Naam Beleidsregels voorzieningen maatschappelijke ondersteuning (Wmo) (2009).

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Naam Beleidsregels voorzieningen maatschappelijke ondersteuning (Wmo) (2009)."

Transcriptie

1 Gemeenteblad Nijmegen Jaartal / nummer 2009 / 42 Naam Beleidsregels voorzieningen maatschappelijke ondersteuning (Wmo) (2009). Publicatiedatum 18 maart 2009 Opmerkingen - Vaststelling van de beleidsregels bij besluit van Burgemeester en Wethouders van 16 december 2008 (agendapuntnr registratienr ). De inwerkingtreding is in het besluit bepaald op 1 januari Gelijktijdig: - Intrekking van de Beleidsregels voorzieningen maatschappelijke ondersteuning - voorzieningen 2007, GB07-017; - Intrekking van de Beleidsregels voorzieningen maatschappelijke ondersteuning - financiële normen 2007, GB07-16; - Intrekking van het Besluit financiële tegemoetkomingen voorzieningen gehandicapten (1999), GB00-273; - Intrekking van de Beleids- en rechtregels inzake Wet Voorzieningen Gehandicapten (1998), GB De beleidsregels zijn onderverdeeld in: financiële normen (2009) en voorzieningen (2008). Aantal bladzijden / verkoopprijs 89 / 4,45 gb doc

2 Beleidsregels voorzieningen maatschappelijke ondersteuning - financiële normen (2009) Inleiding. In dit gedeelte van de beleidsregels zijn bij elkaar gebracht alle bedragen, die op basis van de verordening maatschappelijke ondersteuning moeten worden vastgesteld. Daarnaast zijn alle regels waarvoor de verordening een delegatiebepaling voor het college bevat in de beleidsregels ingevuld. In de beleidsregels worden algemene regels gesteld over de afweging van belangen, de vaststelling van feiten en de uitleg van wet en verordening. Het college heeft de mogelijkheid om in de gevallen dat de toepassing van de beleidsregels een kennelijke onredelijkheid tot gevolg heeft, af te wijken van de beleidsregels. Paragraaf 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget. 1. Regels rond verstrekking en verantwoording Verstrekking van een toegekende individuele voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget vindt plaats op verzoek van de aanvrager. Verstrekking van een persoonsgebonden budget vindt plaats op verzoek van de aanvrager. Dit kan bij voorkeur tegelijk met de aanvraag, indien op dat moment al duidelijk is dat de aanvrager dit wenst Verstrekking als persoonsgebonden budget vindt niet plaats indien: a. op grond van aanwijzingen die tijdens het onderzoek duidelijk zijn geworden het ernstige vermoeden bestaat dat de aanvrager problemen zal hebben bij het omgaan met een persoonsgebonden budget; b. de hulp bij de huishouding naar verwachting niet langer dan drie maanden noodzakelijk is; c. er sprake is van een vastgesteld oneigenlijk gebruik of misbruik van een persoongebonden budget in het verleden; d. er sprake is van een belanghebbende met aanzienlijke schulden terwijl deze belanghebbende medewerking weigert bij het oplossen van deze schuldenproblematiek; e. er naar het oordeel van het college andere, zwaarwegende, bezwaren bestaan tegen de verstrekking. Een aanvrager komt in eerste instantie in aanmerking voor een algemene voorziening. Is die niet passend, dan kan de aanvrager al dan niet een individuele voorziening ontvangen. Daarna kan op verzoek van de aanvrager verstrekking in de vorm van een persoonsgebonden budget plaatsvinden. Niet in alle situaties is het mogelijk een persoonsgebonden budget te ontvangen. Allereerst is het niet mogelijk een persoonsgebonden budget te ontvangen als de algemene hulp bij het huishouden een goede en snelle oplossing biedt. Daarvan zal sprake zijn indien het gaat om een beperkte omvang in tijd en/of duur met name geldt dit bij hulp bij de huishouding die naar verwachting niet langer dan drie maanden noodzakelijk is. Daarnaast zal ook in situaties dat tijdens onderzoek duidelijk wordt dat een aanvrager problemen zal krijgen met het omgaan met een persoonsgebonden budget, dit als contraindicatie worden opgevat. Ook als er sprake is van vastgesteld oneigenlijk gebruik of misbruik van een persoongebonden budget in het (AWBZ) verleden of in de gevallen dat een belanghebbende aanzienlijke schulden en weigert mee te werken aan het vinden van een oplossing hiervoor is het PGB niet de aangewezen vorm om de voorziening te verstrekken De verantwoording van het persoonsgebonden budget door de budgethouder aan het college vindt steekproefsgewijs met de systematiek van deelwaarnemingen, na afloop van de verstrekking dan wel na afloop van enig kalenderjaar. Paragraaf 2. Eigen bijdragen bij hulp bij het huishouden 2. Omvang van eigen bijdragen bij hulp bij het huishouden

3 Het bedrag dat ongehuwde personen jonger dan 65 dienen te betalen bedraagt 16,80 per vier weken, terwijl het percentage van het inkomen boven ,- dat boven dit bedrag per vier weken betaald moet worden 15 bedraagt Het bedrag dat ongehuwde personen van 65 jaar of ouder dienen te betalen bedraagt 16,80 per vier weken, terwijl het percentage van het inkomen boven ,- dat boven dit bedrag per vier weken betaald moet worden 15 bedraagt Het bedrag per vier weken dat gehuwde personen indien een van beiden jonger is dan 65 jaar dienen te betalen bedraagt 24,20 per vier weken, terwijl het percentage van het inkomen boven ,- dat boven dit bedrag per vier weken betaald moet worden 15 bedraagt Het bedrag per vier weken dat gehuwde personen die beiden 65 jaar of ouder zijn dienen te betalen bedraagt 24.20,- per vier weken, terwijl het percentage van het inkomen boven ,- dat boven dit bedrag per vier weken betaald moet worden 15 bedraagt. 2.5 De eigen bijdrage bedraagt nooit meer dan de totale kosten van de hulp bij het huishouden per vier weken. Hoofdstuk IV van de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) handelt over eigen bijdragen en het eigen aandeel bij financiële tegemoetkomingen. In onderdeel 4.1 van de AMvB wordt onder a, b, c en d aangegeven welke bedragen de minister als maximum laat gelden voor welke groepen. Lid 2 van onderdeel 4.1. geeft aan dat de gemeenteraad kan bepalen dat de genoemde bedragen in gelijke mate gewijzigd worden. Wat onder in gelijke mate wordt begrepen, staat verwoord in de AMvB op pagina 21. Het percentage van 15 is overgenomen door de raad in aansluiting op de AWBZ eigen bijdrage regeling. In de AWBZ was een limitering van de eigen bijdrage/eigen aandeel opgenomen. Deze mocht nooit meer gaan bedragen dan de kosten van de huishoudelijke hulp zelf. In de Wmo is deze limitering niet overgenomen. In deze beleidsregel stelt het college deze grens voor de gemeente Nijmegen opnieuw vast. Paragraaf 3. Hulp bij het huishouden. 3. Vaststelling bedrag persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden. De vaststelling van een persoonsgebonden budget vindt ten aanzien van hulp in de huishouding als volgt plaats. Er wordt een bedrag per uur beschikbaar gesteld. Dit uurtarief bedraagt voor HH1 16,- en voor HH2 21,- Van het totale bedrag van het persoonsgebonden budget is 250,- op jaarbasis vrij besteedbaar door de budgethouder. Paragraaf 4. Woonvoorzieningen. 4. Financiële normen woonvoorzieningen 4.1. De financiële tegemoetkoming of het persoonsgebonden budget voor woonvoorzieningen wordt vastgesteld als tegenwaarde van het bedrag zoals vermeld in de door het college geaccepteerde offerte Het in artikel 26 van de van de Verordening maatschappelijke ondersteuning genoemde bedrag is , Het bedrag voor de verhuiskostenvergoeding als genoemd in artikel 19 onder a van de Verordening maatschappelijke ondersteuning bedraagt 2.376,-. 3

4 4.3.2 Het bedrag voor de verhuiskostenvergoeding als genoemd in artikel 19 onder a van de Verordening maatschappelijke ondersteuning bedraagt 3.790,- indien de achterblijvende woning is aangepast in de zin van de Wmo of een eerdere regeling voor een bedrag van meer dan , De hoogte van het verschil tussen de kosten genoemd in artikel 20 lid 2 van de verordening wordt bepaald op 500, Als financiële tegemoetkoming voor woningsanering gelden als normbedrag: a. voor zeil of linoleum 53,- per meter (kamerbreed) inclusief egalisatiekosten; b. voor gordijnen 15,- per meter De werkelijk gemaakte kosten van keuring, periodiek onderhoud en reparatie van de volgende voorzieningen komen in aanmerking voor een financiële tegemoetkoming tot de in de tabellen genoemde maxima; a. stoelliften; b. rolstoel- of sta-plateauliften; c. woonhuisliften; d. hefplateauliften; e. balansliften; tabel 1 maxima keuring Keuring liften van beginkeuring Kosten ex. BTW frequentie periodieke keuringen Kosten ex. BTW tabel 2 maxima onderhoud Onderhoud van liften frequentie periodiek onderhoud Stoelliften ja 305,- 1x per 4 jaar 212,- Rolstoel- ja 305,- 1x per 4 jaar 212,- Plateauliften Sta-plateauliften ja 305,- 1x per 4 jaar 212,- Woonhuisliften n.v.t. n.v.t. 1x per 1,5 jaar 316,- Hefplateauliften n.v.t. n.v.t. 1x per 1,5 jaar 275,- Balansliften n.v.t. n.v.t. 1x per 1,5 jaar 147,- Stoelliften 1x per jaar 165,- Rolstoel- 1x per jaar 165,- Plateauliften Sta-plateauliften 1x per jaar 165,- Woonhuisliften 2x per jaar 240,- Hefplateauliften 2x per jaar 165,- Balansliften 1x per jaar 165, Kosten ex. BTW 4

5 De werkelijk gemaakte kosten van keuring, periodiek onderhoud en reparatie van de volgende voorzieningen komen volledig in aanmerking voor een financiële tegemoetkoming: a. de mechanische inrichting voor het verstellen van een in hoogte verstelbaar keukenblok, bad of wastafel; b. electromechanische openings- en sluitingsmechanismen van deuren; c. alarmerings- en communicatieapparatuur; d. toiletten voorzien van een onderspoel- en föhninrichting. e. scootercube Een tegemoetkoming in verband met huurderving zoals bedoeld in artikel 19 lid 1, sub e. wordt verstrekt indien een leegstaande woning is aangepast voor een bedrag van meer dan 4.537,80. De tegemoetkoming is gemaximeerd op zes maanden op basis van de netto (kale) huurprijs Een tegemoetkoming in verband met tijdelijke huisvesting zoals bedoeld in artikel 19 lid 1, sub f. wordt verstrekt voor een periode van maximaal zes maanden. De vergoeding vindt plaats op basis van de werkelijk gemaakte kosten tot een maximum van 453,78 per maand Het bedrag dat als maximum verstrekt wordt bij het logeerbaar maken als genoemd in artikel 23 lid 2 tot en met 5 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning bedraagt eenmalig 5.000,-. In onderdeel 4, lid 1 is geregeld hoe de financiële tegemoetkoming of het persoonsgebonden budget voor een woonvoorziening wordt vastgesteld. Het gaat daarbij om de kosten van de door het college goedgekeurde offerte. Daarin kan een aantal kosten teruggevonden worden. Te denken valt hierbij aan de kosten van bouw, maar ook aan eventuele kosten architect, kosten van vergunningen en kosten van toezicht. Door uit te gaan van de kosten van de goedgekeurde offerte is het mogelijk per offerte andere kosten mee te nemen. Zo zullen toezichtkosten bij een kleine verbouwing geen rol spelen. Om welke kosten het zal kunnen gaan zal verder worden uitgewerkt in de beleidsregels, het Verstrekkingenboek volgt uit het passage die bij amendement is toegevoegd aan onderdeel 20, lid 2 van de verordening. Indien het verschil tussen de kosten van de aanpassing van de woning en de hoogte van de verhuiskostenvergoeding minder is dan dit bedrag ( 500,-) prevaleert de woningaanpassing en geldt de primaat van de verhuizing niet. Paragraaf 5. Het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel 5. Hoogte persoonsgebonden budget Het persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen wordt vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de goedkoopst-adequate voorziening, indien nodig verhoogd met een bedrag voor onderhoud en reparatie, gebaseerd op het gemiddelde bedrag voor onderhoud en reparatie over het jaar voorafgaand aan het laatste volle kalenderjaar voor de toekenning van de voorziening. Onderdeel 7 regelt de wijze waarop een persoonsgebonden budget voor een vervoersvoorziening wordt vastgesteld. Hierbij wordt uitgegaan, conform de verordening, van de goedkoopst-adequate voorziening. Als daar sprake van is kan verhoging plaatsvinden met een bedrag noodzakelijk voor onderhoud en reparatie. Het bedrag dat hiervoor beschikbaar wordt gesteld wordt genomen over het gemiddelde bedrag voor onderhoud van soortgelijke verstrekkingen over het een na laatste voorafgaande kalenderjaar. 6. Inkomensgrens vervoersvoorzieningen 5

6 De grens waarboven een auto, met een auto vergelijkbare voorzieningen en de daarmee samenhangende gebruiks- en onderhoudskosten niet voor verstrekking of vergoeding in aanmerking komen, zoals genoemd in artikel 29 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning, bedraagt voor een: Categorie Drempelbedrag buitengewone lasten 1½ x norm inkomen Alle categorieën Totaal per maand v/h 11,5% inkomen** Beide 65 Tot 65 jr. jr. Een 65 jr. Tot 65 jr. Beide 65 jr Een 65 jr. Tot 65 jr. Beide 65 jr. Een 65 jr. Echtpaar 1.801, , ,57 207,18 217,30 217, , , ,86 Alleenstaande > 21 jaar 1.323,30 nvt 1.377,72 152,18 nvt 158, ,48 nvt 1.536,16 Een ouder 1.621,41 nvt 1.698,14 186,46 nvt 195, ,87 nvt 1.893,42 Echtpaar in AWBZ instelling* 770,25 770,25 770,25 88,58 88,58 88,58 858,83 858,83 858,83 Echtpaar, één in AWBZ instelling* 1.825, , ,67 209,90 216,16 216, , , ,83 Alleenstaande in AWBZ instelling* 501,95 nvt 501,95 57,72 nvt 57,72 559,67 nvt 559,67 Eenoudergezin in AWBZ instelling* 670,28 nvt 670,28 77,08 nvt 77,08 747,36 nvt 747,36 7. Hoogte vervoersvoorzieningen a- Het bedrag dat per jaar verstrekt wordt voor gebruik van een (eigen) auto bedraagt 500,- forfaitair met een maximum van 1110,- b- Het bedrag dat per jaar verstrekt wordt voor gebruik van een taxi bedraagt 500,- forfaitair met een maximum van 1110,-. c- Het bedrag dat per jaar verstrekt wordt voor gebruik van een rolstoeltaxi bedraagt 750,-- forfaitair met een maximum van 1665,-. d- Het bedrag dat per afgelegde kilometer wordt vergoed in het kader van de vervoersvoorziening onder a. is 0, Autoaanpassingen De bedragen die worden verstrekt voor de aanpassing van een auto bedragen maximaal; Autoaanpassing eerste aanvraag tweede aanvraag Bedrijfsrem + opkl.rempedaal Handbedrijfsrem+segmentgas+ opklapbaar rem-en gaspedaal rempedaal opklapbaar gaspedaal opklapbaar Gas- en rempedaal opklapbaar rembekrachtiger 250N en 150N excl. Bediening

7 doorlopende handgreep rechts doorlopende handgreep links en rechts slede links slede rechts gaspedaal links en rechts opklapbaar handbedrijfsrem en claxon volledige rembekrachtiger excl. Bediening gemodificeerde stuurbekrachtiging vlonder achter voorstoel tunnelbakje inkorten+ middenconsole modificeren Dorpelstrip Aanpassingen aan auto s in bijzondere uitvoering Oprijrooster 1300 Oprijgoten incl. Oplegpunten 2 stuks 19cm 1300 en opbergbev. Systeem 1 stuk 19cm en 1 stuk van 40 cm 1596 Rolstoelvastzetsysteem Delta 1063 Electrisch vergrendeld 2424 Liften automatische deuropener en exclusief afstandsbediening 5794 Automatische deuropener 1715 Afstandsbediening 946 Doorzakauto Autostoelaanpassingen Originele autostoel draaibaar maken: - in een twee/drie deurs auto in een vier/vijf deurs auto 2486 Leveren en monteren speciale autostoel 1213 leveren en inbouwen op maat gemaakte speciale autostoel 1819 Meenemen rolstoel in kofferbak: lichte kofferbaklift 1759 zware kofferbaklift 1819 Paragraaf 6. Verplaatsen in en rond de woning. 9. Hoogte persoonsgebonden budget rolstoelen 7

8 Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel wordt vastgesteld als tegenwaarde van de goedkoopstadequate voorziening, verhoogd met het gemiddelde bedrag voor onderhoud en reparatie voor vergelijkbare rolstoelen in het een na vorige volledige kalenderjaar. Hier wordt uitgegaan van de goedkoopst-adequate voorziening (zoals in de verordening bepaald) welk bedrag verhoogd wordt met de gemiddelde kosten van onderhoud en reparatie aan vergelijkbare rolstoelen. Dit bedrag wordt genomen uit het één na laatste volledige kalenderjaar voorafgaande aan het jaar waarin de voorziening wordt toegekend. Elke rolstoel die enige aanpassing behoeft zal uitkomen op een ander bedrag. Daarom vindt vaststelling van het persoonsgebonden budget bij rolstoelen vaak per rolstoel plaats. 10. Hoogte persoonsgebonden budget sportrolstoelen De hoogte van het persoonsgebonden budget voor een sportrolstoel zoals bedoeld in artikel 32 onder D. van de Verordening maatschappelijke ondersteuning bedraagt 3.308,-, welk bedrag bedoeld is als tegemoetkoming in aanschaf en onderhoud van een sportrolstoel voor een periode van drie jaar. Paragraaf 7. Algemeen 11. Indexering De financiële normen van deze beleidsregels worden door het college vastgesteld op het prijsniveau van Jaarlijks worden de normen uit de onderdelen 4.3.1, 4.3.2, 4.3.4, 4.3.5, 6,8 en 10 geïndexeerd aan de hand van de CPB prijsindex voor gezinsconsumptie. 12. Norm bruikleen roerende woonvoorzieningen De hoogte van het bedrag genoemd in onderdeel 9.3 van deze beleidsregels bedraagt 700,-. Roerende woonvoorzieningen waarvan de kosten meer bedragen dan 700,- worden in beginsel bruikleen verstrekt. Roerende woonvoorzieningen waarvan de kosten minder bedragen dan 700,- worden in beginsel in eigendom verstrekt. 8

9 Beleidsregels voorzieningen maatschappelijke ondersteuning - voorzieningen (2008) Hoofdstuk 1. Vorm van de te verstrekken voorzieningen. 1.1 Verschillende wijzen om voorzieningen te verstrekken. Artikel 6 van de Wmo bepaalt het volgende: Het college van burgemeester en wethouders biedt personen die aanspraak hebben op een individuele voorziening de keuze tussen het ontvangen van een voorziening in natura of het ontvangen van een hiermee vergelijkbaar persoonsgebonden budget, tenzij hiertegen overwegende bezwaren bestaan. Gevolg van deze regel is dat er drie vormen van verstrekking van individuele voorzieningen mogelijk zijn. Allereerst is er de voorziening in natura. Dat wil zeggen dat de gemeente de aanvrager een voorziening verstrekt die hij of zij kant en klaar krijgt. De voorziening wordt verstrekt. Artikel 6 Wmo bepaalt dat er een verplicht alternatief voor een voorziening in natura geboden moet worden en wel in de vorm van een persoonsgebonden budget. Dat is de tweede vorm van verstrekking. En de derde vorm van verstrekking is de financiële tegemoetkoming, zo blijkt uit artikel 7, lid 2 Wmo: Een persoonsgebonden budget en een financiële tegemoetkoming voor een bouwkundige of woontechnische ingreep in of aan een woonruimte wordt verleend aan de eigenaar van de woonruimte. Artikel 6 is van overeenkomstige toepassing. In relatie tot bouwkundige woonvoorzieningen wordt in navolging van de Wvg de verplichting opgelegd om een financiële tegemoetkoming uit te betalen aan de eigenaar van de woning. Een dergelijke financiële tegemoetkoming kan alleen al om die reden in sommige situaties geen persoonsgebonden budget genoemd worden. Ook zal soms een financiële tegemoetkoming verstrekt worden als het gaat om een taxi- of een rolstoeltaxikostenvergoeding die op declaratiebasis wordt verstrekt Het persoonsgebonden budget. Artikel 6 verordening bepaalt: 1. De voorziening kan worden aangeboden door het college in de vorm van een financiële tegemoetkoming, in natura of in de vorm van een persoongebonden budget. 2. Het college bepaalt in welke vorm de voorziening wordt verstrekt onverminderd het bepaalde in artikelen 8 en 9 lid 1c. Dit artikel is een uitwerking van artikel 6 Wmo. In de parlementaire behandeling van de Wmo is aangegeven dat er uitzonderingen mogelijk zijn, met name als het gaat om personen waarvan verwacht kan worden dat zij niet met het beschikbare geld kunnen omgaan. In een Algemeen Overleg over een aan de Wmo verwante zaak, het bovenregionale vervoer Valys, heeft de Tweede Kamer op 29 maart 2006 uitgesproken dat deze regel niet bedoeld is om goed draaiende systemen, zoals bijvoorbeeld collectief vervoerssystemen, in gevaar te brengen. Artikel 9 van de verordening bepaalt de voorwaarden die van toepassing zijn op het persoonsgebonden budget. De eerste voorwaarde daarbij is dat een persoonsgebonden budget alleen verstrekt wordt voor individuele voorzieningen. Dat betekent dat bij algemene voorzieningen geen persoonsgebonden budget verstrekt wordt. Dat vloeit ook voort uit de aard van de algemene voorzieningen: dat zijn immers oplossingen die van korte duur zijn, lichte, niet complexe zorg betreffen of betrekking hebben op incidentele zorgbehoeften. Om deze voorzieningen snel te realiseren worden geen eigen bijdragen gevraagd. Daarbij is er een alternatieve mogelijkheid: indien de aanvrager van mening is dat de algemene voorziening geen adequate oplossing is of een persoonsgebonden budget verstrekt moet worden, dan kan een aanvraag ingediend worden, of als al een aanvraag ingediend is, kan die volgens de reguliere regels van de Algemene wet bestuursrecht worden afgehandeld Omvang van het persoonsgebonden budget. 9

10 De omvang van het persoonsgebonden budget zal bepaald moeten worden. Hierbij dienen twee situaties te worden onderscheiden: Enerzijds het persoonsgebonden budget voor diensten, afkomstig uit de AWBZ, dat in de Wmo per 1 januari 2007 alleen maar betrekking heeft op hulp bij het huishouden, anderzijds het persoonsgebonden budget voor voorzieningen afkomstig uit de Wvg, zoals hulpmiddelen als woonvoorzieningen, vervoersvoorzieningen en rolstoelen. PGB hulp bij het huishouden Bij hulp bij het huishouden is er sprake van diensten en gaat het om de betaling van tijd aan dienstverleners. Dit is zorg afkomstig uit de AWBZ. De AWBZ kende al een dergelijk systeem van persoonsgebonden budgetten. Daarbij werd het persoonsgebonden budget vastgesteld op 75% van de tarieven zoals die berekend werden in de thuiszorg. Vanuit die tarieven werd het tarief voor de diverse functies bepaald. Voor de functie huishoudelijke verzorging was hierbij sprake van de volgende tarieven: Klasse 1: 884,- per jaar Klasse 2: 2.654,- per jaar Klasse ,- per jaar Klasse ,- per jaar Klasse ,- per jaar Klasse ,- per jaar. Diegenen die op basis van overgangsrecht op 31 december 2006 een indicatie hebben zullen ook in het jaar 2007 deze bedragen nog ontvangen zo lang als de indicatie duurt, doch maximaal tot en met 31 december Daarna vallen zij onder de gemeentelijke regels. Het uurtarief is vastgesteld voor HH1 op 16,- en voor HH2 op 21,- Dit is 75% van de binnen Nijmegen geldende gemiddelde tarieven. Het uurtarief van de geïndiceerde categorie 1 is lager dan van categorie en 2,2+. Het aantal geïndiceerde uren per week wordt vermenigvuldigd met het uurtarief en vervolgens omgerekend naar een maandbedrag. Deze omrekening vindt plaats door het weektarief te vermenigvuldigen met 52 en vervolgens de uitkomst te delen door 12. PGB vervoersvoorzieningen, rolstoelen en roerende woonvoorzieningen. Bij PGB's voor vervoersvoorzieningen, rolstoelen en roerende woonvoorzieningen. zal per toekenning een berekening gemaakt moeten worden. Een PGB voor roerende woonvoorzieningen verstrekt het college alleen als de kosten van de voorziening hoger zijn dan 700,-. Beneden dit bedrag wordt de voorziening in eigendom verstrekt De kosten van de voorziening als de voorziening in natura zou worden verstrekt zijn uitgangspunt. Dat kan afgeleid worden van bijvoorbeeld een offerte. Daarbij kunnen voor zover daar sprake van is, bedragen geteld worden voor het onderhoud en de reparaties en de WA-verzekering van de voorziening,. Deze bedragen zijn ofwel bij verstrekking in eigen beheer bekend vanuit het verleden, ofwel kunnen bij verstrekking via een leverancier bij de leverancier worden opgevraagd. Bij het bepalen van het bedrag van de voorziening wordt uitgegaan van het bedrag dat de voorziening bij verstrekking in natura zou kosten. Daarbij zal veelal sprake zijn van kortingen, omdat via een contract met een leverancier een grote hoeveelheid voorzieningen afgenomen wordt. Een redelijke korting van 10% wordt doorberekend naar het persoonsgebonden budget. Over het algemeen zal er van uitgegaan kunnen worden dat ook met een persoonsgebonden budget een voorziening met korting zal kunnen worden aangeschaft, zij het dat deze korting niet zo hoog zal zijn als de korting die de gemeente kan ontvangen als gevolg van de grote hoeveelheden voorzieningen. Indien een PGB voor de vervoersvoorziening, rolstoel of roerende woonvoorziening wordt verstrekt wordt de voorziening eigendom van de budgethouder. Aan hem wordt bij beschikking de verplichting opgelegd om een onderhoudscontact af te sluiten. In de beschikking omtrent het PGB wordt het maximale toepasselijke PGB budget (voor voorziening inclusief onderhoud) genoemd, betaling daarvan volgt nadat een offerte is overgelgd. Economische levensduur De toekenning van het PGB gebeurt voor een periode die gelijk is aan de economische levensduur van de voorziening. Voor de economische levensduur worden de volgende (standaard)termijnen gehanteerd: - Kernassortiment voorzieningen voor volwassenen : 7 jaar - Kernassortiment voorzieningen voor kinderen : 5 jaar - Voorzieningen buiten het kernassortiment volwassenen : 5 jaar - Voorzieningen buiten kernassortiment voor kinderen : 3 jaar Vervanging van de voorziening 10

11 Vervanging kan plaatsvinden op basis van: 1. Technische afkeuring Indien een voorziening moet worden vervangen op basis van technische afkeuring dient een afkeuringsrapport van de leverancier te worden getoond. Dit afkeuringsrapport dient te worden verstrekt door de leverancier waar de voorziening wordt onderhouden. Bij technische afkeuring door de leverancier kan een nieuw PGB aan belanghebbende worden verstrekt. 2. Medisch/ergonomische gronden Er wordt beoordeeld of een voorziening moet worden vervangen op basis van medisch/ergonomische gronden. Hierbij is het mogelijk dat de voorziening technisch nog niet is afgekeurd. In dat geval wordt de voorziening ingeleverd en wordt een voorziening toegekend (eventueel opnieuw in de vorm van een PGB) die voor belanghebbende wel adequaat is. Tussentijdse beëindiging van de voorziening bij een PGB Als de voorziening tussentijds moet worden beëindigd (bijvoorbeeld bij overlijden of doordat de voorziening op basis van medisch/ergonomische gronden niet langer adequaat is) dan moet de voorziening worden ingeleverd bij de gemeente. De gemeente vordert het resterende bedrag voor onderhoudskosten terug..tevens dient belanghebbende de volgende zaken te kunnen overleggen: - Aankoopnota - Onderhoudsnota s - Reparatienota s Eventuele gemaakte meerkosten, als belanghebbende een duurdere voorziening heeft aangeschaft dan het verstrekte PGB-bedrag, worden op basis van afschrijving per maand aan belanghebbende terugbetaald Uitbetaling persoonsgebonden budget. Als het persoonsgebonden budget berekend is, kan het bij beschikking aan de aanvrager worden bekendgemaakt. In deze beschikking wordt vermeld wat de omvang van het persoonsgebonden budget is en voor hoeveel jaar het persoonsgebonden budget bedoeld is. Het PGB voor hulp bij het huishouden wordt maandelijks uitbetaald. Om volstrekt duidelijk te laten zijn wat met het persoonsgebonden budget dient te worden aangeschaft en meer precies: aan welke vereisten de aan te schaffen voorziening dient te voldoen, wordt een zo nauwkeurig mogelijk omschreven programma van eisen bij de beschikking gevoegd. Hierdoor kan voorkomen worden dat door onduidelijkheid omtrent de eisen die aan de voorziening gesteld moeten worden een verkeerde voorziening wordt aangeschaft. Dat zou tot inadequate voorzieningen kunnen leiden, hetgeen op zich weer tot nieuwe aanvragen aanleiding zou kunnen zijn. Dit is uitsluitend te voorkomen door een programma van eisen onderdeel uit te laten maken van de beschikking. Wordt dan toch een voorziening aangeschaft die niet aan dat program van eisen voldoet, dan is gehandeld in strijd met de beschikking. Uit de toelichting van artikel 41 van de verordening blijkt dat dan overgegaan kan worden tot terugvordering van (een gedeelte) van het verstrekte PGB. In de beschikking zal ook opgenomen moeten worden dat er een eigen bijdrage/eigen aandeel in de kosten verschuldigd is. In de beschikking wordt vastgelegd dat het PGB besteed dient te worden conform het programma van eisenc.q de indicatie en dat de voorziening aan bepaalde kwaliteitseisen moet voldoen. Verder wordt in de beschikking de verplichting opgelegd om een overeenkomst te tekenen (m.u.v. hulp bij de huishouding). In deze overeenkomst is het eigendomsrecht geregeld. Ook staat in de overeenkomst dat de eigendom weer terugvloeit naar de gemeente als geen recht meer op de voorziening bestaat, bijvoorbeeld bij overlijden of verhuizing Is de beschikking verzonden, dan kan het persoonsgebonden budget beschikbaar worden gesteld. De betaling vindt plaats na ontvangst van de offerte of pro forma factuur. Periodiek worden voorschotten verstrekt. De controle van het persoonsgebonden budget zal als volgt plaats vinden: Iedere budgethouder dient de volgende stukken te bewaren: - de nota/factuur van de aangeschafte voorziening; - een betalingsbewijs van aanschaf van de voorziening - of een overzicht van de salarisadministratie met bewijsmiddelen 11

12 In de toekenningsbeschikking zal aan de budhethouder worden aangegeven welke stukken hij dient te bewaren. Steekproefsgewijs zal het college bepalen bij welke budgethouders deze stukken zullen worden opgevraagd om te controleren of het persoonsgebonden budget besteed is aan het doel waarvoor het verstrekt is. Is het persoonsgebonden budget anders besteed dan bedoeld, dan kan het persoonsgebonden budget geheel of gedeeltelijk teruggevorderd worden. Daarbij zal leidend zijn of er opzet in het spel is geweest, of dat sprake is geweest van onwetendheid. Bij opzet moet afgewogen worden of terugvordering in verhouding staat tot wat er bewust onjuist is gedaan Eigen bijdrage bij hulp bij het huishouden. Artikel 10 van de verordening bepaalt dat bij een te verstrekken persoonsgebonden budget een eigen bijdrage verschuldigd kan zijn. Deze eigen bijdrage wordt berekend door het Centraal Administratie Kantoor (CAK). Het CAK werkt met verzamelinkomens vanuit een peiljaar, welk jaar twee jaar voor het lopende jaar ligt. Dit is noodzakelijk om over de verzamelinkomens, die afkomstig zijn van de belastingdienst, te kunnen beschikken. In 2007 doet men aangifte over 2006, dus dat jaar is nog niet bekend. Vandaar dat het verzamelinkomen over 2005 in 2007 gebruikt wordt. Dit betekent dat er soms een voorlopige vaststelling zal plaatsvinden en achteraf een definitieve vaststelling. Het in mindering brengen van eigen bijdragen zal daardoor vaak niet mogelijk zijn. Al deze activiteiten zullen door het CAK worden uitgevoerd. Persoonsgebonden budget. Wordt een voorziening niet als persoonsgebonden budget verstrekt, maar in natura, dan zal toekenning ook bij beschikking plaatsvinden. In de beschikking worden de voorwaarden opgenomen waaronder verstrekking plaatsvindt. 12

13 Hoofdstuk 2. Woonvoorzieningen. 1. Uitsluitingen Naast de algemene weigeringsgronden zoals die in artikel 4 van de verordening zijn vastgelegd zal voor alles bepaald moeten worden of één van de uitsluitingen van artikel 22 van de verordening van toepassing is: De bepalingen van dit hoofdstuk zijn niet van toepassing op het treffen van voorzieningen aan AWBZinstellingen hotels/pensions, trekkerswoonwagens, kloosters, tweede woningen, vakantiewoningen, recreatiewoningen, kamerverhuur en specifiek op belanghebbenden en ouderen gerichte woongebouwen voor wat betreft voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten of voorzieningen die bij nieuwbouw of renovatie zonder noemenswaardige meerkosten meegenomen kunnen worden. Door dit artikel zijn enerzijds alle woonsituaties die niet gericht zijn op een permanent zelfstandig hoofdverblijf uitgesloten. Anderzijds zijn uitgesloten situaties waarbij gezien de aard van het soort gebouw verondersteld mag worden dat bepaalde voorzieningen standaard aanwezig zijn. Is er sprake van één van deze mogelijkheden dan is afwijzing op voorhand mogelijk. 2. Vormen van woonvoorzieningen Artikel 17 van de verordening bepaalt dat er vier mogelijkheden zijn om een woonvoorziening te verstrekken: a. als algemene woonvoorziening; b. als woonvoorziening in natura; c. als persoonsgebonden budget; d. als financiële tegemoetkoming. Artikel 18 van de verordening bepaalt dat een belanghebbende die voldoet aan de criteria aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek en een aanpassing aan de woning nodig heeft, voor een algemene woonvoorziening in aanmerking kan komen als deze het probleem bij het gebruik van de woning snel en adequaat op kan lossen. 3. Algemene woonvoorzieningen. De algemene woonvoorziening is net als alle algemene voorzieningen in de verordening bedoeld voor situaties betreffende oplossingen die van korte duur zijn, lichte, niet complexe zorg/ voorzieningen of betrekking hebben op incidentele (zorg)behoeften. Om deze voorzieningen snel te realiseren worden geen eigen bijdragen gevraagd.. Gaat het om een algemene voorziening, dan zal geen aanvraag worden ingediend. Een melding bij het loket is voldoende. Na een beperkte toets zal geregeld worden dat de algemene woonvoorziening wordt gerealiseerd. Bij de invoering van de Wmo heeft het college nog geen algemene woonvoorzieningen getroffen. De bepaling in de verordening geeft het college de bevoegdheid om in de toekomst algemene woonvoorzieningen te treffen. Aangezien er nog geen algemene woonvoorzieningen zijn, zal een aanvraag voor een woonvoorziening moeten worden ingediend. In dat geval komen de onder b, c en d van artikel 17 van de verordening genoemde verstrekkingsmogelijkheden in aanmerking. 4. Individuele woonvoorzieningen Onder deze verstrekkingsmogelijkheden vallen de volgende concrete voorzieningen: a. een tegemoetkoming in de verhuis- en herinrichtingskosten; b. een bouwkundige of woontechnische woonvoorziening; c. een niet-bouwkundige of niet-woontechnische woonvoorziening; d. een uitraasruimte. e. een tegemoetkoming in verband met huurderving; f. een tegemoetkoming voor de kosten van tijdelijke huisvesting; g. een tegemoetkoming voor het verwijderen van voorzieningen; h. een tegemoetkoming voor de kosten van reparatie, keuring en onderhoud van een voorziening. Een tegemoetkoming in de verhuis- en herinrichtingskosten kan ook worden toegekend indien sprake is van een woonwagen of een woonschip.in de zin van de Huisvestingswet 13

14 4.1 Keuze tussen woningaanpassing of verhuizen Artikel 19 lid 1onder a van de verordening bepaalt dat het college een tegemoetkoming in de verhuis- en herinrichtingskosten kan verstrekken wanneer een woonruimte vanwege door de persoon ondervonden beperkingen niet langer geschikt is om te bewonen; Artikel 20 regelt het primaat van de verhuizing. Dat wil zeggen dat als vast staat dat een aanpassing noodzakelijk is, eerst beoordeeld wordt of verhuizing naar een reeds geheel aangepaste woning, of naar een goedkoper en gemakkelijker aan te passen woning een oplossing is die in aanmerking komt. In de Wvg-jurisprudentie is het hanteren van het primaat van de verhuizing op zichzelf geaccepteerd door de Centrale Raad van Beroep. Onder de Wmo zal dan ook van deze mogelijkheid gebruik worden gemaakt ter compensatie van de problemen met het gebruik van de woning. In feite gaat het bij het hanteren van het primaat van de verhuizing om een uitwerking van het principe dat wordt gekozen voor de goedkoopstadequate oplossing. Er zijn echter wel grenzen aan het hanteren van het primaat van de verhuizing, met name op het gebied van de woonlasten, het tijdsbestek waarbinnen een oplossing kan/moet worden gevonden en de verhouding tussen de besparing van het college bij toepassing van het primaat en de negatieve gevolgen voor de belanghebbende. In alle gevallen zal een goed gemotiveerd besluit genomen worden waarin alle relevante factoren, in onderling verband, worden afgewogen. Daarbij gaat het dus om factoren die spelen aan de kant van het college en aan de kant van de belanghebbende. Als op verantwoorde wijze inhoud gegeven is aan toepassing van het primaat van de verhuizing, is daarmee een adequate oplossing geboden en heeft het college aan haar compensatieverplichting voldaan. Het is niet mogelijk een uitputtend overzicht te geven van alle mogelijke afwegingsfactoren die een rol kunnen spelen, omdat elke situatie weer anders is. Wel wordt hieronder in grote lijnen een overzicht gegeven van een aantal vaak voorkomende factoren, die afhankelijk van de situatie, een rol spelen bij de besluitvorming. - De snelheid waarmee het probleem kan worden gecompenseerd. De snelheid waarmee het probleem kan worden opgelost speelt een rol in het afwegingsproces. In een aantal gevallen kan verhuizen het probleem sneller oplossen, als er snel een geschikte aangepaste of eenvoudig aan te passen woning beschikbaar is. Het hele traject van het maken van een plan, het vragen van offertes, de uitvoering en keuring vervalt dan of speelt een minder belangrijke rol. Omgekeerd kan het ook zo zijn dat het aanpassen van een woning een snellere oplossing biedt als er niet binnen een bepaalde tijd (een medisch aanvaardbare termijn) een geschikte woning vrij komt. - Rekening houden met sociale factoren Sociale omstandigheden waarmee het college rekening houdt zijn bijvoorbeeld de voorkeur van de belanghebbende, de binding van de belanghebbende met de huidige woonomgeving, de nabijheid van voor de belanghebbende belangrijke voorzieningen. Ook de waardering van de eventuele aanwezigheid van vrienden, kennissen en familie in de nabijheid van de woning van de belanghebbende zal een rol spelen in het afwegingsproces, met name in situaties waarin sprake is van mantelzorg. De sociale omstandigheden worden in het indicatie-onderzoek zoveel mogelijk geobjectiveerd. De sociale factor zal minder zwaar wegen in het voordeel van aanpassen, als dicht in de buurt van de huidige woning een geschikte of goedkoper aan te passen woning kan worden gevonden. Als de beoogde nieuwe woning dicht bij belangrijke voorzieningen, zoals winkels en werkplek is gelegen, kan dat de beslissing in het voordeel van verhuizen beïnvloeden, bijvoorbeeld omdat dan ook minder vervoersvoorzieningen nodig zijn. Als de belanghebbende zijn werk "aan huis" heeft (eigen bedrijf), dienen de consequenties van verhuizing ook vanuit de bedrijfsmatige kant meegewogen te worden. Het is immers mogelijk dat de vestiging van het bedrijf op een andere, in commercieel opzicht minder aantrekkelijke, locatie negatieve gevolgen voor het inkomen uit eigen bedrijf kan hebben. - Rekening houden met woonlasten en financiële draagkracht van de belanghebbende. Rekening houdend met de financiële mogelijkheden van de belanghebbende maakt het college een vergelijking tussen de woonlasten van de huidige en de mogelijke nieuwe woning. Alle relevante woonlasten moeten daarbij in aanmerking worden genomen. Als de woonlasten in de nieuwe woning de draagkracht van de belanghebbende te boven gaan is verhuizing geen adequate oplossing. 14

15 Als de belanghebbende eigenaar van de woonruimte is, zal een verhuizing of woningaanpassing andere gevolgen met zich meebrengen dan wanneer deze de woning huurt. Het verhuizen vanuit een koopwoning heeft meer emotionele en financiële consequenties dan verhuizing vanuit een huurwoning. Bij het verkopen van een huis komen meer aspecten aan de orde dan bij het verlaten van een huurwoning. Een aantal aspecten zal pleiten voor het verkopen van de woning en verhuizen naar een huurwoning. Andere aspecten daarentegen zullen de balans naar het aanpassen van de eigen woning doen doorslaan. Een punt betreft de vraag in hoeverre vermogenswinsten of -verliezen optreden. Een eigenaar heeft doorgaans geld geleend en/of een hypotheek op het huis. Ook indien de belanghebbende, al dan niet geheel op eigen kosten, veel aan de woning heeft verbeterd of aanpassingen heeft getroffen, ligt verhuizing soms minder voor de hand. Als de financiële situatie van een eigenaar van een woning, die gehandicapt raakt, door zijn handicap drastisch verandert (doorgaans brengt een handicap negatieve inkomensgevolgen met zich mee), kunnen moeilijkheden optreden met het opbrengen van de woonlasten van de eigen woning, en zal de belanghebbende ook problemen hebben met verhuizen. - Vergelijking aanpassingskosten huidige versus nieuwe woonruimte Het college maakt een kostenafweging tussen het aanpassen van de huidige woonruimte enerzijds en verhuizen (inclusief eventuele aanpassingskosten in de nieuwe woonruimte) anderzijds. Daarbij worden de volgende kosten in elk geval meegenomen in de overwegingen: - Huidige en voorzienbare toekomstige aanpassingskosten van de reeds bewoonde woonruimte; a. de kosten van de financiële tegemoetkoming in de verhuiskosten b. de eventuele aanpassingskosten van de nieuwe woning; c. kosten van het eventueel vrijmaken van de woning d. een eventuele financiële tegemoetkoming voor huurderving. Mocht er na de kostenafweging een verschil van niet meer dan het bedrag zoals vastgelegd in de beleidsregels financiële normen voorzieningen MO zijn zal het college het primaat van verhuizen niet hanteren. De kosten zijn het uitgangspunt bij deze afweging, maar ook andere factoren kunnen een rol spelen. - De mogelijke gebruiksduur van de aanpassing. Er wordt ook rekening gehouden worden met het feit dat een aan te passen koopwoning naar alle waarschijnlijkheid minder makkelijk kans heeft om voor hergebruik in aanmerking te komen. a. Een revisiebeding, zoals bij huurwoningen, bestaat niet voor eigen woningen; b. Het college heeft geen instrument om de woning vrij te krijgen; c. Het zal niet zo eenvoudig zijn om een geschikte kandidaat voor die woning te vinden, die zowel financieel als ergonomisch gezien geschikt is voor de betreffende woonruimte. Consequentie hiervan zal zijn dat eigen woningen meestal voor één enkele belanghebbende aangepast worden. Aanpassingen aan sociale huurwoningen zijn vaker opnieuw in te zetten dan aanpassingen aan koopwoningen, omdat deze huurwoningen opnieuw kunnen worden verhuurd aan personen met een beperking, waardoor de gebruiksduur van de aanpassing wordt verlengd. Dit speelt in de afweging dan ook een rol van belang. Ook de medische prognose speelt in dit verband een rol. Indien vaststaat dat iemands toestand naar verwachting zodanig zal verslechteren, en dat als gevolg daarvan de aanpassing slechts voor beperkte tijd zal volstaan, kan dat gegeven een rol spelen in de afweging tussen verhuizing aanpassen. Vaak zal een aangeboden mogelijkheid te verhuizen naar een andere woning door de belanghebbende als negatief worden beoordeeld: vaak zal men graag willen blijven wonen in de vertrouwde woning. Als de bovenomschreven afweging in het voordeel van verhuizing uitvalt, is die wens niet meer doorslaggevend. Dat heeft gevolgen voor het weigeren van aangeboden geschikte woningen. Na weigering beoordeelt het college of er van uit kan worden gegaan dat voldoende is gedaan om een compenserende oplossing te bieden. Dit wordt afgemeten aan de oorzaak voor het weigeren. Na het afwegen van deze factoren kan een beslissing worden genomen over het al dan niet hanteren van het primaat van de verhuizing. 15

16 Valt die afweging uit in het voordeel van verhuizing, dan gaat de verhuiskostenvergoeding een rol spelen. Een verhuiskostenvergoeding wordt in de vorm van een financiële tegemoetkoming tot een bedrag zoals is vastgelegd in de beleidsregels financiële normen voorzieningen MO toegekend. Dit is in drie situaties mogelijk aan de orde: 1. De belanghebbende gaat vanwege problemen met het normale gebruik van de woning verhuizen naar een adequate woning; 2. De belanghebbende vraagt een woonvoorziening aan in de vorm van een woningaanpassing, maar na onderzoek blijkt verhuizing de goedkoopst adequate oplossing te zijn voor het probleem. Ook mogelijk is dat de betreffende woning niet kan worden aangepast; 3. Voor het vrijmaken van een aangepaste woning door een persoon die in een aangepaste woning woont. Een financiële tegemoetkoming in de kosten van verhuis- en herinrichtingskosten is bedoeld als goedkoopstadequaat alternatief voor een dure woningaanpassing in gevallen waarin die verhuizing niet algemeen gebruikelijk is, gelet op leeftijd, gezins- of woonsituatie. Verhuizingen wegens gezinsuitbreiding of om als jongvolwassene zelfstandig te gaan wonen zijn in beginsel algemeen gebruikelijk, evenals voorspelbare verhuizingen van senioren. Voor verhuizingen naar AWBZ-instellingen of andere zorginstellingen wordt geen financiële tegemoetkoming verstrekt, evenmin voor verhuizingen naar woningen die niet geschikt of bestemd zijn voor permanente bewoning, zoals in artikel 24 aanhef en onder e. van de verordening wordt bepaald. Een verhuis- en inrichtingskostenvergoeding kan verstrekt worden wanneer er sprake is van ondervonden belemmeringen bij het normale gebruik van de woning, die door middel van een verhuizing op de goedkoopstadequate kunnen worden opgelost. Deze eis wordt niet gesteld als het gaat om een verhuizing naar een ADLwoning en evenmin in situaties waarin het gaat om een persoon buiten de Wmo-doelgroep een aangepaste woning te laten vrijmaken. Alleen als het vrijmaken van de woning op verzoek van het college gebeurt, is er aanspraak op een financiële tegemoetkoming voor verhuis- en herinrichtingskosten Het college verstrekt in beginsel geen financiële tegemoetkoming voor verhuizing en herinrichting, indien de verhuizing heeft plaatsgevonden voordat op de aanvraag is beschikt, tenzij achteraf alsnog kan worden vastgesteld dat er problemen bij het normale gebruik van de woning werden ondervonden in de verlaten woning. Als dat laatste niet meer kan, is dat reden voor afwijzing. 4.2 Vergoeding voor vrijmaken van aangepaste woning Aan de achtergeblevene(n) van een aangepaste woning kan een vergoeding voor verhuizing en inrichting worden verstrekt voor het ontruimen van de woning als deze woning niet langer wordt gebruikt door een belanghebbende en het college de woning wil gebruiken voor een andere belanghebbende. Om voor deze vergoeding in aanmerking te komen moet er sprake zijn van een verzoek van het college om de aangepaste woning vrij te maken. De hoogte van de vergoeding staat vermeld in de beleidsregels financiële normen voorzieningen MO. 5. Primaat losse woonunit Komt verhuizing niet in aanmerking, dan wordt beoordeeld welke aanpassingen noodzakelijk zijn. Hierbij geeft de verordening nog een tweede primaat aan, te weten het primaat van de losse woonunit (artikel 21): Indien een bouwkundige woonvoorziening bestaat uit een aanbouw aan of een aanzienlijke verbouwing van een woning die niet het eigendom is van een verhuurder, die bereid is de aangepaste woning blijvend ter beschikking te stellen van personen die op basis van aantoonbare beperkingen ten gevolge van ziekte of gebrek behoefte hebben aan een dergelijke woning, zal het college een herplaatsbare losse woonunit verstrekken indien daartegen geen bezwaren van overwegende aard bestaan. Dit primaat heeft een plaats gekregen om te voorkomen dat grote bedragen over een gering aantal jaren afgeschreven moet worden: na aanpassing van een eigen woning is de kans op hergebruik immers gering. Het college hanteert dit primaat o.a. als de voorziening tijdelijk is zoals bij de ziekte ALS Om van dit primaat gebruik te kunnen maken moet uiteraard de mogelijkheid tot het plaatsen van een losse unit bestaan, bijvoorbeeld doordat er voldoende ruimte is. Daarbij zal het meestal zo zijn dat als er voldoende 16

17 ruimte is voor het plaatsen van een losse unit als er ook ruimte is voor het plaatsen van een aanbouw. Ook op dit punt geldt dat de wens van belanghebbende een aanbouw te realiseren niet doorslaggevend is: een aanbouw is niet herbruikbaar, een losse unit wel. Het programma van eisen zoals dat geldt voor een aanbouw kan gebruikt worden voor een losse woonunit. De losse woonunit wordt in bruikleen verstrekt. als de unit niet meer nodig is moet dit aan het college gemeld te worden. Het college draagt er dan zorg voor dat de unit verwijderd wordt en de woning in de oude staat wordt teruggebracht. Deze kosten maken onderdeel uit van de verstrekking van een losse woonunit. Is een losse unit niet mogelijk, of is de aanpassing niet zodanig dat deze afweging gemaakt moet worden, dan kan de stap naar de al dan niet bouwkundige aanpassing worden gemaakt. 6. Weigeringsgronden alle woningaanpassingen 6.1 Hoofdverblijf. Artikel 23 van de verordening bepaalt in lid 1: Een woonvoorziening wordt slechts verleend indien de belanghebbende zijn hoofdverblijf heeft of zal hebben in de woonruimte waaraan de voorziening wordt getroffen. Het hoofdverblijf is de woonruimte, bestemd en geschikt voor permanente bewoning, waar de belanghebbende zijn vaste woon- en verblijfplaats heeft en in het gemeentelijke basisadministratie staat ingeschreven dan wel zal staan ingeschreven Ook kan het gaan om het feitelijke adres, indien de belanghebbende een briefadres heeft. Het college waar de woning staat heeft compensatieplicht, behalve in de situatie waarin de persoon uit de Wmodoelgroep verhuist van de ene gemeente naar een andere gemeente. Een aanvraag voor een woonvoorziening in de vorm van een verhuiskostenvergoeding behoort dan tot de compensatieplicht van de vertrekgemeente. In uitzonderingssituaties is er sprake van twee hoofdverblijven. Daarbij moet worden gedacht aan belanghebbende kinderen van gescheiden ouders, die in co-ouderschap door beide ouders worden opgevoed en daadwerkelijk de ene helft van de tijd bij de ene ouder wonen en de andere helft van de tijd bij de andere ouder. Alleen in die situatie kunnen in beide ouderlijke woningen woonvoorzieningen getroffen worden, en niet in situaties waarin sprake is van bezoekregelingen. Als de woningen van de ouders in een dergelijke situatie in twee verschillende gemeenten zijn gesitueerd, rust de compensatieplicht alleen op het college waar de woning van de betreffende ouder is gelegen. Artikel 23 biedt in de leden 2 tot en met 5 een uitzondering op deze hoofdregel: 2. In afwijking van het gestelde in het eerste lid kan een woonvoorziening getroffen worden voor het logeerbaar maken van één woonruimte indien de belanghebbende zijn hoofdverblijf heeft in een AWBZ-instelling. 3. De aanvraag voor het logeerbaar maken wordt ingediend in de gemeente waar de aan te passen woning staat. 4. De woonvoorziening betreft slechts het logeerbaar maken van de in het tweede lid bedoelde woonruimte met een door het college in de beleidsregels financiële norm,en voorzieningen MO, vastgelegd maximaal bedrag. 5. Onder logeerbaar maken wordt uitsluitend verstaan dat de belanghebbende de woonruimte, de woonkamer, slaapkamer, de badkamer kan bereiken en een toilet kan bereiken en gebruiken. 6.2 Overige weigeringsgronden woonvoorzieningen. Als het gaat om woonvoorzieningen zijn er nog een aantal weigeringsgronden, zoals in de verordening vastgelegd in artikel 24: De aanvraag voor een woonvoorziening als bedoeld in dit hoofdstuk wordt geweigerd indien: a. de noodzaak tot het treffen van de woonvoorziening het gevolg is van een verhuizing waartoe op grond van belemmeringen bij het normale gebruik van de woning ten gevolg van ziekte of gebrek geen aanleiding bestond en er geen andere belangrijke reden aanwezig was; b. de belanghebbende niet is verhuisd naar de voor zijn of haar beperkingen op dat moment beschikbare meest geschikte woning, tenzij daarvoor tevoren schriftelijk toestemming is verleend door het college; c. deze betrekking heeft op voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten anders dan automatische deuropeners, hellingbanen, het verbreden van gemeenschappelijke toegangsdeuren, het aanbrengen 17

18 van drempelhulpen of vlonders, het aanbrengen van een opstelplaats bij de toegangsdeur van de gemeenschappelijke ruimte en extra trapleuningen; d. de woonvoorziening aangevraagd wordt op een moment dat op basis van leeftijd, gezinssituatie of woonsituatie te voorzien was dat deze voorziening noodzakelijk zou zijn en er geen sprake is van een onverwacht optredende noodzaak; e. De belanghebbende voor het eerst zelfstandig gaat wonen, verhuisd is vanuit of naar een woonruime die niet geschikt is het gehele jaar door bewoond te worden, verhuisd is naar een AWBZ-instelling of een andere instelling gericht op het verstrekken van zorg, of er in de verlaten woonruimte geen problemen met het normale gebruik van de woning zijn ondervonden. De onder a genoemde weigeringsgrond ziet vooral op situaties waarbij vanuit een aangepaste en geschikte woning verhuisd wordt naar een niet of minder aangepaste en geschikte woning. Deze verhuizingen van adequaat naar inadequaat kunnen alleen leiden tot aanpassingen als daar een belangrijke reden voor is. Daaronder kan verstaan worden het aannemen van een functie op een zodanige afstand dat verhuizen noodzakelijk is, de situatie na een echtscheiding waarbij de aangepaste woning niet meer bewoond kan blijven worden enz. In deze uitzonderingssituaties mag verwacht worden dat de belanghebbende tevoren contact opneemt met het college, zodat het college mee kan bepalen wat de goedkoopst-adequate oplossing is. Onder b wordt aangegeven dat (uiteraard) bij verhuizing gezocht wordt naar de meest geschikte woning, gezien de omstandigheden van belanghebbende. Dat betekent dat als er een keuze is tussen een geschikte en een (minder) niet geschikte woning, gekozen dient te worden voor de geschikte woning. Gebeurt dat niet, dan zal dat aanleiding zijn tot afwijzing. Daarbij kan meegewogen worden of tevoren overleg heeft plaatsgevonden. Ook kan rekening gehouden worden met kennis die het college heeft van op enig moment beschikbare geschikte woningen. Aanpassingen aan gemeenschappelijke ruimten kunnen, zo blijkt uit de jurisprudentie, gelimiteerd worden. Dit uitgangspunt is onder punt c vastgelegd. Onder d. worden uitzonderingen gemaakt voor algemeen gebruikelijke verhuizingen en verhuizingen die te voorzien zijn. Op dit punt wordt sterk aangesloten bij de eigen verantwoordelijkheid van de belanghebbende. Wie redelijkerwijs kan verwachten dat traplopen, wat nu al lastig is, binnen 5 jaar onmogelijk gaat worden, moet op tijd maatregelen nemen en gaan zoeken naar een alternatieve woning. Wachten tot het niet langer kan gaat aan deze eigen verantwoordelijkheid voorbij en is daarom aanleiding tot afwijzing. De onder e. genoemde weigeringsgrond als het gaat om voor het eerst zelfstandig gaan wonen geldt alleen voor de financiële tegemoetkoming in de verhuiskosten. Een kind dat vanuit het ouderlijk huis voor het eerst zelfstandig gaat wonen komt dus niet in aanmerking voor een verhuiskostenvergoeding maar kan wel in aanmerking komen voor de andere woonvoorzieningen. 7. Bouwkundige en niet-bouwkundige voorzieningen. Of de belanghebbende in aanmerking komt voor een losse (roerende) of een vaste (onroerende) woonvoorziening, hangt af van de bouwkundige situatie van de woning en van de ondervonden beperkingen en belemmeringen. Het gaat bij losse woonvoorzieningen bijvoorbeeld om tilliften, badliften, douche/toiletstoelen, douchestretchers, badtransfer-planken. Waar mogelijk zal uit oogpunt van herbruikbaarheid gekozen worden voor verstrekking van losse woonvoorzieningen. Zoals al vermeld gaat het hier niet om inrichtingselementen. De losse woonvoorziening moet voorzien in een oplossing voor een elementaire woonfunctie, die eventueel ook kan worden geboden middels een bouwkundige voorziening. Meestal zal de losse voorziening een goedkoop en adequaat alternatief zijn voor een vast voorziening. Een voorbeeld: in plaats van een vaste plafondlift als transferhulpmiddel kan ook een losse tillift worden verstrekt of een transferplank. Ook zal bij voorkeur met losse voorzieningen worden gewerkt in situaties waarin mensen wachten op opname in een zorginstelling of in andere situaties waarin de voorziening langdurig noodzakelijk is, maar waarin de verstrekking van vaste woonvoorzieningen als risico met zich meebrengt dat deze voorziening op zichzelf niet efficiënt is. Voorbeelden zijn terminale situaties, maar ook situaties waarin mensen die in een slooppand wonen. 7.1 Bouwkundige woonvoorzieningen Uitbreiding van ruimten 18

19 Als het gaat om uitbreiding van ruimten worden de volgende maxima aangehouden, tenzij medische noodzaak een ander maximum vergt. Uiteraard dient dat door een onafhankelijk adviserend arts (in principe de adviseur van het college) aangegeven te worden: Soort vertrek Bij aanbouw (in m²) Bij uitbreiding (in m²) woonkamer 30 6 keuken persoonsslaapkamer persoonsslaapkamer toiletruimte 2 1 badkamer - wastafelruimte doucheruimte 3 2 entree/hal/gang 5 2 berging 6 4 Bij sommige (Wmo)voorzieningen is meer ruimte nodig om de voorzieningen goed te kunnen gebruiken. Hiervoor kan een financiële tegemoetkoming per m 2 worden verstrekt, aangegeven per voorziening: verrijdbare douchebrancard + 2 m 2 tillift + 1,5 m 2 tafel/bureau (voor slaap/studeerkamer) + 2 m 2 brancard/tillift + 1 m De uitraasruimte. De uitraasruimte was voorheen, onder de Wvg, omschreven in de wet zelf, maar is onder de Wmo omschreven in de verordening. Artikel 19, aanhef en onder d luidt dan ook: De in artikel 17 onder b., c. en d. genoemde voorzieningen kunnen bestaan uit: ( ) d. een uitraasruimte. Het gaat om een ruimte die alleen ten behoeve van de persoon met een aantoonbare gedragsstoornis noodzakelijk is, om hem/haar tot rust te doen komen. Dit vloeit ook voort uit de algemene beperking dat individuele Wmo-voorzieningen in hoofdzaak op het individu gericht zijn. De uitraasruimte is dus uitdrukkelijk niet bedoeld om overlast voor huisgenoten te beperken, hoewel dat wel een mogelijk neveneffect kan zijn van verstrekking. Met het oog op de beperking, de gedragsstoornis met ernstig ontremd gedrag tot gevolg, zal de ruimte in de regel beperkt van omvang zijn. Aanwezige voorzieningen zijn gericht op het doel van de uitraaskamer, het tot rust laten komen. Doorgaans zal de ruimte daarom prikkelarm en veilig moeten zijn, en tevens zijn uitgerust met voorzieningen die toezicht mogelijk maken. Voor zover dat geen technische apparatuur is kan dat onder de voorziening vallen. Op basis van deskundigenadvies (met name een advies van een onafhankelijk psycholoog of orthopedagoog kan van belang zijn) zal op individuele basis worden vastgesteld aan welke eisen de uitraasruimte moet voldoen. Waar mogelijk zullen bestaande ruimten worden aangepast, bijvoorbeeld de slaapkamer van de persoon voor wie de uitraaskamer nodig is. Criteria om voor het aanleggen van een uitraaskamer in aanmerking te komen zijn: - Belanghebbende heeft aantoonbare gedragsstoornissen (ter beoordeling aan deskundige), bijvoorbeeld zelfverwonding of vernielzucht. Met name het gevaarscriterium weegt hierin zwaar. - Belanghebbende vertoont ernstig ontremd gedrag (ter beoordeling aan deskundige), bijvoorbeeld ongecontroleerde driftbuien of overmatige apathie. - De belanghebbende moet voor de gedragsstoornissen onder behandeling zijn geweest of zich onder behandeling stellen van een specialist. Tevens moet deskundige begeleiding voor het omgaan met de gedragsstoornissen in de thuissituatie minimaal een half jaar zijn uitgeprobeerd en geëvalueerd. 19

20 7.1.3 Woningaanpassingen in gemeenschappelijke ruimten Als het aanpassen van gemeenschappelijke ruimten noodzakelijk is om de woonruimte voor de belanghebbende toegankelijk te maken dan kan hiervoor, een financiële tegemoetkoming worden verstrekt (m.u.v. specifiek op ouderen en gehandicapten gerichte woongebouwen). Uitsluitend de volgende aanpassingen komen in het kader van de Wmo voor vergoeding in aanmerking: - het verbreden van gemeenschappelijke toegangsdeuren - het aanbrengen van automatische deuropeners - het aanbrengen van extra trapleuning(en) - aanleg van een hellingbaan van de openbare weg naar de toegang van de woning - aanbrengen van drempelhulpen of vlonders - een opstelplaats voor een rolstoel bij de toegangsdeur van het woongebouw Woningaanpassing in woonschepen en woonwagens Artikel 19 lid 2 bepaalt dat ook een woonvoorziening kan worden toegekend als er sprake is van een woonwagen of een woonschip. Voor aanpassingen in woonschepen en woonwagens gelden een aantal specifieke voorwaarden die hieronder worden vermeld: - Er wordt alleen een financiële tegemoetkoming in de aanpassingskosten van een woonschip of woonwagen verleend als de technische levensduur minimaal vijf jaar is. - Er wordt alleen een financiële tegemoetkoming in de aanpassingskosten van een woonschip of woonwagen verleend als de lig/standplaats niet binnen vijf jaar voor opheffing in aanmerking komt - Als de technische levensduur van het woonschip of de woonwagen minder dan vijf jaar is, of de standplaats van de woonwagen binnen vijf jaar voor opheffing in aanmerking komt, of het woonschip niet ten minste nog vijf jaar op de ligplaats mag liggen, staat in de beleidsregels financiële normen voorzieningen MO het bedrag vermeld voor de maximale aanpassingskosten. - Er wordt alleen een financiële tegemoetkoming in de aanpassingskosten van een woonwagen verleend als de woonwagen ten tijde van de indiening van de aanvraag voor een woonvoorziening op een officiële aangewezen standplaats stond. - Er wordt alleen een financiële tegemoetkoming in de aanpassingskosten van een binnenschip verleend, indien de aanpassing betrekking heeft op het voor de schipper, de bemanning en hun gezinsleden bestemde gedeelte van het bedrijf, als bedoeld in artikel 5, eerste lid van de Wet vervoer Binnenvaart, dat: a. in het register, bedoeld in artikel 783 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek als zodanig te boek is gesteld op de wijze omschreven in de maatregel te boek gestelde schepen 1992; en b. bedrijfsmatig wordt gebruikt, hetzij voor het vervoer van goederen, daarbij blijkens de meetbrief bedoeld in het metingsbesluit binnenvaartuigen 1978 een laadvermogen van ten minste 15 ton hebbend, of voor het vervoer van meer dan 12 personen buiten de in de aanhef bedoelde Verstrekking van een woningaanpassing Bij het verlenen van een financiële tegemoetkoming voor een woningaanpassing gelden de volgende voorwaarden: - De voorziening is gericht op het opheffen van belemmeringen in het normale gebruik van de woning Indien wordt verhuisd van een adequate naar een inadequate woning dan wordt in principe geen financiële tegemoetkoming voor een woningaanpassing toegekend tenzij de verhuizing plaatsvindt om belangrijke redenen. Hiertoe behoren het aanvaarden van een werkkring in een andere gemeente of gewijzigde gezinsomstandigheden (samenwonen, gezinsuitbreiding of echtscheiding). In alle overige gevallen dient, voorafgaand aan de verhuizing, contact met het college te worden opgenomen over de voorwaarden voor een eventuele vergoeding. - Om voor een woningaanpassing in aanmerking te komen dient de belanghebbende bij het verhuizen rekening te houden met de voor zijn of haar beperkingen op dat moment beschikbare, meest geschikte woning, tenzij tevoren schriftelijk toestemming is verleend door burgemeester en wethouders. Indien dit niet het geval is kan een aanvraag voor een woningaanpassing worden geweigerd. - De tegemoetkoming voor een woningaanpassing wordt uitbetaald aan de eigenaar van de woning Gemeenschappelijke ruimten kunnen worden aangepast als zonder deze aanpassingen de woonruimte voor de belanghebbende ontoegankelijk blijft, m.u.v. specifiek op ouderen en belanghebbenden gerichte woongebouwen (in de volgende paragraaf wordt vermeld welke aanpassingen in gemeenschappelijke ruimten voor vergoeding in het kader van de Wmo in aanmerking komen). - Het college verleent slechts een financiële tegemoetkoming indien de woonvoorzieningen toereikend zijn verzekerd Bereikbaarheid en doorgankelijkheid van de woning Met de bereikbaarheid van de woning wordt bedoeld het kunnen bereiken van de woning al dan niet met gebruik van een loophulpmiddel, rolstoel of vervoersvoorziening. Uitgangspunt is dat de woning in ieder geval bereikbaar moet zijn via één toegangsdeur, bij voorkeur via de voordeur tenzij dit bouwkundig niet mogelijk is. Voorzieningen die in het kader van de bereikbaarheid en doorgankelijkheid van de woning verstrekt kunnen worden zijn: - Verbreden van toegangsdeuren en toegangspaden 20

Toelichting Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011

Toelichting Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011 Toelichting Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011 Toelichting op het besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011 2 INHOUDSOPGAVE Toelichting

Nadere informatie

Besluit nadere regels individuele voorzieningen voor mensen met beperkingen. Hoofdstuk 1 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget

Besluit nadere regels individuele voorzieningen voor mensen met beperkingen. Hoofdstuk 1 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget Besluit nadere regels individuele voorzieningen voor mensen met beperkingen Hoofdstuk 1 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget Artikel 1 Regels rond verstrekking en verantwoording Lid 1 Verstrekking

Nadere informatie

Toelichting op Besluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Slochteren.

Toelichting op Besluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Slochteren. CONCEPT CONCEPT CONCEPT Toelichting op Besluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente. Inleiding Naast een Verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

Toelichting. Artikel 2

Toelichting. Artikel 2 Toelichting Algemeen De systematiek van de verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Utrechtse Heuvelrug is dat steeds algemene voorzieningen, waaronder het collectief vervoer, het primaat hebben.

Nadere informatie

Besluit: Vast te stellen het navolgende Besluit voorzieningen Wmo gemeente Waterland 2013.

Besluit: Vast te stellen het navolgende Besluit voorzieningen Wmo gemeente Waterland 2013. Portefeuillehouder: Onderwerp: B.G. Schalkwijk vaststellen van het Besluit voorzieningen Wmo gemeente Waterland 2013. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland, overwegende dat

Nadere informatie

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BOXMEER 2012 HOOFDSTUK 1. VOORZIENINGEN GERICHT OP HET HUISHOUDEN...2 ARTIKEL 1.1 OMSCHRIJVING VAN DE VOORZIENING...2 ARTIKEL 1.2 EIGEN BIJDRAGE...2

Nadere informatie

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Maasbree 2007

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Maasbree 2007 Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Maasbree 2007 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Maasbree Officiële naam regeling Besluit nadere regels

Nadere informatie

B e s l u i t e n: Burgemeester en wethouders van Purmerend, Gelet op Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Purmerend 2011,

B e s l u i t e n: Burgemeester en wethouders van Purmerend, Gelet op Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Purmerend 2011, Burgemeester en wethouders van Purmerend, Gelet op Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Purmerend 2011, B e s l u i t e n: vast te stellen het Besluit maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BOXMEER HOOFDSTUK 1. VOORZIENINGEN GERICHT OP HET HUISHOUDEN... 2 ARTIKEL 1.1 OMSCHRIJVING VAN DE VOORZIENING... 2 ARTIKEL 1.2 EIGEN BIJDRAGE...

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2010

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2010 Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2010 Burgemeester en wethouders van de gemeente Hoogeveen; Gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Verordening maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011 Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011 behorende bij de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011 Besluit voorzieningen maatschappelijke

Nadere informatie

Financieel Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Sint Anthonis 2014

Financieel Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Sint Anthonis 2014 CVDR Officiële uitgave van Sint Anthonis. Nr. CVDR329216_1 3 oktober 2017 Financieel Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Sint Anthonis 2014 HOOFDSTUK 1. VOORZIENINGEN GERICHT OP HET HUISHOUDEN

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning Heemskerk januari 2009

Besluit maatschappelijke ondersteuning Heemskerk januari 2009 Besluit maatschappelijke ondersteuning Heemskerk 2009 1 januari 2009 BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING HEEMSKERK 2009 Inhoudsopgave Geregistreerd onder nummer Z/2008/148754 Wettelijke grondslag:

Nadere informatie

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2012 (FINANCIEEL BESLUIT)

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2012 (FINANCIEEL BESLUIT) BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2012 (FINANCIEEL BESLUIT) INLEIDING Het besluit maatschappelijke ondersteuning is bedoeld om alle bedragen in op te nemen. Dit is van belang omdat bedragen tenminste

Nadere informatie

Financieel besluit 2010 Hoofdstuk 1 Regels rond verstrekking en verantwoording. Artikel 1. Regels rond verstrekking en verantwoording

Financieel besluit 2010 Hoofdstuk 1 Regels rond verstrekking en verantwoording. Artikel 1. Regels rond verstrekking en verantwoording Financieel besluit 2010 Hoofdstuk 1 Regels rond verstrekking en verantwoording Artikel 1. Regels rond verstrekking en verantwoording a. Een persoonsgebonden budget kan alleen worden toegekend indien een

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning Uitgeest 2013. 1 januari 2013

Besluit maatschappelijke ondersteuning Uitgeest 2013. 1 januari 2013 Besluit maatschappelijke ondersteuning Uitgeest 2013 1 januari 2013 Inhoudsopgave Artikel 1 Begripsbepalingen 3 Artikel 2 Regels rond verstrekking en verantwoording 3 Artikel 3 Vaststelling bedrag persoonsgebonden

Nadere informatie

Toelichting Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2012.

Toelichting Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2012. Toelichting Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2012. Inleiding. Naast een verordening maatschappelijke ondersteuning is er ook een Besluit maatschappelijke ondersteuning. In dit

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget. Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2011 Nr. 73307 gelet op het bepaalde in artikel 4 en 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning, alsmede de Verordening maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning. gemeente Nunspeet 2010

Besluit maatschappelijke ondersteuning. gemeente Nunspeet 2010 Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Nunspeet 2010 Besluit WMO gemeente Nunspeet Januari 2010 afdeling Publiek en Sociaal gemeente Nunspeet - 2 - Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente

Nadere informatie

TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BUSSUM 2011

TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BUSSUM 2011 TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BUSSUM 2011 INHOUD HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN...1 HOOFDSTUK 2 BIJZONDERE REGELS OVER HET PERSOONSGEBONDEN BUDGET...2 HOOFDSTUK 3

Nadere informatie

1.1. Verstrekking van een toegekende individuele voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget vindt plaats op verzoek van belanghebbende.

1.1. Verstrekking van een toegekende individuele voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget vindt plaats op verzoek van belanghebbende. Besluit voorzieningen Wmo gemeente Middelburg 2014 Vastgesteld in de collegevergadering van 28 december 2011 Gewijzigd: 11 december 2012, 10 december 2013 Publicatiedatum: 4 januari 2012, 19 december 2012,

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget. Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2009 Nr. 49658 Burgemeester en wethouders van de gemeente Oldebroek; gelet op het bepaalde in artikel 4 en 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning,

Nadere informatie

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Leudal

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Leudal Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Leudal INHOUD Hoofdstuk 1 Bijzondere regels over het persoonsgebondenbudget... 2 Hoofdstuk 2 Eigen bijdragen... 3 Hoofdstuk 3 Hulp bij het huishouden...

Nadere informatie

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2014 GEMEENTE VELSEN

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2014 GEMEENTE VELSEN BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2014 GEMEENTE VELSEN Het College, gelet op de bepalingen in de artikelen 17, 19, 22 en 30 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Velsen 2013,

Nadere informatie

Burgemeester en wethouders van de gemeente Oldebroek; gelet op het bepaalde in artikel 4 en 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning, alsmede de

Burgemeester en wethouders van de gemeente Oldebroek; gelet op het bepaalde in artikel 4 en 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning, alsmede de Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2013 Nr. 114031 Burgemeester en wethouders van de gemeente Oldebroek; gelet op het bepaalde in artikel 4 en 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning,

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning De Ronde Venen Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget (pgb).

Besluit maatschappelijke ondersteuning De Ronde Venen Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget (pgb). GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente De Ronde Venen. Nr. 1945 8 januari 2015 Besluit maatschappelijke ondersteuning De Ronde Venen 2015 Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget

Nadere informatie

Besluit. maatschappelijke ondersteuning. Gemeente Oude IJsselstreek

Besluit. maatschappelijke ondersteuning. Gemeente Oude IJsselstreek Besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeente Oude IJsselstreek 2013 13ini00380 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget... 3 Artikel 1.1 Regels rond verstrekking

Nadere informatie

Deze inleiding is bedoeld als introductie van de beleidsregels en zal geen onderdeel uitmaken van de gemeentelijke beleidsregels.

Deze inleiding is bedoeld als introductie van de beleidsregels en zal geen onderdeel uitmaken van de gemeentelijke beleidsregels. Inleiding beleidsregels Wmo. Deze inleiding is bedoeld als introductie van de beleidsregels en zal geen onderdeel uitmaken van de gemeentelijke beleidsregels. Voor u liggen de beleidsregels individuele

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning. Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

Besluit maatschappelijke ondersteuning. Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget. Besluit maatschappelijke ondersteuning Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget. Artikel 1. Regels rond verstrekking en verantwoording 1.1. Verstrekking van een toegekende individuele

Nadere informatie

BESLUIT VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Súdwest-Fryslân

BESLUIT VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Súdwest-Fryslân BESLUIT VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2013 Súdwest-Fryslân 1 INHOUDSOPGAVE Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11

Nadere informatie

BIJLAGE Ib. Toelichting Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning ISD De Rijnstreek

BIJLAGE Ib. Toelichting Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning ISD De Rijnstreek A. Algemene toelichting 1.0 Omvang van de eigen bijdrage/eigen aandeel In de Verordening is bepaald dat een cliënt een eigen bijdrage betaalt bij een voorziening in natura of een persoonsgebonden budget

Nadere informatie

Overzicht aanpassingen Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Waalwijk 2010 -> 2011

Overzicht aanpassingen Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Waalwijk 2010 -> 2011 Overzicht aanpassingen Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Waalwijk 2010 -> 2011 Tekst Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Waalwijk 2010 Artikel

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heusden 2007

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heusden 2007 Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heusden 2007 Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen 1. In dit besluit wordt verstaan onder: a. Verordening: de Wmo-verordening gemeente Heusden

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning citeertitel: Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 Scherpenzeel vastgesteld bij besluit van

Besluit maatschappelijke ondersteuning citeertitel: Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 Scherpenzeel vastgesteld bij besluit van Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 citeertitel: Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 Scherpenzeel vastgesteld bij besluit van Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 Onderwerp: besluit

Nadere informatie

gelet op de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Haren 2012;

gelet op de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Haren 2012; HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE HAREN, gelezen het voorstel, nr 8502; gelet op de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Haren 2012; b e s l u i t : vast te stellen:

Nadere informatie

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Berkelland 2010

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Berkelland 2010 CVDR Officiële uitgave van Berkelland. Nr. CVDR32504_1 29 mei 2018 Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Berkelland 2010 Hoofdstuk Algemene bepalingen. Artikel Begripsbepalingen. In

Nadere informatie

Gemeente Utrechtse Heuvelrug. Financieel Besluit. Behorende bij de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2013

Gemeente Utrechtse Heuvelrug. Financieel Besluit. Behorende bij de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2013 Gemeente Utrechtse Heuvelrug Financieel Besluit Behorende bij de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2013 1 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Regels rond verstrekking en verantwoording...

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster Gelet op Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Beemster 2013,

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster Gelet op Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Beemster 2013, CVDR Officiële uitgave van Beemster. Nr. CVDR324099_1 5 september 2017 Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2014 Burgemeester en wethouders van Beemster, Gelet op Verordening voorzieningen

Nadere informatie

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning 2013 gemeente Venray

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning 2013 gemeente Venray Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning 2013 gemeente Venray 1 INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen 4 Artikel 1 Begripsomschrijving 4 Hoofdstuk 2 Bijzondere bepalingen over het

Nadere informatie

Besluit voorzieningen Wmo gemeente Veere Vastgesteld in de collegevergadering van 17 december 2013

Besluit voorzieningen Wmo gemeente Veere Vastgesteld in de collegevergadering van 17 december 2013 Besluit voorzieningen Wmo gemeente Veere 2014 Vastgesteld in de collegevergadering van 17 december 2013 Inhoudsopgave Inhoudsopgave...2 Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget....3

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning. Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

Besluit maatschappelijke ondersteuning. Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget. Besluit maatschappelijke ondersteuning Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget. Artikel 1. Regels rond verstrekking en verantwoording 1.1. Verstrekking van een toegekende individuele

Nadere informatie

Toelichting Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek.

Toelichting Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek. Toelichting Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek. Inleiding. Naast een verordening maatschappelijke ondersteuning is er ook een Besluit maatschappelijke ondersteuning. In dit besluit

Nadere informatie

Gelet op artikel 15 van de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal,

Gelet op artikel 15 van de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal, Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal, Gelet op artikel 15 van de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Ede. 8 februari 2011

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Ede. 8 februari 2011 Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Ede 8 februari 2011 1 Besluit maatschappelijke ondersteuning met toelichting versie dinsdag 8 februari 2011 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1. BIJZONDERE REGELS

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning 2007

Besluit maatschappelijke ondersteuning 2007 Besluit maatschappelijke ondersteuning 2007 gemeente West Maas en Waal november 2006 BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2007 (op basis van delegatie in de Verordening voorzieningen maatschappelijke

Nadere informatie

a. op grond van aanwijzingen het ernstige vermoeden bestaat dat de aanvrager problemen zal hebben bij het omgaan met een persoonsgebonden budget;

a. op grond van aanwijzingen het ernstige vermoeden bestaat dat de aanvrager problemen zal hebben bij het omgaan met een persoonsgebonden budget; Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Ede Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget. Artikel 1. Regels rond verstrekking en verantwoording 1.1 Verstrekking van een toegekende

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden De Bestuurscommissie Sociale Dienst Drechtsteden; gezien het voorstel d.d. 2007; gelet op artikel 5, 6, 7, 15 en 19 van de Wet maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

Toelichting Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

Toelichting Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden Toelichting Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden Inleiding. Naast de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden is er ook een Besluit maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2010

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2010 CVDR Officiële uitgave van Hoogeveen. Nr. CVDR23840_1 29 maart 2016 Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2010 Burgemeester en wethouders van de gemeente Hoogeveen; Gelet op de Wet

Nadere informatie

DE BEDRAGEN IN DIT BESLUIT GELDEN PER 1-1-2011. Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

DE BEDRAGEN IN DIT BESLUIT GELDEN PER 1-1-2011. Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden DE BEDRAGEN IN DIT BESLUIT GELDEN PER 1-1-2011 Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden De Bestuurscommissie Sociale Dienst Drechtsteden; gezien het voorstel d.d. 24 april 2007; gelet op artikel

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel,

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel, GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Capelle aan den IJssel. Nr. 169685 5 december 2016 Besluit maatschappelijke ondersteuning Capelle aan den IJssel 2017 Het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Achtkarspelen 2012

FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Achtkarspelen 2012 FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Achtkarspelen 2012 Hoofdstuk 1. Eigen bijdrage en eigen aandeel in de kosten Artikel 1. Hoogte eigen bijdrage en eigen aandeel Lid 1. Bij het verstrekken

Nadere informatie

GEMEENTE OOSTZAAN 2014

GEMEENTE OOSTZAAN 2014 1 januari 2014 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN...... 3 1. Inleiding... 3 2. Definities... 3 HOOFDSTUK 2 BIJZONDERE REGELS OVER HET PERSOONSGEBONDEN BUDGET... 4 Artikel 2 Regels rond verstrekking...

Nadere informatie

TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE EEMNES 2011

TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE EEMNES 2011 TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE EEMNES 2011 INHOUD HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN...2 HOOFDSTUK 2 BIJZONDERE REGELS OVER HET PERSOONSGEBONDEN BUDGET...3 HOOFDSTUK 3

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning

Besluit maatschappelijke ondersteuning Besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeente Wijk bij Duurstede, november 2012 Artikel 1. Bedragen eigen bijdrage en eigen aandeel De bedragen en het percentage die gelden voor een eigen bijdrage of

Nadere informatie

Besluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Woudenberg

Besluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Woudenberg Besluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Woudenberg Het Besluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Woudenberg (Besluit) is een uitwerking

Nadere informatie

MEMO van college aan de raad

MEMO van college aan de raad MEMO van college aan de raad datum : 25 februari 2010 (binnengekomen bij de griffie 1 maart 2010) aan : Gemeenteraad van : College onderwerp : Besluit individuele maatschappelijke ondersteuning 2010 Portefeuillehouder:

Nadere informatie

Toelichting Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

Toelichting Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden Toelichting Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden Inleiding. Naast de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden is er ook een Besluit maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

Besluit Maatschappelijke Ondersteuning De Ronde Venen 2016

Besluit Maatschappelijke Ondersteuning De Ronde Venen 2016 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente De Ronde Venen. Nr. 32637 17 maart 2016 Besluit Maatschappelijke Ondersteuning De Ronde Venen 2016 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning Barneveld juli 2008

Besluit maatschappelijke ondersteuning Barneveld juli 2008 juli 2008 Burgermeester en wethouders van Barneveld; gelet op de bepalingen in de artikelen 3, 6, 7, 12, 19, 21 25, 32, 33 38 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Barneveld;

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Grootegast Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Grootegast Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget. Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Grootegast Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget. Artikel 1. Regels rond verstrekking en verantwoording. 1. Verstrekking van een

Nadere informatie

BESLUIT WMO GEMEENTE WERKENDAM

BESLUIT WMO GEMEENTE WERKENDAM BESLUIT WMO GEMEENTE WERKENDAM Dit besluit is een uitwerking van de onderdelen van de Verordening Wmo gemeente Werkendam. In de tekst wordt deze verordening aangehaald als de Verordening. Het beleid betreffende

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning

Besluit maatschappelijke ondersteuning Besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeente Wijk bij Duurstede, januari 2013 Artikel 1. Bedragen eigen bijdrage en eigen aandeel De bedragen en het percentage die gelden voor een eigen bijdrage of

Nadere informatie

Artikel 1. Begripsbepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen Burgemeester en wethouders van Hilversum; Gelezen het voorstel d.d. 10 mei 2012, besluiten: Vast te stellen onderstaand Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Hilversum 2013 met

Nadere informatie

Besluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Loon op Zand 2011

Besluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Loon op Zand 2011 Besluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Loon op Zand 2011 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen 1.1 Begripsbepalingen In dit besluit wordt verstaan onder: a. Verzamelinkomen:

Nadere informatie

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE VELSEN 2013

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE VELSEN 2013 BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE VELSEN 2013 Het College, gelet op de bepalingen in de artikelen 17, 19, 22 en 30 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente

Nadere informatie

Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Heerhugowaard 2014

Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Heerhugowaard 2014 CVDR Officiële uitgave van Heerhugowaard. Nr. CVDR325435_1 7 november 2017 Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Heerhugowaard 2014 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1. Inkomen en peilar 1.Onder

Nadere informatie

Financieel besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2014

Financieel besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2014 Financieel besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2014 Burgemeester en wethouders van de gemeente Kapelle; overwegende dat de gemeenteraad van Kapelle bij besluit van, nummer 2014/ heeft

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr januari Officiële uitgave van de gemeente Capelle aan den IJssel

GEMEENTEBLAD. Nr januari Officiële uitgave van de gemeente Capelle aan den IJssel GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Capelle aan den IJssel Nr. 8750 15 januari 2018 Besluit maatschappelijke ondersteuning Capelle aan den IJssel 2018 College van Burgemeester en Wethouders

Nadere informatie

1. Vorm van de te verstrekken voorzieningen 1.1. Verschillende wijzen om voorzieningen te verstrekken 1.2. Het persoonsgebonden budget.

1. Vorm van de te verstrekken voorzieningen 1.1. Verschillende wijzen om voorzieningen te verstrekken 1.2. Het persoonsgebonden budget. I N H O U D Inleiding 1. Vorm van de te verstrekken voorzieningen 1.1. Verschillende wijzen om voorzieningen te verstrekken 1.2. Het persoonsgebonden budget. 2. Woonvoorzieningen 2.1 Uitsluitingen 2.2

Nadere informatie

Besluit individuele voorzieningen. Gemeente Tiel 2010. Gemeente Tiel Afdeling Werk, Inkomen en Zorg Unit Wmo

Besluit individuele voorzieningen. Gemeente Tiel 2010. Gemeente Tiel Afdeling Werk, Inkomen en Zorg Unit Wmo Gemeente Tiel 2010 Gemeente Tiel Afdeling Werk, Inkomen en Zorg Unit Wmo Hoofdstuk 1 Artikel 1 Algemene bepalingen...3 Begripsbepalingen... 3 Hoofdstuk 2 Het persoonsgebonden budget en de financiële tegemoetkoming...4

Nadere informatie

CONCEPT (model)besluit BEHORENDE BIJ DE VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2013

CONCEPT (model)besluit BEHORENDE BIJ DE VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2013 CONCEPT (model)besluit BEHORENDE BIJ DE VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2013 Hoofdstuk 1: Algemeen Artikel 1. Definities In dit besluit wordt verstaan onder: a. Budgethouder: een persoon aan

Nadere informatie

FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING RHENEN 2013

FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING RHENEN 2013 FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING RHENEN 2013 23 april 2013 Het college van Burgemeester en Wethouders van Rhenen, Gelet op de Wet Maatschappelijke Ondersteuning; Mede gelet op artikel

Nadere informatie

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Duiven 2012

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Duiven 2012 Onderwerp: Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Duiven 2012 Ons kenmerk: Burgemeester en wethouders van de gemeente Duiven; gelet op de Verordening voorzieningen maatschappelijke

Nadere informatie

gelet op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Culemborg 2011;

gelet op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Culemborg 2011; Gem: 0612099 Besluit maatschappelijke ondersteuning Culemborg Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Culemborg; gelet op artikel 5 de Wet maatschappelijke ondersteuning, gelet op de

Nadere informatie

Besluit Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkemade 2007

Besluit Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkemade 2007 Besluit Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkemade 2007 BBeessl lluui iit tt mmaaaat ttsscchhaappppeel lli iij jjkkee oonnddeer rrsst tteeuunni iinngg ggeemmeeeennt ttee AAl llkkeemmaaddee

Nadere informatie

NADERE REGELS BEHORENDE BIJ DE VERORDENING WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE WIJDEMEREN 2013

NADERE REGELS BEHORENDE BIJ DE VERORDENING WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE WIJDEMEREN 2013 NADERE REGELS BEHORENDE BIJ DE VERORDENING WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE WIJDEMEREN 2013 Vastgesteld: 21-3-2013 Hoofdstuk 1: Algemeen Artikel 1. Definities In dit besluit wordt verstaan onder:

Nadere informatie

Bijlage 1 van de nadere regels maatschappelijke ondersteuning. Uitleg eigen bijdrage systematiek

Bijlage 1 van de nadere regels maatschappelijke ondersteuning. Uitleg eigen bijdrage systematiek Bijlage 1 van de nadere regels maatschappelijke ondersteuning. Uitleg eigen bijdrage systematiek In deze bijlage wordt uitgelegd hoe de (maximale) eigen bijdrage per voorziening wordt vastgesteld. Deze

Nadere informatie

Toelichting Besluit Nadere Regelen Maatschappelijke Ondersteuning 2009

Toelichting Besluit Nadere Regelen Maatschappelijke Ondersteuning 2009 Toelichting Besluit Nadere Regelen Maatschappelijke Ondersteuning 2009 Inhoudsopgave: Hoofdstuk 1 Algemene Bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen 3 Hoofdstuk 2 Bijzondere regels over het persoonsgebonden

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hellevoetsluis

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hellevoetsluis Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hellevoetsluis Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan

Nadere informatie

Dit elektronisch gemeenteblad is een officiële uitgave van het college van de gemeente Reusel-De Mierden. www.reuseldemierden.

Dit elektronisch gemeenteblad is een officiële uitgave van het college van de gemeente Reusel-De Mierden. www.reuseldemierden. Dit elektronisch gemeenteblad is een officiële uitgave van het college van de gemeente Reusel-De Mierden www.reuseldemierden.nl/bekendmakingen Nummer : 2016-005 Datum : 29 januari 2016 Besluit Maatschappelijke

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning maatwerkvoorzieningen gemeente Roermond 2016

Besluit maatschappelijke ondersteuning maatwerkvoorzieningen gemeente Roermond 2016 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Roermond. Nr. 127842 29 december 2015 Besluit maatschappelijke ondersteuning maatwerkvoorzieningen gemeente Roermond 2016 Het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Oude IJsselstreek

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Oude IJsselstreek Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Oude IJsselstreek Inhoudsopgave: Hoofdstuk 1 Bijzondere regels over het 5 persoonsgebonden budget Hoofdstuk 2 Eigen bijdragen, eigen aandeel

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2008

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2008 CVDR Officiële uitgave van Hoogeveen. Nr. CVDR1408_1 29 maart 2016 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2008 De Raad van de gemeente Hoogeveen; gelezen het voorstel

Nadere informatie

Wijzigingsverordening en wijzigingsbesluit Maatschappelijke ondersteuning

Wijzigingsverordening en wijzigingsbesluit Maatschappelijke ondersteuning Wijzigingsverordening en wijzigingsbesluit Maatschappelijke ondersteuning Afdeling Samenleving 24 februari 2011 1 Inhoud 1. Wijzingen in de Verordening Maatschappelijke ondersteuning... 2 2. Wijzigingen

Nadere informatie

2. Besluit Besluit maatschappelijke ondersteuning Capelle aan den IJssel oktober 2018.

2. Besluit Besluit maatschappelijke ondersteuning Capelle aan den IJssel oktober 2018. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Capelle aan den IJssel Nr. 225770 24 oktober 2018 Besluit maatschappelijke ondersteuning Capelle aan den IJssel oktober 2018 College van Burgemeester en Wethouders

Nadere informatie

1.3 Woonvoorzieningen die uitsluitend in natura kunnen worden verstrekt zijn: mobiele tilliften, en douchebrancards.

1.3 Woonvoorzieningen die uitsluitend in natura kunnen worden verstrekt zijn: mobiele tilliften, en douchebrancards. CVDR Officiële uitgave van Schagen. Nr. CVDR53741_1 30 januari 2018 Besluit maatschappelijke ondersteuning De raad van de gemeente Schagen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders; gezien het

Nadere informatie

Financieel Besluit Wmo. Onderdeel Maatschappelijke Ondersteuning

Financieel Besluit Wmo. Onderdeel Maatschappelijke Ondersteuning Financieel Besluit Wmo Onderdeel Maatschappelijke Ondersteuning December 2006 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen 3 Artikel 2 Beperkingen 3 Hoofdstuk 2 Hulp bij het

Nadere informatie

Besluit maatwerkvoorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roermond 2015

Besluit maatwerkvoorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roermond 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Roermond. Nr. 76900 23 december 2014 Besluit maatwerkvoorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roermond 2015 Het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Artikel 3.6 Persoonsgebonden budget hulpmiddel en vervoersvoorziening... 5

Artikel 3.6 Persoonsgebonden budget hulpmiddel en vervoersvoorziening... 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 3 Artikel 1 Begripsomschrijvingen... 3 Hoofdstuk 2 Bijzondere bepalingen... 3 Artikel 2.1 Afschrijvingsperioden... 3 Artikel 2.2 Toepassing primaat verhuizing...

Nadere informatie

B E S L U I T : vast te stellen de navolgende verordening tot wijziging van de Verordening voorzieningen maatschappelijke

B E S L U I T : vast te stellen de navolgende verordening tot wijziging van de Verordening voorzieningen maatschappelijke Nummer: 106-10 Portefeuillehouder: Onderwerp: B.G. Schalkwijk vaststellen van wijzigen van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Waterland 2007 De raad van de gemeente Waterland,

Nadere informatie

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE MARUM 2016

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE MARUM 2016 Burgemeester en wethouders van de gemeente Marum; gelet op artikel 2.1.3. van de Wet maatschappelijke ondersteuning en artikel 149 van de Gemeentewet; overwegende dat gelet op de Verordening Wet maatschappelijke

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Delfzijl Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Delfzijl Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget CVDR Officiële uitgave van Delfzijl. Nr. CVDR96698_1 12 september 2017 Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Delfzijl 2010 Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget Artikel

Nadere informatie