Montage handleiding bijvulsysteem met dompelpomp art 14223

Transcriptie

1 Montage handleiding bijvulsysteem met dompelpomp art Voor gebruik aandachtig lezen Alle veiligheidsvoorschriften nakomen Voor toekomstig gebruik bewaren Deze montagehandleiding bevat belangrijke aandachtspunten en aanbevelingen. A.U.B voor de montage van elektrische aansluitingen en in bedrijfname de montage handleiding nauwkeurig te lezen. Verdere montage- en gebruiksaanwijzingen die componenten of onderdelen van het toestel betreffen zijn aanvullend in acht te nemen.

2 Inhoudsopgave Hoofdstuk Voorwoord 1.0 Pag 1 Garantie 1.1 Pag 1 Algemene informatie 1.2 Pag 1 Beschermende maatregelen 1.3 Pag 1 Leveromvang 1.4 Pag 1 Beschrijving van het product 1.5 Pag 1 Stappenplan wandmontage 1.6 Pag 2 Montage van het bijvulsysteem 1.7 Pag 3 Aansluiten van de overloop van het bijvulsysteem 1.8 Pag 3 Aansluiten van de bijvulleiding DN Pag 4 Aansluiten van de drinkwaterleiding 2.0 Pag 4 Aansluiten persleiding 2.1 Pag 4 Aansluiting Drukdompelpomp 2.2 Pag 4 Montage vlotterschakelaar 2.3 Pag 7 Montage contragewicht Pag 7 Montage vlotterschakelaar in tank Pag 7 Inbedrijfstelling leidingwatersuppletie 2.4 Pag 8 Inbedrijfstelling drukdompelpomp 2.5 Pag 8 Storing verhelpen 2.6 Pag 9 Onderhoud 2.7 Pag 10

3 1.0 Voorwoord Pag 1 U heeft een hoogwaardig product verworven en wij wensen u veel plezier van uw aanschaf. Om langdurig van uw aanschaf gebruik te kunnen maken vragen we u de montagehandleiding en gebruiksaanwijzing aandachtig door te nemen. Het product is in onze testprocedure in alle bedrijfstoestanden getest. Dit betekent voor u dat u een werkend product heeft aangeschaft. Mocht er onverhoopt toch een storing optreden richt u zich dan aan uw handelaar/verkoper. 1.1 Garantie Er geldt op dit product een wettelijke garantietermijn van 2 jaar. Binnen de garantieperiode, herstellen we gratis storingen toe te schrijven aan productie- of materiaalfouten. Dit op voorwaarde van aantoonbaar juiste installatie, juist gebruik en de naleving van de bedienings-en installatie-instructies. 1.2 Algemene informatie - Het systeem dient met inachtname van de huidige stand de van de techniek aangesloten te worden, met name de technische voorschriften zoals DIN 1988, DIN 1986 en DIN EN 1717! - De gebruiker is verantwoordelijk voor alle maatregelen: - De juiste installatie, - Om te reageren op bedreigingen door ondeskundig gebruik. Het DBS bijvulsysteem met dompelpomp is goedgekeurd voor gebruik: - In regenwater systemen, Volt 50 Hertz wisselstroom, - Voor drinkwaterbijvulling te verzorgen in de regenwatertank - Tot een watertemperatuur van 35 C, - Op het gebied van residentiële, commerciële en industriële gebouwen en kleine bedrijven. Vragen over het apparaat en onderdelen: - Stel alleen aan uw dealer. - Geef altijd afleveradres. 1.3 Beschermende maatregelen - De gebruiker dient zijn/haar landelijke maatregelen voor preventie van ongevallen strikt in acht te nemen. - Bij de elektrische installatie zijn de staats-en EU voorschriften van toepassing waargenomen in de huidige versie. De Elektrische installatie is goedgekeurd door deskundigen, rekening houdend met de VDE Het is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat tijdens de inbedrijfstelling van het DBS-bijvulsysteem er zich geen personen in de regenwatertank bevinden, of de inbedrijfstelling met natte handen plaats vindt. - Tijdens onderhoudswerkzaamheden aan Het DBS-bijvulsysteem dient de stekker uit het stroomnet gehaald te worden - Alle onderhouds-, installatie- of wijzigingsmaatregelen aan DBS-bijvulsysteem en haar componenten, die onder elektrische spanning staan kan ernstige verwondingen aan personen toebrengen, zelfs fataal zijn. - De voedingsbron met een RCD (30 ma) beveiligen. - De gebruiker moet niet op eigen initiatief ingrepen plegen die niet in de gebruiks- en Installatie-instructies zijn omschreven. Kosten als gevolg van onjuist gebruik of installatie worden niet geaccepteerd. 1.4 Leveromvang ½ "magneetklep met RVS beugel, perlator en de trechter RC- meertraps drukdompelpomp met drukregelaar. Vlotterschakelaar 20m met tussenstekker Bedienings-en installatie-instructies. Console voor wandmontage Bevestigingsmateriaal voor montage van de wandbeugel 1.5 Beschrijving van het product De DBS bijvulsysteem is een drinkwater bijvulsysteem voor regenwatersystemen (overeenkomtstig DIN EN 1717). Via het magneetventiel wordt, afhankelijk van de vraag, de regenwatertank bijgevuld met water, waardoor het systeem op elk moment in water kan voorzien. De controle gebeurt via een vlotterschakelaar in de regenwatertank. De drukdompelpomp zorgt voor de aanzuiging van het regenwater uit de tank en houdt het leiding op druk. De drukschakelaar zorgt voor een druk en volumestroom afhankelijke schakeling van de pomp. Wanneer de druk in het leidingnet zakt schakelt de drukregelaar de pomp automatisch aan. Zodra er voldoende druk in het leidingnet is opgebouwd en er geen water meer gevraagd wordt, schakelt de drukregelaar de pomp automatisch af.

4 1.6 Stappenplan wandmontage Pag 2 Lees voordat u begint eerst deze montagehandleiding in zijn geheel door. In de woning dient een mantelbuis aangelegd te worden tussen de regenwaterput en de plaats waar de overige componenten geplaatst worden. Als sparing voor de flexibele mantelbuis neemt men in de woning, minimaal 160 mm. Uit deze mantelbuis dienen de volgende leidingen te komen: A = Suppletieleiding (PE buis diameter 40 mm) B = Persleiding (PE buis diameter 25 mm) C = drie aderige kabel vanaf vlotter D = Kabel incl. gevulkaniseerde stekker t.b.v. pomp voedingskabel E = Trekkoord tbv extra opties (bijv. electronische niveauregeling) Let op! het risico van overheveling van regenwater uit de tank dient vermeden te worden. zie afbeelding 1. Plaats de wandhouder zodanig dat de roestvrij stalen houder voor bijvulling: - Boven het overloopniveau van de regenwatertank zit, zie afbeelding 1 - Hou hierbij rekening met het minimale benodigde afschot van 1 cm per meter naar de tank. - Op een droge en vorstvrije ruimte. - In een ruimte met een afvoerputje op het riool. - Vrij beschikbaar (die nodig zijn voor onderhoud / reparatie). - Op een vlakke muur (voorkomt spanningen in het apparaat). - Waterpas (voorkomt het optreden van een storing). Afbeelding 1 STAP 1 Aftekenen positie muurbeugel Onderkant van de trechter dient boven het maximale niveau van de overloop van de regenwater tank geplaatst te worden. Rekening houdend met de minimale verval tussen bijvulsysteem en trechter van 50 cm + 1cm per meter (afstand tussen bijvulsysteem en regenwatertank) Montage muurconsole: Bepaal de plaats voor de muurconsole (Z) zo dat de aan te sluiten leidingen spanningsvrij kunnen worden bevestigd. Boor de 4 gaten (10mm) en installeer de nylon plug. Monteer de muurconsole met de meegeleverde 4 houtdraadbouten en bijpassende sluitringen. Afbeelding 2

5 1.7 Montage bijvulsysteem Pag 3 Bepaal de plaats voor de muurconsole (Z) zo dat de aan te sluiten leidingen spanningsvrij kunnen worden bevestigd. Boor de 4 gaten (10mm) en installeer de nylon plug. Monteer de muurconsole met de meegeleverde 4 houtdraadbouten en bijpassende sluitringen. 1.8 Aansluiten van de overloop van het bijvulsysteem De nood overstort aan de zijkant van de trechter dient middels een leiding DN 40 aangesloten te worden op: - De riolering of - een afvoerpomp die het water kan opvoeren tot boven het peil van de rioolaansluiting. Zorg ervoor dat de capaciteit van deze afvoerpomp minimaal 5m³/h is pompsysteem. - Zorg ervoor dat de DN 40 buis vanaf de trechter minimaal 50 cm verticaal naar beneden loopt. - Als stankafsluiter kan een sifon geplaatst worden. Steek de blauwe trechter (P) van bovenaf door de sparing in de muurconsole (Z). Draai de 40mm zijaansluitingnaar links. Hierop kunt u de afvoer 40mm aansluiten (S, T en U). Kort de PE buis 40mm (A) in, schuin het uiteinde af en verwijder eventuele bramen. Steek het PP verloop 50x40mm (R) in de PP steekmof 50mm (Q). De 40mm zijde schuift u over de PE buis 40mm (A).

6 1.9 Aansluiten van de bijvulleiding DN 50 Pag 4 Tussen de regenwatertank en het bijvulsysteem dient een bijvulleiding van minimaal DN 50 gelegd te worden. Aanbeveling: Gebruik hiervoor een kunststof buis DN 50, dat door een mantelbuis aangelegd wordt. - De bijvulleiding DN 50 dient op de onderzijde van de trechter aangesloten te worden en naar de regenwatertank de lopen. Het is aan te bevelen de bijvulleiding via een rustige toevoer in de regenwatertank te laten stromen. - Zorg ervoor dat de DN 50 buis vanaf de trechter minimaal 50 cm verticaal naar beneden loopt voordat er bocht naar de regenwatertank gemaakt wordt. - Dit bevorderd de doorstroming van het drinkwater naar de tank. - Anders kan dit leiden tot terugstroming van het drinkwater - De bijvulleiding moet onder een constante helling naar de regenwatertank lopen van minimaal 1 cm per meter. - De DN 50 bijvulleiding dient boven het overloopniveau van de regenwatertank in de toevoerleiding van de rustige toevoer aangesloten te worden. De onderuitloop van de blauwe trechter steekt u in de 50mm zijde. Gebruik glijmiddel om de rubberringver binding gemakkelijk over de buis en de trechter te schuiven. 2.0 Aansluiten van de drinkwaterleiding De magneetklep is ontworpen tot een maximale druk van 4,0 bar. Vanaf 4,0 bar druk in de drinkwatervoorziening dient een drukreduceerventiel geplaatst te worden. Hogere druk in de drinkwatervoorziening kan voor overloop/overstromen van de trechter zorgen. Om te zorgen voor bescherming tegen verontreiniging van de magneetklep, en het daaruit voortvloeiende falen te voorkomen, adviseren wij een drinkwaterfilter met een maaswijdte van 0,11 mm. Voordat het magneetventiel op de waterleiding aangesloten wordt dient deze grondig doorgespoeld te worden om vervuiling uit het drinkwaternet te verwijderen Let op! In de drinkwaterleiding adviseren wij een afsluitkraan te installeren: - Drinkwater kan op elk gewenst moment afgesloten worden, - vereenvoudigd herstel werkzaamheden. - Reparaties zijn altijd mogelijk, - Bij langere afwezigheid kan de drinkwaterleiding afgesloten worden. (In geval van afwezigheid van meer dan 3 dagen dient de drinkwatervoorziening aan het magneetventiel afgesloten te worden!) - De drinkwaterleiding dient stevig en waterdicht op de inlaat van de magneetklep aangesloten te worden. De eerste buisklem niet meer dan cm afstand van het magneetventiel bevestigen. Dit voorkomt trillingen in het waterleidingnet bij het sluiten van de elektromagnetische klep. Sluit de flexibele aansluitslang ½ (L) aan op de afsluitkraan ½ (M) en vergeet de pakking niet! Sluit op de binnen draad ½ vervolgens de drinkwaterleiding (K) aan. 2.1 Aansluiten persleiding op tweede leidingnet Sluit de flexibele aansluitslang ¾ (H) aan op de afsluitkraan ¾ (G), vergeet ook hier de pakking niet, en sluit deze slang aan op grijs-waterleiding (I). Gebruik bij voorkeur hiervoor een kunststof leidingsysteem (i.p.v. Koper). 2.2 Aansluiting Drukdompelpomp De drukdompelpomp is slechts toepasbaar indien aan alle onderstaande randvoorwaarden voldaan wordt : spanning 230 V 50 Hz pomp ten behoeve van schoon water opgeslagen in een tank pomp ten behoeve van schoon water dus geen andere agressieve vloeistoffen maximale watertemperatuur 35 C maximale waterdiepte 20 meter

7 Pag 5 Fig. 1 Aansluiting van pomp Plaatsing van pomp de pomp dient stevig op de bodem van bodem geplaatst te worden de pomp dient vastgezet te worden met behulp van een staaldraad zodat deze niet kan omvallen. (staaldraad is onderdeel van het additioneel leverbare aansluitset) aan de bovenzijde van de pomp bevindt zich een beugel voor bevestiging van de staaldraad aan de pomp. zie figuur 1 detail. de andere zijde van de staaldraad dient aan de bovenzijde van de tank bevestigd te worden. Bij voorkeur bij of in de schacht. Zo kan de pomp eenvoudig uit de tank gehesen worden voor inspectie. de pomp dient onder alle omstandigheden met water gevuld te zijn de leidingen mogen niet geknikt zijn en niet langs andere delen schuren de kabel dient vanaf de tank naar het betreffende pand aangelegd te worden. Gebruik hiervoor bij voorkeur een mantelbuis Aansluiten perszijde aan pomp Let op! Bij de montage en bewerking van de persleiding kan er vuil en slijpsel in de leiding terecht komen. Om dit te verhelpen dient men de leiding voor de uiteindelijke aansluiting op de pomp door te spoelen met water. gebruik voor aansluiting van de perszijde minimaal 1 aansluitingen de pomp dient op de bodem te staan, dus niet aan de aansluitleidingen te hangen om beschadiging van de elektrokabel te voorkomen dient deze kabel bij voorkeur met kabel-verbinders aan de persleiding verbonden te worden. Hanteer hiervoor bijvoorbeeld tierips met een onderlinge afstand van 50 cm Aansluiten zuigzijde aan pomp De pomp heeft aan de onderzijde twee aansluit-punten ten behoeve van de aanzuigleiding. zie figuur 2. Bij vrijwel alle systemen is één aansluitpunt echter voldoende. U kunt afsluitpunt 2 afdoppen met een 1 dop. Uitzondering hierop zijn systemen die uitgerust zijn met een systeembesturing van het type TEA of TEO. Bij toepassing van deze twee typen systeembesturing dient zuigleiding 2 niet afgedopt te worden! Aanzuigleiding 2 dient dan aangesloten te worden op de betreffende aansluiting op de besturingskast. zie figuur 3. Fig. 2 Aansluitingen zuigzijde

8 Pag 6 De aanzuiging dient bij voorkeur te geschieden met een drijvende aanzuiging. zie figuur 3. Deze aanzuiging dient aangesloten te worden op het aanzuigaansluitpunt dat naar het midden van de tank gericht is. De slang dient zodanig aan de pomp gemonteerd te worden dat de draaiing van de slang er voor zorgt dat de slang zichzelf naar boven richt. Let op dat de slang zich vrij kan bewegen en nergens langs schuurt of aanstoot. Fig. 3 Aansluiting bij toepassing van TEO of TEA Aansluiten van de pomp opde wandconsole Draai de PP knelkoppeling 25x1 (Y) op de onderaansluiting van de drukregelaar (E). Gebruik teflontape voor een waterdichte draadverbinding. Kort de 25mm PE leiding (B) zover in dat deze in de knelkoppeling (Y) kan worden gestoken én spanningsloos kan worden bevestigd. Draai de knelkoppeling aan (zie evt Montagehandleiding knelkoppeling voor PE leidingen ). Controleer alle verbindingen of deze goed zijn aangedraaid en of de kranen dicht zijn gedraaid, voordat u weer druk zet op de drinkwaterleiding. Draai zo nodig de koppelingen aan. Gebruik eventueel beugels om buis- of leidingdelen te fixeren aan de achterwand. Aansluiten van kabels: Vanuit de flexibele mantelbuis komen ook twee elektrasnoeren. Eén van de pomp (C) en één vanaf de vlotterschakelaar (D). Bevestig aan het snoer van de vlotterschakelaar (D) de meegeleverde doorsteekstekker (V). Steek in deze doorsteekstekker de stekker komende vanaf het magneetventiel (W). Bij het niet opvolgen van de aansluitinstructie voldoet het TBS bijvulsysteem niet aan DIN EN 1717! LET OP dat u het magneetventiel in de juiste stroomrichting plaatst (pijl omlaag)!

9 2.3 Montage vlotterschakelaar Pag Montage contragewicht vlotterschakelaar Haal het ringetje d.m.v. een schroevendraaier/ mesje van het contragewicht. Plaats deze boven de voorgemonteerde tie-rip. Steek nu de kabel door het contragewicht (let op het conische deel richting de vlotter) en trek deze met matige kracht vast. Zie afbeelding Montage vlotterschakelaar in tank Afbeelding 5 Afbeelding 6 De kabel van de vlotterschakelaar dient zodanig in de regenwaterput gemonteerd te worden dat de vlotter ca.12 cm boven de bodem van de put hangt, zie afbeelding 6. De vlotterkabel wordt boven in de put te bevestigd. Gebruik hiervoor de Meegeleverde groene bevestigingsclip. Afbeelding 7 Hiervoor: Dient men een gat te boren (8mm) boven de maximale waterspiegel in de regenwatertank. Hierin plaatst u de plug. Leg vervolgens de kabel van de vlotterschakelaar in de kabelklem bevestig deze met de schroef in de plug (nog niet volledig vast zetten). Vlotterschakelaar zo hoog vastzetten dat de afstand tussen vlotter en bodem 12 cm is, zie figuur 4. Kabelklem zodanig vastdraaien dat de kabel goed en vast gefixeerd is en niet meer kan zakken. De vlotter dient vrij boven de bodem te hangen en mag geen obstructies raken, v.b. tankwand, invoerbuis, drijvende aanzuiging etc.! Dat kan leiden tot functiestoringen.

10 Kabel verlenging Pag 8 De elektrokabel van de vlotterschakelaar (H07 RN-F 3x1 ²) kan worden verlengd. - Kabel op het verlengpunt (kabellas) waterdicht aansluiten! De kabel uitbreiding wordt goedgekeurd door professionals, onder Daarom is het licht van VDE De kabel mag niet zonder aarding in de bodem geplaatst worden! - Aanbeveling: Neem een Pvc-buis DN 100 die fungeert als mantelbuis tussen de regenwatertank en de woning. Zorg ervoor dat de Pvc-pijp tegen het indringen van water in het huis goed is beveiligd! - De kabel van de vlotterschakelaar dient tot aan het bijvulsysteem verlengd te worden 2.4 Inbedrijfstelling leidingwatersuppletie - In de drinkwatervoorziening mag geen vervuiling aanwezig zijn! - Het bijvulsysteem moet goed zijn geïnstalleerd! - Alle wateraansluitingen / fittingen moeten waterdicht aangesloten zijn! - Zorg ervoor dat het apparaat is losgekoppeld van het stroomnet en de stekker niet is aangesloten! - Steek de stekker van het magneetventiel in de tussenstekker van de vlotterschakelaar. - Steek nu de tussenstekker met stekker van het magneetventiel in het stopcontact. - Wanneer er niet voldoende regenwater in de tank is wordt de regenwatertank nu bijgevuld met drinkwater. - Het bijvulsysteem is nu operationeel. In geval van storing kunt u contact opnemen met uw verkoper / leverancier. 2.5 Inbedrijfstelling drukdompelpomp - controleer of de pomp stevig op de tankbodem staat. - zorg ervoor dat er voldoende water in de tank aanwezig is. - Indien het water ontoereikend is dient er water bijgevuld te worden, de pomp en drijvende aanzuiging dienen volledig onder water te staan.(en de de pomp dient gevuld te zijn met water) - open nu alle kranen en aftappunten die zich op het secundaire leidingnet bevinden. - de pompbesturingskit en de pomp kunnen nu aangesloten worden op de wandcontactdoos. - de pomp slaat nu aan en zal na ca. 6 seconden automatisch uitschakelen. - druk nu de rode knop aan de zijkant van de besturingskit in. zie figuur 4. Hou deze knop ingedrukt totdat - de manometer een druk aan gaat geven. Laat nu de pomp ca. 1 minuut doorlopen totdat het water mooi continue doorstroomt. Alle lucht is nu uit de gehele persleiding verdwenen. - sluit nu alle aftappunten. - manometer geeft nu de maximale druk aan. - de pomp is nu bedrijfsklaar.

11 2.6 Storing verhelpen Pag 9 Storing: Oorzaak: Te nemen maatregelen: Geen water bij tappunten Pomp loopt niet - Controleer stroomtoevoer - Resetknop op drukregeling (E) indrukken - Stekker (C) van de pomp rechtstreeks in stopcontact steken (dit mag niet te lang gebeuren, omdat de pomp, zonder drukregelaar,een te grote druk kan opbouwen). Drukregeling werkt niet Tank is leeg - Controleer stroomtoevoer - Resetknop op drukregeling (E) indrukken -Controleer stroomtoevoer magneetklep (N) - Vlotter in de tank is losgegeaan, controleer positie van de vlotter in de tank, laat installateur evt. de vlotter opnieuw monteren. - Controleer of er bij de magneetklep waterdruk is. - Magneetklep gaat niet open Ontbreken van spanning Controleer stroomtoevoer Verkalking ventury Vlotter ligt op de bodem -Steek de stekker van de magneetklep rechtstreeks in de wandcontactdoos en haal hem er weer uit. Herhaal dit enkele keren kort na elkaar. - Ontkalken Controleer positie van de vlotter in de tank. Klep sluit niet Verkalking van de klep -Steek de stekker van de magneetklep rechtstreeks in de wandcontactdoos en haal hem er weer uit. Herhaal dit enkele keren kort na elkaar. - Ontkalken Pomp Schakelt niet uit -Rubber pakking valt niet goed op de zitting Er is een tappunt wat water lekt Lekkage in verbinding tussen pomp en woning -Haal de stekker van de magneetklep uit de doorsteekstekker - Sluit de stopkraan voor de magneetklep volledig -Bel uw installateur Controleer de tappunten op lekkages -Vervang evt afdichtingsrubber. Draai de kogelkraan na de drukregeling dicht. -start de installatie -Blijft de pomp draaien overleg dan met uw installateur. Veelvuldig suppleren Vuil filter -Controleer het filterelement op verontreiniging en reinig deze met schoon water (geen schoonmaakmiddelen toepassen)

12 2.7 Onderhoud Pag 10 Werking magneetklep controleren GEP adviseert de gebruiker om minimaal 2x per jaar de magneetklep bij de open suppletie-eenheid te controleren op de juiste werking. Dit doet u door de stekker van de magneetklep uit de doorsteekstekker te nemen. U verwijdert nu de doorsteekstekker om vervolgens de stekker van de magneetklep rechtstreeks in de wandcontactdoos te steken. Als de magneetklep zich opent en water gaat stromen is de werking goed. U neemt de stekker weer uit de wandcontactdoos en monteert alles zoals in de uitgangspositie. (Stekker magneetklep in doorsteekstekker doen, welke in z n geheel in de wandcontactdoos wordt gestoken). Sluit de stopkraan voor de magneetklep, demonteer het fijnfilter op de magneetklep en reinig deze met schoon water. Indien Het DBS dompelpompsysteem gedurende langere tijd niet wordt gebruikt, bijv. tijdens een vakantieperiode, neem dan alle stekkers van de installatie uit de wandcontactdozen. Om storingen te voorkomen adviseren wij u om 1x per jaar de installatie preventief te laten controleren door een erkende installateur op de volgende punten: - Functie drukregelaar testen; - Magneetklep ontkalken, fijnfilter reinigen en klep controleren op juiste werking; - Stopkranen op functioneren en kalkafzettingen controleren.