Welzijn bij het transport van paarden. Karlien De Paepe Dierenarts Attaché dierenwelzijn FOD Volksgezondheid

Transcriptie

1 1 Welzijn bij het transport van paarden Karlien De Paepe Dierenarts Attaché dierenwelzijn FOD Volksgezondheid

2 2 WELZIJN BIJ HET TRANSPORT VAN PAARDEN K. De Paepe, FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Dienst Dierenwelzijn en CITES

3 3 BEVOEGDHEID DIERENWELZIJN FOD FAVV Voorbereiding: Beleid voedselveiligheid Sanitair beleid plant & dier Dierenwelzijn Normering Controle strategie (concept) Controle (uitvoering)

4 4 BEVOEGDHEID DIERENWELZIJN Inspecties: FAVV: inspecteert dierenwelzijn op plaatsen waar het ook andere zaken inspecteert ~ landbouwhuisdieren FOD: op andere plaatsen gezelschapsdieren laboratoria (dierproeven) zoo s - dierenparken

5 5 DIERENWELZIJN De vijf vrijheden (FAWC, 1979): -Vrij zijn van dorst, honger, en verkeerde voeding -Vrij zijn van fysiek en thermisch ongerief -Vrij zijn van pijn, verwondingen en ziektes -Vrij zijn om het normale gedrag te kunnen uitoefenen -Vrij zijn van angst en chronische stress

6 6 RISICO S TRANSPORT - vervoer van ongeschikte dieren - ongeschikte vervoermiddelen - slechte behandeling van de dieren - tekort aan voedsel en/of water - uitputting - hitte- en/of koudestress - onaangepaste rijstijl en/of slechte wegcondities - onvoldoende beschikbare oppervlakte

7 7 WETGEVING Europese verordening 1/2005 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten

8 8 VERORDENING 1/2005 Toepassingsgebied: het commercieel vervoer van alle levende gewervelde dieren Beperkt commercieel vervoer (enkel art. 3 en 27 van toepassing): vervoer van eigen dieren met eigen vervoermiddelen voor - commercieel vervoer < 50 km - bedrijfsvoering - prijskampen - commercieel vervoer van één enkel eigen dier

9 9 COMMERCIEEL VERVOER PAARDEN Commercieel vervoer: vervoer dat kadert in een commerciële activiteit - Betalend vervoer voor derden - Naar het slachthuis - Handel (paardenhandelaar, veemarkt) - Landbouwactiviteiten (paardenmesterij of melkerij) - Paarden ingezet voor de arbeid (bosbouw) - Rondreizende paardenshow

10 10 NIET-COMMERCIEEL VERVOER PAARDEN Vervoer van eigen dieren voor: - recreatie, hobby of sport - prijskampen - bedrijfsvoering (van en naar de weide of tussen stallen) - van en naar dierenklinieken - vervoer in het kader van de fokkerij als niet-landbouwactiviteit - vervoer van politiepaarden

11 11 NIET-COMMERCIEEL VERVOER PAARDEN Vervoer van niet-eigen paarden voor deze doeleinden wordt ook als niet-commercieel beschouwd op voorwaarde dat er van de eigenaar geen betaling gevraagd wordt en dat de eigenaar het transport begeleidt. Opgelet: Dit is een Belgische interpretatie. De interpretatie in het buitenland kan verschillen!

12 12 VERORDENING 1/2005: DOCUMENTEN - Vergunning als vervoerder - Certificaat van goedkeuring voor het vervoermiddel - Getuigschrift van vakbekwaamheid voor de bestuurders en de verzorgers - Journaal

13 13 VERORDENING 1/2005 Kort transport: transport tot en met 8 uur internationaal of tot en met 12 uur nationaal Lang transport: transport van meer dan 8 uur internationaal of meer dan 12 uur nationaal

14 14 VERGUNNING - Voor de organisator van het transport - Vergunning type I (kort transport) of type II (lang transport) - Aan te vragen bij de plaatselijke PCE van het FAVV - 5 jaar geldig

15 15 CERTIFICAAT VAN GOEDKEURING VERVOERMIDDEL - Keuring van het vervoermiddel door een inspecteur-dierenarts van het FAVV (voor kort transport of lang transport) - Aan te vragen bij de plaatselijke PCE - 5 jaar geldig

16 16 GETUIGSCHRIFT VAN VAKBEKWAAMHEID - Voor bestuurders en verzorgers - Examen verplicht, na het volgen van een opleiding of zelfstudie - Levenslang geldig - Handboek en data volgende examens beschikbaar op

17 17 JOURNAAL - Moet ingevuld worden in geval van een internationaal lang transport - Niet in geval van geregistreerde paarden

18 18 HET JOURNAAL Bestaat uit 5 delen: - Planning (moet minstens 48 uur voor vertrek overgemaakt worden aan de PCE) - Plaats van vertrek - Plaats van bestemming - Verklaring van de vervoerder - Modelformulier voor het melden van onregelmatigheden

19 19 HET VERVOERMIDDEL Het vervoermiddel moet letsel en onnodig lijden van de dieren voorkomen. Het vervoermiddel moet gemakkelijk gereinigd en ontsmet kunnen worden.

20 20 HET VERVOERMIDDEL De dieren moet goed beschermd zijn tegen de weersomstandigheden en er moet een voldoende ventilatie zijn. Er moet voldoende ruimte zijn boven de hoofden van de dieren als zij in hun natuurlijke positie staan.

21 21 HET VERVOERMIDDEL De vloer moet voorkomen dat de dieren uitglijden.

22 22 HET VERVOERMIDDEL Zowel de verlichting als de toegankelijkheid moeten een goede controle van de dieren toelaten.

23 23 HET VERVOERMIDDEL Weglekken van urine en uitwerpselen moet tot een minimum beperkt zijn.

24 24 HET VERVOERMIDDEL - De dieren mogen niet kunnen ontsnappen. - Er moet een merkteken zijn dat duidelijk maakt dat het om het vervoer van levende dieren gaat.

25 25 HET VERVOERMIDDEL Laad- en losvoorzieningen: - moeten voorzien zijn van een anti-slipvloer - moeten voorzien zijn van laterale beschermwanden -niet steiler dan 20 (36,4 %) Als de hellingsgraad > 10 (17,6 %) moeten er dwarslatten aanwezig zijn

26 26 HET VERVOERMIDDEL: LANG TRANSPORT Bijkomende eisen voor lang transport: - dak in een lichte kleur

27 27 HET VERVOERMIDDEL: LANG TRANSPORT Paarden moeten in individuele standen worden vervoerd.

28 28 HET VERVOERMIDDEL: LANG TRANSPORT Ventilatiesysteem dat een minimale luchtstroom moet voorzien en dat minstens4 uur onafhankelijk van de motor kan werken.

29 29 HET VERVOERMIDDEL: LANG TRANSPORT Temperatuurmonitoring en registratiesysteem De temperatuur in de vrachtwagen moet zich tussen de 5 C en 30 C bevinden (tolerantie van 5 C meer of minder voor maximum een half uur).

30 30 HET VERVOERMIDDEL: LANG TRANSPORT

31 31 HET VERVOERMIDDEL: LANG TRANSPORT Satellietnavigatiesysteem: niet verplicht bij vervoer van geregistreerde paarden.

32 32 HET VERVOERMIDDEL: LANG TRANSPORT Satellietnavigatiesysteem:

33 33 GESCHIKTHEID VAN DIEREN VOOR HET VERVOER Volgende dieren zijn niet geschikt voor vervoer: - zieke of gewonde dieren - drachtige dieren - jonge dieren

34 34 Zieke of gewonde dieren - Dieren die zich niet pijnloos of zonder hulp kunnen voortbewegen - Dieren met een prolaps - Dieren met ernstige open of bloedende wonden - Zichtbaar ziektebeeld (koorts, infectie, cachexie, ademhalingsproblemen, ) - Licht gewonde of zieke dieren kunnen vervoerd worden als het vervoer geen extra lijden veroorzaakt, bij twijfel -> advies dierenarts

35 35 Dieren die zich niet pijnloos kunnen voortbewegen

36 36 DIEREN MET EEN PROLAPS

37 37 ZIEKE OF GEWONDE DIEREN

38 38 ZIEKE OF GEWONDE DIEREN Als dieren tijdens het transport ziek of gewond raken moeten zij van de andere dieren worden gescheiden en en zo spoedig mogelijk eerste hulp krijgen. Indien nodig moeten zij genoodslacht of geëuthanaseerd worden.

39 39 DRACHTIGE DIEREN Mogen niet worden vervoerd: - Hoogdrachtige dieren waarvan de draagtijd reeds meer dan 90% gevorderd is. - Dieren die in de week ervoor geworpen hebben.

40 40 JONGE DIEREN Veulens waarvan de navel nog niet volledig geheeld is mogen niet worden vervoerd. Lang transport mag enkel gebeuren met paarden > 4 maanden, tenzij vergezeld van de moeder.

41 41 TIJDENS HET TRANSPORT Comfort: veulens < 4 maanden moeten de beschikking hebben over strooisel of ander gelijkwaardig materiaal Tijdens lang transport geldt dit voor alle dieren.

42 42 TIJDENS HET TRANSPORT - Paarden mogen niet in voertuigen met meerdere laadvloeren vervoerd worden, tenzij enkel op de onderste als de hogere laadvloeren leeg blijven. - Paarden ouder dan 8 maand moeten tijdens het vervoer een halster dragen - Tijdens lang transport moeten de dieren in individuele standen worden vervoerd en moet er voldoende voeder aan boord zijn voor de hele reis.

43 43 TIJDENS HET TRANSPORT Volgende dieren moeten altijd gescheiden worden behandeld en vervoerd: - geslachtsrijpe mannelijke en vrouwelijke dieren - dieren die elkaar vijandig gezind zijn - aangebonden en niet-aangebonden dieren

44 44 TIJDENS HET TRANSPORT Volgende dieren moeten gescheiden worden behandeld en vervoerd, tenzij ze aan elkaar gewend zijn: - dieren van verschillende soorten - dieren van beduidend verschillende grootte of leeftijd (behalve moeders en hun jongen) - volwassen fokhengsten

45 45 TIJDENS HET TRANSPORT Reis- en rusttijden: - zijn per diersoort vastgelegd - Laden en lossen is in transportduur inbegrepen - Verblijf op een verzamelcentrum is ook inbegrepen, tenzij dit langer was dan 6 uur, met aanwezigheid van strooisel en drinkwater.

46 46 TIJDENS HET TRANSPORT Niet-gespeende veulens: - max. 9 uur rijden - min. 1 uur rust, waarin zij gedrenkt en zo nodig gevoederd worden - max. 9 uur rijden - uitladen en minstens 24 uur rust

47 47 TIJDENS HET TRANSPORT Paarden: - Max. 24 uur rijden - Paarden moeten minstens om de 8 uur gedrenkt en zo nodig gevoederd worden - Na 24 uur: uitladen en minstens 24 uur rust

48 48 TIJDENS HET TRANSPORT OPPERVLAKTENORMEN: Volwassen paarden 1,75 m² (0,7 x 2,5 m) Jonge paarden (6-24 maanden) (voor transporten tot 48 uur) Jonge paarden (6-24 maanden) (voor transporten > 48 uur) 1,2 m² (0,6 x 2 m) 2,4 m² (1,2 x 2 m) Pony s (< 144 cm) 1 m² (0,6 x 1,8 m) Veulens (0-6 maanden) 1,4 m² (1 x 1,4 m)

49 49 BEDANKT VOOR UW AANDACHT!