Colofon ISBN-10: X ISBN-13: NUR: 740

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Colofon ISBN-10: 90-77389-44-X ISBN-13: 978-90-77389-44-7 NUR: 740"

Transcriptie

1

2 Wat burgers bezielt

3 Colofon ISBN-10: X ISBN-13: NUR: 740 Uitgave: Universiteit van Amsterdam / NICIS Kenniscentrum Grote Steden Universiteit van Amsterdam Kloveniersburgwal CX Amsterdam web: NICIS Kenniscentrum Grote Steden Postbus LT Den Haag info@nicis.nl web: Tekst: Menno Hurenkamp, Evelien Tonkens en Jan Willem Duyvendak Grafisch ontwerp: Trapped in Suburbia, Den Haag Drukwerk: Veenman Drukkers, Rotterdam UvA / NICIS Kenniscentrum Grote Steden, 2006

4 Wat burgers bezielt Een onderzoek naar burgerinitiatieven. Menno Hurenkamp, Evelien Tonkens en Jan Willem Duyvendak Universiteit van Amsterdam

5 wat burgers bezielt Inhoud

6 wat burgers bezielt De burger als sleutel en raadsel. De hernieuwde belangstelling voor burgerinitiatieven Bijdragen aan een meer zorgzame en solidaire samenleving. Gedeelde kenmerken van hedendaagse burgerinitiatieven Verschillen tussen hedendaagse burgerinitiatieven Licht, netwerkend, coöperatief of federatief Conclusie en aanbevelingen Bijlagen. figuren verantwoording literatuur

7 wat burgers bezielt

8 wat burgers bezielt 1 De burger als sleutel en raadsel. De hernieuwde belangstelling voor burgerinitiatieven. In de Haarlemmermeer is Kappen Nou gevestigd. Een acht jaar oud initiatief van de vader van een door zinloos geweld omgekomen kind om voorlichting te geven op scholen. We geven informatie over geweld in het publieke domein, reizen met een stand scholen af, geven lezingen. Ik kan niet snel tevreden zijn met mijn werk. Het is hopen op een trendbreuk op de lange termijn. (Dhr. Kloppenburg, Kappen Nou) In Vleuten is sinds 2000 overleggroep Achter het spoor gevestigd. Een groep bewoners uit een nieuwe en een oude buurt denkt mee met de gemeente tijdens de grote verbouwingen in de wijk Achter het spoor. We wilden een leefbare wijk houden. We kregen inzage in de plannen en hebben meegepraat. We hebben ons doel bereikt zonder ooit een actiegroep te worden. (Mw. Van de Willigen, Achter het spoor) In Velsen bestaat sinds zes jaar In het donker gezien. Een permanente tentoonstelling in het donker, om ziende mensen het leven van blinde mensen te laten ervaren. Mensen hebben geen idee hoe het is blind te zijn. Wanneer je ze dat laat ervaren ontstaat er meer begrip en we vonden dat we dat toch het beste zelf konden doen. (Mw. Visser, In het donker gezien) Het zijn een paar voorbeelden van de burgerinitiatieven die in dit rapport centraal staan. Initiatieven van groepjes burgers die de handen ineenslaan en samen bijvoorbeeld een park onderhouden, asielzoekers helpen, gehandicapten een dagje uit bezorgen, parkeeroverlast bestrijden, maaltijden uitdelen, of ambtelijke structuurnota s becommentariëren. Het zijn er duizenden, maar misschien ook wel meer. Veel is er namelijk niet over bekend. Er is nog niet eerder in Nederland onderzoek gedaan naar hedendaagse, spontane burgerinitiatieven. Dit onderzoek vult deze lacune. Wij inventariseren in dit rapport hoe hedendaagse burgerinitiatieven eruit zien, wat hun doelen zijn, wie ze stichten en gaande houden. Hoe los of hecht zijn ze, wat voor contacten gaan ze aan met elkaar en anderen? Wat is hun

9 wat burgers bezielt verhouding tot de overheid of andere maatschappelijke organisaties, en wat hebben ze van de overheid nodig? En vooral: wat zijn de onderlinge verschillen en overeenkomsten tussen deze initiatieven. Zijn er verschillen in doelen, onderlinge relaties, relatie met de overheid, of achtergrond van de leden? In hoeverre valt op basis van die verschillen een typologie van burgerinitiatieven te maken? Over de grotere, oudere meer gevestigde burgerinitiatieven, van Natuurmonumenten tot en met Scouting, is veel meer bekend, bijvoorbeeld dankzij een recente studie van het Sociaal Cultureel Planbureau (De Hart 2005). Juist de kleine, spontane burgerinitiatieven staan in de belangstelling, en juist over deze initiatieven is zo weinig bekend. Er bestaan wel veel zorgen rondom deze burgerinitiatieven en veel verwachtingen en vooronderstellingen. Zo bestaat er de zorg dat burgers minder betrokken zouden zijn dan voorheen, en zich dus ook minder als actieve burgers zouden organiseren (Putnam 2000). Ten tweede bestaat er het idee dat burgers zich losser en vluchtiger zouden organiseren dan voorheen (Duyvendak en Hurenkamp 2004). Dat kan een bron van zorg zijn, maar ook een bron van hoop. Kleinschalige burgerinitiatieven zijn in dat geval een bron van vernieuwing van dat traditionele middenveld. Dat heeft die vernieuwing hard nodig, want het zou aan bemiddelende betekenis tussen overheid en burgers verliezen, omdat kritische burgers zich minder aantrekken van gevestigde organisaties en minder lid willen worden of minder lang lid blijven van vakbeweging en kerk, maar ook van inmiddels gearriveerde nieuwe organisaties als de milieubeweging. Het is lang niet altijd meer duidelijk namens wie die grote organisaties en verenigingen praten, namens een omvangrijke achterban of namens een geprofessionaliseerd apparaat. Ten derde is er de zorg dat burgers minder op de publieke zaak georiënteerd zouden zijn. Dat zij meer druk zijn met hun eigen leven en als zij zich met de

10 wat burgers bezielt publieke zaak inlaten, daar hun eigenbelang zwaarder in laten meewegen. Staat het goed op mijn cv, zou een belangrijker vraag zijn dan voorheen. Ten vierde wordt wel gevreesd dat burgerinitiatief in onze overgeorganiseerde samenleving gesmoord wordt. Burgers willen graag meer doen, is dan de veronderstelling, maar hun initiatieven worden te snel overgenomen door de overheid of gevestigde maatschappelijke organisaties, of zij komen door bureaucratische goedbedoelde hindernissen niet van de grond. Als de overheid zich nu maar meer terugtrekt, gaan burgers vanzelf meer doen, is daarbij de veronderstelling. In dit rapport noemen wij dit de veronderstelling van het spontaan burgerschap: het idee dat burgers zelf actiever worden naarmate de overheid zich meer terugtrekt, en pas echt actief worden als de overheid uit beeld is. Door bestaand onderzoek wordt deze verwachting overigens niet gestaafd. In de achtergrondstudie voor het rapport Vertrouwen in de buurt van de WRR wordt op basis van 28 casussen van goedlopende buurtinitiatieven, gestart door overheid, welzijnswerk, woningcorporaties of andere sociale spelers, gesteld dat de mate van initiatief die men van burgers kan verwachten, afhankelijk is van de sociale infrastructuur van een wijk, te zien aan bijvoorbeeld de beschikbaarheid en kwaliteit van scholen, zorg- en welzijnsinstellingen. Alleen in wijken waarin deze op een redelijk peil is, is iets te verwachten van burgerinitiatieven. In achterstandswijken is de sociale infrastructuur dermate gebrekkig dat er van burgers weinig tot geen initiatief te verwachten is daar moeten overheid en maatschappelijke organisaties eerst de sociale infrastructuur verbeteren (Hazeu 2004; WRR 2005). Ook in dit onderzoek blijkt dat burgers die actief zijn in kleinschalige burgerinitiatieven in hoge mate ervaren actieve burgers zijn. De helft is ook actief in andere organisaties, en nog eens tien procent was dat in het verleden.

11 10 wat burgers bezielt Ten vijfde bestaat de vrees dat het steeds weer dezelfde burgers zijn die actief worden. Het zijn steeds dezelfde buurtburgemeesters, de eeuwige insprekers, de paar zeer actieve buurtvaders of buurttantes die alles zien en iedereen kennen prachtig, maar het is wel een smalle basis en soms is het ook wel een probleem dat ze weinig representatief zijn voor de burgers als geheel, bijvoorbeeld voor de overige buurtbewoners. Ook hier is de hoop van sommigen juist gericht op kleinschalige burgerinitiatieven. Eigen initiatief en kleinschaligheid zouden er voor zorgen dat gewone burgers wel aan bod komen en dat niet altijd dezelfde bekende mensen alle beschikbare (beleids-, financiële of politieke) ruimte innemen. Zo geeft de gemeente Amsterdam in het kader van het diversiteitsbeleid sinds 1998 alleen nog subsidie aan projecten van minderheden en geen structurele subsidies meer aan minderhedenraden en andere gevestigde organisaties. Daar zouden toch altijd maar dezelfde mensen van profiteren. Is de burger de sleutel? Naast deze zorgen zijn deze kleinschalige burgerinitiatieven vooral omgeven door hoop en verwachtingen. Burgerinitiatieven en de civil society ondergaan momenteel een herwaardering. Burgerinitiatieven en de civil society zijn in de ogen van velen de sleutel tot minstens vijf grote maatschappelijke problemen: de kloof tussen burgers en bestuur, integratie en gebrek aan sociale cohesie, sociale uitsluiting, consumentisme en agressief en brutaal gedrag (Tonkens 2006). Via burgerinitiatieven worden burgers geacht op een zinvolle manier vorm aan hun eigen leven te geven, zich nuttig te maken voor de maatschappij, problemen op te lossen waar de overheid niet aan toekomt of waar de politiek zich niet toe geroepen voelt. Het maatschappelijk middenveld werd sinds de jaren tachtig in toenemende mate gezien als een residu van de verzuiling, zo het niet helemaal zou verdwijnen moest het in ieder geval zoveel mogelijk plaats

12 wat burgers bezielt 11 maken voor de overheid, de markt en de burger zelf. Maar sinds het poldermodel in de tweede helft van de jaren negentig terecht of onterecht, dat doet hier niet ter zake furore maakte als bron van grote economische voorspoed neemt de belangstelling voor de maatschappelijke verbanden tussen staat en markt weer toe. En ook omdat normatieve discussies in de politiek tegenwoordig een grotere rol spelen, ontstaat meer ruimte voor die civil society: hoeveel overdracht van waarden en normen vindt er immers niet plaats in scholen, ziekenhuizen of sportverenigingen? Keek men in vorige decennia vooral naar respectievelijk de overheid en de markt, nu kijkt men bij grote maatschappelijke problemen als eerste naar de burger. In de begeleidende brief aan de regering schrijft de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) bijvoorbeeld over het recente rapport Vertrouwen in de buurt : [Dit] advies wil een inzicht bieden in het oplossingspotentieel dat op kleinschalige niveaus aanwezig is, en dat op de hoge Haagse niveaus en in grote, opgeschaalde (uitvoerings)organisaties niet altijd voldoende wordt gezien en/of erkend. Ook veronderstelt de WRR dat beter aanboren van het oplossingspotentieel op kleinschalige niveaus kan bijdragen aan de sociale cohesie (WRR 2005). Het integratieprobleem kan het beste worden opgelost door actieve burgers die maatje of mentor worden van kansarme jongeren, zo luidde de uitkomst van een langlopende discussie over een sociale agenda voor Nederland, georganiseerd door de Volkskrant, de Raad voor de Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) en TSS, tijdschrift voor sociale vraagstukken, en landelijk bediscussieerd en via uitgebreide internetenquêtes vastgesteld. De maatjesprojecten komen als meest kansrijk naar voren: één-op-één relaties tussen een mentor en een jongere, ex-gedetineerde of migrant die wel een steuntje in de rug kan gebruiken. Juist kleinschalige burgerinitiatieven zijn hier bron van hoop. Meer dan de routinematig opererende officiële civil society organisaties worden zij geassocieerd met experiment, creativiteit, vernieuwing, luisteren en ruimte bieden. Tegenover een overheid die anno 2003 de eigen onmogelijkheden

13 12 wat burgers bezielt durft te erkennen staan bijvoorbeeld volgens de Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting burgerinitiatieven. Burgerinitiatieven in het publieke domein gaan een stap verder dan bestaande experimenten waar bewoners samen met de overheid optrekken in het [her]ontwikkelen van wijken of het oplossen van leefbaarheidsvraagstukken in de wijk (zie Een ander voorbeeld: in een begeleidende brief aan de bestuurders van Nederland schrijft de voorzitter van de door de staatssecretaris van VWS ingestelde commissie vrijwilligers: Gemeenten, Provincies en Rijk zijn nog te vaak gericht op de traditionele vormen van vrijwilligerswerk en gaan uit van bestaande structuren en verenigingen. Zeker, die zul je als overheid moeten versterken om juist daar vernieuwende initiatieven kansen te geven. Maar ook op andere vlakken zal de overheid een stimulerende en motiverende rol moeten oppakken. Nieuwe initiatieven van ongebonden burgers kunnen worden gestimuleerd. Het bereiken van andere dan de traditionele vrijwilliger die zich tien jaar lang twee dagen in de week wil inzetten voor een club vraagt om inventiviteit. Dat vraagt een ruime blik, een blik over de grenzen, letterlijk zelfs, want andere culturen kennen eveneens vrijwillige inzet, vaak echter op een manier die de gemiddelde Nederlandse bestuurder niet herkent en die wellicht minder zichtbaar is (Commissie Vrijwilligersbeleid 2005). De burger als raadsel Er wordt dus veel van burgers verwacht en verlangd, en tegelijkertijd zijn er veel vragen over diezelfde burgers. Er is een scala aan ontwikkelingen dat de verhouding tussen burger en maatschappij heeft veranderd, en dat maakt dat burgers voor de overheid en politiek, en misschien ook wel voor elkaar, minder doorzichtig en begrijpelijk zijn geworden. Allereerst het toenemend opleidingspeil en emancipatieniveau van veel mensen. Burgers zijn mondiger, kritischer en veeleisender. Ze leggen zich minder makkelijk neer bij voor hen ongemakkelijke situaties. Ze beperken zich niet tot stemmen tijdens verkiezingen maar proberen vaker naar eigen inzicht hun recht te halen. Burgers zijn tevreden over hun eigen leven, maar ontevreden over de

14 wat burgers bezielt 13 politiek en de samenleving, zo komt keer op keer uit bevolkingsonderzoek (SCP 2004). De toegenomen gemiddelde welvaart leidt niet tot een evenredige stijging van de tevredenheid. Hoe kan dat? Hoe hangen die toegenomen mondigheid en ontevredenheid met elkaar samen? Zijn actievere burgers meer of minder tevreden dan niet actieven? En tegelijkertijd zijn er ook veel burgers die helemaal niet mondiger zijn en die juist daardoor ook minder goed in beeld zijn. Wat bezielt hen en hoe kan de overheid hen eigenlijk bereiken en leren kennen? Voorts maken immigratie en internationalisering burgers diverser en voor de overheid en elkaar minder goed kenbaar. Toenemende culturele verschillen maken het soms moeilijk sociale afstanden te overbruggen. In een wijk met veel verschillende etnische groepen komt een buurtvereniging niet zomaar van de grond. Ten derde ontstaan er nieuwe verhoudingen tussen betaald werk, onbetaalde zorg én vrije tijd in het dagelijks leven van veel mensen, die nieuwe vragen oproepen over wat zij aan de publieke zaak kunnen en willen bijdragen en hoe de overheid hen kan ondersteunen. Arbeid en vrije tijd dienen niet alleen meer voor respectievelijk inkomen en ontspanning, maar ook in toenemende mate om vorm te geven aan de eigen identiteit. Ze kosten dus meer tijd. Tegelijkertijd hebben veel werkende mensen ook onbetaalde zorgtaken, bijvoorbeeld voor jonge kinderen of bejaarde ouders. Zij hebben het dus al met al drukker dan voorheen. Dit geldt zeker voor veel vrouwen en voor veel alleenstaanden, met of zonder kinderen. Blijft er dan nog wel tijd over voor vrijwilligerswerk, de ouderraad, de wijkraad of het organiseren van een buurtbarbecue kortom voor burgerinitiatieven? Burgers zijn niet alleen een groter raadsel voor de overheid en voor elkaar. Omgekeerd is de overheid voor burgers ook een schimmiger figuur geworden. De overheid tracht zich op veel terreinen terug te trekken, verwacht meer van de burgers zelf, en plaatst traditionele overheidsactiviteiten op afstand of in

15 14 wat burgers bezielt de markt. Daardoor is ze minder makkelijk aanspreekbaar voor de burgers. De overheid is daarom weer op zoek naar de burgers. Wat bezielt hedendaagse burgers, wie zijn zij, wat hebben zij nodig, hoe kan de overheid een goede relatie met hen aangaan en tijdig onvrede leren kennen? Want de les van de afgelopen jaren is dat wie geen rekening houdt met de burger overvallen wordt, door het afstemmen van zoiets als de Europese grondwet, door het plotseling oplopen van het wantrouwen in de overheid of door de snelle opkomst van protestpartijen. En wie zich verdiept in de burger ziet hopelijk wél de dieperliggende maatschappelijke ontwikkelingen (in probleemwijken of jachthavens) die nog niet vertaald zijn in politieke opvattingen of bestuurlijke plannen. Die kan misschien voorkomen dat burgers zich boos afwenden van de maatschappij of onverwacht gedrag vertonen. Gevolg van deze oplevende belangstelling voor de burger is onder andere dat eigen initiatief van de burger, of de zelfstandige inzet voor het publiek belang, gespreksthema en beleidsspeerpunt is geworden onder bestuurders, politici en onder burgers zelf. Talloze initiatieven zijn de afgelopen jaren ondernomen om de burger meer in beeld te krijgen. Zo stelde de regering een burgerforum in om mensen mee te laten praten over de toekomst van de democratie. De regering hield een belevingsmonitor bij om na te gaan wat de burger dacht. Ze voerde een waarden- en normendebat om het belang van gemeenschappelijke waarden weer op de maatschappelijke agenda te zetten. Een debat dat niet alleen ging over de grote waarden van de rechtsstaat (de grondwettelijke vrijheden), maar ook over de kleine deugden die deze grote waarden veilig stellen, zoals respect, mededogen, gelijkwaardigheid, verantwoordelijkheidszin, tolerantie burgerzin. Initiatieven in soorten en maten Er wordt veel van actieve burgers verwacht en tegelijkertijd zijn burgers meer dan ooit een raadsel voor de overheid, zo betoogden we hierboven. De hoge verwachtingen gelden zowel oude als van nieuwe vormen van burgerschap. Maar ze gelden vooral nieuwe, kleinschalige initiatieven die het onderwerp

16 wat burgers bezielt 15 van deze studie zijn. Wat behelzen die kleinschalige initiatieven nu eigenlijk? Wat mogen we van ze verwachten, wat niet? Welk soort organisaties draagt bij aan het vertrouwen dat burgers in elkaar stellen, dat burgers in de overheid stellen en in wat voor context komt dat soort organisaties tot stand? Welke verschillende soorten burgerinitiatieven kunnen we onderscheiden? Welk soort overheidsbeleid is passend bij welke soort initiatief? Onder burgerinitiatieven verstaan we initiatieven met minder dan 20 actieve leden of vrijwilligers, met (ook) een sociale doelstelling, geen winstoogmerk, die los van professionals en bestuur of in ieder geval op afstand van hen tot stand zijn gekomen. Burgerinitiatieven zijn een bijzondere vorm van de civil society. Onder civil society verstaan we een breder fenomeen, namelijk, in navolging van Dekker: Het institutionele domein van vrijwillige associaties, waar we publieke opinievorming en de vorming van sociaal kapitaal van verwachten (Dekker 2002). Om burgerinitiatieven in beeld te krijgen, hebben we in de eerste helft van 2006 een telefonische enquête uitgevoerd onder 386 organisaties en hebben we met 18 mensen doorgepraat. De initiatieven zijn geselecteerd op relatieve duur (liefst niet ouder dan tien jaar), kleinschaligheid (liever minder dan 20 leden) en op afstand tot het beleid of het gevestigde welzijnswerk: hoe verder weg van gevestigde organisaties hoe beter. Op die manier is de kans groter dat sprake is van eigen initiatief, dat niet de overheid of een professional de hand heeft in de maatschappelijke inzet van burgers, en dat we iets meer zicht krijgen op de motieven en ervaringen die bij burgers zelf leven. We legden die nadruk om het in de politiek sterk levende verlangen dat burgers zelf actie ondernemen goed in context te kunnen plaatsen. Klopt het dat burgers spontaan in actie komen, is er zoiets als spontaan burgerschap, een engagement dat vanzelf in een of meerdere burgers ontbrandt wanneer zich een probleem in de wijk of in de samenleving voordoet? Het antwoord op die vraag is uitermate relevant, gezien het belang dat maatschappijbreed aan eigen verantwoordelijkheid wordt gehecht.

17 16 wat burgers bezielt We hebben de initiatieven expliciet gezocht in de grote stad (Utrecht), op het platteland (Smilde), en verspreid door het land (op basis van bestanden van Civiq, en We hebben gesproken met de formele of informele woordvoerder van het initiatief en we hebben deze mensen gevraagd naar de aanleiding om met hun werk te beginnen, naar hun motieven om hun werk te doen en naar de aard van hun initiatief (hoeveel en wat voor contact men onderling heeft, en met andere organisaties of met de overheid, het middenveld en het bedrijfsleven), naar hun opvattingen over burgerschap en naar wat er aan het beleid zou kunnen of moeten veranderen. We hebben ze gespreid door het land gezocht en daarbij niet geselecteerd op doelstelling. Doelstellingen variëren dus van bestrijding van zinloos geweld, tot hulp aan asielzoekers en uitleg over hoe het is om blind te zijn. We hebben daarbij de nadruk gelegd op jonge en kleine initiatieven. Dit volhouden bleek niet altijd even makkelijk, omdat van kleine initiatieven soms niet helemaal duidelijk is sinds wanneer ze precies bestaan. Omdat ze veelal geen robuuste vergadercultuur kennen, zijn formaliteiten lang niet altijd de eerste zorg van deze organisaties. We hebben alleen gesproken met actieve burgers, niet met boze burgers of met ambtenaren. We gaan voorbij aan volkomen informele settings als het terras van een café of uiterst tijdelijke gebeurtenissen zoals een demonstratie. Ook deze zijn voor het zoeken naar nieuwe verschijningsvormen van de civil society ongetwijfeld van belang, omdat er alledaagse ontmoetingen plaatsvinden die bijdragen aan vormen van sociale cohesie. Maar ze vallen buiten het bestek van dit onderzoek. We gebruiken zowel de term initiatief als organisatie, in het besef dat het woord organisatie wat gewichtig aandoet en het woord initiatief meer ruimte laat voor luchtiger associaties. Een groepje mensen met een gemeenschappelijk doel vertoont immers vrijwel ogenblikkelijk organisatiekenmerken. In ieder geval heeft het merendeel van de organisaties en initiatieven minder dan 20 leden of vrijwilligers (zie figuur a1 in de bijlage). De meest tijdelijke verbanden

18 zoals demonstraties en de meest informele verbanden buren die boodschappen doen voor elkaar vallen buiten het bereik van onze steekproef. In de hiernavolgende hoofdstukken gaan we in op de verschillende burgerinitiatieven die we zijn tegengekomen. We beschrijven wat voor mensen met wat voor ambities we tegenkomen. Hun uiteenlopende soorten initiatieven bieden ook uiteenlopende perspectieven voor de maatschappij en voor de overheid. We benadrukken dat we een exploratief onderzoek verricht hebben. Over het gedrag van spontane initiatieven was niet veel bekend en daar brengen we verandering in. Zo vergroten we het zicht op wat burgers bezielt. Dit onderzoek kan onmogelijk het definitieve antwoord op die vraag zijn, al was het maar omdat maar nu lopen we op de conclusies vooruit de bezieling van burgers door de jaren heen verandert. Het biedt hopelijk wel informatie en inspiratie aan beleidsmakers die met actieve burgers werken, aan onderzoekers die geïnteresseerd zijn in burgerschap en aan burgers die zich inzetten voor de maatschappij. wat burgers bezielt 17

19 18 wat burgers bezielt

20 wat burgers bezielt 19 2 Bijdragen ijdragen aan een meer zorgzame en solidaire samenleving. Gedeelde kenmerken van hedendaagse burgerinitiatieven. Er wordt veel gespeculeerd over hedendaags burgerschap. Burgers zouden zich losser organiseren, zich minder binden, zich korter inzetten, en meer gericht zijn op het eigen belang en de eigen interesses dan voorheen, zo bespraken we in het vorige hoofdstuk. In dit onderzoek willen we die algemene uitspraken toetsen en waar nodig specificeren. Zijn burgers inderdaad losser georganiseerd? Welke burgers dan, in welke verbanden? Met de oplevende belangstelling voor burgerinitiatieven is het van groot belang niet in te algemene termen te blijven steken. Het is van belang niet alleen zicht te krijgen op die duizenden burgerinitiatieven, maar ook te analyseren wat ze van elkaar onderscheidt, en of er verschillende soorten initiatieven zijn, die verschillende burgers aantrekken, verschillende hoop en verwachting van de overheid hebben of andere risico s lopen om aan conflicten ten onder te gaan. Wat zijn de bestaansvoorwaarden van verschillende initiatieven, welke mensen zijn er in actief, wat voor kenmerken hebben ze, wat voor motieven, wat is de maatschappelijke betekenis van hun werk? Welke rol spelen deze clubs in vrijwilligerswerk, in de ontwikkeling van de civil society, bij de participatie van burgers? Klopt het dat in deze initiatieven de mensen, kwesties en ideeën aan bod komen die niet of minder ruimte krijgen in het gevestigde middenveld, of in de gevestigde politiek? Welke rol speelt lokaal of landelijk beleid bij het gedrag van deze organisaties? Wat kun je van welk soort organisaties verwachten bij het oplossen van leefbaarheidsvraagstukken of integratievraagstukken? Op welke verschillende manieren oriënteren ze zich op de publieke zaak, welke rol spelen eigen belangen in de verschillende initiatieven? Vinden we hier inderdaad nieuwe vrijwilligers, en zo ja, geldt dat voor alle nieuwe initiatieven of alleen voor bepaalde, en welke dan? In dit en het volgende hoofdstuk kijken we eerst naar een aantal algemene overeenkomsten en verschillen van de initiatieven die we onderzocht hebben. In het daarop volgende hoofdstuk komen we tot een typering van verschillende soorten burgerinitiatieven.

21 20 wat burgers bezielt Wat zijn de doelen van de initiatieven die we onderzochten? Allereerst valt op dat de meeste wel een lokale of maatschappelijke kwestie aan de orde stellen, maar zeker niet hemelbestormend, revolutionair of veeleisend zijn. Dat blijkt ook wanneer de initiatiefnemers gevraagd wordt naar hun primaire doelstellingen: deze zijn overwegend gericht op leefbaarheid (onderhoud van de buurt, veiligheid) en solidariteit (zorg voor zwakkere groepen in de Nederlandse samenleving, veelal in de buurt of zorg voor groepen in ontwikkelingslanden) (zie figuur 1). leefbaarheid multicultureel natuur ontplooiing solidair sportief anders Figuur 1. Doelstellingen van de kleinschalige burgerinitiatieven. We hebben (in een open vraag) de respondenten ook gevraagd wat voor hen aanleiding was maatschappelijk actief te worden. Vaak is een acuut probleem de aanleiding, bijvoorbeeld het invoeren van betaald parkeren in de aangrenzende wijk waardoor er parkeeroverlast ontstaat in de eigen wijk. Of herstructureringsplannen, een park dat dreigt te worden platgewalst door een weg, een oud fabrieksterrein waar nieuwe woningen moeten komen. Of jongeren die iemand persoonlijk bedreigen en waar dus wat mee moet.

22 wat burgers bezielt 21 Ik heb de straatvertegenwoordigers bedacht. Het meisje van Nulde was voor mij eigenlijk de aanleiding, dat zoiets kan gebeuren terwijl iedereen het had kunnen weten. [Het gaat hier dus om de veroordeling van de moeder door de rechter in 2003, niet om de moord zelf.] Die vertegenwoordigers zijn oog en oor in de straat, ze vertellen mij of de gemeente welke bejaarden er eenzaam zijn, wie er troep op straat zet. Ik heb nu 83 straatvertegenwoordigers. Nooit gedacht dat het er zoveel zouden worden. Ik heb toen wel meteen de gemeente gevraagd mee te werken, aan Deetman gevraagd om ze officieel te installeren en dat heeft hij ook gedaan. (Dhr. Olffers, Wijkberaad Laakkwartier, Den Haag) We hebben gisteren een fietstocht georganiseerd. Dat moest een actie worden, om duidelijk te maken dat er hier monumenten zijn die behouden moeten blijven, zoals een grafmonument van een familie die veel voor het dorp gedaan heeft en dat er niet meer uitziet. Je deelt formulieren uit maar je krijgt er geen reactie op. De politiek doet ook niks. Er is hier al zoveel verloren gegaan. De synagoge is weg. Een oude kerk is opbergruimte geworden. Het handelspad is opgeschoven door de ruilverkaveling. Mensen vinden dat wel erg als je ze er naar vraagt maar om tot actie over te gaan is een ander verhaal. Waarom? Ik weet het niet. Ze geven ook niets om de vaart. Er wordt nu een dorpsraad opgericht. Misschien dat die er wat aan kan doen. (Mw. Faber tracht in Smilde een actieclub voor behoud van lokale monumenten te beginnen) Aanleiding en doelen van actieve burgers Zijn actieve burgers meer met hun eigen cv bezig dan met het algemeen belang? Zijn ook actieve burgers calculerender geworden, en kijken ze meer naar wat ze er zelf aan hebben dan aan wat ze kunnen bijdragen aan de publieke zaak of het welzijn van anderen? Uit ons onderzoek kan dat niet geconcludeerd worden. Eerder lijkt altruïsme nog volop bloeiend. Omdat de vraag naar eigenbelang versus algemeen belang in een enquête de kans op sociaal wenselijk antwoorden groot maakt, hebben we deze niet direct gesteld. We hebben daarom de mensen gevraagd wat hen motiveerde actief te worden: een ervaring uit het eigen leven, een ervaring uit het leven van

23 22 wat burgers bezielt iemand uit de directe omgeving of een maatschappelijke gebeurtenis (zoals een bericht uit de krant, een schokkend of mooi evenement). De antwoorden daarop zijn terug te vinden in figuur 2. De verschillende motieven om actief te worden zijn ongeveer gelijk verdeeld over de respondenten, waarbij de maatschappelijke gebeurtenis net iets meer voor lijkt te komen als aanleiding. Een eigen ervaring is dus vergeleken met de andere twee samen in minderheid de aanleiding; vaker is het iets dat anderen is overkomen of dat men bijvoorbeeld uit de krant heeft. Dat is in ieder geval geen sterke indicatie voor egoïsme onder deze actieve burgers. Eigenbelang is daarbij niet uitgesloten, maar het staat waarschijnlijk niet voorop. Persoonlijke motieven worden veelal bepaald door een combinatie van belangenbehartiging en zelfontplooiing, door instrumentele en intrinsieke motivatie. In Vrijwilligerswerk vergeleken brengen Leijenaar en Niemoller de motieven van vrijwilligers in Nederland in beeld en constateren: Mensen verrichten vrijwilligerswerk uit betrokkenheid bij de lokale gemeenschap of bij de doelstellingen van de organisatie, maar ook vanwege de sociale contacten die men opdoet en om de eigen ervaringen en capaciteiten in te zetten voor de organisatie in kwestie (Leijenaar en Niemoller in Dekker 1999). eigen ervaring ervaring van derden maatsch. gebeurtenis weet niet Figuur 2. De aanleidingen voor mensen om maatschappelijk actief te worden.

Sociale samenhang: mythe of must?

Sociale samenhang: mythe of must? Sociale samenhang: mythe of must? Misvattingen, discussies en beleidsimplicaties Wmo in de buurt leefbaarheid en sociale samenhang colofon: uitgave: DSP-Groep BV, Amsterdam tekst: Maaike Dautzenberg, Carla

Nadere informatie

expeditie burger een OntDekkinGstOcht BURGERSCHAP ACTIE!

expeditie burger een OntDekkinGstOcht BURGERSCHAP ACTIE! expeditie burger een OntDekkinGstOcht naar nieuw BURGERSCHAP ACTIE! Uitgave FORUM Postbus 201 3500 AE Utrecht www.forum.nl/expeditieburger Tekst Nanneke van der Heijden Patrick van der Hijden Eindredactie

Nadere informatie

Kunnen we dat (niet) aan vrijwilligers overlaten?

Kunnen we dat (niet) aan vrijwilligers overlaten? Kunnen we dat (niet) aan vrijwilligers overlaten? Nieuwe verhoudingen tussen vrijwilligers en professionals in zorg en welzijn Kunnen we dat (niet) aan vrijwilligers overlaten? Nieuwe verhoudingen tussen

Nadere informatie

12/2012. Rob. Loslaten in vertrouwen. Loslaten in vertrouwen. Naar een nieuwe verhouding tussen overheid, markt én samenleving.

12/2012. Rob. Loslaten in vertrouwen. Loslaten in vertrouwen. Naar een nieuwe verhouding tussen overheid, markt én samenleving. 12/2012 Loslaten in vertrouwen Rob Raad Ropenbaar voor het bestuur Loslaten in vertrouwen Naar een nieuwe verhouding tussen overheid, markt én samenleving December 2012 Rob Profiel De Raad voor het openbaar

Nadere informatie

Zin in meedoen Werkzame principes voor het stimuleren van vrijwillige inzet van mensen in de derde levensfase

Zin in meedoen Werkzame principes voor het stimuleren van vrijwillige inzet van mensen in de derde levensfase Kees Penninx Zin in meedoen Werkzame principes voor het stimuleren van vrijwillige inzet van mensen in de derde levensfase Colofon Opdrachtgever: MOVISIE, project Effectieve Interventies Auteur: drs. Kees

Nadere informatie

HOE THUISZORGORGANISATIES SAMENWERKING ORGANISEREN: VISIES, PRAKTIJKEN EN DILEMMA S

HOE THUISZORGORGANISATIES SAMENWERKING ORGANISEREN: VISIES, PRAKTIJKEN EN DILEMMA S HOE THUISZORGORGANISATIES SAMENWERKING ORGANISEREN: VISIES, PRAKTIJKEN EN DILEMMA S Rapportage over de samenwerking van thuiszorgmedewerkers met mantelzorgers en andere organisaties Marieke van Wieringen

Nadere informatie

Dat is onze zaak. Over eigenaarschap in het publieke domein. Albert Jan Kruiter & Willemijn van der Zwaard. raad voor maatschappelijke ontwikkeling

Dat is onze zaak. Over eigenaarschap in het publieke domein. Albert Jan Kruiter & Willemijn van der Zwaard. raad voor maatschappelijke ontwikkeling Dat is onze zaak Over eigenaarschap in het publieke domein Albert Jan Kruiter & Willemijn van der Zwaard raad voor maatschappelijke ontwikkeling dat is onze zaak Dat is onze zaak Over eigenaarschap in

Nadere informatie

Eropaf.en dan? Het Nieuwe Welzijn en de Psychosociale Hulpverlening.

Eropaf.en dan? Het Nieuwe Welzijn en de Psychosociale Hulpverlening. Eropaf.en dan? Het Nieuwe Welzijn en de Psychosociale Hulpverlening. De ontwikkelingen in het welzijnswerk en de maatschappelijk dienstverlening gaan niet alleen razendsnel maar schetsen ook een radicaal

Nadere informatie

Het CJG, de oplossing voor de jeugdzorg? De invloed van vertrouwen en samenwerking op de organisaties binnen het Centrum voor Jeugd en Gezin.

Het CJG, de oplossing voor de jeugdzorg? De invloed van vertrouwen en samenwerking op de organisaties binnen het Centrum voor Jeugd en Gezin. Het CJG, de oplossing voor de jeugdzorg? De invloed van vertrouwen en samenwerking op de organisaties binnen het Centrum voor Jeugd en Gezin. Auteur: Eva Geesing 2 Het CJG, de oplossing voor de jeugdzorg?

Nadere informatie

Zorg voor senioren; hoe eerder, hoe beter! Beschrijving van het project Buurtcontactpersonen in Utrecht Binnenstad en Utrecht Noordoost

Zorg voor senioren; hoe eerder, hoe beter! Beschrijving van het project Buurtcontactpersonen in Utrecht Binnenstad en Utrecht Noordoost Zorg voor senioren; hoe eerder, hoe beter! Beschrijving van het project Buurtcontactpersonen in Utrecht Binnenstad en Utrecht Noordoost Stade Advies Utrecht, mei 2008 Lous Brouwer in opdracht van i.s.m.

Nadere informatie

Aanzien of afzien? Een essay over het aanzien van het raadslidmaatschap. dr. A. Cachet N.C.M. Verkaik MSc

Aanzien of afzien? Een essay over het aanzien van het raadslidmaatschap. dr. A. Cachet N.C.M. Verkaik MSc Aanzien of afzien? Een essay over het aanzien van het raadslidmaatschap dr. A. Cachet N.C.M. Verkaik MSc Rapport in opdracht van Raadslid.Nu, de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden Den Haag, 12 januari

Nadere informatie

TNO-rapport Aan de slag met diversiteit. Praktische tips voor HR-beleid. Sjiera de Vries. Cristel van de Ven. Thijs Winthagen

TNO-rapport Aan de slag met diversiteit. Praktische tips voor HR-beleid. Sjiera de Vries. Cristel van de Ven. Thijs Winthagen TNO-rapport Aan de slag met diversiteit Praktische tips voor HR-beleid Sjiera de Vries Cristel van de Ven Thijs Winthagen TNO-rapport Aan de slag met diversiteit: Praktische tips voor HR-beleid Nederlandse

Nadere informatie

Tussen flaneren en schofferen

Tussen flaneren en schofferen Tussen flaneren en schofferen Tussen flaneren en schofferen Een constructieve aanpak van het fenomeen hangjongeren Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling Tussen flaneren en schofferen Een constructieve

Nadere informatie

Opvoeden en ontmoeten in de wijk Het ontwikkelen van een gezamenlijke pedagogische visie in de brede school

Opvoeden en ontmoeten in de wijk Het ontwikkelen van een gezamenlijke pedagogische visie in de brede school 1 Opvoeden en ontmoeten in de wijk Het ontwikkelen van een gezamenlijke pedagogische visie in de brede school Stijn Verhagen, Pauline Calkoen, Kitty Jurrius en Jacques Verheijke COLOFON Uitgave: Lectoraat

Nadere informatie

Ouderbetrokkenheid bij school ontstaat niet vanzelf

Ouderbetrokkenheid bij school ontstaat niet vanzelf 1 Ouderbetrokkenheid bij school ontstaat niet vanzelf Een inventarisatie van de behoefte aan dienstverlening van de school en van onderwijsorganisaties aan de ouders Werkgroep ouderbetrokkenheid, ingesteld

Nadere informatie

Swingen met lokale kracht

Swingen met lokale kracht Swingen met lokale kracht Swingen met lokale kracht Overheden en de netwerksamenleving Nico de Boer, Albertine van Diepen en Lucas Meijs Den Haag, juni 2013 raad voor maatschappelijke o n t w i k k e

Nadere informatie

Rob. Vertrouwen op democratie. Februari 2010

Rob. Vertrouwen op democratie. Februari 2010 Rob Raad Ropenbaar voor het bestuur Vertrouwen op democratie Februari 2010 Rob Profiel De Raad voor het openbaar bestuur (Rob) is een adviesraad van de regering en het parlement. De Rob is ingesteld bij

Nadere informatie

HOE KUNNEN GEMEENTEN DE ZELFREDZAAMHEID VAN BURGERS BEVORDEREN?

HOE KUNNEN GEMEENTEN DE ZELFREDZAAMHEID VAN BURGERS BEVORDEREN? HOE KUNNEN GEMEENTEN DE ZELFREDZAAMHEID VAN BURGERS BEVORDEREN? Rapportage literatuuronderzoek door Mariëlle Jansen Referentie MJN Utrecht, januari 2012 VEILIGHEID DOOR SAMENWERKEN VOORWOORD Hoe kunnen

Nadere informatie

Buurthuizen in zelf beheer

Buurthuizen in zelf beheer Buurthuizen in zelf beheer Benodigde kwaliteiten voor succesvol zelfinitiatief Astrid Huygen Buurthuizen in zelfbeheer Benodigde kwaliteiten voor succesvol zelfinitiatief Astrid Huygen Maart 2014 Reiziger,

Nadere informatie

Een voorbeeld voor. De betekenis van de Krajicek Scholarship. Jeroen Vermeulen & Paul Verweel

Een voorbeeld voor. De betekenis van de Krajicek Scholarship. Jeroen Vermeulen & Paul Verweel Een voorbeeld voor jongeren in de wijk De betekenis van de Krajicek Scholarship Jeroen Vermeulen & Paul Verweel Een voorbeeld voor jongeren in de wijk De betekenis van de Krajicek Scholarship Jeroen Vermeulen

Nadere informatie

Steun voor ouder(s) en kind(eren) na zelfdoding van een gezinslid

Steun voor ouder(s) en kind(eren) na zelfdoding van een gezinslid Steun voor ouder(s) en kind(eren) na zelfdoding van een gezinslid Handleiding voor organisatie en begeleiding survivalkid.nl Monique van t Erve, Rouw na zelfdoding Petra Windmeijer, Indigo Drenthe Beilerstraat

Nadere informatie

Hulpverlening aan kinderen die leven in armoede

Hulpverlening aan kinderen die leven in armoede Hulpverlening aan kinderen die leven in armoede Nota van Bevindingen Capelle aan den IJssel Utrecht, januari 2011 Integraal Toezicht Jeugdzaken is een programmatische samenwerking van: Inspectie jeugdzorg

Nadere informatie

De participatiesamenleving een utopie?

De participatiesamenleving een utopie? De participatiesamenleving een utopie? Een onderzoek naar de grenzen van zelfzorg door de civil society Scriptie bij de master Arbeid, zorg en welzijn: Beleid en interventie Algemene Sociale Wetenschappen,

Nadere informatie

Utrecht November 2009. Bagaimana hoe gaat het? een verkenning van kwetsbaarheid bij oudere migranten

Utrecht November 2009. Bagaimana hoe gaat het? een verkenning van kwetsbaarheid bij oudere migranten Utrecht November 2009 Bagaimana hoe gaat het? een verkenning van kwetsbaarheid bij oudere migranten 2 Inhoudsopgave Voorwoord 5 Inleiding 7 Hoofdstuk 1 Wie zijn de oudere migranten? Hoofdstuk 2 Levensterrein

Nadere informatie

Sleutels voor de lokale aanpak van eenzaamheid

Sleutels voor de lokale aanpak van eenzaamheid Sleutels voor de lokale aanpak van eenzaamheid Inhoud Voorwoord 3 Inleiding 4 Deel 1: Wat is eenzaamheid? Is het een probleem? 1 Wat wordt onder eenzaamheid verstaan? 5 2 Waarom is er aandacht voor eenzaamheid

Nadere informatie

01. Opening 02. Mededelingen

01. Opening 02. Mededelingen Orgaan: Raad Datum: 15-04-2015 Voorzitter: L.M. Huizer Aanwezigen: N. Anagni (Leefbaar Krimpen), R. Bitter (Stem van Krimpen), F.J. Bredius (Leefbaar Krimpen), J. Butter (PvdA), A. Hofstra (VVD), K.M.

Nadere informatie

Op weg naar een duurzame sportvereniging

Op weg naar een duurzame sportvereniging Op weg naar een duurzame sportvereniging 1 Inhoud Inleiding... 4 De fasen op een rij... 10 1. Dromen... 11 1.1 Het begint met een droom... 11 1.2 Mandaat van bestuur en leden... 12 1.3 Wijs verantwoordelijke(n)

Nadere informatie

Meer dan een steuntje in de rug

Meer dan een steuntje in de rug Meer dan een steuntje in de rug Succesfactoren van coaching en mentoring onderzocht Matthijs Uyterlinde Vasco Lub Nada de Groot Ard Sprinkhuizen Colofon Dit onderzoek kwam tot stand met steun van het VSBfonds.

Nadere informatie

Burgerinitiatieven en de bescheiden overheid *

Burgerinitiatieven en de bescheiden overheid * ARTIKELEN Burgerinitiatieven en de bescheiden overheid * Mirjan Oude Vrielink & Imrat Verhoeven ** 1 Inleiding We zien het in grootstedelijke achterstandswijken. Turks-Nederlandse dames besluiten om vrouwen

Nadere informatie

Zelfmanagement, wat betekent het voor de patiënt?

Zelfmanagement, wat betekent het voor de patiënt? Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Zelfmanagement, wat betekent het voor de patiënt? Monique Heijmans Geeke Waverijn Lieke van Houtum ISBN 978-94-6122-248-0

Nadere informatie