(4e. Jaargang. Atl Aug Locale Belangen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "(4e. Jaargang. Atl Aug Locale Belangen"

Transcriptie

1 (4e. Jaargang. Atl Aug Locale Belangen Orgaan van de Vereeniging voor Locale Belangen. [Goedgekeurd bij Gouvernements Besluit ddo. 31 Juli 1922 No. 75.) Verschijnt den Isten en 16den van elke maand Commissie van Redactie: J. J G. E. RÜCKERT. G. de RAAD. F. W. M. KERCHMAN. Redactie-Secretaris: Mr J. J. FIJNVANDRAAT. Stukken den penningmeester betreïiende te zenden aan den Heer F.W.M. Kerchman, Pendrian 23, overige stukken der vereeniging betreffende te zenden aan den Secretaris G. de Raad, Karrenweg, Semarang. Voor stukken iiet Tijdsclirift betreffende (redactie, advertenties, enz.) wende men zicli tot den Redactie-Secretaris Mr. J. J. Fijnvandraat, Kleine Gonibel 7, Semarang. INHOUD: Opstal en Erfpacht bij de toepassing van het eerste lid van Artikel 43fl der Locale Raden-Ordonnantie, (Met Mal. vertaling). Uit den Volksraad. Decentraliana. Indische Raden. Nederland. Ofiicieele Mededeelingen. Opstal en Erfpacht bij de toepassing van het eerste lid van artikel 43^ der Locale Raden-Ordonnantie. Bij ordonnantie van 19 October 1922, opgenomen in Staatsblad No. 664 van dat jaar, is aan de Locale Raden-Ordonnantie toegevoegd een artikel 43a, waarvan het eerste lid luidt als volgt: Indien met de uitvoering daarvan voor de gemeente een bedrag van / , of hooger is gemoeid, treden de beslissingen van gemeenteraden be reffende het koopen, ruilen, vervreemden, bezwaren en in pand geven van onroerende zaken van bewijzen van aandeel, van schuldbrieven of andere vorderingen, alsmede beslissingen tot het deelnemen aan naamlooze vennootschappen, niet in werking dan nadat daarop de goedkeuring van den voorzitter van den gewestelijken raad of, waar deze niet is ingesteld, van het hofd van gewestelijk bestuur is verkregen".

2 %ó De vraag is gerezen of deze opdracht aan den voorzitter van den gewestelijken raad (c. q. liet hoofd van gewesteiijic bestuur) niet in strijd is met het Decentralisatiebesluit. Over die vraag, welke bereids bespreking heeft gevonden, thans niet. Ook de toepassing heeft tot vragen aanleiding gegeven en wel o.a. tot deze of een gemeenteraadsbesluit tot uitgifte van een stuk grond met recht van opstal de in vorenaangehaald voorschrift bedoelde goedkeuring behoeft. Er zijn gronden aanwezig voor de opvatting, dat noch van het vervreemden, noch van het bezwaren van een onroerende zaak hier sprake is. Het recht van opstal is een zakelijk recht om gebouwen, werken of beplantingen op eens anders grond te hebben (art 711 B. W.). Zoolang het stuk grond niet in recht van opstal is uitgegeven, bestaat dit recht niet, want op haar eigen grond heeft de gemeente geen recht van opstal in den zin der wet. Het recht ontstaat eerst bij de uitgifte. Vervreemden van een onroerende zaak heeft dus in dit geval niet plaats. Bezwaren van een stuk grond is volgens het spraakgebruik het daarop nemen van hypotheek. (Zie o. a. van Dale's Woordenboek) Bij het vestigen van erfdienstbaarheden spreekt ook de wet van bezwaren (art. 674 B. W.). Daarentegen spreekt de zevende titel van het Burgerlijk Wetboek, handelende over het recht van opstal, nergens van het bezwaren" van een stuk grond met het recht van opstal. Vanzelf leidde de hiervoor besproken vraag tot een andere n. 1. of een gemeenteraadsbesluit tot het uitgeven van gemeentegrond met recht van erfpacht, een recht meer omvattender dan in den regel het recht van opstal, aan hoogere goedkeuring is onderworpen, indien met de uitvoering daarvan voor de gemeente een bedrag van / , of hooger is gemoeid. Omtrent de interpretatie van vorenaangehaald voorschrift, dat eerst in 1922 aan de Locale raden-ordonnantie is toegevoegd, bestaat, voor zoover kon worden nagegaan, geen literatuur. Gezocht is daarom naar eenige toelichting op het analoge voorschrift der Nederlandsche gemeentewet, opgenomen in artikel 194 sub c dier wet^ luidende: Aan de goedkeuring der Gedeputeerde Staten worden onderworpen de besluiten der gemeentebesturen, betreffende: a. enz b. het koopen, ruilen, vervreemden, bezwaren en verpanden van onroerend goed, van inschrijvingen in een der grootboeken van de Nederlandsche schuld, van schuldbrieven of vorderingen". Ook de moederlandsche literatuur geeft in de kwestie, zooals die zich hier te lande voordoet, weinig licht. Wijl artikel 194 der Nederlandsche n I mm 1 I I öemee Staten fende veelvul ook di sproke Even Gemee Tege Staten hier in verslag onder meent het g( word.het en zie natuu het ve niet, (Bij bij het niet is De leer, d het aan Maar d van O toezich «geen wezen dom «No. Stem' Ker geven onroere Wat in wez{ voor. zood op d

3 den gestrijd is niet. o.a. tot et recht behoeft. is. of bellet niet, in den plaats, daarop estigen B. W.). handestiik of een van opstal, g daaroeid. eerst in zoover t I I ^ %\ öemeentewet onder sub e bepaalt, dat aan de goedkeuring der Gedeputeerde Staten o m. worden onderworpen de besluiten der gemeentebesturen betreffende het onderhands verpachten van gemeente-eigendommen, heeft daar veelvuldig bespreking gevonden de vraag of onder pacht in dit voorschrift ook dient te worden verstaan erfpacht, een kwestie, welke met de hier besprokene niets uitstaande heeft Evenwel mocht het gelukken omtrent de onderhavige kwestie in De Gemeente-Stem" van 31 Augustus 1901, No. 2605, iets te vinden. Tegenover elkander staan daar twee meeningen n.l. van Gedeputeerde Staten van Overijsel en van De Gemeente-Stem". Bedoeld college zegt hier in een aan den Minister uitgebracht advies (te vinden in het prov. verslag van Overijsel over 1898), o.a. dat, wanneer erfpacht niet onder pacht of huur wordt begrepen, dergelijke rechtshandeling van ge- meentebesturen aan het toezicht van Ged. Staten zou ontsnappen. Immers het geven in erfpacht kan dan noch onder art. 194, al. c, noch onder al. e worden gebracht". Het erfpachtsrecht toch is buiten den eigendom het meest omvattende en zich verder uitstrekkende dan eenig ander zakelijke recht. Het is dus natuurlijk, dat alleen de eigenaar, die over zijn goed kan beschikken en het vervreemden, dat in erfpacht kan geven, maar hieruit volgt volstrekt niet, dat in erfpacht geven beschouwd mag worden als vervreemden". (Bij Kon. Besluit nu van 16 Mei 1898, No. 47, dat betrekking had op de bij het genoemd advies behandelde zaak, was uitgemaakt, dat onder pacht'' niet is begrepen erfpacht"). De Gemeente-Stem" merkt naar aanleiding hiervan op, dat de leer, dat onder pacht" in art. 24 Gemeentewet en daarover handelde het aangehaald Kon. Besluit niet begrepen is erfpacht, ook is de hare. Maar daaruit volgt naar het oordeel van het blad niet, gelijk Ged. Staten van Overijsel betoogden, dat het uitgeven van grond in erfpacht aan het toezicht van Ged. Staten zou ontsnappen. Want, al is uitgifte in erfpacht»geen vervreemding van het onroerend goed zelf, zij komt toch in het wezen der zaak neer op vervreemding van het te voren in het eigen- domsrecht begrepen erfpachtsrecht, en dit laatste is volgens art. 564, No. 2 B. W. eene onroerende zaak". Daarop is dus volgens de Gemeente- Stem" art. 194 c Gemeentewet van toepassing. Kennelijk is geen van beide partijen de meening toegedaan, dat het uitgeven van grond in erfpacht moet worden beschouwd als bezwaren" van onroerend goed. Wat de schrijver in de Gemeente-Stem" zegt, n 1. dat uitgifte in erfpacht in wezen neerkomt op vervreemding van het erfpachtsrecht komt niet juist voor. Want men kan alleen vervreemden wat men heeft en de eigenaar als zoodanig is geen erfpachter; hij heeft een recht op zijn eigen zaak en niet op die van een ander, zooals de erfpachter dat wel heeft.

4 %2. Vermits de eigenaar ais zoodanig geen erfpaclitsrecht heeft kan hij het dus ook niet vervreemden. Hetzelfde geldt zooals hiervoor reeds werd gezegd voor het recht van opstal. Minder juist lijkt het dan ook te zeggen, dat hij die erfpacht of opstal verleent, een deel van zijn eigendomsrechten vervreemdt; hij, die tot eene van beide handelingen overgaat, draagt de uitoefening van een deel zijner rechten op een ander over. Den eigendom behoudt hij, maar zijn recht om op den grond I bebouwingen, werken of beplantingen te hebben (opstal) of zelfs om van den grond het vol genot te hebben (erfpacht) draagt hij aan een ander over. Vermelding verdient, dat ook in het aideelingsverslag van den Volksraad (Eerste gewone zitting, Onderwerp 4 stuk 4, bladz. 2) door eenige leden er op gewezen is, dat in het voorgestelde artikel geen sprake is van het in erfpacht geven van gronden enz. O. a. om ontduiking tegen te gaan, doordat bijv. in plaats van verkoop uitgifte in erfpacht op zeer langen termijn plaats heeft, gaven die leden in overweging het artikel te doen luiden als volgt: Indien met de uitvoering daarvan voor de gemeente een bedrag van / ,-.- of hooger is gemoeid, treden de beslissingen van gemeenteraden niet in werking dan nadat daarop de goedkeuringvan den Gouverneur-Generaal is verkregen". In de memorie van antwoord (Eerste gewone zitting, 1922, onderwerp 4, stuk 5, bladz. 2) gaf de Regeering daarop als hare meening te kennen, dat uitgifte in erfpacht zonder twijfel onder het in de bepaling genoemde ^.bezwaren van onroerende zaken" gerangschikt (behoort) te worden". i In overeenstemming met deze officieele interpretatie wordt thans in het gewest, waar de hier besproken vraag aan de orde kwam, het artikel toegepast. Overwogen werd daarbij, dat zoowel opstal en erfpacht zakelijke rechten zijn, die op eens anders grond worden gevestigd, de eigenaar moet die lasten dulden en de grond wordt daarmede dus bezwaard. De toepassing van het voorschrift bij uitgifte van gronden in erfpacht, deed aanstonds een andere vraag rijzen en wel deze: wanneer is met de uitvoering van eene beslissing van een gemeenteraad tot uitgifte van grond in erfpacht voor de gemeente een bedrag van / , of hooger gemoeid? Geheel naar den letter van het voorschrift werd die vraag in dezen zin beantwoord, dat goedkeuring vereischt is zoodra de canon vermenigvuldigd met het aantal jaren waarvoor de uitgifte plaats heeft, een product geeft ten bedrage van / , of hooger. G. *) 2ie daarentegen memorie van antwoord. (Eerste gewone zitting 1926 onderwerp 10 stuk 10 (Stadsgemeente-Ordonnantie '), welk stuk in het volgend nummer geplaatst zal worden waarin de Regeering in haar antwoord op hetgeen omtrent art. 94 van evengenoemde ordonnantie in het aideelingsverslag van den Volksraad is op gemerkt als haar meening te kennen geeft, dat onder bezwaren" niet begrepen is het vestigen van het recht van opstal of erfpacht. RED. I

5 963 n hij het echt van Hak mendiriken roemah tangga dan hak meiijewa iiienoeroet boenjinja ajat 1 dari artikel 43a dari Locale Raden-Ordonnantie. verleent, an beide' n op een ' n grond van den over. r eenige e is van te gaan, termijn s volgt: bedrag n van ring van P rwerp 4, i -, nen, dat oemde n". t I s in het toe- *'. zakelijke aar moet erfpacht, met de n grond ^^ ger gein dezen rmenigproduct Menoeroet ordonnantie pada 19 October 1922 (Staatsblad No. 664) Locale Raden Ordonnantie telah diboeboehi soeatoe iatsal, ja'ni fatsal 43«. Ajat 1 dari fatsal itoe boenjinja seperti terseboet: Poetoesan-poetoesan dari Gemeente dalam pembilian, penoekaran atau penggadean tentang harta benda jang tetap, soerat soerat aandeel, dari petoek- oetang atau beja lainnja, dan kepoetoesan boeat memasoek dalem vennootschap, itoe tida bisa disjahken, djika tida dapat karidlaannja Voorzitter dari Gewestelijken Raad, atau, kalaii disitoe ta'ada persidangan itoe, oleh Kepala dari Gewestelijk Bestuur, tetapi djika kepoetoesan tadi mengendahken paling sedikit / , atau keatas. Djika orang pikirkan ini perentah pada Voorzitter dari Gewestelijke Raad (Hoofd Gewestelijk Bestuur), maka toemboehlah soeatoe pertanjaan, apa ini tiada tjidera dengan besluit Decentralisatie. Dari sebab pertanjaan tadi telah dibitjarakan banjak, ta'oesah kita oeraiken lagi. Pada metnakainja atoeran tadi telah meniniboelkan djoega beberapa pertanjaan, sepertinja: Haroeslah diperkenanken djoega oleh Voorzitter dari Gewestelijke Raad tentang kapoetoesan- Gemeente boeat mengloearken tanah pakai recht van opstal (hak mendiriken roemah tangga)? Djika difikirken jang djelas, maka disini ta'bisa dikataken mendjoewal. Recht van opstal itoe sesoeatoe hak boeat pasang roemah tangga, atau niembikin pekebonan di tanah orang lain (fatsal 711 Burgerlijk Wetboekl Selamanja sepotong tanah tida di kloearken dalem recht van opstal, hak itoe tida ada, krana Gemeente menoeroet wet- tida peenja hak itoe. Djika tanah telah dikeloearken baroelah ada hak, mendjadi disini tida bisa dikataken mendjoewal harta banda jang tetap. Bezwaren tanah, kalau menoeroet perkataan orang banjak, artinja ambil hypotheek pada itoe tanah. Bahagaian ketoedjoe dari Burgerlijk Wetboek, ja'ni jang menerangken hal recht van opstal, disitoe tida diseboetken hal O. bezwaren" tahadi. Maka pertanjaan ini jang telah diterangkenja menimboelken lagi soeatoe geplaatst pertanjaan, ja'ni: Haroeslah diridlaken djoega kepoetoesnja persidangan Gemeente boeat mengeloewarken tanah dalem recht van erfpacht (ja'ni hak. 94 van gemerkt vestigen jang lebih lagi dari recht van opstal), djika pengloewaran tadi berharga I lebih dari / ,?

6 964 Hal peratoeran baroe ini, jang diboeboehken pada Locale Raden Ordonnantie pada taoen 1922, tida ada karang-karangan soeatoepoen. Maka dari itoe orang telah tjari katerangan pada wet oentoek Gemeente di Negeri Belanda, jaitoe jang dimoeat dalam fatsal 194 ajat c dari wet tadi, jang boenjinja seperti terseboet: Kepoetoesan^ Gemeente jang haroes diridlaken oleh Gedeputeerde Staten ja'ni: a. selandjoetnja c. pembelian, penoekaran, pendjoealan, pengoetangan dan penggadaian dari harta benda tetap, pembelian dari salah-satoe oetang Negeri Belanda, dari petoek oetang atau penagian lain". Karangan^ di negeri Belanda poen djoega ta' ada jang bisa menerangken sampai sedjelasnja. Dari sebab ïatsal 194 dari wet Gemeente di Belanda dalam ajat e menerangken, bahwa idinnja Gedeputeerde Staten itoe haroes dipinta djoega oentoek semoea penjewaan dari kapoenjaan Gemeente, maka disana telah mendjadiken pertanjaan jang kerap kali dibitjaraken: apa dalam penjewaan itoe dibatja djoega hal erfpacht". Perbandingan perkara ini, jang kedjadian antara Gedeputeerde Staten dari Overijsel dan soerat chabar De Gemeente Stem", telah dimoeat dalem soerat chabar terseboet pada 31 Augustus 1901 No Gedeputeerde Staten dari Overijsel tadi menerangken pada toean Minister, bahwa, djika erfpacht" itoe tida teritoeng seperti penjewaan biasa, pemeriksaannja mendjadi koerang. Sebab hal.^erfpacht" tida diterangken dalem artikel 194, biar di ajat c, maoepoen di ajat e. Hal hak erfpacht itoe sabetoelnja diloearnja kapoenjaan; ada soeatoe hak jang banjaklah dima'naken; maka dari itoe seorang jang poenja jang bisa memperboeat semaoenja pada kapoenjaannja, dia bisa djoega mengeloearken kapoenjaan tadi dalem erfpacht. Aken tetapi orang haroes membedaken jang mengeloearken dalem erfpacht itoe sakbetoelnja boeken mendjoewalnja. Dengan Koninklijk Besluit tertanggal 16 Mei 1898 No. 47 telah diterangken bahwa erfpacht tida boleh diïtoeng pacht" biasa. Soerat chabar De Gemeente Stem menerangken, bahwa katerangan jang terseboet dalem Koninklijk Besluit tadi djoega kapoenjaannja; aken tetapi itoe soerat chabar menimbang, bahwa dengan katerangan tadi pameriksaan^ Gedeputeerde Staten tentang pengeloewaran dalem ei f pacht tida aken mendjadi koerang, mendjadi bertentangan dengan pikiran Gedeputeerde Staten dari Overijsel.

7 965 Sabetoelnja pengeloewaran tanah dalem erfpacht itoe boekaiinja pendjoewalan harta benda jang tetap (vervreemding onroerend goed) aken tetapi pendjoewalan haknja" (erfpacht) sadja. De Gemeente Stem bilang bahwa perkara ini telah termoeat dalem fatsai 194 c dari Gemeentewet. Kedoewa fihak ini mendjadi tida mengira, bahwa pengeloewaran erfpacht itoe sabetoelnja boleh dikataken bezwaren" (menggadéken) harta benda tetap. Mendjadi pembilangannja penoelis dalem Gemeente Stem, bahwa pengeloewaran dalem erfpacht iloe pendjoewalan haknja, itoe tida betoel. Karena orang tjoema bisa mendjoewal barangnja sendiri, dan jang pocnja itoe boekannja erfpachter; berhak pada barang tadi, tetapi boekan orang lain. Erfpachter haknja ada berbeda; mendjadi orang jang poenja, jang sabetoelnja tida berhak erfpacht, tida bisa djoega ia mendjoewalnja. Recht van opstal (hak bikin jajasan, roemah tangga d. 1.1.) begitoe djoega. Kalau orang bilang bahwa lantaran ia mengeloewarken sebagean dari kepoenjaannja dalem erfpacht atau recht van opstal itoe ia mendjoewal kepoenjaannja, itoe tida betoel, karena hak kepoenjaan misih tinggal ditangannja orang jang poenja, tjoema haknia membikin jajasan, roemah tangga d dipindahken kelain orang. Dalem afdeelingsverslag dari Volksraad (divan ra'jat) pada zittingnja ka satoe dalem taoen (Onderwerp 4, stuk 4 katja-katja) lid-lid sementara mengoewatirken pada fatsai tambahan terseboet diatas. Sebab disitoe tida termoeat pengeloewaran tanah-tanah dalem erfpacht. Soepaja fatsai tadi djangan sampai diserékal, ja'ni lantas: soepaja djangan dlbilangken mendjoewalnja. ia mengeloewarken dalem erfpacht, tetapi terlaloe lama, lid-lid tadi memadjoeken soeatoe voorstel soepaja fatsai tadi dirobah seperti: Kepoetoesan-kepoetoesan Gemeenteraad telah tida aken disjahken, djika pengeloewaran beharga lebih dari / ,, sebab itoe poetoesan-poetoesan haroes diridlaken oleh Gouverneur Generaal. ( Indien met de uitvoering daarvan voor de Gemeente een bedrag van / , of hooger is gemoeid, treden de beslissingen van Gemeenteraden niet in werking, nadat daarop de goedkeuring van den G. G. is verkregen"). Pihak Regeering m.enerangken dalem Memorie van antwoord. '(Eerste zitting 1922) bahwa pengeloewaran dalem erfpacht haroes di masoeken pada bezwaren" van onroerende zaken (menggadekan harta benda tetap). Dalem Gewest, dimana ada pertanjaan, jang telah dioeraiken, fatsai 43 a ajat / L. R O. tadi dibatja seperti katerangannja fihak Regeering tahadi. Recht van opstal atau erfpacht itoe hak membikin roemah tangga d atas tanahnja orang lain, mendjadi namnja menggadéken haknja. ^ Sekarang tinggal sesoeatoe pertanjaan, ja'ni: kapan ada kepoetoesankepoetoesan dari Gemeente jang berharga lebih dari / ,? Balesan-

8 966 nja, djika menoeroet boenjinja fatsai tadi, moestinja: djika penjewaannja tanah (canon) di kaliken (dipoekoel) taoennja pengeloewaran erfpacht djadi / atau lebih. Uit den Volksraad. Aan de nota van wijzigingen op de begrooting van Nederlandsch-Indië voor het dienstjaar 1927, Afd. IV, departement van Binnenlandsch Bestuur (Onderwerp 1. stuk E, 1) ontleenen wij het volgende: De heer Schneider; Mijnheer de Voorzitter! Aan het slot van de nota van wijzingen doet de Regeering ons de mededeeling, dat Zij waarschijnlijk nog aanzienlijke sommen op de suppletoire begrooting voor 1927 zal brengen voor subsidies aan gemeenten, c.q. naamlooze vennootschappen ter voorziening in de volkshuisvesting, waarbij in de eerste plaats aan Soerabaja wordt gedacht. Indien de geachte Regeeringsgemachtigde zich herinnert, wat ik een vorige maal omtrent de achterlijke toestanden op woninggebied, speciaal in de gemeente Soerabaja heb gezegd, zal hij zich niet verwonderen, dat ik met veel genoegen heb gehoord dat daarin thans verbetering staat te wachten. Minder ben ik ermede ingenomen, dat subsidieering uit 's Lands schatkist daarbij voorop wordt gesteld. Naarmate het tijdstip nadert, waarop aan de locale gebieden met eigen geldmiddelen een voldoende uitgestrekt eigc-n belastingterrein wordt aangewezen, ware aan het stelsel van subsidieering geen uitbreiding te geven, waar zulks niet dringend noodzakelijk is. En van die noodzakelijkheid ben ik in het onderhavig geval geenszins overtuigd. Alleen de woningbouw voor de allerarmsten behoeft subsidieering en die subsidieering moet normaal binnen de financieele draagkracht van de betrokken gemeente liggen. In Soerabaja gaat het meen ik niet in de eerste plaats om woningbouw voor de allerarmsten, maar in hoofdzaak naar aanleiding van het rapport-vreede om woningbouw voor fabrieksarbeiders, die een zoodanige betal'ng ontvangen, dat rendabele woningbouw waarschijnlijk zeer goed mogelijk zal blijken. En moeten daarop betrekkelijk geringe sommen worden toegelegd, dan lijkt mij zulks meer op den weg te liggen van de betrokken fabrikanten in samenwerking met de gemeente, dan op dien van de centrale Regeering. De heer Roep: Mijnheer de Voorzitter! Uit de door mijn geacht medelid den heer Schneider zoo juist gemaakte opmerkingen meen ik te mogen afleiden, dat volgens hem subsidieering alleen wenschelijk is, wanneer die

9 967 dringend noodzakelijk zou zijn en dat die subsidieering alleen moet gesctiieden voor de allerarmsten. In het algemeen is er voor dat standpunt natuurlijk wel wat te zeggen, maar ik meen, dat wij deze zaak wel vanuit een weinig breeder gezichtspunt moeten bezien, namelijk vanuit het gezichtspunt der historische wording of liever verwording van de woongelegenheden voor de Inlandsche bevolking vooral in de groote steden. Die bevolking is door economische en maatschappelijke omstandigheden wat betreft de woongelegenheid ai meer en meer in de verdrukking geraakt. De huren voor behoorlijke woningen, wanneer er tenminste behoorlijke woningen zijn, wat dikwijls niet het geval is, zijn daar ook voor de niet-allerarmste categorie toch heel moeilijk te betalen en wanneer op een of andere wijze met een vo irzichtig toegekende subsidie in deze een goede oplossing kon worden gevonden, meen ik, dat we daar sympathiek tegenover zouden moeten staan Ik zal het bij deze korte verklaring thans laten en wil alleen zeggen, dat ik mij voorbehoud, later, wanneer de definitieve voorstellen ons worden voorgelegd, deze aan het door mij gestelde gezichtspunt te toetsen De heer Jongeneel, Adviseur voor de Decentralisatie: Mijnheer de Voorzitter! Ik heb vernomen, dat de heeren Schneider en Roep eenige opmerkingen gemaakt hebben n. a. v. de aankondiging in de Memorie van Toelichting, dat zoodra de voorstellen, die daaromtrent ingediend zijn, tot een bepaalde beslissing van de Regeering geleid zullen hebben, waarschijnlijk nog een post op de begrooting voor 1927 gebracht zal worden, waaruit tegemoetkomingen zullen worden toegekend aan gebiedsdeelen met eigen geldmiddelen en naamlooze vennootschappen voor de volkshuisvesting om de verbetering der volkshuisvesting met kracht ter hand te kunnen nemen. De heer Schneider heeft daartegen terstond reeds in beginsel enkele bezwaren ingebracht. Hij stelt zich op een optimistisch standpunt en is blijkbaar van oordeel, dat ook zonder hulp van Regeeringszijde het mogelijk zal zijn tot verbetering dier volkshuisvesting te komen. De heer Schneider haalt het voorbeeld van Soerabaia aan en is van oordeel, dat het daar vooral gaat om verbetering van de volkshuisvesting van fabrieksarbeiders, welke door de werkgevers tezamen met het gemeentebestuur wel in orde zal kunnen worden gebracht. Aangezien het in de Memorie van Antwoord slechts een voorloopige «aankondiging betreft, en nog geenszins een definitief voorstel, waar adviezen daaromtrent nog aan de Regeering moeten worden uitgebracht, lijkt het mij in dit verband daarom het beste den heer Schneider mede te deelen, dat met zijn opmerkingen, alvorens tot een definitieve beslissing wordt overgegaan, rekening zal worden gehouden.

10 Ik kan nu al vast zeggen, dat de opmerking, dat het in Soerabaja slechts kan betreffen woningen voor fabrieksarbeiders, niet geheel en al juist is. Deze vormen een zeer klein gedeelte van de bevolking, welke ook uit den aard der zaak in woningen moet worden ondergebracht, doch de woningen, waarin zij op het oogenblik is gehuisvest, laten over het algemeen weinig te wenschen over, omdat het hier betreft het gedeelte der bevolking, dat de beste betaling geniet, zoodat voor dit gedeelte niet in de eerste plaats aan verbetering der volkshuisvesting behoeft te worden gedacht. Ook de heer Roep heeft een enkel woord gesproken over deze kwestie en uit zijn woorden klonk een eenigszins ander inzicht in de onderhavige kwestie, dan uit de woorden van den heer Schneider valt op te maken. Ook de woorden van den heer Roep zullen de aandacht der Regeering hebben. Ik zou den heeren willen verzoeken in de najaarszitting op deze kwestie te willen terugkomen, want het is zeer waarschijnlijk, dat de Regeering dan definitief Haar standpunt kan hebben bepaald. Ik dank U, Mijnheer de Voorzitter! Stadsgemeente-Ordonnantie. Blijkens ondervolgend verslag is in de afdeelingen van den Volksraad ter aanzien van het ontwerp Stadsgemeente-Ordonnantie" het volgende opgemerkt: I. Verschillende opmerkingen. De systematische indeeling dezer ordonnantie kon enkele leden niet geheel voldoen; zoo werden o. a, naar zij meenden ten onrechte, het onderzoek van de geloofsbrieven der nieuw inkomende leden van den raad (art. 53) en verschillende bevoegdheden van de raadsleden (art. 57), in het zesde hoofdstuk dat volgens den titel immers de vergaderingen van den raad betreft geregeld. Door eenige leden werd betreurd, dat in de toelichting slechts de overeenkomstige artikelen der Nederlandsche provinciale- en gemeentewet zijn aangehaald en niet tevens vergelijkende beschouwingen worden gegeven. O. m. bij de regeling der verhouding van het College van B en W. tot den gemeenteraad zouden zij gaarne hebben zien toegelicht hoe deze kwestie in Nederland is geregeld, welke practische ervaring met die regeling daar te lande is opgedaan en in geval van afwijkingen in het ontwerp, op welke gronden deze worden voorgesteld. Men zou gaarne vernemen of ook met de inzichten ter zake van het Kantoor voor de Decentralisatie, dat in deze aangelegenheid als zeer deskundig kan worden beschouwd, rekening is gehouden. Het had de aandacht getrokken dat in de toelichting wordt betoogd, dat het opnieuw instellen der gemeenten, welke onder de vigeerende stads- -mi

11 969 gemeente-ordonnantie zullen komen, onjuist geoordeeld wordt, aangezien de gemeenten wel op een andere staatsrechtelijke basis geplaatst worden, maar haar publiek- en privaatrechterlijke rechtspersoonlijkheid blijft doorloopen. Uit de toelichting op het oorspronkelijk ontwerp blijkt, dat het eerst wèl in de bedoeling lag tot de instelling-opnieuw over te gaan Waar de-stadsgemeente, aldus werd opgemerkt, in staatsrechtelijk opzicht geheel andere basis geregeld wordt (het betreft geen wijziging slechts van de bestaande regeeling, maar het brengen onder een nieuwe regeling, op een ander artikel 121 I, S. gebaseerd), is met de opvatting, dat daarmede een nieuwe rechtpersoonlijkheid ontstaat, rekening te houden. De vraag rijst derhalve of, tegenover het practische van de oplossing, om te volstaan met de gemeenten als zelfstandige gemeenschap op den voet van art S. aan te wijzen, wel voldoende rechtszekerheid staat, ten aanzien van al die belangen, welke de Memorie van Toelichting opsomt. Gewezen werd op de opvatting, welke de Regeerint; destijds, bij de omvorming van de vier gewestelijke in plaatselijke raden in verband met de instelling van het administratieve ressort West-Java, was toegedaan (Memorie van Toelichting 1ste gewone zitting 1925, Ond 3 st. 1, blz. 3). Wettelijke voorzieningen werden toen noodig geacht ten einde vast te stellen, dat eigendommen, baten, lasten, rechten en verplichtingen overgingen op laatstgenoemde raden, dat de bestaande gewestelijke verordenmgen haar rechtskracht behielden en de loopende gewestelijke begrootingen zouden blijven doorloopen. Door een der leden werd opgemerkt, dat deze omvorming van gewestelijke raden in plaatselijke raden wat een degradatie voor die gewestelijke raden beteekende, niet vergeleken kan worden met de aanwijzing van gemeenten tot stadsgemeenter, welke in wezen hetzelfde karakter behouden. Van andere zijde werd het een noodelooze verwikkeling geacht om de gemeenten, welke zich binnen de grenzen eener provincie bevinden, op den voet van art. 121 I. S. tot zelfstandige gemeenschappen te verklaren. De ontwerper der stadsgemeente-ordonnantie, die dit uitgangspunt heeft gekozen in de meening, dat deze aanwijzing noodig is om de gemeenten in het provinciaal verband te brengen, had dezen weg niet behoeven in te slaan om het beoogde doel te bereiken. Ook zonder aanwijzing van de binnen een provincie gelegen gemeenten tot zelfstandige gemeenschappen op den voet van art. 121 I. S. zou een ordonnantie op den voet van de ontworpene kunnen tot stand komen en doel treffen. Behalve omdat de aanwijzing tot zelfstandige rechtsgemeenschappen als bedoeld overbodig zou zijn, achtte dit lid het gewenscht deze aanwijzing achterwege te laten omdat men alsdan de moeilijkheid zou ontgaan of daarmede door de be*

12 970 doelde gemeenten haar bestaande staat verloren en een nieuwe verkregen wordt. Voor de in de Memorie van Toeiichtmg uitgesproken overtuiging, dat het laatste niet het geval is, zag dit lid geen voldoenden grond in de bepalingen van art. 121 en volgende der 1. S. Met vermijding der vraag naar het al dat niet voortbestaan van den tegenwoordigen staat der gemeenten zou, inplaats van onzekerheid, zekerheid in de ontworpen wetgeving worden gebracht en toch het beoogde doe! bereikt woiden. Gaarne zou men nader worden ingelicht aan welke vereischten, naar de meening der Regeering, een gemeenschap moet voldoen, om als stadsgemeente te worden aangewezen. Handhaving ook van de kleinere gemeenten werd wenschelijk geacht (zie: Locale Belangen, Afl. 21: De stadsgemeenteordonnantie en de kleine steden" door Mr. Chr. P. van Wijngaarden"). Gevraagd werd of het in de bedoeling ligt naast gemeenschappen, aangewezen op den voet van art S, in de nog in te stellen provinciën ook gemeenten zonder burgemeester te handhaven op den grondslag van art I. S. Voorts zou men zooveel mogelijk ruimte willen laten om ook in de toekomst kleine stedelijke complexen, wier bestaan op grooter zelfstandigheid dan dat eener desa aanspraak heeft, als zelfstandige stedelijke gemeenschap aan te wijzen. Daartoe zal het echter noodig zijn dat de wetgeving betreffende de stadsgemeenten elastisch wordt gehouden en niet de stichting van kleine stadsgemeenten wordt bemoeilijkt. Gewezen werd op den eisch, dat steeds een burgemeester als raadsvoorzitter zal optreden, terwijl zijn bezoldiging gedeeltelijk door de gemeente zal moeten w vden gedragen; dat de raadsleden de Nederlandsche taal machtig moeten zijn; dat de raadsleden in geen geval door benoeming zullen mogen worden aangewezen. Al deze eischen wijzen er op, dat met de belangen van kleinere gemeenten, welke toch aanspraak hebben op eigen zelfstandig bestaan, geen rekening is gehouden. Men drong er op aan, hierin alsnog verandering te brengen. Andere leden gaven hun voldoening te kennen over de door de Regeering aanvaarde beginselen, dat het College van B. en W. als bestuurscollege normaliter in iedere gemeente aanwezig behoort te zijn en voorts iedere gemeente een burgemeester zal hebben. Gewezen werd op de wenschelijkheid om de desa's binnen de stadsgemeente op te heffen, in verband met de autonomie der gemeenten. Van andere zijde werd aangedrongen op het treffen van een regeling der verhouding tusschen de stadsgemeenten en de daarbinnen gelegen desa's. Een der leden meende, dat de bepalingen in Hoofdstuk IX als verouderd zijn te beschouwen en zou gaarne gezien hebben, dat nieuwe bepalingen ten aanzien van het beheer der geldmiddelen ontworpen waren. Opgemerkt werd, dat een hoofdstuk, zooals in de gemeente-wet voorkomt, over den ontvanger, ontbreekt.

13 Toezicht van gedeputeerden. Van meerdere zijden vond de uitbreiding van het toezicht, ten gevolge waarvan de raad in meerdere mate dan thans het geval is gebonden zal zijn, instemming. Ongetwijfeld zal het College van Gedeputeerden hierdoor in aanzien stijgen. In verband met den grooten invloed van het College van Gedeputeerden op de handelingen van liet bestuur der stadsgemeenten, werd door enkele leden de hoop uitgesproken, dat binnen niet al te langen tijd de samenstelling van dit college volgens het beginsel van evenredig kiesrecht zal plaats vinden. Vertrouwd werd, dat de uitbreiding van het toezicht geen aanleiding zal geven tot al te groote bemoeienis, hetgeen in strijd zou zijn met de autonome bevoegdheid van het bestuur der stadsgemeenten. Van andere zijde werd het vermeerderde toezicht minder juist geoordeeld. Verscheidene leden merkten op, dat de aan het College van Gedeputeerden toegekende macht tot ingrijpen in gemeentelijke zaken veelal aanleiding zou kunnen geven tot conflicten tusschen genoemd college en de gemeenteraden, hetgeen wellicht door een beperking dier macht ware te vermijden. Twijfel werd uitgesproken of gedeputeerden wel voldoende belangstelling zullen hebben voor de belangen der stadsgemeenten. Vergelijking met Nederland, waar het toezicht van Gedeputeerde Staten over de gemeenten zich historisch ontwikkeld heeft, gaat voor Indië niet op. Als voorbeelden van te uitgebreid toezicht werd o. a. gewezen op hetgeen in art. 17 bepaald is, waar het aanstellen van wethouders bij een raad afhankelijk gesteld wordt van gedeputeerden; verder worden de.toelagen van wethouders (art. 20) en het salaris van den secretaris (art. 38) door gedeputeerden onder goedkeuring van den Gouverneur-Generaal vastgesteld en de salarisregelingcn van alle ambtenaren aan de goedkeuring van het College van Gedeputeerden onderworpen, terwijl het reglement van orde door gedeputeerden moet worden goedgekeurd. Betoogd werd, dat het aanbeveling zou verdienen, het recht van hooger beroep van besluiten van gedeputeerden op den Gouverneur-Generaal in een aigemeene bepaling te regelen. Anderzijds werd opgemerkt, dat bedoeld recht zicht niet tot alle gevallen behoeft uit te strekken. Artikelen. Artikel 3. Het lid, dat bedenkingen aanvoerde tegen de aanwijzing" van gemeenten, zou dit artikel gaarne vervangen zien door een bepaling van deze strekking: Deze ordonnantie is alleen van toepassing op gemeenten, binnen een provincie gelegen".

14 -m- Gevraagd werd of het gewenscht is den naam gemeente" door stadsgemeente" te vervangen, nu eerstgenoemde benaming eenmaal gebruikelijk is. Artikel 4. Aangezien, gelijk in de Memorie van Toelichting wordt verklaard, gemeenten met een college van B. en W. de normaal voorkomende zijn, achtten enkele leden het logischer, het in dit artikel b bepaalde voorop te stellen. Opgemerkt werd, dal aan het artikel ontbreekt de in de Nederlandsche Gemeentewet wel voorkomende toevoeging: In elke (stad) gemeente is een secretaris (en een ontvanger)". Artikel 6. Enkele leden zouden den eisch van voldoende kennis der Nederlandsche taal willen laten vervallen ten einde het mogelijk te maken, dat kleine gemeenten, waar bezwaarlijk aan dezen eisch voldaan kan worden, ook als stadsgemeenten aangewezen kunnen worden. Door enkele leden werd bepleit in het eer&te lid het woord mannelijke" te doen vervallen, opdat het mogelijk zal zijn, dat ook vrouwen tot lid van den raad verkozen worden. Vele anderen namen echter dit standpunt niet in. Eenige leden stelden de vraag, waarom hier niet de redactie gevolgd is is van de P. O. en R. O.: Lid van den raad kunnen alleen zijn enz. " bij welke redactie op het tijdstip van toelating en niet op dne datum der verkiezing aan de eischen moet voldaan worden. Artikel 7. Enkele leden gaven in overweging in verband met het 2de lid van het artikel de eerste zinsnede van lid 1 te doen luiden : Het lidmaatschap van den raad is onvereenigbaar met het vervullen van de betrekking van" enz. Een lid merkte op dat het slot van lid 1 ( Alsmede ") geletterd kan worden met h". sub \d. Het was sommigen leden niet duidelijk waarom ook de residenten van het lidmaatschap uitgesloten worden. sub 1^. Door eenige leden werd gewenscht geacht, dat rekening wordt gehouden met de meerdere malen in vakbladen geopperde bedenkingen tegen het bekleeden van het lidmaatschap van een localen raad door welken ambtenaar ook van een ander locaal ressort. Artikel 8. Een der leden zou gaarne vernemen oï in het onder sub è) bedoelde geval de stemming als nietig moet worden beschouwd, indien

15 ^m toch is fneegestemd door een raadslid, dat in de daarbedoelde positie verkeerde en later ingevolge artikel 14 van het lidmaatschap vervallen is verklaard. Artikel 9. Door meerdere leden werd betreurd, dat het artikel een gelijktijdige aftreding der raadsleden om de vier jaren voorschrijft. Instede hiervan werd een stelsel voorgestaan, waarbij telkens na twee jaren de helft der leden zou aftreden Artikel 11. Er werd op gewezen, dat de regeling van den burgerlijken stand voor Inlanders geen acte van bekendheid kent ter vervanging van een uittreksel uit de geboorteregisters. Enkele leden gaven in overweging het artikel aldus te wijzigen, dat ook de leden van bevolkingsgroepen, waarvoor een burgerlijke stand is ingesteld, steeds zullen kunnen volstaan met het overleggen eener verklaring als bedoeld sub b. In lid 1 ware na geloofsbrief" in te lasschen bedoeld in art. 66 Kiesordonnantie-Gemeenteraden". Artikel 12. De redactie van het 2de lid werd minder juist geacht. Ontslag nemen en niettemin lid blijven is met zichzelf in tegenspraak. Beter ware in het 1ste lid in stede van ontslag nemen" te spreken van kennisgeven, dat zij als zoodanig wenschen af te treden" en in het 2de lid in plaats van zijn ontslag genomen heeft" op te nemen: ^,een kennisgeving, dat hij als lid wenscht af te treden, heeft ingediend".' Voorts ware instede van ingevolge" te spreken van in verband met", zooals in de toelichting wel is gedaan. Artikel 13. Verscheidene leden achtten ineen faillissement reden voor ontheffing van het lidmaatschap gelegen en wenschten daarom de woorden met uitzondering van dat betreffende het niet in staat van faillissement verkeeren" te schrappen. Zij wezen erop, dat een failleerend lid van den regentschapsraad moet aftreden (R. O. art. 14). Anderen hadden tegen de genoemde uitzondering geen bezwaar. Een der leden zou voorts gaarne vernemen waarom onder curateele gestelden het lidmaatschap verliezen, terwijl dit voor in staat van faillissement verklaarde personen, die toch evenzeer de beschikking over of het beheer van hunne goederen hebben verloren, niet het geval behoeft te zijn.

16 -^74- Artikel 14. Sommige leden, die tegen de schorsing, bedoeld in lid (2), bedenking hadden, wenschten in gemeenten zonder wethouders daarbij in ieder geval de iinancieele commissie gehoord te zien. Artikel 15. Vele leden wenschten de bevoegdheid, om raadsleden voor ontheffing van hun lidmaatschap voor te dragen en de raadpleging hieromtrent toegekend zien aan den gemeenteraad in pleno instede van aan B. en W.; zij wezen in dit verband op het gevaar van een subjectieve beoordeeling en gaven in overweging in den tweeden regel de woorden het college van burgemeester en wethouders" te vervangen door de woorden den Raad". Anderen kwam het juister voor de subtiele aangelegenheden, waarmede het ontslag zou worden gemotiveerd, niet tot een onderwerp van openbare bespreking te maken. Het woord functiën" onder letter d, aldus in meervoud gebruikt, zou volgens sommige leden aanleiding kunnen geven tot misverstand. Het zou niet uitgesloten zijn, dat men ook in achteloosheid in de waarneming van functiën, die niets met het lidmaatschap van een gemeenteraad te maken hebben, een grond voor ontheffing van dit lidmaatschap zou zien. Daarom ware het wenschelijk het woord functie" te gebruiken, hetgeen alle werkzaamheden, die het raadslidmaatschap meebrengt, omvat. Een der leden wenschte, evenals bij art. 14 door hem voorgestaan, in gemeenten zonder wethouders de financieele commissie gehoord te zien. Anderen achtten zulks in dit geval onnoodig. Artikel 16. Enkele leden maakten ernstig bezwaar tegen de toekenning van zittinggeld. Artikel 17. Een der leden sprak er zijn leedwezen over uit dat dit artikel, zoo niet formeel, dan toch naar den geest niet overeenstemt met het in de Memorie van Toelichting (inl. al. 7) op den voorgrond gestelde beginsel, dat de gemeenten als regel een college van B en W. zuilen hebben. Dit lid raadde aan in dit artikel te doen voorschrijven dat er in elke stadsgemeente een college van B. en W. is en dat, bij wijze van uitzondering, door het College van Gedeputeerden, op voorstel van den gemeenteraad, vrijstelling van den regel kan worden gegeven. Andere leden achtten het gewenscht de instelling van wethouders zonder uitzondering imperatief voor te schrijven, waartegen echter verscheidene leden bezwaar hadden. Meerdere leden zouden het geheel aan den raad willen overlaten te bepalen of het gewenscht is wethouders te benoemen. In verband hiermede

17 ware aan den raad tevens het recht te verleenen zelf de toelage der wethouders vast te stellen. Vele leden zouden de beslissing aan den Raad willen overlaten ondei goedkeuring van het College van Gedeputeerden. Voor het geval het College van Gedeputeerden de goedkeuring niet verleent, zouden zij beroep bij den Gouverneur-Generaal opengesteld willen zien. Anderen arhtten de bevoegdheid, aan het college van gedeputeerden in dit artikel gegeven, in overeenstemming met de bedoeling der Provincieordonnantie. Eenige leden wenschten dat bij het ontbreken van overeenstemming tusschen den Raad en het College van Gedeputeerden, de tusschenkomst van den Gouverneur-Generaal zal kunnen worden ingeroepen. Gevraagd werd of het mogelijk zou zijn om in het College van B. en W. aan iedere bevolkingsgroep naar verhouding zetels toe te kennen. Eenige leden waren van oordeel dat de wethouders raadslid dienen te zijn, daar zij toch dan alleen als vertrouwensmannen van den raad kunnen worden beschouwd. Door enkele leden werd de redactie van het 1ste lid niet duidelijk geacht; h.i. valt er niet uit op te maken oi de raad dan wel het college van gedeputeerden het aantal (2, 3 of 4) aanwijst, terwijl tevens niet blijkt wat moet geschieden wanneer tusschen genoemde colleges geen overeenstemming bestaat. Voor artikelen" in het 3de lid ware in te voegen: voorschriften, bedoeld in de".' Artikel 20. Enkt Ie leden stelden de vraag, of het tweede lid van het artikel verhindert, dat aan wethouders b.v. een vaste auto-toelage toegekend wordt dan wel of een dergelijke toelage alleen volgens het eerste lid kan worden toegekend. Artikel 21 Achtten sommige leden de mogelijkheid van beroep bij gedeputeerden van een ontslagbesluit gcwenscht, verscheidene anderen wezen op het gevaar van conflicten tusschen gemeenteraden en gedeputeerden, waartoe zulk een beroep aanleiding zou kunnen geven. Een onhoudbare toestand zou bovendien in het leven geroepen worden, indien een wethouder, dank zij het beroep, tegen den wil van de meerderheid der raadsleden gehandhaafd zou blijven. Ve'en wenschen te volstaan met den eersten regel \an het artikel en mitsdien de woorden na ontslaan" te doen vervallen. Artikel 22. De ontheffii\g van het raadslidmaatschap (art. 15) in gemeenten, waar geen wethouders zijn zal geschieden op voorstel of na raadpleging van den burgemeester (art. 22). Het werd echter gewenscht

18 976 geacht, te bepalen, dat in dit geval de ontheffing zal geschieden op voorstel of na raadpleging van den raad. Andeis dan het College van B. en VV., dat een college van vertrouwenslieden van den Raad vormt, staat de burgemeester alleen, geheel los naast den Raad. Artikel 23. Vele leden wenschten in de gemeenten als in dit artikel bedoeld de commissie van financiën niet uit den burgemeester met slechts twee raadsleden te zien samengesteld, doch de gelegenheid open te stellen het aantal dezer leden uit te breiden tot ten hoogste vier. Artikel 24. Eenige leden wenschten den raad de bevoegdheid gegeven te zien een voordracht voor de benoeming tot burgemeester in te dienen. Anderen verzetten zich hiertegen, daar het h. i. onjuist is een periodiek aftredenden en dus van samenstelling veranderenden raad invloed te geven op de politieke kleur van den aanblijvenden burgemeester. Tegen een aanbeveling hadden zij echter geen bezwaar. De positie van den burgemeester, die boven de partijen zal moeten staan, brengt, naar meerdere leden meenden, mede, dat hij vooral wanneer hij tevens secretaris is uitdrukkelijk uitgesloten wordt van het raadslidmaatschap. Enkele leden verklaarden bezwaar te hebben tegen het instituut van burgemeester-secretaris. Instede van ouderdom....vervuld" ware te lezen leeftijd....bereikt". Gaarne zou worden vernomen waarom niet het vereischte van Nederlandsch onderdaan is gesteld, zoodat volgens den huldigen tekst het niet uitgesloten is, dat vreemdelingen tot burgemeester worden benoemd. Enkele leden vroegen, waarom de goedkeuring van den Gouverneur- Generaal in lid 2 en 3 wordt geëischt en zouden deze goedkeuring" bij het college van gedeputeerden wenschen te doen j^berusten. Anderen konden met de voorgestelde redactie instemmen, omdat de benoeming en de vaststelling van de bezoldiging van den burgemeester door de Regeering geschiedt. Artikel 26. Het salaris van den burgemeester behoort, naar eenige leden meenden, geheel ten laste van het Land te blijven, daar bedoelde functionaris Landsdienaar is en het gemeentebestuur geenerlei invloed kan uitoefenen op zijn bezoldigingsregeling, noch op zijn benoeming, terwijl staatsrechtelijk de burgemeester juist vanwege het Land een plaats in het gemeentebestuur inneemt.

19 977 Anderen aclitten de voorgestelde regeling biüijk omdat het werk van den burgemeester in de eerste plaats aan de gemeente ten goede komt. Het woord kosten" in lid 2 werd in het zinsverband niet duidelijk geacht en ware te vervangen door,.bezoldiging en andere wettige voordeden". Artikel 31. Verscheidene leden achtten het ongewenscht, dat aan den Gouverneur de in dit artikel vermelde bevoegdheden zijn toegekend, in het bijzonder de bevoegdheid, welke uit de tweede zinsnede van lid 2 voortvloeit. Bedoelde zinsnede ware volgens deze leden te schrappen. Rnkelen verklaarden zich niettemin voor aanwijzing onder nadere goedkeuring van den Gouverneur De vervanger van den burgemeester zou, aldus eenige der leden, waar geen college van B en W bestaat, aangewezen moeten worden uit een voordracht van den Gemeenteraad, zooals thans gebruikelijk is. Enkele leden s*elden voor achter het woord aangewezen" in de eerste zinsnede van lid 2 te voegen de woorden: en ontslagen". Gevraagd werd, naar aanleiding :van hetgeen in de toelichting op dit artikel vermeld wordt, of het de bedoeling is, dat onder het begrip van vervanging in dit artikel de waarneming niet begrepen is. Men meende n.l. dat ontstentenis" in lid 1 zou kunnen duiden op het geval, dat er geen burgemeester is en dus van vervanging geen sprake kan zijn..'\rtikel 33. Tegen de mededeeling der ingekomen stukken in de eerstvolgende vergadering" kunnen praktische bezwaren bestaan; het verdient de voorkeur daarvoor te lezen: zoo spoedig mogelijk in de vergadering mede". Andere leden wilden de waarborg van directe mededeeling handhaven. Ren der leden merkte nog op, dat slechts gesproken kan worden van mededeeling van den inhoud van deze stukken". Artikel 35. Enkele leden stelden de vraag, welke de in dit artikel genoemde hoogere autoriteiten" zijn, met name of daartoe ook de resident gerekend wordt. Sommigen achtten het overbodig en ongewenscht, dat de burgemeester verplicht zou zijn, advies uit te brengen telkens wanneer hij het gevoelen van B. en W, ook wanneer het betrekkelijke onbelangrijk kwesties betrcït, niet deelt. Zoodoende zou de burgemeester te dikwijls tegenover het college gesteld worden, waarmede hij, integendeel, één geheel behoort te vormen. A r t i k e In verband met het bij artikel 86 opgemerkte, werd er op aangedrongen de woorden voor zoover dit niet aan een der wethouders is opgedragen" te laten vervallen-

20 978 Artikel 38. Vele leden oordeelden het tweede lid in dit urtikel te zeer in strijd met de antonomie der gemeente en zouden bedoelde alinea daarom gaarne zien vervallen, Anderen achtten deze bepaling overbodig, omdat de bezoldiging van de ambtenaren toch in een zeker verband staat met die van den gemeentesecretaris en het dus voldoende is, wanneer die door gedeputeerden wordt goedgekeurd Verschillende leden konden zich vereenigen met vaststelling der bezoldiging van den secretaris door Gedeputeerden, omdat zijn positie t. o. v. den Raad daardoor meer onafhankelijk zal zijn. Anderen echter achtten dit voordeel gering en wcnschten schrapping van art. 38, lid 3 Artikel 39. Een der leden wenschte ook de vaststelling der wedden door den raad zelf te doen plaats hebben. Artikel 40. Enkele leden zouden gaarne worden ingelicht omtrent de vraag, wie te \erstaan zijn onder de anderen", aan wie de hierbedoelde bevoegdheden zijn voorbehouden. Kunnen de woorden,.aan anderen is voorbehouden of" niet zonder bezwaar vervallen. Artikel 41. Opgemerkt werd, dat indien ingevolge lid (1) van dit artikel regentschapsdienaren belast worden met de in het eerste lid bedoelde werkzaamheden, het gewenscht voorkomt, de verhouding tot de bestuursorganen der stadsgemeente door Gedeputeerden te doen regelen en niet door het College van gecommitteerden, in verband met de staatsrechtelijk gelijkwaardige positie van regentschappen en stadsgemeenten. Gevraagd werd of ambtenaren van een stadsgemeente belast kunnen worden met weikzaamheden ten behoeve van een locaal ressort of regentschap. Men vroeg of in de gevallen in dit ar'ikei bedoeld een regeling plaats kan hebben tusschen beide gemeenschappen, waarbij het salaris van de betrokken ambtenaren gedeeltelijk ten laste van elk dier gemeenschappen komt. Kan een beschikking als in het eerste lid bedoeld op staanden voet worden ingetrokken? De bedoeling van het zevende lid was sommigen niet duidelijk. Artikel 42. Enkele leden zouden eischen voor benoembaarheid en een regeling betreffende het afleggen van een ambtseed, in de ordonnantie willen zien vastgelegd. Anderen meenden dat dit geheel aan den Raad moest worden overgelaten.

21 979 Bij het ongevraagd verieenen van ontslag zouden zij als eisch willen stellen goedkeuring van het College van gedeputeerden en het met redenen omkleed zijn" van dit ontslag. A r t i k e In stede van een vijfde" werd aanoevolen in dit artikel en in artikel 51 te spreken van ten minste een vijïde". Artikel 5Ü. De oproeping voor raadsvergaderingen, die volgens de beslaande regeling schriiteiijk geschiedt, moet volgens art. 50 voortaan geschieden bij brieven". In overweging werd gegeven de oude redactie in dit opzicht te handhaven. Artikel 51. De geheimhouding van het behandelde in een besloten vergadering (art. 51, lid 5 en 6) ware naar het oordeel van sommige leden uit te breiden tot allen (^ook niet leden en nict-ambtenaren), die daarvan op eenige wijze hebben kennis genomen. Anderen wezen erop, dat een dergelijk voorschrift alleen dan nut zal hebben wanneer aanvulling plaats heeïi van de artikelen W. v.s. In plaats van de verplichting tut geheimhouding ware naar het oordeel van eenige leden slechts de mogelijkheid tot het opleggen van geheimhouding voor besloten vergaderingen te bepalen. De raad kan dan zelf beslissen in hoever hij van deze bevoegdheid gebruik wensclu te maken. Artikel 52. Een der leden wilde t. a. v. de punten sub a, b ÜX\ d beraadslaging anders dan in een openbare vergadering uitsluiten. A r t i k e l 53. De woorden zooveel mogelijk", welke in het correspondeerend artikel 31 der INed. Gemeentewet niet voorkomen, zouden naar eenige leden meenden, kunnen worden geschrapt. Daar de woorden beslist" en beslissing" in het 1ste lid zouden kunnen doen vermoeden, dat er, wanneer geen geschil rijst, geen beslissing wordt genomen, werd door een der ieden aangedrongen op wijziging van beslissing" ill besluit". Artikel 54. Naar eenige leden meenden ware hier ook B. en W. in te lasschen, daar de wethouders ook niet-raadsleden kunnen zijn. In stede van de woorden waarop de raad heeft beslist" ware te lezen; waarop het besluit van den raad te zijner kennis is gekomen". Artikel 60. Het kwam sommige leden gewenscht voor in het arukel ''-elf te bepalen wat onder etn voltallige vergadering moet worden verstaan.

IB / blad 1 DOORLOPENDE TEKST VAN DE STATUTEN VAN: WONINGSTICHTING BARNEVELD GEVESTIGD TE BARNEVELD PER 6 NOVEMBER 2018 Hoofdstuk I. AL

IB / blad 1 DOORLOPENDE TEKST VAN DE STATUTEN VAN: WONINGSTICHTING BARNEVELD GEVESTIGD TE BARNEVELD PER 6 NOVEMBER 2018 Hoofdstuk I. AL IB / 2018.002601.01 blad 1 DOORLOPENDE TEKST VAN DE STATUTEN VAN: WONINGSTICHTING BARNEVELD GEVESTIGD TE BARNEVELD PER 6 NOVEMBER 2018 Hoofdstuk I. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 - Naam De stichting is

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 691 Wijziging van de Gemeentewet, de Provinciewet, de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Waterschapswet (institutionele

Nadere informatie

Verboden handelingen en gedragscode raadsleden Artikel 15 Opleggen geheimhoudingsplicht Artikel 25

Verboden handelingen en gedragscode raadsleden Artikel 15 Opleggen geheimhoudingsplicht Artikel 25 Bijlage bij het voorstel inzake de gedragscode leden van de gemeenteraad en gedragscode burgemeester en wethouders bepalingen uit de Gemeentewet over de integriteit. RAADSLEDEN Nevenfuncties Artikel 12

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. TWEEDE KAMER DER STATEN- 2 GENERAAL Vergaderjaar 2012-2013 33 691 Wijziging van de Gemeentewet, de Provinciewet, de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Waterschapswet (institutionele

Nadere informatie

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (Tekst geldend op: 26-08-2014) Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Geconsolideerde tekst van de regeling

Geconsolideerde tekst van de regeling Geconsolideerde tekst van de regeling 1952. N. 30. GEMEENTEBLAD VAN ROTTERDAM De Raad der gemeente Rotterdam, Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders; BESLUIT: A. Uit de gewone middelen der

Nadere informatie

Wettelijk kader integriteit

Wettelijk kader integriteit Wettelijk kader integriteit Afleggen eed of belofte Provinciewet Artikel 14 lid 1: Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen, leggen de leden van Provinciale Staten in de vergadering, in handen van de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Wijziging van de bepalingen inzake beroep in de Kieswet en de Wet Europese verkiezingen NADER GEWIJZIGD ONTWERP VAN WET Wij eatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en de Faillissementswet in verband met het verbeteren van de kwaliteit van bestuur en toezicht bij verenigingen en stichtingen alsmede de uniformering van enkele bepalingen

Nadere informatie

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten pagina 1 van 5 Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren

Nadere informatie

64-1 GEMEENSCHAPPELIJK REGELING REGIONAAL ONDERWIJSBELEID WALCHEREN

64-1 GEMEENSCHAPPELIJK REGELING REGIONAAL ONDERWIJSBELEID WALCHEREN GEMEENSCHAPPELIJK REGELING REGIONAAL ONDERWIJSBELEID WALCHEREN De raden, de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Vlissingen, Veere en Middelburg, ieder voor zover zij voor de eigen

Nadere informatie

Gemeentewet, overzicht van de artikelen betreffende de Rekenkamer

Gemeentewet, overzicht van de artikelen betreffende de Rekenkamer Gemeentewet, overzicht van de artikelen betreffende de Rekenkamer Hoofdstuk IVa. De Rekenkamer Paragraaf 1. De gemeentelijke rekenkamer Artikel 81a 1. De raad kan een rekenkamer instellen. 2. Indien de

Nadere informatie

WET van 3 maart 2004, houdende instelling van de Sociaal Economische Raad (Wet Sociaal Economische Raad) (S.B no. 41).

WET van 3 maart 2004, houdende instelling van de Sociaal Economische Raad (Wet Sociaal Economische Raad) (S.B no. 41). WET van 3 maart 2004, houdende instelling van de Sociaal Economische Raad (Wet Sociaal Economische Raad) (S.B. 2004 no. 41). BEGRIPSBEPALINGEN Artikel 1 In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt

Nadere informatie

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming (Wet op de loonvorming [Versie geldig vanaf: 17-02-1999]) Geschiedenis: Staatsblad 1997, 63;Staatsblad

Nadere informatie

VERORDENING BESTUURSCOMMISSIE OPENBAAR BASISONDERWIJS WEERT

VERORDENING BESTUURSCOMMISSIE OPENBAAR BASISONDERWIJS WEERT VERORDENING BESTUURSCOMMISSIE OPENBAAR BASISONDERWIJS WEERT De raad der gemeente Weert; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Weert van 10 februari 2004; overwegende,

Nadere informatie

Rederlandschlndisde laatschappij

Rederlandschlndisde laatschappij J VAN-PE Rederlandschlndisde laatschappij VAN NIJVERHEID en LANDBOUW. i:, o-i, Handel enz. JK ^f ",. 'T 4 STATUTEN VAN DE Rederlandsch-Indische Maatschappij VAN NIJVERHEID en LANDBOUW. OGILVIE & Co. 1885.

Nadere informatie

12 Overleg met organisaties van overheidspersoneel. Algemene bepalingen

12 Overleg met organisaties van overheidspersoneel. Algemene bepalingen 12 Overleg met organisaties van overheidspersoneel Algemene bepalingen Artikel 12:1 1 Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder: a de commissie: de in artikel 12:2 bedoelde commissie voor

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Wedeka bedrijven van 5 november 2015;

gelezen het voorstel van het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Wedeka bedrijven van 5 november 2015; Het college van de gemeente Stadskanaal gelezen het voorstel van het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Wedeka bedrijven van 5 november 2015; gelet op artikel 23 van de gemeenschappelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 615 Wijziging van de Wet op de ondernemingsraden en titel 7.10 (arbeidsovereenkomst) van het nieuw Burgerlijk Wetboek Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2010 GT no. 19 Landsverordening Sociaal-Economische Raad 1 Hoofdstuk 1. Instelling en taak Artikel 1 Er is een Sociaal-Economische Raad, hierna genoemd de Raad.

Nadere informatie

GEHEIMHOUDING EN DE GEMEENTERAAD DE REGELS

GEHEIMHOUDING EN DE GEMEENTERAAD DE REGELS GEHEIMHOUDING EN DE GEMEENTERAAD DE REGELS Openbaarheid van vergaderingen 1. Vergaderingen van de raad en commissie zijn openbaar. Ze beginnen altijd in openbaarheid (met uitzondering van de vergadering

Nadere informatie

STATUTENWIJZIGING. d.d. 25 januari Als gevolg van het besluit tot statutenwijziging luiden de statuten met onmiddellijke ingang als volgt:

STATUTENWIJZIGING. d.d. 25 januari Als gevolg van het besluit tot statutenwijziging luiden de statuten met onmiddellijke ingang als volgt: STATUTENWIJZIGING d.d. 25 januari 2018 Als gevolg van het besluit tot statutenwijziging luiden de statuten met onmiddellijke ingang als volgt: NAAM Artikel 1 De stichting is genaamd: Stichting Zeeuwland.

Nadere informatie

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Roermond,

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Roermond, GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Roermond Nr. 232396 29 december 2017 Verordening behandeling bezwaarschriften Roermond 2018 De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Roermond,

Nadere informatie

==================================================================== HOOFDSTUK I. Paragraaf 1. Inrichting. Artikel 1

==================================================================== HOOFDSTUK I. Paragraaf 1. Inrichting. Artikel 1 Intitulé : Landsverordening Raad van Advies Citeertitel: Landsverordening Raad van Advies Vindplaats : AB 1992 no. GT 3 Wijzigingen: AB 1992 no. 108 HOOFDSTUK I Paragraaf 1 Inrichting Artikel 1 De Raad

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 425 Wet van 14 september 2006 tot uitvoering van verordening (EG) Nr. 1435/2003 van de Raad van de Europese Unie van 22 juli 2003 betreffende

Nadere informatie

Het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, ieder voor zover bevoegd;

Het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, ieder voor zover bevoegd; Geconsolideerde tekst van het Besluit van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied van 9 januari 2013, nr. 9.2. tot vaststelling van het Besluit mandaat,

Nadere informatie

TOELICHTING op de Verordening op de rekenkamercommissie Wassenaar, Voorschoten en Oegstgeest.

TOELICHTING op de Verordening op de rekenkamercommissie Wassenaar, Voorschoten en Oegstgeest. TOELICHTING op de Verordening op de rekenkamercommissie Wassenaar, Voorschoten en Oegstgeest. Algemeen Ingevolge de Gemeentewet dient elke gemeente per 1 januari 2006 te beschikken over een rekenkamer

Nadere informatie

STICHTING GOOISE SCHOLEN FEDERATIE

STICHTING GOOISE SCHOLEN FEDERATIE 1 DOORLOPENDE TEKST van de statuten van de Stichting Gooise Scholen Federatie, zoals deze statuten luiden na de akte van statutenwijziging op 11 december 2018 voor mr. M.S.M. Bosse, notaris te Blaricum

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 33 Wet van 22 januari 2009 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering tot verbetering van de regeling van de positie van de deskundige

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 283 Wet van 22 juni 2000 tot wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de herziening van het preventief toezicht bij oprichting

Nadere informatie

Wet voor het Natuurkundig Gezelschap te Middelburg. Vastgesteld den 13 december 1869. Artikel 1.

Wet voor het Natuurkundig Gezelschap te Middelburg. Vastgesteld den 13 december 1869. Artikel 1. De oudste nog bewaard gebleven statuten, toen nog wetten, van de vereniging dateren van 1869. Het Gezelschap was nog eigenaar van het Musæum Medioburgense, dat om die reden ook in deze wetten wordt vermeld.

Nadere informatie

De Provinciewet en de Rekenkamer

De Provinciewet en de Rekenkamer De Provinciewet en de Rekenkamer HOOFDSTUK XIa. DE BEVOEGDHEID VAN DE REKENKAMER Artikel 183 1. De rekenkamer onderzoekt de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het provinciebestuur

Nadere informatie

STATUTEN EN HUISHOUDELIJK REGLEMENT

STATUTEN EN HUISHOUDELIJK REGLEMENT NEDERLANDSE VERENIGING VOOR KOELTECHNIEK GEVESTIGD TE LEIDEN OPGERICHT 23 SEPTEMBER 1908 STATUTEN EN HUISHOUDELIJK REGLEMENT STATUTEN VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VOOR KOELTECHNIEK Artikel 1. De Nederlandse

Nadere informatie

Bijlage behorende bij Eilandsverordering vaststelling diverse ontwerp-landsverordeningen land Curaçao (A.B. 2010 no. 87)

Bijlage behorende bij Eilandsverordering vaststelling diverse ontwerp-landsverordeningen land Curaçao (A.B. 2010 no. 87) Bijlage behorende bij Eilandsverordering vaststelling diverse ontwerp-landsverordeningen land Curaçao (A.B. 2010 no. 87) ---------------------------------------------------------------- LANDSVERORDENING

Nadere informatie

Artikel 3. Taken voorzitter

Artikel 3. Taken voorzitter Ontwerp-besluit De raad van de gemeente Krimpen aan den IJssel; gelezen het voorstel van het presidium van de gemeenteraad van 14 maart 2013; overwegende dat het gewenst is de integrale bevoegdheid van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 277 Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de herziening van het preventief toezicht bij oprichting en wijzigingen van

Nadere informatie

ARTIKELEN 1 T/M 14 VAN DE STATUTEN

ARTIKELEN 1 T/M 14 VAN DE STATUTEN ARTIKELEN 1 T/M 14 VAN DE STATUTEN NAAM EN ZETEL Artikel 1 De stichting is genaamd: Stichting Vriendenkring Nederlands Goud-, Zilver- en Klokkenmuseum, en is gevestigd in de gemeente: Schoonhoven. DUUR

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 225 Wet van 18 april 2002 tot wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek alsmede enige andere wetten in verband met de openbaarmaking van

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen. Provinciale Staten van Groningen; Besluiten: Artikel 1 Begripsomschrijvingen. Dit reglement verstaat onder:

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen. Provinciale Staten van Groningen; Besluiten: Artikel 1 Begripsomschrijvingen. Dit reglement verstaat onder: Besluit van Provinciale Staten van de provincie Groningen houdende regels voor het waterschap Hunze en Aa's: Reglement voor het waterschap Hunze en Aa s 2008 Provinciale Staten van Groningen; Besluiten:

Nadere informatie

Reglement van Orde van het college

Reglement van Orde van het college Reglement van Orde van het college Burgemeester en Wethouders van de gemeente Tynaarlo; gelet op artikel 52 Gemeentewet besluiten vast te stellen het: Reglement van orde voor de vergaderingen en andere

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING pagina - 1-12653 - MT GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Raad van toezicht voor Stichting Openbaar Basisonderwijs West-Brabant. De raden, colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Roosendaal, Halderberge,

Nadere informatie

AKTE VAN STATUTENWIJZIGING STICHTING PRIORITEIT ORDINA GROEP

AKTE VAN STATUTENWIJZIGING STICHTING PRIORITEIT ORDINA GROEP 1 AKTE VAN STATUTENWIJZIGING STICHTING PRIORITEIT ORDINA GROEP Heden, [ ] tweeduizend veertien, verscheen voor mij, mr. Marcel Dirk Pieter Anker, notaris te Amsterdam: [ ]. De comparant verklaarde dat

Nadere informatie

Handleiding besloten vergaderingen en het opleggen van geheimhouding

Handleiding besloten vergaderingen en het opleggen van geheimhouding Handleiding besloten vergaderingen en het opleggen van geheimhouding November 2009 1. Inleiding Aanleiding voor deze handleiding is de constatering dat in de praktijk met betrekking tot besloten vergaderingen

Nadere informatie

AMBTSINSTRUCTIE COMMISSARIS VAN DE KONING

AMBTSINSTRUCTIE COMMISSARIS VAN DE KONING AMBTSINSTRUCTIE COMMISSARIS VAN DE KONING Tekst zoals deze geldt op 24 januari 2011 BESLUIT van 10 juni 1994, houdende regels inzake de taken die de commissaris van de Koning op grond van artikel 126 Grondwet

Nadere informatie

Wijzigingsoverzicht gemeenschappelijke regeling Synergon

Wijzigingsoverzicht gemeenschappelijke regeling Synergon Wijzigingsoverzicht regeling Synergon Artikel 1wordt gewijzigd als volgt De raden en colleges. 1. De raden is verwijderd De regeling wordt getroffen door het college van Burgemeester en Wethouders van

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Gemeenschappelijke regeling Werkvoorzieningsschap Synergon te Winschoten Ingangsdatum: 1 dag na bekendmaking Gemeenschappelijke regeling betreffende het Werkvoorzieningsschap

Nadere informatie

: het college van burgemeester en wethouders. : de leden van de gemeenteraad

: het college van burgemeester en wethouders. : de leden van de gemeenteraad Van Aan : het college van burgemeester en wethouders : de leden van de gemeenteraad Onderwerp : memorie van antwoord bij Wijziging juridische grondslagen Gemeenschappelijke Regeling WAVA en!go BV Raadsvoorstel

Nadere informatie

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet toezicht accountantsorganisaties, het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten op het terrein van accountantsorganisaties en het accountantsberoep in verband met het versterken van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 059 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Faillissementswet, alsmede enige andere wetten in verband met de introductie van aanvullende

Nadere informatie

Afdeling 3.4A Informatie over samenhangende besluiten

Afdeling 3.4A Informatie over samenhangende besluiten Consultatieversie Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en enkele andere wetten in verband met het nieuwe omgevingsrecht en het nieuwe nadeelcompensatierecht VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander,

Nadere informatie

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL, DRENTHE EN GELDERLAND

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL, DRENTHE EN GELDERLAND 2 Ontwerpbesluit Vergadering d.d. Besluit nr. PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL, DRENTHE EN GELDERLAND Gelezen het voorstel van de colleges van gedeputeerde staten van Overijssel, Drenthe en Gelderland

Nadere informatie

Wet financiële betrekkingen met het buitenland

Wet financiële betrekkingen met het buitenland Wfbb Artikel 1 In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaand onder: a. Ingezetenen: 1. natuurlijke personen, die hun woonplaats in Nederland hebben en in de bevolkingsregisters zijn opgenomen;

Nadere informatie

VERORDENING WERKGEVERSCOMMISSIE EX ARTIKEL 83 GEMEENTEWET. De raad van de gemeente Leeuwarden;

VERORDENING WERKGEVERSCOMMISSIE EX ARTIKEL 83 GEMEENTEWET. De raad van de gemeente Leeuwarden; VERORDENING WERKGEVERSCOMMISSIE EX ARTIKEL 83 GEMEENTEWET De raad van de gemeente Leeuwarden; gelet op artikel 83, eerste lid, de artikelen 107 tot en met 107e, artikel 156 van de Gemeentewet en afdeling

Nadere informatie

Reglement inzake de behandeling van bezwaarschriften

Reglement inzake de behandeling van bezwaarschriften Reglement inzake de behandeling van bezwaarschriften Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot

Nadere informatie

STAATSBLAD VAN HBT KONINKRIJK DER NEDERLANDEN.

STAATSBLAD VAN HBT KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. STAATSBLAD VAN HBT KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. (F. 521.) BESLUIT van den 16den Augustus 1918, houdende nadere voorschriften betreffende het tooezicht op hier te lande vertoevende vreemdelingen. WIJ WILHELMINA,

Nadere informatie

De stichting heeft als werkgebied alle gemeenten in Nederland.

De stichting heeft als werkgebied alle gemeenten in Nederland. Statuten habion Artikel 1 Naam De stichting is genaamd: stichting Habion. Artikel 2 Zetel De stichting is gevestigd in de gemeente Utrecht. Artikel 3 Doel De stichting heeft als doel uitsluitend werkzaam

Nadere informatie

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet toezicht accountantsorganisaties, het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten op het terrein van accountantsorganisaties en het accountantsberoep (Wet aanvullende maatregelen accountantsorganisaties)

Nadere informatie

Overzicht van de wijzigingen in de gemeenschappelijke regeling Openbaar Lichaam Crematoria Twente

Overzicht van de wijzigingen in de gemeenschappelijke regeling Openbaar Lichaam Crematoria Twente Overzicht van de wijzigingen in de Openbaar Lichaam Crematoria Twente Artikelnummer Oude tekst Nieuwe tekst 1, lid 1 De raden, de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de in de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 497 Vaststelling van bedragen in verband met uitkeringen uit het Provinciefonds voor de uitkeringsjaren 1992 en 1993 alsmede wijziging van de

Nadere informatie

Beoogd effect en/of resultaat Bundeling en stroomlijning van de processen op het terrein van de behandeling van bezwaarschriften.

Beoogd effect en/of resultaat Bundeling en stroomlijning van de processen op het terrein van de behandeling van bezwaarschriften. Raadsvoorstel 25 Vergadering 6 maart 2007 Gemeenteraad Onderwerp : Vaststelling Verordening behandeling bezwaarschriften Helmond 2007. B&W vergadering : 16 januari 2007 Dienst / afdeling : MO.BJZ Aan de

Nadere informatie

Openbaar lichaam PlusTeam. Reglement van Orde van het Algemeen Bestuur

Openbaar lichaam PlusTeam. Reglement van Orde van het Algemeen Bestuur Openbaar lichaam Reglement van Orde van het Algemeen Bestuur Het Algemeen bestuur van het openbaar lichaam ; Gelet op artikel 6 derde lid van de Gemeenschappelijke regeling openbaar lichaam ; Gelet op

Nadere informatie

Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Emco; gelet op artikel <..> van de gemeenschappelijke regeling <naam regeling>;

Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Emco; gelet op artikel <..> van de gemeenschappelijke regeling <naam regeling>; Het algemeen bestuur van de regeling Emco; gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van ; gelet op artikel van de regeling ; besluit: vast te stellen de volgende wijziging

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD 2003 nr.126

GEMEENTEBLAD 2003 nr.126 GEMEENTEBLAD 2003 nr.126 De raad, het college, de burgemeester en de gemeenteambtenaar, belast met de heffing van gemeentelijke belastingen, van de gemeente Maassluis; ieder voor zoveel het hun bevoegdheden

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 383 Wet van 28 augustus 2009 tot aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met doeltreffendere rechtsmiddelen tegen niet tijdig beslissen

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. (Tekst geldend op: 08-06-2005) Wet van 6 maart 2003, houdende bepalingen met betrekking tot het toezicht op collectieve beheersorganisaties voor auteurs- en naburige rechten (Wet toezicht collectieve beheersorganisaties

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 30 Besluit van 16 januari 1997, houdende uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken (Uitvoeringsbesluit Wet waardering onroerende zaken)

Nadere informatie

Wet van 20 december 1984, houdende nieuwe bepalingen met betrekking tot gemeenschappelijke regelingen

Wet van 20 december 1984, houdende nieuwe bepalingen met betrekking tot gemeenschappelijke regelingen Wet van 20 december 1984, houdende nieuwe bepalingen met betrekking tot gemeenschappelijke regelingen Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Nadere informatie

A 2014 N 55 (G.T.) PUBLICATIEBLAD. De Gouverneur van Curaçao, de Algemene overgangsregeling wetgeving en bestuur Land Curaçao;

A 2014 N 55 (G.T.) PUBLICATIEBLAD. De Gouverneur van Curaçao, de Algemene overgangsregeling wetgeving en bestuur Land Curaçao; A 2014 N 55 (G.T.) PUBLICATIEBLAD LANDSBESLUIT van de 3 de juni 2014, no. 14/1188, houdende vaststelling van de geconsolideerde tekst van de Sanctielandsverordening. De Gouverneur van Curaçao, Op de voordracht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 218 Wijziging van de Faillissementswet in verband met de aanwijzing door de rechtbank van een beoogd curator ter bevordering van de afwikkeling

Nadere informatie

Regeling ambtelijke bijstand aan raadsleden

Regeling ambtelijke bijstand aan raadsleden Gemeente Haarlem Regeling ambtelijke bijstand aan raadsleden Verordening nr. Datum in werking 15 Paragraaf 1 Begripsomschrijvingen Artikel 1 In deze regeling wordt verstaan onder: a. bijstand: het ambtelijke

Nadere informatie

Verordening op de bezwaarschriften SNN

Verordening op de bezwaarschriften SNN Verordening op de bezwaarschriften SNN (geconsolideerde versie, geldend vanaf 21-6-2007) Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie provincie Drenthe Officiële naam regeling Verordening op de bezwaarschriften

Nadere informatie

gelezen het initiatief raadsvoorstel van de voorzitter van de raad, nr. 2017/06/001086; Wijziging verordeningen voor ambtelijke samenwerking;

gelezen het initiatief raadsvoorstel van de voorzitter van de raad, nr. 2017/06/001086; Wijziging verordeningen voor ambtelijke samenwerking; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Zandvoort Nr. 44498 2 maart 2018 Verordening gemeentelijke Rekenkamer 2018 De raad van de gemeente Zandvoort: gelezen het initiatief raadsvoorstel van de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 309 Uitvoering van verordening (EG) Nr. 2157/2001 van de Raad van de Europese Unie van 8 oktober 2001 betreffende het statuut van de Europese

Nadere informatie

Gemeenschappelijk orgaan

Gemeenschappelijk orgaan Regeling Gemeenschappelijk Orgaan Intergemeentelijke Stichting Openbaar Basisonderwijs (gewijzigde versie, vastgesteld op 26 juni 2007) Deze regeling kan worden aangehaald als regeling voor de ISOB-raad

Nadere informatie

wijziging van de Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES en de Handelsregisterwet 2009 BES

wijziging van de Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES en de Handelsregisterwet 2009 BES wijziging van de Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES en de Handelsregisterwet 2009 BES VOORSTEL VAN WET (ambtelijk concept 4 juli 2018) Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der

Nadere informatie

Huishoudelijk reglement vastgesteld op ALV 6 oktober 2016.

Huishoudelijk reglement vastgesteld op ALV 6 oktober 2016. vastgesteld op ALV 6 oktober 2016. ALGEMEEN Artikel 1. Dit huishoudelijk reglement geeft nadere regels zoals aangegeven in artikel 17 van de statuten d.d. 6 oktober 2016. LIDMAATSCHAP Artikel 2. 1. Een

Nadere informatie

Statuten van STICHTING Regtvast, statutair gevestigd te Amsterdam, zoals vastgesteld op 20 december 2012 voor mr. K. Stelling, notaris te Amsterdam.

Statuten van STICHTING Regtvast, statutair gevestigd te Amsterdam, zoals vastgesteld op 20 december 2012 voor mr. K. Stelling, notaris te Amsterdam. 1 Statuten van STICHTING Regtvast, statutair gevestigd te Amsterdam, zoals vastgesteld op 20 december 2012 voor mr. K. Stelling, notaris te Amsterdam. Naam en zetel. Artikel 1. 1. De stichting draagt de

Nadere informatie

Bijlage II: toelichting wijziging GR in verband met modernisering WSW

Bijlage II: toelichting wijziging GR in verband met modernisering WSW Bijlage II: toelichting wijziging GR in verband met modernisering WSW 1. Inleiding In het kader van de nieuwe Wet Sociale Werkvoorziening (hierna: WSW ) die per 1 januari 2008 in werking is getreden, heeft

Nadere informatie

Decentrale regelgeving

Decentrale regelgeving Decentrale regelgeving Titel regelgeving Verordening werkgeverscommissie griffie 2014 Citeertitel Verordening werkgeverscommissie griffie 2014 Besloten door: Gemeenteraad Registratie-nummer Onderwerp Bestuur

Nadere informatie

REGLEMENT KLACHTEN(ADVIES)COMMISSIE STICHTING EIGEN BOUW

REGLEMENT KLACHTEN(ADVIES)COMMISSIE STICHTING EIGEN BOUW REGLEMENT KLACHTEN(ADVIES)COMMISSIE STICHTING EIGEN BOUW Artikel 1: Begrippen In dit reglement wordt verstaan onder: Stichting: Raad van Toezicht: Bestuur: Medewerker: Commissie: Klager: De Stichting Eigen

Nadere informatie

Jaar: 2009 Nummer: 65 Besluit: B&W 23 juni 2009 Gemeenteblad REGLEMENT CLIENTENPARTICIPATIE WSW HELMOND 2009

Jaar: 2009 Nummer: 65 Besluit: B&W 23 juni 2009 Gemeenteblad REGLEMENT CLIENTENPARTICIPATIE WSW HELMOND 2009 Jaar: 2009 Nummer: 65 Besluit: B&W 23 juni 2009 Gemeenteblad REGLEMENT CLIENTENPARTICIPATIE WSW HELMOND 2009 Het college van burgemeester en wethouders van Helmond; Collegevoorstel 0955672; Gelet op artikel

Nadere informatie

DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK SURINAME

DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK SURINAME Wet van... houdende nadere wijzigingen van de Grondwet van de Republiek Suriname (S.B. 1987 No.116, zoals laatstelijk gewijzigd bij S.B.1992 No.38) ONTWERP DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK SURINAME In overweging

Nadere informatie

AMBTELIJK VOORONTWERP Memorie van Toelichting

AMBTELIJK VOORONTWERP Memorie van Toelichting AMBTELIJK VOORONTWERP Memorie van Toelichting 1. Inleiding Dit wetsvoorstel voorziet in de mogelijkheid voor coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen om te kiezen voor een monistisch bestuursmodel.

Nadere informatie

Reglement KlachtenCommissie WOONINC.

Reglement KlachtenCommissie WOONINC. Reglement KlachtenCommissie WOONINC. Artikel 1 Definities a. Commissie: de klachtencommissie als bedoeld in artikel 16 van het Besluit beheer sociale huursector (Bbsh). b. Wooninc.: Stichting Wooninc.

Nadere informatie

STATUTEN VAN DE UNIE VAN BAPTISTENGEMEENTEN IN NEDERLAND

STATUTEN VAN DE UNIE VAN BAPTISTENGEMEENTEN IN NEDERLAND STATUTEN VAN DE UNIE VAN BAPTISTENGEMEENTEN IN NEDERLAND Art. 1 Art. 2 Art. 3 Art. 4 Art. 5 Art. 6 Art. 7 Art. 8 Naam, duur en plaats van vestiging Grondslag Doel Leden, aspirant-leden en geassocieerde

Nadere informatie

2. Verdeling gemeenschap tussen samenwoners

2. Verdeling gemeenschap tussen samenwoners Overdrachtsbelasting. Vrijstelling; diverse onderwerpen 1 Overdrachtsbelasting. Vrijstelling; diverse onderwerpen Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten

Nadere informatie

Gemeente Den Haag BSD/ RIS

Gemeente Den Haag BSD/ RIS Gemeente Den Haag BSD/2015.92 RIS 280743 Het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag, het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Leidschendam-Voorburg, en het college

Nadere informatie

een ernstige belemmering voor de ontwikkeling van dit onderwijs dreigt te worden.

een ernstige belemmering voor de ontwikkeling van dit onderwijs dreigt te worden. ONDERWIJSRAAD. nkis 2 N". 'S-GRAVENHAGE, WÊÊËÈÈiM ) 9 2 Bericht op schrijven van ^ ^ Ä e n gelieve bij het antwoord n ä$&p dagteekening en 'nummer van Betreffende: MÀ?..?.Ï.Y...Y an 2,KXC, dit schrijven

Nadere informatie

Gemeenschappelijke orgaan openbaar primair onderwijs Noord Groningen

Gemeenschappelijke orgaan openbaar primair onderwijs Noord Groningen Gemeenschappelijke orgaan openbaar primair onderwijs Noord Groningen De raden van de gemeenten De Marne, Eemsmond en Winsum, ieder voor zover zij voor de eigen gemeente bevoegd zijn; overwegende dat coördinatie

Nadere informatie

Verordening Adviescommissie Bezwaarschriften Baanbrekers

Verordening Adviescommissie Bezwaarschriften Baanbrekers Verordening Adviescommissie Bezwaarschriften Baanbrekers 1 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 BEGRIPSOMSCHRIJVING... 3 HOOFDSTUK 2 SAMENSTELLING VAN DE COMMISSIE... 4 HOOFDSTUK 3 ZITTINGSDUUR... 4 HOOFDSTUK 4 BENOEMING...

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 257 Wet van 30 juni 2010 tot wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de Wet op het financieel toezicht ter uitvoering van richtlijn

Nadere informatie

Artikel 1. Naam en zetel. 1.1. De vereniging draagt de naam: Ondernemersvereniging MKB Wijchen

Artikel 1. Naam en zetel. 1.1. De vereniging draagt de naam: Ondernemersvereniging MKB Wijchen Statuten voor Ondernemersvereniging MKB Wijchen Artikel 1. Naam en zetel. 1.1. De vereniging draagt de naam: Ondernemersvereniging MKB Wijchen 1.2. De vereniging is gevestigd te Postbus 262, 6600 AG Wijchen

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 mei 2019;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 mei 2019; Besluit gemeenteraad Kenmerk: 1015651 De raad van de gemeente Oldebroek; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 mei 2019; gehoord het presidium; gelet op de artikelen 83, 87, 107 tot

Nadere informatie

Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van het college

Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van het college Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van het college Artikel 1 Verdeling werkzaamheden en onderlinge vervanging 1. Het college regelt de verdeling van zijn werkzaamheden. 2.

Nadere informatie

STATUTEN van de Volkstuindersvereniging "DE BEUKHOEVE", Gevestigd te Rotterdam. Naam en zetel. Artikel 1.

STATUTEN van de Volkstuindersvereniging DE BEUKHOEVE, Gevestigd te Rotterdam. Naam en zetel. Artikel 1. STATUTEN van de Volkstuindersvereniging "DE BEUKHOEVE", Gevestigd te Rotterdam. * Naam en zetel Artikel 1. a. De vereniging draagt de naam: "Volkstuindersvereniging De Beukhoeve" en is gevestigd te Rotterdam.

Nadere informatie

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Drimmelen, ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft;

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Drimmelen, ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft; De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Drimmelen, ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 25 november 2009; gelet op de

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 175 Wet van 23 maart 2005 tot wijziging en aanvulling van een aantal bepalingen in het Wetboek van Strafvordering met betrekking tot de betekening

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 276 Wijziging van de Mededingingswet en van enige andere wetten in verband met de implementatie van EG-verordening 1/2003 Nr. 1 KONINKLIJKE

Nadere informatie

Gezien het overlegde vertoogschrift en de uitgebrachte berichten,

Gezien het overlegde vertoogschrift en de uitgebrachte berichten, 2714 De Raad van Beroep voor de Directe Belastingen te Assen, Gezien het beroepschrift, ingediend door X te Z, d.d. 6 November 1925 tegen de uitspraak van den Inspecteur der directe belastingen te Y op

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 285 Wijziging van de Wet voorkeursrecht gemeenten (vereenvoudiging bekendmaking en aanbiedingsprocedure) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix,

Nadere informatie