Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar Rijksbegroting voor het jaar Hoofdstuk XI Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Nr. 57 LIJST VAN ANTWOORDEN 1 Ontvangen 23 december Bedoeld wordt hier de herverdelingsruimte. Hiermee wordt het verschil aangeduid tussen het programma en het aantal woningen dat is opgenomen in de ingediende plannen (passend binnen de provinciale contingenten in elke subsidiëringscategorie). Een en ander is in tabel 1 van de brief aan de Tweede Kamer «Voortgang Woningbouw 1986, stand per ultimo september 1986» weergegeven. De herverdelingsruimte in de verschillende subsidiëringscategorieën is als volgt: Subsidiecategorie Herverdelingsruimte Sociale huurwoningen inclusief verbouw Premiehuurbeleggerswoningen Premiekoop-A woningen Premiekoop-B woningen Vrije sector met eenmalige bijdrage van f 6500 Vrije sector met eenmalige bijdrage van f Totale herverdelingsruimte 222 woningen 223 woningen 0 woningen 3 woningen 222 woningen 0 woningen 670 woningen In 1984, 1985 en 1986 ziet de herverdelingsruimte er als volgt uit: De lijst van vragen is gedrukt onder nr. 41. Sociale huur Verbouw Premiehuur-belegger Premiekoop-A Premiekoop-B Vrije sector met een eenmalige bijdrage van f 6500 Vrije sector met een eenmalige bijdrage van f woningen 50 woningen 475 woningen 0 woningen 140 woningen 39 woninaeni,_, ï 222 woningen 531 woningen! 151 woningen 223 woningen 0 woningen 0 woningen 0 woningen 3 woningen 347 woningen 1133 woningen 222 woningen 0 woningen Tweede Kamer, vergaderjaar , hfdst. XI, nr. 57 1

2 3 Hiermee wordt bedoeld dat het in een provincie niet is gelukt om het provinciale contingent in een bepaalde subsidiëringscategorie volledig te benutten met ingediende plannen. 4 De toenemende flexibiliteitsmogelijkheden in de sociale huur- en de verbouwsector hebben ertoe geleid dat met name in deze sectoren de herverdeling uiterst wordt beperkt. Een en ander moge blijken uit het overzicht dat is bijgevoegd bij het antwoord op vraag 2. Voorts kan worden geconcludeerd dat ten aanzien van de vrije sectorwoningen met f6500 bijdrage de afzetproblemen bij invoering van dit programma in 1984 en verhoging tot woningen in 1985, zijn overwonnen. Voor het overige geldt dat de herverdelingsruimte vooral door «toevallige» factoren wordt bepaald. 5 In eerste instantie is de herverdelingsruimte gebruikt om zogenaamde «knipplannen» weg te werken (Knipplannen zijn plannen die wegens de beperkte contingentsruimte moeten worden gesplitst over het contingent voor het lopende jaar en het contingent voor het komende jaar, maar waarvoor het subsidieregime voor het lopende jaar zal gelden). Deze constructies zijn in beperkte mate mogelijk en zijn bedoeld om te voorkomen dat binnen één complex verschillende huurregimes gelden. Dergelijke constructies zijn echter zeer onpraktisch wanneer een subsidieregeling ingrijpend wordt gewijzigd zoals bij de (aanvankelijk) voorgenomen wijziging per 1 januari 1987 van de premiehuurbeleggersregeling. Vandaar dat de herverdelingsruimte in eerste instantie voor het wegwerken van knipplannen is benut. Later is besloten om de eerder voorgenomen wijziging van de premiehuurbeleggersregeling niet door te voeren, maar toen was de herverdeling in bovengenoemde zin al uitgevoerd. Het beperken van «knippen» is overigens, ook nu de nieuwe regeling niet wordt doorgevoerd, een gewenste ontwikkeling. 6 Een en ander is in bijgaande tabel weergegeven. Financieringscategorie Overloop Ingediend Overloop ' ' (inclusief 1) Sociale huurwoningen Verbouw Premiehuur beleggerswoningen Premiekoop A-woningen Premiekoop B-woningen Vrije sector met eenmalige bijdrage van f Vrije sector met eenmalige bijdrage van f ' Geknipte plannen alsmede ingediende volledige plannen waarvoor geen contingentsruimte aanwezig was (is). 2 Inclusief de overloop uit 1985, (kolom 1) exclusief de overloop naar 1987 (kolom 2) 3 In 1985 was er nog geen programma vrije sectorwoningen met eenmalige bijdrage van f De verbeteringsregeling is wellicht niet aantrekkelijk genoeg voor particuliere verhuurders om te komen tot een planaanbod dat aansluit bij Tweede Kamer, vergaderjaar , hfdst. XI, nr. 57 2

3 de herstelbehoefte van deze huurwoningen. Zo er al verbeterd wordt is dit hoofdzakelijk op een relatief laag niveau. Naast deze verklaring is nog een mogelijke oorzaak aan te geven. In de gemeentelijke praktijk wordt veelal gewacht tot de particuliere verhuurder zelf met een verbeterplan komt en vervolgens «vraagt» om subsidie. Er is echter een tendens te onderkennen dat een aantal gemeenten zich thans, meer dan voorheen het geval was, richt op een planmatige aanpak van de verbetering van de particuliere huurwoningenvoorraad. Verwacht wordt dat de subsidietechniek in de nieuwe verbeterregeling (bijdrage ineens in plaats van jaarlijkse biidrage) een extra stimulans zal zijn vcor particuliere verhuurders om meer plannen te ontwikkelen die kwalitatief ook meer het karakter zullen krijgen van meer ingrijpende verbeteringen. 8 De redenen hiervoor zijn niet precies bekend. Het gaat over het algemeen om tamelijk gecompliceerde plannen. De indruk bestaat, dat bij het opzetten van die plannen in toenemende mate kritisch wordt gekeken of er wel voldoende vraag is naar kleinere woonruimte die doorgaans via splitsing ontstaat. Aan deze indruk mag evenwel nog niet de conclusie worden verbonden dat er sprake is van een structureel achterblijvend planaanbod. 9 De overloop van plannen in de sociale huursector van 1986 naar 1987 bedraagt 5075 woningen. Zie ook tabel bij antwoord 6. Voorts verwijs ik u naar hoofdstuk 2.3 van het Meerjarenplan Woningbouw Hierin is uiteengezet dat de programma-adviezen van de Colleges van Gedeputeerde Staten in de onderscheiden provincies gezamenlijk een grotere vraag naar sociale huurwoningen aangeven dan het programma in deze categorie groot is. 10 Hiervoor verwijs ik u naar het antwoord op vraag De bestaande woningbehoefte roept, ondersteund door de instrumenten die de overheid biedt, voldoende planaanbod op in de diverse categorieën. De premiehuurbeleggerssector vormt daarop geen uitzondering. 12 Hier is sprake van een fout in de septemberrapportage. Voor 72% ware te lezen 27%; 409 woningen van het totaal van 1500 komt overeen met 27%. 13 Tussen het moment dat een plan wordt ingediend bij een DVH-kantoor en het moment dat een plan van een beschikking wordt voorzien, liggen een aantal administratieve handelingen, waardoor het enige tijd duurt voordat een beschikking wordt afgegeven. De plannen zullen tijdig voor het eind van het jaar zijn beschikt. Een geringe onderuitputting in de premiehuurbeleggerssector sluit ik niet uit. 14 Uitgangspunt is, dat alle plannen globaal worden getoetst op kosten en kwaliteit alvorens groen licht wordt gegeven voor financiering en subsidiëring. De benadering is een trapsgewijze, die van grof naar fijn verloopt. De eerste stap is, dat op alle in te dienen bouwplannen in de premiehuurbeleggerssfeer een eerste selectietoets wordt uitgevoerd. Dit analoog aan de benadering, die is gevolgd bij het onderzoek naar de nog Tweede Kamer, vergaderjaar , hfdst. XI, nr. 57 3

4 niet definitief aangehandelde beleggerswoningen op basis van de BGSHW'75; het zogenaamde «c-onderzoek» naar de premiehuurbeleggersplannen. Op basis van de aldus bepaalde resultaten kan een uitspraak worden gedaan of een plan gegund kan worden of verder beoordeeld moet worden. De tweede stap is dan een meer intensieve beoordeling van kosten en kwaliteit met behulp van de «Berekening Bouwkosten Woningen en wooneenheden 1980 (BBW'80)». Deze intensieve beoordeling vindt ook plaats als een plan deel uitmaakt van een gemengd project (bijv. winkels en woningen). Indien blijkt dat het plan op basis van de BBW'80 acceptabel is, wordt het verder normaal gegund. Is dat niet het geval, dan vindt nader overleg plaats. Aan de subsidie-aanvrager zal dan een nadere onderbouwing van de stichtingskosten worden gevraagd. De derde stap is tenslotte een steekproef achteraf van de in eerste instantie - op basis van de in stap 1 beschreven methodiek - gegunde plannen. Ten behoeve van de noodzakelijke controle c.q. bijstelling van de in stap 1 beschreven methodiek en ten behoeve van de beleidsinformatie voor de kosten/kwaliteitssignalering en een bouwprijsindex voor de marktsector worden deze plannen achteraf geanalyseerd op de kostenen kwaliteitsverhouding. 15 Volgens de opgaven van de DVH's in de onderscheiden provincies zijn per ultimo november reeds plannen ingediend voor 1865 premiekoop-awoningen en 673 premiekoop-b-woningen, die in principe ten laste zullen worden gebracht van de contingenten De verdeling in huur- en koopwoningen in de vrije sector met eenmalige bijdrage in 1984, 1985 en 1986 is als volgt: * vrije sector 6500' vrije sector Huur Koop ( 50%) ( 50%) ( 42%) ( 58%) ( 26%) ( 74%) 315 ( 32%) 685 ( 68%) Totaal (100%) (100%) (100%) 1000 (100%) * 1986 voorlopige cijfers. 1 Vrije sector woningen met f bijdrage. 2 Vrije sector woningen met f bijdrage. 17 In de onderstaande tabel is voor de jaren 1984, 1985 en 1986 een overzicht gegeven van de geografische spreiding van de realisatie van het programma voor vrije-sectorwoningen met eenmalige bijdrage. Hieruit blijkt dat zich in de afgelopen jaren geen opzienbarende verschuivingen hebben voorgedaan in de spreiding over de provincies van de realisatie van vrije-sectorwoningen met eenmalige bijdrage. Tweede Kamer, vergaderjaar , hfdst. XI, nr. 57 4

5 vrije sector vrije sector 6500* * * abs. % abs. % abs. % abs. % Groningen Friesland Drente Overijssel Gelderland Flevoland' Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Totaal exclusief Noordoostpolder. 2 Deze cijfers wijken af van de in bijlage 1 van de septemberrapportage gepresenteerde cijfers omdat in november en december alsnog ongeveer 115 woningen zijn herverdeeld. * Vrije sector woningen met f bijdage. ** Vrije sector woningen met f bijdrage. 18 Cijfermateriaal m.b.t. de voortgang van de vrije sector zonder bijdrage wordt normaliter niet in de voortgangsrapportage opgenomen, omdat: - de cijfers van deze categorie te laat beschikbaar zijn; - het cijfermateriaal dat aangeleverd wordt door het CBS de gehele vrije sector beslaat d.w.z. vrije sector met en zonder eenmalige bijdrage bij elkaar; - de definitie van het cijfermateriaal niet éénduidig is met al het andere materiaal; in deze categorie wordt uitsluitend gesproken van «verleende bouwvergunningen». Momenteel zijn cijfers beschikbaar t/m september Ter vergelijking zijn de cijfers opgenomen van 1984 en Overzicht aantallen verleende bouwvergunningen in de vrije sector. Stand per ultimo september Voortschrijdende 12-maandssommen per ultimo september Bron: CBS Hiermee worden de plannen aangeduid waarvan tot 1 oktober duidelijk was dat dit daadwerkelijke knipplannen waren. 20 Gedurende de periode dat de Badan Persatuan met het Rijk overleg voerde, onder andere over de huisvestingssituatie van de Molukse bevolkingsgroep in Nederland, hebben de bewoners van de aan toegelaten instellingen c.q. gemeenten over te dragen domeinwoningen hun medewerking aan de overdracht en de daarmee gepaard gaande opknapbeurt opgeschort. Een uitwerkingscommissie, bestaande uit leden van de Badan Persatuan en ambtenaren van de Ministeries van Financiën, WVC Tweede Kamer, vergaderjaar , hfdst. XI, nr. 57

6 en VROM, voert thans nog afrondend overleg. Ondertussen is het overleg op plaatselijk niveau weer op gang gekomen, doch dit heeft - in afwachting van de resultaten van laatstgenoemd overleg - nog niet geleid tot de indiening van verbeteringsplannen. 21 Het provinciale contingent zoals toegedeeld aan het begin van het jaar zou naar verwachting volledig met plannen worden belegd. Relatief laat in het jaar is echter een groot en gecompliceerd plan (Opsterlarid) ingetrokken, terwijl het niet mogelijk was de vrijgekomen gelden met voldoende andere plannen te beleggen. 22 Doordat per 1 oktober onvoldoende plannen zijn ingediend bij de Directies van de Volkshuisvesting in de betreffende provincies is het budget niot tijdig uitgeput en was het gebruik van flexibiliteit niet aan de orde. 23 De categorie verbetering van particuliere huurwoningen wordt sinds 1985 gecontingenteerd. Onderstaand treft u het gevraagde overzicht aan voor de jaren 1985 en 1986 in min. guldens. Programma Ingediend per (2)in%van(1) ultimo september (2) (3) Vooroorlogs ,0 246,0 104,8 205, Naoorlogs ,0 20,0 8,2 7, Hieronder treft u aan een overzicht van de mate van indiening ten behoeve van de diverse contingenten voor de verbetering van woningwetwoningen per ultimo september van de onderscheiden jaren uitgedrukt in miljoenen guldens. Programma Ingedie nd per (2) in % van (1) ultimo september (1) (2) (3) Vooroorlogs 8? 724,2 717, ,8 568, ,0 577, ,0 664, ,0 634,0 106 Naoorlogs , ,3 548, ,0 298, ,0 350, ,0 300,5 100 Aangekocht bezit 82 geen programma ,6 451, ,0 499, ,0 496, ,0 588,5 98 '84 werkgel. + terugploeggeld voor- en naoorlogse verbeteringen 245,5 246,5 100 Tweede Kamer, vergaderjaar , hfdst. XI, nr. 57 6

7 25 De indiening van plannen voor verbetering van vooroorlogse en naoorlogse huurwoningen per ultimo september gaf het volgende beeld: Aantal (Programma) Budget' ingewoningen diende plannen Vooroorlogs woningwetwoningen ( ,69 aangekocht bezit (10 000) 584,00 particuliere woningen ( 4 100) 201,77 Naoorlogs woningwetwoningen (30 000) 297,34 particuliere woningen ( 2 000) 7,38 1 Bedrag x f 1 min.; bij naoorlogse woningen is het subsidiebedrag aangegeven, zijnde één derde van het investeringsbedrag. 26 Per ultimo september 1986 zijn door de vier grote gemeenten in de categorie verbetering van aangekocht bezit de volgende plannen ingediend (aantal woningen en bedrag). Absoluut Relatief aantal budget 1 aantal budget woningen woningen Amsterdam Rotterdam 's-gravenhage Utrecht Grote gemeenten Nederland ,16 32% 29% ,27 55% 51% ,52 5% 8% ,12 2% 3% ,07 94% 91% ,00 100% 100% 1 Bedrag x f 1 min. 27 In de nieuwe verbeteringsregeling wordt ook voor vooroorlogse woningen uitgegaan van subsidies in de vorm van een bijdrage ineens, terwijl de vigerende verbeteringsregeling uitgaat van (rijks)leningen met jaarlijkse bijdragen. Financieel-technisch zijn de regelingen derhalve principieel verschillend van opzet. De begroting voor 1987 is gebaseerd op het nieuwe financiële regime. Knippen houdt in, dat het subsidieregime van het lopende jaar ook voor het komende jaar voor het desbetreffende plan zal gelden. Gezien de hiervoor genoemde ingrijpende wijziging in de financieringsmethodiek is knippen dus problematisch. 28 In de tot ultimo september ingediende plannen voor de verbetering van vooroorlogse huurwoningen bevond zich geen plan dat was geknipt. In een vroeg stadium namelijk, toen duidelijk was dat er een nieuwe regeling voor de verbetering van huurwoningen zou worden ingevoerd, is hier op geanticipeerd door het knippen te vermijden. De bij de herverdeling beschikbaar gekomen gelden zijn zodanig herschikt over de provincies dat de overige ingediende plannen zoveel mogelijk pasten binnen de nieuwe budgetten. Daar waar dit niet helemaal mogelijk bleek, zijn in een later stadium nog enkele kleine correcties toegepast. Tweede Kamer, vergaderjaar , hfdst. XI, nr. 57 7

8 29 Maatregelen om aansluitingsproblemen tussen de oude en nieuwe verbeteringsregeling te voorkomen zijn de volgende: - Doorschuifregeling wordt voor aangekocht bezit waaraan in 1987 voor de eerste maal voorzieningen worden getroffen, niet toegepast. - De terugkomtermijn wordt voor woningen waaraan op voet van eerdere regelingen voorzieningen zijn getroffen verkort tot ten hoogste 1 5 jaar gerekend vanaf In 1987 zal in juni geen ververdeling plaatsvinden. - De verplichting voor budgetgemeenten tot het vaststellen van een subsidieverordening treedt per 1 januari 1988 in werking. - De forfaittaire basishuur wordt in 1987 op f 120 en in 1988 op f 140 vastgesteld. - Niet-budgetgemeenten kunnen gedurende in beginsel maximaal 2 jaar een verzoek richten tot de HID om een advies te geven over de kosten-kwaliteitsverhouding van afzonderlijke plannen. - Indien van rijkswege schriftelijke en juridisch bindende toezeggingen zijn gedaan dat het treffen van voorzieningen met jaarlijkse bijdragen zal worden gesubsidieerd blijven deze toezeggingen voor die woningen van kracht. De gemeentebesturen dienen vóór 1 april 1987 bij de HID's aan te geven om welke toezeggingen het gaat. - Voor domeinenwoningen bewoond door Molukkers blijven de huidige regelingen van kracht indien voorzieningen worden getroffen in het kader van de overdracht van deze woningen aan gemeenten en toegelaten instellingen. - Voor aangekocht bezit is de termijn waarbinnen een tweede fase kan worden ingediend verlengd tot 10 jaar. 30 Op basis van de uitgifte van verbeterplannen in het verleden is geconstateerd, dat verbeterplannen tot f20000 overwegend betrekking hebben op enerzijds «groot-onderhoudingrepen» zonder huurverhogingen, anderzijds worden veel woningen tijdelijk in stand gehouden (Wind- en waterdicht) teneinde deze op termijn of meer ingrijpend te verbeteren, danwei aan de voorraad te onttrekken. 31 Voor een gedetailleerde weergave van de elementen die in de voortgangsregistratie zijn opgenomen, verwijs ik u naar de bijlagen. De huidige voortgangsrapportage heeft het doel op centraal niveau periodiek (per maand) een nauwkeurig inzicht te geven in de uitputting van de per provincie beschikbaar gestelde contingenten (aantallen x budgetten). Een inzicht omtrent de aard van de voorzieningen kan niet verschaft worden op basis van deze maandelijkse rapportage. Daartoe wordt van een steekproef van 50% van de plannen een globale analyse gemaakt. De informatie uit onder meer deze analyse zullen worden opgenomen in de jaarlijks uit te brengen kosten-kwaliteitssignalering. Tweede Kamer, vergaderjaar , hfdst. XI, nr. 57 8

9 Voortgang in de afhandeling van subsidie-aanvragen 1986 s o. tu 3 O) < -i CO 0> Q-.1 cu' CU CO L co CO ^1 ^1 Provincie: Groningen Subsidiëringscategorie: Nieuwbouw 1 sociale huursector Kolom 1 Nieuwbouw woningwet "Woonruimten premie-woonruimten (Sub) totaal Verbouw boven f woningwet "Woonruimten premie-woonruimten Toegewezen contingent 1986 aantal f x min. 90,90 33, ,58 (Sub) totaal ,58 Stand per: Ten laste van contingent 1986 T.l.v. cont beschikt aantal in behandeling bij DVH nog verwacht totaal tranches tranches reserve uit kolom uit kolom voor f x min. aantal f x min. aantal f x min. aantal f x min Q. Totaal sociale huursector Directie Woningbouw en Stadsvernieuwing Afdeling Planning en Programmering D ui vl inleveren voor: Handtekening HID

10 Voortgang in de afhandeling van subsidie-aanvragen 1986 Provincie: Groningen Stand per: t Q. ^ 3 < % CO CU Q.,-* "Öj' co 00 O) 1 co 00 co ^1 o o =r -* Q. </> Subsidiëringscategorie i en laste van contingent 1986 T.l.v. cont Verbetering en bejaardenoorden Contingent 1986 afgehandeld door de DVH in behandeling nog verwacht totaal tranches tranches reserve DVH uit kolom uit kolom voor beschikt ter af- totaal (4 + 5) hand. aantal f x min. aantal f x min. aantal f x min. (min.) aantal f x min. centr. aantal f Kolom 1 Vooroorlogse woningen woningwetwoningen ,40 aangekochte particuliere woningen 101 6,05 particuliere woningen 143 8,58 Totaal Naoorlogse woningen woningwetwoningen particuliere woningen , ,84 0,65 Totaal ,49 Domeinenwoningen Studenteneenheden 134 3, en Bejaardenoorden (in bedden) 134 Bejaardenoorden (landel. functie) 2,67 O Directie Woningbouw en Stadsvernieuwing Afdeling Planning en Programmering

11 Voortgang in de afhandeling van subsidie-aanvragen 1986 Provincie: Groningen Subsidiëringscategorie: Verbouw Toegewezen contingent 1986 Ten laste van contingent 1986 beschikt in behandeling bij DVH nog verwacht totaal Stand per: aantal f x min. aantal f x min. aantal f x min. aantal f x min. aantal f x min. T.l.v. cont tranches tranches reserve uit kolom uit kolom voor Kolom 1 Woonruimten door verbouw van bestaande panden woningwet-woonruimten premie-woonruimten 92 6, (Sub) totaal Woonruimten door woningsplitsing woningwet-woonruimten premie-woonruimten 32 1,98 (Sub) totaal 32 1,98 Totaal verbouw 124 8,33 Directie Woningbouw en Stadsvernieuwing Afdeling Planning en Programmering

12 Voortgang in de afhandeling van subsidie-aanvragen 1986 Provincie: Groningen Subsidiëringscategorie: Nieuwbouw 2 marktsector met premie vrije sector met eenm. bijdr. Toegewezen contingent 1986 Stand per: Ten laste van contingent 1986 T.l.v. cont beschikt in behandeling bij DVH nog verwacht tranches tranches reserve uit kolom uit kolom voor aantal f x min. aantal f x min. aantal f x min. aantal f x min. aantal f x min. Kolom Marktsector met premie premie-huurwoningen (beleggers) 409 premiekoop-a-woningen 538 premiekoop-b-woningen 107 Totaal 1054 Vrije sector met e.b. f 6500 huurwoningen koopwoningen Totaal 408 Vrije sector met e.b. f huurwoningen koopwoningen Totaal 33 Directie Woningbouw en Stadsvernieuwing Afdeling Planning en Programmering

13 32 Per ultimo september was het beschikbare budget voor de verbetering van studenteneenheden nog slechts voor 60% benut. Omdat bekend was dat er nog een behoorlijke hoeveelheid plannen in voorbereiding was (die, om wat voor reden dan ook vertraging ondervonden) is pas in een later stadium tot herverdeling overgegaan. Deze herverdeling is inmiddels geschied. De resultaten hiervan zijn vermeld in de tabel. Oorsprorv kelijk budget Mutaties Nieuw budget Aantal bedden Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Flevoland Utrecht 1 Stad Utrecht Noord-Holland' Amsterdam Zuid-Holland' 's-gravenhage Rotterdam Zeeland Noord-Brabant Limburg Landelijke oorden 2,67 + 0,01 2, ,79 1,13 1, ,88-1, ,06 4-1,82 5, ,16 4,95 2, ,76 0 1, , , ,15 + 0,87 2, ,79 + 1,71 8, ,76-1,50 2, ,07 + 5,02 13, ,97-0,32 2, ,45 + 0,89 4, ,82 + 0,28 2, ,22 + 0,59 7, ,06 + 0,92 4, ,60-1,30 1,30 65 Totaal 65,00 65, Provincie exclusief respectievelijk stad Utrecht, Amsterdam, 's-gravenhage en Rotterdam. Bedragen x f 1 miljoen. 33 Naar aanleiding van de stand van zaken per ultimo oktober heeft inmiddels een herverdeling plaatsgevonden in deze categorie. De resultaten hiervan luiden als volgt: Oorspronke!ijk budget Mutaties Nieuw budget Aantal te verbeteren eenheden Groningen Nijmegen Wageningen Utrecht Amstelveen Amsterdam Delft Leiden Rotterdam Eindhoven Tilburg 3,33 + 0,28 3, ,81 + 2,83 5, ,00 + 3,28 3, ,36 0 5, ,97-1,97 0 6,96-6, ,68 + 9,28 21, ,30 + 0,15 3, ,70 5,01 2, ,58-1,98 3, ,35 + 0,71 1, ,00 50, Bedragen x f 1 miljoen. De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, E. Heerma Tweede Kamer, vergaderjaar , hfdst. XI, nr