SMART RELAIS SREL, SREL.ZK, SREL.ADV, SREL2. Stand: augustus 2012

Transcriptie

1 SMART RELAIS SREL, SREL.ZK, SREL.ADV, SREL2 Stand: augustus 2012

2 1.0 BELANGRIJKE INSTRUCTIES PRODUCTOMSCHRIJVING VOORAFGAAND AAN DE BESTELLING Er moet bepaald worden welke versie van het Smart Relais nodig is Er moet vastgelegd worden welk toebehoren nodig is Er moeten voedingen worden ontwikkeld en aangeschaft De plaats van montage moet bepaald worden Meer informatie VOORAFGAAND AAN INSTALLATIE Montage backup-batterij INSTALLATIE AANSLUITSCHEMA SREL en SREL.ZK SREL.ADV Beschrijving van de aansluitingen SREL, SREL.ZK en SREL PROGRAMMERING EN CONFIGURATIE Toegangscontrole Tijdzonesturing Overlay Flip Flop Repeater Tijdomstelling OMRON Het Smart Relais in de Omron-modus Geen akoestische programmeerbewijzen Externe pieper / externe LED Interne / externe antenne Aantal uitbreidingsmodulen Pulslengte Seriële poort... 16

3 7.7.8 Beperkt bereik Externe pieper/ externe LED Protocolleren van onbevoegde toegangspogingen SAMENVATTING VAN DE DIODESIGNALEN Beschrijving functioneren Wiegand interface (33 bit en 26 bit) Kaba Benzing, Siemens, Gantner Legic, Primion, Isgus interface ONDERHOUD Batterij-alarm en batterijvervanging bij gebruik van de batterij SREL.BAT Backup-batterij TECHNISCHE GEGEVENS SREL SMARTRELAIS Versies Smartrelais Versies kaartlezer in combinatie met srel BESCHRIJVING VAN DE SREL2-AANSLUITINGEN TECHNISCHE GEGEVENS SREL PRODUCTAANDUIDING BESTELCODE Bovengeschikt sluitniveau WAARSCHUWING VEILIGHEID... 28

4 4 1.0 Belangrijke instructies!veiligheidsinstructie: Let op! De batterijen en accu's die in dit product worden gebruikt, kunnen bij verkeerde behandeling tot brand- of verbrandingsgevaar leiden. Deze batterijen mogen niet worden opgeladen, geopend, boven 100 C verhit of verbrand. De installatie van een SimonsVoss Smart Relais vereist kennis van deurmechanismen, deurvergunningen, elektronische montage en de omgang met de SimonsVoss software. Derhalve dient de montage alleen door geschoold deskundig personeel te geschieden. Voor beschadiging als gevolg van foutieve montage aanvaardt SimonsVoss Technologies AG geen aansprakelijkheid. Door een foutief geïnstalleerd Smart Relais kan de doorgang door een deur geblokkeerd zijn. Voor gevolgen van foutieve installatie, zoals een geblokkeerde toegang tot gewonden of personen in gevaar, materiële of andere schade, is SimonsVoss AG niet aansprakelijk. Als een Smart Relais langer dan een week wordt opgeslagen, moet de backupbatterij verwijderd worden. De installatie van het Smart Relais moet met inachtneming van de ESD-richtlijnen (elektrostatische oplading) worden uitgevoerd. Met name het aanraken van de printplaten en de geïntegreerde schakelcircuits die zich erop bevinden, moet vermeden worden. Bij twijfel is het originele Duitse manual van toepassing. 2.0 Productomschrijving Het SimonsVoss Smart Relais is een elektronische schakelaar die met een SimonsVoss transponder bediend kan worden. De autorisatie voor transponders die het Smart Relais mogen bedienen, kan via de SimonsVoss software geconfigureerd worden. Zodoende biedt het Smart Relais de complete functionaliteit van een toegangscontrolelezer.

5 5 3.0 Voorafgaand aan de bestelling 3.1 ER MOET BEPAALD WORDEN WELKE VERSIE VAN HET SMART RELAIS NODIG IS Smart Relais basisversie: Bestelcode SREL Met dit relais kan een pure ja/nee-autorisatie voor maximaal verschillende transponders geregeld worden. Smart Relais Plus-versie met toegangsprotocollering en tijdzones: Bestelcode SREL.ZK Identiek met de basisversie, maar nu met de mogelijkheid van gescheiden toegangsprotocollering van de laatste doorgangen (vanaf firmwareversie ) met datum en tijd, of dag-tijdzones voor max. vijf groepen personen en automatische ver- en ontgrendeling. Smart Relais Advanced versie: Bestelcode SREL.ADV Identiek met de Plus-versie, maar met de volgende extra functies: - aansluiting voor externe modules via een driedraads bus - aansluiting van een externe antenne - aansluiting voor seriële poorten naar externe terminals voor tijdregistratie of toegangscontrolelezers - Aansluiting voor externe LED of buzzer Zie ook 11.0 nieuw SmartRelais2 & kaartlezer! 3.2 ER MOET VASTGELEGD WORDEN WELK TOEBEHOREN NODIG IS 1. Externe antenne bij ongunstige ontvangstomstandigheden Bestelcode: SREL.AV 2. Batterij alleen voor SREL, SREL.ZK en SREL.ADV voor het geval dat deze producten zonder extra stroomverzorging worden bedreven: Bestelcode SREL.BAT 3. Optionele uitbreidingsmodule (bijv. Smart Output Modul) 3.3 ER MOETEN VOEDINGEN WORDEN ONTWIKKELD EN AANGESCHAFT Deze voedingseenheden zijn nodig voor elk Smart Relais dat zonder batterijen gebruikt moet worden. De voedingseenheid moet een vermogen van maximaal 15

6 6 watt hebben en een spanning van 12 VAC of 5 tot 24 VDC bij een stroomsterkte van 100 ma kunnen leveren. Let op! Geen schakelende voeding in de buurt van een Smart Relais gebruiken. In alle voedingseenheden moet door de klant voorzien worden; ze kunnen niet via SimonsVoss worden aangeschaft. 3.4 DE PLAATS VAN MONTAGE MOET BEPAALD WORDEN De reikwijdte van de transponder naar het Smart Relais (leesreikwijdte) bedraagt max. 1,5 m, maar kan door een metalen omgeving (met name sterke magnetische velden of aluminium) gereduceerd worden. Onder ideale omstandigheden wordt de reikwijdte getest met een bevoegde transponder en een Smart Relais op batterijen. 3.5 MEER INFORMATIE - Alle bedrading voor de aansluiting aan het Smart Relais moet van het type IY(ST)Y...x0,6 zijn (getwist aderpaar, afgeschermde leiding) en een niet langer zijn dan 100 m. Hierbij moet rekening gehouden worden met verlies van capaciteit, afhankelijk van de omvang van de stroomverzorging. - De technische gegevens van de in- en uitgangen moeten in acht genomen worden (zie technische gegevens). - Alle bedrading moet overeenkomstig de voorschriften van de VDE aangebracht en aangesloten worden. 4.0 Voorafgaand aan installatie Het Smart Relais uitpakken en controleren of het eventueel beschadigd is. Het Smart Relais aan een stroomverzorging of een batterij aansluiten. Bij gebruik met een voedingseenheid moet de meegeleverde batterij in de daarvoor bestemde houder geplaatst worden (zie montage van de backupbatterij). Het functioneren van het Smart Relais controleren met een transponder in de toestand af fabriek. Bij montage in een inbouwdoos moet de behuizing verwijderd worden. Bij montage direct op de muur kan de bodemplaat als sjabloon voor de boringen (6 mm) gebruikt worden.

7 7 4.1 MONTAGE BACKUP-BATTERIJ Backup Batterie nur einsetzen, wenn das Smart Relais mit Netzteil betrieben wird, bei Betrieb mit SREL.BAT diese Batterie nicht einsetzen! SREL.ADV SREL und SREL.ZK +/~ -/~ C A B +V F3 F2 F1BN WH GN GY YL + Backup Batterie (im Lieferumfang enthalten) in die Halterung einführen PLUSPOL NACH OBEN SREL.ADV SREL und SREL.ZK +/~ -/~ C A B +V F3 F2 F1BN WH GN GY YL + +

8 8 5.0 Installatie De stroomverzorging uitschakelen (eventueel de stekker uit het contact nemen of de batterij afklemmen). Alle draden aan de daarvoor bestemde klemmen van het Smart Relais aansluiten (zie aansluitschema op de volgende pagina). Bij aansluiting van een voedingseenheid met gelijkstroom moet op de juiste polariteit gelet worden. Bij de installatie wordt de grootste leesreikwijdte bereikt als de antennes van het Smart Relais parallel aan die van de transponder zijn gericht. De stroomverzorging inschakelen (eventueel de stekker in het contact steken of de batterij aansluiten). Het functioneren van het Smart Relais controleren met een transponder in de toestand af fabriek. Het Smart Relais programmeren met de SimonsVoss software (wij bevelen softwareversies vanaf LDB 1.50a of nieuwer aan, dan wel LSM 2.2 of nieuwer). Nogmaals het functioneren controleren met een nu geautoriseerde transponder.

9 9 6.0 Aansluitschema 6.1 SREL EN SREL.ZK + / ~ Netzteil { - / ~ Batterie SREL.BAT Relais { NC COM NO 6.2 SREL.ADV Externe Einund Ausgänge 1 RS 485-COM 2 RS 485-A 3 RS 485-B 4 + Vaux (3...5 V) 5 LED / Buzzer / Input 1 / CLS 6 Seriell 1 / Input 2 7 Seriell 2 + / ~ Netzteil { - / ~ Batterie SREL.BAT Brown White Green Grey Yellow } Externe Antenne SREL.AV Relais { NC COM NO

10 BESCHRIJVING VAN DE AANSLUITINGEN SREL, SREL.ZK EN SREL Naam Symbo Beschrijving ol Voedingseenheid + / ~ Naar keuze pluspool bij aansluiting van gelijkstroom (5 tot 24 VDC) of één van de twee wisselstroomaansluitingen (12 VAC) Voedingseenheid - / ~ Naar keuze minpool bij aansluiting van gelijkstroom (5 tot 24 VDC) of de tweede wisselstroomaansluiting (12 VAC) Batterij Relais NC Relais COM Relais NO Externe antenne Bruin Wit Groen Grijs Geel RS-485COM RS-485A RS-485B BN WH GN GY YL C A B Stekkeraansluiting voor een batterij (bij gebruik zonder voedingseenheid) Bestelcode van de batterij incl. stekker SREL.BAT Normally Closed contact van het wisselaarrelais. Dit contact is in uitgeschakelde toestand gesloten tegen relais COM Common contact van het wisselaarrelais. Dit contact wordt verbonden met Relais NC (opener) of Relais NO (sluiter) Normally Open contact van het wisselaarrelais. Dit contact is in ingeschakelde toestand gesloten tegen relais COM Aansluiting voor de gekleurde draden van een externe antenne (bestelcode SREL.AV) Brown Bruin White Wit Green Groen Grey Grijs Yellow Geel Aansluitbus voor externe module + Vaux +V Type 3,0-5,0V +/- 0,5V voor externe LED of buzzer max. 10mA LED / Buzzer / Input F3 Multifunctionele aansluiting 1 / CLS Serieel 1 / Input 2 F2 Multifunctionele aansluiting Serieel 2 F1 Multifunctionele aansluiting

11 Programmering en configuratie Als in de SimonsVoss software (vanaf LDB-versie 1.40 of vanaf LSM 2.1 of hoger) het Smart Relais als sluitelement wordt gekozen, zijn voor de configuratie de volgende opties beschikbaar:

12 TOEGANGSCONTROLE Alleen bij SREL.ZK en SREL.ADV mogelijk. De laatste betreffende transponderactiveringen worden met datum en tijdstip opgeslagen. 7.2 TIJDZONESTURING Alleen bij SREL.ZK en SREL.ADV mogelijk. Er kan een tijdzoneplan geladen worden en daarna worden de transponders overeenkomstig hun tijdzonegroep geautoriseerd of geblokkeerd. 7.3 OVERLAY Reservetransponders kunnen hun origineel overschrijven. Na de eerste activering met een reservetransponder is de originele transponder geblokkeerd. 7.4 FLIP FLOP De impulsmodus (default instelling) wordt uitgeschakeld, de duur van de impuls is niet meer van belang. Het Smart Relais verandert bij ingeschakelde flip flop modus zijn toestand bij elke activering van een transponder van AAN naar UIT en omgekeerd. Deze modus is aanbevolen voor het in- of uitschakelen van licht of machines, e.d. Bij een dergelijke installatie moet er eventueel op gelet worden dat de voedingseenheid en de deuropener geschikt zijn voor duurstroom. 7.5 REPEATER Het Smart Relais ontvangt een transpondersignaal en zendt dit versterkt door. Met deze functie kan het Smart Relais gebruikt worden om een groter zendbereik te overbruggen. De afstand tot een ander Smart Relais kan max. 2 m bedragen. 7.6 TIJDOMSTELLING Alleen voor SREL.ZK en SREL.ADV. Als de tijdomstelling wordt geactiveerd, moet eerst een tijdzoneplan geladen worden dat een algemene vrijschakeling van het Smart Relais tijdens de gemarkeerde tijden (in groep 5) mogelijk maakt. Overdag kan een deur vrij toegankelijk zijn en 's nachts alleen maar met een transponder functioneren. Bij een dergelijke installatie moet er op gelet worden dat de voedingseenheid en de deuropener geschikt zijn voor duurstroom.

13 13 Als de tijdomstelling wordt gekozen, staan in het veld "Tijdgestuurde relaisomschakeling" de volgende opties (multiple choice) ter beschikking: 1. Handmatig uitklinken De deur wordt na de ingestelde tijd niet automatisch afgesloten maar doet dat pas als een geautoriseerde transponder na dat tijdstip boekt. 2. Automatische vergrendeling (basisinstelling) De deur wordt precies op het tijdstip dat in het tijdzoneplan is vastgelegd vergrendeld. 3. Handmatig vrijschakelen (basisinstelling) De deur wordt na de ingestelde tijd niet automatisch vrijgeschakeld maar doet dat pas als een geautoriseerde transponder na dat tijdstip boekt. 4. Automatisch vrijschakelen Gewoonlijk schakelt de deur niet automatisch op de ingestelde tijd vrij maar doet dat pas na activering door de eerste transponder. Indien gewenst is dat de deur in ieder geval automatisch op de ingestelde tijd vrijschakelt, moet deze optie gekozen worden. 5. Transponder actief - Altijd Gewoonlijk kan een transponder tijdens de vrijschakelperiode niet gebruikt worden. Als het echter gewenst is dat de deur dan ook indien nodig kan worden gesloten (bijvoorbeeld als alle personen het gebouw verlaten), moet deze optie gekozen worden. - Alleen indien vergrendeld In deze bedrijfsmodus heeft de transponder tijdens de vrijschakeltijd geen uitwerking. 7.7 OMRON Alleen voor SREL.ADV. Veel toegangscontrole- en tijdregistratiesystemen hebben seriële poorten voor het aansluiten van kaartlezers. Via deze interfaces is ook het aansluiten van een Smart Relais mogelijk. Op die manier kan de SimonsVoss transponder ook in externe systemen gebruikt worden. Als u wilt dat het Smart Relais de transpondergegevens aan een extern systeem overdraagt en bij vrijschakelen door het externe systeem een commando op afstand door het Smart Relais aan een cilinder wordt gegeven, dan kiest u deze optie zowel bij het Smart Relais als de cilinder. Het soort externe systeem moet onder "Interfaces" ingesteld worden. Beschikbaar zijn:

14 HET SMART RELAIS IN DE OMRON-MODUS Externes Zutrittskontroll- oder Zeiterfassungssystem GND Freischalt Relais VDC 1 K 1 K 1 K Pull Up Widerstände + / ~ Netzteil { - / ~ Batterie SREL.BAT F3 F2 F1 Brown White Green Grey Yellow } Externe Antenne SREL.AV CLS Clock / D1 Data / D0 Relais { NC COM NO

15 GEEN AKOESTISCHE PROGRAMMEERBEWIJZEN Alleen SREL.ADV Wanneer het wenselijk is dat bij een programmering van het Smart Relais geen programmeerbewijzen via een aangesloten buzzer/zoemer worden verstrekt, moet dit veld aangevinkt worden EXTERNE PIEPER / EXTERNE LED Alleen SREL.ADV Hier wordt aangegeven welke externe componentengroep is aangesloten. Het Smart Relais zorgt er in de Flip-Flop-modus in ingeschakelde toestand voor dat een externe LED een continu signaal geeft, terwijl bij een aangesloten buzzer alleen iedere statusverandering met een kort akoestisch signaal wordt aangegeven INTERNE / EXTERNE ANTENNE Alleen SREL.ADV - Autodetectie Als een externe antenne aangesloten is, wordt alleen deze gebruikt. Het Smart Relais schakelt de interne antenne in dat geval uit. Als er geen externe antenne aangesloten is (standaardsituatie) opereert het Smart Relais met de interne antenne. - Beide actief Het Smart Relais kan boekingen van transponders via beide antennes ontvangen AANTAL UITBREIDINGSMODULEN Hier geeft u het aantal externe modules aan dat aan het Smart Relais is aangesloten. Deze modules worden aan de klemmen RS-485 COM, RS-485 A en RS-485 B aangesloten. Meer informatie is te vinden in de documentatie van de betreffende module(s) PULSLENGTE Hier geeft u de waarde voor de impulsduur van de schakelpuls in seconden aan. Deze waarde kan tussen 0,1 en 25,5 seconden liggen. Als u bijvoorbeeld 3 seconden aangeeft, wordt een deuropener 3 seconden lang vrijgeschakeld voordat hij weer sluit.

16 SERIËLE POORT Alleen voor SREL.ADV Voor het gebruik als seriële poort kunt u hier het soort kaartlezer instellen dat het Smart Relais moet simuleren De beschikbare opties zijn: Wiegand 33 bit Wiegand 26 bit Primion Siemens Kaba Benzing Gantner Legic Isgus De bijbehorende aanwijzingen voor de bedrading zijn te vinden in het hoofdstuk "Het Smart Relais als seriële poort" BEPERKT BEREIK Bij de selectie van deze optie wordt de leesreikwijdte transponder Smart Relais van ca. 1,5 m op ca. 0,4 m begrensd. Deze optie kan bijv. worden benut als diverse Smart Relais direct bij elkaar in de buurt zijn aangebracht en afzonderlijke transponders rechten hebben voor verschillende Smart Relais EXTERNE PIEPER/ EXTERNE LED Alleen voor SREL.ADV Gewoonlijk is het Smart Relais geconfigureerd voor de aansluiting van een LED. Wanneer het externe signaal van een pieper of buzzer moet komen, moet deze optie worden aangevinkt. Op die manier kan de pieper / buzzer in plaats van de LED voor een akoestisch bewijs gebruikt worden. In gevallen waarin de aangesloten component een maximale spanning van minder dan 10 ma bij 3VDC nodig heeft, kan het aansluitschema er als volgt uitzien:

17 17 Evtl. Widerstand zur Leistungsbegrenzung. Der Ausgang V+ liefert max. 10 ma bei 3VDC Entweder Buzzer oder LED + / ~ Netzteil { - / ~ Batterie SREL.BAT V+ F3 Brown White Green Grey Yellow } Externe Antenne SREL.AV Relais { NC COM NO Als de spanning voor de externe component boven 10 ma ligt, moet deze component via een externe stroomverzorging gevoed worden. In dat geval moet de aansluiting als volgt uitgevoerd zijn: Ext. Netzteil GND Evtl. Widerstand zur Leistungsbegrenzung. Der Ausgang F3 verträgt max. 50 ma Maximal + 24V Entweder Buzzer oder LED + / ~ Netzteil { - / ~ Batterie SREL.BAT F3 Brown White Green Grey Yellow } Externe Antenne SREL.AV Relais { NC COM NO

18 PROTOCOLLEREN VAN ONBEVOEGDE TOEGANGSPOGINGEN Alleen voor SREL.ZK en SREL.ADV Gewoonlijk worden alle geautoriseerde activeringen van transponders geprotocolleerd. Indien gewenst is dat ook de poging om een deur te openen met een onbevoegde transponder geregistreerd wordt, moet deze optie worden gekozen. 8.0 Samenvatting van de diodesignalen 8.0 BESCHRIJVING FUNCTIONEREN Om een Smart Relais als kaartlezer in een extern toegangscontrole- of tijdregistratiesysteem te gebruiken, moeten zowel de hardware (bedrading en signaalniveau) als de gegevensformaten exact overeenstemmen met die van de kaartlezer. Alleen in dat geval kan het externe systeem de gegevens van de SimonsVoss transponder begrijpen en beoordelen. De transpondergegevens worden eerst gelezen door het Smart Relais. Als de transponder bevoegd is voor het Smart Relais worden deze gegevens via de seriële poort doorgegeven aan het externe systeem. Voor de afzonderlijke gegevensformaten krijgt u van het productmanagement van SimonsVoss gedetailleerde specificaties. De selectie van het juiste soort lezer geschiedt in de configuratie van het Smart Relais met de SimonsVoss software vanaf versie De aansluitingen voor de verschillende varianten lezers zijn hieronder te vinden.

19 WIEGAND INTERFACE (33 BIT EN 26 BIT) Externes Zutrittskontroll- oder Zeiterfassungssystem GND VDC 1 K 1 K 1 K Pull Up Widerstände CLS D1 D0 + / ~ Netzteil { - / ~ Batterie SREL.BAT F2 F1 Brown White Green Grey Yellow } Externe Antenne SREL.AV Relais { NC COM NO

20 KABA BENZING, SIEMENS, GANTNER LEGIC, PRIMION, ISGUS INTERFACE Externes Zutrittskontroll- oder Zeiterfassungssystem GND VDC 1 K 1 K 1 K Pull Up Widerstände CLS Clock Data + / ~ Netzteil { - / ~ Batterie SREL.BAT F2 F1 Brown White Green Grey Yellow } Externe Antenne SREL.AV Relais { NC COM NO

21 Onderhoud 9.1 BATTERIJ-ALARM EN BATTERIJVERVANGING BIJ GEBRUIK VAN DE BATTERIJ SREL.BAT Voor het geval dat de batterijcapaciteit niet meer voldoende is, kan een Smart Relais als volgt een batterij-alarm geven: SREL, SREL.ZK, SREL.ADV Interne LED knippert 8x bij elke transponderactivering en voor het schakelen van het relais. Deze LED moet bij gebruik van de batterij van buiten te zien zijn. Alleen SREL.ADV Externe LED knippert 8x of externe buzzer piept 8x bij elke transponderactivering. Na een batterij-alarm zijn nog ongeveer 100 activeringen mogelijk; de batterij moet dus zo snel mogelijk vervangen worden. 9.2 BACKUP-BATTERIJ Een lege backup-batterij kan ertoe leiden dat de interne klok bij de Smart Relaisuitvoeringen SREL.ZK of SREL.ADV blijft staan. Daarom wordt aanbevolen regelmatig de tijd te controleren. Een backup-batterij heeft zonder stroomonderbreking van het Smart Relais een levensduur van ca. 10 jaar. Als het Smart Relais de backup-batterij door stroomstoringen vaak nodig heeft, moet deze batterij regelmatig vervangen worden. Als het Smart Relais wordt gebruikt met een batterij (SREL.BAT) mag de backupbatterij niet worden ingezet.

22 Technische gegevens SREL Behuizing van zwarte kunststof: Afmetingen LxBxH Beschermingsgraad 72 x 57 x 25,5 mm IP 20 niet getest voor gebruik buiten Temperatuur In bedrijf bij: -22 C tot 55 C Opslag bij: 0 C tot 40 C Luchtvochtigheid Afmetingen printplaat LxBxH Netspanning Stroombegrenzing Ruststroom Max. stroom Impulsduur programmeerbaar Type uitgangsrelais Uitgangsrelais duurstroom Uitgangsrelais inschakelstroom Uitgangsrelais schakelstroom Uitgangsrelais schakelcapaciteit Multifunctionele aansluitingen F1, F2, F3 Trillingen < 95% zonder condensatie 50 x 50 x 14 mm 12 VAC of 5-24VDC (geen beveiliging tegen ompolen) voedingseenheid moet op 15 VA begrensd zijn < 5 ma < 100 ma 0,1 tot 25,5 seconden Wisselaar Max. 1,0 A Max. 2,0 A Max. 24 V 10 6 activeringen bij 30 VA Max. 24 VDC, max. 50 ma 15G voor 11 ms, 6 schokken overeenkomstig IEC niet vrijgegeven voor continu gebruik bij trillingen

23 SmartRelais VERSIES SMARTRELAIS2 SREL2.G2.W: In principe wordt het SREL2 met transponders, dus puur "actieve" componenten bedreven. Maar het is ook mogelijk om een CompactReader te gebruiken en op die manier het SREL te bedrijven met Mifare Classic/DERFire - kaarten. Met dit relais is een pure ja/nee-autorisatie voor maximaal verschillende transponders mogelijk. SREL2.G2.W.WP: Net als hierboven, maar nu als weerbestendige uitvoering. De invoer van de bedrading moet onder eigen verantwoording worden afgedicht. Hiertoe wordt het gebruik van geschikte materialen aanbevolen, zoals bijv. siliconen of andere weerbestendige dichtingsmiddelen. De behuizing is bestemd voor IP65. SREL2.ZK.G2.W: Identiek met de basisversie, maar nu met de mogelijkheid van gescheiden toegangsprotocollering van de laatste doorgangen met datum en tijd, of dag-tijdzones voor max. 100 groepen personen en automatische ver- en ontgrendeling (tijdomstelling). Deze versie kan ook als Gateway in virtuele netwerken worden gebruikt. SREL2.ZK.G2.W.WP: Net als hierboven, maar nu als weerbestendige uitvoering. De invoer van de bedrading moet onder eigen verantwoording worden afgedicht. Hiertoe wordt het gebruik van geschikte materialen aanbevolen, zoals bijv. siliconen of andere weerbestendige dichtingsmiddelen. De behuizing is bestemd voor IP65. SREL2.ZK.MH.G2.W: Net als de ZK-versie hierboven. Bovendien kunnen aan deze versie twee externe kaartlezers (SC.M.E.G2) en een interne kaartlezer (SC.M.I.G2) worden aangesloten. Mifare Classic/DERFire -kaarten kunnen met deze SREL2 worden gebruikt. SREL2.ZK.MH.G2.W.WP: Net als hierboven, maar nu als weerbestendige uitvoering. De invoer van de bedrading moet onder eigen verantwoording worden afgedicht. Hiertoe wordt het gebruik van geschikte materialen aanbevolen, zoals bijv. siliconen of andere weerbestendige dichtingsmiddelen. De behuizing is bestemd voor IP65.

24 24 Het inzetten van de backup-batterij (CR1220 Sony) is beschreven in hoofdstuk VERSIES KAARTLEZER IN COMBINATIE MET SREL2 De SC-componenten kunnen met Mifare Classic of Mifare DESFire bedreven worden. SC.M.E.G2.W: Smart Card Mifare Extern (kaartlezer extern) G2 (Generation2) W (witte behuizing) Aan één SREL2.ZK.MH.G2.W ofr SREL2.ZK.MH.G2.W.WP kunnen maximaal twee externe kaartlezers (SC.M.E.G2.W) en een interne kaartlezer (SC.M.I.G2) worden aangesloten. Als twee externe kaartlezers aan een SREL2 worden aangesloten, moet bij één externe kaartlezer een dip-schakelaar in de stand "ON" worden gezet! De dipschakelaar bevindt zich aan de rechterkant van de kaartlezer, onder de 26-polige stekker (zie afbeelding). De leiding voor de bedrading van de componenten moet bijv. CAT5 (FTP) of hoger hebben. Er kunnen ook afgeschermde besturingskabels worden gebruikt. Lengte van de leiding: max. 10 m. Bij een engte > 3m moet voor de externe kaartlezer een eigen stroomverzorging en een eigen geleiding van de bedrading worden gekozen. SC.M.E.G2.W.WP: Net als hierboven, maar bij de WP-uitvoering voor de kaartlezer worden deze met ca. 1 m bedrading voorgeconfectioneerd geleverd. SC.M.I.G2: Smart Card Mifare I (kaartlezer intern) G2 (Generation2) De interne kaartlezer wordt gewoon rechtstreeks op het SREL2 gezet.

25 Beschrijving van de SREL2-aansluitingen. Naam Symbo Beschrijving ol Voedingseenheid + DC Gelijkstroom 9 tot 24 VDC Voedingseenheid - DC Gelijkstroom 9 tot 24 VDC Batterij CR1220, Sony backup-batterij Relais COM Common contact van het relais. Dit contact wordt verbonden met Relais NO (sluiter) Relais NO Normally Open contact van het relais. Dit contact is in ingeschakelde toestand gesloten tegen relais COM Kan worden omgekeerd in LSM Externe antenne Bruin Wit Groen Grijs Geel BN WH GN GY YL Aansluiting voor de gekleurde aders van een externe antenne (bestelcode SREL.AV) Brown Bruin White Wit Green Groen Grey Grijs Yellow Geel Functie-aansluiting F1 Input ext. Trigger-Input (3-24 VDC ext. Contact moet potentiaalvrij zijn! output Omron / Wiegand CLS F2 F3 SVB Omron Data / Wiegand D0 Omron CLK / Wiegand D1 LED / buzzer (extern) Leidingsverbinding kaartlezer SimonsVoss Bus - leidingsverbinding kaartlezer Uitgangen (output) Open Drain tot max. 24 VDC / 0,5 A. massaverbinding naar de minpool van de energievoorziening. Bij CLS (Card Loading Signal) moet het SREL2 met de betreffende eigenschappen geconfigureerd zijn.

26 Technische gegevens SREL2. Behuizing van witte kunststof: Afmetingen LxBxH ca. 78 x 78 x 19 mm Basisplaat semi-transparant Beschermingsgraad zie opmerking bij 11.0 Temperatuur In bedrijf bij: -22 C tot 55 C Opslag bij: 0 C tot 40 C Luchtvochtigheid < 95% zonder condensatie Afmetingen printplaat LxBxH ca. 50 x 50 x 14 mm Netspanning 9-24 VDC Stroombegrenzing voedingseenheid moet op 15 VA begrensd zijn Ruststroom < 100 ma Max. stroom < 300 ma Impulsduur programmeerbaar 1 tot 25,5 seconden Type uitgangsrelais Dranger Uitgangsrelais duurstroom Max. 1,0 A Uitgangsrelais inschakelstroom Max. 2,0 A Uitgangsrelais schakelstroom Max. 24 V Uitgangsrelais schakelcapaciteit 10 6 activeringen bij 30 VA Multifunctionele aansluitingen F1, F2, Max. 24 VDC, max. 50 ma F3 Trillingen 15G voor 11 ms, 6 schokken overeenkomstig IEC niet vrijgegeven voor continu gebruik bij trillingen Alle werkzaamheden mogen uitsluitend uitgevoerd worden bij uitgeschakelde stroom!

27 27 Sleuf voor WN(M).LN.I.SREL2.G2 Stekker voor kaartlezer intern SREL2.ZK.MH.G2.W, SREL2.ZK.MH.G2.W.WP SREL2.G2.W, SREL2.G2.W.WP, SREL2.ZK.G2.W, SREL2.ZK.G2.W.WP F3 / SVB leidingsverbinding naar SREL2 SC.M.E.G2 (externe kaartlezer)

28 PRODUCTAANDUIDING 14.1 BESTELCODE WN.CN.UR.SCHALT wordt hierna INPUT NODE genoemd. 1.2 BOVENGESCHIKT SLUITNIVEAU Het tekstblok dat onder niveau 2 wordt vermeld, krijgt automatisch het formaat "Standard". De tekst springt 1,25 cm in WAARSCHUWING 2.1 VEILIGHEID De installatie van een SimonsVoss INPUT NODES vereist kennis van toegangscontrolesystemen, deurmechanismen, deurvergunningen, elektronische montage en de omgang met de SimonsVoss software. Derhalve dient de montage alleen door geschoold deskundig personeel te geschieden. Voor beschadiging als gevolg van foutieve montage aanvaardt SimonsVoss Technologies AG geen aansprakelijkheid. Door foutief geïnstalleerde INPUT NODES kan de doorgang door een deur geblokkeerd zijn. Voor gevolgen van foutieve installatie, zoals een geblokkeerde toegang tot gewonden of personen in gevaar, materiële of andere schade, is SimonsVoss AG niet aansprakelijk. De installatie van de INPUT NODES moet met inachtneming van de ESDrichtlijnen (elektrostatische oplading) worden uitgevoerd. Met name het aanraken van de printplaten en de geïntegreerde schakelcircuits die zich erop bevinden, moet vermeden worden. Dragers van elektronische, geneeskundige implantaten (pacemaker, hoorapparaten, etc.) moeten een minimale afstand van 30 cm inhouden tussen het implantaat en de INPUT NODE en moeten daarop afzonderlijk gewezen worden. Voor de zekerheid moeten dragers van implantaten zich bij hun arts informeren over een eventueel risico door radiografische componenten (868 MHz).