Moduleren is eenvoudig. Om u wegwijs te maken hebben we een kort instructiefilmpje gemaakt:

Transcriptie

1 Datum: 12/11/2013 Contactpersoon technische ondersteuning: ERANOVA, Telefoon: (beschikbaar van 7u00 tot 20u00) Mevrouw de directeur of geachte mevrouw, Mijnheer de directeur of geachte heer, Betreft: moduleren in uw organisatie Als voorziening bereidt u uw voorziening voor op het ehealth-platform. U hebt daarover al een brief gekregen vanuit het VAPH om dit in orde te brengen voor 30 november (in plaats van het eerder gecommuniceerde 31 oktober). Zodra uw gebruikersbeheer via ehealth klaar is, kunt u de modules voor uw voorziening aanmaken. Zou u dat kunnen doen voor 31 december? Moduleren is eenvoudig. Om u wegwijs te maken hebben we een kort instructiefilmpje gemaakt: Met enkele eenvoudige spelregels in het achterhoofd wordt moduleren kinderspel: 1. De applicatie opent op de pagina van uw voorziening. U kunt meteen aan de slag gaan. 2. Vul eerst de contactinfo van de hoofdzetel en de afdelingen aan. Daar hebben we geen Vlaams register van. 3. Van elke relevante typemodule kunt u slechts één module maken. U kunt wel meerdere afdelingen of locaties aan die ene module toevoegen. 4. U selecteert de gepaste opties. Meer informatie daarover vindt u in de bijlage. 5. Praktische informatie voor cliënten kunt u toevoegen als infopagina s. U kunt beperkte tekstjes of bestaande internetpagina s invoegen. Let wel: met FireFox lukt dat prima, maar het invoegen van sterk opgemaakte tekst wordt nog niet door alle browsers ondersteund. De infopagina's kunt u zelf later nog aanpassen indien nodig. Ze staan buiten het goedkeuringsproces. Nog vragen? Voor inhoudelijke vragen omtrent modulering kunt u terecht bij Sven Pans (sven.pans@vaph.be, ), voor alle technische vragen bij de helpdesk van ERANOVA(zie contactgegevens bovenaan). Met vriendelijke groeten Dany Dewulf Algemeen directeur VAPH 1

2 SECTORSPECIFIEKE AFSPRAKEN 1. WELKE WERKVORM PAST ONDER WELKE TYPEMODULE? Verder in deze tekst vindt u een koppeling tussen de huidige zorgvormen en de typemodules. Op basis van die tekst krijgt u een overzicht welke typemodules u dient te moduleren indien u bepaalde zorgvormen aanbiedt. In bijlage 1 hebben we een koppeling gemaakt tussen de typemodules en de huidige werkvormtypes zoals deze gebruikt worden in de zorgregie. Via deze tabel kan u opzoeken binnen welke werkvormtypes een typemodule mogelijk is. We verwijzen hier naar de parametertabel in bijlage 2. Op de horizontale as vindt u de zorgvormen (internaat, OBC, MFC, ), op de verticale as de typemodules. In de cellen vindt u de nummers die overeenstemmen met de werkvormtypes in de parametertabel. Sommige nummers zijn weergegeven in het rood: deze geven aan dat een bepaalde typemodule enkel kan aangeboden worden indien dit gekaderd is binnen het oorspronkelijk aanbod van de werkvorm. We verduidelijken dit met een voorbeeld. Typemodule Behandeling van minderjarigen met een handicap (hoge U ziet in de cel onder internaat een aantal cijfers in het rood staan. In dit geval wil dit zeggen dat de typemodule behandeling ook kan worden aangeboden in een internaat voor schoolgaanden (100) of niet-schoolgaanden (102) indien dit gekoppeld is aan een verblijf in het internaat. Daarnaast is de typemodule binnen internaat sowieso mogelijk binnen de werkvorm begeleide uitgroei (103), ambulante begeleiding (104), en overbruggingszorg (105). 2. PROBLEEMGEBIEDEN EN INDICATIES Als probleemgebied is er steeds minstens een vermoeden van een handicap. We hebben ervoor geopteerd om geen doelgroepspecifieke typemodules aan te maken, behalve voor het verblijf in een GES+-voorziening wegens het specifieke karakter. Indien van toepassing, dient u op moduleniveau aan te geven voor welke doelgroep(en) u binnen uw organisatie ondersteuning aanbiedt. U vult deze doelgroepen in op niveau van de indicaties. Uit de lijst van indicaties dient u de handicapcodes te gebruiken om aan te geven rond welke doelgroepen u actief bent. Indien wenselijk, kan dit ook op niveau van de contra-indicaties. Indien u binnen de module onvoldoende informatie kwijt kan omtrent de doelgroepen, raden wij u aan om in de infofiches van de module een URL te plakken die doorlinkt naar de tabel die u vindt in bijlage 3. U doet dit het best door een URL aan te maken op de website van uw organisatie en deze dan te linken aan de infofiche. In deze tabel kan u in de cellen aangeven rond welke leeftijdsgroepen u actief bent binnen een bepaalde doelgroep, bv Er kan ook een combinatie van doelgroepen worden aangegeven. Indien het om een enkelvoudige doelgroep gaat vult u de cel in die zowel op de X- als de Y-as een zelfde handicapcode heeft. Uiteraard kan u dit ook verder verduidelijken binnen de instroommogelijkheden (zie verder) 3. ACTIES De acties in de typemodule zijn bedoeld als minimale acties. Een voorziening die deze hulp organiseert moet op moduleniveau (niet voor elke gebruiker) minimaal deze activiteiten aanbieden. Deze acties worden automatisch overgenomen in de module. U bent zoals aangegeven in de instructies van Integrale Jeugdhulp vrij om de acties van een module ruimer aan te vullen op basis van trefwoorden die de verschillende administraties reeds voor u hebben aangemaakt. Op die manier kan u de activiteiten die u aanbiedt aan de gebruiker nog verder specifiëren. Een aantal acties kan u enkel gebruiken binnen een bepaalde typemodule. U vindt deze acties hieronder: 2

3 ACTIE ENKEL TE GEBRUIKEN BIJ MODULES AFGELEID VAN DE TYPEMODULES Diagnostiek verrichten Diagnostiek voor minderjarigen met (een vermoeden van) handicap (hoge Diagnostiek voor minderjarigen met (een vermoeden van) handicap (midden Multidisciplinaire diagnostiek en adviesverlening voor minderjarigen met (een vermoeden van) handicap (centrum Therapie aanbieden Ergotherapie aanbieden Kinesitherapie aanbieden Logopedie aanbieden Psychotherapie aanbieden Medische ondersteuning aanbieden voor ontwikkelingsstoornissen) Behandeling van minderjarigen met een handicap (hoge Behandeling van minderjarigen met een handicap (midden Behandeling van minderjarigen met (een vermoeden van) handicap (lage Verblijf voor minderjarigen met een GES+-problematiek Vaardigheden trainen Training voor minderjarigen met handicap (hoge Training voor minderjarigen met een handicap (midden Training voor minderjarigen met (een vermoeden van) handicap (lage Verblijf voor minderjarigen met een GES+-problematiek Dagopvang aanbieden (School)aanvullende dagopvang voor minderjarigen met een handicap (hoge (School)aanvullende dagopvang voor minderjarigen met een(vermoeden van) handicap (lage Verblijf voor minderjarigen met een GES+-problematiek Dagbesteding aanbieden Schoolvervangende dagopvang voor minderjarigen met een handicap (hoge Schoolvervangende dagopvang voor minderjarigen met een (vermoeden van) handicap (lage Verblijf voor minderjarigen met een GES+-problematiek Accommodatie aanbieden Verblijf voor minderjarigen met een handicap (hoge Verblijf voor minderjarigen met een handicap (lage Verblijf voor minderjarigen met ( een vermoeden van) handicap Verblijf voor minderjarigen met een (vermoeden van) handicap (kortdurend) Verblijf voor minderjarigen met een handicap (kortdurend) Verblijf voor minderjarigen met een GES+-problematiek 3

4 4. SPECIFIEKE REGELGEVING Om onduidelijkheden te vermijden, vindt u hieronder een overzicht van welke typemodules steunen op het Besluit van de Vlaamse Regering (BVR) betreffende rechtstreeks toegankelijke hulp voor personen met een handicap van 21 december 2012.Dit besluit stipuleert de mogelijkheden waar binnen een voorziening, erkend en gesubsidieerd door het VAPH, rechtstreeks toegankelijke hulp kan bieden. In het cursief vindt de bepalingen van het BVR omtrent de specifieke functies (ambulante/mobiele begeleidingen, dagopvang en verblijf) 'Mobiele en/of ambulante begeleiding voor minderjarigen met (een vermoeden van) handicap (lage ' Ambulante en mobiele begeleidingen zijn rechtstreeks toegankelijk voor maximaal twaalf begeleidingen per jaar. Gedurende de eerste twee jaar samen kunnen er maximaal 48 begeleidingen plaatsvinden. (School)aanvullende dagopvang minderjarigen met een (vermoeden van) handicap (lage ' en 'Schoolvervangende dagopvang minderjarigen met een (vermoeden van) handicap (lage ' Dagopvang is rechtstreeks toegankelijk voor maximaal 24 dagen per jaar. 'Verblijf voor minderjarigen met een (vermoeden van) handicap' Verblijf is rechtstreeks toegankelijk voor maximaal twaalf dagen per jaar. Daarnaast verwijzen we ook naar het besluit van 1 september 2012 omtrent de ondersteuning van kwetsbare jongvolwassenen met een handicap. In een aantal specifieke gevallen is ondersteuning tot 25 jaar mogelijk, hetzij via verdergezet verblijf, dagopvang/dagbesteding of via laagfrequente mobiele vervolgbegeleiding door een OBC, (semi-) internaat of MFC. Het gaat hier steeds over de niet-rechtstreeks toegankelijke typemodules die kunnen verlengd worden (u vindt dit in de randvoorwaarden van de desbetreffende typemodules). Verdere modaliteiten kan u terugvinden in de omzendbrief van 10 december INSTROOMMOGELIJKHEDEN Een instroommogelijkheid bestaat uit minstens één module NRTJ uit de voorziening en minimaal één locatie. De instroommogelijkheid beschrijft de groep van modules en locaties in een voorziening waar een minderjarige effectief toe kan instromen. Voor de toegangspoort vormt dit de basis van het wachtbeheer. De voorzieningen bepalen zelf hoe ze hun toegang organiseren. Eén module is niet gelijk aan één capaciteitsplaats omdat dezelfde soort hulp of module in een aantal verschillende varianten kan bestaan. Die modules verschillen wel op basis van FID maar maken geen verschil voor de organisatie van de voorziening zelf. De voorziening kan zich bijvoorbeeld ook naar verschillende doelgroepen organiseren (leeftijd, handicap, locaties, ) Die differentiatie is binnen de modules niet altijd zichtbaar omdat het over dezelfde hulp gaat voor een andere doelgroep. Elke mogelijkheid waarop cliënten voor een deel of zelfs voor het hele aanbod van een voorziening kunnen instromen noemen we een instroommogelijkheid. Het totaal aan instroommogelijkheden is de instroomcapaciteit. Een instroommogelijkheid bestaat uit één (bv. Verblijf voor minderjarigen met een handicap) of een aantal modules (bv. Verblijf, behandeling en mobiele begeleiding) uit de voorziening en minimaal één locatie. Bij elke instroommogelijkheid voorzien we de mogelijkheid om dezelfde doelgroepbepalingen toe te voegen die een indicatiesteller ook in het indicatiestellingsverslag kan toevoegen als regiebeperkingen. Zo kan de matching voor de jeugdhulpregisseurs nog vereenvoudigd worden. Het is de bedoeling dat elke wijze waarop een gebruiker in uw organisatie kan instromen als 4

5 instroommogelijkheid benoemd wordt (eveneens dus voor de voorzieningen met een specifieke GES+-werking). Elke voorziening zal in de moduledatabank zoveel instroommogelijkheden kunnen aanmaken als voor hen nodig en wenselijk is. Belangrijk is dat de wachtlijstwerking van de toegangspoort gekoppeld wordt aan deze instroommogelijkheden. 5.1 Specifieke richtlijnen VAPH Instroommogelijkheden bieden de mogelijkheid om op een zeer specifiek niveau het profiel van de gebruikers die men ondersteunt te omschrijven zodat de jeugdhulpregisseur een duidelijk zicht heeft op welke gebruikers in een organisatie kunnen instromen. Een aanbod voor een specifieke doelgroep voor een bepaalde leeftijdsgroep kan dus verduidelijkt worden, wat op moduleniveau niet altijd mogelijk is. Het is bovendien via de vrije tekstvelden mogelijk om de instroommogelijkheden nog verder te omschrijven zodat de jeugdhulpregisseur de nodige transparantie krijgt. Tegelijkertijd vragen we aan de organisaties om de flexibiliteit die we via de processen van zorgvernieuwing invoeren - zoals we onder andere zien in de oprichting van de multifunctionele centra- zoveel mogelijk te garanderen. Dit betekent dat ondersteuning zoveel mogelijk vraaggestuurd en subsidiair dient aangeboden te worden. Het is niet wenselijk om gebruikers enkel te laten instromen in een voorziening als men verplicht van het totaalaanbod gebruik maakt. De instroommogelijkheden dienen daarnaast het aanbod zoals voorzien in de erkenning volledig te dekken (bv. indien men erkend is als internaat voor personen met autisme van 0-21 jaar dient men niet enkel een aanbod te voorzien voor normaalbegaafde jongeren van 10 tot 18 jaar). 6. KOPPELING ZORGVORMEN TYPEMODULES Deze koppeling dient als wegwijzer om uw huidige hulpverleningsaanbod vlot in modules om te zetten. 6.1 Internaat Internaten richten zich tot kinderen en jongeren van alle doelgroepen. Ze beperken zich dus niet tot kinderen en jongeren met één specifieke soort handicap. Internaten bieden opvang en begeleiding aan, zowel aan schoolgaande als niet-schoolgaande kinderen en jongeren. Onder begeleiding wordt verstaan: pedagogische, medische, psychologische en sociale ondersteuning. Ook specifieke therapieën behoren tot het aanbod van de internaten: kinesitherapie, logopedie, ergotherapie, zelfredzaamheidstraining, structurering en andere specifieke trainingen. Het internaat wordt dus opgevat als een combinatie van minimaal de functies 1 verblijf en een vorm van dagopvang, met zeer vaak behandeling of training erbij. Deze typemodules zijn nietrechtstreeks toegankelijk. Dit vertaalt zich naar volgende typemodules (uiteraard rekening houdend met doelgroep en leeftijd: niet alle internaten bieden bijvoorbeeld schoolvervangende dagopvang aan): 1 Een functie staat voor een specifiek kernproces van jeugdhulpverlening. Het geeft de hoofdactiviteit of de hulpactiviteit van een typemodule weer. 5

6 Verblijf: Verblijf voor minderjarigen met een handicap (hoge waar het gaat over een langdurig verblijf met hoge frequentie (ganse week met mogelijkheid tot weekend). Het gaat hier over gemiddelde FID-parameters, vaak gaat men in de weekends immers ook naar huis. Het gaat hier vooral over accommodatie aanbieden, toezicht houden, ondersteuning bieden bij de lichamelijke basisbehoeften in een orthopedagogisch klimaat in een gespecialiseerde setting. Verblijf voor minderjarigen met een handicap (lage waar het langdurig verblijf in een lagere frequentie (twee dagen per week) wordt aangeboden. Dagopvang: Schoolvervangende dagopvang minderjarigen met een handicap (hoge waarbinnen er een schoolvervangend programma wordt aangeboden (kinderen die niet leerplichtig zijn of (tijdelijk) geschorst zijn en een alternatief programma krijgen aangeboden. (School)aanvullende dagopvang minderjarigen met een handicap (hoge voorziet in de klassieke dagopvang voor schoolgaande kinderen. Daarnaast dient u volgende typemodules te moduleren indien er therapeutische acties als kinesitherapie, medische behandeling, psychotherapie, ergotherapie, logopedie, etc worden voorzien of een vorm van training (bv. sociale vaardigheidstraining, mobiliteitstraining, )wordt aangeboden. Behandeling: Behandeling van minderjarigen met een handicap (hoge indien het over een intens aanbod gaat van gemiddeld 4 uur op werkdagen; Training: of bij een minder intens aanbod van 2 uur op werkdagen met de typemodule: Behandeling van minderjarigen met een handicap (midden Training voor minderjarigen met handicap (hoge waar het vooral gaat over het aanleren van specifieke vaardigheden via een training Training voor minderjarigen met een handicap (midden Binnen een internaat kan er soms ook aan begeleiding (begeleiding van de jongere en/of zijn/haar context) worden gedaan (dit gaat via een systeem van heroverweging): Mobiele en/of ambulante begeleiding voor minderjarigen met een handicap (hoge 6.2 Semi-internaat Semi-internaten richten zich tot kinderen en jongeren van alle doelgroepen. Ze beperken zich dus niet tot kinderen en jongeren met één specifieke soort handicap. De semi-internaten bieden opvang en begeleiding aan, aan zowel schoolgaande als niet- 6

7 schoolgaande kinderen en jongeren. Onder begeleiding wordt verstaan: pedagogische, medische, psychologische en sociale ondersteuning. Ook specifieke therapieën behoren tot het aanbod van de semi-internaten (zie supra). Semi-internaten zijn open in de week, in principe van 8 tot 18 u. s Avonds, s nachts en in het weekend verblijven de kinderen en jongeren thuis. Sommige voorzieningen bieden een vakantieprogramma aan. Deze werkvorm bevat dus minimaal één van de niet rechtstreeks toegankelijke typemodules rond dagopvang (zie supra). Dagopvang: Schoolvervangende dagopvang minderjarigen met een handicap (hoge (School)aanvullende dagopvang minderjarigen met een handicap (hoge Complementair hieraan kunnen net als bij internaat de functies behandeling of training worden aangeboden: Behandeling: Behandeling van minderjarigen met een handicap (hoge Behandeling van minderjarigen met een handicap (midden Training: Training voor minderjarigen met handicap (hoge Training voor minderjarigen met een handicap (midden Binnen een semi-internaat kan er soms ook aan begeleiding (begeleiding van de jongere en/of zijn/haar context) worden gedaan (dit gaat via een systeem van heroverweging): Mobiele en/of ambulante begeleiding voor minderjarigen met een handicap (hoge Indien er daarnaast aan weekend- of vakantieopvang overdag wordt gedaan dient volgende typemodule te worden gemoduleerd: Weekend- en vakantieopvang overdag voor minderjarigen met een handicap 6.3 OBC Als er nog geen duidelijkheid is over de precieze aard van de handicap van de minderjarige of over de meest geschikte ondersteuning, dan kan men terecht in een Observatie- en BehandelingsCentrum (OBC). Voluit heet zo n dienst Centrum voor Observatie, Oriëntering en Medische, Psychologische en Pedagogische Behandeling voor Gehandicapten. OBC's richten zich vooral tot kinderen en jongeren met complexe gedrags- en emotionele stoornissen, al dan niet in combinatie met een verstandelijke handicap. Het OBC stelt zich tot doel via intensieve observatie tot een diagnose te komen, te starten met een behandeling en gericht door te verwijzen voor verdere ondersteuning door een gepaste dienst of voorziening. De minderjarige kan maximaal gedurende 3 jaar opgenomen worden in een OBC. Eén van de kernactiviteiten van een OBC is dus diagnostiek. De belangrijkste typemodules voor hen zijn bijgevolg: 7

8 Diagnostiek: Diagnostiek voor minderjarigen met (een vermoeden van) handicap (hoge Diagnostiek voor minderjarigen met een (vermoeden van) handicap [midden frequentie] Aangezien er bijna altijd verblijf mee gepaard gaat, wordt dit meestal gecombineerd met de volgende typemodule: Verblijf: Verblijf voor minderjarigen met (een vermoeden van) handicap. Deze module verblijf is van kortere duur dan de typemodule van internaat aangezien het verblijf in een OBC niet permanent kan zijn (uiteraard is verlenging wel mogelijk tot 36 maanden). Bij dat verblijf is vaak ook dagopvang gepaard: Dagopvang: Schoolvervangende dagopvang minderjarigen met een handicap (hoge (School)aanvullende dagopvang minderjarigen met een handicap (hoge Daarnaast vindt hier ook behandeling of training plaats zodat ook de volgende typemodules dienen gemoduleerd te worden: Behandeling: Behandeling van minderjarigen met een handicap (hoge Behandeling van minderjarigen met een handicap (midden Training: Training voor minderjarigen met handicap (hoge Training voor minderjarigen met een handicap (midden Indien er ook sommige ambulante begeleiding wordt aangeboden dient onderstaande typemodule ook gemoduleerd te worden: Mobiele en/of ambulante begeleiding voor minderjarigen met een handicap (hoge 6.4 Thuisbegeleiding De thuisbegeleidingsdiensten richten zich tot gezinnen met minder- of meerderjarige kinderen met een motorische, zintuiglijke of verstandelijke handicap, of met autisme. De begeleiding is gericht op de ontwikkeling van de minderjarige en de pedagogische en psychosociale ondersteuning van de ouders en ruimere context. De aanvaarding van de handicap en ook de verdere toekomst van het kind staan centraal. 8

9 De standaard typemodule voor thuisbegeleiding is: Mobiele en/of ambulante begeleiding voor minderjarigen met een handicap (hoge Indien het gaat over een specifieke behandeling of training kan dit ook gecombineerd worden met: Behandeling: Behandeling van minderjarigen met een handicap (hoge Behandeling van minderjarigen met een handicap (midden Training: Training voor minderjarigen met handicap (hoge Training voor minderjarigen met een handicap (middenfrequentie 6.5 Multifunctioneel centrum (MFC) Een multifunctioneel centrum (MFC) kan zelf schakelen tussen de functies verblijf, dagopvang en begeleiding indien deze geïndiceerd zijn om zo goed mogelijk vraaggestuurde ondersteuning aan te bieden. Aansluitend daarmee kan er dus ook training en behandeling worden aangeboden. Als MFC dient u volgende typemodules te moduleren: Verblijf: Verblijf voor minderjarigen met een handicap (hoge waar het gaat over een langdurig verblijf met hoge frequentie (ganse week met mogelijkheid tot weekend). Het gaat hier over gemiddelde FID-parameters, vaak gaat men in de weekends immers ook naar huis. Het gaat hier vooral over accommodatie aanbieden, toezicht houden, ondersteuning bieden bij de lichamelijke basisbehoeften in een orthopedagogisch klimaat in een gespecialiseerde setting. of Verblijf voor minderjarigen met een handicap (lage waar het langdurig verblijf in een lagere frequentie (twee dagen per week) wordt aangeboden. Dagopvang: Schoolvervangende dagopvang minderjarigen met een handicap (hoge (School)aanvullende dagopvang minderjarigen met een handicap (hoge Mobiele en/of ambulante begeleiding voor minderjarigen met een handicap (hoge Behandeling: Behandeling van minderjarigen met een handicap (hoge Behandeling van minderjarigen met een handicap (midden Training: Training voor minderjarigen met handicap (hoge Training voor minderjarigen met een handicap (midden 9

10 Sommige MFC s hebben daarnaast ook een erkenning als OBC waardoor ze de volgende functies ook aanbieden: Diagnostiek: Diagnostiek voor minderjarigen met (een vermoeden van) handicap (hoge Diagnostiek voor minderjarigen met een (vermoeden van) handicap [midden frequentie] 6.6 GES + Deze typemodule biedt specifiek verblijf aan voor jongeren met ernstige gedrags- en emotionele stoornissen (GES+) met inbegrip van de nodige opvang, begeleiding en behandeling. De infrastructuur en de begeleidingsintensiteit zijn aangepast aan de specifieke ondersteuningsvragen van deze jongeren. Het kan eveneens gaan om jongeren die naast de GES+-problematiek nog andere beperkingen hebben. Verblijf voor minderjarigen met een GES+-problematiek In deze typemodule zit de nodige opvang, begeleiding en behandeling reeds vervat die aangeboden worden in de specifiek erkende GES+ units. Het is dus niet noodzakelijk om bijkomende typemodules te indiceren. 6.7 Logeren/Kortverblijf Minderjarigen met een handicap kunnen gebruik maken van deze typemodule indien ze occasioneel gebruik maken van opvang en begeleiding voor een korte duur. Deze typemodule is eveneens nietrechtstreeks toegankelijk. Voorzieningen die logeren of kortverblijf aanbieden dienen dus onderstaande typemodule te moduleren. Verblijf voor minderjarigen met een handicap (kortdurend) 7. RECHTSTREEKS TOEGANKELIJKE HULP Rechtstreeks Toegankelijke Hulp is beperkte, handicapspecifieke ondersteuning waarvoor er geen aanvraag bij het VAPH nodig is. Rechtstreeks Toegankelijke Hulp bestaat in drie vormen: begeleiding, dagopvang en verblijf. Men kan kiezen voor één van deze vormen of voor een combinatie. Indien u erkend bent vanuit het VAPH om RTH aan te bieden of dit kan doen via penhouderschap kan u deze typemodules moduleren. Let op: deze typemodules mogen niet gecombineerd worden met niet-rechtstreeks toegankelijke ondersteuning. Mobiele en/of ambulante begeleiding voor minderjarigen met (een vermoeden van) handicap (lage 10

11 Ambulante en mobiele begeleidingen zijn rechtstreeks toegankelijk voor maximaal twaalf begeleidingen per jaar. Gedurende de eerste twee jaar samen kunnen er maximaal 48 begeleidingen plaatsvinden. Dagopvang: (School)aanvullende dagopvang minderjarigen met (een vermoeden van) handicap (lage en Schoolvervangende dagopvang minderjarigen met (een vermoeden van handicap (lage Dagopvang is rechtstreeks toegankelijk voor maximaal 24 dagen per jaar. Verblijf: Verblijf voor minderjarigen met een (vermoeden van) handicap (kortdurend) Verblijf is rechtstreeks toegankelijk voor maximaal twaalf dagen per jaar. 7.1 COS Een Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen (COS) heeft als taak om kinderen met ontwikkelingsstoornissen zo vroeg mogelijk op te sporen, de graad en de ernst van hun handicap vast te stellen en eventueel bijkomende problemen op te sporen en te karakteriseren. Het centrum geeft advies over de beste therapeutische aanpak en raadt eventuele hulpmiddelen of geschikte voorzieningen aan voor behandeling, onderwijs en begeleiding. Voorts voert een Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen ook toegepast wetenschappelijk onderzoek uit. Hiervoor is de volgende rechtstreeks toegankelijke typemodule gecreëerd: Diagnostiek: Multidisciplinaire diagnostiek en adviesverlening voor minderjarigen met (een vermoeden van) handicap (centrum voor ontwikkelingsstoornissen) 7.2 DOP Indien er nog geen begeleiding of opvang van een VAPH-dienst of -voorziening is en (nog) geen persoonlijke-assistentiebudget (PAB), kan men beroep doen op een Dienst Ondersteuningsplan (DOP). Een professionele begeleider helpt de minderjarige en eventueel andere rechtstreeks betrokken personen uit zijn/haar omgeving om een helder inzicht te krijgen in de exacte ondersteuningsbehoeften. Dit mondt uit in een ondersteuningsplan, waarmee men zelf aan de slag kan. Een DOP biedt dus geen woonvorm aan, maar wel een aantal begeleidingen. Het gaat om maximaal 12 begeleidingen van minimum 1 uur per persoon, gespreid over een periode van maximum 12 maanden. De DOP s gebruiken hiervoor de volgende rechtstreeks toegankelijke typemodule: Procesbegeleiding voor minderjarigen met (een vermoeden van) handicap in de opmaak van een individueel ondersteuningsplan en de versterking van het netwerk 11

12 8. TYPEMODULES DIE NIET DIENEN GEMODULEERD TE WORDEN De volgende typemodules kan u terugvinden in de moduledatabank. Deze dienen niet gemoduleerd te worden maar worden gebruikt door de integrale toegangspoort om budgetten toe te wijzen of aanvragen tot tegemoetkoming te regelen. 8.1 PAB Via de volgende typemodule kan een persoonlijk assistentiebudget worden aangevraagd: Persoonlijke assistentie voor minderjarigen met een handicap De functie zorgconsulentschap wordt niet apart gemoduleerd omdat deze enkel kan aangeboden worden in kader van een persoonlijk assistentiebudget. Indien u zorgconsulentschap aanbiedt dient u dus hiervoor geen module aan te maken. 8.2 Individuele Materiële Bijstand (IMB) De onderstaande typemodule zorgt voor een aanvraag voor een tegemoetkoming in de aankoop van hulpmiddelen en aanpassingen ter ondersteuning van het sociaal functioneren van de minderjarige met een handicap: Individuele materiële bijstand 8.3 Doventolken De onderstaande typemodule zorgt voor een aanvraag voor de ondersteuning door een tolk Vlaamse Gebarentaal in de levenssfeer voor een minderjarige met een auditieve handicap (niet binnen onderwijs): Doventolken 8.4 Verplaatsings- en verblijfskosten in het gewoon onderwijs (W1) De onderstaande typemodule zorgt voor een aanvraag voor tussenkomst in de verblijfs- en verplaatsingskosten die gemaakt worden voor het volgen van gewoon onderwijs door een minderjarige met een handicap: Verplaatsings- en verblijfskosten in het gewoon onderwijs 12