VRAGEN. 1. Op pagina 1 van de raadsnota staat dat de regeling Indirecte schoolkosten uitgebreid wordt. Wat is hiervoor de directe aanleiding?

Transcriptie

1 Raadsnota nummer BI nderwerp: minimabeleid 2016 en verder Vragen van fractie Gemeentebelangen Naam raadslid: Maria Dujardin VRAGEN 1. Op pagina 1 van de raadsnota staat dat de regeling Indirecte schoolkosten uitgebreid wordt. Wat is hiervoor de directe aanleiding? In veel van de gesprekken met maatschappelijke partners en in een brainstormsessie met de leden van het Samenwerkingspact Oosterhout kwam het onderwerp schoolkosten voor ouders van middelbaar scholieren vaak aan de orde. Dit zijn partners die veel in direct contact staan met de doelgroep. Met enige regelmaat hoorden zij van ouders over de hoge kosten van met name de excursies en (studie-)reizen, maar ook van studiematerialen voor bepaalde studierichtingen. Om deze reden hebben we de regeling voor middelbaar scholieren uitgebreid en kunnen ouders, mits onderbouwd, een vergoeding tot maximaal 250,- ontvangen. 2. Hoe verhoudt Indirecte schoolkosten zich tot de stichting Leergeld? Zijn er te verwachten overlappingen, of onduidelijkheden? Er heeft hierover afstemming plaatsgevonden met Stichting Leergeld. Overlappingen moeten zo veel mogelijk worden voorkomen. Dat wil zeggen voor dezelfde kostenposten mag niet vanuit zowel de gemeente als Leergeld een tegemoetkoming komen. Om dit te voorkomen, zal Stichting Leergeld bij een vraag over schoolkosten ouders eerst doorverwijzen naar de gemeente. Als ouders zich daarna alsnog wenden tot Stichting Leergeld omdat zij nog altijd te maken zouden hebben met kosten die de vergoeding van maximaal 250,- (in het geval van middelbaar scholieren) te boven gaan, dan maakt Stichting Leergeld op basis van haar eigen beleid een afweging of zij de ouders tegemoetkomen in deze kosten, als aanvulling op de reeds bestaande regeling vanuit de gemeente. Leergeld gebruikt hiervoor eigen middelen. De subsidie vanuit de gemeente Oosterhout is uitsluitend bedoeld voor sport- en sociaal culturele activiteiten, een computer en een fiets. 3. Op blz. 3 staat dat er samenvattend voor 2016 de verwachting is dat het budget minimabeleid volledig benut zal zijn. Mocht er sprake zijn van overschot, wat gebeurt hier dan mee? Indien er sprake is van een overschot dan beslist de raad hierover in het kader van de jaarrekening. 4. Minimabeleid 2016 e.v. wordt jaarlijks met de gebruikers geëvalueerd en waar naar ideeën en suggesties gevraagd wordt. Krijgt de gemeenteraad hier een verslag van en zou er op meerjarenniveau meer met grafieken gewerkt kunnen worden? Monitoring en evaluatie vinden plaats binnen de reguliere planning & control cyclus. In de concernrapportages zullen we rapporteren in geval van eventuele afwijkingen.

2 Raadsnota nummer BI Onderwerp: Minimabeleid 2016 e.v. Vragen van fractie: Naam raadslid: Gerard Heintjes 1. Waarom is in het jeugdpakket in de nota niet opgenomen een mogelijkheid voor vergoeding van (aantoonbare, noodzakelijke) (in)direct schoolkosten die optreden bij de overgang van het middelbaar onderwijs naar het vervolg(beroeps)onderwijs (daar waar geen of slechts een beperkte voorliggende voorziening voorhanden is). Graag in de beantwoording de categorieën < 18 jaar en > 18 jaar onderscheiden. < 18 jaar De inkomensafhankelijke tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage en schoolkosten (WTOS) voor ouders met kinderen jonger dan 18 jaar is opgehouden te bestaan. Alle minder draagkrachtige ouders van kinderen van 16 en 17 jaar, ongeacht welk soort onderwijs zij volgen, ontvangen (sinds het schooljaar 2015/2016) een hoger bedrag aan kindgebonden budget ter compensatie van het wegvallen van de WTOS. Het budget dat is overgeheveld, resulteert in een maximale bijdrage van 116, per jaar per kind. Het uitgangspunt van het huidige landelijke beleid is dat iedere student, ook die met een beperkt budget de mbo-opleiding van zijn voorkeur en passend bij zijn vooropleiding moet kunnen kiezen. Het huidige bekostigingsstelsel gaat ervan uit dat een instelling met de ontvangen rijksbijdrage de basisuitrusting die noodzakelijk is voor het volgen en afronden van een opleiding moet kunnen aanschaffen. Op dit moment is voor de student enkel het les- of cursusgeld verplicht. Een andere verplichte geldelijke bijdrage mag bij de inschrijving niet worden geëist. Er zijn onderwijsbenodigdheden waarvan het wel redelijk is dat de student hiervoor zelf de kosten draagt. Bijvoorbeeld materialen om de lessen voor te bereiden of die te maken hebben met de persoonlijke kenmerken van de student, zoals werkkleding. Dit moet volgens het ministerie van onderwijs, cultuur en wetenschap wel binnen redelijke grenzen zijn en mag de deelname aan een opleiding nooit belemmeren. Indien er toch signalen binnenkomen van onevenredig hoge extra kosten dan zal de Inspectie van het Onderwijs herstelmaatregelen aan de school opleggen. Sinds september 2012 wordt bij alle reguliere onderzoeken van de inspectie naar de hoogte van de schoolkosten gekeken. Verder wordt periodiek een schoolkostenmonitor in het vo en het mbo uitgevoerd om erop toe te zien dat de schoolkosten voor alle ouders beheersbaar zijn en blijven. In het licht van bovenstaande beschouwen we de ophoging van het kindgebonden budget in beginsel als een passende en toereikende voorliggende voorziening. Indien in individuele gevallen als gevolg van bijzondere omstandigheden zich onevenredig hoge extra kosten voordoen bij de overstap naar vervolg(beroeps)onderwijs, dan zou eventueel bijzondere bijstand mogelijk zijn. > 18 jaar Voor jongvolwassenen van 18 jaar en ouder die volledig dagonderwijs volgen dat geen beroepsonderwijs of hoger onderwijs is, is de WTOS overigens blijven bestaan. Deze jongeren ontvangen maandelijks een basistoelage met eventueel een inkomensafhankelijke aanvullende toelage. Studenten van 18 jaar en ouder in het beroepsonderwijs of hoger onderwijs ontvangen studiefinanciering. We beschouwen ook de WTOS voor 18+ en de studiefinanciering in beginsel als passende en toereikende voorliggende voorzieningen, waarbij in individuele gevallen als gevolg van bijzondere omstandigheden maatwerk kan worden geleverd in de vorm van bijzondere bijstand.

3 Raadsnota nummer: BI Onderwerp: Minimabeleid 2016 en verder Vragen van fractie: D66 Naam raadslid: Geeta Nanda Raadsnota pag. 2 /Bijlage minimabeleid 2016 en verder pag. 7 par D66 begrijpt niet waarom het pakket aan voorzieningen gericht op kinderen in minimagezinnen verdeeld is tussen de gemeente en stichting Leergeld. Is het niet effectiever en efficiënter dit pakket, in bijzonder indirecte schoolkosten, door stichting leergeld te laten uitvoeren? Indirecte schoolkosten vallen binnen dit beleid onder de bijzondere bijstand. De kerntaken van de uitvoering van de Participatiewet (waaronder het nemen van besluiten inzake het verlenen van bijzondere bijstand) zijn een verantwoordelijkheid van het college. Die kerntaken mogen wettelijk niet worden uitbesteed aan private instellingen. Bovendien gelden er specifieke uitvoeringsregels omtrent de regeling indirecte schoolkosten, onder andere omtrent het berekenen van de draagkracht. Deze draagkrachtregels hebben hun basis in de Participatiewet. Om de regeling goed te kunnen uitvoeren, is daarom specialistische kennis nodig van deze wet. Stichting Leergeld belasten we niet met uitvoerende taken op dit vlak omdat specifieke expertise nodig is. Als laatste willen we deze uitvoerende taken niet buiten de organisatie neerleggen, omdat we de doelgroep graag ook zelf direct in beeld willen hebben en houden. Dit maakt monitoring en sturing makkelijker. Raadsnota pag. 3 In de komende periode bieden we trainingen aan om deze signaleringsfunctie te ontwikkelen. Wie is we? Met andere woorden wie of welke organisatie gaat de trainingen geven? Er is nog geen definitieve keuze gemaakt. Het Kellebeek college heeft bijvoorbeeld veel ervaring met het verzorgen van dergelijke trainingen. In een verdere verkenning zal de gemeente echter ook kijken of er wellicht andere organisaties zijn die hier ervaring mee hebben. Raadsnota pag. 3/ Bijlage minimabeleid 2016 pag. 9 par. 3.3 Het minimabeleid kent een nieuw aandachtsgebied inhoudende laaggeletterdheid en digibetisme. Wordt er op dit gebied gewerkt met taalpartners en ambassadeurs laaggeletterdheid? Zo ja, wie zijn die andere taalpartners? Zo niet, waarom niet? In dit verband wordt regionaal samengewerkt met onder andere ROC West-Brabant, de basisbibliotheken in West-Brabant, Stichting Lezen en Schrijven. Deze laatste stichting heeft een kwartiermaker in onze regio benoemd die via het project Taal voor

4 het Leven de lokale netwerkaanpak zal versterken. Raadsnota pag. 3/4 Bij brief van 18 februari jl. heeft de cliëntenraad heeft een aantal vragen gesteld en suggesties gedaan. In reactie op de brief van de cliëntenraad geeft u op 29 februari jl. aan dat tijdens het overleg van 4 februari jl. (?) de meeste vragen en suggesties aan de orde is geweest. Voorts geeft u aan dat u in gesprek zal blijven met de cliëntenraad over het minimabeleid en de uitvoerding van dit beleid. Het is D66 niet duidelijk wat uw standpunt is wat betreft de gestelde vragen en suggesties? Is het mogelijk dat u i.p.v. te verwijzen naar het overleg van 4 februari jl. alsnog reageert op de vragen en de suggesties van de cliëntenraad dd. 18 februari jl.? Aangezien we vragen en opmerkingen in het overleg van 4 februari 2016 uitgebreid mondeling hebben besproken, is ervoor gekozen dit niet nogmaals te herhalen in een brief. In de bijlage vindt u echter een weergave van onze inhoudelijke reactie terug. Bijlage minimabeleid 2016 en verder pag. 8 par. 3.2 Wat moeten we verstaan onder slim informatie? Een voorbeeld om dit toe te lichten: Voor inwoners die individuele inkomenstoeslag hebben ontvangen, nagaan of ze schoolgaande kinderen hebben en deze ouders actief benaderen als ze niet eerder een aanvraag hebben gedaan voor de Indirecte schoolkosten. Raadsvergadering d.d. 22 maart 2016 Raadsnota nummer: BI Onderwerp: Minimabeleid 2016 en verder Vragen van fractie: SP Naam raadslid: Alexandra Beekers In de voorlaatste alinea van deze raadsnota wordt gesteld: In het meest recente overleg met de cliëntenraad zijn deze vragen en suggesties besproken. Vraag: Wat is de uitkomst van dit overleg, zo mogelijk onder overlegging van een gespreksverslag? Zie bijlage De SP is met het College van mening dat minima gezinnen/huishoudens moeten worden geholpen door de gemeente om volwaardige deelname aan de samenleving mogelijk te maken. Hoe garandeert het College dat de ondersteuning ihkv het minimabeleid voor kinderen, daadwerkelijk wordt besteed aan dit doel?

5 Voor de indirecte schoolkosten dienen ouders betaalbewijzen te bewaren. Steekproefsgewijs onderzoeken we of de vergoeding aan het daarvoor bestemde doel is besteed. Het tegoed voor betalen we rechtstreeks aan Oosterhout in Beweging. Ook Stichting Leergeld betaalt contributies en dergelijke alleen maar rechtstreeks aan de vereniging. Voor de computers en fietsen bestaat geen geldelijke vergoeding. Deze krijgen de kinderen in natura. Hiervoor heeft Stichting Leergeld afspraken gemaakt met Tools to Work.