gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikelen 12, eerste lid en 35, eerste lid van de Wet investeren in jongeren;

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikelen 12, eerste lid en 35, eerste lid van de Wet investeren in jongeren;"

Transcriptie

1 Bijlage bij raadsvoorstel nr Nr: De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr ; gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikelen 12, eerste lid en 35, eerste lid van de Wet investeren in jongeren; Overwegende dat de gemeenteraad bij verordening: a. op grond van het bepaalde in artikel 12, eerste lid, onderdeel a en artikel 11, eerste lid van de Wet investeren in jongeren verplicht is om regels te stellen aangaande de inhoud van het werkleeraanbod in het kader van de Wet investeren in jongeren (werkleeraanbod); b. op grond van het bepaalde in artikel 12, eerste lid, onderdeel b en artikel 41, eerste lid van de Wet investeren in jongeren verplicht is om regels te stellen voor de afstemming van de inkomensvoorziening indien de jongere naar het oordeel van het college de uit de Wet investeren in jongeren dan wel uit de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen voortvloeiende verplichtingen niet of onvoldoende nakomt, waaronder begrepen het zich jegens het college zeer ernstig misdragen (afstemming); c. op grond van artikel 12, eerste, onderdeel e en 35, eerste lid van de Wet investeren in jongeren dient vast te stellen voor welke categorieën de norm wordt verhoogd of verlaagd en op grond van welke criteria de hoogte van die verhoging of verlaging wordt bepaald (toeslagen en verlagingen); d. op grond van het bepaalde in artikel 12, eerste lid, onderdeel c van de Wet investeren in jongeren verplicht is om regels te stellen voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van inkomensvoorziening alsmede bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet (handhaving). b e s l u i t: vast te stellen de volgende Verordening investeren in jongeren. HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Begripsomschrijvingen: 1. Alle begrippen die in deze verordening gebruikt worden en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet Investeren in Jongeren (WIJ) alsmede de Algemene wet bestuursrecht (Awb). 2. In deze verordening wordt verstaan onder: a. wet: de Wet investeren in jongeren; b. WSW: Wet sociale werkvoorziening; c. algemeen geaccepteerde arbeid: alle arbeid, niet zijnde arbeid in het kader van de WSW, die algemeen maatschappelijk aanvaard is en niet indruist tegen de openbare orde of goede zeden; d. startkwalificatie: een diploma van een opleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen b tot en met e, van de Wet educatie en beroepsonderwijs of een diploma hoger algemeen voortgezet onderwijs of voorbereidend wetenschappelijk onderwijs als bedoeld in artikel 7 onderscheidenlijk 8 van de Wet op het voortgezet onderwijs; e. college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Barneveld; f. jongere: jongere als bedoeld in artikel 2 eerste lid van de wet.

2 HOOFDSTUK 2 WERKLEERAANBOD PARAGRAAF 1 ALGEMENE BEPALINGEN OVER WERKLEERAANBOD Artikel 2 Begripsomschrijvingen werkleeraanbod In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: a. inkomensvoorziening: een uitkering voor jongeren van 18 tot en met 26 jaar in het geval het werkleeraanbod niet voldoende inkomsten genereert of in het geval van de jongere niet gevergd kan worden dat hij uitvoering geeft aan een werkleeraanbod; b. UWV Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen. Artikel 3 Doelgroep 1. Tot de doelgroep van dit hoofdstuk behoren de personen genoemd in artikel 13, eerste en tweede lid van de wet. 2. Ook tot de doelgroep behoren jongeren in de leeftijd van 18 tot 27 met een uitkering verstrekt door het UWV die binnen 2 maanden de volledige uitkeringsduur bereiken en jongeren in de leeftijd van 18 tot 27 jaar die dreigen werkloos te worden binnen 6 maanden na volledige uitstroomt uit de WIJ en aansluitend aanspraak hebben op een werkleeraanbod dan wel een inkomensvoorziening. Artikel 4 Opdracht college 1. Het college biedt jongeren die recht hebben op een werkleeraanbod, algemeen geaccepteerde arbeid, ondersteuning bij de arbeidsinschakeling of een voorziening gericht op arbeidsinschakeling aan. 2. Het college kan het werkleeraanbod ook invullen met een combinatie van algemeen geaccepteerde arbeid, ondersteuning bij de arbeidsinschakeling dan wel één of meerdere voorzieningen. 3. In afwijking van het tweede lid kan een werkleeraanbod ook bestaan uit een voorbereidingsperiode op een zelfstandig beroep of bedrijf, als bedoeld in artikel 17, zesde lid van de wet. 4. Het college stemt het werkleeraanbod af op de omstandigheden, krachten en bekwaamheden van de jongere, wiens recht op een werkleeraanbod is vastgesteld. Bij de invulling van het werkleeraanbod onderzoekt het college de mogelijkheden en omstandigheden van de jongere. Zij beziet daarbij tevens in hoeverre de wensen van de jongere bij de invulling van het werkleeraanbod kunnen worden betrokken. Artikel 5 Aanspraak op ondersteuning 1. Jongeren die recht hebben op een werkleeraanbod komen in aanmerking voor ondersteuning bij de arbeidsinschakeling en op de naar het oordeel van het college noodzakelijk geachte en beschikbare voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling. 2. Het college biedt jongeren die recht hebben op een werkleeraanbod en die naar het oordeel van het college direct inzetbaar zijn op de arbeidsmarkt in beginsel algemeen geaccepteerde arbeid of ondersteuning bij de arbeidsinschakeling aan. 3. Het college doet een werkleeraanbod dat past binnen de criteria die gesteld zijn in deze verordening. Artikel 6 Onderzoek Het college kan ten behoeve van een persoon voor wie een werkleeraanbod wordt ingezet of voor wie een werkleeraanbod wordt overwogen een onderzoek (laten) instellen naar de mogelijkheden van de persoon in verband met arbeidsinschakeling en deelname aan voorzieningen. Artikel 7 Verplichtingen van de jongere Een jongere die gebruik maakt van een werkleeraanbod is gehouden te voldoen aan de verplichtingen die voortvloeien uit de wet, de Wet structuur uitvoering werk en inkomen, deze verordening, alsmede aan de verplichtingen die het college aan de aangeboden voorziening heeft verbonden. 2

3 Artikel 8 Handhaving 1. Indien een jongere, als bedoeld in artikel 3, eerste lid, die deelneemt aan werkleeraanbod en/of een inkomensvoorziening ontvangt, niet voldoet aan het gestelde in artikel 7, kan het college de inkomensvoorziening verlagen conform hetgeen hierover is bepaald in hoofdstuk 3 van deze verordening. 2. Indien de jongere, die gebruik maakt van een werkleerrecht maar geen inkomensvoorziening ontvangt, niet voldoet aan het gestelde in artikel 7, kan het college de kosten van de voorziening dan wel de subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen. 3. Het college kan het werkleeraanbod intrekken of herzien, indien wijziging optreedt in de omstandigheden, krachten of bekwaamheden van de jongere dan wel indien de jongere niet voldoet aan een of meer op hem rustende verplichtingen als bedoeld in hoofdstuk 5 van de wet en hem dit te verwijten valt. 4. Indien de jongere zich jegens het college herhaaldelijk zeer ernstig misdraagt en hem dit te verwijten valt, sluit het college die jongere van het recht op werkleeraanbod uit. 5. Het college heroverweegt het besluit tot uitsluiting als bedoeld in het vierde lid binnen een maand na bekendmaking van het besluit. Artikel 9 Beleidsplan Het college kan ter nadere uitvoering van deze verordeningen een beleidsplan vaststellen, waarin beleidsprioriteiten worden aangegeven, alsmede de hoogte en wijze van financiering. PARAGRAAF 2 DE VOORZIENINGEN Artikel 10 Sociale activering en arbeidsactivering 1. Het college kan aan personen die behoren tot de doelgroep als onderdeel van een werkleertraject activiteiten aanbieden in het kader van sociale activering en arbeidsactivering. 2. Onder sociale activering wordt verstaan het verrichten van maatschappelijke nuttige activiteiten ter voorbereiding op een traject gericht op arbeidsinschakeling of gericht op het voorkomen van sociaal isolement. 3. Onder arbeidsactivering wordt verstaan een traject van in principe maximaal twee jaar met inzet van zo min mogelijk middelen, gericht op een duurzame inzet op de reguliere arbeidsmarkt waarbij rekening wordt gehouden met de ontwikkeling op de reguliere arbeidsmarkt. Artikel 11 De voorzieningen Onverminderd artikel 4, kan het college jongeren die recht hebben op een werkleeraanbod, één of meer van de volgende voorzieningen aanbieden: a. werkstages; b. detacheringsbanen; c. loonkostensubsidies; d. scholing; e. Work First; f. voorzieningen gericht op nazorg; g. schuldhulpverlening; h. voorbereidingstrajecten voor zelfstandige arbeid; i. ondersteunende instrumenten; j. overige vergoedingen Artikel 12 Inzet van de voorzieningen 1. Bij de inzet van voorzieningen kiest het college voor voorzieningen die beschikbaar, adequaat en toereikend zijn voor het doel dat wordt beoogd. 2. Het doel van de inzet van voorzieningen is het bevorderen van duurzame arbeidsparticipatie van jongeren door het opdoen van werkervaring, het aanleren van vaardigheden en kennis, het opdoen van werkritme, maatschappelijke participatie dan wel op andere wijze vergroten van persoonlijke en maatschappelijke zelfredzaamheid. 3. Onverminderd artikel 4, vierde lid, kunnen de beschikbare voorzieningen als volgt worden ingezet: a. voor jongeren met een grote afstand tot de arbeidsmarkt worden in beginsel de voorzieningen genoemd in artikel 11, onderdelen c en i ingezet; b. voor jongeren die zich richten op arbeid in zelfstandig bedrijf of beroep wordt in beginsel de voorziening, genoemd in artikel 11, onderdeel h, ingezet; 3

4 c. voor jongeren met een taalachterstand wordt in beginsel de voorziening, genoemd in artikel 11, onderdeel i, ingezet; d. voor jongeren met een arbeidshandicap worden in beginsel de voorzieningen genoemd in artikel 11, onderdelen c en f ingezet; e. voor jongeren die alleenstaande ouder zijn, worden in beginsel de voorzieningen genoemd in artikel 11, onderdelen d, i en j ingezet; f. voor jongeren zonder startkwalificatie wordt in beginsel de voorziening genoemd in artikel 11, onderdeel d, ingezet. g. voor jongere met een relatief kleine afstand tot de arbeidsmarkt worden in beginsel de voorzieningen genoemd in artikel 11, onderdelen a,b en e ingezet. Artikel 13 Werkstages 1. Het college kan personen die behoren tot de doelgroep een werkstage aanbieden bij een bedrijf of een instelling, gericht op arbeidsinschakeling. 2. Het doel van de werkstage is het opdoen van werkervaring dan wel het leren functioneren in een arbeidsrelatie. 3. Het college plaatst de belanghebbende alleen indien door zijn plaatsing de concurrentieverhoudingen niet onverantwoord worden beïnvloed en indien door zijn plaatsing geen verdringen plaatsvindt. 4. In een schriftelijke overeenkomst wordt ten minste vastgelegd, het doel van de werkstage, alsmede de wijze waarop de begeleiding plaatsvindt. Artikel 14 Detacheringsbanen 1. Het college kan personen die behoren tot de doelgroep een dienstverband voor in principe maximaal twee jaar aanbieden, gericht op arbeidsinschakeling. Dit dienstverband wordt alleen aangeboden indien het bijdraagt aan de toeleiding van de jongere naar de reguliere arbeidsmarkt. 2. De werknemer wordt voor het verrichten van arbeid gedetacheerd bij een onderneming. De detachering wordt vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst tussen zowel werkgever en inlenende organisatie als tussen werknemer en inlenende organisatie. 3. Een werknemer wordt alleen geplaatst indien door zijn plaatsing de concurrentieverhoudingen niet onverantwoord worden beïnvloed en indien door zijn plaatsing geen verdringing plaatsvindt. De inleenvergoeding wordt afgestemd op de productiviteit/loonwaarde van de gedetacheerde. Artikel 15 Loonkostensubsidies 1. Het college kan tijdelijke en aflopende subsidies verstrekken aan werkgevers die met personen die behoren tot de doelgroep een arbeidsovereenkomst sluiten gericht op arbeidsinschakeling, waarbij de hoogte van de subsidie mede wordt bepaald op basis van de productiviteit/loonwaarde van de belanghebbende; 2. Bij uitvoeringsbesluit stelt het college regels ten aanzien van de duur van de subsidie, de hoogte, en de verplichtingen die aan de subsidie worden verbonden. 3. Minimaal eenmaal per jaar wordt in overleg met de werknemer en de werkgever bezien welke mogelijkheden er voor de werknemer zijn voor arbeidsinschakeling. Artikel 16 Scholing 1. Het college kan een vorm van scholing aanbieden gericht op arbeidsinschakeling of maatschappelijke participatie. 2. Het college stelt bij uitvoeringsbesluit regels over de doelgroepen, de vorm van scholing en de voorwaarden waaraan scholing moet voldoen. 4

5 Artikel 17 Work First Het college kan de personen die behoren tot de doelgroep die geen afstand tot de arbeidsmarkt heeft en bij de re-integratieconculent in een bemiddeling zit, de tijd tot het aanvaarden van een reguliere baan maatschappelijk nuttig laten vervullen. Work First kan ook worden aangeboden, wanneer de jongere die voornemens is een opleiding te starten maar deze nog niet is gestart, een werkleeraanbod aanvraagt. De duur van de activiteiten bedragen minimaal 1 week en maximaal 3 maanden. Artikel 18 voorzieningen gericht op nazorg Het college kan aan een belanghebbende die algemeen geaccepteerde arbeid heeft aanvaard, voorzieningen bieden gericht op nazorg. Artikel 19 Schuldhulpverlening 1. Het college kan aan personen die behoren tot de doelgroep voor wie een voorziening wordt ingezet, schuldhulpverlening aanbieden als dit naar het oordeel van het college noodzakelijk is voor het werkleeraanbod. 2. De in het eerste lid 1 bedoelde personen zijn verplicht mee te werken aan een door het college aangeboden schuldhulpverleningstraject. Artikel 20 Voorbereidingstrajecten voor zelfstandige arbeid Indien de jongere voornemens is een zelfstandig bedrijf te starten kan het college voorzieningen die daarop gericht zijn verlenen, voor zover de plannen naar het oordeel van het college een redelijke kans van slagen hebben. Artikel 21 Ondersteunende instrumenten Het college kan ondersteunende instrumenten instellen waaronder: a. kinderopvang b. taal en beroepsgerichte scholing Artikel 22 Overige vergoedingen 1. Het college kan een vergoeding verstrekken voor kosten die gemaakt zijn in het kader van het werkleeraanbod. 2. Geen aanspraak op de in het eerste lid genoemde vergoeding bestaat indien een beroep gedaan kan worden op een voorliggende voorziening die gezien haar aard en doel wordt geacht voor de belanghebbende toereikend en passend te zijn. 3. Het college stelt bij uitvoeringsbesluit regels over de vorm, de hoogte van de vergoeding en de verdere voorwaarden. Artikel 23 Uitvoering door derden Het college kan in verband met de invulling en uitvoering van het werkleeraanbod afspraken maken met derden, waaronder werkgevers en re-integratiebedrijven, alsmede subsidies verstrekken. HOOFDSTUK 3 AFSTEMMING PARAGRAAF 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 24 Begripsomschrijvingen afstemming 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. Afstemming: het verlagen van de inkomensvoorziening op grond van artikel 41 eerste lid, van de wet; b. WIJ-norm: de inkomensvoorzieningsnorm als bedoeld in artikel 5 eerste lid van de wet; c. benadelingsbedrag: het bruto bedrag dat als gevolg van het niet of niet behoorlijk nakomen van een inlichtingenverplichting ten onrechte is verleend als inkomensvoorziening of werkleeraanbod op grond van de wet; d. wet SUWI: Wet Structuur Uitvoeringsorganisatie Werk en Inkomen; 2 In deze verordening wordt mede verstaan onder benadelingsbedrag: de kosten van het werkleeraanbod. Artikel 25 Afstemming 1. Onverminderd artikel 42 van de wet, verlaagt het college het bedrag van de aan de jongere toegekende inkomensvoorziening, indien de jongere naar het oordeel van het college de op 5

6 hem rustende verplichtingen, bedoeld in hoofdstuk 5 van de wet, of de uit artikel 30c, tweede lid of derde lid, van de Wet SUWI voortvloeiende verplichtingen, niet of onvoldoende nakomt, dan wel zich jegens het college zeer ernstig misdraagt. 2. Een verlaging wordt afgestemd op de ernst van de gedraging, de mate van verwijtbaarheid en de omstandigheden van de jongere en kan daarom afwijken van de in deze verordening genormeerde verlagingen. 3. Het college kan de verlaging in afwijking van de bepalingen van deze verordening hoger of lager vaststellen als de ernst van de gedraging, de mate van verwijtbaarheid en de individuele omstandigheden van de jongere daartoe aanleiding geven. Artikel 26 Berekeningsgrondslag De verlaging wordt toegepast op de voor de jongere van toepassing zijnde WIJ-norm. Artikel 27 Het besluit tot afstemming In het besluit tot afstemming worden in ieder geval vermeld: de reden van de verlaging, de duur van de verlaging, het bedrag waarmee de inkomensvoorziening wordt verlaagd en - indien van toepassing- de reden om af te wijken van een standaard afstemming. Artikel 28 Horen van de jongere 1. Voordat er tot verlaging wordt overgegaan, wordt de jongere in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze naar voren te brengen. 2. Het horen van de jongere kan achterwege worden gelaten indien: a. de vereiste spoed zich daartegen verzet; b. de jongere reeds eerder in de gelegenheid is gesteld zijn zienswijze naar voren te brengen en zich sindsdien geen nieuwe feiten of omstandigheden hebben voorgedaan; c. de jongere niet heeft voldaan aan een verzoek van het college of van een derde aan wie het college met toepassing van artikel 11, vierde lid, van de wet, werkzaamheden in het kader van de wet heeft uitbesteed, om binnen een gestelde termijn inlichtingen te verstrekken als bedoeld in artikel 44 van de wet; d. het college het horen niet nodig acht voor het vaststellen van de ernst van de gedraging of de mate van verwijtbaarheid; e. de verlaging wordt toegepast wegens zeer ernstige misdragingen als bedoeld in artikel 37 eerste lid. 3. De jongere die in aanmerking komt voor een afstemming als bedoeld in artikel 37 tweede lid is niet langer verplicht terzake van die gedraging enige verklaring af te leggen, voor zover het de afstemming betreft. De jongere wordt hiervan in kennis gesteld voordat hem mondeling om informatie wordt gevraagd. Artikel 29 Afzien van verlaging van de inkomensvoorziening 1. Het college ziet af van verlaging van de inkomensvoorziening indien: a. elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt; b. de gedraging meer dan één jaar voor constatering van die gedraging door het college heeft plaatsgevonden, tenzij de gedraging een schending van de inlichtingenplicht inhoudt en als gevolg van die gedraging ten onrechte inkomensvoorziening is verleend. Verlaging van de inkomensvoorziening wegens schending van de inlichtingenplicht vindt niet plaats na verloop van vijf jaren nadat de betreffende gedraging heeft plaatsgevonden. 2. Het college kan van verlaging van de inkomensvoorziening afzien indien zij daarvoor dringende redenen aanwezig acht. 3. Indien het college afziet van verlaging van de inkomensvoorziening op grond van dringende redenen, wordt de jongere daarvan schriftelijk mededeling gedaan. 4. Van verlaging van de inkomensvoorziening kan het college afzien en volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing indien de gedraging niet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van inkomensvoorziening, tenzij het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting plaatsvindt binnen een periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de belanghebbende een schriftelijke waarschuwing is gegeven. Artikel 30 Ingangsdatum en tijdvak 1. Tenzij in deze verordening anders is bepaald wordt de verlaging toegepast met ingang van de eerste dag van de kalendermaand volgend op de datum waarop het besluit tot verlaging van 6

7 de inkomensvoorziening aan de jongere is bekendgemaakt. Daarbij wordt uitgegaan van de geldende WIJ-norm ten tijde van de gedraging. 2. In afwijking van het eerste lid kan de verlaging met terugwerkende kracht worden opgelegd, voor zover de inkomensvoorziening nog niet is uitbetaald. Daarbij wordt uitgegaan van de geldende WIJ-norm ten tijde van de gedraging. 3. Indien de verlaging als gevolg van beëindiging van de inkomensvoorziening niet kan worden toegepast op de wijze zoals vermeld in artikel 30, eerste en tweede lid van deze verordening, kan de afstemming bij wijze van herziening worden opgelegd over de inkomensvoorziening welke de jongere heeft ontvangen gedurende, en aansluitend op, de periode dat de jongere afstemmingswaardig gedrag heeft vertoond. Het bedrag dat als gevolg van de herziening van het recht op inkomensvoorziening teveel is betaald, kan van de jongere worden teruggevorderd. 4. Een verlaging wordt voor een bepaalde tijd toegepast of totdat de belanghebbende de tekortkomingen heeft hersteld. Een verlaging die voor een periode van meer dan drie maanden wordt toegepast, wordt uiterlijk na drie maanden nadat deze ten uitvoer is gelegd door het college heroverwogen. Artikel 31 Samenloop van gedragingen 1. Indien een jongere zich tegelijkertijd schuldig maakt aan verschillende gedragingen die het niet nakomen van een verplichting als genoemd in artikel 25, eerste lid inhouden, verlaagt het college de inkomensvoorziening: a. met het hoogste percentage dat bij de afzonderlijke gedraging hoort, indien er een rechtstreeks verband tussen de gedragingen is; b. met het percentage dat de som is van de percentages behorend bij de verschillende gedragingen, indien de gedragingen los staan van elkaar. 2. De inkomensvoorziening kan niet met meer dan 100 procent per maand worden verlaagd. Indien de som van de percentages van de verlaging meer dan 100 procent bedraagt, wordt de inkomensvoorziening van de volgende maand verlaagd met het restant van het percentage van de verlaging. Artikel 32 Recidive 1. Indien de jongere zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit tot verlaging van de inkomensvoorziening, opnieuw schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging van dezelfde of hogere categorie, dan wel van een gedraging als omschreven in paragraaf 2 en 3, wordt de duur van de verlaging verdubbeld. Met een besluit waarmee een verlaging is toegepast wordt gelijkgesteld het besluit om daarvan af te zien op grond van dringende redenen, bedoeld in artikel 29, tweede lid. 2. Indien de belanghebbende zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit tot verlaging van de inkomensvoorziening, waarbij het eerste lid van dit artikel is toegepast, opnieuw schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging van dezelfde of hogere categorie, duurt de verlaging totdat de belanghebbende de tekortkomingen heeft hersteld. PARAGRAAF 2 NIET NAKOMEN VAN DE INLICHTINGENPLICHT Artikel 33 Schending inlichtingenplicht zonder benadeling gemeente 1. Indien het niet, niet tijdig of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht, bedoeld in artikel 44, eerste lid, van de wet, niet heeft geleid tot het ten onrechte toekennen of uitvoeren van het werkleeraanbod of tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van de inkomensvoorziening, vindt een verlaging plaats van 5 procent van de WIJ-norm gedurende een maand. 2. Er is in ieder geval sprake van het niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht als bedoeld in artikel 44 van de wet, wanneer wijzigingen niet binnen 7 dagen worden doorgegeven door middel van het mutatieformulier. Artikel 34 Schending inlichtingenplicht met benadeling gemeente 1. Indien het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht bedoeld in artikel 44 van de wet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van inkomensvoorziening of het inzetten van het participatiebudget, vindt verlaging plaats. 2. Onverminderd artikel 26, tweede en derde lid, wordt de verlaging op de volgende wijze vastgesteld: 7

8 a. tien procent van de WIJ-norm gedurende een maand bij een benadelingsbedrag tot 2.000,-; b. twintig procent van de WIJ-norm gedurende een maand bij een benadelingsbedrag van 2.000,- tot 4.000,-; c. twintig procent van de WIJ-norm gedurende twee maanden bij een benadelingsbedrag van 4.000,- tot 8.000,-; e. veertig procent van de WIJnorm gedurende drie maanden bij een benadelingsbedrag van 8.000,- of meer,-. 3. Van een afstemming wordt afgezien: a. zodra ter zake van de gedraging strafvervolging is ingesteld en het onderzoek ter terechtzitting een aanvang heeft genomen; b. zodra het recht tot strafvervolging is vervallen, doordat het Openbaar Ministerie een schikking met belanghebbende heeft getroffen. PARAGRAAF 3 HET NIET NAKOMEN VAN DE VERPLICHTINGEN BEDOELD IN ARTIKEL 45 VAN DE WET Artikel 35 Indeling in categorieën Gedragingen van de jongere inhoudende het niet of onvoldoende nakomen van de verplichtingen bedoeld in artikel 45 van de wet, worden onderscheiden in de volgende categorieën: 1. Eerste categorie: a. het onvoldoende meewerken aan het opstellen van een plan met betrekking tot de arbeidsinschakeling, waaronder begrepen het onvoldoende meewerken aan een onderzoek naar de mogelijkheden tot arbeidsinschakeling; b. het zich niet onderwerpen aan een noodzakelijke behandeling van medische aard. 2. Tweede categorie: a. het stellen van onredelijke eisen in verband met door de jongere te verrichten algemeen geaccepteerde arbeid, die het aanvaarden of verkrijgen van algemeen geaccepteerde arbeid belemmeren; b. het niet of onvoldoende meewerken aan het behoud of bevorderen van de arbeidsbekwaamheid; c. het niet of onvoldoende meewerken aan activiteiten of werkzaamheden, gericht op de arbeidsinschakeling; d. het nalaten de opgedragen werkzaamheden of activiteiten naar beste vermogen te verrichten. Artikel 36 De hoogte en duur van de verlaging 1. De verlaging wordt vastgesteld op: a. 10 procent van de WIJ-norm bij gedragingen van de eerste categorie; b. 20 procent van de WIJ-norm bij gedragingen van de tweede categorie. 2. De duur van de verlaging bedoeld in het eerste lid wordt vastgesteld op een maand. PARAGRAAF 4 ZEER ERNSTIGE MISDRAGINGEN Artikel 37 Zeer ernstige misdragingen 1. Indien de jongere zich zeer ernstig misdraagt tegenover het college of zijn ambtenaren of de personen die werken in opdracht van het college, als bedoeld in artikel 41, eerste lid van de wet, onder omstandigheden die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van de wet, wordt onverminderd artikel 25, tweede lid, de inkomensvoorziening verlaagd met 100 procent gedurende een maand. 2. Indien de jongere zich zeer ernstig misdraagt tegenover het college of zijn ambtenaren of de personen die werken in opdracht van het college, als bedoeld in artikel 41, eerste lid van de wet, onder omstandigheden die geen rechtstreeks verband houden met de uitvoering van de wet, wordt onverminderd artikel 25, tweede lid, de inkomensvoorziening verlaagd met 50 procent gedurende een maand. 3. Er is sprake in ieder geval van een zeer ernstige misdraging indien de jongere de toegang tot het stadhuis is ontzegd, dan wel aangifte wordt gedaan bij de politie, dan wel geleden schade veroorzaakt door de jongere wordt verhaald. 8

9 HOOFDSTUK 4 TOESLAGEN PARAGRAAF 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 38 begripsomschrijvingen toeslagen en verlagingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. norm: het bedrag als bedoeld in artikel 26, onderdeel b, artikel 27, onderdeel b, artikel 28 eerste lid onderdelen b, d en e alsmede artikel 28 tweede lid onderdelen b, d, en e van de wet; b. woonkosten: 1. indien een huurwoning wordt bewoond, de per maand geldende huurprijs, bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Wet op de huurtoeslag; 2. indien een eigen woning wordt bewoond, de tot een bedrag per maand omgerekende som van de verschuldigde hypotheekrente en de in verband met het in eigendom hebben van de woning te betalen zakelijke lasten en een naar omstandigheden vast te stellen bedrag voor onderhoud; c. medebewoning: de situatie waarin naast belanghebbende(n) één of meer anderen hun hoofdverblijf in dezelfde woning hebben als de alleenstaande, de alleenstaande ouder of gehuwden; d. beroepsmatige verzorging: verzorging of verpleging in een inrichting als bedoeld in de wet. e. gehuwdennorm: de norm bedoeld in artikel 28, eerste lid onderdeel c en artikel 28 tweede lid onderdeel c van de wet; f. schoolverlater: de persoon die een werkleeraanbod aanvraagt, indien hij in de zes maanden voorafgaand aan de toekenning de inkomensvoorziening recent de deelname heeft beëindigd aan onderwijs of een beroepsopleiding, waarvoor aanspraak bestond op studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000 of op een tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage en de schoolkosten op grond van hoofdstuk 4 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten. Het aanmerken als schoolverlater eindigt zes maanden na het beëindigen van voornoemd onderwijs of beroepsopleiding. g. woning: een woning als bedoeld in artikel 1, onderdeel j, Wet op de huurtoeslag, als mede een woonwagen of woonschip, als bedoeld in artikel 2a van de wet; Artikel 39 categorieën 1. Voor de jongere aan wie inkomensvoorziening en toeslag kan worden verleend, geldt een categorieaanduiding. 2. De categorieën worden aangeduid als: a. alleenstaande; b. alleenstaande ouder; en c. gehuwden. 3. De bepalingen van deze verordening gelden alleen voor jongeren van 21 jaar of ouder doch jonger dan 27 jaar. In geval van gehuwden gelden de bepalingen van deze verordening alleen indien de gehuwden beiden 21 jaar of ouder doch jonger dan 27 jaar zijn. PARAGRAAF 2 CRITERIA VOOR ALLEENSTAANDEN EN ALLEENSTAANDE OUDERS Artikel 40 Toeslagen 1. De norm voor de alleenstaande of alleenstaande ouder wordt verhoogd met een toeslag van 20% van de gehuwdennorm indien in dezelfde woning geen anderen hun hoofdverblijf hebben. 2. De norm voor de alleenstaande of alleenstaande ouder wordt eveneens verhoogd met een toeslag van 20% van de gehuwdennorm indien als gevolg van de medebewoning beroepsmatige verzorging volledig of in belangrijke mate achterwege blijft. 9

10 3. De norm voor de alleenstaande en de alleenstaande ouder wordt verhoogd met een toeslag van 10% van de gehuwdennorm indien er sprake is van medebewoning, anders dan genoemd in het tweede lid. 4. De norm wordt niet verhoogd met een toeslag, indien de alleenstaande of de alleenstaande ouder is aan te merken als een schoolverlater. Artikel 41 Ontbreken woonkosten De norm wordt niet verhoogd met een toeslag indien de alleenstaande of alleenstaande ouder geen woonkosten heeft. PARAGRAAF 3 CRITERIA VOOR GEHUWDEN Artikel 42 Verlagingen 1. De norm voor gehuwden wordt indien sprake is van medebewoning verlaagd met 10% van de gehuwdennorm, tenzij als gevolg van de medebewoning beroepsmatige verzorging volledig of in belangrijke mate achterwege blijft. 2. De norm voor gehuwden wordt verlaagd met 10% van de gehuwdennorm indien één van de gehuwden als schoolverlater is aan te merken. 3. De norm voor gehuwden wordt verlaagd met 20% van de gehuwdennorm indien beide gehuwden als schoolverlaters zijn aan te merken. Artikel 43 Ontbreken woonkosten De norm wordt verlaagd met 20% van de gehuwdennorm indien de gehuwden geen woonkosten hebben. Artikel 44 Cumulatie Na toepassing van de artikelen 42 en 43 bedraagt de inkomensvoorziening voor gehuwden minimaal 80% van de gehuwdennorm, tenzij er sprake is van een verlaging van de inkomensvoorziening op grond van hoofdstuk 3 van deze verordening. HOOFDSTUK 5 HANDHAVING PARAGRAAF 1 Artikel 45 Begripsomschrijving fraude In dit hoofdstuk wordt verstaan onder fraude: het verstrekken van onjuiste en onvolledige gegevens dan wel het verzwijgen of niet (tijdig) verstrekken van voor de bepaling van het recht op inkomensvoorziening relevante gegevens met als gevolg dat er inkomensvoorziening geheel of gedeeltelijk ten onrechte is of wordt verstrekt. PARAGRAAF 2 FRAUDEPREVENTIE- EN REPRESSIE Artikel 46 beleidsplan hoogwaardige handhaving 1. Het college stelt een beleidsplan Hoogwaardige Handhaving vast. Daarin wordt vastgelegd welke preventieve en repressieve maatregelen worden genomen respectievelijk gericht op het voorkomen of het bestrijden van fraude. 2. De preventieve maatregelen zijn gericht op het vroegtijdig informeren van (toekomstige) klanten en het optimaliseren van de dienstverlening. 3. De repressieve maatregelen zijn gericht op het vroegtijdig constateren en afhandelen van fraude en geconstateerde fraude daadwerkelijk sanctioneren. Artikel 47 Validering van gegevens 1. Het college onderzoekt de bij de aanvraag en heronderzoeken overgelegde gegevens. 2. Het college voert bestandsvergelijkingen uit waarbij actuele gegevens worden gecontroleerd. Op grond hiervan kunnen inkomensvoorzieningen na verificatie aan veranderde omstandigheden worden aangepast. 10

11 PARAGRAAF 3 GEVOLGEN VAN FRAUDE Artikel 48 Afstemming Indien belanghebbende gevraagd dan wel ongevraagd onjuiste, onvolledige, niet tijdig of in het geheel geen inlichtingen verstrekt, die van belang zijn of kunnen zijn voor de hoogte, de duur of de voortzetting van de inkomensvoorziening, verlaagt het college de inkomensvoorziening, in overeenstemming met het bepaalde in hoofdstuk 3 van deze verordening, onverminderd de mogelijkheid tot terugvordering van de eventueel ten onrechte ontvangen inkomensvoorziening. Artikel 49 Terugvordering 1. De inkomensvoorziening die ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend als gevolg van het niet nakomen van de inlichtingenplicht zoals omschreven in artikel 44 van de wet wordt teruggevorderd overeenkomstig de beleidsregels Terugvordering en verhaal gemeente Barneveld. 2. De wijze van terug- en invordering en het geheel of gedeeltelijk afzien daarvan worden vastgelegd in de Beleidsregels terugvordering en verhaal gemeente Barneveld. Artikel 50 Aangifte bij het Openbaar Ministerie Als het fraudebedrag de aangiftegrens sociale zekerheidsfraude overschrijdt, wordt door of namens het college proces -verbaal opgemaakt en aangifte gedaan bij het Openbaar Ministerie, onverminderd de mogelijkheid tot terugvordering van de ten onrechte ontvangen inkomensvoorziening. PARAGRAAF 4 CONTROLE Artikel 51 Controle tijdens en na beëindiging van de inkomensvoorziening Het college voert heronderzoeken uit om de rechtmatigheid van de inkomensvoorziening te controleren, evenals onderzoeken naar de reden van beëindiging van de inkomensvoorziening, binnen door het college nader te bepalen termijnen en neemt op basis daarvan besluiten met betrekking tot de rechtmatigheid van de inkomensvoorziening en de wederzijds tussen het college en de belanghebbende resterende verplichtingen en de afhandeling daarvan. Artikel 52 Controlemiddelen 1. In het beleidsplan Hoogwaardige Handhaving kan het college de wijze van controle beschrijven en de handelwijze bij inconsistenties. 2. Het college maakt ter controle voorts gebruik van bestandsvergelijkingen met actuele gegevens en van samenloopsignalen die daaruit voortkomen. 3. Het college onderzoekt overige signalen en tips die relevant zijn voor het recht op inkomensvoorziening. HOOFDSTUK 6. SLOTBEPALINGEN Artikel 53 Onvoorziene omstandigheden In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college. Artikel 54 Hardheidsclausule Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze verordening als toepassing daarvan leidt tot onbillijkheden van overwegende aard. Artikel 55 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op 1 juli Artikel 56 Citeertitel Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening investeren in jongeren. Vastgesteld in de openbare vergadering van 29 juni De raad voornoemd, de griffier, de voorzitter, 11

12 Toelichting Op 30 juni heeft de Eerste kamer ingestemd met het Voorstel van wet tot bevordering duurzame arbeidsinschakeling jongeren tot 27 jaar (Wet Investeren in Jongeren). Per 1 oktober 2009 is de Wet Investeren in Jongeren (WIJ) in werking getreden. Jongeren onder de 27 jaar die bij de gemeente aankloppen omdat ze niet in hun levensonderhoud kunnen voorzien, krijgen een werk- of leeraanbod, of een combinatie van beide aangeboden. Accepteren ze het werkaanbod, dan ontvangen ze salaris van de werkgever. Bij acceptatie van het leeraanbod krijgen de jongeren waar nodig een inkomen dat even hoog is als de huidige bijstandsuitkering. Gemeenten worden verplicht jongeren tot 27 jaar die zich melden voor een uitkering een plek aan te bieden. Het aanbod wordt afgestemd op de situatie van de jongere. Als de jongere het aanbod niet accepteert dan krijgt deze ook geen inkomensvoorziening van de gemeente. Gemeenten hoeven geen aanbod te doen aan jongeren die niet kúnnen werken of leren. Deze groep jongeren komt wel in aanmerking voor de inkomensvoorziening van de WIJ, die aansluit bij de huidige bijstandsnorm. Op grond van het overgangsrecht (artikel 86 WIJ) blijft de WWB van toepassing voor jongeren die op 30 september 2009 algemene bijstand ontvingen totdat de algemene bijstand wordt beëindigd, maar uiterlijk tot 1 juli Verordeningen Op grond van de WIJ dient de gemeenteraad een vijftal verordeningen vast te stellen. Deze verordeningen bestrijken min of meer dezelfde terreinen als de vigerende Verordening werk en bijstand. Vier van de vijf verordening zijn hierin geregeld. De laatste verordening (cliëntenparticipatie), is apart geregeld. Hoofdstuk 2: werkleeraanbod Inleiding De WIJ verplicht gemeenten te investeren in de arbeidsinschakeling van alle jongeren, ook bij een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Daartoe moeten gemeenten jongeren in beginsel een werkleeraanbod doen. Afgeleide van het werkleeraanbod is een inkomensvoorziening voor jongeren vanaf 18 jaar als de jongere onvoldoende inkomsten heeft. De samenhang tussen het werkleeraanbod enerzijds en de inkomensvoorziening anderzijds is een bepalend element in de WIJ. Artikelsgewijze toelichting Artikel 1 en 2 Hierbij wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de begripsbepalingen uit de Wet investeren in jongeren. Artikel 3 lid 1 In dit artikel wordt aangegeven voor welke personen het college de taak heeft een werkleeraanbod aan te bieden en wie recht heeft op de inkomensvoorziening. Via de verwijzing naar artikel 13 tweede lid WIJ wordt aangegeven dat alleen inwoners van de gemeente Barneveld tot de doelgroep behoren. Artikel 3 lid 2 In het kader van de Wet Participatiebudget (WPB) is ervoor gekozen om ook personen met een uitkering verstrekt door het UWV een voorziening aan te bieden, wanneer zij binnen 2 maanden de volledige uitkeringsduur bereiken. Daarnaast is het mogelijk de personen die binnen 6 maanden na volledig uitstroom uit de WWB dreigen werkloos te worden, een voorziening aan te bieden. Artikel 4 lid 1 In het eerste lid is de opdracht aan het college verwoord, zoals deze voortvloeit uit de artikelen 11, eerste lid en 13, eerste lid, WIJ. Hoewel deze opdracht ook uit het samenstel van deze bepalingen en artikel 5, eerste lid, WIJ kan worden afgeleid, is er uit een oogpunt van duidelijkheid voor gekozen de opdracht aan het college nader te omschrijven. Artikel 4 lid 2 In het tweede lid is tevens verduidelijkt dat het werkleeraanbod ook samengesteld kan zijn uit een combinatie van algemeen geaccepteerde arbeid, ondersteuning bij arbeidsinschakeling en één of meerdere voorzieningen. Onder voorziening wordt verstaan een instrument dat wordt ingezet om de jongere dichterbij de arbeidsmarkt te brengen. Dit kan zoals gezegd allerlei vormen hebben, variërend van schuldhulpverlening tot training van werknemersvaardigheden. 12

13 Artikel 4 lid 3 In het derde lid is vastgelegd dat een werkleeraanbod ook kan bestaan uit ondersteuning bij een traject gericht op werk in zelfstandig beroep of bedrijf. Dit volgt reeds uit artikel 17, zesde lid, WIJ. Uit een oogpunt van herkenbaarheid en consistentie, alsmede gelet op het belang dat gehecht wordt aan het begeleiden van jongeren naar zelfstandig werk, is deze bepaling opgenomen. Aangetekend moet daarbij worden dat het een zgn. kan -bepaling is: het college bepaalt of het zinvol is de jongere een aanbod te doen gericht op ondersteuning richting zelfstandig bedrijf of beroep. Dit moet per geval worden beoordeeld. Artikel 4 lid 4 Het vierde lid vormt een herhaling van artikel 17, eerste lid, WIJ. Wederom uit een oogpunt van herkenbaarheid en consistentie, alsmede gelet op het belang van maatwerk bij het vaststellen van het werkleeraanbod, is dit artikel opgenomen. Toegevoegd is de gemeentelijke onderzoeksplicht en de plicht om de wensen van de jongere bij de invulling te betrekken. Met het oog op motivering en kansbenutting zal het college daarmee rekening dienen te houden. Daarmee is niet gezegd dat de jongere recht heeft op een bepaalde specifieke voorziening en deze kan opeisen. De uiteindelijke invulling van de aard en de samenstelling van het aanbod is voorbehouden aan het college. Artikel 5 lid 1 Als spiegelbeeld van de opdracht van het college, zoals verwoord in artikel 4, eerste lid, komen jongeren die recht hebben op een werkleeraanbod in aanmerking voor ondersteuning bij de arbeidsinschakeling en voorzieningen. Dit vloeit reeds voort uit artikel 13, eerste lid, WIJ maar is omwille van de herkenbaarheid en eenduidigheid hier nader geconcretiseerd. Wat de vorm van de ondersteuning is, bepaalt het college zelf (bijv. Kamerstukken II , , nr. 3, p. 22). Voor de duidelijkheid is verder nog bepaald dat het om jongeren moet gaan die recht op een werkleeraanbod hebben. Dat is niet iedere jongere in de zin van de WIJ (zie artikel 2, eerste lid, WIJ), want daaronder wordt verstaan de jongere in de leeftijd van 16 tot 27 jaar. Artikel 3 van deze verordening kadert de doelgroep van de WIJ af. Artikel 5 lid 2 Behoeft geen nadere toelichting. Artikel 5 lid 3 In het derde lid wordt expliciet de koppeling gelegd tussen de algemene aanspraak van de jongere en de criteria die gesteld zijn voor het aanbieden van een werkleeraanbod. Artikel 6 Hierbij worden de competenties/belemmeringen van de klant in kaart gebracht die direct gerelateerd zijn aan werk of op andere leefgebieden die (weer) aan het werk gaan in de weg staan. Een onderzoek naar de beroepskeuze maakt hier deel vanuit. Artikel 7 In de WIJ is vastgelegd welke verplichtingen verbonden zijn aan het recht op een werkleeraanbod (zie de artikelen 44 en 45 WIJ). Daaraan is toegevoegd dat de jongere de verplichtingen dient na te komen die voortvloeien uit de verordening of die in concreto aan een voorziening zijn verbonden. Dit kunnen verplichtingen van uiteenlopende aard zijn, die een concretisering vormen van de in de WIJ opgenomen verplichtingen. Zo kan bepaald worden dat een jongere gedurende het traject op gezette tijden met de consulent de voortgang bespreekt. Artikel 8 lid 1 Het eerste lid biedt de verbinding met hoofdstuk 3 van de verordening. Dit hoofdstuk regelt het afstemmen van de inkomensvoorziening, indien de belanghebbende niet aan zijn verplichtingen voldoet. Deze afstemming bestaat uit het verlagen van de inkomensvoorziening met een bepaald percentage. Artikel 8 lid 2 Echter, voor belanghebbenden zonder inkomensvoorziening, ANW-ers en belanghebbenden in gesubsidieerde arbeid kan de gemeente de inkomensvoorziening niet afstemmen. Daarom is in het tweede lid de mogelijkheid opgenomen dat in die gevallen de gemeente (een deel van) de kosten die gemaakt zijn terug kan vorderen. Artikel 8 lid 3 Het derde lid vormt een herhaling van artikel 21 WIJ. De meerwaarde van opname van deze bepaling in de verordening is gelegen in de overweging dat intrekking van het werkleeraanbod complementair 13

14 is aan het voeren van beleid m.b.t. de invulling het werkleeraanbod. Daar waar het recht op werkleeraanbod wordt toegekend en ingevuld, kan dit ook worden ingetrokken, onder de voorwaarden, genoemd in artikel 21 WIJ. Het intrekken van het werkleeraanbod in verband met schending van de verplichtingen verbonden aan het werkleeraanbod dient met terughoudendheid plaats te vinden. Wanneer de jongere zich schuldig maakt aan een verplichting, verbonden aan het werkleeraanbod, dient de inkomensvoorziening eerst te worden afgestemd, zoals aangegeven in hoofdstuk 3 van de Verordening. Als toepassen van een maatregel niets oplevert kan in uitzonderlijke situatie worden overgegaan tot intrekken van het werkleeraanbod. Artikel 8 lid 4 Intrekking is in wezen slechts aan de orde als er een situatie is ontstaan dat niet langer kan worden gevergd dat het werkleeraanbod wordt voortgezet en een andere invulling (via gedeeltelijke herziening) evenmin soelaas biedt. Gedacht kan worden aan herhaalde misdragingen jegens andere jongeren of begeleiders op de werk/leerplek of veelvuldig verzuim. Daarbij kunnen bijv. ook een rol spelen de positie van gemotiveerde jongeren die wachten op een werk/leerplek, de staat van de arbeidsmarkt en de kosten van de voorziening. Het verdient aanbeveling als het college bij de invulling van het gemeentelijk beleid met deze kaders rekening houdt en slechts tot intrekking besluit nadat de individuele situatie zorgvuldig afgewogen is. Artikel 9 Gekozen is voor de systematiek van een procedurele verordening. Deze bevat de wettelijke bepalingen en procedures, maar geen invulling van het beleid. Het beleid is vastgelegd in het bij de verordening behorende beleidsplan, dat onderdeel is van het afdelingsplan. Het voordeel van een procedureel ingerichte verordening is flexibiliteit: het beleid kan verder ontwikkeld en/of bijgesteld worden zonder dat de verordening aangepast moet worden. Artikel 10 Volgens de WIJ dient ook sociale activering uiteindelijk gericht te zijn op arbeidsinschakeling. Voor bepaalde doelgroepen is arbeidsinschakeling echter een te hoog gegrepen doel. Voor deze belanghebbenden staat dan ook niet re-integratie, maar participatie voorop. Gezien de beperkte middelen uit het werkdeel in relatie tot de omvang van de doelgroep, kan het een overweging zijn onderscheid te maken tussen sociale activering als onderdeel van een reintegratietraject, als voorbereiding op arbeidsinschakeling, en sociale activering gericht op het laten participeren van de belanghebbende in de maatschappij. In het tweede lid, dat een omschrijving geeft van het begrip sociale activering, kan dan besloten worden dat deze voorziening ook gericht kan zijn op het voorkomen van sociaal isolement. Artikel 11 Dit artikel strekt ertoe enkele zaken te regelen die te maken hebben met alle voorzieningen, ook die voorzieningen die niet met name in de verordening zijn opgenomen. In het productenboek zijn de voorzieningen nader uitgewerkt. Tevens wordt aangegeven dat ondersteuning niet perse de inzet van een voorziening behoeft in te houden. Als dat kan, kan worden volstaan met advies of doorverwijzing naar andere instanties. Indien er een voorziening ingezet wordt, kan dat een van de genoemde voorzieningen zijn die genoemd staan in artikel 11 a t/m j, maar dat hoeft niet perse aangezien dit geen limitatieve opsomming is. Artikel 12 lid 1 In het eerste lid is het maatwerk-principe gerelateerd aan de inzet van voorzieningen. De voorzieningen die worden ingezet moeten een adequaat en toereikend middel zijn om het doel te bereiken. Artikel 12 lid 2 In het tweede lid is het doel van de inzet van voorzieningen verwoord. Afhankelijk van de aard van de voorziening zal sprake zijn van één van de aangegeven (tussen)doelen, met als eindbestemming de duurzame arbeidsparticipatie. Artikel 12 lid 3 Als het lokale beleid een uitgewerkte doelgroepenbenadering bevat, dan kan ter nadere concretisering bepaald worden welke voorzieningen voor welke groepen in het bijzonder worden bestemd. Dat is vormgegeven in het derde lid. Het blijft overigens een kan -bepaling, omdat het maatwerkprincipe 14

15 voorop staat. In het concrete geval is het daarom denkbaar dat in afwijking van deze doelgroepenbenadering het werkleeraanbod wordt ingevuld met een voorziening die primair bestemd is voor jongeren uit een andere doelgroep. Om die reden wordt tevens bepaald dat artikel 4, vierde lid onverminderd van toepassing is. Artikel 13 lid 1 Een werkstage is een stage waarbij een jongere met behoud van zijn/haar inkomensvoorziening werkervaring opdoet bij een bedrijf, gedurende drie tot zes maanden. Soms is dit zelfs een jaar. Vaak zorgt een re-integratiebedrijf, dat er een stageplek voor de werkzoekende wordt gevonden. Het is wel de bedoeling dat de werkloze doorstroomt naar een echte betaalde baan. Artikel 13 lid 2 Het tweede lid geeft nog eens specifiek aan wat het doel is van de werkstage, om het verschil met een normale arbeidsverhouding aan te geven. Dit is met name van belang om te voorkomen dat de cliënt claimt dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst, en bij de rechter loonbetaling afdwingt. De werkstage kan twee doelen hebben. Op de eerste plaats kan het gaan om het opdoen van specifieke werkervaring. Dit is vergelijkbaar met de zogenaamde snuffelstage, waarbij de cliënt de gelegenheid krijgt om te bezien of het soort werk als passend kan worden beschouwd. Op de tweede plaats kan het gaan om het leren werken in een arbeidsrelatie. In de werkstage kan de cliënt wennen aan aspecten als gezag, op tijd komen, werkritme en samenwerken met collega s. Artikel 13 lid 3 Het derde lid geeft aan dat er bij plaatsing geen verdringing plaats vindt, of dat de concurrentieverhoudingen niet nadelig worden beïnvloed. Het college kan dit doen door expliciet na te gaan dat het werk dat verricht gaat worden niet productief is, of dat er geen recent ontslag heeft plaatsgevonden. Artikel 13 lid 4 In het vierde lid wordt bepaald dat er voor de werkstage een schriftelijke overeenkomst (stageovereenkomst) wordt opgesteld. Hierin kan expliciet het doel van de stage worden opgenomen, alsmede de wijze van begeleiding. Door deze schriftelijke overeenkomst kan nog eens gewaarborgd worden dat het bij een werkstage niet gaat om een reguliere arbeidsverhouding. De werkstage is mogelijk met behoud van inkomensvoorziening. Artikel 14 De WIJ houdt de mogelijkheid open om belanghebbenden een dienstverband aan te bieden, om op detacheringsbasis werkervaring op te doen. In de verordening zijn de randvoorwaarden vastgelegd waarbinnen de banen als uitstroominstrument vormgegeven worden. Er is sprake van duurzame uitstroom bij het beëindigen van het werkleeraanbod door middel van het verkrijgen van reguliere arbeid gedurende tenminste zes maanden. Artikel 14 lid 1 Het eerste lid biedt de mogelijk tot het aangaan van het dienstverband voor in principe maximaal twee jaar. Artikel 14 lid 2 In het tweede lid wordt bepaald dat het gaat om detachering. Daarbij worden op twee vlakken afspraken gemaakt. Ten eerste tussen het inlenende bedrijf en de werkgever. Hierin worden zaken geregeld als de verhouding tot de werkgever, de hoogte van de inleenvergoeding en de wijze waarop de begeleiding wordt vormgegeven. In de overeenkomst tussen werknemer en inlener worden afspraken gemaakt over werktijden, verlof, de inhoud van het werk, etcetera. 15

Verordening Werkleeraanbod Wet investeren in jongeren (WIJ)

Verordening Werkleeraanbod Wet investeren in jongeren (WIJ) Verordening Werkleeraanbod Wet investeren in jongeren (WIJ) November 2009 Afdeling Inwonerszaken De Raad van de gemeente Midden-Delfland; Gezien het advies van de Commissie Samenleving d.d. 13 januari

Nadere informatie

Maatregelenverordening Wet Investeren in Jongeren gemeente Aa en Hunze

Maatregelenverordening Wet Investeren in Jongeren gemeente Aa en Hunze No.: 03 De raad der gemeente Aa en Hunze; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Aa en Hunze, d.d. 11 januari 2010, nummer 2010/03; gelet op artikel 147, eerste lid Gemeentewet,

Nadere informatie

gelet op artikel 147, eerste lid Gemeentewet, en de artikelen 12, eerste lid, onderdeel b en 41, eerste lid, van de Wet investeren in jongeren;

gelet op artikel 147, eerste lid Gemeentewet, en de artikelen 12, eerste lid, onderdeel b en 41, eerste lid, van de Wet investeren in jongeren; De Raad van de gemeente Tiel; gezien het advies van de Commissie Samenleving; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Tiel d.d....; gelet op artikel 147, eerste lid Gemeentewet, en de artikelen

Nadere informatie

RAADSBESLUIT. Maatregelenverordening IOAW en IOAZ Asten februari

RAADSBESLUIT. Maatregelenverordening IOAW en IOAZ Asten februari RAADSBESLUIT Onderwerp: Dagtekening: nummer: Maatregelenverordening IOAW en IOAZ Asten 2010 1 februari 2011.. De raad van de gemeente Asten; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 januari 2010, bijlagenr. 696;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 januari 2010, bijlagenr. 696; No. 2010/696 De raad van de gemeente Coevorden; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 januari 2010, bijlagenr. 696; gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet

Nadere informatie

vast te stellen: de volgende Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012-A gemeente Heerde.

vast te stellen: de volgende Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012-A gemeente Heerde. Raadsbesluit De raad van de gemeente Heerde; gelezen het voorstel van het college d.d. 14 augustus 2012; gelet op artikel 8, lid 1 onderdelen b en h, artikel 9a, lid 12 en artikel 18, lid 1, 2 en 3 van

Nadere informatie

Verordening Werkleeraanbod WIJ

Verordening Werkleeraanbod WIJ Verordening Werkleeraanbod WIJ officiële titel Verordening Werkleeraanbod Wet Investeren in Jongeren citeertitel Verordening werkleeraanbod WIJ wettelijke grondslag Artikel 12, lid 1 sub a, WIJ datum aanmaak

Nadere informatie

Afstemmingsverordening WWB

Afstemmingsverordening WWB Afstemmingsverordening WWB Midden-Delfland, juli 2004 1 De Raad van de gemeente Midden-Delfland, Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 oktober 2004, nr 2004-10-11;

Nadere informatie

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikelen 8 en 8a van de Wet werk en bijstand;

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikelen 8 en 8a van de Wet werk en bijstand; Nr: 06-63l De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 06-63; gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikelen 8 en 8a van de Wet werk en bijstand;

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2008, voorstelnummer 180;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2008, voorstelnummer 180; CVDR Officiële uitgave van Leek. Nr. CVDR57328_2 1 juni 2016 Maatregelenverordening Wet werk en bijstand De raad van de gemeente Leek; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november

Nadere informatie

Gemeenteraad 2 maart 2010 Gemeenteblad VERORDENING WERKLEERAANBOD WET INVESTEREN IN JONGEREN HELMOND 2010

Gemeenteraad 2 maart 2010 Gemeenteblad VERORDENING WERKLEERAANBOD WET INVESTEREN IN JONGEREN HELMOND 2010 Jaar: 2010 Nummer: 18 Besluit: Gemeenteraad 2 maart 2010 Gemeenteblad VERORDENING WERKLEERAANBOD WET INVESTEREN IN JONGEREN HELMOND 2010 De raad van de gemeente Helmond; Gezien het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Maatregelenverordening WWB/Bbz gemeente Rijssen-Holten 2012

Maatregelenverordening WWB/Bbz gemeente Rijssen-Holten 2012 CVDR Officiële uitgave van Rijssen-Holten. Nr. CVDR134212_1 9 augustus 2016 Maatregelenverordening WWB/Bbz gemeente Rijssen-Holten 2012 Overwegingen: gelet op artikel 108, tweede lid, en 147, eerste lid

Nadere informatie

Tekstuitgave van de Verordening Werkleeraanbod Wet investeren in jongeren

Tekstuitgave van de Verordening Werkleeraanbod Wet investeren in jongeren Tekstuitgave van de Verordening Werkleeraanbod Wet investeren in jongeren De raad van de gemeente Krimpen aan den IJssel; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 september 2009; gelet

Nadere informatie

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand.

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand. Nr. XIII / 6 De raad van de gemeente DE WOLDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 mei 2004, nr. 4B, inzake vaststelling van de Reïntegratieverordening en de Maatregelenverordening;

Nadere informatie

Maatregelenverordening WWB Dantumadiel 2009 e.v (*)

Maatregelenverordening WWB Dantumadiel 2009 e.v (*) CVDR Officiële uitgave van Dantumadiel. Nr. CVDR75602_1 12 juni 2018 Maatregelenverordening WWB Dantumadiel 2009 e.v (*) HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijving 1. In deze verordening

Nadere informatie

MAATREGELENVERORDENING IOAW EN IOAZ 2010

MAATREGELENVERORDENING IOAW EN IOAZ 2010 Pag.1/5 HOOFDSTUK 1ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Definities 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. IOAW: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 augustus 2013;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 augustus 2013; DE RAAD VAN DE GEMEENTE HAREN, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 augustus 2013; gelet op artikel 8, eerste lid, onderdelen b en h, en artikel 18 eerste, tweede en derde lid van

Nadere informatie

MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2010

MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2010 MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2010 Pag.i/5 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Definities 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet werk en bijstand (WWB); b. belanghebbende:

Nadere informatie

Verordening maatregelen Wet Werk en Bijstand 2005

Verordening maatregelen Wet Werk en Bijstand 2005 Verordening maatregelen Wet Werk en Bijstand 2005 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Lelystad Officiële naam regeling Verordening maatregelen Wet Werk en Bijstand

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren CVDR Officiële uitgave van Nijkerk. Nr. CVDR31752_3 22 mei 2018 Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren De raad van de gemeente Nijkerk; gelezen het collegevoorstel van

Nadere informatie

Maatregelverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Renkum 2012

Maatregelverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Renkum 2012 CVDR Officiële uitgave van Renkum. Nr. CVDR131167_2 5 december 2017 Maatregelverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Renkum 2012 De raad van de gemeente Renkum, Gelezen het voorstel van het college van

Nadere informatie

Wetstechnische informatie

Wetstechnische informatie Wet investeren in jongeren Verord Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Heerhugowaard Officiële naam regeling Wet investeren in jongeren Citeertitel Verordening

Nadere informatie

Afstemmingsverordening WWB, IOAW, IOAZ en Bbz gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 maart 2013;

Afstemmingsverordening WWB, IOAW, IOAZ en Bbz gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 maart 2013; CVDR Officiële uitgave van Gemert-Bakel. Nr. CVDR309242_1 1 mei 2018 Afstemmingsverordening WWB, IOAW, IOAZ en Bbz 2013 De raad van de gemeente Gemert-Bakel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Maatregelenverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Oldebroek Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1. Begrippen 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader

Nadere informatie

Voor de periode 1 oktober 2009 tot 1 januari 2010 stelde u eerder een tijdelijke regeling vast.

Voor de periode 1 oktober 2009 tot 1 januari 2010 stelde u eerder een tijdelijke regeling vast. VOORSTEL AAN DE RAAD Onderwerp Samenvatting, doel en beslispunten Toelichting Verordeningen Wet investeren in jongeren Op 1 oktober 2009 is de Wet investeren in jongeren (WIJ) ingegaan. In verband hiermee

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Schouwen- Duiveland 2015

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Schouwen- Duiveland 2015 Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Schouwen- Duiveland 2015 De raad van de gemeente Schouwen-Duiveland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 september 2014;

Nadere informatie

besluit: vast te stellen de Maatregelenverordening Participatiewet, Ioaw en Ioaz 2015 gemeente Heerde.

besluit: vast te stellen de Maatregelenverordening Participatiewet, Ioaw en Ioaz 2015 gemeente Heerde. Raadsbesluit De raad van de gemeente Heerde; gelezen het voorstel van het college d.d. 11 november 2014; gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel a van de Participatiewet, artikel 35 van de

Nadere informatie

Afstemmingsverordening gemeente Arnhem 2015

Afstemmingsverordening gemeente Arnhem 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Arnhem. Nr. 19431 22 februari 2016 Afstemmingsverordening gemeente Arnhem 2015 Op 15 december 2014 heeft de gemeenteraad de 'Afstemmingsverordening gemeente

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 januari 2010, bijlagenr. 696; BESLUIT

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 januari 2010, bijlagenr. 696; BESLUIT No. 2010/696 De raad van de gemeente Coevorden; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 januari 2010, bijlagenr. 696; BESLUIT gelet op de artikelen 7 en 8 en 10, tweede lid, van de

Nadere informatie

Maatregelverordening Wet werk en bijstand gemeente Gennep 2013

Maatregelverordening Wet werk en bijstand gemeente Gennep 2013 CVDR Officiële uitgave van Gennep. Nr. CVDR305167_1 21 maart 2017 Maatregelverordening Wet werk en bijstand gemeente Gennep 2013 Maatregelen verordening Wet werk en bijstand gemeente Gennep 2013 De Raad

Nadere informatie

DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRAVE;

DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRAVE; Gemeente Grave DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRAVE; Overwegende dat met betrekking tot bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand, alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet, in het

Nadere informatie

Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ

Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Appingedam. Nr. 0 1 januari 1900 Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ De raad van de gemeente Appingedam; gelezen het voorstel van het college

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen 1 Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 10 april 2012;

gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 10 april 2012; De Raad van de gemeente Sint Anthonis; gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 10 april 2012; gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de bepalingen van de algemene wet

Nadere informatie

Handhavingsverordening WWB

Handhavingsverordening WWB Handhavingsverordening WWB Midden-Delfland, juli 2004 1 De Raad van de gemeente Midden-Delfland, Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 oktober 2004, nr 2004-10-12;

Nadere informatie

: Voorstel tot vaststelling van de Handhavingsverordening Participatiewet,

: Voorstel tot vaststelling van de Handhavingsverordening Participatiewet, Raadsbesluit Raadsvergadering d.d. : 20 oktober 2014 Besluit nummer Onderwerp IOAW en IOAZ : RB14.0119 : Voorstel tot vaststelling van de Handhavingsverordening Participatiewet, De raad van de gemeente

Nadere informatie

Maatregelverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Doesburg 2015.

Maatregelverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Doesburg 2015. CVDR Officiële uitgave van Doesburg. Nr. CVDR346217_1 13 maart 2018 Maatregelverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Doesburg 2015 9 De raad van de gemeente Doesburg gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Deurne 2018

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Deurne 2018 CVDR Officiële uitgave van Deurne. Nr. CVDR612889_1 28 september 2018 Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Deurne

Nadere informatie

131 Raadsvoorstel Reg. nr : Ag. nr : 14 Datum :

131 Raadsvoorstel Reg. nr : Ag. nr : 14 Datum : 131 Raadsvoorstel Reg. nr : 0610023 Ag. nr : 14 Onderwerp Vaststelling van de nieuwe Afstemmingsverordening 2006 in het kader van de Wet werk en bijstand. Samenvatting De wijzigingen zijn nodig in verband

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen De raad van de gemeente Oldebroek; Re-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012 kenmerk 98182 gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 april 2012; gelet op de artikelen 7 en 8 en 10

Nadere informatie

Verordening afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ BMWE 2016

Verordening afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ BMWE 2016 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Bedum. Nr. 123039 18 december 2015 Verordening afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ BMWE 2016 De raad van de gemeente Bedum; gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE BESLUIT

DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE BESLUIT Gemeenteblad nr. 170, 11 december 2014 Nr..a DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014, nr. ; gehoord de commissie Samenleving d.d. 26 november

Nadere informatie

gelet op de Wet werk en bijstand, de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

gelet op de Wet werk en bijstand, de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht; Nummer: Onderwerp: Handhavingsverordening Wet werk en bijstand (Wwb). De Gemeenteraad van Haaksbergen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Haaksbergen; gelet op de Wet werk en bijstand,

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014; HANDHAVINGSVERORDENING PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ 2015

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014; HANDHAVINGSVERORDENING PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ 2015 De raad van de gemeente Ooststellingwerf; nr. 15 gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014; gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet, artikel 8b, van de Participatiewet

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN vervallen = vervallen nieuwe tekst = nieuwe tekst Nr: 10-43 De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 10-43; gelet op artikel 147 en artikel 108, tweede

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen AFSTEMMINGSVERORDENING PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ GEMEENTE HEERENVEEN 2017 De raad van de gemeente Heerenveen; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van. 2017; gelet op

Nadere informatie

Handhavingsverordening Wwb en WIJ gemeente Borger-Odoorn. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 1 december 2009

Handhavingsverordening Wwb en WIJ gemeente Borger-Odoorn. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 1 december 2009 Gemeenteraad Onderwerp: Handhavingsverordening Wwb en WIJ gemeente Borger-Odoorn Registratienummer: 09.13039 De raad van de gemeente Borger-Odoorn; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Nadere informatie

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2004

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2004 CVDR Officiële uitgave van Hendrik-Ido-Ambacht. Nr. CVDR114026_1 14 november 2017 Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2004 De raad der gemeente Hendrik-Ido-Ambacht; gezien het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

vast te stellen: de Verordening handhaving Wet werk en bijstand. het college van burgemeester en wethouders van de gemeente

vast te stellen: de Verordening handhaving Wet werk en bijstand. het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De raad van de gemeente Sint Anthonis; overwegende dat met betrekking tot bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand, alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet, in het kader van

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 december 2014, nr. 12A;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 december 2014, nr. 12A; Gemeenteblad van de gemeente Tubbergen Jaargang: 2014 Nummer: 85 Uitgifte: 29 december 2014 Bekendmaking van het besluit de gemeenteraad d.d. 15 december 2014, nr. 12C, tot vaststelling van Verordening

Nadere informatie

Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand 2004

Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand 2004 RAADSBESLUlT De raad van de gemeente Papendrecht; gelezen het voorstel van het college d.d. 18 juni 12004; nummer 041 12004; gelet op anikei 147, eerste lid van de Gemeentewet, de anikelen 7 en 8 en 10

Nadere informatie

: Voorstel tot het vaststellen van de Handhavingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013

: Voorstel tot het vaststellen van de Handhavingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Den Helder Raadsbesluit Raadsvergadering d.d. 17 december 2012 Besluit nummer : RB 12.0222 Onderwerp : Voorstel tot het vaststellen van de Handhavingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 De raad

Nadere informatie

Zaaknummer. Documentnummer

Zaaknummer. Documentnummer Raadsvergadering 4 december 2014 Zaaknummer 368186 Agendapunt 12 Documentnummer *368195* De raad der gemeente Putten; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 november 2014, nr. 368189;

Nadere informatie

Verordening werkleeraanbod Wet investeren in jongeren

Verordening werkleeraanbod Wet investeren in jongeren Gemeente Boxmeer Onderwerp: Vaststelling van de Verordening Werkleeraanbod Wet investeren in jongeren. Nummer: 7a. De Raad van de gemeente Boxmeer; gezien het advies van de Adviescommissie sociale zaken

Nadere informatie

Handhavingsverordening WWB

Handhavingsverordening WWB Handhavingsverordening WWB Midden-Delfland, juli 2004 1 De Raad van de gemeente Midden-Delfland, Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van..., Gehoord de Raadscommissie Samenleving

Nadere informatie

Gemeente BOARNSTERHIM

Gemeente BOARNSTERHIM Gemeente BOARNSTERHIM VERORDENING WERKLEERAANBOD WET INVESTEREN IN JONGEREN 2010 1 De raad van de gemeente Boarnsterhim, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van.. februari

Nadere informatie

Gemeente Nissewaard - Verordening handhaving, maatregelen en boeten Nissewaard 2016

Gemeente Nissewaard - Verordening handhaving, maatregelen en boeten Nissewaard 2016 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Nissewaard. Nr. 160462 17 november 2016 Gemeente Nissewaard - Verordening handhaving, maatregelen en boeten Nissewaard 2016 De raad van de gemeente Nissewaard;

Nadere informatie

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikelen 8 en 8a van de Wet werk en bijstand;

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikelen 8 en 8a van de Wet werk en bijstand; Nr: 08-91 De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 08-91; gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikelen 8 en 8a van de Wet werk en bijstand;

Nadere informatie

Handhavingsverordening WWB en WIJ 2009

Handhavingsverordening WWB en WIJ 2009 Handhavingsverordening WWB en WIJ 2009 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Heemskerk Officiële naam regeling Handhavingsverordening WWB en WIJ 2009 Citeertitel

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. CVDR Officiële uitgave van Losser. Nr. CVDR352018_2 8 november 2016 Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 De raad van de gemeente Losser, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving) Datum uitwerkingtreding

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving) Datum uitwerkingtreding Beleidsregels Participatieverordening 2015 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Gemeente Sint-Michielsgestel Officiële naam regeling Beleidsregels Participatieverordening

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2017

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2017 Opmerking [SJ1]: Jaartal aangepast Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsbepalingen 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde

Nadere informatie

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikelen 8 en 8a van de Wet werk en bijstand;

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikelen 8 en 8a van de Wet werk en bijstand; Nr: 10-40 De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 10-40; gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikelen 8 en 8a van de Wet werk en bijstand;

Nadere informatie

MAATREGELENVERORDENING inkomensvoorzieningen Lelystad 2012

MAATREGELENVERORDENING inkomensvoorzieningen Lelystad 2012 MAATREGELENVERORDENING inkomensvoorzieningen Lelystad 2012 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Lelystad Officiële naam regeling MAATREGELENVERORDENING inkomensvoorzieningen

Nadere informatie

BELEIDSREGELS PARTICIPATIE Behorend bij de Participatieverordening Grondslag

BELEIDSREGELS PARTICIPATIE Behorend bij de Participatieverordening Grondslag BELEIDSREGELS PARTICIPATIE 2015 Behorend bij de Participatieverordening 2015 Grondslag Artikelen 7, 8a en 10 van de Participatiewet. Artikelen 34, 35 en 36 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Werk en Inkomen Nieuwegein 2018

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Werk en Inkomen Nieuwegein 2018 CVDR Officiële uitgave van Nieuwegein. Nr. CVDR486442_1 22 mei 2018 Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Werk en Inkomen Nieuwegein 2018 De gemeenteraad van Nieuwegein heeft op 22 februari

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Castricum 2015

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Castricum 2015 CVDR Officiële uitgave van Castricum. Nr. CVDR367216_1 10 oktober 2017 Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Castricum 2015 De raad van de gemeente Castricum; gelezen het voorstel

Nadere informatie

Hoofdstuk 1:Algemene bepalingen.

Hoofdstuk 1:Algemene bepalingen. Raadsbesluit De raad van de gemeente Noord-Beveland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel b, en artikel 18 van de Wet werk en bijstand (WWB);

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR80772_3. Participatieverordening Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN

CVDR. Nr. CVDR80772_3. Participatieverordening Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN CVDR Officiële uitgave van Ooststellingwerf. Nr. CVDR80772_3 12 juni 2018 Participatieverordening 2010 De raad van de gemeente Ooststellingwerf;nr. B.4gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Grave,

Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Grave, Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Grave, gelet op de artikelen 7, 8a en 10 van de Participatiewet, de artikelen 34, 35 en 36 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk

Nadere informatie

Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW, IOAZ Het Hogeland 2019

Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW, IOAZ Het Hogeland 2019 Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW, IOAZ Het Hogeland 2019 gelet op artikel 8b van de Participatiewet, artikel 35 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze

Nadere informatie

RE-INTEGRATIEVERORDENING PARTICIPATIEWET 2015

RE-INTEGRATIEVERORDENING PARTICIPATIEWET 2015 RE-INTEGRATIEVERORDENING PARTICIPATIEWET 2015 De raad van de gemeente Grootegast; gelezen het voorstel van het college van ; Gezien het advies van de Wmo-adviesraad d.d. gelet op de artikelen 8a, eerste

Nadere informatie

gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet en artikel 8, eerste lid onder c en artikel 30 van de Wet werk en bijstand;

gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet en artikel 8, eerste lid onder c en artikel 30 van de Wet werk en bijstand; De raad van de gemeente Bergen; gelezen het voorstel van het college van Bergen 28 februari 2012; gezien het advies van de Algemene Raadscommissie van 22 maart 2012; gelet op artikel 147, eerste lid van

Nadere informatie

Handhavingsverordening Wet Werk en bijstand en Wet investeren in jongeren Handhavingsverordening WWB en WIJ

Handhavingsverordening Wet Werk en bijstand en Wet investeren in jongeren Handhavingsverordening WWB en WIJ HANDHAVINGSVERORDENING WWB officiële titel Citeertitel Handhavingsverordening Wet Werk en bijstand en Wet investeren in jongeren Handhavingsverordening WWB en WIJ wettelijke grondslag Artikel 8a Wet Werk

Nadere informatie

Gemeenteraad 29 mei 2012 Gemeenteblad

Gemeenteraad 29 mei 2012 Gemeenteblad Jaar: 2012 Nummer: 39 Besluit: Gemeenteraad 29 mei 2012 Gemeenteblad 6 E WIJZIGING MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE HELMOND De raad van de gemeente Helmond; gezien het voorstel van

Nadere informatie

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikelen 8 en 8a van de Wet werk en bijstand;

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikelen 8 en 8a van de Wet werk en bijstand; Bijlage bij raadsvoorstel nr. 10-40 Nr: 10-40 De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 10-40; gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikelen

Nadere informatie

De Verordening Werkleeraanbod Wet Investeren in Jongeren gemeente Tynaarlo vast te stellen

De Verordening Werkleeraanbod Wet Investeren in Jongeren gemeente Tynaarlo vast te stellen Raadsbesluit nr. 13 Betreft: Verordening Werkleeraanbod Wet Investeren in Jongeren gemeente Tynaarlo De raad van de gemeente Tynaarlo; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 oktober, nr. ;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 oktober, nr. ; DE RAAD DER GEMEENTE HAREN, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 oktober, nr. ; gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet, de artikelen 7 en 8 en 10, tweede

Nadere informatie

Officiële uitgave van de gemeente Bergeijk Nummer 9 22 december 2014

Officiële uitgave van de gemeente Bergeijk Nummer 9 22 december 2014 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Bergeijk Nummer 9 22 december 2014 Verordening Participatiewet 2015 De raad der gemeente Bergeijk; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD 2010 nr.28

GEMEENTEBLAD 2010 nr.28 GEMEENTEBLAD 2010 nr.28 De raad van de gemeente Maassluis; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet; gelet op artikel 8, eerste lid onderdeel

Nadere informatie

Gemeenteblad Officiële uitgave van de gemeente Huizen Week: 51 Datum: nr. 31

Gemeenteblad Officiële uitgave van de gemeente Huizen Week: 51 Datum: nr. 31 Gemeenteblad Officiële uitgave van de gemeente Huizen Week: 51 Datum: 18-12-2014 nr. 31 Burgemeester en wethouders maken bekend dat de gemeenteraad van Huizen in zijn vergadering van 11 december 2014 besloten

Nadere informatie

Verordening Toeslagen en Verlagingen Wet investeren in jongeren

Verordening Toeslagen en Verlagingen Wet investeren in jongeren Gemeente Boxmeer Onderwerp: Vaststelling van de Verordening Toeslagen en verlagingen Wet investeren in jongeren. Nummer: 7a. De Raad van de gemeente Boxmeer; gezien het advies van de Adviescommissie sociale

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 1 december 2009

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 1 december 2009 Gemeenteraad Onderwerp: Verordening werkleeraanbod WIJ gemeente Borger-Odoorn. Registratienummer: 09.13037 De raad van de gemeente Borger-Odoorn; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en

Nadere informatie

gezien het advies van het Platform Werk en Inkomen d.d. 14 november 2012;

gezien het advies van het Platform Werk en Inkomen d.d. 14 november 2012; MINUT.C Agendapunt: 8 Nr.: 2012/5658A De raad van de gemeente Slochteren; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 20 november 2012; gezien het advies van het Platform Werk

Nadere informatie

Re-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Lemsterland. gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d.

Re-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Lemsterland. gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. Re-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Lemsterland. De raad van de gemeente Lemsterland; gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 6 december 2010; gelet op de artikelen 7, 8,

Nadere informatie

Handhavingsverordening WerkSaam Westfriesland 2015

Handhavingsverordening WerkSaam Westfriesland 2015 Handhavingsverordening WerkSaam Westfriesland 2015 Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling WerkSaam Westfriesland, gevestigd te Hoorn; Gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2011,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2011, de raad van de gemeente Roosendaal, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2011, gelet op artikel 8, eerste lid, onder a van de Wet werk en bijstand, gezien het advies van

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Oss,

Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Oss, Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Oss, gelet op de artikelen 7, 8a en 10 van de Participatiewet, de artikelen 34, 35 en 36 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte

Nadere informatie

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikelen 8 en 8a van de Wet werk en bijstand;

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikelen 8 en 8a van de Wet werk en bijstand; Nr: 12-81 De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 12-81; gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikelen 8 en 8a van de Wet werk en bijstand;

Nadere informatie

Toelichting. Algemeen

Toelichting. Algemeen Toelichting Algemeen Op 1 januari 2013 zijn de Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving en de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd in werking getreden. Hierdoor wijzigt o.a. de

Nadere informatie

RE-INTEGRATIEVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ 2012

RE-INTEGRATIEVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ 2012 RE-INTEGRATIEVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ 2012 Verordening, vastgesteld bij Raadsbesluit van 29 maart 2012, nummer R2012.0012 A, gepubliceerd 18 april 2012, in werking getreden met ingang van 19 april

Nadere informatie

Verordening werkleeraanbod Wet investeren in jongeren gemeente Diemen

Verordening werkleeraanbod Wet investeren in jongeren gemeente Diemen Verordening werkleeraanbod Wet investeren in jongeren gemeente Diemen 1 De raad van de gemeente Diemen; Gelezen het voorstel van Burgemeester en wethouders van Diemen, d.d. 25 augustus 2009; gelet op artikel

Nadere informatie

HOOFDSTUK 2 RE-INTEGRATIE PARAGRAAF 1 ALGEMENE BEPALINGEN OVER RE-INTEGRATIE

HOOFDSTUK 2 RE-INTEGRATIE PARAGRAAF 1 ALGEMENE BEPALINGEN OVER RE-INTEGRATIE CVDR Officiële uitgave van Woudenberg. Nr. CVDR192545_2 8 november 2016 Verordening werk en bijstand 2012 De raad van de Gemeente Woudenberg, gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 8 mei

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 12-10-2010;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 12-10-2010; GEMEENTERAAD Onderwerp: Maatregelenverordening IOAW en IOAZ Registratienummer: 10.17785 De raad van de gemeente Borger-Odoorn; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 12-10-2010;

Nadere informatie

BBM gemeente Steenbergen

BBM gemeente Steenbergen De raad van de gemeente Steenbergen; BBM1400783 gemeente Steenbergen overwegende dat de Handhavings- en maatregelenverordening inkomensvoorzieningen 2013 aanpassing behoeft; gezien het voorstel van het

Nadere informatie

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand gemeente Nijkerk

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand gemeente Nijkerk CVDR Officiële uitgave van Nijkerk. Nr. CVDR2749_2 22 mei 2018 Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand gemeente Nijkerk (geconsolideerde versie, geldig vanaf 1 januari 2006) De raad van

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 februari 2012, nr. R-2012-0050;;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 februari 2012, nr. R-2012-0050;; DE RAAD VAN DE GEMEENTE BEEMSTER. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 februari 2012, nr. R-2012-0050;; gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet en artikel

Nadere informatie

( MAATREGELENVERORDENING WET INVESTEREN IN JONGEREN )

( MAATREGELENVERORDENING WET INVESTEREN IN JONGEREN ) ( MAATREGELENVERORDENING WET INVESTEREN IN JONGEREN ) ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING Artikel 1 Begripsomschrijving De begrippen die in de verordening worden gebruikt hebben dezelfde betekenis als in de WIJ.

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR87103_1. Verordening werkleeraanbod WIJ. Algemene bepalingen

CVDR. Nr. CVDR87103_1. Verordening werkleeraanbod WIJ. Algemene bepalingen CVDR Officiële uitgave van Den Helder. Nr. CVDR87103_1 20 maart 2018 Verordening werkleeraanbod WIJ Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. De wet:

Nadere informatie

Verordening toeslagen en verlagingen Wet investeren in jongeren (WIJ) gemeente Kapelle

Verordening toeslagen en verlagingen Wet investeren in jongeren (WIJ) gemeente Kapelle Verordening toeslagen en verlagingen Wet investeren in jongeren (WIJ) gemeente Kapelle Ingaande 1 juli 2010 Gemeente Kapelle Verordening toeslagen en verlagingen wet investeren in jongeren (WIJ) 1 Besluitnummer

Nadere informatie