Het project waarvoor vergunning wordt gevraagd is als volgt te omschrijven:

Transcriptie

1 OMGEVINGSVERGUNNING (ONTWERP) Aanvraag De heer J. Overberg van Van den Biggelaar Aannemingsbedrijf BV, Postbus 18, 5330 AA te Kerkdriel, gevestigd aan de Oude Weistraat 17, 5334 LK te Velddriel, heeft op 7 februari 2012 een aanvraag omgevingsvergunning ingediend voor het realiseren van een regelwerk op het perceel, kadastraal bekend gemeente Pannerden, sectie B, nummer 2972, plaatselijk bekend gelegen nabij de Rijndijk, ter hoogte van de Rijnstraat te Pannerden. Het project waarvoor vergunning wordt gevraagd is als volgt te omschrijven: Het realiseren van een regelwerk ter vervanging van een bestaand regelwerk. Gelet op deze omschrijving wordt vergunning gevraagd voor de volgende omgevingsaspecten die in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) omschreven zijn: slopen bouwen het maken van een inrit werk of werkzaamheden (uitvoeren het verwijderen, verleggen en aanbrengen van bodemlagen) Als één of meer van bovengenoemde aspecten voorkomen, moet daarnaast beoordeeld worden of een aantal toestemmingsstelsels kan worden aangehaakt. Of daadwerkelijk moet worden aangehaakt, volgt niet uit de Wabo, maar uit de wet die daarvoor geldt. De volgende stelsels zijn aangehaakt: geen Publicatie De aanvraag is op 15 februari 2012 gepubliceerd in het plaatselijke weekblad Rijnwaarden Post. Coördinatie Bij de voorbereiding van de besluiten nodig voor de uitvoering van de maatregel Regelwerk Pannerden, noodzakelijk ter uitvoering van de Planologische Kernbeslissing Ruimte voor de Rivier, is 1

2 besloten tot toepassing van de provinciale coördinatieregeling bedoeld in artikel 3.33, eerste lid, onder a, Wet ruimtelijke ordening (Wro). De bedoeling van de voorgenoemde provinciale coördinatie is om de voorbereiding en bekendmaking van de voor de uitvoering van de maatregel benodigde besluiten zoals genoemd in het coördinatiebesluit van Provinciale Staten van Gelderland, inclusief de gelegenheid tot het naar voren brengen van zienswijzen daarop respectievelijk het indienen van beroep daartegen, voor de verschillende besluiten op elkaar af te stemmen en gelijktijdig te doen plaatsvinden en heeft bovendien tot gevolg dat Gedeputeerde Staten van andere bestuursorganen, tenzij dit een bestuursorgaan van het Rijk is, de medewerking kunnen vorderen, die voor het welslagen van de coördinatie nodig is. De besluiten die nu gecoördineerd worden zijn de uitvoeringsvergunningen van cluster 2: Vergunning op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Vergunning op grond van de Waterwet De inrichtingsbepalende besluiten van cluster 1 (het ontwerp Projectplan op grond van de Waterwet; de ontwerpvergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998; de ontwerpontheffing op grond van de Flora- en faunawet) zijn apart in procedure gebracht. Gezamenlijke voorbereiding van besluiten De ontwerpbesluiten benodigd voor de uitvoering van project Pannerden zijn door betrokken overheden gezamenlijk voorbereid en ook de communicatie daarover heeft gezamenlijk plaatsgevonden. Om de op handen zijnde besluiten zo goed mogelijk bij betrokkenen onder de aandacht te brengen en hen daarover te raadplegen hebben er verschillende momenten van informatieverstrekking en raadpleging plaatsgevonden. Op 25 augustus 2011 is een inloopavond gehouden in café-zaal De Dijk te Pannerden. Deze informatieavond werd tezamen met het project De Groene Rivier van Dienst Landelijk Gebied gehouden. Rijkswaterstaat gaf die avond informatie over het project Regelwerk Pannerden; DLG over het project de Groene Rivier. Doel van die avond was het om streekbewoners te informeren over nut en noodzaak van het regelwerk en uit te leggen wat de komst van het regelwerk betekent. Uiteraard konden eventuele vragen over het project worden gesteld. Op internet kunnen belangstellenden terecht op twee websites. Op is informatie te vinden over het project. Daarnaast is ook op n/index.aspx informatie beschikbaar. Direct omwonenden, eigenaren en pachters van de betrokken gronden zijn ook persoonlijk geïnformeerd over het project. 2

3 Van 1 maart 2012 tot en met 11 april 2012 heeft het m.e.r.- beoordelingsbesluit voor het project Regelwerk Pannerden ter inzage gelegen. Hiertegen zijn geen zienswijzen ingediend. Ontvankelijkheid Artikel 2.8 van de Wabo biedt de grondslag voor een geharmoniseerde regeling van de indieningsvereisten. Dit betreft de gegevens en documenten die bij een aanvraag om een omgevingsvergunning moeten worden verstrekt om tot een ontvankelijke aanvraag te komen. De regeling is uitgewerkt in paragraaf 4.2 van het Besluit omgevingsrecht (Bor), met een nadere uitwerking in de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor). Na ontvangst is de aanvraag aan de hand van de Mor getoetst op ontvankelijkheid. De aanvraag bevat voldoende informatie voor een goede beoordeling van de gevolgen van de activiteit op de fysieke leefomgeving. De aanvraag is dan ook ontvankelijk en in behandeling genomen. Bestemmingsplan Het bouwplan is getoetst aan het ten tijde van de datum van de indiening van de aanvraag ter plaatse geldende bestemmingsplan Buitengebied 1979/1987. De aan de grond gegeven bestemming Agrarisch uiterwaardengebied laat het bouwplan toe. Het bouwplan is tevens getoetst aan het sinds 1 maart 2012 geldende bestemmingsplan Groene rivier Pannerden dat op 1 maart 2012 in werking is getreden en ook onherroepelijk is. De aan de grond gegeven bestemming Natuur laat het plan ook toe. Welstand Het bouwplan is overeenkomstig het bepaalde in artikel 2.10 lid 1 sub d van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voorgelegd aan de welstandscommissie. De welstandscommissie heeft omtrent het bouwplan op 10 februari 2012 zowel op zichzelf als ook in relatie met zijn omgeving positief geadviseerd. Het bouwwerk voldoet aan redelijke eisen van welstand. Bodem Overeenkomstig de indieningsvereisten van het Bor en de bepalingen in artikel van de bouwverordening van de gemeente Rijnwaarden is geen bodemonderzoek vereist. Indien bij de werkzaamheden grond vrijkomt die niet binnen het perceel verwerkt kan worden, kan de grond niet zondermeer worden afgevoerd of elders worden toegepast. De regels van het Besluit bodemkwaliteit zijn hierop mogelijk van toepassing. Bouwbesluit Het bouwplan is getoetst aan de voorschriften van het Bouwbesluit en onder het stellen van onderstaande voorwaarden is aannemelijk gemaakt dat het plan hiermee in overeenstemming is. 3

4 Bouwverordening Het bouwplan is getoetst aan de voorschriften van de bouwverordening van de gemeente Rijnwaarden en is hiermee in overeenstemming. Leges Voor het behandelen van een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning zijn leges verschuldigd. De door de aanvrager opgegeven bouwkosten voor dit bouwwerk zijn acceptabel. Ter inzage legging Tussen 7 juni 2012 en 19 juli 2012 heeft een ontwerp van de deze beschikking ter inzage gelegen en zijn belanghebbenden in de gelegenheid gesteld om zienswijzen naar voren te brengen. Van deze gelegenheid is [wel / geen] gebruik gemaakt. Samengevat betreft het de volgende zienswijze(n): [samenvatting zienswijzen]. Over deze zienswijzen merk ik het volgende op: [reactie op zienswijze(n)]. Advies, aanwijzing minister, verklaring van geen bedenkingen In de Wabo en het Bor worden bestuursorganen vanwege hun specifieke deskundigheid of betrokkenheid aangewezen als adviseur. Gelet op het bepaalde in artikel 2.26 Wabo, als ook de artikelen 6.1 tot en met 6.5 van het Bor, is de aanvraag op 9 februari 2012 ter advies aan de volgende instanties/bestuursorganen gezonden: Waterschap Rijn en IJssel; Rijkswaterstaat Dienst Oost-Nederland (DON). Naar aanleiding hiervan zijn de volgende adviezen ontvangen: Op 30 maart 2012 heeft Waterschap Rijn en IJssel per mail aangegeven dat zij kunnen instemmen met het ontwerp. Op 2 april 2012 is deze reactie nader gemotiveerd en is er een document Notitie Antwoorden op reactie Waterschap Rijn en IJssel ontvangen waaruit blijkt welke afspraken gemaakt zijn tussen de aanvrager en Waterschap Rijn en IJssel. Van Rijkswaterstaat DON is op 17 februari 2012 per mail de volgende reactie ontvangen; De stukken geven ons geen aanleiding tot opmerkingen als het om de inpassing en uitvoering gaat. Uit de reactie van Waterschap Rijn en IJssel en RWS DON blijkt dat beide partijen kunnen instemmen met het ontwerp en zodoende voldoende waarborg biedt voor vergunningverlening. 4

5 Op grond van artikel 2.27 Wabo wijst het Bor of een bijzondere wet categorieën van gevallen aan waarvoor geldt dat een omgevingsvergunning niet wordt verleend dan nadat een daarbij aangewezen bestuursorgaan heeft verklaard dat het daartegen geen bedenkingen heeft. Voor de omgevingsvergunning is mogelijk voor de NB-wet vergunning noodzakelijk. Deze is echter separaat aangevraagd en hoeft derhalve niet beoordeeld te worden in het kader van de aanvraag omgevingsvergunning. Ontwerpbesluit Burgemeester en wethouders zijn voornemens, gelet op artikel 2.1, 2.2 en 2.10, 2.11, 2.18 en 2.19 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht de omgevingsvergunning te verlenen. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken en bijlagen deel uitmaken van de vergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend voor de volgende activiteiten: slopen bouwen het maken van een inrit werk of werkzaamheden (uitvoeren het verwijderen, verleggen en aanbrengen van bodemlagen) Onderdeel van het besluit vormen: aanvraagformulier van 7 februari 2012 fasering bouw regelwerk van 6 februari 2012 sloopplan van 6 februari 2012 ontwerpnota van 7 februari 2012 bestaande situatie van 6 februari 2012 nieuwe situatie van 6 februari 2012 plattegrond en aanzichten regelwerk van 6 februari 2012 doorsneden van 6 februari 2012 details van 6 februari 2012 geotechnisch advies van 21 oktober 2011 situatie locaties sonderingen van 10 september 2009 sonderingen en boringen van 3 juli 2009 constructieberekeningen van 3 februari 2012 notitie waterstanden en verval regelwerk van 21 december 2011 bijlage 5.1 waterstanden en verval van 7 februari 2012 bijlage 5.2 waterstanden en verval van 7 februari 2012 bijlage 5.3 waterstanden en verval van 7 februari

6 notitie keerwanden, fundering en schermen van 3 februari 2012 notitie landschappelijke inpassing van 16 januari 2012 kleurkopie bestemmingsplankaart van 7 februari 2012 Besluit De besluitvormingsprocedure is uitgevoerd conform de provinciale coördinatieregeling uit de Wet ruimtelijke ordening. De aanvraag is beoordeeld voor slopen aan artikel 2.18 en 2.19 Wabo, voor bouwen aan artikel 2.10, voor maken van inrit artikel 2,18, voor verwijderen, verleggen en aanbrengen van bodemlagen, artikel 2.11, voor aanbrengen van een grondkering aan artikel 2.11 van de Wabo. Tevens is de aanvraag getoetst aan het Besluit omgevingsrecht, de Ministeriele regeling omgevingsrecht en de gemeentelijke bouwverordening. Gebleken is dat de aanvraag voldoet en daarom wordt de omgevingsvergunning verleend. De eerder genoemde stukken documenten maken deel uit en worden meegezonden met het besluit en zijn als gewaarmerkte stuk bijgevoegd. Bouwkosten De bouwkosten worden ongewijzigd vastgesteld. Voorwaarden Voorwaarden sloop De volgende voorschriften zijn van toepassing: Het slopen betreft het slopen van het gehele bouwwerk, dus inclusief fundering. Het slopen van asbest dient door een erkend en een daartoe gecertificeerd bedrijf te geschieden. Het slopen en alles wat daarmee verband houdt moet gebeuren op een veilige wijze. De nodige veiligheidsmaatregelen moeten worden genomen voor de weg, de in de weg gelegen werken, weggebruikers, naburige bouwwerken, openbare erven, terreinen en hun gebruikers. Machines en werktuigen moeten zodanig wordt achtergelaten, dat het starten niet mogelijk is. Het is verboden stempels, schoren, kruisen weg te nemen of andere veiligheidsmaatregelen op te heffen zolang zij uit veiligheidsoogpunt nodig zijn. Het terrein waarop wordt gesloopt of grond wordt verzet, moet door een doeltreffende afscheiding van de weg en van het aangrenzende open erf of terrein zijn afgescheiden als gevaar of hinder kan optreden. Afscheidingen, steigers, ladders, transportinrichtingen en ander hulpmateriaal moeten, wat kwaliteit en samenstelling betreft, voldoen aan de eis van goed en veilig werk en in een goede staat van onderhoud verkeren. 6

7 Het is verboden bij sloop- of grondwerk een werktuig of een stof te gebruiken, die gevaar voor de omgeving kan opleveren. Wij kunnen het gebruik van een werktuig, dat schade of ernstige hinder veroorzaakt of kan veroorzaken, verbieden. Gevaarlijk afval moet worden gescheiden van het overig afval en worden afgevoerd naar een verwerker die is aangewezen door het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Om hergebruik mogelijk te maken moet al het sloopafval worden afgevoerd naar een daarvoor bestemde verwerkingsinrichting of naar een sorteerinrichting, die beschikt over een vergunning overeenkomstig de wetgeving. Er mag geen sloopafval of welk materiaal dan ook op de sloopplaats worden verbrand. Op het sloopterrein moet de sloopvergunning met gewaarmerkte bescheiden aanwezig zijn en op verzoek van de clustermedewerker ter inzage worden gegeven. Op de sloopplaats moet het sloopafval worden gescheiden in ten minste een fractie asbest, een fractie gevaarlijk afval en een fractie overig afval. Al het sloopafval dient te worden afgevoerd naar een daartoe erkende verwerker. Het tijdstip waarop met de sloop wordt begonnen moet ten minste 3 werkdagen van tevoren aan de afdeling Publieksdiensten worden doorgegeven ( ). Tevens dienen bewoners van belendende percelen schriftelijk op de hoogte te worden gebracht van de aanvang van de sloopwerkzaamheden. Nog in te dienen gegevens en documenten Uiterlijk 3 weken voor aanvang van de betreffende werkzaamheden moeten de volgende documenten in nader overleg met het bouwtoezicht worden ingediend: uitwerkingsgegevens van de toe te passen constructie en onderdelen, e.e.a. overeenkomstig de rapportage ABT van 23 februari 2012 enwel 13 maart 2012, gebaseerd op aanvulling. Zienswijzen en adviezen De aanvraag en de ontwerpbeschikking met bijbehorende stukken worden op grond van de Algemene wet bestuursrecht met ingang van 7 juni 2012 ter inzage gelegd. Tegen onderhavig ontwerpbesluit en de overige ontwerpbesluiten kunnen door een ieder gedurende 6 weken bij voorkeur schriftelijk maar ook mondeling zienswijzen worden ingediend in de periode zoals aangegeven in de bekendmaking. In geval van een schriftelijke zienswijze dient het zaaknummer en het ontwerpbesluit waarop de zienswijze betrekking heeft, te worden vermeld. Schriftelijk: Schriftelijke zienswijzen kunnen in de periode zoals aangegeven in de bekendmaking gestuurd worden naar de provincie Gelderland als coördinerende instantie: Gedeputeerde Staten van Gelderland 7

8 t.a.v. de heer A.M. Kwakkernaat, Coördinator Procedures Regelwerk Pannerden Postbus 9090, 6800 GX ARNHEM Mondeling: Voor het indienen van een mondelinge zienswijze kan binnen de gestelde termijn van zes weken, contact worden opgenomen met de provincie Gelderland, Coördinator Procedures Regelwerk Pannerden, de heer A.M. Kwakkernaat (telefoon ). Bevoegd gezag Gelet op bovenstaande projectbeschrijving, en op het bepaalde in hoofdstuk 3 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) en de bijlage die daarbij hoort, zijn burgemeester en wethouders bevoegd gezag om de integrale omgevingsvergunning te verlenen. Daarbij is zij er procedureel en inhoudelijk voor verantwoordelijk dat in het besluit alle relevante aspecten aan de orde komen met betrekking tot de fysieke leefomgeving, zoals ruimte, milieu, natuur en aspecten met betrekking tot bouwen, monumenten en brandveiligheid. Verder dient zij ervoor te zorgen dat de voorschriften die aan de omgevingsvergunning zijn verbonden op elkaar zijn afgestemd. Lobith, juni 2012 Burgemeester en wethouders van de gemeente Rijnwaarden, Namens dezen, Drs. Marieke Salemink van der Burg Manager afdeling Publieksdiensten 8