Datum van inontvangstneming : 18/01/2013

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Datum van inontvangstneming : 18/01/2013"

Transcriptie

1 Datum van inontvangstneming : 18/01/2013

2 Vertaling C-563/12-1 Datum van indiening: Verwijzende rechter: Zaak C-563/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing 5 december 2012 Kúria (Hongarije) Datum van de verwijzingsbeslissing: 18 oktober 2012 Verzoekende partij en verweerster in cassatie: BDV Hungary Trading Kft., in vrijwillige liquidatie (Nagykőrös, Hongarije) Verwerende partij en verzoeker tot cassatie: Nemzeti Adó- és Vámhivatal Közép-magyarországi Regionális Adó Főigazgatósága (Boedapest, Hongarije) (omissis) DE KÚRIA als cassatierechter In het cassatieberoep dat is ingesteld tegen de uitspraak (omissis) die de Pest Megyei Bíróság (provinciale rechtbank van Pest) op 8 juni 2011 heeft gewezen in het administratieve beroep inzake belastingen dat BDV Hungary Trading Kft., in vrijwillige liquidatie, gevestigd te Nagykőrös (Hongarije) (omissis), verzoekster [en verweerster in cassatie], tegen de Nemzeti Adó- és Vámhivatal Középmagyarországi Regionális Adó Főigazgatósága (regionale belastingdienst Centraal-Hongarije, die behoort tot de nationale belasting- en douanedienst), gevestigd te Boedapest (Hongarije) (omissis), verweerder [en verzoeker tot cassatie], heeft ingesteld, heeft de Kúria (hooggerechtshof van Hongarije) het volgende beslist. Beslissing NL

3 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN ZAAK C-563/12 De Kúria schorst de behandeling van de zaak en verzoekt het Hof van Justitie van de Europese Unie om een prejudiciële beslissing over de volgende vragen: 1) Dienen artikel 15 van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (hierna: oude btw-richtlijn ), en artikel 146 van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (hierna: nieuwe btw-richtlijn ), aldus te worden uitgelegd dat het vervoer van exportgoederen naar een plaats buiten het grondgebied van de Gemeenschap binnen een bepaalde termijn dient te geschieden om als vrijgestelde exportlevering te kunnen worden aangemerkt? 2) Zijn voor het antwoord op de eerste vraag de volgende factoren relevant: internationale leveringsvoorwaarden, de omstandigheid dat de verkoper, de koper of de vervoerder te goeder of te kwader trouw heeft gehandeld of de nodige zorgvuldigheid heeft betracht dan wel mogelijk schuld heeft, de aangifteperiode of de omstandigheid dat het goederenvervoer weliswaar te laat, maar binnen de verjaringstermijn voor de vaststelling van de belasting plaatsvindt? 3) Is het verenigbaar met het beginsel van fiscale neutraliteit, het rechtszekerheidsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel dat de regeling van een lidstaat extra vereisten naast de in de richtlijnen vastgestelde vereisten bevat en export slechts als vrijgesteld aanmerkt indien is voldaan aan objectieve en cumulatieve vereisten die in deze richtlijnen niet worden genoemd? 4) Kunnen artikel 15 van de oude btw-richtlijn en de artikelen 131 en 273 van de nieuwe btw-richtlijn aldus worden uitgelegd dat een lidstaat om ervoor te zorgen dat belastingontwijking, -misbruik en -fraude wordt voorkomen en de belasting juist wordt vastgesteld en geïnd, het recht heeft om export alleen vrij te stellen indien is voldaan aan vereisten als die welke zijn vervat in artikel 11, lid 1, van wet nr. LXXIV van 1992 op de belasting over de toegevoegde waarde en artikel 98, lid 1, van wet nr. CXXVII van 2007 op de belasting over de toegevoegde waarde? 5) Is het in overeenstemming met de grondbeginselen van het Unierecht en het bepaalde in de richtlijnen dat de belastingdienst de kwalificatie als vrijgestelde export wijzigt en van de belastingplichtige verlangt dat hij belasting betaalt omdat niet is voldaan aan vereisten die in de artikelen 15 en 146 van de richtlijnen niet worden genoemd? Zo ja, onder welke omstandigheden is dit mogelijk? 2

4 BDV HUNGARY TRADING KFT. (omissis) [nationale procesrechtelijke aspecten] I Motivering Verzoekster dreef in 2007 en 2008 een groothandel in conserven. Enerzijds verkocht zij haar in Hongarije vervaardigde producten in lidstaten van de Europese Unie en derde landen buiten het douanegebied van de Gemeenschap, en anderzijds verkocht zij in derde landen buiten het douanegebied van de Gemeenschap vervaardigde producten in derde landen buiten het douanegebied van de Gemeenschap. Beide soorten producten werden in haar boekhouding en belastingaangiften afzonderlijk vermeld. In haar btw-boekhouding en btwaangiften vermeldde verzoekster als vrijgestelde exportleveringen ook transacties waarbij de goederen het grondgebied van de Gemeenschap niet binnen de termijn van artikel 11, lid 1, van wet nr. LXXIV van 1992 (hierna: oude btw-wet ) en artikel 98, lid 1, van wet nr. CXXVII van 2007 (hierna: nieuwe btw-wet ) hadden verlaten, maar pas daarna. Uit processtuk nr. F/6 blijkt, hetgeen door partijen niet wordt betwist, dat de termijn minimaal met 8 of 9 dagen en maximaal met 157 dagen werd overschreden, maar ook dat sprake was van gevallen waarin de vertraging minder dan 100 dagen bedroeg en gevallen waarin zij meer dan 100 dagen bedroeg. II Naar aanleiding van de vrijwillige liquidatie van verzoekster en de beëindiging van haar activiteiten voerde de belastingdienst een inspectie uit die betrekking had op het tijdvak 1 januari 2007 tot en met 31 december 2009, waarbij voor de btw het tijdvak 1 juli 2007 tot en met 31 maart 2008 buiten beschouwing bleef. Het na de inspectie in eerste instantie vastgestelde besluit werd door verweerder gewijzigd bij besluit nr van 22 oktober 2010, waarin werd vastgesteld dat verzoekster wat haar belastingaangiften betrof een btw-schuld van HUF had voor het eerste en het tweede trimester van 2007 en het tweede trimester van Bijgevolg kreeg verzoekster een fiscale boete van HUF en een toeslag van HUF wegens te late betaling. Verweerder betwist niet dat de in de tabel op de bladzijden 5 tot en met 11 van het inspectierapport vermelde goederen, waarop zijn besluit betrekking heeft, het grondgebied van de Gemeenschap hebben verlaten en naar een plaats daarbuiten zijn vervoerd, noch dat de Incoterm Ex Works van toepassing is, volgens welk beding het recht om over de goederen te beschikken, de aansprakelijkheid en het risico op de koper overgaan bij de deur van verzoeksters bedrijf op het moment dat de goederen aan de koper worden geleverd. Toch zijn de handelstransacties waarop de verkoopfacturen van de hierboven genoemde goederen zijn gebaseerd, vanuit juridisch oogpunt volgens verweerder geen vrijgestelde exportleveringen die aftrekbaar zijn, omdat de tijd die verstrijkt tussen de levering en het moment 3

5 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN ZAAK C-563/12 dat deze goederen het magazijn verlaten, de termijn van artikel 11, lid 1, van de oude btw-wet en van artikel 98, lid 1, van de nieuwe btw-wet overschrijdt. Gelet op de vertraging had verzoekster haar verplichtingen met betrekking tot de vaststelling, aangifte en afdracht van btw moeten nakomen overeenkomstig de voor goederenleveringen geldende algemene bepalingen, hetgeen niet is gebeurd, zodat zij een belastingschuld moet voldoen. Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat er geen bijzondere omstandigheden waren die in het voordeel van verzoekster pleitten, maar daarentegen verklaard dat de vastgestelde belastingschuld is veroorzaakt door belastinggedrag dat in strijd is met bestaande duidelijke bepalingen, zich al verschillende jaren voordoet en reeds bij eerdere inspecties werd ontdekt en bestraft. Verweerder wees erop dat hij in zijn op 25 juni 2009 in eerste instantie vastgestelde besluiten, die definitief zijn geworden aangezien daartegen niet is opgekomen, in soortgelijke omstandigheden als die van de onderhavige zaak, ten aanzien van verzoekster reeds het bestaan van een belastingschuld had vastgesteld voor het tijdvak 1 juli 2007 tot en met 31 december 2007 en het tijdvak 1 januari 2008 tot en met 31 maart Toen had de belastingdienst de fiscale boete slechts op 10 % vastgesteld, en niet op 50 %, en verzoekster erop gewezen dat als de goederen niet zijn vertrokken, de dag na het verstrijken van de in de btw-wetten gestelde termijn voor dat vertrek een factuur moet worden uitgereikt waarop hetzelfde bedrag als op de originele factuur staat, maar dan andersom, zodat het moment waarop de levering plaatsvindt, overeenkomt met het daadwerkelijke vertrek. (omissis) [verwijzing naar het nationale recht] III In haar administratieve beroep heeft verzoekster verzocht dat de besluiten van de belastingdienst volledig worden gewijzigd dan wel nietig worden verklaard, en dat de aan haar opgelegde maatregelen (boete en toeslag) worden ingetrokken. Zij meende dat verweerder zich bij de vaststelling van de belastingschuld had gebaseerd op nationale voorschriften die in strijd zijn met het bepaalde in de oude en de nieuwe btw-richtlijn, en verzocht bijgevolg dat de belastingregeling van de Europese Unie rechtstreeks wordt toegepast in plaats van de nationale regeling, of dat de behandeling van de zaak wordt geschorst en een verzoek om een prejudiciële beslissing wordt ingediend. Voorts betoogde verzoekster dat zij de bedrijven waarmee zij contracten had gesloten, had gevolgd en dat zij bij deze bedrijven regelmatig had aangedrongen op tijd aan de verplichting met betrekking tot het vertrek te voldoen. Zij benadrukte dat de goederen waarop de besluiten betrekking hebben, geenszins in Hongarije waren gebleven of er waren verkocht, en dat zij haar fiscale verplichtingen steeds zeer zorgvuldig was nagekomen. Zij had volledig voldaan aan de boekhoud- en belastingvoorschriften, waardoor verweerder de in zijn besluiten vervatte beoordelingen kon maken. Volgens verzoekster moest het opleggen van boeten door verweerder ook onrechtmatig worden geacht, aangezien het feit dat de goederen het land te laat hadden verlaten, te wijten is aan de schuld van de koper. Zij verweet verweerder haar een even hoge boete te hebben opgelegd als die welke belastingplichtigen krijgen wier 4

6 BDV HUNGARY TRADING KFT. goederen weliswaar bestemd zijn voor vrijgestelde exportleveringen, doch op het nationale grondgebied blijven. IV De rechter in eerste aanleg heeft het door verzoekster ingestelde administratieve beroep gegrond verklaard en verweerders besluit en het in eerste instantie vastgestelde besluit nietig verklaard. Zijn juridische redenering wordt hierna uiteengezet. Op grond van artikel 15 van de oude btw-richtlijn en artikel 131 van de nieuwe btw-richtlijn, de vrijstellingen van titel IX en artikel 273 van de nieuwe btwrichtlijn mogen lidstaten afwijken van het bepaalde in deze richtlijnen en extra eisen stellen naast de daarin genoemde, mits die eisen dienen ter bereiking van bepaalde doelen. De in artikel 11, lid 1, van de oude btw-wet en artikel 98, lid 2, van de nieuwe btw-wet opgenomen termijn diende en dient ter bereiking van in het Gemeenschapsrecht en het Unierecht vastgelegde doelen (rechtszekerheid en het voorkomen van belastingontwijking, -misbruik en -fraude), zodat deze termijn niet ter discussie kan worden gesteld of in strijd kan worden geacht met de Unievoorschriften. Blijkens verschillende arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie mogen de door lidstaten genomen maatregelen echter niet verder gaan dan noodzakelijk is ter bereiking van die doelen of de neutraliteit van de btw in gevaar brengen. Gelet op een en ander geldt de in artikel 11, lid 1, van de oude btw-wet en artikel 98, lid 2, van de nieuwe btw-wet gestelde termijn voor vertrek slechts voor zover niet kan worden vastgesteld dat de export objectief heeft plaatsgevonden. In verzoeksters geval hebben, hetgeen verweerder niet betwist, de goederen het grondgebied van de Gemeenschap verlaten, zodat de transacties voldoen aan de objectieve voorwaarden om als vrijgestelde export te worden aangemerkt. Het op basis van het verstrijken van de termijn voor vertrek genomen besluit van verweerder, dat weliswaar is vastgesteld overeenkomstig de door het Unierecht geboden mogelijkheid, maar niet tegemoet komt aan het doel van die mogelijkheid en dat bij uitvoering ervan de neutraliteit van de btw in gevaar brengt, schendt het Gemeenschapsrecht en het Unierecht en is dus onrechtmatig. Aangezien de rechter in eerste aanleg van oordeel was dat de ten aanzien van verzoekster vastgestelde belastingschuld onrechtmatig was, sprak hij zich niet uit over de vraag of de na de vaststelling van die schuld opgelegde maatregelen, te weten de boete en de toeslag wegens te late betaling, al dan niet verenigbaar waren met het recht. V Tegen deze definitieve uitspraak heeft verweerder cassatieberoep ingesteld en daarbij verzocht de uitspraak te vernietigen en de zaak voor een nieuwe behandeling en een nieuwe uitspraak terug te verwijzen naar de rechter in eerste aanleg. In het stelsel van de oude btw-wet en de nieuwe btw-wet zijn er volgens 5

7 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN ZAAK C-563/12 verweerder vier cumulatieve voorwaarden om een goederenlevering als vrijgestelde export aan te merken: 1) de goederen dienen als gevolg van de levering het grondgebied van een derde land te bereiken; 2) de goederen dienen het grondgebied van de Gemeenschap te verlaten binnen de in de btw-wetten gestelde periode; 3) de verkoper moet beschikken over een certificaat of document waaruit het vertrek blijkt; 4) de goederen dienen als direct gevolg van de levering naar het grondgebied van het derde land te vertrekken, zodat tussen de levering en het vertrek geen sprake is van gebruik of genot daarvan. Verweerder wijst erop dat de vrijgestelde, voor aftrek in aanmerking komende exportlevering, anders dan de levering van goederen die bestemd zijn voor het nationale grondgebied, een tegen het nultarief belaste levering is. Aangezien deze gunstige fiscale situatie niet tot belastingfraude of -misbruik mag leiden en het mogelijk moet zijn om te controleren of aan de fiscale verplichtingen is voldaan, en de belasting te innen, zijn de door verzoekster bestreden nationale fiscale bepalingen, welke vereisten bevatten, in overeenstemming met het Gemeenschapsrecht en het Unierecht, nu de belastingaanslag en de aangifteverplichting voorspelbaar en duidelijk zijn. Het vertrek van de goederen en het moment waarop dat plaatsvindt, is, anders dan in de definitieve uitspraak is geoordeeld, geen formeel-juridische, maar een objectieve en wezenlijke voorwaarde, waarover de belastingplichtige en de belastingdienst zich zekerheid kunnen verschaffen aan de hand van de door de douane afgegeven certificaten of documenten waaruit het vertrek blijkt. In het onderhavige geval kan verzoekster niet betogen dat zij de nodige zorgvuldigheid heeft betracht of voldoende omzichtig te werk is gegaan aangezien zij zelf de aangiften ten uitvoer heeft gedaan, zij via een vertegenwoordiger om voldoening van de douaneformaliteiten bij uitvoer heeft verzocht en het vervoer vanaf haar bedrijf in alle gevallen plaatsvond met nationale, in Hongarije geregistreerde transportmiddelen. Voor de exportgoederen is in alle tijdvakken waarop de besluiten zien, sprake van aanhoudende vertraging, waarvan verzoekster op de hoogte was. Daarnaast kan op basis van de eerdere inspectie en het resultaat daarvan worden uitgesloten dat verzoekster de zorgvuldigheid van een oplettend koopman heeft betracht. De vraag of het in casu gaat om een al dan niet vrijgestelde transactie, kan evenwel uitsluitend aan de hand van objectieve criteria worden beantwoord, zodat verzoeksters bedoeling of het doel van de levering niet doorslaggevend kan zijn. Aankoop en levering van goederen binnen de Gemeenschap enerzijds en vrijgestelde export anderzijds zijn transacties die niet met elkaar vergelijkbaar zijn. Het beginsel van fiscale neutraliteit is niet geschonden en evenmin is sprake van dubbele belasting. Bij uitvoer van goederen kan immers alleen van de verkoper btw worden verlangd. Tijdens de aangifteperiode reikte verzoekster voor haar rekening en risico facturen uit voor vrijgestelde leveringen buiten het grondgebied van de Gemeenschap. De nationale regeling sluit niet uit dat verzoekster in geval van vertraging bij het vertrek van de goederen voor de transactie een factuur uitreikt waarin rekening wordt gehouden met de btw, en niets staat eraan in de weg dat zij de factuur achteraf wijzigt wanneer naar behoren kan worden aangetoond dat is voldaan aan de cumulatieve voorwaarden die in de oude btw-wet en de nieuwe btw-wet worden gesteld. De 6

8 BDV HUNGARY TRADING KFT. correctieverplichting geldt immers ook wanneer een factuur waarop aanvankelijk geen btw stond, moet worden gewijzigd aangezien niet aan de wettelijke voorwaarden van artikel 98, lid 2, van de btw-wet is voldaan. Verweerder stelt ook dat de belastingautoriteiten volgens de nationale regeling situaties waarin objectief geen sprake is van export en situaties waarin de goederen het grondgebied van de Gemeenschap weliswaar daadwerkelijk verlaten, maar het vertrek buiten de daarvoor gestelde termijn plaatsvindt, verschillend mogen behandelen. Artikel 171, lid 1, maakt deze gedifferentieerde beoordeling mogelijk. Ter ondersteuning van zijn juridische betoog beroept verweerder zich op artikel 792 bis, lid 2, van verordening (EEG) nr. 2454/93 [van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek], in de versie die van 26 december 2006 tot en met 23 april 2009 gold, en op de omstandigheid dat de regelingen van andere lidstaten van de Europese Unie, als objectieve voorwaarde om export vrij te stellen, ook een termijn bevatten. Hij voert aan dat de nationale regeling op geen enkele wijze in strijd is met het Unierecht (zaken C-146/05, C-271/06, C-285/09, C-80/11, C-142/11 en C-409/04). VI In haar antwoord op het cassatieberoep verzoekt verzoekster dat de bestreden uitspraak wordt bevestigd. Volgens haar bevat noch de oude btw-richtlijn noch de nieuwe btw-richtlijn een bepaling die in afwijking van de Unievoorschriften ter zake van vrijstellingen als voorwaarde om te kunnen spreken van vrijgestelde export of om btw-vrijstelling te verlenen stelt dat het vertrek van de goederen binnen een bepaalde termijn plaatsvindt. De weigering om de goederen aan te merken als vrijgestelde export hoewel de douane het vertrek ervan heeft bevestigd, en het opleggen van een verjaringstermijn voor dat vertrek brengen de fiscale neutraliteit in gevaar en leveren dus schending van het Unierecht op. Het aanmerken van goederenexport als vrijgesteld volgens het Unierecht is in overeenstemming met het economische begrip export, waarvan een van de kenmerken niet is dat exportgoederen uiterlijk op een bepaalde dag het grondgebied van de Gemeenschap of van de Unie moeten verlaten. Als het vertrek van de geleverde goederen op objectief verifieerbare wijze plaatsvindt, heeft de verkoper recht op de toepassing van de vrijstelling. De artikelen 131 en 273 van de [nieuwe] btw-richtlijn kunnen niet aldus worden uitgelegd dat op grond daarvan het begrip vrijgestelde goederenexport mag worden gewijzigd. Het feit dat een lidstaat de vrijstelling slechts toepast indien de goederen binnen een bepaalde termijn naar een plaats buiten het land worden vervoerd, is in strijd zowel met het evenredigheidsbeginsel als met het beginsel van fiscale neutraliteit. Dat in plaats van de passende, evenredige procedure toe te passen een sanctie wordt opgelegd waarbij, ongeacht of de belastingplichtige te goeder of te kwader trouw heeft gehandeld, belasting wordt geheven op export die overeenkomstig de wezenskenmerken van artikel 146 objectief heeft plaatsgevonden en die door de belastingplichtige is aangetoond, en wel op de enkele grond dat de door de lidstaat 7

9 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN ZAAK C-563/12 gestelde uitvoertermijn is overschreden, kan niet worden geacht evenredig te zijn aan het [met de btw-richtlijn] beoogde doel. De rechter in eerste aanleg heeft de grenzen van zijn bevoegdheden niet overschreden, daar hij zich niet heeft uitgesproken over de oude btw-wet en de nieuwe btw-wet en evenmin in algemene bewoordingen over welke voorwaarden elke lidstaat mag opleggen ter voorkoming van belastingfraude, -ontwijking en -misbruik. In het onderhavige geval heeft de rechter in eerste aanleg uitspraak gedaan op de specifieke vraag of verweerder de door verzoekster verrichte leveringen terecht als niet vrijgesteld heeft aangemerkt. Gelet op de voorrang van het Gemeenschapsrecht en het Unierecht, is zijn beslissing op dit punt in overeenstemming met het recht. Ter ondersteuning van haar betoog verwijst verzoekster naar de arresten in de zaken C-106/05, C-216/97, C-267/99, C-141/00, C-109/02, C-498/03, C-246/04, C-169/04, C-288/07, C-97/06, C-116/10 en C-84/09. VII Met betrekking tot het verzoek om een prejudiciële beslissing wenst de Kúria de hiernavolgende opmerkingen te maken. Zowel de oude btw-richtlijn en de nieuwe btw-richtlijn als het nationale recht (de oude btw-wet en de nieuwe btw-wet) regelen vrijstelling en goederenleveringen in het kader van intracommunautaire transacties en vrijstelling bij uitvoer met recht op aftrek afzonderlijk en op verschillende wijze. De door het Hof van Justitie gegeven uitlegging van het recht in de zaken C-84/09 en C-146/05 ziet niet op vrijgestelde export, maar op intracommunautaire goederenleveringen. De nationale regeling moet in overeenstemming zijn met de grondbeginselen van de Unie inzake rechtszekerheid, fiscale neutraliteit en evenredigheid, met de specifieke voorschriften van de oude btw-richtlijn en van de nieuwe btw-richtlijn en met hetgeen daarin specifiek is opgenomen. Daarnaast mogen de lidstaten volgens het Unierecht, mits zij het Unierecht niet schenden, voorwaarden stellen voor de toepassing van vrijstellingen om de rechtszekerheid te waarborgen, belastingontwijking, -misbruik en -fraude te voorkomen, de juiste vaststelling en inning van de belasting te vergemakkelijken en ervoor te zorgen dat vrijstellingen correct worden toegepast. Met deze doelen dient bij het stellen van dergelijke voorwaarden rekening te worden gehouden. Aangezien de Unieregeling en de nationale regeling die relevant zijn voor de beslechting van het onderhavige geschil, inhoudelijk verschillen, moet de Kúria zich uitspreken over de vraag of de nationale regeling al dan niet in overeenstemming is met het Unierecht, zodat vereist is dat het Hof van Justitie het Unierecht uitlegt. De Kúria verzoekt het Hof van Justitie uitspraak te doen over de uitlegging en inhoud van het in het onderhavige geschil aan de orde zijnde Unierecht, daarbij ook rekening houdend met het feit dat niet alleen de Hongaarse regeling, maar ook 8

10 BDV HUNGARY TRADING KFT. die van andere lidstaten aanvullende bepalingen op de in de btw-richtlijnen vervatte bepalingen bevatten. Die regelingen zijn weliswaar niet gelijk aan de Hongaarse, maar verbinden ook op specifieke wijze en op een bepaald gebied het verrichten en goedkeuren van vrijgestelde export die in aanmerking komt voor aftrek, aan de voorwaarde dat een termijn in acht wordt genomen. De Kúria wijst erop dat de belastingplichtige, die de belasting zelf moet aangeven en afdragen, overeenkomstig de nationale regeling voor eigen rekening en risico een factuur uitreikt voor een vrijgestelde extracommunautaire levering en aangifte doet, en dat het volgens artikel 98, lid 2, aan de belastingplichtige is om aan te tonen dat vrijstelling moet worden verleend. Op grond van de oude btw-wet en de nieuwe btw-wet is bij de uitvoer van goederen sprake van vrijgestelde leveringen met recht op aftrek, welke leveringen, anders dan de leveringen die bestemd zijn voor het nationale grondgebied, tegen het nultarief belaste leveringen zijn en dus van belasting zijn vrijgesteld. Ook van bijzonder belang in de bij de Kúria aanhangige zaak is het feit dat de oude btw-wet en de nieuwe btw-wet de termijn niet beschouwen als een soort technische termijn, dat wil zeggen een procedurele termijn waaraan later kan worden voldaan middels een aanvullende aangifte of een gecorrigeerde factuur, maar wel als een materiële verjaringstermijn, en dat zij voorzien in de verplichting om btw te betalen indien de belastingdienst vaststelt dat de handelstransacties geen vrijgestelde exportleveringen zijn. De vraag rijst dan ook of de belastingdienst al dan niet de kwalificatie van de transactie mag wijzigen en deze transactie mag aanmerken als een levering die conform de geldende algemene regels belastbaar is en, zo ja, onder welke omstandigheden en binnen welke grenzen. Moet rekening worden gehouden met het feit dat de goederen daadwerkelijk naar een plaats buiten het land zijn vervoerd en dus niet op het nationale grondgebied zijn gebleven of er zijn verkocht? Moet voorts worden onderzocht of voor de vaststelling en lengte van de termijn en de wijziging van de kwalificatie volgende factoren van belang zijn of kunnen zijn: de aangifteperiode, de verjaringstermijn voor de vaststelling van de belasting en de omstandigheid dat de belastingplichtige of de koper te goeder of te kwader trouw heeft gehandeld of al dan niet verwijtbaar te werk is gegaan? De Kúria verzoekt het Hof van Justitie dus de regels van Unierecht die relevant zijn voor de beslechting van het geschil, uit te leggen, en dit voor alle aspecten daarvan die nodig zijn om te bepalen of de in deze zaak aan de orde zijnde nationale regeling al dan niet in overeenstemming is met de grondbeginselen van de Gemeenschap of de Unie, met het Unierecht en met de in de oude btw-richtlijn en de nieuwe btw-richtlijn opgenomen bepalingen over vrijgestelde export. (omissis) [nationale procesrechtelijke aspecten] Boedapest, 18 oktober

11 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN ZAAK C-563/12 (omissis) [ondertekeningen] 10

Datum van inontvangstneming : 22/06/2017

Datum van inontvangstneming : 22/06/2017 Datum van inontvangstneming : 22/06/2017 Vertaling C-264/17-1 Zaak C-264/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 17 mei 2017 Verwijzende rechter: Finanzgericht Münster (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 14/10/2014

Datum van inontvangstneming : 14/10/2014 Datum van inontvangstneming : 14/10/2014 Vertaling C-424/14-1 Datum van indiening: Verwijzende rechter: C-424/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing 15 september 2014 Szekszárdi Közigazgatási és Munkaügyi

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 09/06/2015

Datum van inontvangstneming : 09/06/2015 Datum van inontvangstneming : 09/06/2015 Vertaling C-208/15-1 Datum van indiening: 5 mei 2015 Verwijzende rechter: Zaak C-208/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Kúria (Hongarije) Datum van de verwijzingsbeslissing:

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 29/10/2013

Datum van inontvangstneming : 29/10/2013 Datum van inontvangstneming : 29/10/2013 Vertaling C-388/13-1 Datum van indiening: 8 juli 2013 Verwijzende rechter: Zaak C-388/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Kúria (Hongarije) Datum van de verwijzingsbeslissing:

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 09/06/2015

Datum van inontvangstneming : 09/06/2015 Datum van inontvangstneming : 09/06/2015 Vertaling C-204/15-1 Datum van indiening: 4 mei 2015 Verwijzende rechter: Zaak C-204/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Augstākā tiesa (Letland) Datum van

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/04/2013

Datum van inontvangstneming : 22/04/2013 Datum van inontvangstneming : 22/04/2013 Vertaling C-135/13-1 Datum van indiening: C-135/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing 18 maart 2013 Verwijzende rechter: Kúria (Hongarije) Datum van de verwijzingsbeslissing:

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 08/05/2017

Datum van inontvangstneming : 08/05/2017 Datum van inontvangstneming : 08/05/2017 Samenvatting C-159/17-1 Zaak C-159/17 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/02/2014

Datum van inontvangstneming : 06/02/2014 Datum van inontvangstneming : 06/02/2014 Vertaling C-672/13-1 Zaak C-672/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 17 december 2013 Verwijzende rechter: Fővárosi Törvényszék (Hongarije)

Nadere informatie

Datum van inontvangstne ming : 25/05/2012

Datum van inontvangstne ming : 25/05/2012 Datum van inontvangstne ming : 25/05/2012 Vertaling C-182/12-1 Datum van indiening: Zaak C-182/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing 19 april 2012 Verwijzende rechter: Székesfehérvári Törvényszék (Hongarije)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 21/06/2016

Datum van inontvangstneming : 21/06/2016 Datum van inontvangstneming : 21/06/2016 Vertaling C-238/16-1 [DDP de référence: C-412/15] Zaak C-238/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 26 april 2016 Verwijzende rechter: Finanzgericht

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 21/07/2015

Datum van inontvangstneming : 21/07/2015 Datum van inontvangstneming : 21/07/2015 Vertaling C-291/15-1 Datum van indiening: 15 juni 2015 Verwijzende rechter: Zaak C-291/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Zalaegerszegi Közigazgatási és

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Vertaling C-45/17-1 Zaak C-45/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/08/2014

Datum van inontvangstneming : 07/08/2014 Datum van inontvangstneming : 07/08/2014 Vertaling C-334/14-1 Zaak C-334/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 juli 2014 Verwijzende rechter: Hof van beroep te Bergen (België)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/09/2018

Datum van inontvangstneming : 07/09/2018 Datum van inontvangstneming : 07/09/2018 Samenvatting C-488/18-1 Zaak C-488/18 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/06/2015

Datum van inontvangstneming : 19/06/2015 Datum van inontvangstneming : 19/06/2015 Vertaling C-222/15-1 Zaak C-222/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 15 mei 2015 Verwijzende rechter: Pécsi Törvényszék (Hongarije) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 26/06/2012

Datum van inontvangstneming : 26/06/2012 Datum van inontvangstneming : 26/06/2012 Vertaling C-259/12-1 Datum van indiening: 24 mei 2012 Verwijzende rechter: Zaak C-259/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Аdministrativen sad Plovdiv (Bulgarije)

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 25 SEPTEMBER 2009 F.08.0009.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.08.0009.F OFF ROAD, naamloze vennootschap, Mr. John Kirkpatrick, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen BELGISCHE STAAT, Mr. François

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 11/08/2015

Datum van inontvangstneming : 11/08/2015 Datum van inontvangstneming : 11/08/2015 Vertaling C-332/15-1 Zaak C-332/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 6 juli 2015 Verwijzende rechter: Tribunale di Treviso / Italië Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 08/12/2015

Datum van inontvangstneming : 08/12/2015 Datum van inontvangstneming : 08/12/2015 Vertaling C-564/15-1 Datum van indiening: Verwijzende rechter: Zaak C-564/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing 4 november 2015 Kecskeméti Közigazgatási és

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 13/08/2015

Datum van inontvangstneming : 13/08/2015 Datum van inontvangstneming : 13/08/2015 Vertaling C-365/15-1 Zaak C-365/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 14 juli 2015 Verwijzende rechter: Finanzgericht Düsseldorf (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 08/07/2016

Datum van inontvangstneming : 08/07/2016 Datum van inontvangstneming : 08/07/2016 Vertaling C-254/16-1 Zaak C-254/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 3 mei 2016 Verwijzende rechter: Fővárosi Közigazgatási és Munkaügyi

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 27/06/2013

Datum van inontvangstneming : 27/06/2013 Datum van inontvangstneming : 27/06/2013 Vertaling C-272/13-1 Datum van indiening: 21 mei 2013 Verwijzende rechter: Zaak C-272/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Commissione Tributaria Regionale

Nadere informatie

Date de réception : 09/12/2011

Date de réception : 09/12/2011 Date de réception : 09/12/2011 Vertaling C-563/11-1 Datum van indiening: Verwijzende rechter: Zaak C-563/11 Verzoek om een prejudiciële beslissing 9 november 2011 Latvijas Republikas Augstākās tiesas Senāta

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 20/01/2017

Datum van inontvangstneming : 20/01/2017 Datum van inontvangstneming : 20/01/2017 Vertaling C-637/16-1 Zaak C-637/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 december 2016 Verwijzende rechter: Amtsgericht Düsseldorf (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 14/07/2015

Datum van inontvangstneming : 14/07/2015 Datum van inontvangstneming : 14/07/2015 Vertaling C-263/15-1 Datum van indiening: 3 juni 2015 Verwijzende rechter: Zaak C-263/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Kúria (Hongarije) Datum van de verwijzingsbeslissing:

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/12/2016

Datum van inontvangstneming : 19/12/2016 Datum van inontvangstneming : 19/12/2016 Vertaling C-566/16-1 Zaak C-566/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 10 november 2016 Verwijzende rechter: Nyíregyházi Közigazgatási és

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989*

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989* STICHTING UITVOERING FINANCIËLE ACTIES / STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989* In zaak 348/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 26/05/2017

Datum van inontvangstneming : 26/05/2017 Datum van inontvangstneming : 26/05/2017 Vertaling C-182/17-1 Zaak C-182/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 11 april 2017 Verwijzende rechter: Kúria (hoogste rechterlijke instantie,

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 13/11/2018

Datum van inontvangstneming : 13/11/2018 Datum van inontvangstneming : 13/11/2018 Vertaling C-629/18-1 Zaak C-629/18 Prejudiciële verwijzing Datum van ontvangst: 8 oktober 2018 Verwijzende rechter: Sofiyski gradski sad (Bulgarije) Datum van de

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 10/01/2018

Datum van inontvangstneming : 10/01/2018 Datum van inontvangstneming : 10/01/2018 Vertaling C-667/17-1 Zaak C-667/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 24 november 2017 Verwijzende rechter: Commissione tributaria provinciale

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/04/2013

Datum van inontvangstneming : 19/04/2013 Datum van inontvangstneming : 19/04/2013 Vertaling C-120/13-1 Zaak C-120/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 14 maart 2013 Verwijzende rechter: Amtsgericht Wedding (Duitsland)

Nadere informatie

BTW-bulletin, De aftrek van btw staat niet meer rotsvast

BTW-bulletin, De aftrek van btw staat niet meer rotsvast BTW-bulletin, De aftrek van btw staat niet meer rotsvast Samenvatting Op 18 december 2014 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna HvJ) arrest gewezen over de aftrek van btw als sprake is

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 02/02/2016

Datum van inontvangstneming : 02/02/2016 Datum van inontvangstneming : 02/02/2016 Vertaling C-690/15-1 Zaak C-690/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 21 december 2015 Verwijzende rechter: Cour administrative d appel

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 24/06/2016

Datum van inontvangstneming : 24/06/2016 Datum van inontvangstneming : 24/06/2016 Vertaling C-288/16-1 Zaak C-288/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 23 mei 2016 Verwijzende rechter: Augstākā tiesa (Letland) Datum van

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 20/12/2017

Datum van inontvangstneming : 20/12/2017 Datum van inontvangstneming : 20/12/2017 Vertaling C-647/17-1 Zaak C-647/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 20 november 2017 Verwijzende rechter: Högsta förvaltningsdomstolen

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 31/07/2014

Datum van inontvangstneming : 31/07/2014 Datum van inontvangstneming : 31/07/2014 Vertaling C-312/14-1 Zaak C-312/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 1 juli 2014 Verwijzende rechter: Ráckevei Járásbíróság (Hongarije)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 29/12/2016

Datum van inontvangstneming : 29/12/2016 Datum van inontvangstneming : 29/12/2016 Vertaling C-580/16-1 Zaak C-580/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 17 november 2016 Verwijzende rechter: Verwaltungsgerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/05/2017

Datum van inontvangstneming : 23/05/2017 Datum van inontvangstneming : 23/05/2017 Vertaling C-165/17-1 Zaak C-165/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 3 april 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 26/02/2016

Datum van inontvangstneming : 26/02/2016 Datum van inontvangstneming : 26/02/2016 Vertaling C-21/16-1 Zaak C-21/16 Samenvatting van een verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 17/07/2019

Datum van inontvangstneming : 17/07/2019 Datum van inontvangstneming : 17/07/2019 C-449/19-1 Zaak C-449/19 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 21/03/2017

Datum van inontvangstneming : 21/03/2017 Datum van inontvangstneming : 21/03/2017 Vertaling C-74/17-1 Zaak C-74/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 10 februari 2017 Verwijzende rechter: Amtsgericht Düsseldorf (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 27/10/2015

Datum van inontvangstneming : 27/10/2015 Datum van inontvangstneming : 27/10/2015 Vertaling C-513/15-1 Zaak C-513/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 25 september 2015 Verwijzende rechter: Lietuvos vyriausiasis administracinis

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/11/2015

Datum van inontvangstneming : 19/11/2015 Datum van inontvangstneming : 19/11/2015 Vertaling C-538/15-1 Zaak C-538/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 15 oktober 2015 Verwijzende rechter: Juzgado de Primera Instancia

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/03/2017

Datum van inontvangstneming : 23/03/2017 Datum van inontvangstneming : 23/03/2017 Vertaling C-83/17-1 Zaak C-83/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 15 februari 2017 Verwijzende rechter: Oberster Gerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 22 april 2010 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 22 april 2010 * X EN FISCALE EENHEID FACET-FACET TRADING ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 22 april 2010 * In de gevoegde zaken C-536/08 en C-539/08, betreffende twee verzoeken om een prejudiciële beslissing krachtens

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 13/03/2018

Datum van inontvangstneming : 13/03/2018 Datum van inontvangstneming : 13/03/2018 Vertaling C-75/18-1 Datum van indiening: Zaak C-75/18 Verzoek om een prejudiciële beslissing 6 februari 2018 Verwijzende rechter: Fővárosi Közigazgatási és Munkaügyi

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 08/12/2014

Datum van inontvangstneming : 08/12/2014 Datum van inontvangstneming : 08/12/2014 Vertaling C-487/14-1 Zaak C-487/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 4 november 2014 Verwijzende rechter: Fővárosi Közigazgatási és Munkaügyi

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 10/04/2014

Datum van inontvangstneming : 10/04/2014 Datum van inontvangstneming : 10/04/2014 Vertaling C-97/14-1 Datum van indiening: 3 maart 2014 Verwijzende rechter: Zaak C-97/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Gyulai Közigazgatási és Munkaügyi

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 24.11.2009 COM(2009)641 definitief Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD waarbij de Portugese Republiek wordt gemachtigd een maatregel toe

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 I!Entree 2 7 MARS 2013 C-.A6'1IA3-0 Hoge Raad der Nederlanden Derde Kamer Nr. 11/02595 8 maart 2013 Ingeschreven in het register van het Hof van Justitie onder

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 02/06/2015

Datum van inontvangstneming : 02/06/2015 Datum van inontvangstneming : 02/06/2015 Samenvatting C-186/15 1 Zaak C-186/15 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Date de réception : 24/02/2012

Date de réception : 24/02/2012 Date de réception : 24/02/2012 Vertaling C-30/12-1 Zaak C-30/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 23 januari 2012 Verwijzende rechter: Okresný súd Prešov (Slowakije) Datum van

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 24/01/2018

Datum van inontvangstneming : 24/01/2018 Datum van inontvangstneming : 24/01/2018 Vertaling C-691/17-1 Zaak C-691/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 11 december 2017 Verwijzende rechter: Fővárosi Közigazgatási és Munkaügyi

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 03/07/2017

Datum van inontvangstneming : 03/07/2017 Datum van inontvangstneming : 03/07/2017 Vertaling C-320/17-1 Zaak C-320/17. Verzoek om prejudiciële beslissing Datum van indiening 29 mei 2017 Verwijzende rechter Conseil d État (Frankrijk) Datum van

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 04/03/2013

Datum van inontvangstneming : 04/03/2013 Datum van inontvangstneming : 04/03/2013 Vertaling C-49/13 1 Zaak C-49/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 29 januari 2013 Verwijzende instantie: Úřad průmyslového vlastnictví

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 31/01/2013

Datum van inontvangstneming : 31/01/2013 Datum van inontvangstneming : 31/01/2013 Vertaling C-1/13-1 Datum van indiening: Zaak C-1/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing 2 januari 2013 Verwijzende rechter: Cour de cassation (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 25/08/2014

Datum van inontvangstneming : 25/08/2014 Datum van inontvangstneming : 25/08/2014 Vertaling C-359/14 1 Datum van indiening: 23 juli 2014 Verwijzende rechter: Zaak C-359/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Vilniaus miesto apylinkės teismas

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 01/09/2015

Datum van inontvangstneming : 01/09/2015 Datum van inontvangstneming : 01/09/2015 Vertaling C-419/15-1 Zaak C-419/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 juli 2015 Verwijzende rechter: Oberlandesgericht Düsseldorf (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 16/02/2018

Datum van inontvangstneming : 16/02/2018 Datum van inontvangstneming : 16/02/2018 C-26/18-1 Zaak C-26/18 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/07/2013

Datum van inontvangstneming : 23/07/2013 Datum van inontvangstneming : 23/07/2013 Vertaling C-338/13-1 Zaak C-338/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 20 juni 2013 Verwijzende rechter: Verwaltungsgerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD 7.12.2018 L 311/3 RICHTLIJNEN RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD van 4 december 2018 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG wat betreft de harmonisatie en vereenvoudiging van bepaalde regels in het

Nadere informatie

Datum van inontvangstne ming : 24/05/2012

Datum van inontvangstne ming : 24/05/2012 Datum van inontvangstne ming : 24/05/2012 C-181/12-1 Zaak C-181/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 18 april 2012 Verwijzende rechter: Finanzgericht Düsseldorf (Duitsland) Datum

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 02.05.2001 COM(2001) 238 definitief Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD houdende machtiging van het Koninkrijk Spanje tot het toepassen van een maatregel

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 25/07/2014

Datum van inontvangstneming : 25/07/2014 Datum van inontvangstneming : 25/07/2014 Vertaling C-304/14-1 Datum van indiening: 24 juni 2014 Verwijzende rechter: Zaak C-304/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Upper Tribunal (Immigration and

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 18/09/2017

Datum van inontvangstneming : 18/09/2017 Datum van inontvangstneming : 18/09/2017 Vertaling C-478/17-1 Zaak C-478/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 augustus 2017 Verwijzende rechter: Tribunalul Cluj (Roemenië) Datum

Nadere informatie

Vertaling C-125/14-1. Zaak C-125/14. Verzoek om een prejudiciële beslissing. Fővárosi Törvényszék (Hongarije)

Vertaling C-125/14-1. Zaak C-125/14. Verzoek om een prejudiciële beslissing. Fővárosi Törvényszék (Hongarije) Vertaling C-125/14-1 Zaak C-125/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 18 maart 2014 Verwijzende rechter: Fővárosi Törvényszék (Hongarije) Datum van de verwijzingsbeslissing: 10

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 17/07/2018

Datum van inontvangstneming : 17/07/2018 Datum van inontvangstneming : 17/07/2018 Vertaling C-388/18 1 Zaak C-388/18 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 13 juni 2018 Verwijzende rechter: Bundesfinanzhof (Duitsland) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/07/2017

Datum van inontvangstneming : 07/07/2017 Datum van inontvangstneming : 07/07/2017 Vertaling C-322/17-1 Zaak C-322/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 mei 2017 Verwijzende rechter: High Court (Ierland) Datum van de

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 c. -A601A3-0) Hoge Raad der Nederlanden Derde Kamer c "~" - I: Luxemboure Nr. 11/05307 Entrée 2 8 MARS 2013 1 maart 2013 Ingeschreven in het register van het Hof

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 10/10/2017

Datum van inontvangstneming : 10/10/2017 Datum van inontvangstneming : 10/10/2017 Vertaling C-532/17-1 Zaak C-532/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 11 september 2017 Verwijzende rechter: Landgericht Hamburg (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 18/06/2012

Datum van inontvangstneming : 18/06/2012 Datum van inontvangstneming : 18/06/2012 C-211/12-1 Zaak C-211/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 3 mei 2012 Verwijzende rechter: Corte d'appello di Roma (Prima Sezione civile)

Nadere informatie

11558/02 jv 1 DG G I

11558/02 jv 1 DG G I RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 augustus 2002 (28.08) (OR. fr) 11558/02 FISC 216 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Sylvain BISARRE, directeur, namens de secretaris-generaal van de Europese Commissie

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 6 JUNI 2013 F.12.0005.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.12.0005.F BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, Mr. François T Kint, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 *

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * WELTHGROVE BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * In zaak C-102/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangige

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 12/08/2016

Datum van inontvangstneming : 12/08/2016 Datum van inontvangstneming : 12/08/2016 Vertaling C-381/16-1 Zaak C-381/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 11 juli 2016 Verwijzende rechter: Tribunal Supremo (Spanje) Datum

Nadere informatie

Zaak T-205/99. Hyper Srl tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

Zaak T-205/99. Hyper Srl tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Zaak T-205/99 Hyper Srl tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Douanerechten Invoer van televisietoestellen uit India Ongeldige certificaten van oorsprong Verzoek tot kwijtschelding van invoerrechten

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/07/2017

Datum van inontvangstneming : 07/07/2017 Datum van inontvangstneming : 07/07/2017 Vertaling C-330/17-1 Zaak C-330/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 2 juni 2017 Verwijzende rechter: Bundesgerichtshof (Duitsland) Datum

Nadere informatie

BTW BIJ IN- en UITVOER. Marja van den Oetelaar/Samatha Speelman

BTW BIJ IN- en UITVOER. Marja van den Oetelaar/Samatha Speelman BTW BIJ IN- en UITVOER Marja van den Oetelaar/Samatha Speelman Douaneschuld Douaneschuld ontstaat: - Invoer (in vrije verkeer brengen) - Onttrekking aan het douanetoezicht - Niet voldoen aan verplichtingen

Nadere informatie

Vertaling C-230/14-1. Zaak C-230/14. Verzoek om een prejudiciële beslissing

Vertaling C-230/14-1. Zaak C-230/14. Verzoek om een prejudiciële beslissing Vertaling C-230/14-1 Zaak C-230/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 12 mei 2014 Verwijzende rechter: Kúria (Hongarije) Datum van de verwijzingsbeslissing: 22 april 2014 Verzoekende

Nadere informatie

Datum van inontvangstne ming : 05/04/2012

Datum van inontvangstne ming : 05/04/2012 Datum van inontvangstne ming : 05/04/2012 Vertaling C-112/12-1 Datum van indiening: 1 maart 2012 Verwijzende rechter: Zaak C-112/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Kúria (Hongarije) Datum van de

Nadere informatie

JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611

JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611 JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611 ARREST VAN HET HOF (DERDE KAMER) VAN 24 SEPTEMBER 1987. BESTUUR VAN DE SOCIALE VERZEKERINGSBANK TEGEN J. A. DE RIJKE. VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING,

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 20/06/2017

Datum van inontvangstneming : 20/06/2017 Datum van inontvangstneming : 20/06/2017 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN 28. 4. 2017 ZAAK C-255/17 Société AIR FRANCE S.A. [OMISSIS] Roissy Charles de Gaulle, Frankrijk [OMISSIS] verweerster,

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 14/06/2013

Datum van inontvangstneming : 14/06/2013 Datum van inontvangstneming : 14/06/2013 Vertaling C-258/13-1 Zaak C-258/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 13 mei 2013 Verwijzende rechter: Varas Cíveis de Lisboa (Portugal)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 04/02/2013

Datum van inontvangstneming : 04/02/2013 Datum van inontvangstneming : 04/02/2013 Vertaling C-5/13-1 Zaak C-5/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 3 januari 2013 Verwijzende rechter: Szombathelyi Törvényszék (Hongarije)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 08/10/2015

Datum van inontvangstneming : 08/10/2015 Datum van inontvangstneming : 08/10/2015 Vertaling C-446/15-1 Zaak C-446/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 18 augustus 2015 Verwijzende rechter: Fővárosi Közigazgatási és Munkaügyi

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/04/2017

Datum van inontvangstneming : 06/04/2017 Datum van inontvangstneming : 06/04/2017 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN 13. 12. 2016 ZAAK C-112/17 [OMISSIS] [OMISSIS] tegen I. 2 - verzoekster - Societé AIR FRANCE S.A., [OMISSIS] Roissy

Nadere informatie

Vertaling C-441/13-1. Zaak C-441/13. Verzoek om een prejudiciële beslissing

Vertaling C-441/13-1. Zaak C-441/13. Verzoek om een prejudiciële beslissing Vertaling C-441/13-1 Zaak C-441/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 5 augustus 2013 Verwijzende rechter: Handelsgericht Wien (Oostenrijk) Datum van de verwijzingsbeslissing:

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 02/04/2018

Datum van inontvangstneming : 02/04/2018 Datum van inontvangstneming : 02/04/2018 Vertaling C-145/18-1 Zaak C-145/18 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 23 februari 2018 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 09/10/2015

Datum van inontvangstneming : 09/10/2015 Datum van inontvangstneming : 09/10/2015 Vertaling C-478/15-1 Zaak C-478/15 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/03/2019

Datum van inontvangstneming : 19/03/2019 Datum van inontvangstneming : 19/03/2019 Vertaling C-86/19-1 Zaak C-86/19 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 6 februari 2019 Verwijzende rechter: Juzgado de lo Mercantil n.º 9

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 29/01/2018

Datum van inontvangstneming : 29/01/2018 Datum van inontvangstneming : 29/01/2018 Vertaling C-695/17-1 Zaak C-695/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 12 december 2017 Verwijzende rechter: Helsingin käräjäoikeus (Finland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 13/10/2017

Datum van inontvangstneming : 13/10/2017 Datum van inontvangstneming : 13/10/2017 Vertaling C-537/17-1 Zaak C-537/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 12 september 2017 Verwijzende rechter: Landgericht Berlin (Duitsland)

Nadere informatie

12848/1/18 REV 1 CS/srl/sht ECOMP.2.B

12848/1/18 REV 1 CS/srl/sht ECOMP.2.B Raad van de Europese Unie Brussel, 26 november 2018 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0251 (CNS) 12848/1/18 REV 1 FISC 397 ECOFIN 881 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: RICHTLIJN

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 30/06/2016

Datum van inontvangstneming : 30/06/2016 Datum van inontvangstneming : 30/06/2016 Vertaling C-303/16-1 Zaak C-303/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 mei 2016 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

Date de réception : 16/12/2011

Date de réception : 16/12/2011 Date de réception : 16/12/2011 Vertaling C-560/11-1 Zaak C-560/11 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 7 november 2011 Verwijzende rechter: Commissione tributaria provinciale di

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 29/01/2019

Datum van inontvangstneming : 29/01/2019 Datum van inontvangstneming : 29/01/2019 Samenvatting C-777/18 1 Zaak C-777/18 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989*

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989* SKATTEMINISTERIET / HENRIKSEN ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989* In zaak 173/88, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Højesteret, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 8.1.2004 COM(2004) 853 definitief Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD waarbij Spanje wordt gemachtigd een maatregel toe te passen die afwijkt van

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 29/01/2018

Datum van inontvangstneming : 29/01/2018 Datum van inontvangstneming : 29/01/2018 Vertaling C-711/17-1 Zaak C-711/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 19 december 2017 Verwijzende rechter: Amtsgericht Hamburg (Duitsland)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * In zaak 165/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie