpelijk maar rechtvaardigt geen opheffing van het beslag. Het belang van [X] bij opheffing van het beslag is derhalve, zo al aanwezig, gering De relevante informatie waarop [X] kennelijk doelt en die PlantLab voor de voorzieningenrechter die het verlof heeft verleend zou hebben achtergehouden, is hiervoor besproken en leidt niet tot opheffing van het beslag. Of beslag is gelegd op vertrouwelijke informatie die niet relevant is voor de gestelde inbreuk zal in het kader van de beoordeling van de inzagevordering beoordeeld moeten worden. Enige concrete aanwijzing dat dit het geval is, is door [X] niet aangevoerd. Voor zover [X] heeft willen aanvoeren dat de in het verzoekschrift opgenomen lijst van trefwoorden zo ruim is dat deze er wel toe moet leiden dat beslag is gelegd op niet relevante informatie, wordt die inschatting niet gedeeld. Slotsom Op grond van het voorgaande wordt voorshands geoordeeld dat niet summierlijk is aangetoond dat de vorderingen van PlantLab ter zake van de inbreuk op NL 091 door [X], op basis waarvan de bewijsbewarende maatregelen zijn getroffen, ongegrond zijn. Bovendien heeft [X], mede gelet op het belang dat PlantLab heeft bij handhaving van het beslag en de bewaring, naar voorlopig oordeel onvoldoende (spoedeisend) belang bij opheffing ervan. Het primair en het meer subsidiair gevorderde zal om die redenen worden afgewezen [X] heeft niet onderbouwd op welke gronden PlantLab zou moeten worden bevolen zekerheid te stellen, indien in dit kort geding bepaald zou worden dat het beslag en de bewaring gehandhaafd blijven. Evenmin is door haar toegelicht waarom die zekerheid een bedrag als gevorderd ( ,=) zou moeten zijn. Gelet op het bezwaar van PlantLab tegen toewijzing zal ook deze subsidiaire vordering worden afgewezen. Proceskosten [X] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. PlantLab vordert een volledige proceskostenveroordeling overeenkomstig 1019h Rv 1 en heeft een specificatie in het geding gebracht van de door haar gemaakte kosten ten bedrage van ,29 exclusief BTW. [X] maakt bezwaar tegen toewijzing van de kosten conform deze specificatie, stellende dat de kosten niet redelijk en evenredig zijn. Het betreft 1 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

11 11 volgens [X] een eenvoudig octrooigeschil dat niet de inzet vergt van twee advocaten die zijn aan te merken als, naar [X] stelt, zwaargewichten. De advocaten van PlantLab zijn bovendien volgens [X] met het geschil bekend door hun werkzaamheden voor het verzoekschrift. Daarnaast stelt [X] dat op grond van de specificatie niet kan worden beoordeeld of alle opgevoerde kostenposten daadwerkelijk aan de onderhavige zaak zijn toe te rekenen, nu een nota met een referentie- of zaaknummer ontbreekt. PlantLab heeft in reactie hierop gesteld dat alleen kosten gemaakt in het kader van dit kort geding zijn opgevoerd Dat in de specificatie geen referentie- of zaaknummer is vermeld 2 is onvoldoende om aan te nemen dat de opgegeven kosten niet daadwerkelijk ten behoeve van dit kort geding zijn gemaakt. Concrete aanwijzingen daarvoor ontbreken. De specificatie voldoet ook overigens aan de daaraan te stellen eisen nu daarin zijn opgenomen een korte omschrijving van de werkzaamheden, de datum waarop die werkzaamheden zijn verricht, het aantal bestede uren en de naam van de advocaat De procedure is voorts niet zodanig eenvoudig dat al om die reden de inzet van twee advocaten in octrooigeschillen eerder regel dan uitzondering als onredelijk en onevenredig moet worden aangemerkt. In dit verband is van belang dat [X] opgave heeft gedaan van proceskosten in dezelfde orde van grootte als die van PlantLab ( ,26). De voorzieningenrechter is met [X] van oordeel dat de door PlantLab gevorderde kosten in het licht van de (geringe) complexiteit van de zaak aanzienlijk zijn, maar stelt gezien het voorgaande vast dat niet kan worden geoordeeld dat sprake is van overschrijding van hetgeen als redelijk en evenredig heeft te gelden De kosten aan de zijde van PlantLab zullen derhalve conform de specificatie worden begroot op ,29 aan salaris van de advocaten, te vermeerderen met 608 aan griffierecht, in totaal derhalve op , De beslissing De voorzieningenrechter: 5.1. wijst de vorderingen af; 5.2. veroordeelt [X] in de proceskosten, aan de zijde van PlantLab tot op heden begroot op ,29; 5.3. verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad. Dit vonnis is gewezen door mr. P.G.J. de Heij en in het openbaar uitgesproken door op 22 januari 2014 in tegenwoordigheid van de griffier mr. R.P. Soullié. 2 Dit bezwaar ziet kennelijk op het overzicht van de door de advocaten bestede uren omdat van de octrooigemachtigden nota s zijn overgelegd.