deschapenhouder 3 Handleiding voor hobbyschapenhouders Inhoud Nieuwsbrief oktober 2014

Transcriptie

1 deschapenhouder 3 Nieuwsbrief oktober 2014 Inhoud 1 Handleiding voor hobbyschapenhouders 5 Voorlopige leverbotprognose najaar en winter Het Sanitair Fonds zoekt deskundige schatters voor geiten en schapen 6 Resultaten wolinzameling Verkoopprijs stallammeren 8 Voorlichtingsavonden schapenhouderij Informatieblad voor schapenhouders Een uitgave van Landelijke Gilden en Boerenbond, verschijnt 5 keer per jaar. Jaargang 15. Redactie: Guido Staels, Publiciteitswerving: Media Service, Diestsevest 40, 3000 Leuven landelijkegilden.be boerenbond.be Verantwoordelijke uitgever: Peter Bruggen, Algemeen Secretaris Handleiding voor hobbyschapenhouders Hobbyschapenhouders vallen onder verschillende wetgevingen die niet steeds op elkaar afgestemd zijn. Ook al houd je als schapenhouder je dieren slechts voor de hobby, toch kan de overheid je in een aantal gevallen beschouwen als landbouwer (in bijberoep). Om je wegwijs te maken in je plichten en rechten als hobbyschapenhouder, maakten we een handleiding. Op de volgende pagina's publiceren we het eerste deel. 1 deschapenhouder nieuwsbrief - oktober 2014

2 Dierengezondheidszorg Vlaanderen (DGZ) DGZ legt zich toe op de gezondheidszorg van landbouwhuisdieren. Identificatie en registratie van dieren is hierbinnen een kernactiviteit. Elke schapenhouder moet zich laten registreren via DGZ. Deze voorwaarde geldt reeds vanaf het houden van één dier. Registreren gebeurt via een registratieformulier dat je invult (zie bijlage 1 op landelijkegilden.be/schapenhouders) en aan DGZ bezorgt via de post, per fax of . DGZ registreert de gegevens in Sanitel (het Belgische systeem voor het beheer van de identificatie, de registratie en het toezicht op runderen, schapen, geiten, herten, pluimvee). Je krijgt vervolgens een beslagnummer toegekend en wordt hierover per brief geïnformeerd. Elke geregistreerde schapenhouder betaalt een jaarlijkse retributie aan DGZ. In 2014 bedraagt deze retributie 13 exclusief btw. Elk beslag dat op 1 januari geregistreerd is, dient deze retributie te betalen, ook al zijn er geen dieren (meer) aanwezig. Oormerken Elke schapenhouder is verplicht alle schapen te identificeren door middel van oormerken. Schapen moeten ten laatste op de leeftijd van 6 maanden een oormerk krijgen en sowieso voor ze het geboortebeslag verlaten (ook als ze jonger zijn dan zes maanden). Bestel oormerken via Veeportaal (internettoepassing om onder andere meldingen te registreren of oormerken te bestellen) of via de post of per fax met behulp van het bestelformulier (zie bijlage 2 op landelijkegilden.be/ schapenhouders). Voor het merken van je dieren kun je Couple 14 (zalmkleurig en driehoekig) of Bouton (zalmkleurig en rond) oormerken gebruiken. Doe steeds twee identieke oormerken in elk oor. Voor slachtlammeren zijn er beslagoormerken (blauw en driehoekig). Dit enkelvoudig beslagoormerk wordt geplaatst in het linkeroor en wordt gebruikt voor slachtlammeren met bestemming slachthuis. Bij dieren die uitgevoerd worden naar het buitenland en geboren zijn na 1 januari 2010 is een elektronisch oormerk verplicht. De prijs van oormerken varieert naargelang het type en het aantal oormerken dat je bestelt. Als een schaap één of twee oormerken verliest zijn onderstaande regels van toepassing: Schapen gemerkt met twee identieke oormerken Wanneer je vaststelt dat een dier één oormerk verloren is, dan dien je onmiddellijk een identiek oormerk bij te bestellen. Na ontvangst dient dit oormerk onmiddellijk geplaatst te worden. Eventueel kun je bij verlies het eerstvolgende beslagoormerk uit de voorraad plaatsen in het oor zonder oormerk en onmiddellijk een identiek oormerk bijbestellen. Dit dien je te noteren in het register. Binnen de twee maanden na ontvangst dient het blauwe beslagoormerk vervangen te worden door het identieke oormerk. Bij vaststelling van verlies van beide oormerken dient dit onmiddellijk gemeld te worden aan de Provinciale Controle eenheid van het FAVV (PCE) en aan DGZ. Ook dient het dier opgestald te worden. Hierna wacht je de instructies af van het PCE. Schapen gemerkt met twee identieke oormerken en bestemd voor transport naar het slachthuis Wanneer een schaap, gemerkt met twee identieke oormerken, bestemd is voor de onmiddellijke overbrenging naar een binnenlands slachthuis en een oormerk heeft verloren, dan brengt de verantwoordelijke vóór het vertrek een beslagoormerk aan in het oor zonder oormerk. Hiermee is enkel de rechtstreekse overbrenging van het schaap naar een binnenlands slachthuis toegestaan. Het dier mag niet passeren via een ander beslag, halteplaats, verzamelcentrum of bedrijfsruimten van een handelaar. Deze speciale merking en de bestemming worden op het verplaatsingsdocument en in het bedrijfsregister vermeld. Slachtdieren gemerkt met één beslagoormerk Bij verlies van het beslagoormerk dient het eerstvolgende beslagoormerk, aanwezig in de beslagvoorraad, geplaatst te worden. Dit dien je te noteren in het bedrijfsregister. Bedrijfsregister Elke schapenhouder is verplicht een deschapenhouder nieuwsbrief - oktober

3 de bedrijfsdierenarts na een diagnose te hebben gesteld. Indien geen bedrijfsbegeleidingscontract werd afgesloten, mag slechts voor vijf dagen medicatie voor het specifiek te behandelen dier op het bedrijf worden achtergelaten. bedrijfsregister voor schapen bij te houden. Eventuele andere aanwezige diersoorten worden in een ander bedrijfsregister genoteerd. Wijzigingen in de veestapel worden binnen drie dagen genoteerd in het bedrijfsregister. DGZ stelt een voorbeeld van bedrijfsregister ter beschikking en een handleiding hoe deze moet worden ingevuld (zie bijlage 3, 4 en 5 op landelijke gilden.be/schapenhouders). Ook houd je een register bij van de 15-decembertelling (zie bijlage 6 op landelijkegilden.be/ schapenhouders). Registers worden gedurende minimum 5 jaar op het beslag bewaard. 15-decembertelling Elke schapenhouder is bij wet verplicht om eenmaal per jaar, tussen 15 en 31 december, zijn dieren te tellen. Voor 15 januari geef je het aantal gemerkte dieren en het aantal aanwezige vrouwelijke fok- en gebruiksdieren ouder dan 6 maanden door. Dit doe je via de website Veeportaal of via het formulier 15-decembertelling dat DGZ elk jaar in december stuurt naar alle geregistreerde schapenhouders. Diergeneesmiddelenregister Elke schapenhouder is verplicht om een diergeneesmiddelenregister bij te houden waarin de behandelingen van de dieren beschreven staan. Bij elke behandeling van je dieren zal de dierenarts een Toedienings- en verschaffingsdocument (T&V-document) opstellen met een beschrijving van de uitgevoerde behandeling en de in acht te nemen wachttijden. Als schapenhouder ben je verplicht om deze T&V-documenten opeenvolgend te hernummeren en in chronologische volgorde gedurende 5 jaar te bewaren. Dit wordt het REGIS- TER IN genoemd. Daarnaast moet je een REGISTER UIT bijhouden. Hierin wordt het gebruik van de geneesmiddelen vanuit de voorraad voor de behandeling van je dieren ingeschreven. Indien je als schapenhouder een diergeneeskundig bedrijfsbegeleidingscontract met je dierenarts hebt afgesloten, mag je een depot aan medicamenten voor een periode van twee maanden aanleggen, op voorwaarde dat deze medicamenten zijn afgeleverd of voorgeschreven door Verplaatsingsdocument Bij elke verplaatsing van schapen moet een verplaatsingsdocument worden opgemaakt. Bij een verplaatsing van schapen wordt steeds een verplaatsingsdocument opgemaakt in drievoud. Het gaat om één document per beweging en per bestemming. Indien er sprake is van verschillende laad- en of losplaatsen, dan dienen er evenveel verplaatsingsdocumenten (in drievoud) opgemaakt te worden als het aantal los- en/of laadplaatsen. DGZ stelt een voorbeeld van verplaatsingsdocument ter beschikking en een handleiding hoe deze moet worden ingevuld (zie bijlage 7 en 8 op landelijkegilden.be/ schapenhouders). De drie verschillende exemplaren worden als volgt bijgehouden: het eerste exemplaar blijft op de laadplaats en de verantwoordelijke houdt dit document bij in het bedrijfsregister en bewaart dit minstens 5 jaar; het tweede exemplaar is bestemd voor de vervoerder, die alle verplaatsingsdocumenten bijhoudt gedurende minstens 5 jaar; het derde exemplaar wordt bijgehouden op de losplaats, ook hier is de bewaartermijn minstens 5 jaar. Vervoersgegevens moeten vervolgens worden overgemaakt aan DGZ. Hier is de vervoerder verantwoordelijk voor. Registratie gebeurt via de website Veeportaal. Eventueel kan het verplaatsingsdocument ook via de post of per fax aan DGZ worden overgemaakt. Dit brengt echter een kost met zich mee omdat een medewerker van DGZ de gegevens dan in Veeportaal moet registreren. Alleen als aan de volgende vier voorwaarden voldaan is, hoeft geen verplaatsingsdocument ingevuld te worden: aankoop door een persoon die niet 3 deschapenhouder nieuwsbrief - oktober 2014

4 over een beslagnummer beschikt; die maximum twee dieren aankoopt; die deze dieren laat slachten voor eigen gebruik (particuliere slachting); die de dieren zelf vervoert met zijn eigen voertuig. Ook voor transporten in het kader van de bedrijfsvoering (zoals het naar de weide brengen) moet geen verplaatsingsdocument worden opgemaakt. Getuigschrift vakbekwaamheid Vervoer van dieren Bestuurders en verzorgers van dierentransporten, die landbouwhuisdieren op commerciële basis vervoeren, moeten beschikken over een getuigschrift van vakbekwaamheid Vervoer van dieren. Het vervoer van dieren wordt beschouwd als commercieel vervoer indien het voldoet aan één van onderstaande voorwaarden: dieren van een derde; vervoer van meer dan één dier over meer dan 50 kilometer vanwege commerciële doeleinden (verplaatsingen in het kader van de eigen bedrijfsvoering zoals het naar de weide brengen of deelname aan prijskampen, zonder verkoop, worden niet als commercieel transport beschouwd); vervoer met een voertuig van een derde. Om het getuigschrift vakbekwaamheid te behalen, dien je te slagen voor een examen. Om deel te nemen aan het examen schrijf je je in bij DGZ. Deelname aan het examen kost 100 (2014). Als voorbereiding op het examen stelt DGZ het nodige cursusmateriaal beschikbaar, hierin komen onder andere de voorwaarden voor een vervoermiddel aan bod. Register reiniging en ontsmetting Voor elk transport van dieren moet de vervoerder de gegevens reiniging en ontsmetting registreren. Voor elke vorm van transport moet een register reiniging en ontsmetting worden bijgehouden, met uitzondering van het vervoer van eigen dieren, met een eigen vervoermiddel over een afstand van ten hoogste 50 km van het beslag. Is dit laatste het geval, dan hoeft er enkel een register reiniging en ontsmetting opgemaakt te worden indien de bestemming een slachthuis is of een erkende verzamelplaats (o.a. veemarkt). Sanitair Fonds Kleine Herkauwers Het Sanitair Fonds Kleine Herkauwers is een diergezondheidsfonds dat werd opgericht om het hoofd te kunnen bieden aan dierziektes die financiële gevolgen hebben voor veehouders. Het fonds kan tussenkomen voor bepaalde uitgaven, zoals een vergoeding wanneer dieren op bevel worden geslacht of gedood. Er wordt ook veel belang gehecht aan programma s voor begeleiding en epidemiologische bewaking om bepaalde ziektes onder controle te krijgen. Elke schapenhouder met zes of meer vrouwelijke dieren ouder dan zes maanden op het moment van de 15-decembertelling, moet jaarlijks een verplichte bijdrage betalen aan het Sanitair Fonds. DGZ geeft, op basis van de Sanitelgegevens van 15 december van het jaar voordien, aan het Sanitair Fonds Kleine Herkauwers door hoeveel dieren op je bedrijf aanwezig zijn. Indien dit zes of meer vrouwelijke dieren ouder dan zes maanden zijn, krijg je een factuur van het Sanitair Fonds toegestuurd. De bijdrage omvat een forfaitair bedrag van 15 per beslag en een bedrag van 0,30 per vrouwelijk dier ouder dan zes maanden. Meer informatie vind je op de website van FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu: health.belgium.be en op de website van Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV) Het FAVV is verantwoordelijk voor controles op voedselveiligheid in de volledige voedselketen: van primaire productie tot aan de distributie naar de eindverbruiker van voedsel. Elke schapenhouder met elf of meer vrouwelijke dieren ouder dan zes maanden op het moment van de 15-decembertelling, moet jaarlijks een verplichte bijdrage betalen aan het FAVV. DGZ geeft, op basis van de 15-decembertelling, aan het FAVV door hoeveel dieren op je bedrijf aanwezig zijn. Indien dit elf of meer vrouwelijke dieren ouder dan zes maanden zijn, krijg je een factuur van het FAVV toegestuurd. De hoogte van het bedrag op deze factuur hangt af van het al dan niet gecertificeerd zijn voor de Sectorgids Primaire Productie (zie verder bij Sectorgids Primaire Productie). In 2013 bedroeg de basisheffing (voor schapenhouders die in 2013 een activiteit hebben opgestart): 99,04. Bedrijven die al eerder gestart zijn en beschikken over een certificaat voor de Sectorgids Primaire Productie betalen 49,52. Bedrijven die niet over een dergelijk certificaat beschikken, betalen 198,08. Deze bedragen worden jaarlijks geïndexeerd. Meer informatie vind je op de website van FAVV: favv.be en op de website van Sectorgids Primaire Productie Een schapenhouder kiest zelf of hij al of niet zijn bedrijf laat certificeren voor de Sectorgids Primaire Productie. Dit is dus geen verplichting, tenzij de afnemer het vraagt. Voor schapenhouders met elf of meer vrouwelijke ooien ouder dan zes maanden tijdens de 15-decembertelling, heeft het echter financieel wel een voordeel om zich te laten certificeren. Om in aanmerking te komen voor een certificaat voor de Sectorgids Primaire Productie, moet je bedrijf in orde zijn met de deschapenhouder nieuwsbrief - oktober

5 geldende wetgeving rond voedselveiligheid, traceerbaarheid en dierenwelzijn en -gezondheid. Deze wetgeving is door Codiplan vzw gebundeld in een algemeen document, een document specifiek voor dierlijke productie en ruwvoerproductie én een document specifiek voor kleine herkauwers. Deze documenten en de bijbehorende checklijsten worden op de website van Codiplan vzw ter beschikking gesteld. Als je bedrijf in orde is met de geldende wetgeving, neem je contact op met een Onafhankelijke CertificeringsInstelling (OCI). Deze gaat na of je bedrijf inderdaad in orde is. Indien dat het geval is, ontvang je een certificaat dat drie jaar geldig is, en waarmee je gedurende drie jaar de korting op de heffing aan het FAVV krijgt toegekend. De kosten van certificering moeten bij een OCI worden opgevraagd. Ook moet jaarlijks een beheerskost van 22 exclusief btw aan Codiplan vzw worden betaald. Normaal gezien worden deze totale kosten ruimschoots gedekt door de besparing op heffing aan het FAVV. Codiplan vzw: codiplan.be. Voedselketeninformatie (VKI) een schapenhouder? Voor alle schapen die worden afgevoerd naar het slachthuis moet de VKI aan het slachthuis worden bezorgd. Bij afvoer van schapen naar het slachthuis, bezorgt de veehouder de desbetreffende VKI aan de uitbater van het slachthuis. De VKI-gegevens hebben onder andere betrekking op de gezondheidsstatus van de dieren en toegediende geneesmiddelen en worden door de veehouder bijgehouden in de bedrijfsregisters. De veehouder kleeft een etiket met VKI-informatie op de achterzijde van de kopij van het verplaatsingsdocument die bestemd is voor het slachthuis. Je kunt de etiketten zelf afdrukken via de website Veeportaal, bestellen via Veeportaal of met behulp van een bestelbon (zie bijlage 2 op landelijke gilden.be/schapenhouders). Indien er relevante informatie te melden is in het kader van VKI moet ook het daarvoor bestemde formulier ingevuld worden (zie bijlage 9 op landelijkegilden.be/ schapenhouders). Meer informatie vind je op de website van FAVV: favv.be en op de website van Samenstelling: Diane Schoonhoven, Boerenbond Voorlopige leverbotprognose najaar en winter De Werkgroep Leverbotprognose (Nederland) heeft vroege leverbotinfecties vastgesteld. In gebieden met een hoge grondwaterstand is er kans op leverbotbesmetting. De leverbotziekte, die voornamelijk voorkomt bij runderen, schapen en geiten, wordt veroorzaakt door een platworm die zich in de lever bevindt. In de levenscyclus van de leverbot fungeert de slak Galba truncatula, die voornamelijk leeft in het greppelmilieu, als tussengastheer. Leverboteieren komen met de mest op het land. Het larfje dat uit het leverbotei komt, besmet de leverbotslak die na een ontwikkeling van twee tot drie maanden staartlarven loslaat die zich op het gewas vastzetten als besmettelijke cysten. Bij ernstige leverbotinfecties kan dat bij schapen en geiten de dood tot gevolg hebben. Vroege leverbotbesmetting mogelijk De zachte winter heeft er voor gezorgd dat aanwezige leverbotslakken makkelijk konden overwinteren. Door het vroege voorjaar in 2014 hebben de slakken zich snel kunnen vermeerderen. De maand mei was natter dan gemiddeld, en hierdoor hadden uitgescheiden leverboteieren een grote kans om als trilhaarlarve een leverbotslak binnen te dringen. Dit zorgde voor veel besmette slakken die vooral in gebieden met een verhoogde grondwaterstand al in augustus besmettelijke cysten op het gras hebben afgezet. In deze gebieden kan een infectie zijn opgetreden. Behandeling schapen De Werkgroep Leverbotprognose adviseert om in gebieden met een verhoogde grondwaterstand de schapen te behandelen. In andere gebieden raadt de werkgroep aan om bij twijfel over een leverbotbesmetting bloedonderzoek te laten verrichten van minimaal 5 lammeren. Om een leverbotbesmetting te voorkomen is het verstandig om de dieren te verweiden naar hooggelegen en goed ontwaterde percelen. Voorkom resistentie Om triclabendazol-resistentie van de leverbot te voorkomen, is het bij het behandelen van het grootste belang om het juiste gewicht van het dier te schatten of te meten, zodat de juiste dosis van het geneesmiddel kan worden toegediend. In geval van resistentie is behandeling met andere leverbotmiddelen nodig. Deze middelen moeten op een andere manier worden toegepast. Overleg met je dierenarts over de te volgen strategie van behandelen. Medio november zal de werkgroep een definitief advies uitbrengen. Naar een bericht op de website gddeventer.com van De Gezondheidsdienst voor Dieren uit Deventer (Nederland). 5 deschapenhouder nieuwsbrief - oktober 2014

6 Het Sanitair Fonds zoekt deskundige schatters voor geiten en schapen De FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, is dringend op zoek naar deskundige schatters voor geiten en schapen om in tijden van crisis of uitbraken te kunnen optreden. Bij uitbraken van besmettelijke of aangifteplichtige dierenziekten (blauwtong, mond-en-klauwzeer, enzovoort) keert het Sanitair Fonds een schadeloosstelling of vergoeding uit aan de getroffen veehouders. Dit gebeurt ingeval de dieren op bevel werden geslacht of afgemaakt, of indien er producten op bevel werden vernietigd in toepassing van de wetgeving ter zake. Het bedrag van deze vergoeding wordt bepaald aan de hand van de vervangings- en/of slachtwaarde van de dieren en wordt vastgesteld door zogenaamde deskundige schatters. Wat zijn de vereisten? In de eerste plaats is men op zoek naar personen met een goede kennis van de landbouwsector, en vooral van de diersoorten (geiten of schapen) waarvoor men wil optreden als deskundige. Daarnaast is inzicht in de bedrijfsvoering van een modern veebedrijf, de bijbehorende bedrijfsadministratie en kennis van waardebepaling van dieren noodzakelijk. Vanzelfsprekend moet men bereid zijn zich te schikken naar de preventieve hygiënische en andere maatregelen die de overheid bij uitbraken van dierenziekten kan opleggen. Zo is het ondenkbaar dat een geitenhouder bij een uitbraak van monden-klauwzeer overdag de waarde van een geitenstapel gaat schatten, en s avonds nog zijn geitenstallen zou betreden. Flexibiliteit en bereidheid te werken in functie van de noodwendigheid, zijn ook noodzakelijk. Vergoedingen Aan de deskundigen wordt een vergoeding toegekend van 22 per begonnen Resultaten wolinzameling 2014 half uur. Deze vergoeding is wettelijk bepaald en wordt jaarlijks geïndexeerd. De verplaatsingstijd wordt niet in aanmerking genomen. Verplaatsingskosten worden vergoed volgens de algemene regeling inzake reiskosten (kilometervergoeding) of bij gebruik van het openbaar vervoer op basis van voorlegging van vervoersbewijzen. Van groot belang voor de veehouderij Deskundige schatters spelen een belangrijke rol in de aanpak van uitbraken van dierenziekten. Snel en vakkundig optreden bij het schatten van dieren zijn noodzakelijk om uitbraken tijdig en adequaat onder controle te krijgen. De sector veehouderij heeft er alle belang bij om hier bekwame personen naar voren te schuiven. Hoe aanmelden? Leden van Boerenbond en Landelijke Gilden kunnen zich per melden bij lydia.decuypere@boerenbond.be of per fax op het nummer Een kandidaat dient minstens volgende gegevens over te maken: naam, adres, telefoonnummer, ( adres) en de diersoort waarvoor men als deskundige schatter wenst op te treden. Het aangeven van de relevante ervaring of kennis waarover men beschikt is een pluspunt. Boerenbond zal de lijst met kandidaten overmaken aan de bevoegde overheid. Ten gepaste tijde zal de overheid je contacteren voor een informatievergadering. De wolinzameling die op zaterdag 12 juli in alle Vlaamse provincies (19 juli in Oost- Vlaanderen) georganiseerd werd, was een groot succes. Tientallen schapenhouders vonden hun weg naar de verschillende verzamelpunten. Het record van vorig jaar (19 ton) werd flink scherper gesteld. In totaal werd er bijna 26 ton wol verzameld. Diepenbeek en Oud-Turnhout: 11,84 ton witte wol, 1,79 ton zwarte wol en een kleine hoeveelheid heidewol. Totaal: 13,87 ton wol van 86 schapenhouders. Roeselare: 4,85 ton wol. Lovenjoel: 2,50 ton Eeklo: 4,48 ton deschapenhouder nieuwsbrief - oktober

7 3,3 3,1 2,9 Rammen 2012/2013 Ooien 2012/2013 Rammen 2013/2014 Ooien 2013/2014 Rammen 2014/2015 Ooien 2014/2015 2,7 Verkoopprijs stallammeren In de Schapenhouder geven we telkens een korte marktanalyse weer. De vermelde prijzen zijn afkomstig van het Netwerk prijsnotering Vlaamse Schapenhouderij vzw. Omdat de gemelde verkoopsprijzen soms op kleine aantallen zijn gebaseerd, moet voorzichtig met de resultaten worden omgesprongen. Om daarom een zo betrouwbaar mogelijk beeld te krijgen van de lammerenprijs, doen we een oproep aan alle Vlaamse schapenhouders! Meld steeds hoeveel lammeren (ooien of rammen), van welk gewicht en aan welke prijs je verkocht 2,5 2,3 2,1 1,9 1,7 1,5 juli augustus hebt. Graag aanmelden voor medewerking bij Prognose verkoopprijs stallammeren september Dalend (rammen) en stabiel (ooien). Vanwege het offerfeest begin oktober zijn de prijzen voor rammen sterk gestegen. oktober november december januari februari Deze prijsstijging werd versterkt doordat het offerfeest enkele weken vroeger viel dan vorig jaar, waardoor het aanbod van rammen eerder beperkt was. Na het offerfeest zal de prijs van rammen zich in de richting van de prijs van ooien begeven, ook omdat vrij veel Britse lammeren op de Belgische markt worden aangevoerd. 7 deschapenhouder nieuwsbrief - oktober 2014

8 Voorlichtingsavonden schapenhouderij Controles op schapenbedrijven Vrijdag 17 oktober 2014 Lesgevers: Mieke De smet-van Damme en Harry Lauwens, FAVV Dat controles op een schapenbedrijf wel eens durven voor te komen, hoeven we jullie niet te vertellen. Dat je maar beter in orde bent met alle wettelijke verplichtingen wel. Op deze avond komt het FAVV vertellen welke zaken er gecontroleerd worden en waar een schapenhouder allemaal moet op letten. Antwerpen Het programma van Antwerpen verschijnt in de volgende nieuwsbrief. Limburg Zij staan ter beschikking Dinsdag 4 november 2014 om 20 uur in het provinciaal secretariaat in Hasselt- Godsheide, Kiezelstraat 56: samenkomst Limburgse stuurgroep voor schapenhouders. Op de agenda: actualiteiten uit de sector en samenstelling vormingsprogramma winter Geïnteresseerden zijn altijd welkom. Info: Dorien Verrecht, dorien.verrecht@ landelijkegilden.be, Vlaams-Brabant Naar goede traditie organiseren we ook dit najaar leerrijke vormingsavonden voor alle geïnteresseerde schapenhouders. De avonden starten om 20 uur en eindigen omstreeks 22 uur. Zo blijft er nog voldoende tijd over voor een praatje aan de toog. In elke regio of provincie in Vlaanderen staan consulenten van Landelijke Gilden of Boerenbond in voor de organisatie van de regionale of provinciale werking voor schapenhouders. Met vragen over de werking van de regionale of provinciale werkgroepen en de geplande vormingsactiviteiten, praktijkmomenten en bedrijfsbezoeken, kan je bij hen terecht. Voor de voorlichting verwijzen wij je graag naar onze twee technische consulenten. Regio Organisatie Voorlichting West-Vlaanderen Oost-Vlaanderen Halle-Vilvoorde Arrondissement Leuven Antwerpen Limburg Isabel Lebbe Blijde Vercamer Hugo Vleugels Nick Francois Diane Schoonhoven Dorien Verrecht Matthieu Frijlink Matthieu Frijlink Matthieu Frijlink Diane Schoonhoven Diane Schoonhoven Diane Schoonhoven De 3 belangrijke periodes voor een schapenhouder Vrijdag 14 november 2014 Lesgever: Joris Schelfhout Joris Schelfhout, voorzitter van de Antwerpse schapenhouders, komt vertellen over hoe hij het lammeren, het spenen en het dekken aanpakt bij zijn gerenommeerde schapenkudde. Ongetwijfeld leer je op deze avond een aantal zaken bij die je achteraf zelf kan toepassen bij je eigen kudde! Actualiteiten in de schapenhouderij Vrijdag 12 december 2014 Lesgever: Diane Schoonhoven Diane Schoonhoven, consulent schapenhouderij Boerenbond, licht de actualiteiten in de schapenhouderij toe. De agenda van deze avond wordt later nog meegedeeld. Praktisch Aanvang: 20 uur Locatie: voetbalkantine Binkom, Meenselstraat 118, Binkom (Lubbeek) Prijs: 3 voor leden, 5 voor anderen (1 drankje inbegrepen) Info: Nick Francois, , nick.francois@boerenbond.be Vooraf inschrijven is niet nodig. Volgende editie november 2014 deschapenhouder nieuwsbrief - oktober