Voorstel van het college inzake Verordening op de incidentele private markten gemeente Den Haag 2017

Transcriptie

1 Datum 27 september 2016 Registratienummer DSB/ RIS Voorstel van het college inzake Verordening op de incidentele private markten gemeente Den Haag 2017 Algemene toelichting Hierbij ligt ter besluitvorming voor de verordening op de incidentele private markten voor de gemeente Den Haag Incidentele private markten zijn markten die worden georganiseerd door één natuurlijke of rechtspersoon, niet zijnde de gemeente Den Haag en eenmalig of op wisselende tijdstippen, dus niet permanent of met een hoge frequentie (meer dan 1x per maand op een vaste locatie) plaats vinden. Deze verordening is een uitwerking van de Nota Markten, Straathandel en Kiosken (RIS ) voor het onderdeel incidentele private markten. De gemeente ontvangt regelmatig aanvragen voor het organiseren van (thema)markten, buiten de bestaande Haagse Mart en de weekmarkten. Het onderscheidende karakter ten opzichte van de bestaande markten, is dat het initiatief voor deze markten uitgaat van een natuurlijke of rechtspersoon en daarmee de markt dus niet door de gemeente wordt georganiseerd. Deze markten worden daarom aangeduid als private markten. De gemeente ziet dit type markten als een verrijking van de stad en wil deze graag faciliteren. Deze verordening voorziet daarin. Het uitgangspunt van de verordening is dat een private organisatie een markt gaat organiseren en beheren, de gemeente neemt die rol niet op zich. Aan de aanvrager wordt een zogenaamde organisatievergunning verstrekt. In deze verordening en in de vergunningvoorschriften worden enkele randvoorwaarden gesteld. Verder bepaalt de gemeente de locaties wáár een private markt kan worden gehouden en op welke dagen, tijden en de frequentie. Voor het overige is de vergunninghouder vrij in de organisatie van de markt. Het gevolg hiervan is dat de vergunninghouder ook verantwoordelijk is voor de markt en voor de gemeente het aanspreekpunt is bij eventuele overtredingen en niet de individuele verkopers op de markt. De gemeente faciliteert de private markt door het beschikbaar stellen van de openbare ruimte. Deze verordening beoogt de gemeentelijke belangen te beschermen. Het gaat hier om belangen van openbare orde, zedelijkheid en gezondheid, beperking van overlast, regulering van het woon- en leefklimaat en de (verkeers)veiligheid binnen de gemeente. Met het inwerkingtreden van deze verordening worden diverse modellen gehanteerd voor de verschillende (waren)markten en andere vormen van ambulante handel in de stad. De Haagse Mart en de bestaande weekmarkten blijven onder het regime van de marktverordening Den Haag vallen. Daarnaast blijft ook de (gewijzigde) straathandelsverordening van kracht, hierin worden regels gesteld ten aanzien van verkoop vanuit een individuele standplaats en het venten. Voor markten, georganiseerd door één private partij, is deze verordening van toepassing. Het is van belang om een goed onderscheid te maken tussen een markt en een evenement. Dit is niet altijd makkelijk, aangezien beide zowel elementen van verkoop, als vermaak in zich kunnen dragen. Gemeente Den Haag Postbus T Spui 70 Den Haag Den Haag

2 Bij het classificeren van een activiteit als incidentele private markt of als evenement wordt gekeken naar het overwegende doel van de activiteit. Bij een markt is het primaire doel de verkoop van goederen of waren. De belangrijkste component van een markt is dus de economische component. Soms is er bij markten sprake van ondersteunend vermaak, zoals speelattributen of livemuziek. Bij markten komen bezoekers voornamelijk voor het kopen van goederen of waren. Mede hierdoor is de openbare orde bij markten in mindere mate in het geding. Bij een evenement is vermaak het primaire doel. De betreffende activiteit is dan ook hetgeen de bezoekers naar het evenement trekt. Vaak worden er op het evenemententerrein in marktvorm (etens)waren en goederen (bijvoorbeeld fanartikelen) verkocht. Omdat vermaak het overwegende doel is, is er sprake van een evenement. Bij evenementen speelt de openbare orde een belangrijke rol. Om de klant zo min mogelijk zelf te belasten met het maken van een keuze tussen evenement en incidentele private markt zal een klantvriendelijk systeem worden ontwikkeld, bijvoorbeeld een beslisboomconstructie op de gemeentelijke website waarmee aanvragers automatisch worden geleid naar het juiste digitale aanvraagformulier. In die gevallen waarbij het onderscheid tussen een markt en een evenement op het eerste oog minder scherp lijkt te zijn, wordt een ambtelijk overleg ingesteld tussen de diensten Stadsbeheer en Bestuursdienst, waarin deze gevallen worden beoordeeld. Een braderie wordt in beginsel gezien als een incidentele private markt. Om dit laatste juridisch te borgen wordt met dit besluit de APV aangepast, omdat daarin een braderie nu expliciet als evenement wordt aangemerkt. In het geval dat een braderie, op grond van bovengenoemde overwegingen, uiteindelijk aangemerkt zou moeten worden als evenement dan valt de braderie onder het regime van de APV. Artikelsgewijze toelichting Artikel 1. Begripsbepalingen De markthandel wordt hier omschreven als ambulante handel gericht op de verkoop van waren. Het verkopen van voedsel en dranken om ter plekke te nuttigen valt uitdrukkelijk ook onder deze omschrijving. Artikel 2. Toepassingsbereik Het toepassingsbereik van de verordening beperkt zich tot incidentele private markten. De markten die zijn ingesteld op basis van de Marktverordening Den Haag 2013 vallen uitdrukkelijk buiten het toepassingsbereik van deze verordening. De Nota Markten, Straathandel en Kiosken onderscheidt verder hoogfrequente private markten. Dit zijn markten die meer dan 1x per maand op een vaste locatie plaatsvinden. Ook deze vallen buiten het toepassingsbereik van deze verordening. Voor deze laatste categorie worden de mogelijkheden van concessieverlening verkend. Verder is, om de afbakening duidelijk te maken, bepaald dat deze verordening niet van toepassing is op evenementen zoals bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag. Artikel 3. Inrichting van de markt In het eerste lid is de bevoegdheid voor het college opgenomen om de locaties te bepalen waar incidentele private markten kunnen worden gehouden en om per locatie de frequentie van de incidentele private markt te bepalen. Dit zal in een collegebesluit worden vastgelegd. Het zal gaan om locaties in toeristische gebieden en in/nabij winkelgebieden behorende tot de Haagse hoofdwinkelstructuur en enkele nader aan te duiden parken, pleinen en binnenwateren. Bij de totstandkoming van het instellingsbesluit zullen de plaatselijke winkeliers-/ondernemersvereniging (zoals een Bedrijven InvesteringsZone (BIZ)), omwonenden en andere belanghebbenden worden betrokken. 2/8

3 Op grond van artikel 160, eerste lid onder h van de Gemeentewet is het college bevoegd om marktdagen in te stellen. Per vergunde incidentele private markt wordt daarom een instellingsbesluit genomen, waarin wordt aangegeven op welke dagen en uren de incidentele private markt wordt gehouden en wat de grenzen van het terrein van de markt zijn. In het tweede lid van dit artikel worden voorwaarden gesteld aan de maximale tijdsduur van incidentele private markten. Aan één kant wordt veel ruimte geboden voor initiatieven, aan de andere kant wordt het aantal markten per locatie en de tijdsduur beperkt, gelet op de belangen van omwonenden en andere bedrijven. In de maand december is een langere tijdsduur mogelijk om meer ruimte te bieden aan kerstmarkten. De bevoegdheid in het derde lid is opgenomen om het college een grondslag te bieden om, ondanks een verleende vergunning, in uitzonderlijke situaties toch over het marktterrein te kunnen beschikken. Van deze bevoegdheid zal zeer terughoudend gebruik worden gemaakt. Artikel 5. Vergunning tot het organiseren van een markt Tweede lid: lex silencio positivo. Er is reden om af te zien van een lex silencio positivo. Er zijn hier rechtmatige belangen van derden in het geding, zoals bedoeld in artikel 13, vierde lid, van de Dienstenrichtlijn. Daarbij kan worden gedacht aan andere organisatoren die voor het exploiteren van de markt in aanmerking zouden kunnen komen. Derde lid: hier wordt een maximum gesteld aan het aantal keer dat één aanvrager een incidentele private markt kan organiseren. Dit om te voorkomen dat één aanvrager beslag legt op vele locaties, waardoor er minder of geen ruimte is voor andere initiatieven. Echter, omdat voor locaties een hogere frequentie voor private markten dan 1 maal per maand kan worden vastgesteld is het mogelijk dat één aanvrager voor meerdere keren per maand op één locatie dezelfde incidentele private markt wil houden. Dit is niet de bedoeling van deze verordening. Dergelijke hoogfrequente markten vallen dan ook niet onder de reikwijdte van deze verordening. Artikel 6. Voorschriften en beperkingen Door aan een vergunning voorschriften en beperkingen te verbinden, kan een verfijning in de gewenste rechtstoestand worden aangebracht. De in het eerste lid genoemde belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist, zijn de gemeentelijke belangen van openbare orde, zedelijkheid en gezondheid, beperking van overlast, bescherming van het woon- en leefklimaat en de veiligheid binnen de gemeente. Niet-nakoming van voorschriften die aan een vergunning verbonden zijn, kan grond opleveren voor intrekking van de vergunning of voor toepassing van andere bestuursrechtelijke sancties. De strafbepaling van artikel 11 is eveneens van toepassing. Artikel 7. Aanvraag van de vergunning In dit artikel is aangegeven welke onderdelen moeten worden opgenomen in het plan dat de organisator van de markt in het kader van de vergunningaanvraag moet overleggen. Bedacht moet worden dat er op grond van artikel 12, derde lid, van de Dienstenrichtlijn slechts rekening mag worden gehouden met eisen die betrekking hebben op de volksgezondheid, de doelstellingen van het sociaal beleid, de gezondheid en de veiligheid van werknemers of zelfstandigen, de bescherming van het milieu, het behoud van het cultureel erfgoed en andere dwingende redenen van algemeen belang. Tweede lid: hier wordt de informatie opgesomd die een organisator moet aanleveren om te kunnen beoordelen of de markt op nette en ordentelijke wijze wordt georganiseerd. In het tweede lid is een aantal voorwaarden opgenomen, waaraan ook zal worden getoetst. De organisator kan in zijn aanvraag vast rekening houden met deze voorwaarden. 3/8

4 Artikel 8. Behandeling van de aanvraag Lid 1, 2 en 3: per incidentele private markt kan er maar aan één aanvrager een vergunning voor een bepaald tijdvak worden verleend: de publieke ruimte waarop de markt moet plaatsvinden kan immers maar aan een partij beschikbaar worden gesteld. Bovendien is het voor de gemeente gewenst om één aanspreekpunt te hebben. Indien voor een marktterrein één aanvraag wordt ingediend, dan zal deze in beginsel worden verleend vooropgesteld dat de aanvraag aan de eisen van artikel 7 voldoet. Indien meerdere aanvragen voor dezelfde locatie en in hetzelfde tijdvak worden ingediend, dan wordt bij het verlenen van de vergunning de volgorde van binnenkomt van de aanvragen aangehouden. Degene die als eerste een (volledige) aanvraag heeft ingediend, krijgt in beginsel de vergunning. Een uitzondering word gemaakt voor aanvragen die betrekking hebben op het gebied waarvoor een Bedrijven Investeringszone (BIZ) is ingesteld. Een BIZ is een afgebakend gebied waarbinnen ondernemers samen investeren in de kwaliteit van hun bedrijfsomgeving. Dit is bijvoorbeeld een winkelgebied of een bedrijventerrein. Het college hecht veel waarde aan het bestaan van BIZ-en. Indien voor een locatie en tijd op dezelfde dag meerdere aanvragen binnenkomen en één daarvan is afkomstig van een BIZ, dan krijgt deze laatste voorrang op de andere aanvragen. Lid 6: om vroegtijdige reservering van locaties te voorkomen is opgenomen dat een aanvraag niet eerder in behandeling wordt genomen dan uiterlijk een jaar voor de gewenste datum van de markt. Een kortere periode dan een jaar wordt niet wenselijk geacht omdat het houden van een incidentele private markt voorbereidingstijd vraagt en een organisator wel tijdig zekerheid wil hebben of hij een vergunning krijgt. Lid 7: indien het college twijfels heeft met betrekking tot de integriteit van de aanvrager, bijvoorbeeld omdat het vermoeden bestaat dat er in het verleden wel eens fraude is gepleegd, kan het een verklaring omtrent het gedrag of een verklaring omtrent het gedrag (VOG) voor rechtspersonen (VOGrp) opvragen. Indien het een buitenlandse (rechts)persoon betreft, die niet in aanmerking komt voor een Nederlandse VOG of VOGrp, kan een vergelijkbaar document uit het land van herkomst worden overgelegd. Dit document dient een niveau te waarborgen dat ten minste gelijkwaardig is aan het niveau dat met de nationale VOG of VOGrp wordt nagestreefd. Lid 8: de vergunning kan worden geweigerd indien naar het oordeel van het college uit de aanvraag onvoldoende blijkt dat de markt veilig en ordentelijk zal verlopen. Bij de toets hiervan wordt gelet op de belangen zoals verwoord in artikel 6, eerste lid. Lid 9: het zesde lid ziet op het geval er meerdere aanvragen worden ingediend, terwijl er slechts één vergunning kan worden verleend. Deze weigeringsgrond is opgenomen, omdat de vergunning, wanneer de aanvraag voldoet aan de vereisten van artikel 7, anders moet worden verleend. Lid 10: het kan voorkomen dat het terrein waarvoor een vergunning wordt gevraagd al is uitgegeven voor een andere activiteit, bijvoorbeeld een evenement, of de locatie is (deels) een vergund terras. In dat geval weigert het college de aanvraag, waarbij zo veel als mogelijk de beschikbare gedeelten van de aanvraag wél worden vergund. Artikel 9. Intrekken vergunning In het eerste lid staat de intrekkingsverplichting: wanneer de vergunninghouder hierom (schriftelijk) verzoekt wordt altijd overgegaan tot intrekking. In het tweede lid worden intrekkingsbevoegdheden genoemd. Hiermee wordt aangegeven dat het college hiertoe de mogelijkheid heeft in de genoemde gevallen. Artikel 10. Algemene voorwaarden De in dit artikel opgenomen algemene voorwaarden staan volledigheidshalve in de verordening. Bij het verlenen van de vergunning zullen deze voorwaarden nogmaals worden gesteld. 4/8

5 Afhankelijk van de aanvraag, kunnen per vergunning meer voorwaarden worden gesteld. De hier genoemde voorwaarden vinden we dermate belangrijk dat ze in de verordening zijn opgenomen. Artikel 11. Strafbepaling Ten aanzien van de in artikel 11 opgenomen strafbepaling geldt dat van overtreding alleen sprake kan zijn indien de verordening een ge- of verbodsnorm (een verplichtende norm) inhoudt. Tegen overtredingen van de in deze verordening opgenomen bepalingen, alsmede tegen handelingen die de orde op de markt op enigerlei wijze kunnen verstoren, verdient voor wat de organisatie betreft een administratieve afhandeling de voorkeur Gezien het vorenstaande stelt het college de raad voor het volgende besluit te nemen: De raad van de gemeente Den Haag, Gezien het voorstel van het college van 27 september 2016, Gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet; Overwegende dat het wenselijk is ruimte te bieden voor incidentele private markten en regels te stellen voor een veilig en ordelijk verloop van die markten; Besluit: I. Vast te stellen de volgende Verordening op de incidentele private markten voor de gemeente Den Haag 2017 HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. Begripsbepalingen In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: - BIZ: een Bedrijven Investerings Zone, die bij verordening is ingesteld; - college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag; - grondplaats/standplaats/kraam/verkoopwagen: de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel; - incidentele private markt: een door het college op basis van artikel 160, eerste lid, onder h., van de Gemeentewet aangewezen gedeelte van de openbare weg, bestemd voor het, binnen een door het college te bepalen tijdvak, uitoefenen van de markthandel door minimaal 7 kramen, verkoopwagens, grond- of standplaatsen, georganiseerd door één natuurlijke of rechtspersoon als bedoeld in boek 2 van het Burgerlijk wetboek, niet zijnde de gemeente Den Haag; - markthandel: bedrijfsmatige ambulante handel gericht op de verkoop van waren; - openbare weg: de weg in de zin van artikel 1:1 van de Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag; - vergunning: een organisatievergunning tot het organiseren van een incidentele private markt; - vergunninghouder: de aanvrager waaraan het college een vergunning heeft verleend. Artikel 2. Toepassingsbereik 1. Deze verordening is van toepassing op incidentele private markten. 2. Deze verordening is niet van toepassing op een evenement zoals bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag. 5/8

6 Artikel 3. Locatie en frequentie van incidentele private markten 1. Het college bepaalt ten aanzien van de incidentele private markten: a. op welke locaties incidentele private markten kunnen worden gehouden; b. per locatie de frequentie van de incidentele private markt. 2. Een incidentele private markt kan in de maand december maximaal 30 dagen duren, in de overige maanden maximaal 5 dagen. 3. Het college is bevoegd geheel of gedeeltelijk over een aangewezen marktterrein te beschikken zo dikwijls en zolang het college dat in het algemeen belang of ter uitvoering van werken nodig acht. Artikel 4. Nadere regels Het college kan op grond van deze verordening nadere regels stellen betreffende het bepaalde in deze verordening. HOOFDSTUK 2. VERGUNNINGEN Artikel 5. Vergunning tot het organiseren van een incidentele private markt 1. Het is verboden zonder een vergunning van het college een incidentele private markt te organiseren. 2. Paragraaf van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing. 3. Een aanvrager mag maximaal 12 incidentele private markten per kalenderjaar organiseren. Indien dezelfde rechts- of natuurlijke personen verschillende handelsnamen gebruikt, wordt deze beschouwd als dezelfde organisator. Artikel 6. Voorschriften en beperkingen 1. Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een krachtens deze verordening verleende vergunning, ter bescherming van de belangen van openbare orde, zedelijkheid en gezondheid, beperking van overlast, regulering van het woon- en leefklimaat en de (verkeers)veiligheid binnen de gemeente. 2. De vergunninghouder waaraan krachtens deze verordening een vergunning is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen. Artikel 7. Aanvraag vergunning 1. Een aanvraag wordt ingediend via een door het college beschikbaar gesteld formulier. 2. Een aanvraag voor een vergunning bevat een plan dat waarborgt dat de incidentele private markt op een ordentelijke en veilige wijze wordt georganiseerd. Het plan beschrijft in ieder geval: a. een omschrijving van het karakter en uitstraling van de incidentele private markt en de aard van de producten, waarbij geldt dat de uitstraling passend moet zijn bij de omgeving waar de incidentele private markt wordt gehouden; b. de wijze waarop de organisatie van de incidentele private markt is geregeld; c. de naam van de persoon die verantwoordelijk is voor een ordentelijk verloop van de incidentele private markt, waarbij geldt dat deze persoon gedurende de tijdsduur van de incidentele private markt aanwezig dient te zijn; d. de locatie, het aantal grondplaatsen, standplaatsen, kramen en verkoopwagens en de inrichting van het marktterrein, inclusief tekening, waarbij geldt dat bereikbaarheid en toegankelijkheid van de bestaande winkels, woningen en andere objecten niet door de incidentele private markt mogen worden belemmerd; 6/8

7 e. de dagen en uren waarop de incidentele private markt wordt gehouden; f. het aantal verwachte bezoekers; g. de maatregelen die worden genomen waaruit blijkt hoe toezicht op de veiligheid van de bezoekers aan de incidentele private markt is geregeld en waarbij zo nodig afspraken met de hulpdiensten moeten worden gemaakt; h. welke maatregelen ten aanzien van de op- en afbouw worden getroffen, waarbij geldt dat de opbouw niet eerder dan twee uur voor aanvang van de incidentele private markt mag aanvangen, en de afbouw binnen 2 uur na afloop van de incidentele private markt moet zijn voltooid; i. welke maatregelen ten aanzien van de schoonmaak van de openbare weg worden getroffen en welke maatregelen ter voorkoming van schade aan de openbare weg; j. de wijze waarop de informatievoorziening aan omwonenden en omliggende bedrijven/instellingen is geregeld. Artikel 8. Behandeling aanvraag vergunning en weigeringsgronden 1. De aanvragen worden behandeld en verleend in volgorde van binnenkomst. 2. Bepalend voor de datum van binnenkomst is de datum waarop de aanvraag volledig door het college is ontvangen. 3. Indien voor een locatie en tijd twee of meer aanvragen op dezelfde dag worden ontvangen, waarbij één aanvraag afkomstig is van een BIZ, dan komt de aanvraag afkomstig van de BIZ als eerste voor vergunningverlening in aanmerking. 4. Een aanvraag om een vergunning wordt uiterlijk acht weken voor de datum van de incidentele private markt ingediend. 5. In bijzondere gevallen kan het college bij een aanvraag om een vergunning ontheffing verlenen van de eis dat de aanvraag voor de in het vierde lid gestelde termijn ingediend moet zijn. 6. Het college weigert een aanvraag die meer dan een jaar voorafgaand aan de gewenste datum van de incidentele private markt wordt ingediend. 7. Het college kan de aanvrager verzoeken een verklaring omtrent het gedrag te overleggen, of indien het een buitenlandse aanvrager betreft, een document dat ten minste gelijkwaardig is. Indien een verklaring omtrent het gedrag dan wel een vergelijkbaar document niet kan worden overgelegd, kan het college besluiten de vergunning niet te verlenen. 8. Indien naar het oordeel van het college uit de aanvraag onvoldoende waarborgen blijken voor de belangen die deze verordening beoogt te beschermen dan kan het college besluiten de vergunning niet te verlenen. 9. Indien voor een aangewezen locatie voor de gewenste periode reeds een vergunning is verleend aan een ander dan de aanvrager en de duur van deze vergunning nog niet is verstreken, dan weigert het college de vergunningaanvraag. 10. Indien voor de gevraagde periode de gewenste locatie niet beschikbaar is, dan weigert het college de vergunningaanvraag voor het niet beschikbare gedeelte. Artikel 9. Intrekking vergunning 1. Het college trekt een vergunning in op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder. 2. Het college kan een vergunning intrekken: a. indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt; b. indien de vergunninghouder niet of niet meer voldoet aan de in artikel 6 genoemde voorschriften en beperkingen; c. indien op grond van verandering van omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de vergunning, intrekking of wijziging van de vergunning gerechtvaardigd is in het belang van een goede organisatie van de markt. 7/8

8 Artikel 10. Algemene voorwaarden 1. De te plaatsen objecten dienen in deugdelijke staat te zijn. 2. Voor hulpdiensten als brandweer, politie en ambulance moet in voetgangersgebieden een vrije doorgang van tenminste 3,50 meter in een rechte lijn gegarandeerd zijn. In straten met een verkeersfunctie wordt voor de trottoirs altijd een minimale obstakelvrije doorloopruimte van 1,50 meter in een rechte lijn gehanteerd. 3. De organisator dient de openbare weg na afloop van de incidentele private markt opgeruimd en in de oorspronkelijke staat terug te brengen. HOOFDSTUK 3. STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN Artikel 11. Strafbepaling Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak. Artikel 12. Toezichthouders Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aangewezen personen. Artikel 13. Inwerkingtreding en overige wijzigingen 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari Artikel 2:24, tweede lid sub b (braderie) van de Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag vervalt. Artikel 14. Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening incidentele private markten gemeente Den Haag 2017 II. De werking van de Verordening op de incidentele private markten voor de gemeente Den Haag 2017 één jaar na inwerkingtreding te evalueren. Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 17 november De griffier, De voorzitter, 8/8