PROJECT OSIRIS. WEGENISWERKEN IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Analyse van de ordonnantie van 3 juli 2008

Transcriptie

1 PROJECT OSIRIS WEGENISWERKEN IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Analyse van de ordonnantie van 3 juli 2008 Dimitri Hadjistratis, Charles Kemper, Jérémie Gauthier 17/01/2012 1

2 Inhoud De Actoren... 3 De Coördinatiecommissie van de Bouwplaatsen... 3 De beheerders... 3 De verzoekers... 3 Het Verzoeningscomité... 4 Definities... 5 De gegevensbank... 5 Gemengde en niet-gemengde bouwplaatsen... 5 Dringende noodzakelijkheid... 6 Geringe omvang Voor indiening van elk verzoek De planning en de coördinatie van de bouwplaatsen De planning en de coördinatie van de bouwplaatsen (algemeen traject) Herinneringprocedure Aanstelling van de coördinerende verzoeker en overmaking van de antwoorden In gebreke blijven en gevolgen van in gebreke blijven tijdens de coördinatie van de bouwplaats (Art. 27 & 28) De uitvoeringsvergunningsaanvraag De uitvoeringsvergunningsaanvraag (algemeen traject) Procedure in geval van onvolledig dossier van uitvoeringsvergunningsaanvraag Verzoek tot bijkomende informatie / advies / hoorzitting voorafgaand aan advies van de Commissie Verzoek tot bijkomende informatie / advies / hoorzitting voorafgaand aan beslissing van de wegbeheerder Het bouwplaatsakkoord In gebreke blijven en gevolgen van in gebreke blijven bij de vergunningsaanvraag Uitvoering van de bouwplaats Uitvoering van de bouwplaats (algemeen traject) Uitvoering van de werken Stellen van de bankwaarborg Procedure in geval van dringende noodzakelijkheid Verzoeningsprocedure Beheer van beschadigingen tijdens de garantieperiode van 3 jaar Boeteprocedure In gebreke blijven en gevolgen van in gebreke blijven tijdens de uitvoering van de bouwplaats Beroep Bijlage Symbolen van het referentiekader 'Business process management notation' (BPMN)

3 Coördinatie van de bouwplaatsen op de openbare weg in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ( d i 3 j li 2008) De ordonnantie van 3 juli 2008 met als doel de bouwplaatsen op de openbare weg te organiseren, is van toepassing op elke bouwplaats uitgevoerd op de openbare weg, zonder onderscheid wat betreft de aard van de bouwplaats, de verzoeker of de weg. Ze werd reeds gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 6 augustus 2008, maar alvorens ze in werking kan treden, moeten er eerst nog een aantal uitvoeringsbesluiten voor worden uitgevaardigd. De Actoren De Coördinatiecommissie van de Bouwplaatsen Artikel 14 van de ordonnantie van 3 juli 2008 beschrijft de opdrachten van de Coördinatiecommissie van de Bouwplaatsen. Zij is in het bijzonder belast met het verstrekken van advies bij de uitvoeringsvergunningsaanvragen (of aanvragen en voorstellen tot rectificatieberichten) met betrekking tot de belangrijkste gewestelijke en gemeentelijke wegen op het vlak van intraregionaal verkeer (de lijst met die wegen wordt vastgelegd door de regering). De Commissie heeft daarnaast als taken: - het opmaken van de lijst van uitvoerende diensten en personen die zich moeten bekendmaken in overeenstemming met artikel 11; - het toezien op de actualisering van de gegevensbank bedoeld in artikel 8 en op de codering van de gegevens; - de verzoening organiseren bedoeld in artikelen 75 en volgende, door tussenkomst van het Verzoeningscomité; - opmerkingen formuleren en suggesties of algemene voorstellen doen met betrekking tot iedere vraag over de bouwplaatsen, op eigen initiatief of op verzoek; - het opstellen van een jaarverslag van haar activiteiten. De Commissie is samengesteld uit: - Vertegenwoordigers van de gewestelijke gemeenten - Vertegenwoordigers van het Gewest - Vertegenwoordigers van de gewestelijke politiezones - Vertegenwoordigers van de Raad van Netwerkbeheerders van Brussel - Een vertegenwoordiger van de Maatschappij voor Intercommunaal Vervoer van Brussel De leden van deze commissie worden benoemd door de regering. De beheerders De beheerder, in de zin van de ordonnantie, is de gewestelijke of gemeentelijke autoriteit bevoegd voor de politie op de wegen, anders gezegd de bevoegdheid om de uitvoeringsvergunningen af te leveren, toe te zien op hun goede uitvoering alsook de goede uitvoering van de bouwplaatsregelgeving te bewaken. Het gaat om de 19 Brusselse gemeenten en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Om de autonomie van elke beheerder te vrijwaren, werd het idee om één enkele beheerder aan te stellen wanneer een bouwplaats zich uitstrekt over meerdere openbare wegen, terzijde geschoven. Er is de voorkeur gegeven aan een wederzijdse informatieplicht tussen alle betrokken partijen bij een bepaalde bouwplaats. Diezelfde informatieplicht geldt voor de Commissie en voor de verzoeker ten aanzien van alle betrokken beheerders. De verzoekers De verzoeker is de persoon die de bouwplaats uitvoert of voor wiens rekening de bouwplaats wordt uitgevoerd. We onderscheiden zogeheten institutionele verzoekers en andere verzoekers, hoewel dat onderscheid niet in die bewoordingen voorkomt in de ordonnantie. 3

4 Institutionele verzoekers zijn die waar de plannings- en coördinatieverplichtingen bij bouwplaatsen betrekking op hebben, daarom moeten ze zich bekend maken bij de Commissie op grond van artikel 11 van de ordonnantie. Het betreft enerzijds de uitvoeringsdiensten, anders gezegd de federale, gemeenschaps-, gewestelijke of gemeentelijke instantie die niet belast is met het beheer van de openbare weg, en anderzijds de personen die een gebruiksrecht van de openbare weg genieten op grond van een wets- of verordeningsbepaling: - Alcatel-Lucent Bell / BASE - Belgacom - Brutele - BT - CIBG - Coditel - Colt Technology - Eandis - Elia - Eurofiber - Fluxys - GC Pan European Crossing Belgium - Hydrobru - Interoute Belgium NV - JCDecaux Billboard - Level 3 Communication - M.E.T - Mobistar - Mobistar Entreprise Services S.A. - Sibelga - Brusselse maatschappij voor waterbeheer - Syntigo B-Telecom - SPF-FOD - Telenet - Verizon Belgium Luxembourg - Viatel Belgium - Vivaqua - Wolu TV De overige, zogeheten 'niet-institutionele verzoekers' moeten zich daarentegen niet bekend maken bij de Commissie, omdat ze niet gebonden zijn aan de plannings- en coördinatieverplichtingen (behoudens toepassing van paragraaf 2 van artikel 11 van de ordonnantie, die toelaat de bekendmakingsverplichting uit te breiden naar andere categorieën van personen, op basis van een vastgelegde procedure). Het Verzoeningscomité Het Verzoeningscomité opereert in de schoot van de Commissie. Het is samengesteld uit de Commissievoorzitter, bijgestaan door drie bijzitters (waarvan er een het Gewest vertegenwoordigt, een de gemeenten uit het Gewest en een de Raad van netwerkbeheerders van Brussel). Een partij kan zich wenden tot het Verzoeningscomité in geval van in gebreke blijven of bij een geschil over een beslissing die betrekking heeft op een uitvoeringsvergunningsaanvraag of een rectificatiebericht. 4

5 Definities De gegevensbank Art. 8 van de ordonnantie: 'De regering richt een gegevensbank op met een verzameling van alle soorten gecodeerde, ontvangen, uitgewisselde of bewaarde gegevens in het kader van de procedures of formaliteiten bedoeld in deze ordonnantie. (...) In dit verband is er, behoudens in geval van overmacht, slechts in één geldige manier van verzending en ontvangst van documenten voorzien in het raam van de procedures of formaliteiten bedoeld in deze ordonnantie, namelijk elektronisch'. Die gegevensbank is een gecentraliseerd informatiesysteem dat toegankelijk is via internet en over tools beschikt om de gegevens weer te geven. Het systeem bundelt in één instrument alle gegevens over de projecten en bouwplaatsen in het Brussels Gewest. De toegang en behandeling zijn beveiligd door veiligheidsprotocols die variëren naargelang de personen en instanties die het systeem gebruiken. Het systeem is het knooppunt waar het merendeel van de bestuursdaden voorzien in dit project worden uitgevoerd. In dezelfde zin dient het systeem als een platform dat de informatie kan verpakken en doorgeven aan derden (politie, grote publiek, transportbedrijven enz...). Het systeem bevat ook een module om de informatie over manifestaties en het gebruik van die gegevens in het kader van het beheer van de bouwplaatsen te coderen. Zodra de eerste gegevens worden ingevoerd, worden de verzoekers ingelicht over de diverse beperkingen waar hun aanvragen aan gebonden zijn. Bij de weergave van de gegevens op het scherm wordt er een onderscheid gemaakt tussen de wegen in functie van hun aard (gemeentelijke weg al dan niet gebonden aan alle voorschriften van de ordonnantie, gewestweg, weg die al dan niet gebonden is aan de adviesopdracht van de commissie, betrokken politiezone enz.). Er zijn ook een aantal 'automatische' analyses voorzien van de ingevoerde gegevens en dossiers (bv.: einddatum van de uitvoering vroeger dan de aanvangsdatum). De cartografische analyses zijn hoofdzakelijk gebaseerd op sectorindelingen. Die laatste term verwijst naar een instrument dat een invoerder van gegevens de mogelijkheid biedt min of meer nauwkeurig een cartografische sector af te bakenen, op eigen verantwoordelijkheid. Het systeem is bedacht om de gebruikers bij te staan in de verschillende procedures. Net daarom gebeuren er een aantal controles om te verzekeren dat de vereiste stappen goed worden nageleefd. De processen die geen menselijke tussenkomst vereisen, worden geautomatiseerd (bv.: controle van de status van de antwoorden op een coördinatieaanvraag voor een afsluiting, of het verzenden van herinneringen op de momenten die bij wet zijn bepaald). Het systeem werkt met actoren, anders gezegd personen die op een gegeven moment een bepaalde rol vervullen. Bij afwezigheid worden de dossiers, aanvragen enz. automatisch naar een vervanger doorgestuurd. Die elementen worden bepaald door een 'lokaal beheerder', anders gezegd de persoon die binnen elke entiteit instaat voor de uitrol van het systeem, op verantwoordelijkheid van de entiteit die hij vertegenwoordigt. Het systeem is zodanig ontworpen dat de gemachtigde actoren op elk moment de evolutie van hun dossier kunnen volgen. Daarnaast omvat het systeem een uitgebreide functie om informatie te verspreiden aan derden. Afhankelijk van zijn machtigingsniveau heeft een individu toegang tot bepaalde informatie of kan hij ze ontvangen. Zo kan eender wie zich online inschrijven en ofwel grafisch, ofwel alfabetisch een zone kiezen. De persoon ontvangt dan via een bericht wanneer een bouwplaats of een fase van de werken dit traject verstoort. Gemengde en niet-gemengde bouwplaatsen Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen werken aan installaties van netwerkbeheerders (kabels, kokers, leidingen...) of van uitvoeringsdiensten (kabels, bovenleidingen...) en werken die geen betrekking hebben op 5

6 installaties (enkel de uitvoeringsdiensten zijn betrokken wanneer ze de weg gebruiken om bijvoorbeeld de ondergrond te vernieuwen, een reparatie uit te voeren enz.). Dat onderscheid is belangrijk, aangezien werken aan installaties uitgevoerd worden in de ondergrond of boven de ondergrond van de openbare weg, terwijl werken die geen betrekking hebben op de installaties hoofdzakelijk gebeuren op de ondergrond van de weg. Een niet-gemengde bouwplaats heeft uitsluitend betrekking op een van de twee elementen, terwijl een gemengde bouwplaats betrekking heeft op beide. Dringende noodzakelijkheid De term 'dringende noodzakelijkheid' komt in de ordonnantie voor in de volgende artikelen: 12, 13, 15, 16, 31, 34, 41 2, 51 1, 55 1, 56 1, Merk op dat die term in werkelijkheid twee verschillende betekenissen heeft, die de categorieën beslaan bepaald door de Raad van State: de gewonde dringendheid en de hoogdringende dringendheid. Om de begrijpelijkheid te verzekeren en een reeks procedures te automatiseren, wordt in het vervolg van dit document hoogdringende dringendheid aangegeven met P1 (voor prioriteit van eerste niveau) en gewone dringendheid met P2. Geringe omvang In dezelfde zin dekt het begrip 'geringe omvang' niet in de hele ordonnantie dezelfde lading. Er bestaan daarentegen drie verschillende betekenissen van geringe omvang, naargelang ze toelaten af te wijken van de plannings-, coördinatie- of vergunningsplicht. 6

7 De hierna weergegeven trajecten beschrijven de langst mogelijke procedure. Zo moet een verzoeker die een bouwplaats wil uitvoeren - ten hoogste - zich bekend maken (art. 11), die bouwplaats plannen (art. 13), zijn werk afstemmen op dat van de andere verzoekers die op dezelfde plaats werken wensen uit te voeren (art. 15), aan de wegbeheerder de toelating vragen om de bouwplaats uit te voeren (art. 31), eventueel na advies van de Commissie (art. 33), en een reeks vereisten naleven tijdens de uitvoering (art. 53 e.v.). Er bestaan evenwel een aantal gevallen waarbij het soort verzoeker of de aard van de werken de toepassing van de volledige procedure niet rechtvaardigt. De ordonnantie van 3 juli 2008 bepaalt een aantal uitzonderingsstelsels, anders gezegd situaties die gezien de aard van de werken (noodzakelijkheid of geringe omvang) of van het soort verzoeker (niet-institutioneel) niet onderworpen zijn aan een van voornoemde procedures. Nietinstitutionele Hoogdring endheid + geringe omvang Verklarin g van Uitvoering + eventueel bouwplaats akkoord Andere Vergunning Invoer Institutione el verzoeker Hoogdri ngende Verklarin g van Uitvoering + eventueel bouwplaats akkoord Andere Lijst van bouwplaatsen van GO vrijgesteld van planning, vergunning en Vergunning Verklarin g van Uitvoering + eventueel bouwplaats akkoord Lijst van bouwplaatse n met GO vrijgesteld van planning Coördinatie Lijst van bouwplaatse n van GO vrijgesteld Planning Geen vrijstelling voor GO Planning Coördinatie De modaliteiten om de aanvragen naar de gepaste procedure te leiden, zullen grondig bestudeerd worden tijdens fase 2 van het project. In dit stadium voorzien we enkel om, bij de start van elke grote procedure, de kenmerken van de bouwplaats en van de verzoeker te toetsen aan de gevallen die een uitzondering rechtvaardigen. Het betreft de toetsen vermeld in procedures 0.1, 1.1 en

8 1.1 1 Voor indiening van elke aanvraag Verzoeker reeds bekend Identificatiegegevens te verduidelijken Uitvoerende diensten van de besturen Art P1 P2 Een persoon wenst een bouwplaats uit te voeren Personen die een gebruiksrecht van de weg genieten Art Zich bekendmaken bij de Commissie Zich identificer en in het systeem Nietinstitutionele verzoeker Geringe omvang Vrijstelling van planning Coördinatiepr ocedure 1.1 Andere procedure Zich registreren Andere gevallen Bouwplaats plannen Identificatiege gevens te verduidelijken Inlichtingen betreffende de bouwplaats te verduidelijken Hoe dan ook, iemand die werken wil uitvoeren zal getoetst worden aan het systeem (de gegevensbank waarvan sprake in artikel 8) waar hij geregistreerd staat (de verzoeker heeft reeds een gebruikersnaam en wachtwoord) of niet. Staat de persoon niet in het systeem, dan moet hij een aantal gegevens invoeren (te bepalen in fase 2: identificatie...) om de procedure te kunnen voortzetten. Vervolgens gaat het erom te bepalen of de persoon in kwestie onder de criteria uit artikel 11 valt (uitvoeringsdiensten van de gewestelijke en gemeentelijke besturen en hun vertegenwoordigers of personen die een gebruiksrecht van de openbare weg genieten met toepassing van een wets- of verordeningsbepaling alsook hun vertegenwoordigers of afgevaardigden). Wat nog moet gebeuren is de modaliteiten bepalen om de persoon die al dan niet onder artikel 11 valt te kenschetsen, door een ambtenaar of door het systeem, op basis van de attributen ingevoerd op het moment van de identificatie. Is dat het geval, dan moet de persoon zich bekend maken bij de Commissie op grond van Titel 1 van Boek II van de ordonnantie, en aanvullende identificatiegegevens doorgeven, meer bepaald alle gegevens (adres, tel., fax...) nodig om 24 uur per dag bereikbaar te zijn. Vanaf dan kan de persoon zich identificeren en de procedure voortzetten in het systeem. Vervolgens komt het erop aan te bepalen of de aanvraag valt onder een van de uitzonderingen op de verplichting om de bouwplaats te plannen. De modaliteiten van die test moeten nog nader bepaald worden. Daarbij moeten dringende aanvragen (P1 en P2), aanvragen van geringe omvang en aanvragen van niet-institutionele verzoekers vrijgesteld worden van planning. De overige aanvragen worden naar de planningprocedure geleid. Vervolgens worden alle aanvragen naar de coördinatieprocedure geleid. 8

9 d d d d 1. Planning en coördinatie van de bouwplaatsen 1.1 Planning en coördinatie van de bouwplaatsen (algemeen traject) coördinerend Leidend+coördinerend verzoeker stellen elk voor hun cat. een coördinatiesynthese op 11. Synthese overmaken aan leidend 20 Zoniet in gebreke opm coördinatiesynthese 20d leiden Bouwplaats gemengd 12. Coördinati ebalans opstellen+kopie overmaken zoniet In gebreke 14 Mogelijk indien werf niet gepland tenminste 60 d voor coördinatieattest Binnen 10 d na ontvangst Nietgemengd verzoekers SYSTEEM geappell Aspirant project op basis van 0. Test uitzonderin gen 2. Betwisting 3. Antwoord op van coördinatieattest coördinatieat 4. Lancering herinneringsp rocedure Vergunning Coördinatieatt est naar geappelleerde Betwisting Antwoorden naar: verzoekers - WB naar - Appellerende verzoekers appelleerder - Geappelleerde verzoekers Gecoördinee Ontva van alle antwoord Antwoorden naar LV voor zijn categorie Naam LV 8. Aanstelling coördinator en overmaking van antwoorden Antwoorden op coördinatieatt est naar LV 9. Overmaken van vereenvou 20d aanstelling leidend en coörd. verz. Indien termijn niet nageleefd, gecoörd. verz. geacht af te zien van coördinatieprocedure Art. 20 Vereenvoudigd Kopie synthese (beschrijving werken, voor hun categorie naar plan) naar: de geappelleerde - Coördinerende verzoeker Synthese naar Kopie coördinatiebalans naar gecoördineerde 10 Gemengde BP 7.Overmaken van antwoorden aan LV voor zijn categorie Art. 22 appellere 1.Verzenden van coördinatieattest naar de andere verzoekers op de lijst 5.Aanstellen van LV weigert aanstelling In gebreke 1.4 Nietgemengd 6. Overmaken van antwoorden op het 1. Alvorens de coördinatieprocedure aan te vatten, wordt de aanvraag getoetst om na te gaan of ze wel onderworpen is aan de coördinatieplicht. Dringende aanvragen (P1 en P2), bepaalde werken van geringe omvang en aanvragen van niet-institutionele verzoekers zijn vrijgesteld van coördinatie en worden naar de procedure voor vergunningsaanvraag geleid. De overige aanvragen vervolgen hun traject binnen deze procedure. 2. Wanneer hij een bouwplaats wenst uit te voeren bedoeld in artikel 15, stuurt de appellerende verzoeker een coördinatieattest naar de andere uitvoerende diensten en verzoekers. 3. Wanneer de bouwplaats werd gepland en de appellerende verzoeker het coördinatieattest verstuurt binnen een termijn van minder dan 60 dagen vanaf de overmaking van de planning, kan iedere geappelleerde verzoeker zich verzetten tegen het coördinatieattest. Het verzet wordt binnen een termijn van tien dagen overgemaakt aan de appellerende verzoeker, aan de andere geappelleerde verzoekers en aan de beheerder. 4. De geappelleerde verzoekers die onder, op, boven of in de buurt van het in het coördinatieattest bedoelde gedeelte van de openbare weg een bouwplaats wensen uit te voeren, brengen de appellerende verzoeker daarvan op de hoogte binnen tien dagen volgend op de ontvangst ervan. 5. Als een geappelleerde verzoeker binnen een termijn van 10 dagen niet antwoordt, dan leidt de appellerende verzoeker de herinneringsprocedure in zoals in detail beschreven in procedure De gecoördineerde verzoekers stellen, op initiatief van de appellerende verzoeker, de leidende verzoeker aan. Wordt geen consensus bereikt, dan geschiedt de aanstelling bij volstrekte meerderheid van stemmen. Bij gelijkheid van stemmen is de stem van de appellerende verzoeker doorslaggevend. De leidende verzoeker wordt aangesteld binnen tien dagen volgend op de ontvangst van het laatste antwoord van een geappelleerde verzoeker op het coördinatieattest of na het verstrijken van de termijn van vijf dagen bedoeld in artikel 18. 9

10 Vindt binnen deze termijn geen aanstelling plaats, dan is de appellerende verzoeker van rechtswege leidende verzoeker. Indien hij zich daartegen verzet, dan brengt hij, uiterlijk op de dag na het verstrijken van deze zelfde termijn, de gecoördineerde verzoekers daarvan op de hoogte. Er wordt van uitgegaan dat de gecoördineerde verzoeker die niet deelneemt aan de aanstelling van de leidende verzoeker, afziet van de coördinatieprocedure. (Art. 19 1) 7. Bij een niet-gemengde bouwplaats maakt de appellerende verzoeker aan de leidende verzoeker, meteen na zijn aanstelling, de antwoorden op het coördinatieattest over. (Art. 19 2) 8. Bij een gemengde bouwplaats maakt de appellerende verzoeker de antwoorden op het coördinatieattest van de gecoördineerde verzoekers uit zijn categorie over aan de leidende verzoeker, meteen na zijn aanstelling. (Art. 22) 9. Bij een gemengde bouwplaats stellen de gecoördineerde verzoekers die niet tot de categorie van de leidende verzoeker behoren een coördinerende verzoeker aan. (zie procedure 1.4) 10. De gecoördineerde verzoekers maken aan de leidende verzoeker of aan de coördinerende verzoeker (bij een gemengde bouwplaats) een vereenvoudigd dossier voor aanvraag van een uitvoeringsvergunning over waarin, met behulp van een plan, meer bepaald een beschrijving is opgenomen van de werken en van hun terrein. Het dossier wordt overgemaakt binnen twintig dagen volgend op de aanstelling van de leidende verzoeker of coördinerende verzoeker (bij een gemengde bouwplaats). Er wordt van uitgegaan dat de gecoördineerde verzoeker die geen volledig dossier binnen deze termijn overmaakt, afziet van de coördinatieprocedure. (Art. 20) 11. In geval van een gemengde bouwplaats, stelt zowel de leidende verzoeker als de coördinerende verzoeker voor de categorie die hem aanbelangt een coördinatiesynthese op, die gebaseerd is op de vereenvoudigde dossiers van de gecoördineerde verzoekers die tot hun categorie behoren, en dit binnen een termijn van twintig dagen volgend op de ontvangst van het laatste vereenvoudigde dossier of na het verstrijken van de termijn van twintig dagen zoals bedoeld in artikel 24. De coördinatiesynthese vat de antwoorden op het coördinatieattest, alsook op eventuele herinneringen, samen en bevat een coördinatieplan dat de werken van de gecoördineerde verzoekers lokaliseert. 12. Binnen deze termijn maken zij de gecoördineerde verzoekers, die tot hun categorie behoren, een afschrift van hun coördinatiesynthese over. De coördinerende verzoeker maakt binnen deze zelfde termijn zijn coördinatiesynthese over aan de leidende verzoeker. (Art. 25) 13. Binnen twintig dagen volgend op de ontvangst van het laatste vereenvoudigde dossier, na het verstrijken van de termijn van twintig dagen bedoeld in artikel 20 (termijn om het vereenvoudigd dossier over te maken) of binnen de 20 dagen na ontvangst van de coördinatiesynthese in geval van een gemengde bouwplaats stelt de leidende verzoeker de coördinatiebalans op. Hij bezorgt binnen deze zelfde termijn een afschrift ervan aan de gecoördineerde verzoekers. De coördinatiebalans vat de antwoorden op het coördinatieattest, alsook op eventuele herinneringen, samen en bevat een coördinatieplan dat de werken van de gecoördineerde verzoekers lokaliseert. (Art. 21) 10

11 1.2 Herinneringsprocedure 2.Antwoord Binnen 5d na nok De geappelleerde verzoeker wordt geacht niet ok SYSTEEM Geappelleerde Sommige geappelleerden 1. Verzending van Dag na verstrijken van de termijn van 10d. Herinnering aan geappelle Zoniet procedure beschouw d als nee Vervolg proces Bezwaar Zie Als een geappelleerde verzoeker binnen de in artikel 17, 1 beoogde termijn van tien dagen niet antwoordt, verstuurt de appellerende verzoeker hem een herinnering uiterlijk de dag volgend op het verstrijken van deze termijn. Gebeurt dit niet, dan wordt de coördinatieprocedure beschouwd als niet aangevat. 2. De geappelleerde verzoeker antwoordt binnen vijf dagen na de verzending van de herinnering. Bij afwezigheid van antwoord binnen deze termijn, wordt de geappelleerde verzoeker geacht niet aan de coördinatie te willen deelnemen. De geappelleerde verzoeker kan negatief antwoorden, zijn interesse tonen (vervolg van proces 1.1 Coördinatie van de bouwplaatsen) of bezwaar aantekenen tegen het coördinatieattest indien de bouwplaats gepland werd en de appellerende verzoeker het coördinatietest opstuurt binnen een terrein van minder dan zestig dagen na overmaking van de planning (zie Proces 1.1 activiteit 5). 11

12 1.3 Aanstelling van de coördinerende verzoeker en overmaking van de antwoorden verzoekers appeller leide SYSTEEM coördineren gecoördine Die coördinator is niet van dezelfde categorie als de leidende verzoeker en wordt uitsluitend gekozen door de gecoördineerde verzoekers van zijn categorie. Leidende verzoeker aangest Consensus of absolute meerderheid Niet-gemengde bouwplaats Gemengde 10d na aanstelling leidend verz. 1.Aanstelling coördinerend Indien geen deelname, beschouwd als afziend nok ok 2.Aanstelling coördinator+a nderen informeren Zoniet Naam van de coördinator naar gecoördineerde Max. dag erna 1.5 In gebreke 4. Bezwaar tegen aanstelling + anderen inlichten 3.Overmaking antwoorden aan coördinator Max. dag erna 1.5 In gebreke Antwoorden op het attest Weigering naar: coördinatie voor zijn cat. - Alle naar de coördinator verzoekers Antwoord voor zijn cat. naar: Art In het geval van een gemengde bouwplaats (gecoördineerde bouwplaats die betrekking heeft op zowel installaties als op andere objecten dan installaties, waarbij de verzoekers afhankelijk van de aard van hun werken gegroepeerd worden in twee categorieën) zullen de gecoördineerde verzoekers die niet tot de categorie van de leidende verzoeker behoren, een coördinerend verzoeker aanstellen. 1. De gecoördineerde verzoekers die niet vallen in de categorie van de leidende verzoeker stellen, indien geen consensus wordt bereikt, bij volstrekte meerderheid van stemmen, de coördinerende verzoeker aan binnen de categorie waartoe ze behoren. De coördinerende verzoeker wordt aangesteld binnen tien dagen volgend op de aanstelling van de leidende verzoeker. Er wordt van uitgegaan dat de gecoördineerde verzoeker die niet deelneemt aan de aanstelling van de coördinerende verzoeker, afziet van de coördinatieprocedure. (Art. 23 1) 2. Als bij het verstrijken van deze termijn geen aanstelling heeft plaatsgevonden, dan stelt de leidende verzoeker, ten laatste op de dag na het verstrijken van deze zelfde termijn, de coördinerende verzoeker aan. Hij brengt de gecoördineerde verzoekers er tegelijkertijd van op de hoogte. (Art. 23 1) Wordt geacht in gebreke te blijven, de leidende verzoeker die geen coördinerende verzoeker aanstelt (Art ). 3. De appellerende verzoeker maakt meteen na zijn aanstelling de antwoorden op het coördinatieattest van de gecoördineerde verzoekers uit zijn categorie aan de leidende verzoeker over. (Art. 23 2) 4. Indien de coördinerende verzoeker zich verzet tegen zijn aanstelling, dan brengt hij uiterlijk op de dag volgend op zijn aanstelling de gecoördineerde verzoekers daarvan op de hoogte. Wordt geacht in gebreke te blijven, de gecoördineerde verzoeker die zijn aanstelling als coördinerende verzoeker wijzigt, met toepassing van artikel 23, 1, tweede of derde lid. (Art ) 12

13 1.4 In gebreke blijven en gevolgen van in gebreke blijven tijdens de coördinatie van de bouwplaats (Art. 27 & 28) 1.1 De gecoördineerde verzoeker weigert zijn aanstelling als leidend verzoeker Art BUITEN 1.3 De gecoördineerde verzoeker weigert zijn aanstelling als coördinerend verzoeker Art Max 10d na ontvangst Einde maken aan ok toestand in b k Verzoeker Gecoördine In 1.1 De coördinerende verzoeker maakt de coördinatiesynthese niet over aan de leidende verzoeker Art De leidende verzoeker die geen coördinerende verzoeker aanstelt Art Of de leidende verzoeker maakt de coördinatiebalans of -synthese niet Ingebrekestelling Ingebrekestelling overmaken met de vraag een einde te maken aan het in gebreke blijven Art 28 1 Binnen 30d na in gebreke Zoniet, procedure beschouwd als nok Procedure opgeschort tot aanhangigmaking bij verzoeningscomité Art Er bestaan 5 gevallen van in gebreke blijven verbonden aan de bouwplaatscoördinatie - Wanneer de gecoördineerde verzoeker zijn aanstelling als leidend verzoeker weigert (Art. 19 1) - Wanneer de gecoördineerde verzoeker zijn aanstelling als coördinerend verzoeker weigert (Art. 23 1) - Wanneer de coördinerende verzoeker de coördinatiesynthese niet overmaakt aan de leidende verzoeker (Art. 25) - De leidende verzoeker die geen coördinerende verzoeker aanstelt (Art. 23 1) - Wanneer de leidende verzoeker de coördinatiebalans of -synthese niet overmaakt aan de gecoördineerde verzoekers (Art. 21, 25 & 26) 1. Binnen dertig dagen volgend op het in gebreke blijven, maken de gecoördineerde verzoekers de in gebreke blijvende verzoeker een ingebrekestelling over om hem ertoe aan te sporen er een einde aan te stellen. Zij maken een kopie van hun ingebrekestelling over aan de gecoördineerde verzoekers. Bij gebrek aan een ingebrekestelling binnen deze termijn, wordt de coördinatieprocedure beschouwd als niet aangevat (Art. 28 1) 2. De in gebreke blijvende verzoeker stelt een einde aan zijn in gebreke blijven binnen tien dagen volgend op de ontvangstdatum van de eerste ingebrekestelling. Doet hij dit niet, dan wordt de coördinatieprocedure opgeschort, in afwachting van de aanhangigmaking bij het Verzoeningscomité, in overeenstemming met artikel 77, 1, 2. Wanneer de zaak niet aanhangig wordt gemaakt bij het Verzoeningscomité of bij mislukking van de verzoening, wordt de coördinatieprocedure beschouwd als niet aangevat. (Art 28 2) De stakeholders die gehoord werden tijdens de consultaties in de eerste fase, gaven aan voorstander te zijn van een eenvoudige 'flag' in geval van in gebreke blijven, om het systeem niet onnodig te belasten met ontwikkelingen van beperkte meerwaarde. Zo zal het beheer van de tekortkoming gedaan worden door een 'super user' die gewaarschuwd wordt aan de hand van een flag. 13

14 k 2. De uitvoeringsvergunningsaanvraag 2.1 De uitvoeringsvergunningsaanvraag (algemeen traject) SYSTEEM De beheerders De commissie Weigering stilzwijgend Binnen 2. Beslissing naar: - LV - commissie - gecoördineerd Aanvraag van uitzonderin g naar WB < Indiening uitzonderings aanvraag 3.1 Uitvoering Flag test 3. Test uitzonderin gen 4. Test vastgele NEE Of P2 - Flag P2 - Ref. B1 - Coördinatiedocs indien nodig (art ) - Betalingsbewijs dossierrecht (art ) 7. Controle van Indien geen RB of dossier onvolledig, termijnen berekend vanaf d. 21 na ontvangst aanvraag of ontbr. doc / inlichtingen Art Dossier onvolledi Indien noodzakelijkheid ingeroepen voor vrijstelling 9. Vervolledig en dossier Dossier volledig 8. Aanvraag onontvank elijk verklaard 10. Afgifte van ontvangst bewijs Art Aanvraag tot rectificatiebericht van verzoeker (1) of Aanvr. rectificatiebericht voorzitter CCB (2) of Voorstel tot rectificatiebericht van WB (3) (1) (2) of (3) Kopie overmaken aan verzoeker (+gegevens) Geen Weg niet onderworpen aan BP geheel of gedeeltelijk op Bouwpla gewestweg art. 33 duidelijk belang voor verkeer 11. Dossier ter advies overmaken aan Beslissing naar: - Leidende verzoeker - Gecoördineerde verzoekers Aanvraag Eventuele dringende noodzakelijkheid Advies naar Lijst onderworpen - Commissie (indien dossier met 6. Indiening onontvankelijk gegrond of niet wegen Dossier + voorstel beslissing naar: of de WB advies commissie) indiening en de Commissie - Andere WB (art. 32) Andere verz. - eventueel andere WB inlichten (indien BP op meerdere wegen) Art. 32 Attest van Uitvoerings- automatische indiening vergunnings- En datum naar aanvraag gecoörd. verz. naar: Trajec Max. 20d na ontvangstbewijs Gehalveerd indien Zitting 13. De ontvangen 12. Indien nodig, audit of bijkomende informatie vragen Trajec 14. Advies verstrekken 15. Indien nodig, audit of bijkomende informatie vragen Meedelen beslissing - Traject 1 : 20d - Traject 2 : 20d + wachttermijn + 5d (39 1) - Gehalveerd indien dringende noodzakelijkheid gegrond (41 2) Zoniet, advies als gunstig beschouwd (39 2) - 15d indien rectificatiebericht Zie uitvoering bouwpla - 30d indien advies comm. niet nodig voor dossier - 20d indien advies comm. nodig voor dossier - + 5d + wachttijd indien bijk. info, hoorzitting of gevraagde adviezen (art. 40) - indien gegronde dringendheid (art 12/13/15/16), termijn gehalveerd. Indien result. geheel getal, afgerond naar boven (art. 41 2) - Geen kennisgeving is gelijk aan weigering (41 3) - 15d indien RB na ontvangst aanvraag, overmaking voorstel of advies CCB Tot max. 90d Leidende Coördin balans > 120 d opgesteld Nietinstitutionele 5. Indiening vergunning saanvr. Coördinatie verstreke De procedure voor aanvraag van een uitvoeringsvergunning kan worden aangevat wanneer: - De coördinatiebalans wordt opgesteld (zie procedure 1.1) - Een bouwplaats is vrijgesteld van coördinatie op grond van zijn geringe omvang of gemotiveerde (nietdringende) noodzakelijkheid - Er werd een aanvraag (door de verzoeker die houder is van de uitvoeringsvergunning of de Voorzitter van de Commissie) of een voorstel (door de WB) tot rectificatiebericht ingediend. De coördinatie vervalt indien een aanvraag voor uitvoeringsvergunning niet wordt ingediend binnen honderdtwintig dagen volgend op de overmakingsdatum van de coördinatiebalans. (Art. 29) Op initiatief van de leidende coördinator kan de beheerder de in artikel 29 bedoelde termijn van honderdtwintig dagen verlengen voor de duur die hij bepaalt en zonder dat deze langer mag zijn dan honderdtwintig dagen. 1. De leidende verzoeker dient, op straffe van verval, de verlengingsaanvraag in ten minste dertig dagen vóór het verstrijken van de termijn van honderdtwintig dagen. (Art. 30 1) 2. De beheerder neemt een beslissing over de verlengingsaanvraag en deelt zijn beslissing mee aan de leidende verzoeker, binnen dertig dagen volgend op de aanvraag. De verlenging wordt beschouwd als verworpen indien de beheerder geen beslissing meedeelt binnen deze termijn. De beheerder maakt de Commissie en de gecoördineerde verzoekers, binnen dezelfde termijn, een afschrift over van zijn beslissing. (Art. 30 2) 3. Alvorens de coördinatieprocedure aan te vatten, wordt de aanvraag getoetst om na te gaan of ze wel onderworpen is aan de coördinatieplicht. 14

15 Dringende aanvragen (P1 en P2) en bepaalde werken van geringe omvang zijn vrijgesteld van vergunning en worden geleid naar de uitvoeringsprocedure. De overige aanvragen vervolgen hun traject binnen deze procedure. 4. Het systeem controleert, op basis van het getekende terrein van de bouwplaats, of het overlapt met een vastgelegde zone. Is dat het geval, dan wordt de verzoeker daar onmiddellijk over ingelicht. 5. De aanvrager dient zijn uitvoeringsvergunningsaanvraag in door zijn dossier, in overeenstemming met de door de regering bepaalde vorm, over te maken aan de beheerder. De aanvrager kan zijn uitvoeringsvergunningsaanvraag ook indienen door zijn dossier in handen van de beheerder af te geven, in welk geval deze hem zonder verwijl een attest van indiening aflevert. In het kader van een gecoördineerde bouwplaats wordt de aanvraag ingediend door de leidende verzoeker, die de gecoördineerde verzoekers de datum meedeelt waarop de aanvraag werd ingediend. (Art. 35) De regering bepaalt de vereiste voorwaarden opdat het dossier van uitvoeringsvergunningsaanvraag als volledig kan worden beschouwd. Maken in elk geval deel uit van het aanvraagdossier: - Wanneer de aanvraag betrekking heeft op een geplande bouwplaats, de planning waarin ze is opgenomen; - Wanneer de aanvraag betrekking heeft op een gecoördineerde bouwplaats, alle documenten die ermee verband houden. (Art. 34 1) - De verzoeker voegt bij zijn aanvraag of bij zijn bericht van opstarting van de bouwplaats, het betalingsbewijs van dit dossierrecht, dat er een wezenlijk deel van uitmaakt. Het dossierrecht is niet terugvorderbaar indien de bouwplaats niet wordt uitgevoerd (Art. 87 3) 6. Wanneer de verzoeker zijn uitvoeringsvergunningsaanvraag heeft ingediend door zijn dossier in handen van de beheerder af te geven, levert die laatste hem zonder verwijl een attest van indiening af. Dat laatste kan niet beschouwd worden als oordeel van de beheerder wat betreft de volledigheid van het dossier. 7. De beheerder controleert het dossier en analyseert de volledigheid ervan. Hij kan aldus: 8. De aanvraag onontvankelijk verklaren indien de aanvrager in zijn uitvoeringsvergunningsaanvraag de dringende noodzakelijkheid inroept om vrijgesteld te worden van zijn verplichtingen vastgelegd in artikel 12, 13, 15 of 16 en indien de beheerder vaststelt dat dat verzoek ongegrond is (Art. 34 2). Indien daarentegen de dringendheid P2 als ontvankelijk wordt geacht, dan worden de volgende termijnen gehalveerd. Indien de halvering van een termijn resulteert in een kommagetal, dan wordt dat naar boven afgerond tot het volgende gehele getal (deze regel geldt voor alle termijnen die gedeeld worden). Ofwel, 9. De verzoeker vragen het dossier te vervolledigen (zie procedure 2.3) ofwel, 10. Een ontvangstbewijs afleveren aan de verzoeker wanneer het dossier van de uitvoeringsvergunningsaanvraag volledig is, en dat binnen de twintig dagen na ontvangst of indiening van het dossier (termijn gehalveerd indien P2 ontvankelijk). 11. Wanneer de aanvraag betrekking heeft op een bouwplaats bedoeld in artikel 33 (bouwplaats die zich geheel of gedeeltelijk op een gewestelijke of gemeentelijke weg bevindt met een duidelijk belang voor het verkeer op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest), legt de beheerder het dossier ter advies voor aan de Commissie, samen met een voorstel van beslissing, binnen de twintig dagen volgend op het ontvangstbewijs (Art. 41). Wordt de hoogdringende noodzakelijkheid ingeroepen, dan wordt die termijn gehalveerd. Indien het ontvangstbewijs niet wordt afgegeven of het onvolledige karakter niet wordt meegedeeld, dan wordt de termijn berekend vanaf de eenentwintigste dag na de ontvangst van de aanvraag of van de ontbrekende documenten en inlichtingen. Wanneer de bouwplaats op meerdere wegen is gelegen (Art. 32), dan geeft de beheerder het dossier en zijn voorstel tot beslissing door aan de andere betrokken beheerders. 15

16 12. De Commissie kan zo nodig bijkomende informatie vragen (zie procedure 2.4) 13. Het Secretariaat van de Commissie analyseert het dossier en de eventuele bijkomende informatie, voorafgaand aan de zitting. De Commissie analyseert het dossier nogmaals tijdens de zitting. 14. De Commissie maakt haar advies over aan de beheerder binnen de twintig dagen na ontvangst van het dossier en van het voorstel van de beheerder. In geval van een hoorzitting of wanneer er bijkomende informatie of een advies wordt gevraagd (activiteit 11), dan wordt die termijn van twintig dagen met vijf dagen verlengd, te rekenen vanaf de dag van de hoorzitting of van de ontvangst van de bijkomende informatie of het advies. (Termijnen gehalveerd indien P2 ontvankelijk) Blijft een advies uit binnen de geldende termijnen, dan wordt geacht dat dat advies gunstig is en wordt de termijn bedoeld in artikel 41, 1, 2 (termijn van de beheerder om een beslissing te nemen, te rekenen vanaf het advies van de Commissie) berekend vanaf de dag volgend op het verstrijken van de termijn om het advies over te maken. 15. De beheerder kan zo nodig bijkomende informatie vragen (zie procedure 2.5) 16. De beheerder deelt zijn beslissing mee aan: - de aanvrager, indien de aanvraag niet werd voorgelegd om advies van de Commissie, binnen dertig dagen volgend op het verstrekken van het ontvangstbewijs (termijn gehalveerd indien P2 ontvankelijk); - de aanvrager en de Commissie gelijktijdig, indien de aanvraag werd voorgelegd om advies van de Commissie, binnen twintig dagen na ontvangst van het advies (termijn gehalveerd indien P2 ontvankelijk); - aan de betrokken beheerders in geval van een bouwplaats volgens artikel 32. Wanneer, met toepassing van artikel 40, een hoorzitting heeft plaatsgevonden, of bijkomende informatie of een advies werd gevraagd, dan worden de in het eerste lid bedoelde termijnen verlengd met vijf dagen vanaf de hoorzitting of de ontvangst van de bijkomende informatie of het advies (termijn gehalveerd indien P2 ontvankelijk). Binnen diezelfde termijn maakt de beheerder een kopie van de beslissing over aan de gecoördineerde verzoekers. Indien het ontvangstbewijs niet wordt afgegeven of het onvolledige karakter niet wordt meegedeeld, dan worden de proceduretermijnen bedoeld in artikelen 37 en 41 berekend vanaf de eenentwintigste dag na de ontvangst, naar gelang van het geval, van de aanvraag of van de ontbrekende documenten en inlichtingen. De afwezigheid van de mededeling van de beslissing van de beheerder binnen de in 1, bedoelde termijn komt overeen met een weigering van de uitvoeringsvergunning. De beheerder motiveert zijn beslissing ten opzichte van het advies van de Commissie. (Art. 41) 16

17 2.2 Procedure in geval van onvolledig aanvraagdossier voor een vergunning Binnen 20d + 5d + verzoekers SYSTEEM De beheerders Dienst / Rol gecoördine leide Onderscheid tussen: - werken alleen, - gemengde werken, - niet-gemengde werken Onvolledig 1. Verzoek tot ontbrekende inlichtingen/docs Binnen 20d Verzoek om info + datum 2. Verzoek tot info aan betrokken Binnen Verzoek tot info Binnen 10d Info. 3. Overmaken van 4. Overmaken van info aan Ontbrekend e Datum overmaking van informatie 5. Afgifte van ontvangst bewijs Binnen RB Zoniet, beschouwd als afziend van 1. Indien het dossier van de uitvoeringsvergunningsaanvraag niet volledig is, dan maakt de beheerder de aanvrager, binnen twintig dagen na ontvangst of indiening van het dossier, een uitnodiging over, waarin hij hem vraagt om hem de ontbrekende inlichtingen of documenten mee te delen. De aanvrager bezorgt de beheerder de ontbrekende inlichtingen of documenten, binnen twintig dagen na ontvangst van de uitnodiging, in welk geval de beheerder de aanvrager het ontvangstbewijs overmaakt. (Art. 36 2) 2. In het geval van een gecoördineerde bouwplaats vraagt de leidende verzoeker de desbetreffende gecoördineerde verzoeker, binnen vijf dagen volgend op de ontvangst van de uitnodiging, om hem, geheel of gedeeltelijk, zijn eigen ontbrekende inlichtingen of documenten over te maken. (Art ) 3. De gecoördineerde verzoeker maakt de ontbrekende informatie over aan de leidende verzoeker. Verstuurt de gecoördineerde verzoeker zijn eigen inlichtingen of ontbrekende documenten niet binnen tien dagen volgend op de aanvraag, dan wordt hij geacht, voor het gedeelte dat hem betreft, af te zien van de uitvoeringsvergunningsaanvraag. (Art ) 4. De leidende verzoeker maakt alle ontbrekende documenten over aan de wegbeheerder. De leidende verzoeker deelt aan de gecoördineerde-verzoekers de datum mee waarop de ontbrekende inlichtingen of documenten werden meegedeeld. (Art ) 17

18 5. Indien het dossier van de uitvoeringsvergunningsaanvraag volledig is, dan levert de beheerder een ontvangstbewijs af aan de aanvrager, binnen twintig dagen volgend op de ontvangst of indiening van het dossier (Art. 36 1). 18

19 2.3 Verzoek tot bijkomende informatie / advies / hoorzitting voor advies van de Commissie verzoekers SYSTEEM De commissie Dienst / Rol gecoördine leide Dossier en voorstel tot beslissing ter advies voorgelegd aan de Art en Wens van de commissie, de aanvrager of de beheerder Art Indien grote werken Verzoek van de commissie Art en 1. Aanvrager en/of WB en/of expert horen Verzoek tot info Uitnodiging aan + datum betrokken gemeente Of personen te horen Uitnodiging van betroffen gemeentes op de 3. Verzoek tot bijkomende info aan aanvrager en/of WB en/of elke betrokken persoon 4. Gecoörd. verzoeker Binnen 5d vragen om bijkomende info Indien verzoek tot info gericht aan aanvrager of WB, termijn bepaald door 5. Antwoord aan Binnen 10d 7. Analyse van ontvangen 6. Overmaken van info+datum meedelen 8. Advies verstrekken Binnen 20d (+5) + termijn Zoniet gunstig geacht (39 2) Gevr. info naar Advies naar WB Datum indiening bijk. info Commissie Naar gecoörd. verz Datum van indiening Termijn bepaald door comm. >15d. Indien gecoörd. BP Zoniet, beschouwd als afziend van Wanneer de aanvraag betrekking heeft op een bouwplaats bedoeld in artikel 33, dan legt de beheerder het dossier ter advies voor aan de Commissie, samen met een voorstel van beslissing, en dat binnen de twintig dagen volgend op het ontvangstbewijs. Merk op dat indien de aanvrager in zijn aanvraag om uitvoeringsvergunning, de dringendheid inroept zoals bedoeld in artikelen 12, 13, 15 of 16 en wanneer de beheerder deze, in het ontvangstbewijs, gegrond verklaart, de termijnen voor onderzoek en afgifte van de uitvoeringsvergunning met de helft worden ingekort (Art. 41 2). 1. De Commissie kan, op eigen initiatief, de aanvrager, de beheerder alsook iedere expert horen (Art ). 2. De Commissie nodigt, in geval van grote werken, de betrokken gemeente(en) uit indien deze niet in de Commissie vertegenwoordigd is (zijn). (Art ) 3. De Commissie kan de aanvrager en de beheerder vragen om haar bijkomende informatie te verschaffen, binnen de termijn die zij vaststelt, zonder dat in geval van een gecoördineerde bouwplaats, deze termijn korter mag zijn dan vijftien dagen. Ze kan ook het advies vragen van iedere andere bij de bouwplaats betrokken persoon dan de aanvrager, de eventuele gecoördineerde verzoekers en de beheerder. (Art en 4 ) 4. In dat laatste geval, indien het een gecoördineerde bouwplaats betreft, zal de leidende verzoeker de communicatie met de Commissie centraliseren. In het geval van een gecoördineerde bouwplaats, vraagt de leidende verzoeker de desbetreffende gecoördineerde verzoeker, binnen vijf dagen volgend op de ontvangst van de uitnodiging, om hem, geheel of gedeeltelijk, zijn bijkomende informatie over te maken. (Art ) 19

20 5. De gecoördineerde verzoeker maakt de bijkomende informatie over binnen de 10 dagen na het verzoek. Doet hij dat niet, dan wordt geacht dat hij, voor het gedeelte dat hem aangaat, afziet van de uitvoeringsvergunningsaanvraag. (Art ) 6. De leidende verzoeker maakt de bijkomende informatie over aan de Commissie en deelt de gecoördineerde verzoekers de datum van indiening mee. (Art ) 7. De Commissie analyseert hoe dan ook alle nieuwe elementen waar ze over beschikt. 8. De Commissie maakt haar advies over aan de beheerder binnen de twintig dagen na ontvangst van het dossier en van het voorstel van de beheerder. Wanneer, met toepassing van artikel 38, een hoorzitting heeft plaatsgevonden of bijkomende informatie of een advies werd gevraagd, dan wordt die termijn van twintig dagen met vijf dagen verlengd, vanaf de hoorzitting of vanaf de ontvangst van de bijkomende informatie of het advies. Wordt er geen advies uitgebracht binnen de in 1 bedoelde termijnen, dan wordt het geacht gunstig te zijn en wordt de in artikel 41, 1, 2, bedoelde termijn berekend vanaf de dag volgend op het verstrijken van de termijn voor het overmaken van het advies. (Art. 39) NB: indien de hoogdringende noodzakelijkheid P2 wordt aanvaard (behalve dringendheid bedoeld onder punt 3), worden alle termijnen gehalveerd. 20

21 2.4 Verzoek tot bijkomende informatie / advies / hoorzitting voorafgaand aan de beslissing van de wegbeheerder De commissie Dienst / Rol Advies van de commissie Verzoeker SYSTEEM De beheerders Dienst / Rol Gecoördine Leide Vergunningsaanvraag onderworpen voor BP niet onderworpen aan advies Verzoek van WB Wens van aanvrager of beheerder en 2 Verzoek van WB Advies van elke betrokkene vragen 2. Aanvrager horen 3. Bijkomen de info vragen aan aanvrager Verzoek om info + datum Hoe dan ook onmogelijk indien reeds gedaan voor advies van comm. 4. Info vragen aan betrokken gecoördine Binn en 5. Antwoord 7. Analyse van 6. Overmaking info+datum meedelen Binnen 10d Gevr. info naar WB Vervolg procedure Termijn bepaald door WB Min. 15d indien gecoörd. Zoniet, beschouwd als afziend van aanvraag (40 2) Net zoals de Commissie bijkomende elementen kan vragen om een advies te kunnen verstrekken, kan ook de beheerder bijkomende informatie vragen om zijn beslissing te nemen. 1. De beheerder kan, behalve wanneer het reeds aan de Commissie is overgemaakt, het advies vragen van iedere andere bij de bouwplaats betrokken persoon dan de aanvrager, de eventuele gecoördineerde verzoekers en de Commissie. (Art ) 2. De beheerder kan, op eigen initiatief of wanneer deze daarom vraagt, de aanvrager horen, behalve wanneer een hoorzitting reeds heeft plaatsgevonden voor de Commissie. (Art en 2 ) 3. De beheerder kan de aanvrager vragen om hem, behalve wanneer zij reeds aan de Commissie is overgemaakt, binnen de termijn die hij vaststelt, bijkomende informatie te verschaffen, zonder dat, in geval van een gecoördineerde bouwplaats, deze termijn korter mag zijn dan vijftien dagen. (Art ) 4. In dat laatste geval, indien het een gecoördineerde bouwplaats betreft, zal de leidende verzoeker de communicatie met de wegbeheerder centraliseren. In het geval van een gecoördineerde bouwplaats, vraagt de leidende verzoeker de desbetreffende gecoördineerde verzoeker, binnen vijf dagen volgend op de ontvangst van de uitnodiging, om hem, geheel of gedeeltelijk, zijn bijkomende informatie over te maken. (Art ) 5. De gecoördineerde verzoeker maakt de bijkomende informatie over binnen de 10 dagen na het verzoek. Doet hij dat niet, dan wordt geacht dat hij, voor het gedeelte dat hem aangaat, afziet van de uitvoeringsvergunningsaanvraag. (Art ) 21