Duurzaam beheer van Kempense naaldbossen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Duurzaam beheer van Kempense naaldbossen"

Transcriptie

1 Duurzaam beheer van Kempense naaldbossen In Vlaanderen beslaan homogene grove en Corsicaanse dennenbestanden ha op zandgronden in de Kempen en de Vlaamse zandstreek. Ongeveer 57% van de oppervlakte van de homogene bestanden van grove den is in privé-bezit, voor Corsicaanse den gaat het om 43%. Van nature zouden hier loofbossen voorkomen van inlandse eiken, berken en beuken met wilde lijsterbes, sporkehout en ratelpopulier als meest typische begeleiders. Veel bosbeheerders zijn ervan overtuigd dat gelijkjarige monoculturen van dennen met een kaalkap en een heraanplant met den om de vijftig jaar niet meer relevant zijn. Ze zijn dan ook niet bijster enthousiast over homogene dennenbossen, die als iets statisch en weinig rendabel worden beschouwd. Aan een dennenbos kan je nu eenmaal niet veel veranderen maar door het toepassen van een duurzaam bosbeheer kun je als boseigenaar opnieuw zin krijgen in je bos en in het beheer ervan. Als bosbeheer neem je immers ongetwijfeld meer genoegen in het werken in bossen met een rijke structuur en menging van soorten. De uitdaging bestaat er daarom uit om in onnatuurlijke homogene bossen, door gerichte tussenkomsten, de ontwikkeling van een meer gevarieerd en natuurlijker bostype te stimuleren. Deze fiche geeft je een overzicht van de geschiedenis van onze dennenbossen, van hun functioneren en van duurzame beheermaatregelen. Niet alleen het bos, maar ook de beheerder, zal er wel bij varen! VBV 2007 Duurzaam beheer van Kempense naaldbossen 1

2 GESCHIEDENIS VAN DE KEMPENSE NAALDBOSSEN 1. Van oerbos naar cultuurlandschap Na de ijstijden, zo n jaar geleden, ontwikkelde de toendra zich eerst tot een taigabos met grove den en berk. Dat ruimde plaats voor een loofwoud, gedomineerd door soorten als eik, berk, linde en later ook beuk. Vanaf ongeveer 5000 jaar geleden begon de mens een grotere invloed uit te oefenen op het landschap en werd het gesloten oerbos steeds meer vervangen door een cultuurlandschap. Tussen de 13e en de 19e eeuw breidde heide zich enorm uit, hoewel de paarse heidevlaktes waarschijnlijk pas uit de 18e eeuw stammen. Dat kwam omdat de landbouw op die arme gronden geleidelijk aan steeds intensiever werd. Er was een groeiende bevolking te voeden (graan en vlees) en een belangrijke textielindustrie (wol) te bevoorraden. Om de vruchtbaarheid van de akkers op peil te houden werd dierlijke mest in de potstal massaal aangevuld met strooisel, de zogenaamde plaggen, van de omliggende woeste gronden. Die gronden werden bovendien begraasd door schaapskuddes. 2. Massale bebossing van heide en marginale akkers in de 19de eeuw Halfweg de 19e eeuw viel de industriële ontwikkeling van België samen met diepe crisissen in de landbouw. De graanteelt op zandgronden kon niet op tegen goedkoop ingevoerd buitenlands graan en er was een grote vraag naar hout van matige, uniforme afmetingen voor industriële verwerking. Al van in de 17e eeuw werd op kleine schaal grove den aangeplant. Tegen 1800 werden in de zandstreken in Vlaanderen kleine bosperceeltjes op marginale akkertjes of op de heide aangetroffen (kaart van graaf de Ferraris, 1775). Het strooisel van die plantages ging met de heideplaggen mee de potstal in. Vanaf 1850 bleek grove den ideaal voor de massale bebossing van de heiden en de slechtste akkergronden. Grove den is een robuuste pionierboomsoort die gemakkelijk gekweekt kan worden en zelfs in gure omstandigheden op arme grond van open vlaktes geplant kan worden. Het hout ervan was bovendien uiterst geschikt als stuthout voor de Belgische steenkoolmijnen, die eerst in Wallonië en later in Limburg sterk opkwamen. De productieve Corsicaanse den was ook al van in de 19e eeuw bekend als bosboom, maar vooral tussen 1930 en de jaren zeventig werden kaalkappen van bestaande grove dennenbossen met Corsicaanse den beplant. Verschillende heidevlaktes werden na WOII met Corsicaanse den beplant. Amper 9000 ha van de huidige ha bos op zandgronden in heel Vlaanderen was eind 18e eeuw ook bos en is altijd bos gebleven. Een groot deel van die 9000 ha bestaat uit vroege aanplantingen van grove den. De oppervlakte oud bos, bos dat mogelijk al in de middeleeuwen (loof)bos was, is dus heel erg beperkt op zandgronden. Het gros van de huidige dennenbossen was voordien geen bos, maar wel heide of akker. 3. Beheer met oog op mijnhoutproductie Traditioneel werden jonge dennenzaailingen geplant op de heide of op een kaalkap. Natuurlijke verjonging komt vóór de jaren tachtig maar heel zelden voor. Na een vijftiental jaren werden de onderste takkransen opgesnoeid en werd een eerste keer gezuiverd. Daarna werd regelmatig een zogenaamde laagdunning uitgevoerd, waarbij kleine, dode en slechtgevormde dennen en ook spontane loofbomen werden weggehaald. VBV 2007 Duurzaam beheer van Kempense naaldbossen 2

3 Een kaalkap volgde op veertig- tot zestigjarige leeftijd, wat een grote hoeveelheid stamstukken van matige en uniforme afmetingen opleverde. Dat mijnstuthout of pulphout kon voor een aanzienlijke prijs verkocht worden en tot de jaren zeventig waren arbeidskrachten voor de bosbouw goedkoop. De kaalkap werd geruimd, eventueel werden stronken gerooid en er werd opnieuw geplant of soms gezaaid. 4. Na het sluiten van de mijnen Na de mijnsluitingen en met de sterke toename van de arbeidskosten na 1970 viel de rentabiliteit van dennenbos in een kaalkap-herplantsysteem helemaal weg. De bestanden bleven op stam en het onderhoudsbeheer bleef vaak achterwege. De oliecrisissen deden de brandhoutverkoop gedurende een korte periode opflakkeren. Veel dennenbossen kregen ook een recreatieve bestemming. Er werden weekendhuisjes in de bossen gebouwd of de gronden werden verkaveld voor woningbouw. Het laatste decennium is er opnieuw interesse voor bosbeheer in dennenbossen. Er is een vrij stabiele afzetmarkt voor dennenhout, met een matige maar vrij zekere prijszetting voor bulkhout en industrieel zaaghout van gemiddelde afmetingen. Zwaarder zaaghout haalt in verhouding tot het dunnere hout echter geen goede meerprijs. De exploitatiekosten worden beperkt door hooggemechaniseerde oogstmachines te gebruiken. Bovendien stimuleren de o.a. de Bosgroepen eigenaars om opnieuw met hun bos bezig te zijn. HOE FUNCTIONEERT EEN DENNENBESTAND? Een (dennen-)bestand kan verticaal opgedeeld worden in een boomlaag, een struiklaag en een kruidlaag met verjonging (zie figuur). In deze volgorde vangen de verschillende lagen licht om te groeien. De dichtheid van een bovenliggende laag bepaalt hoeveel licht overblijft voor de lagen eronder. Min of meer hetzelfde gaat op voor de wortels in de bodem. De belangrijkste boomsoorten in onze bossen op zandgrond hebben elk een eigen temperament dat bepaalt hoeveel groeiruimte (licht, wortelruimte) ze nodig hebben om te verjongen, om te overleven en om naar de boomlaag door te groeien en zich daar te handhaven. Voor bosbouw is het niet alleen belangrijk of een soort groeit in een bestand, maar ook hoe die soort groeit (stamvorm, vitaliteit). Er worden dus bijkomende vereisten opgelegd. Hieronder vind je de relevante bestandskenmerken terug voor een typisch naaldbos op zandgrond. Hoe de groeiruimte wordt ingenomen door soorten in de kruidlaag met eventuele verjonging, de struiklaag en de boomlaag, vertelt hoe het bestand op een bepaald moment functioneert. VBV 2007 Duurzaam beheer van Kempense naaldbossen 3

4 boomlaag struiklaag kruidlaag en verjonging 1. Boomlaag Dennen Dichtheid en dunningsregime In Kempense naaldbossen bestaat de boomlaag hoofdzakelijk uit grove of Corsicaanse den. In een volledig gevulde boomlaag met dennen tussen 40 en 60 jaar oud, sterven de dennen erg langzaam af. Zelfs met een piepklein kroontje blijven de meeste overleven. Bestanden rond 60 jaar met stamtallen boven 800 per ha zijn dicht te noemen, onder de 350 per ha zijn ze eerder ijl. In de meeste dennenbestanden ontstaat zeker rond deze leeftijd groeiruimte voor een onderetage, vooral als er gedund wordt. Bij een zelfde dichtheid van het bestand houden Corsicaanse dennen gewoonlijk makkelijker een diepe kroon dan grove dennen. Deze kroondiepte is een goede graadmeter voor het dunningsregime in het verleden. Er wordt vandaag vastgesteld dat het overgrote deel van de Vlaamse dennenbestanden zwak of matig gedund werd, met de nadruk op het wegnemen van onderstandige bomen 1. Echte hoogdunning 2 werd zelden toegepast. Daarvoor moeten dominante bomen gekapt worden om andere dominante bomen veel groeiruimte te geven. Echt diepe dennenkronen kom je daarom niet vaak tegen. 1 zie p zie p.11 VBV 2007 Duurzaam beheer van Kempense naaldbossen 4

5 Productie De dennen kunnen als bestand een hoge productie hebben, terwijl elk van de bomen in een dichtgehouden bestand weinig individuele groeiruimte heeft, en dus een erg kleine kroon en een geringe stamaangroei. De volumeaanwas per ha wordt vooral door de bodemrijkdom bepaald. Die kan je afleiden uit de bereikte boomhoogte. Rond 50 jaar is een zandige standplaats waar de toppen van de dennen minder dan 16 m hoog zijn arm te noemen, het ingroeien van loofbomen zal hier redelijk traag verlopen, de reactie op ingrepen is eerder traag. Zijn de dennen hoger dan 20 m dan is de groeiplaats voor een zandgrond eerder rijk en is ook een goede groei van loofbomen te verwachten. Op erg natte zandgronden kan de hoogtegroei van de dennen door een hoge grondwatertafel beperkt worden. Dit zijn standplaatsen waar (zachte) berk, maar ook zomereik en wat zwarte els en sommige wilgensoorten van nature groeien. Het Elzen-Eikenbos en vooral het Berkenbroek die hier van nature groeien hebben een hoge natuurwaarde, ook al omwille van hun zeldzaamheid. Een hoge houtproductiedoelstelling zal je op deze plaatsen nooit kunnen waarmaken. Om van een bosbouwkundige meerwaarde te kunnen spreken moeten, naast een redelijke bodemrijkdom, ook voldoende kwaliteitsbomen te vinden zijn. Het aanduiden van de toekomstbomen 3 in de boomlaag doorheen het bestand met eerder strenge criteria is hiervoor een goede oefening. Bij dennen moet de onderste 8 m van de stam kaarsrecht zijn en liefst ook met weinig of fijne takstompjes. Bovendien moet de kroonomvang minstens gemiddeld zijn. Als er vlot 30 kwaliteitsbomen per ha kunnen gevonden worden, kan een doelstelling van dik laaghout van den zeker verantwoord worden. 2. Boomlaag-loofbomen De verwachting rond spontane verjonging van inheemse loofboomsoorten in dennenbestanden is belangrijk bij bosomvorming. Kiemplanten van de gewenste soorten zijn hiervoor de meest tastbare aanwijzing. Maar om zeker te zijn van aanvoer van zaad, op het ogenblik dat je als beheerder groeiruimte creëert door beheeringrepen, moeten er zaadbomen in de boomlaag staan. In een dennenbos is dat vaak een oude eikenhoutkant aan de bosrand, een brandsingel, een (verwaarloosde) dreef of een vochtigere plek waar de dennenaanplanting indertijd niet goed lukte en waar bijvoorbeeld berken en sporkehout groeien. 3 zie p. 11 VBV 2007 Duurzaam beheer van Kempense naaldbossen 5

6 Vaak hebben de aanwezige loofbomen geen waardevolle onderstammen, maar toch is het ruim vrijstellen van hun kronen een goede maatregel om hun bloei en zaadzetting te bevorderen. Oudere eiken en vooral berken in dennenbos geven overigens een goede indicatie door de groeikracht van de standplaats. Staan er berken van vlot 18 m, dan kan je gerust zijn over de groeikracht van inheemse loofbomen op zandgronden in dit bestand. 3. Struiklaag Enerzijds kunnen elementen in de struiklaag op lange termijn de struiklaag blijven vormen, ofwel gebruikt worden om door te groeien naar de bovenetage. Anderzijds kunnen ze ook groeiruimte innemen die nodig is voor verjonging en dus een reden zijn waarom zich geen verjonging vestigt. Vooral bossen waarin Amerikaanse vogelkers en Amerikaanse eik over aanzienlijke oppervlaktes homogene struiklagen vormen, zorgen voor problemen. Wilde lijsterbes, zomereik en sporkehout in de struiklaag of bijgemengd in verjongingen is positief. Een gesloten struiklaag van (kwijnende) berken kan het ingroeien van verjonging belemmeren, bijvoorbeeld na groepenkap of een stevige dunning. Op zich kan deze struiklaag onder een dennenbestand dat nog lang mag blijven zeker positief zijn. Het ontbreken van enige zomereiken die spontaan in de struiklaag zijn geraakt, kan wijzen op hoge reewilddruk, op het ontbreken van zaadbomen of van groeiruimte onder een te gesloten boomlaag. 4. Kruidlaag en verjonging Weinig of geen bodemvegetatie Weinig of geen bodemvegetatie in de zomer wijst er meestal op dat de beschikbare groeiruimte volledig door de boomlaag en/of de struiklaag wordt ingenomen. Dit is kenmerkend voor jonge, ongedunde dennenbestanden tot 30 jaar of bestanden met een hoge bedekking van Amerikaanse vogelkers of Amerikaanse eik in de struiklaag of de boomlaag. In deze omstandigheden zijn er weinig kansen voor de vestiging en doorgroei van verjonging. Maak je in een dergelijk bestand plots veel groeiruimte, bijvoorbeeld door een dunning, of door een bestrijding van exoten, dan is massale verjonging van de dennen zelf of van andere soorten met zaadbomen in de buurt te verwachten (wilde lijsterbes, berk). Hier is het dus belangrijk om klaar te staan en die verjonging al dan niet onmiddellijk te benutten voor een volgende bosgeneratie. Grasmat Bij de dennenbossen met een echte grasmat is het onderscheid tussen pijpenstrootje en bochtige smele belangrijk. Op drogere plekken laat bochtige smele de vestiging van boomzaailingen vlot toe, vooral van zomereik, wilde lijsterbes en sporkehout. Dennen- en ook berkenzaailingen willen hierin wel eens uitdrogen tijdens de eerste zomer na vestiging. VBV 2007 Duurzaam beheer van Kempense naaldbossen 6

7 Een gesloten mat van pijpenstrootje kan de vestiging van boomzaailingen erg remmen. Als er dan ook nog reevraat optreedt, kan de opkomst aan een verjonging erg lang duren en ijl zijn. Bedenk ook dat uitgesproken laagtes op zandgrond met pijpenstrootje soms historische vennen of venige slenken aanduiden. Vaak vind je hier ook erg diepe greppels. Dit zijn potentiële toplocaties voor natuurontwikkeling via venherstel of ontwikkeling van Elzen- Eikenbos of Berkenbroek. Adelaarsvaren Een gesloten adelaarsvarenvegetatie onder een dennenbos, algemener op de zandgronden in het noorden van Oost-Vlaanderen dan in de Kempen kan alle ontwikkeling blokkeren. Vestiging van boomzaailingen is onwaarschijnlijk, tenzij de adelaarsvaren nog vrij ijl staat en er bijvoorbeeld ook pijpenstrootje, stekelvaren of braam tussenstaat. Adelaarsvaren kan sterk uitbreiden als je dunningen uitvoert in je dennenbestand. Stekelvaren Vegetaties met veel stekelvarens vind je algemeen in productieve Corsicaanse dennenbestanden. De Corsicaanse dennen geven veel dood (tak)hout op de bodem en een gesloten, (lucht)vochtig klimaat, ideaal voor varens. Stekelvarens vormen geen belemmering voor boomverjonging en kunnen snel afnemen bij het ijler worden van een dergelijk bestand door bv. sterke dunning of groepenkap. Bramen Een typisch fenomeen is dat braam als eerste toeneemt na een eerste dunning in voorheen gesloten dennenbestanden. Dit tot grote ergernis van vele beheerders en eigenaars. In tegenstelling tot pijpenstrootje en adelaarsvaren blijken bramenvegetaties na een (onbepaald) aantal jaren hun vitaliteit te verliezen. Vaak gebeurt dat wanneer beschaduwing opnieuw toeneemt of door een roestaantasting (Phragmidium violaceum). Dat is het ogenblik waarop loofboomzaailingen zich toch vestigen en dan bescherming van de bramen krijgen tegen reevraat. De ergste problemen treden op in aanplantingen (van zomereik) of geslaagde verjongingen (van berk) die net na de kapping in de interessantste fase zijn voor bramen, met veel licht en voedingsstoffen. Een mogelijkheid is de bramen maaien na één of twee groeiseizoenen en dan pas verjonging of aanplanting induceren. Let daarbij op dat afgemaaide kiemlingen van berk die mogelijk tussen de bramen staan, wel opnieuw uitschieten, maar dan scheve stamvoeten ontwikkelen. Mix In oudere dennenbebossingen (bv. van voor 1900) of op plaatsen waar vroeger loofbos groeide voor er dennen werden geplant, is soms een gemengde kruidachtige vegetatie aanwezig van alle bovengenoemde soorten: grassen, varens, bramen en vaak ook blauwe bosbes. In deze omstandigheden kiemen vrijwel alle loofboomsoorten vlot, maar niet in erg hoge dichtheid. Vooral zomereik (en wintereik) heeft hier erg goede kansen, ook al omdat het voedselaanbod voor reewild hier breed is, zodat niet alle zomereikenverjonging afgeknaagd wordt. VBV 2007 Duurzaam beheer van Kempense naaldbossen 7

8 Verjonging Het optreden van verjonging onder een dennenbestand zegt heel wat over de te verwachten ontwikkelingen. Het is een must om eens met de neus op de grond te snuffelen en te kijken of er éénjarige kiemplanten van een aantal soorten staan. Niet zelden zijn het er erg veel. Toch groeien de meeste van hen onder een dennenbestand niet door. Bij een aantal soorten is het erop of eronder, eenmaal de eindscheut afgebeten door muizen, hazen, reeën of door droogte of lichtgebrek geraakt, sterft de hele kiemplant af. Vaak worden ze jaarlijks vervangen door nieuwe kiemplanten uit vers gevallen zaad. Dit geldt voor grove den en ook wel voor berk, sporkehout en Amerikaanse eik. Zomereik, wilde lijsterbes en Amerikaanse vogelkers kunnen jarenlang overleven door telkens nadat de eindscheut afsterft opnieuw een scheutje te vormen. Ze staan als het ware te wachten tot ze een jaar of drie na elkaar toch kunnen doorgroeien (bv. door een verschuiving van territoria van reeën, een sterke oplichting van het bovenscherm, een voldoende afscherming door een braamstruweel of een paar vochtige zomers) tot buiten de gevarenzone. Of een soort al kiemplanten of jonge zaailingen in een dennenbestand heeft, voorspelt niet alles over de te verwachten spontane verjonging. Maar als je als beheerder begrijpt waarom ze niet doorgroeien, kan je daar mogelijk op ingrijpen (gericht afschot van reewild, wildraster, dunning in de boomlaag of struiklaag). Wildbescherming In dennenbossen waar over grote oppervlakte onder het dichte dennenscherm weinig vegetatie voorkomt, werkt een verjongingsgroepje van loofbomen als een magneet op het wild. In die situaties kan het nodig zijn om de verjongingsoppervlaktes tijdelijk af te rasteren. Een dergelijk raster moet ongeveer 2 meter hoog zijn om reeën tegen te houden. Het gebruik van prikkeldraad is uitdrukkelijk verboden in bossen. Als na enkele decennia voldoende verjongingsgroepen voorkomen zal de druk op de zaailingen automatisch afnemen. De draagkracht van het bos wordt zo verhoogd tot die aangepast is aan de wildstand. Indien de beheerder een rijk gestructureerd, ongelijkjarig en gemengd bos laat ontwikkelen, zal enerzijds de wilddruk op de verjonging afnemen en anderzijds zal de aanvoer van zaden en het aantal geschikte kiemsituaties voor loofboomsoorten toenemen en constant groot zijn. De kans op overleving voor verjonging van loofbomen zal zeker toenemen. In Vlaanderen gaat het voornamelijk om vraatschade door ree, haas en konijn. Soms kunnen ook muizen schade aanrichten aan jong plantsoen, maar dit is meestal beperkt tot nieuwe aanplantingen buiten het bos. Wild mag door bosbeheerders zeker niet beschouwd worden als een noodzakelijk kwaad. Reeën, hazen, konijnen en muizen horen in een natuurlijk bos thuis. In feite is het de onnatuurlijke situatie van onze soortenarme, onrijpe dennenbossen die het probleem stelt. In zulke situaties wordt de draagkracht van het bos overschreden. Reewild en hazen hebben afwisseling nodig op hun menu en juist daarom vreten ze aan de weinige en verspreid voorkomende loofboomzaailingen. VBV 2007 Duurzaam beheer van Kempense naaldbossen 8

9 TEMPERAMENT VAN BOOMSOORTEN Voor het functioneren van een dennenbestand is het temperament van de hoofdrolspelers belangrijk: zowel als zaad, kiemplant, jonge zaailing als volwassen boom. Berk is een extreme lichtboomsoort. Dat geldt nog sterker voor de zeldzamere ratelpopulier en boswilg. Zaailingen kunnen in diepe schaduw kiemen, maar sterven dan af of gaan kwijnen. Berk verjongt weinig of niet onder volwassen berken. Een struiklaag met veel berk onder een dennenscherm komt wel vaak voor en kan jaren standhouden. Maar de echte niche van berk is een grote open plek. Deze wordt ingepalmd door zaailingen die jaar na jaar doorgroeien tot ze minstens de hoogte van het omringende dennenbos hebben bereikt. Als een vitale groei tot een leeftijd van jaar beoogd wordt, zodat in de onderstam kwaliteitshout kan groeien, dan moet er voldoende groeiruimte zijn voor de kronen. Ze mogen geen hinder ondervinden van overstaande dennen, maar ook niet van te opdringerige berken rondom zich. De zelfdunning is dan ook heel sterk bij berken. Zomereik verdraagt meer schaduw dan berk, maar het blijft een lichtboomsoort. Zomereiken kunnen wel vitaal reageren op meer licht, nadat ze jaren onder een scherm hebben gestaan. Jonge zomereiken groeien ongeveer even goed in een opening als onder een gedund dennenscherm van bv. 300 bomen per ha. Onder scherm groeit zomereik uiteindelijk over de andere inheemse loofboomsoorten, uitgezonderd beuk. In grote openingen groeien de andere inheemse soorten veel sneller in de hoogte en kunnen ze de zomereiken doen afsterven. Wilde lijsterbes en sporkehout verjongen vlot onder een gedund dennenscherm en ook in bestandsopeningen. Vaak reageren deze soorten het snelst na een stevige dunning of een vogelkersbestrijding in een voordien onbeheerd dennenbestand. Net als zomereik delven ze in grote openingen of op kaalslagen wel het onderspit als de snelgroeiende berken of grove dennen hun kronen sluiten. Reeën bijten niet alleen graag aan de twijgen van beide soorten, maar van vrijwel alle lijsterbessen in dennenbossen is aan de stamvoet ooit de schors geschild of stukgeveegd. Hoewel grove den massaal kan kiemen onder eigen scherm, is de groei erg traag als het scherm daarna niet weggenomen wordt. Zomereik, wilde lijsterbes en sporkehout groeien in onderetages over de dennen heen. In grotere openingen of op kaalslagen hoeft grove den het enkel af te leggen tegen berk. Corsicaanse den verjongt moeizaam en de zaailingen groeien de eerste jaren zo traag dat ze het tegen alle andere soorten afleggen, ook tegen zaailingen van grove den. Eigenlijk kan je Corsicaanse dennenverjonging enkel verwachten onder homogene Corsicaanse dennenbestanden of op kaalslag volledig omringd door Corsicaanse dennenbestanden. Amerikaanse eik is de meest concurrentiekrachtige soort op zandgrond. Enkel voor beuk moet hij onderdoen, maar beuk zaait veel moeizamer uit in dennenbossen en is er vandaag nog vrij zeldzaam. Hoewel Amerikaanse eik minstens zo lastig kan zijn bij bosomvorming als Amerikaanse vogelkers, blijft de massale zaadverspreiding van de zware eikels toch vooral beperkt tot de onmiddellijke omgeving van volwassen zaadbomen. Amerikaanse eik kan onder een dennenscherm gestaag doorgroeien als tweede etage en de over- VBV 2007 Duurzaam beheer van Kempense naaldbossen 9

10 staande dennen van onder uit inpakken. Bij tamme kastanje kan dit ook waargenomen worden. Zowel kiemlingen als opslag op stronken van Amerikaanse eik zijn erg gevoelig voor reevraat. Vaak vind je hele tapijten van kiemplanten en maar heel sporadisch zaailingen van meer dan een meter hoog. Vooral op de plaatsen waar grotere Amerikaanse eiken gekapt worden, is massale opkomst van zaailingen en stronkopslag te verwachten. Als dat over grote oppervlakte gebeurt, kunnen de reeën het vaak niet bijhouden. Amerikaanse vogelkers (foto) staat genoegzaam bekend als belangrijke spelbreker bij beheer van dennenbos op zandgronden. Met Amerikaanse eik vormt hij de belangrijkste van de agressieve exoten. VBV 2007 Duurzaam beheer van Kempense naaldbossen 10

11 BESTRIJDING VAN AMERIKAANSE VOGELKERS Je kunt Amerikaanse vogelkers op verschillende manieren bestrijden Rooien Rooien is het verwijderen van de volledige plant inclusief het wortelstelsel, en is veruit de radicaalste methode. Ze heeft als nadeel dat de bodem ernstig wordt verstoord en dat zo een ideaal kiembed voor nieuwe vogelkerszaailingen ontstaat. Bovendien is manueel rooien zeer arbeidsintensief en kan het enkel toegepast worden op zaailingen en jonge bomen tot ongeveer 1 meter. Ringen Ringen is het verwijderen van de bas van een boom over een bepaalde breedte rondom de stam (ongeveer cm). Hierdoor wordt de sapstroom van de boom onderbroken en sterft de boom door gebrek aan voedsel. Het ringen gebeurt op borsthoogte, en vaak met een cambiflex, een speciaal hiervoor ontworpen instrument bestaande uit een schaafmes en een stalen borstel Glyfosaatbehandeling Een herbicidebehandeling is veruit de meest gebruikte methode en kan op verschillende manieren gebeuren. Hak en Spuit (stambehandeling) Bij de hak- en spuitmethode wordt met een spuitbus een 5% glyfosaatoplossing aangebracht in met een bijl gemaakte inkepingen. Met een smalle bijl worden op heuphoogte onder een hoek van 45 graden regelmatig rond de stam inkepingen aangebracht. Per vijf centimeter stamdiameter wordt één inkeping gemaakt Met een spuitfles wordt in deze inkepingen glyfosaat gespoten (5% glyfosaatoplossing). Stobbebehandeling Bij deze methode wordt de boomstam met een bosmaaier of kettingzaag afgezaagd, waarna de stobbe ingesmeerd wordt met een glyfosaatoplossing van 18 g actieve stof/l (5% of 7% oplossing afhankelijk van het gebruikte product). Er wordt het best gezorgd voor één en een zo groot mogelijk zaagvlak. Zagen op heuphoogte met een handzaagje kan de eigenaar een bosmaaier en veel arbeid besparen! Bladbehandeling De bladeren van de Amerikaanse vogelkers worden besproeid met een glyfosaatoplossing. Opvolgingsbeheer Na het toepassen van een bestrijdingsmethode is het zeer belangrijk om een opvolgingsbeheer op te starten. Controle nadien is de helft van het werk! Zeker wanneer de bestrijding gebeurt via het brandhoutcircuit, wat trouwens zeer goede resultaten kan opleveren. In de meeste gevallen is opvolging en nabehandeling tot 3 VBV 2007 Duurzaam beheer van Kempense naaldbossen 11

12 jaar na de bestrijding geen overbodige luxe. Jammergenoeg blijkt vogelkersbestrijding soms dweilen met de kraan open. Aangezien er vaak zaadbomen op aangrenzende percelen voorkomen die niet bestreden worden, is het zeer moeilijk om Amerikaanse vogelkers te controleren. Samenwerking tussen eigenaars van verschillende bospercelen is dan ook zeer belangrijk! Het is duidelijk dat het vrijwaren van de verjonging voor overwoekering van Amerikaanse vogelkers extra kosten met zich meebrengt. Kosten die zich blijven herhalen zolang deze exoot niet helemaal onder controle is gebracht. Het bestrijden van Amerikaanse vogelkers is een onrendabele beheermaatregel waarvoor je beroep kunt doen op je bosgroep. Vogelkersbestrijding door de arbeidersploeg van de bosgroep kost een boseigenaar maximum 100euro/ha. Er worden hogere tarieven aangerekend als het hout ook gestapeld moet worden. De nabehandeling in jaar 1 is inbegrepen. Bestrijding van Amerikaanse vogelkers moet planmatig en vooral goed doordacht uitgevoerd worden, en op boscomplexniveau gecoördineerd. Het is erg belangrijk om een stap vooruit te denken: wat kun je spontaan verwachten als alle vogelkers verwijderd is? Als er precies door de bestrijding goede kiemomstandigheden komen voor inheemse loofbomen, kan een combinatie met een wildraster of een sterke dunning in de dennen een vlotte start voor bosomvorming opleveren. Zonder zaadbomen van inheemse loofbomen in de buurt of onder hoge reewilddruk, zouden de dennen zelf wel eens massaal kunnen kiemen onder eigen scherm of zouden niet bestreden zaadbomen van exoten vanuit naburige bestanden de lege ruimte weer snel kunnen innemen. Aanplanting van inheemse soorten kan uitkomst bieden, maar je kunt ook overwegen om niets te doen en bestrijdingsinspanningen eerst op zones met meer perspectieven te richten. DUNNEN: DÉ BOODSCHAP VOOR DE ONTWIKKELING VAN EEN RIJP EN GEVARIEERD BOS! Veel beheerders gaan er van uit dat dennen op veertig- à vijftigjarige leeftijd versleten zijn. In openbare bossen komen nochtans grove dennenbestanden voor van 90 jaar oud die nog gestaag doorgroeien. In Nederland, Duitsland en Polen staan bossen van grove den met een leeftijd van meer dan 150 jaar en stamomtrekken van 200 cm, waar nog geen enkele reden is om een eindkap te doen. Om dergelijke ouderdom en afmetingen te bereiken hebben de kronen van grove en Corsicaanse den veel licht nodig. Dunnen is zowat de belangrijkste beheermaatregel die je als bosbeheerder ter beschikking hebt om de bosontwikkeling te sturen. Bij een dunning worden een aantal bomen gekapt of geveld en deze houtoogst levert meestal wat centen op (foto). De overblijvende bomen krijgen daardoor meer groeiruimte, waardoor de economische kwaliteit en de stabiliteit van je bos verbetert. Dunnen laat je ook toe om te sturen in de menging van je bos. Bovendien brengt een dunning ook licht op de bodem. Hiermee ontstaat ruimte voor verjonging, voor kruiden en struiken, en voor de op licht en warmte gestelde diersoorten. VBV 2007 Duurzaam beheer van Kempense naaldbossen 12

13 Van laagdunning naar hoogdunning Laagdunning: je duidt de slechte en kwijnende bomen aan om te kappen. Deze ingreep zal echter niet veel veranderen aan de verdere ontwikkeling van je bos, het is niet meer dan je bos opkuisen. Hoogdunning: je zorgt voor meer kroonruimte voor de allerbeste bomen in je bos, door het kappen van de directe concurrenten van deze bomen. De meest waardevolle bomen in het bos kunnen dan uitgroeien tot krachtige exemplaren met zware stamafmetingen en een hoog aandeel kwaliteitshout. De onderdrukte, kwijnende en dode bomen blijven in je bos en spelen een belangrijke ecologische rol. Hoogdunning met toekomstboomselectie Bij deze efficiënte dunningsmethode wordt de dunning aangeduid in functie van toekomstbomen. Hierbij worden de toekomstbomen, dit zijn de waardevolste bomen in het bos of de bomen die het eindbestand gaan vormen, aangeduid met een touwtje of een verfstip. Afhankelijk van de boomsoort, de standplaats, de dunningsachterstand en de doelstellingen van de bosbeheerder kan sterker of zwakker gedund worden. Voor de toekomstboommethode is een bosbezetting van 80 tot 100 toekomstbomen per ha een richtwaarde. Eens de toekomstbomen aangeduid zijn, verlopen de volgende dunningen, ongeveer eens om de vijf jaar, heel wat simpeler! De ingreep beperkt zich dan tot het wegnemen van de bomen die de ontwikkeling van een toekomstboom hinderen. Je zorgt er best voor dat bij benadering minimaal de helft van de kroonomtrek vrij blijft. Toekomst? Je hoeft niet enkel bomen met een hoge economische waarde als toekomstboom te selecteren (foto, aanduiding toekomstboom). Selecteer hier en daar ook bomen met holtes en lage takken of houd een zeldzame boomsoort in menging! Deze bomen zijn misschien niet interessant voor de houtproductie, ze kunnen wel een belangrijke esthetische, cultuurhistorische of ecologische waarde hebben. Ook lichtboomsoorten kunnen in menging met schaduwboomsoorten gehouden worden door ze voldoende ruimte te geven. VBV 2007 Duurzaam beheer van Kempense naaldbossen 13

14 BOSOMVORMING Een duurzaam beheer van naaldbossen op de zandgronden in Vlaanderen betekent o.a. dat er gestreefd wordt naar een groter aandeel inheemse loofbomen (volgens de criteria voor duurzaam bosbeheer: streven naar minstens 20% van de totale oppervlakte gemengde bestanden op basis van inheemse en standplaatsgeschikte boomsoorten). Om deze specifieke doelstelling te realiseren zijn er bosbouwkundige maatregelen nodig, die bosomvorming genoemd worden. Een belangrijke reden om naaldbossen om te vormen naar gemengde loofbossen is het verminderen van de negatieve effecten van verzuring en vermesting. De hoogste atmosferische depositie van verzurende en vermestende stoffen wordt meestal gemeten in bossen op arme zandgrond, in de nabijheid van intensieve veeteeltbedrijven. Dit resulteert in een versnelde bodemverzuring, met alle gevolgen van dien: achteruitgang van de bodemfauna, vertraagde strooiselafbraak, doorspoeling van nutriënten en zelfs vrijstellen van toxische elementen in erg zure omstandigheden. Loofbomen vangen minder verzurende en vermestende stoffen uit de atmosfeer op dan naaldbomen. De bouw van loofbomen is anders dan die van naaldbomen, en tijdens de winter verliezen loofbomen hun bladeren terwijl naaldbomen allerlei stoffen blijven capteren. Veel loofboomsoorten hebben van nature een betere strooiselafbraak dan naaldbomen, waardoor ze ook een actiever bodemleven onderhouden en de standplaats minder degraderen. Maar ook andere motieven spelen mee, zoals verhogen van de ecologische waarde of wegvallen van de markt voor mijnhout. De beheerder van een homogeen dennenbos kan voor verschillende omvormingsscenario s kiezen. De scenario s zijn gebaseerd op spontane ontwikkelingen die een dennenbos kan ondergaan na natuurlijke verstoringen. Als beheerder boots je als het ware die verstoringen na om de ontwikkeling te sturen, maar gebruik je zo veel mogelijk spontane processen om het gewenste bos te realiseren. De vier bosomvormingsscenario s zijn een zinvolle combinatie van ingrepen om in het dennenscherm in te grijpen en verjonging op te starten. Hun samenhang met de beginsituatie en met de mogelijke streefbeelden wordt hier en in het overzichtsschema weergegeven. Wie zo n omvormingsscenario toepast, wordt vaak sneller dan verwacht geconfronteerd met verjongingen die aandacht opeisen. Een beheerder moet dus de middelen en knowhow hebben om de verjongingen te behandelen en verder op te volgen in de toekomst om zijn doelstellingen te halen. VBV 2007 Duurzaam beheer van Kempense naaldbossen 14

15 1. Nietsdoen Als je slechts moeizaam verjonging verwacht in je dennenbestand, dan kan nietsdoen aangewezen zijn. Dit is vaak het geval bij gesloten pijpenstrootje of adelaarsvaren, of als Amerikaanse eik en Amerikaanse vogelkers (nog) niet planmatig gecontroleerd kunnen worden. Het bosbeeld van een gesloten dennenbestand kan door nietsdoen meerdere decennia blijven. Nietsdoen kan de uitgangssituatie voor verdere omvorming wel verslechteren. Op heel lange termijn zijn vergelijkbare resultaten als bij doordunnen mogelijk, maar vrijwel zeker veel trager. 2. Doordunnen Doordunnen betekent het uitvoeren van een hoogdunning in het dennenscherm met een omlooptijd tussen 4 en 10 jaar en ten voordele van de meest vitale bomen. Hierbij kunnen ook inheemse loofbomen worden vrijgesteld. Deze beheermaatregel is zeer geschikt voor een bosbeeld met grote dennen en een inheemse onderetage, waarbij er geen bosbouwkundige kwaliteitsdoelstelling voor de loofbomen is. Kwaliteitsdennen kunnen hier veel kansen krijgen. We merken wel op dat het verdere dunningsbeheer van een dubbel bestand (dennen en daaronder zomereik met mengsoorten) praktische problemen kan opleveren bij de exploitatie. 3. Groepenkap Bij een groepenkap worden regelmatig nieuwe openingen van 0,5 tot 1,5 ha gemaakt in de dennenbestanden. Ben je eigenaar van een kleiner eigendomsperceel, dan komt dit neer op een eindkap. Maar in de context van een boscomplex gaat het wel degelijk om groepen. VBV 2007 Duurzaam beheer van Kempense naaldbossen 15

16 Voor optimale groei van berk en grove den worden (onregelmatige) groepen van minimaal 1 ha gemaakt. Kleinere groepen zijn eerder geschikt voor zomereik of beuk, die eventueel aangeplant worden. Afhankelijk van de grootte van de groepen treedt een sterke verandering van het bosbeeld op. Dit scenario is goed combineerbaar met doordunnen of zelfs nietsdoen in de omringende bestanden. 4. Kaalkap Met kaalkap wordt een bestandsgewijze eindkap van 1 tot 4 ha bedoeld. In omvangrijke kaalkappen met een blokvorm kan het midden van de kap te ver van de omringende zaadbomen liggen om een goede bezaaiing met berk of grove den te verkrijgen. Het onmiddellijke resultaat van kaalkappen is opnieuw gelijkvormige bestanden van berk en/of den. Ook bij kaalkap blijft de mogelijkheid om in de randen zomereik of beuk te verjongen, eventueel via aanplant. Bij nietsdoen en doordunnen worden kosten vermeden op korte termijn. Bosbouwkundig bieden groepenkap en bestandsgewijze kaalkap echter meer mogelijkheden voor kwaliteitshoutproductie van berk, inlandse eik en grove den. Het omringende dennenbos kan dan naaldhout blijven leveren. BEHANDELING VAN VERJONGINGEN EN OPVOLGINGSBEHEER IN JON- GE BESTANDEN Het is belangrijk dat je bij de keuze voor een gewenst bosbeeld en een passend beheerscenario ook het noodzakelijke beheer in de loofboomverjongingen op lange termijn plant. Daarbij zul je ook middelen (tijd, geld en logistiek) moeten voorzien om dat ook effectief te doen. Probeer ook je aandacht op het juiste moment te verleggen van het dennenscherm naar de verjonging. Het dennenscherm beheren gebeurt door houtoogst: de dunningen of kappingen betalen zichzelf (ruim) terug. Jonge bestanden (jongwas, dichtwas en stakenfase) behandelen daarentegen, is investeren in de kwaliteit van een toekomstig bosbeeld. VBV 2007 Duurzaam beheer van Kempense naaldbossen 16

17 Duurzaam bosbeheer: streven naar kwaliteitshout Duurzaam bosbeheer tracht de houtproductie te sturen naar kwaliteitshout voor zaag- of fineerindustrie. Dit betekent dat je als beheerder in je toekomstig bos ook productiewaarde voor de inheemse soorten voorziet. Concreet gaat het er om een zeker aantal kwaliteitsvolle onderstammen te laten groeien van de aanwezige boomsoorten. Voor de optimale aanwas van kwaliteitshout in de onderstammen is er een algemene regel. In de jongste fase is een beperkte individuele groeiruimte best. Op wat later de onderstam wordt, groeien fijne takken en de jaarringen in de kern zijn eerder dun. Een beperkte individuele groeiruimte betekent een hoge dichtheid. Dat kan door massale spontane bezaaiing bij berk of den, maar ook door aanplant bij zomereik of beuk. Snoeien is een mogelijkheid om bij lagere dichtheid toch een weinig takkige onderstam te verkrijgen. Afhankelijk van het temperament van de boomsoort moet vervolgens die individuele groeiruimte stelselmatig toenemen voor de ontwikkeling van een vitale, diepe kroon. Want een grote kroon betekent gezonde groei en dus aanwas van kwaliteitshout in de onderstam. Bij berk komt dit neer op fiks dunnen vóór de leeftijd van 10 jaar, bij grove den vóór de leeftijd van jaar en bij zomereik vóór de richtleeftijd van jaar. Nog belangrijker dan de eventuele keuze voor kwaliteitshout, is het vermijden van halfslachtig uitgevoerde traditionele beheermaatregelen. Omwille van een vage kwaliteitsdoelstelling worden vaak vele uren gespendeerd in verjongingen. Maar dit wordt niet consequent doorgetrokken in een aangepaste behandeling in de oudere bestanden. Voorbeelden zijn: massale berkenverjonging in ruime openingen, die niet binnen de 10 jaar gedund wordt voor de vorming van diepe kronen aanzienlijke oppervlaktes dichte aanplantingen van zomereik, eventueel omrasterd en in de eerste jaren intensief vrijgesteld en gesnoeid, die dan tussen 20 en 30-jarige leeftijd geen eerste dunningen krijgen en kleine, weinig vitale kronen ontwikkelen. BEZINT EER GE BEGINT!? Zoals aangegeven in deze fiche is enige bezinning aan de orde, vooraleer je de gereedschapskist bovenhaalt. Laat deze bedenkingen echter niet verlammend werken! Bosomvorming is een aangename uitdaging voor een eigenaar of beheerder die mee wil denken met het bos. Pasklare antwoorden zijn hier niet steeds voorhanden. Het is dan ook een absolute must om ervaringen uit te wisselen met andere beheerders en ook anderen uit te nodigen in jouw bos te kijken en mee te denken. Dat kan via de bosgroepen en via de werkgroep Pro Silva van de VBV. VBV 2007 Duurzaam beheer van Kempense naaldbossen 17

Omvorming van dennenbos op arme zandgronden

Omvorming van dennenbos op arme zandgronden BOSrevue g19 1 Omvorming van dennenbos op arme zandgronden Inleiding Op de studiedag Van dennenplantages naar een beloofd land?! van 23 november 2006 en in de brochure Bosomvorming (ANB-UGent) werd het

Nadere informatie

revue BOS THEMANUMMER OMVORMING VAN DENNENBOS OP ARME ZANDGRONDEN Tijdschrift van de Vereniging voor Bos in Vlaanderen [ jan feb maa 2007]

revue BOS THEMANUMMER OMVORMING VAN DENNENBOS OP ARME ZANDGRONDEN Tijdschrift van de Vereniging voor Bos in Vlaanderen [ jan feb maa 2007] OS BOS DRIEMAANDELIJKS Tijdschrift van de Vereniging voor Bos in Vlaanderen Afgiftekantoor Toelating Antwerpen X gesloten revue P208989 verpakking THEMANUMMER OMVORMING VAN DENNENBOS OP ARME ZANDGRONDEN

Nadere informatie

Vanonder het mos. Exotenbestrijding avant la lettre. BOSrevue. Robinia in het Hallerbos in de periode

Vanonder het mos. Exotenbestrijding avant la lettre. BOSrevue. Robinia in het Hallerbos in de periode 6 g Vanonder het mos In den Wäldern sind Dinge, über die nachzudenken, man jahrelang im Moos liegen könnte. (Franz Kafka) Laat je in deze rubriek verwonderen door grappige, indrukwekkende en leerrijke

Nadere informatie

Workshop bosbeheer. Beheerteamdag 2017

Workshop bosbeheer. Beheerteamdag 2017 Workshop bosbeheer Beheerteamdag 2017 Consulent bosbeheer Bosbeheer Elke boom heeft de functie om gekapt te worden Natuurwaarde bos? Wat bepaalt de natuurwaarde? Wat bepaalt de natuurwaarde van een bos?

Nadere informatie

In een middag van bospest naar interessante houtsoort. Werkschuurbijeenkomst Beslisboom Amerikaanse vogelkers

In een middag van bospest naar interessante houtsoort. Werkschuurbijeenkomst Beslisboom Amerikaanse vogelkers In een middag van bospest naar interessante houtsoort Werkschuurbijeenkomst Beslisboom Amerikaanse vogelkers Waarschijnlijk is bijna elke bosbouwer en natuurbeheerder er mee opgevoed: de Amerikaanse vogelkers

Nadere informatie

Uitgebreid bosbeheerplan: Openbare bossen Arendonk 15 februari 2010

Uitgebreid bosbeheerplan: Openbare bossen Arendonk 15 februari 2010 Uitgebreid bosbeheerplan: Openbare bossen Arendonk 15 februari 2010 Natuurwerk wordt mogelijk gemaakt dankzij de steun van de Europese Unie, met name het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Vlaams Gewest

Nadere informatie

Addendum Natuurtoets Natuurbeschermingswet. Aanpassing fietspad Rozendijk; kruising Bakkenweg Westerslag

Addendum Natuurtoets Natuurbeschermingswet. Aanpassing fietspad Rozendijk; kruising Bakkenweg Westerslag Addendum Natuurtoets Natuurbeschermingswet Aanpassing fietspad Rozendijk; kruising Bakkenweg Westerslag Addendum Natuurtoets Natuurbeschermingswet Aanpassing fietspad Rozendijk; kruising Bakkenweg - Westerslag

Nadere informatie

Praktijkvoorbeelden van bosbeheer in Vlaanderen en Nederland FOTO LEO GOUDZWAARD

Praktijkvoorbeelden van bosbeheer in Vlaanderen en Nederland FOTO LEO GOUDZWAARD 52 Praktijkvoorbeelden van bosbeheer in Vlaanderen en Nederland FOTO LEO GOUDZWAARD 591 52.6 Het Amerongsebos SIMON KLINGEN 52.6.1 Inleiding Het Amerongsebos ligt op de zuidwestflank van de Utrechtse Heuvelrug

Nadere informatie

3.3 Zonering: natuurlijk en functioneel groen

3.3 Zonering: natuurlijk en functioneel groen 3.3 Zonering: natuurlijk en functioneel groen In dit bedrijfsnatuurplan wordt een hoofdzonering aangebracht tussen 'natuurlijk groen' en 'functioneel groen'. In het natuurlijke groen is de natuurwaarde

Nadere informatie

Pro Silva Nederland jubileert

Pro Silva Nederland jubileert Ellen Reuver en Robbert Wolf 10 jaar discussiëren in het bos Pro Silva Nederland jubileert Vrijdag 3 november 2000. Honderdvijftig bosbouwers trekken de Renkumse bossen in. Het tienjarig bestaan van Pro

Nadere informatie

Werkplan bosbeheer AWD : werkblok 1

Werkplan bosbeheer AWD : werkblok 1 Concept Versie 21 juni 2018 Werkplan bosbeheer AWD 2018-2019: werkblok 1 Willem Stuulen Martijn van Schaik Inleiding Dit is het werkplan bosbeheer van de Amsterdamse Waterleidingduinen (AWD) voor 2018-2019.

Nadere informatie

Rucphen. Achtmaalsebaan 22. Inrichtingsplan ir. J.J. van den Berg. auteur(s):

Rucphen. Achtmaalsebaan 22. Inrichtingsplan ir. J.J. van den Berg. auteur(s): Rucphen Achtmaalsebaan 22 Inrichtingsplan identificatie planstatus projectnummer: datum: 401144.20160583 03-02-2017 projectleider: ing. J.A. van Broekhoven opdrachtgever: PO Schijf v.o.f. auteur(s): ir.

Nadere informatie

De beheervisie: een leidraad voor duurzaam bosbeheer

De beheervisie: een leidraad voor duurzaam bosbeheer De beheervisie: een leidraad voor duurzaam bosbeheer Inhoudstabel Woord vooraf 1. Inleiding 2. Een nieuwe visie voor de Vlaamse openbare bossen 2.1 Een veranderende maatschappij 2.2 De beheervisie als

Nadere informatie

1nvexo. Interreg Vlaanderen Nederland. minder invasieve planten en dieren. Europese Unie Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling

1nvexo. Interreg Vlaanderen Nederland. minder invasieve planten en dieren. Europese Unie Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling 1nvexo minder invasieve planten en dieren Interreg Vlaanderen Nederland Europa investeert in uw regio Europese Unie Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling Casus Amerikaanse vogelkers Ronald Grobben,

Nadere informatie

Douglas: niet alles goud dat er blinkt

Douglas: niet alles goud dat er blinkt Douglas: niet alles goud dat er blinkt P. R. Hilgen Landbouwuniversiteit Wageningen De laatste decennia is de douglas uitgegroeid tot een van de belangrijkste boomsoorten van de Nederlandse bosbouw. Volgens

Nadere informatie

Op Kroondomein Het Loo

Op Kroondomein Het Loo N A T U U R V O L G E N D B O S B E H E E R Op Kroondomein Het Loo 1 Kroondomein Het Loo V R O E G E R, N U E N Een boom wordt pas geoogst als buurbomen Kroondomein Het Loo omvat uitgestrekte I N D E T

Nadere informatie

Bijlage 1 Uitgangspunten van geïntegreerd bosbeheer

Bijlage 1 Uitgangspunten van geïntegreerd bosbeheer Bijlage 1 Uitgangspunten van geïntegreerd bosbeheer Het geïntegreerd bosbeheer streeft ernaar om de productiefunctie van het bos op kleine schaal te integreren met de natuurfunctie en de recreatiefunctie.

Nadere informatie

Wat gaan we doen? Biodiversiteit dankzij Kwaliteitshout. Oerboslandschap op zandgronden. Uitlogen bruine bosgrond

Wat gaan we doen? Biodiversiteit dankzij Kwaliteitshout. Oerboslandschap op zandgronden. Uitlogen bruine bosgrond Wat gaan we doen? Oerboslandschap op zandgronden Biodiversiteit dankzij Kwaliteitshout Bij bosherstel op zandgrond 1. Bosherstel op zand 2. Maatregelen biodiversiteitsherstel 3. Duurzaam verdienmodel onder

Nadere informatie

BEPLANTINGSPLAN LANDGOED NIEUW HOLTHUIZEN

BEPLANTINGSPLAN LANDGOED NIEUW HOLTHUIZEN BEPLANTINGSPLAN LANDGOED NIEUW HOLTHUIZEN 1. INLEIDING De heer G. Holthuis en Mevrouw E. Wynia willen een nieuw landgoed aanleggen aan de Markeweg in Steenbergen. Onderdeel daarvan is de aanleg van 5 ha

Nadere informatie

Bosgroep IJzer en Leie. Bosgroep Ijzer en Leie 1

Bosgroep IJzer en Leie. Bosgroep Ijzer en Leie 1 Bosgroep IJzer en Leie Bosgroep Ijzer en Leie 1 Wat is een Bosgroep? Vereniging (v.z.w.) van en voor boseigenaars Raad van Bestuur: leden West-Vlaamse boseigenaars Boseigenaar blijft volledig verantwoordelijk:

Nadere informatie

1 Beplantingen Onderhoud van beplantingen Snoeigereedschappen Samenvatting 22

1 Beplantingen Onderhoud van beplantingen Snoeigereedschappen Samenvatting 22 Inhoud Colofon 5 Voorwoord 7 Inleiding 8 1 Beplantingen 11 1.1 Onderhoud van beplantingen 11 1.2 Snoeigereedschappen 17 1.3 Samenvatting 22 2 Bomen 23 2.1 Onderhoud van bomen 23 2.2 Samenvatting 29 3 Specifiek

Nadere informatie

Wat is essentaksterfte?

Wat is essentaksterfte? Wat is essentaksterfte? Essentaksterfte is een ziekte die wordt veroorzaakt door de schimmel (vals wit bladvlieskelkje, Chalara fraxinea). Door de aantasting van essentaksterfte verzwakt de boom dusdanig

Nadere informatie

Samenvatting Proefschrift van Jaap Kuper Sustainable development of Scots pine forests

Samenvatting Proefschrift van Jaap Kuper Sustainable development of Scots pine forests Samenvatting Proefschrift van Jaap Kuper Sustainable development of Scots pine forests Doel van deze studie was het ontwerpen en toetsen van een bosbeheerssysteem voor grove dennenbos, dat voldoet aan

Nadere informatie

Natuurmanagement basis Biotoop Bos dag 1

Natuurmanagement basis Biotoop Bos dag 1 C U R S U S Natuurmanagement basis Biotoop Bos dag 1 Martin Winnock, inverde 1 Bossen in Vlaanderen Het b o s in Eu ro pa 146.000 ha 2 Verschuiving bosareaal van west naar oost! BBB - Bosbeheer deel 1

Nadere informatie

Loof-en naaldbomen. Naam :

Loof-en naaldbomen. Naam : Loof-en naaldbomen Naam : Veel bomen maken een bos In een boomgaard staan soms honderden bomen, en toch is een boomgaard geen bos. Ook in een park kun je veel bomen zien, maar een park is beslist geen

Nadere informatie

Life+ Together for Nature. samen werken aan herstel van heidelandschap

Life+ Together for Nature. samen werken aan herstel van heidelandschap Life+ Together for Nature samen werken aan herstel van heidelandschap Life+ Together for Nature samen werken aan herstel van heidelandschap TOGETHER? TOGETHER staat voor TO GET HEath Restored: we zetten

Nadere informatie

Maatregelen voor bosherstel

Maatregelen voor bosherstel Veldwerkplaats Voedselkwaliteit en biodiversiteit in bossen Maatregelen voor bosherstel Gert-Jan van Duinen Arnold van den Burg Conclusie OBN-onderzoek bossen Te hoge atmosferische stikstofdepositie Antropogene

Nadere informatie

Samenwerken rond het terug dringen van woekerende (invasieve) planten in Noord- Limburg

Samenwerken rond het terug dringen van woekerende (invasieve) planten in Noord- Limburg Samenwerken rond het terug dringen van woekerende (invasieve) planten in Noord- Limburg Inhoud Onze landschapselementen vroeger, nu en morgen: een blik op het verleden de huidige situatie en de toekomst

Nadere informatie

Beheerstrategie. Golfclub Driene. Opgesteld door: Bosgroep Noord-Oost Nederland Balkerweg 48a 7737 PB Witharen Tel:

Beheerstrategie. Golfclub Driene. Opgesteld door: Bosgroep Noord-Oost Nederland Balkerweg 48a 7737 PB Witharen Tel: Beheerstrategie Golfclub Driene 2010 2015 Opgesteld door: Bosgroep Noord-Oost Nederland Balkerweg 48a 7737 PB Witharen Tel: 0523-654590 Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE 1 VOORWOORD 2 GEBIEDSBESCHRIJVING 2 DOELSTELLING

Nadere informatie

Biotoop Bos deel 2: Bosbeheer

Biotoop Bos deel 2: Bosbeheer Biotoop Bos deel 2: Bosbeheer Inleiding In deel 1 van bos als biotoop leerden jullie wat de definitie is van een bos, hoe je een bos moet lezen en inventariseren en welke functies een bos kan vervullen.

Nadere informatie

Biotoop heide. Cursus natuurmanagement, 2019

Biotoop heide. Cursus natuurmanagement, 2019 Biotoop heide Cursus natuurmanagement, 2019 Natura 2000 Wat doen we vandaag? Heide Heide in Vlaanderen Begin 19 de eeuw Grootste uitbreiding heidelandschap (woeste grond) De mens vecht om er te overleven.

Nadere informatie

Bosbeheerplanning in Vlaanderen

Bosbeheerplanning in Vlaanderen Achtergrond 2 typen Doel/Voordelen/Procedure Case Meerdaalwoud,Heverleebos & Egenhovenbos Achtergrond Bosbeheer in Vlaanderen = bevoegdheid Vlaamse Overheid Bos in Vlaanderen: 10,8% bos = ca. 146.000 ha

Nadere informatie

Houtoogst en nutriënten op zandgronden Resultaten van het onderzoek, opzet van het adviessysteem en toepassing in de praktijk.

Houtoogst en nutriënten op zandgronden Resultaten van het onderzoek, opzet van het adviessysteem en toepassing in de praktijk. Houtoogst en nutriënten op zandgronden Resultaten van het onderzoek, opzet van het adviessysteem en toepassing in de praktijk. Anjo de Jong, Wim de Vries, Hans Kros and Joop Spijker 27-02-2019 Inhoud De

Nadere informatie

Wat gaat er gebeuren in het Oosterpark?

Wat gaat er gebeuren in het Oosterpark? Essentaksterfte De situatie in Nederland Inmiddels is meer dan 80 % van de essen in Nederland aangetast. De verwachting is dat hooguit 10 % van de essen de ziekte zal overleven, gebaseerd op ervaringen

Nadere informatie

10 tips voor Duurzaam Bosbeheer

10 tips voor Duurzaam Bosbeheer 10 tips voor Duurzaam Bosbeheer 1 Duurzaam bosbeheer... Er bestaan ellenlange en complexe definities voor. Je kunt er honderden pagina s over lezen of er een filosofisch boompje over opzetten. Maar in

Nadere informatie

Verjonging in douglasbos neigt weer

Verjonging in douglasbos neigt weer Verjonging in douglasbos neigt weer Foto s Rob van der naar Made douglas foto s Marco Dekker Het Nederlandse bos is nog steeds voor het grootste deel gelijkjarig en weinig gemengd, zo blijkt uit metingen

Nadere informatie

WAT MAAKT EEN BOS TOT EEN BOS?

WAT MAAKT EEN BOS TOT EEN BOS? 10 WAT MAAKT EEN BOS TOT EEN BOS? Wanneer is een bos een bos? Een paar bomen samen vormen pas een bos als ze een oppervlakte van 1/2 hectare beslaan. Dat is gelijk aan 5000 m² en ongeveer even groot als

Nadere informatie

Beknopte toelichting op het voorlopig ontwerp nieuwbouw recreatiewoningen op Landal Miggelenberg - mei 2013

Beknopte toelichting op het voorlopig ontwerp nieuwbouw recreatiewoningen op Landal Miggelenberg - mei 2013 Beknopte toelichting op het voorlopig ontwerp nieuwbouw recreatiewoningen op Landal Miggelenberg - mei 2013 Inleiding Het vakantiepark Miggelenberg is gelegen op de Veluwe. Het ligt in een bebost gebied

Nadere informatie

Houtoogst in relatie tot nutriëntenvoorraden in bossen op droge zandgronden

Houtoogst in relatie tot nutriëntenvoorraden in bossen op droge zandgronden Houtoogst in relatie tot nutriëntenvoorraden in bossen op droge zandgronden Anjo de Jong, Wim de Vries, Hans Kros and Joop Spijker Inhoud Achtergrond: zorg over verarming van de bodem door oogst tak- en

Nadere informatie

Verkavelingspatroon Regelmatige blokverkaveling (door houtwallen omgeven)

Verkavelingspatroon Regelmatige blokverkaveling (door houtwallen omgeven) 4.5 Landduinen Landschapskenmerken Reliëfvorm Mozaïek van hogere zandduinen meestal bebost en lager en vlakker gelegen vennen en schrale graslanden Water Lage grondwaterstanden Bodem Zandgronden Wegenpatroon

Nadere informatie

PRAKTIJKNETWERK BOERENBOS NOORD-OOST NEDERLAND

PRAKTIJKNETWERK BOERENBOS NOORD-OOST NEDERLAND PRAKTIJKNETWERK BOERENBOS NOORD-OOST NEDERLAND Verslag derde bijeenkomst, 12 maart 2014 Aanwezige deelnemers: F. Tolman (met gast), A.H. Luten, H. Holland (met echtgenote), B. & A. Dunnewind, W. Pastoor,

Nadere informatie

Natuurkwaliteit en bosgebruik Natura 2000. Rienk-Jan Bijlsma

Natuurkwaliteit en bosgebruik Natura 2000. Rienk-Jan Bijlsma Natuurkwaliteit en bosgebruik Natura 2000 Rienk-Jan Bijlsma Onderwerpen Habitatkaart bossen Veluwe Kwaliteitsverbetering habitattypen bos Oppervlaktevergroting habitattypen bos Habitatkaart: typen en criteria

Nadere informatie

Uitwerking bedrijfsplanning geïntegreerd bosbeheer voor gemeente Someren

Uitwerking bedrijfsplanning geïntegreerd bosbeheer voor gemeente Someren Uitwerking bedrijfsplanning geïntegreerd bosbeheer voor gemeente Someren Deel 4. Beheerplan 2000-2004 R.J.A.M. Wolf & J.K. van Raffe Alterra-rapport 052 (deel 4) Alterra, Research Instituut voor de Groene

Nadere informatie

(FRUIT-)BOMEN SCHRIJVEN GESCHIEDENIS

(FRUIT-)BOMEN SCHRIJVEN GESCHIEDENIS (FRUIT-)BOMEN SCHRIJVEN GESCHIEDENIS MENSEN, DIEREN EN PLANTEN GROEIEN EEN BEPAALDE PERIODE VAN HUN LEVEN TOT ZE HUN UITEINDELIJKE GROOTTE HEBBEN BEREIKT. BIJ MENSEN EN DIEREN IS MEESTAL WEL TE ZIEN OF

Nadere informatie

Wat is essentaksterfte?

Wat is essentaksterfte? Wat is essentaksterfte? Essentaksterfte is een ziekte die wordt veroorzaakt door de schimmel (vals wit bladvlieskelkje, Chalara fraxinea). Door de aantasting van essentaksterfte verzwakt de boom dusdanig

Nadere informatie

Flora van naaldbossen,

Flora van naaldbossen, Indicator 7 september 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In de naaldbossen in Nederland

Nadere informatie

Winst voor ons landschap

Winst voor ons landschap Winst voor ons landschap Door de jaren heen is er veel ervaring opgedaan met het aanleggen en onderhouden van elzensingels. De onderstaande beschrijving is gebaseerd op praktijkervaring en levert over

Nadere informatie

Resultaten. Toelichting abundatiekaart en aantalsschatting Zwarte Specht Veluwe. Henk Sierdsema, Sovon Vogelonderzoek Nederland.

Resultaten. Toelichting abundatiekaart en aantalsschatting Zwarte Specht Veluwe. Henk Sierdsema, Sovon Vogelonderzoek Nederland. Toelichting abundatiekaart en aantalsschatting Zwarte Specht Veluwe Henk Sierdsema, Sovon Vogelonderzoek Nederland Juni 2015 Inleiding Door de provincie Gelderland is verzocht om een update te maken van

Nadere informatie

REPORTAGE: HOPPER JEUGDVERBLIJF MERKENVELD, LOPPEM (ZEDELGEM)

REPORTAGE: HOPPER JEUGDVERBLIJF MERKENVELD, LOPPEM (ZEDELGEM) NOTA REPORTAGE: HOPPER JEUGDVERBLIJF MERKENVELD, LOPPEM (ZEDELGEM) Datum: 1 augustus 2007 REPORTAGE: HOPPER JEUGDVERBLIJF MERKENVELD, LOPPEM (ZEDELGEM) 1 augustus 2007 pagina 1 > 6 1 Hopper Jeugdverblijf

Nadere informatie

Terugblik Praktijknetwerk Boerenbos NO NL Wat hebben we in de bijeenkomsten gedaan / geleerd 8 mei 2015

Terugblik Praktijknetwerk Boerenbos NO NL Wat hebben we in de bijeenkomsten gedaan / geleerd 8 mei 2015 Terugblik Praktijknetwerk Boerenbos NO NL 2013-2015 Wat hebben we in de bijeenkomsten gedaan / geleerd 8 mei 2015 Agenda Ochtend Witharen Welkom, koffie Napraten in 2 groepen Pauze, financiën Terugblik

Nadere informatie

HOLLE WEGEN. module 6

HOLLE WEGEN. module 6 HOLLE WEGEN Hoofdstuk 2 Inhoudsopgave: algemeen definitie belang beheer beheer berm beheer schouder beheer wegdek Definitie? Hoofdstuk 2 Definitie? Definitie? topkam Belang? Hoofdstuk 2 Belang? Microklimaat:

Nadere informatie

Uitgebreid bosbeheerplan voor het provinciaal domein Puyenbroeck. openbare consultatie

Uitgebreid bosbeheerplan voor het provinciaal domein Puyenbroeck. openbare consultatie Uitgebreid bosbeheerplan voor het provinciaal domein Puyenbroeck openbare consultatie Plangebied boseenheden grotendeels aaneengesloten bosgebied ten zuiden van de Zuidlede aansluitend 2 bosblokken respectievelijk

Nadere informatie

Bijlage 3. Groenbeheerplan

Bijlage 3. Groenbeheerplan Bijlage 3 Groenbeheerplan Oostappengroep GROENBEHEERPLAN HET PRINSENMEER 2007 April 2007 In opdracht van: Oostappengroep Ommelseweg 56 5721 WV Asten t (0493) 681 111 F (0493) 681 110 www.prinsenmeer.nl

Nadere informatie

De Staart in kaart. 4 jaar bosontwikkeling op voormalige akkers

De Staart in kaart. 4 jaar bosontwikkeling op voormalige akkers De Staart in kaart 4 jaar bosontwikkeling op voormalige akkers Esther Linnartz Juli 2008 Inleiding De Staart is een natuurgebied van 24 hectare aan noordoost kant van Oud-Beijerland en ligt aan de oevers

Nadere informatie

Wat gaat er gebeuren in de Wevershoek?

Wat gaat er gebeuren in de Wevershoek? Essentaksterfte De situatie in Nederland Inmiddels is meer dan 80 % van de essen in Nederland aangetast. De verwachting is dat hooguit 10 % van de essen de ziekte zal overleven, gebaseerd op ervaringen

Nadere informatie

De beuk er in. evaluatie en advies bosbeheer Nimmerdor. Simon Klingen, oktober Vooraf. 1 Analyse: globale beschrijving bestaande situatie

De beuk er in. evaluatie en advies bosbeheer Nimmerdor. Simon Klingen, oktober Vooraf. 1 Analyse: globale beschrijving bestaande situatie Simon Klingen, oktober 2017 De beuk er in evaluatie en advies bosbeheer Nimmerdor vanaf nu rustig aan: liever bos ontwikkelen dan bos omvormen een relaxtere houding tegenover de Amerikaanse eik zorg voor

Nadere informatie

Landgoed Lijftogtsheide

Landgoed Lijftogtsheide Landgoed Lijftogtsheide Beheerplan 2015-2024 Werkplan 2015-2019 Opgesteld door: Dhr. B. Wisselink Wisselinkweg 1 7021 MD Zelhem Tel: 06-12124001 In samenwerking met: Bosgroep Midden Nederland November

Nadere informatie

Collectief Waddenvogels. Pakket Terschellinger elzen- en geriefhoutsingel

Collectief Waddenvogels. Pakket Terschellinger elzen- en geriefhoutsingel Beschrijving van het ANLb 2016 landschapspakket voor het beheer van elzen- en geriefhoutsingels op Terschelling, toe te passen in het leefgebied Droge Dooradering, door leden van het collectief Waddenvogels.

Nadere informatie

1. ecologische functie

1. ecologische functie Criteria voor geı ntegreerd natuurbeheer samenvatting 1. ecologische functie criterium 1.1: kwaliteit van het natuurlijk milieu over heel het terrein indicator 1.1.1: - natuurlijke waterhuishouding niet

Nadere informatie

Bossen ingedeeld in zes bostypen. Centrum Hout. Centrum Hout Postbus 1380, 1300 BJ Almere Westeinde 8, 1334 BK Almere-Buiten 036 532 98 21

Bossen ingedeeld in zes bostypen. Centrum Hout. Centrum Hout Postbus 1380, 1300 BJ Almere Westeinde 8, 1334 BK Almere-Buiten 036 532 98 21 2013/12 Bossen Bossen Bossen zijn leefgemeenschappen van planten, mensen en dieren waarbij bomen beeldbepalend zijn. Tezamen vormen zij een gesloten keten. Alle onderdelen hebben een eigen plaats en functie

Nadere informatie

Beuk in perspectief. Ervaringen met beuk in het beheer op. Kroondomein Het Loo

Beuk in perspectief. Ervaringen met beuk in het beheer op. Kroondomein Het Loo Beuk in perspectief Ervaringen met beuk in het beheer op Kroondomein Het Loo René Olthof beheerder boswachterij Hoog Soeren, 3000ha 2180ha bos 394 ha beuk (18%) Verloofing Vestiging berk, beuk en eik in

Nadere informatie

BOMEN JEUGD SNOEI WEL NIET

BOMEN JEUGD SNOEI WEL NIET BEHEERPASPOORT BOMEN JEUGD SNOEI Een mooie duurzame boom, bomenrij of groep met één doorgaande stam en een voor die locatie gewenste takvrije stam. Er wordt tijdens deze fase gestreefd om de boom zich

Nadere informatie

Houtoogst in relatie tot nutriëntenvoorraden in bossen op droge zandgronden

Houtoogst in relatie tot nutriëntenvoorraden in bossen op droge zandgronden Houtoogst in relatie tot nutriëntenvoorraden in bossen op droge zandgronden Wim de Vries, Anjo de Jong, Hans Kros and Joop Spijker Inhoud Achtergrond: zorg over verarming van de bodem door oogst tak- en

Nadere informatie

PRAKTIJKNETWERK BOERENBOS NOORD-OOST NEDERLAND

PRAKTIJKNETWERK BOERENBOS NOORD-OOST NEDERLAND PRAKTIJKNETWERK BOERENBOS NOORD-OOST NEDERLAND Verslag vierde bijeenkomst, 11 juni 2014 Aanwezige deelnemers: F. Tolman, A.H. Luten, H. Holland met echtgenote, B. & A. Dunnewind, G. Nijhoving met echtgenote,

Nadere informatie

Beheerplan Bloemendaalsebos

Beheerplan Bloemendaalsebos Bosbeheerplan Bloemendaalsebos Februari 2011 Inleiding Bestaande kwaliteit Uitgangspunten bosbeheer Het beheer Beheermethodiek Noten Bijlagen Inleiding Dit bosbeheerplan is gemaakt door Dik Vonk in samenwerking

Nadere informatie

Planten in bossen: beheer en biodiversiteit

Planten in bossen: beheer en biodiversiteit Planten in bossen: beheer en biodiversiteit Arnout-Jan Rossenaar Foto s: Heukels CD-ROM Opzet lezing Bos in Nederland Bosplanten Bostypen Ontwikkeling bos voedselarme grond Beheer en biodiversiteit (Edese(

Nadere informatie

Het Nederlandse bos in cijfers

Het Nederlandse bos in cijfers Het Nederlandse bos in cijfers Resultaten van de 6e Nederlandse Bosinventarisatie - Mart-Jan Schelhaas en Sandra Clerkx (Alterra) In 2012 is begonnen met de metingen van de 6e Nederlandse Bosinventarisatie.

Nadere informatie

Wat is een bos? Aandeel van verschillende taxongroepen voor de soortenrijkdom in gematigde loofbossen

Wat is een bos? Aandeel van verschillende taxongroepen voor de soortenrijkdom in gematigde loofbossen Bosecologie Wat is een bos? Bossen zijn biotopen waar bomen het aspect bepalen. Maar niet alleen bomen bepalen of het een bos is Bij ons: # boomsoorten beperkt Toch zijn de boomsoorten de sleutelsoorten

Nadere informatie

Een jonge sequoia opgegroeid tussen de as van een bosbrand en een jonge sequoia in een pot.

Een jonge sequoia opgegroeid tussen de as van een bosbrand en een jonge sequoia in een pot. Hoofdstuk 8. De levensloop van de Sequoia gigantea: van zaadje tot reuzenboom Niet elk zaadje dat uit de kegel valt ontkiemt. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat van de zaadjes die in een groene

Nadere informatie

Beheerplan Nimmerdor en Oud Leusden

Beheerplan Nimmerdor en Oud Leusden Beheerplan Nimmerdor en Oud Leusden 2015 2035 Publiekssamenvatting Inleiding Sinds Jonkheer Meijster landgoed Nimmerdor in 1640 liet aanleggen, genieten al vele generaties bezoekers van de bosgebieden

Nadere informatie

PRAKTIJKADVIES. Phytophthora ramorum. en het beheer van Rhododendron in bossen en natuurgebieden

PRAKTIJKADVIES. Phytophthora ramorum. en het beheer van Rhododendron in bossen en natuurgebieden PRAKTIJKADVIES Phytophthora ramorum en het beheer van Rhododendron in bossen en natuurgebieden PRAKTIJKADVIES SEPTEMBER 2004 Het Bosschap, Zeist Vormgeving: HBG Design bv, Nieuwegein Foto s: Plantenziektenkundige

Nadere informatie

Bestrijding Amerikaanse vogelkers(prunus serotina) in het grenspark De Zoom-Kalmthoutse heide

Bestrijding Amerikaanse vogelkers(prunus serotina) in het grenspark De Zoom-Kalmthoutse heide Bestrijding Amerikaanse vogelkers(prunus serotina) in het grenspark De Zoom-Kalmthoutse heide Problematiek Lokalisatie Planning - Bestrijding nazorg De snelle kolonisatie van Rododendron en de Amerikaanse

Nadere informatie

Cultuurhistorisch natuurbeheer kan!

Cultuurhistorisch natuurbeheer kan! Cultuurhistorisch natuurbeheer kan! Verslag veldwerkplaats Beekdallandschap Drentsche Aa, 22 oktober 2008 Inleiders: stafmedewerker Jori Wolf, ecoloog Willem Molenaar en beheerder Pieter Jan Wolf (allen

Nadere informatie

Invasieve uitheemse planten in het beheer

Invasieve uitheemse planten in het beheer Invasieve uitheemse planten in het beheer Casper de Groot september 2011 Aanleiding project Keuze voor zes soorten: Japanse duizendknoop, reuzenberenklauw, reuzenbalsemien, Amerikaanse vogelkers, rododendron

Nadere informatie

Vijftien jaar lang inventariseren met Woodstock en Syhi

Vijftien jaar lang inventariseren met Woodstock en Syhi Vijftien jaar lang inventariseren met Woodstock en Syhi foto s Henny Schoonderwoerd Jop de Klein en Henny Schoonderwoerd Sinds 1990 wordt Woodstock (Staatsbosbeheer gebruikt dit systeem onder de naam Syhi)

Nadere informatie

bosplantsoen Dunnen van

bosplantsoen Dunnen van De gemeente Ede streeft naar een natuurlijk beheer van het openbaar groen. Deze manier van beheren is vooral geschikt voor de grotere groenobjecten, bijvoorbeeld bosplantsoen. Bij het juiste beheer kan

Nadere informatie

Dunning ter discussie

Dunning ter discussie M.R. Houtzagers Dunning ter discussie Dunningen zijn belangrijk in het moderne bosbeheer. De vakinhoudelijke onderbouwing, maar ook de daadwerkelijke uitvoering, laten echter plaatselijk te wensen over.

Nadere informatie

Esdoorn een probleem??

Esdoorn een probleem?? M.R. Houtzagers Ervaringen met esdoornbeheer in de gemeente Den Haag Esdoorn een probleem?? Dit artikel gaat over de beheersbaarheid van esdoorns in de stadsbossen van de gemeente Den Haag. Diverse beheerders

Nadere informatie

Bosverjonging NATUURLIJKE VERJONGING

Bosverjonging NATUURLIJKE VERJONGING Bosverjonging Bosverjonging is het ontstaan van een nieuwe bosgeneratie nadat de vorige verdwenen is. Die generatiewisseling maakt deel uit van het functioneren van natuurlijke bossen, bijvoorbeeld als

Nadere informatie

De verschillen tussen de onderhoudsniveaus basis en accent zijn aangegeven in de tekst door middel van een onderstreping.

De verschillen tussen de onderhoudsniveaus basis en accent zijn aangegeven in de tekst door middel van een onderstreping. BIJLAGE A. BEELDBOEK GROEN KERNEN In de wijken krijgt de openbare ruimte een gemiddelde kwaliteit. Dit onderhoudsniveau noemen we basis. In de wijken dragen inwoners vervolgens zelf bij aan het beheer

Nadere informatie

Buitenplaats De Dennehoek

Buitenplaats De Dennehoek Bosbeheerplan Buitenplaats De Dennehoek Maart 2012 Bosbeheerplan Buitenplaats De Dennehoek Maart 2012 Opdrachtgever: Uitgevoerd door: Vereniging De Dennehoek p/a Dhr. Witte Raamstraat 95 7411 CT Deventer

Nadere informatie

Starters in het bosonderzoek 2011. Gorik Verstraeten Bart Muys, Jakub Hlava, Kris Verheyen. Margot Vanhellemont. Inleiding

Starters in het bosonderzoek 2011. Gorik Verstraeten Bart Muys, Jakub Hlava, Kris Verheyen. Margot Vanhellemont. Inleiding Starters in het bosonderzoek 2011 Veranderingen in bodem- en strooiselkenmerken bij de omvorming van gemengd loofhout naar fijnspar. Gorik Verstraeten Bart Muys, Jakub Hlava, Kris Verheyen Margot Vanhellemont

Nadere informatie

Beheerstrategie Golfclub Driene

Beheerstrategie Golfclub Driene Beheerstrategie Golfclub Driene 2016-2021 E.J.H. Sonder Beheerstrategie Golfclub Driene 2016-2021 1 Bosgroep Noord-Oost Nederland is een coöperatieve vereniging van bos-, natuur- en landgoedeigenaren.

Nadere informatie

6+ 10 WAT MAAKT EEN BOS TOT EEN BOS? 3+ 8 + Opdracht EDUKIT 3

6+ 10 WAT MAAKT EEN BOS TOT EEN BOS? 3+ 8 + Opdracht EDUKIT 3 WAT MAAKT EEN BOS TOT EEN BOS? 6+ 10 + Wanneer is een bos een bos? Een paar bomen samen vormen pas een bos als ze een oppervlakte van 1/2 hectare beslaan. Je zou dit kunnen vergelijken met een voetbalvel

Nadere informatie

Kostenefficiënte en verantwoorde oogst van tak- en tophout

Kostenefficiënte en verantwoorde oogst van tak- en tophout Kostenefficiënte en verantwoorde oogst van tak- en tophout Martijn Boosten Oogstdemonstratie tak- en tophout 27 februari 2014, Vierhouten Tak- en tophout uit bossen Naar schatting jaarlijks 36.000 ton

Nadere informatie

De rol van de beuk in de bosontwikkeling

De rol van de beuk in de bosontwikkeling De rol van de beuk in de bosontwikkeling Patrick Hommel Rein de Waal Alterra; Wageningen-UR Vegetatiekundige invalshoek: Bostypen zijn vaste combinaties van plantensoorten (struiklaag, kruidlaag, moslaag).

Nadere informatie

Het Nederlandse bos in cijfers

Het Nederlandse bos in cijfers Het Nederlandse bos in cijfers Resultaten van de 6e Nederlandse Bosinventarisatie Mart-Jan Schelhaas en Sandra Clerkx (Alterra) In 2012 is begonnen met de metingen van de 6e Nederlandse Bosinventarisatie.

Nadere informatie

R a p p o r t S y s t e m a t i s c h e B o o m c o n t r o l e ( V T A )

R a p p o r t S y s t e m a t i s c h e B o o m c o n t r o l e ( V T A ) R a p p o r t S y s t e m a t i s c h e B o o m c o n t r o l e ( V T A ) Landgoed Nieuw Cruysbergen februari 2017 Opgesteld door Bosgroep Midden Nederland februari 2017 t (0318) 67 26 26 www.bosgroepen.nl

Nadere informatie

3. Inventarisatie. Organisatie. Figuur 1: Grafiek met het aantal retour gezonden inventarisatieformulieren per organisatie.

3. Inventarisatie. Organisatie. Figuur 1: Grafiek met het aantal retour gezonden inventarisatieformulieren per organisatie. 3. Inventarisatie 3.1. Methode Het inventarisatieformulier (zie bijlage 2) voor de Jeneverbes is verspreid via diverse organisaties naar beheerders en vrijwilligers. De organisaties die hierbij aan bij

Nadere informatie

Aanvraag tot het verkrijgen van een kapmachtiging voor het vellen van bomen in privé-bos

Aanvraag tot het verkrijgen van een kapmachtiging voor het vellen van bomen in privé-bos Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Afdeling Bos en Groen Aanvraag tot het verkrijgen van een kapmachtiging voor het vellen van bomen in privé-bos (artikel 81 4 van het Bosdecreet van 13/6/1990 - gewijzigd

Nadere informatie

Bosbeheerpakketten: een nieuw hulpmiddel voor beheerkeuzes en -planning in bossen

Bosbeheerpakketten: een nieuw hulpmiddel voor beheerkeuzes en -planning in bossen 1 Bosbeheerpakketten: een nieuw hulpmiddel voor beheerkeuzes en -planning in bossen Wat is het verschil nu alweer tussen het gebruik van toekomstbomen en de QD-methode? Waarom zou ik nog een laagdunning

Nadere informatie

Bloeiend plantje Spoor van een dier

Bloeiend plantje Spoor van een dier Volwassen boom Jonge boom Dode boom Hoge struik Lage struik Varen Mos Klimmende plant Bloeiend plantje Spoor van een dier Paddenstoel (op de grond) Bodemdiertje Paddenstoel (op een boom) Activiteit 3 :

Nadere informatie

Bosomvorming. Over openheid, dood hout en begrazing

Bosomvorming. Over openheid, dood hout en begrazing Bosomvorming Over openheid, dood hout en begrazing Rhee, mei 2006 Open plekken in het bos Nieuwe open plek door het omtrekken en toppen van bomen. Er zijn dichte en ontoegankelijke bosranden ontstaan.

Nadere informatie

Nederlands bos. Nederlands bos: hoeveel bos is er?

Nederlands bos. Nederlands bos: hoeveel bos is er? Nederlands bos In het dichtbevolkte Nederland heeft bos meerdere functies. Naast de productie van hout zijn de natuur-, landschap- en recreatiefunctie van groot belang. Boswet, bosbeleid en regelgeving

Nadere informatie

Aanvraag van een kapmachtiging voor bomen en struiken in een privébos

Aanvraag van een kapmachtiging voor bomen en struiken in een privébos Aanvraag van een kapmachtiging voor bomen en struiken in een privébos ANB-86-180730 /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

DELTALOCATIE DEN DOLDER Projectnummer 01742112 Van Wijnen Projectontwikkeling Midden B.V. Postbus 151 3840 AD HARDERWIJK

DELTALOCATIE DEN DOLDER Projectnummer 01742112 Van Wijnen Projectontwikkeling Midden B.V. Postbus 151 3840 AD HARDERWIJK DELTALOCATIE DEN DOLDER Projectnummer 01742112 Van Wijnen Projectontwikkeling Midden B.V. Postbus 151 3840 AD HARDERWIJK Kwaliteitsbeoordeling van de bomen op deze locatie Door T. Katerberg European Tree

Nadere informatie

Bosbeheer NHD. achtergronden, visie, beheer. Rienk Slings PWN

Bosbeheer NHD. achtergronden, visie, beheer. Rienk Slings PWN Bosbeheer NHD achtergronden, visie, beheer Rienk Slings PWN Waar ligt de bosgrens? op de zeereep kan geen spontaan bos groeien plaatselijk aan de binneduinrand wel. MAAR DAAR TUSSENIN? Historische lessen

Nadere informatie

FSC-boscertificering in Vlaanderen: stand van zaken eind 2017

FSC-boscertificering in Vlaanderen: stand van zaken eind 2017 FSC-boscertificering in Vlaanderen: stand van zaken eind 2017 Danny Maddelein Interne auditeur FSC-groepscertificaat De Elsakker (Meerle) 1 Situering Onder de vorm van een beknopte update wordt jaarlijks

Nadere informatie