Beleidsregels Wmo voorzieningen 2014

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Beleidsregels Wmo voorzieningen 2014"

Transcriptie

1 Beleidsregels Wmo Voorzieningen 2014 Het college van burgemeester en wethouders van Utrecht; gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht; BESLUIT: vast te stellen het volgende Beleidsregels Wmo voorzieningen 2014 Inhoud INLEIDING... 2 HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN AFWEGINGSKADER... 4 HOOFDSTUK 2 HET GESPREK EN VRAAGVERHELDERING... 7 HOOFDSTUK 3 BEOORDELING VAN HET RESULTAATGEBIED HET VOEREN VAN EEN HUISHOUDEN... 9 HOOFDSTUK 4 BEOORDELING VAN DE RESULTAATGEBIEDEN WONEN IN EEN GESCHIKT HUIS, VERPLAATSEN EN MEDEMENSEN ONTMOETEN HOOFDSTUK 5 VERSTREKKINGVORMEN EN VOORWAARDEN HOOFDSTUK 6 PROCEDURELE BEPALINGEN Bijlage 1 Tabel normering en definities HBH Bijlage 2 Huishoudelijk reglement Cliëntenraad Wmo

2 INLEIDING De beleidsregels beginnen met een algemeen afwegingskader. Hierin wordt aangegeven hoe we omgaan met algemeen gebruikelijke voorzieningen, voorliggende voorzieningen en collectieve voorzieningen en welke plek ze innemen in het beoordelen van de compensatie. Vervolgens komen eigen verantwoordelijkheid waaronder ook financiële eigen verantwoordelijkheid, mantelzorg en vrijwilligerswerk aan bod. Tot slot besteedt het algemene afwegingskader aandacht aan wat we verstaan onder langdurig noodzakelijk en goedkoopst compenserend. Met dit algemene kader kan de vraag van de cliënt worden beantwoord. Op welke wijze de vraag wordt beantwoord, wordt uitgelegd in het tweede hoofdstuk van de beleidsregels "het gesprek en vraagverheldering". Het gesprek wordt afgerond met een conclusie. Die conclusie van het gesprek kan leiden tot een aanvraag voor een individuele voorziening, maar ook kan de conclusie zijn dat er een andere oplossing is of dat er geen compensatie nodig is. Het derde hoofdstuk van deze beleidsregels behandelt het te bereiken resultaatgebied voor wat betreft de hulp bij het huishouden en geeft hiervoor kaders. In hoofdstuk vier komen respectievelijk de volgende resultaatgebieden aan bod: wonen in een geschikt huis, het verplaatsen in en om de woning, het lokaal verplaatsen en het aangaan van sociale verbanden. Het vijfde hoofdstuk gaat in op de vormen waarin een individuele voorziening kan worden verstrekt. Onderscheid wordt gemaakt in voorzieningen in natura, voorzieningen in de vorm van een Persoonsgebonden budget (pgb) en financiële tegemoetkomingen. Elke vorm waarin de voorziening wordt geleverd kent zijn eigen voorwaarden en eisen. Het is belangrijk dat de cliënt goed geïnformeerd wordt over de voor en nadelen van de verschillende verstrekkingsvormen. Dit hoofdstuk geeft daar inzicht in. Hoofdstuk zes regelt de procedure met betrekking tot onderzoek, advies, besluitvorming en terugvordering. De beleidsvisie 2011 maakt het verstrekken van een pgb aantrekkelijker zowel voor de gemeente als voor de cliënt. De consequentie daarvan is dat onderzoek en controle ook goed ingebed moeten zijn. De mogelijkheden om onderzoek te doen zijn uitgebreid. Ook de mogelijkheden om terug te vorderen als dat nodig is, zijn ruimer geworden. Tot slot bevat dit document twee bijlagen. Als eerste de tabel normering huishoudelijke taken. Hierin zijn de resultaten en activiteiten met de bijbehorende tijden opgenomen voor de aanvullende modules enkelvoudige ondersteuning en complexe ondersteuning. Met dit overzicht kan een besluit worden genomen over het aantal uren hulp dat nodig is per week om het huishouden te doen. 2

3 Tevens is in deze bijlage definities opgenomen en de onderbouwing van het maximale aantal uren dat in de collectieve voorzien ter beschikking wordt gesteld voor hulp bij het huishouden. De tweede bijlage is het Huishoudelijk reglement van de Cliëntenraad Wmo. De beleidsregels 2014 treden in werking op 15 september

4 HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN AFWEGINGSKADER Prestatieveld 6 van de Wmo is er om oplossingen te bieden door middel van het verstrekken van individuele voorzieningen wanneer het niet in iemands eigen vermogen ligt het probleem op te lossen. De eigen mogelijkheden en eigen verantwoordelijkheid komen tijdens het gesprek aan de orde. Eigen mogelijkheden Niet iedere beperking leidt tot een participatieprobleem. Door voort te zetten wat feitelijk al jaren behoort tot iemands normale levenspatroon, ontstaat er geen probleem dat om een oplossing vraagt. Dat zou anders kunnen zijn wanneer als gevolg van de beperking het inkomen daalt. Dat zou aanleiding kunnen zijn om wel te compenseren. Daarvoor zal een zorgvuldig onderzoek verricht moeten worden, met name naar de eerdere situatie, zowel wat betreft hulp als wat betreft inkomen, en de veranderde situatie. Financiële mogelijkheden In artikel 4, tweede lid van de Wmo is bepaald dat het college rekening kan houden met de mogelijkheden die iemand heeft om zelf in financiële zin kosten van een voorziening geheel of gedeeltelijk voor eigen rekening te nemen. Feitelijk zegt het college bij toepassing van dit artikel: als gemeente hoeven we niets te doen wanneer u het zelf kunt betalen, compensatieplicht is niet aan de orde. Er kan sprake zijn van gedeeltelijke compensatie. Dit betekent een deel van de kosten voor eigen rekening wordt genomen of dat er een eigen bijdrage verschuldigd is. Eigen bijdrage Voor alle voorzieningen, met uitzondering van rolstoelen, is een eigen bijdrage verschuldigd. Deze wordt berekend conform de voorwaarden van het (ministeriele) Besluit Wmo. Dit betekent dat per periode van 4 weken een bijdrage is verschuldigd. De hoogte hiervan is afhankelijk van de leefsituatie en de draagkracht. Wanneer er draagkracht is, wordt 15% daarvan belast als eigen bijdrage. De totale eigen bijdrage is nooit hoger dan de draagkracht en de totale kosten van de voorziening. De eigen bijdrage betaalt men voor het gebruik van de voorziening en niet voor het bezit ervan. Het is dan ook niet zo dat de voorziening eigendom wordt van de cliënt zodra de kosten van de voorziening volledig zijn betaald. Bij bruikleenvoorzieningen is maximaal 65 perioden (vijf jaar) een eigen bijdrage verschuldigd. Dit met een maximum van de werkelijke kosten van de voorziening. Wanneer de voorziening eerder wordt ingeleverd, eindigt de eigen bijdrage. Bij pgb's en voorzieningen die in eigendom worden verstrekt, is de termijn voor de eigen bijdrage gemaximeerd tot 39 perioden (drie jaar). Bij een pgb voor woningaanpassingen kan op verzoek van de cliënt de eigen bijdrage ineens worden verrekend met het pgb of de financiële tegemoetkoming. Een eigen bijdrage is niet van toepassing wanneer de cliënt jonger is dan 18 jaar. Ondersteuning van en door mantelzorgers en vrijwilligers Wanneer een participatieprobleem kan worden opgelost met ondersteuning door een mantelzorger of vrijwilliger, gaat dit voor op de verstrekking van een voorziening. Bij de beoordeling of dit een geschikte oplossing is, moet rekening worden gehouden met de mogelijkheden en behoeften van de mantelzorger of de vrijwilliger. Nadrukkelijk moet het college rekening houden met de belangen van 4

5 de mantelzorger en diens dreigende overbelasting. De aandacht hiervoor kan echter niet leiden tot 'eigen aanspraken van mantelzorgers en vrijwilligers in het kader van prestatieveld 6. Het gaat altijd om afgeleide aanspraken, gerelateerd aan de cliënt met het participatieprobleem. Een voorbeeld daarvan is de verstrekking van een eenvoudige transportrolstoel. Deze kan geschikt zijn voor de cliënt met beperkingen. Als de mantelzorger als gevolg van een lichte beperking die op zichzelf geen compensatie behoeft - niet in staat is de rolstoel te duwen, is de oplossing niet geschikt en zal rekening moeten worden gehouden met de omstandigheden van de mantelzorger. Algemene en collectieve voorzieningen Niet iedere vraag hoeft te leiden tot een aanvraag voor een individuele voorziening. In het gesprek voorafgaande aan de aanvraag, maar ook in het contact met de cliënt tijdens het behandelen van de vraag dan wel aanvraag, moet nadrukkelijk aandacht zijn voor de mogelijkheid van het inzetten van algemene- of collectieve voorzieningen. Dit zijn voorzieningen die al dan niet specifiek bedoeld zijn voor mensen met een beperking, snel en regel-arm beschikbaar zijn en niet door het college zelf worden verstrekt of beheerd. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om een uitleenpunt voor rolstoelen, collectief vervoer, een boodschappenservice of een vrijwillige klussendienst. Wanneer de algemene of collectieve voorziening voldoende oplossing biedt, kan hiernaar worden verwezen en is geen aanvraag voor een individuele voorziening noodzakelijk. Wanneer de algemene of collectieve voorziening slechts een gedeelte van het participatieprobleem oplost, kan aanvullend een individuele voorziening worden geboden. Voorliggende voorzieningen Anders dan algemene en collectieve voorzieningen hebben voorliggende voorzieningen een wettelijke basis. Het zijn wettelijke voorzieningen waarop de cliënt een beroep kan doen. Hiermee kan een mogelijk beroep op een individuele voorziening worden voorkomen. Om die reden hoort het bespreken van voorliggende oplossingen in het gesprek. Denk hierbij bijvoorbeeld aan voorzieningen voor werk of scholing in het kader van de WIA of zorgvoorzieningen in het kader van de ZVW, de AWBZ of de regeling Hulpmiddelen. Maar ook fiscale mogelijkheden zoals de bijzondere kostenaftrek kunnen worden gezien als een voorliggende oplossing. Hiervan kan sprake zijn bij het aanpassen van een eigen woning. De aanpassings- en rentekosten komen deels voor aftrek in aanmerking. Voorwaarde is dat de aanpassingen medisch noodzakelijk zijn. Algemeen gebruikelijk Volgens de vaste jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep is een voorziening algemeen gebruikelijk indien aan meerdere (2 van de 3) criteria is voldaan: de voorziening is niet speciaal bedoeld voor mensen met een beperking; de voorziening is in de reguliere handel verkrijgbaar; de voorziening is in prijs vergelijkbaar met soortgelijke producten. Dergelijke voorzieningen komen niet voor vergoeding in aanmerking. 5

6 Uitzonderingen In individuele gevallen kan een voorziening die op zichzelf als algemeen gebruikelijk kan worden beschouwd, vanwege omstandigheden van de cliënt toch niet algemeen gebruikelijk zijn. Het gaat dan bijvoorbeeld om een plotseling optredende beperking waardoor algemeen gebruikelijke voorzieningen eerder dan normaal moeten worden vervangen. Ook wanneer de cliënt een inkomen heeft dat door aantoonbare kosten als gevolg van de beperking onder de van toepassing zijnde bijstandsnorm dreigt te komen, kan een algemeen gebruikelijke voorziening toch voor vergoeding in aanmerking komen. Langdurig noodzakelijk De voorwaarde dat alleen langdurig noodzakelijk voorzieningen worden toegekend, komt voort uit de veronderstelling dat bij een kortdurende noodzaak veelal andere oplossingen mogelijk zijn, zoals de kortdurende uitleen in het kader van Regeling Hulpmiddelen. Het wil niet zeggen dat per definitie geen kortdurende noodzakelijke voorziening wordt toegekend. Zo kan de verstrekking van een voorziening noodzakelijk zijn als geen enkele andere voorliggende oplossing of regeling hierin kan voorzien. Goedkoopst-compenserende voorziening De voorwaarde goedkoopst-compenserend betekent dat de te verstrekken voorziening(en) allereerst het participatieprobleem adequaat moet compenseren. Zijn er meerdere oplossingen, dan wordt gekozen voor de goedkoopste (combinatie van) voorziening(en). Bij de afweging wat goedkoop is, wordt gerekend met de totale kosten over de te verwachten gebruiksduur. Zo kan het verstrekken van een individuele taxikostenvergoeding op jaarbasis goedkoper zijn dan het verstrekken van een autoaanpassing. Wordt echter rekening gehouden met de te verwachten gebruiksduur, dan kan het verstrekken van de autoaanpassing op lange termijn goedkoper zijn. Het gaat in eerste instantie om de goedkoopst-compenserende oplossing voor het college. Bij die afweging wordt niet voorbij gegaan aan de belangen van de cliënt. Zo is verhuizen naar een geschikte woning vaak goedkoper dan aanpassen. Wanneer de cliënt als gevolg hiervan echter een restschuld overhoudt bij de verkoop van de oude woning, is het per saldo niet de goedkoopst-compenserende oplossing. Het kan niet zo zijn dat de cliënt onevenredig veel kosten maakt als gevolg van de keuze van het college voor de goedkoopste oplossing. Het college mag rekening houden met zogenaamde macro-overwegingen. Zo is bijvoorbeeld collectief vervoer voor het college goedkoop juist vanwege de mogelijkheden combinatieritten te maken. Het is dus in het belang van het systeem zo veel mogelijk gebruikers te hebben. Uiteraard moet altijd een individuele afweging worden gemaakt. Het macro belang mag niet boven het belang van een voldoende compenserende oplossing worden gesteld. Individueel gericht De compensatieplicht van het college beperkt zich tot de participatieproblemen van de persoon met beperkingen. Hierbij moet rekening worden gehouden met persoonlijke omstandigheden en behoeften. Zo wordt duidelijk dat wat goedkoopst-compenserend is voor de één, niet per definitie ook geschikt is voor de ander met een vergelijkbare beperking. Er is altijd sprake van een individuele afweging. Ook kunnen behoeften en omstandigheden van direct betrokkenen niet per definitie buiten beschouwing worden gelaten (zie eerder in dit hoofdstuk). 6

7 HOOFDSTUK 2 HET GESPREK EN VRAAGVERHELDERING Als een burger problemen ondervindt bij zijn zelfredzaamheid of deelname aan het maatschappelijk verkeer, zal hij op zoek gaan naar ondersteuning. In veel gevallen zal hij zelf in staat zijn die ondersteuning te zoeken en te organiseren door middel van een beroep op de mantelzorger of een vrijwilliger. In een aantal gevallen zal de burger niet in staat zijn op eigen kracht een oplossing te organiseren en kan hij bij de gemeente aankloppen voor informatie, advies en/of ondersteuning. Uitgangspunt is dat met de burger die op zoek is naar ondersteuning altijd een gesprek wordt gevoerd. De wijze waarop de burger om een gesprek vraagt of de plaats waar het gesprek plaatsvindt, kan overigens verschillen. Hij kan gebruik maken van de verschillende kanalen van het Wmo loket. Hij kan mailen, bellen, schrijven of een baliebezoek brengen in de wijk. De plaats waar het gesprek plaatsvindt, past bij de mogelijkheden van de burger. Doel en inhoud van het gesprek Het doel van het gesprek is het vaststellen van de ondersteuningsbehoefte en kan de voorbereiding zijn op de formele aanvraag. In het gesprek komen alle mogelijke oplossingen aan bod. Er wordt gekeken naar eigen mogelijkheden, voorliggende, algemene en algemeen gebruikelijke oplossingen. Uiteraard komt ook de individuele oplossing aan bod, maar pas nadat alle andere mogelijkheden zijn verkend en geen oplossing zijn voor het participatieprobleem. In voorkomende gevallen zal het gesprek worden afgesloten met een verslag. Als het gesprek uitmondt in een aanvraag voor een individuele voorziening, is het verslag de basis voor deze aanvraag. Telefoon en balie1 Het gesprek vindt in veruit de meeste gevallen mondeling plaats. Ofwel telefonisch ofwel door een bezoek aan de balie. Het stedelijke telefoonnummer voor informatie, advies en vraagverheldering is vijf werkdagen per week beschikbaar. De bezoeken aan de balie vinden plaats in de wijk. De buurtteams zijn opgericht voor het signaleren van participatievragen en het toeleiden naar "zaken die je daarbij gezien je omstandigheden, nodig hebt." Dit houdt onder andere in samenwerking met en waar nodig actieve doorverwijzing naar het team Wmo. Huisbezoek Bij complexe vragen (denk aan vragen met grote financiële consequenties, vragen over oplossingen voor vele jaren, vragen met mogelijke politieke gevolgen etc.) wordt een huisbezoek afgelegd door degene die daarvoor het meest geschikt is. Dat kan een ouderenadviseur zijn maar ook een medisch deskundige of een medewerker van de uitvoeringsafdeling of meerdere deskundigen tegelijk. Het huisbezoek kan ook op een andere locatie dan 'thuis' plaatsvinden. Dit kan bijvoorbeeld in situaties dat een ontmoeting belangrijk is, maar het zien van de thuissituatie niet noodzakelijk is. 1Voor beschrijving van het werkproces zie Inhoudelijke uitwerking dienstverleningsconcept SoZaWe januari

8 Verslag Tijdens het gesprek komt de ondersteuningsbehoefte aan de orde, worden oplossingen besproken en wordt het resultaat benoemd. Een verslag is in ieder geval nodig als het gesprek leidt tot een aanvraag voor een individuele voorziening. Als het gesprek gevoerd is aan de hand van een intakeformulier, dient dit intakeformulier als verslag. Als er geen intakeformulier is ingevuld, maar wel een rapportage is opgemaakt, dient die rapportage als verslag. Dit kan voorkomen als het gesprek gevoerd is door een medewerker van een welzijnsorganisatie. Situaties waarin geen gesprek plaatsvindt Het gesprek blijft beperkt tot het verstrekken van informatie en advies als: - De burger geen uitgebreider gesprek wil en meteen een aanvraag voor een voorziening wil indienen. Bij de beoordeling van de aanvraag wordt rekening gehouden met de persoonlijke feiten en omstandigheden van de burger die de voorziening wenst aan te vragen. - De gemeente, of een andere partij bij wie de burger aanklopt voor informatie en advies, komt samen met de burger tijdens deze fase al tot de conclusie dat een gesprek niet nodig is. Deze situatie doet zich voor als de feiten en omstandigheden van de burger al voldoende bij het college bekend zijn. 8

9 HOOFDSTUK 3 BEOORDELING VAN HET RESULTAATGEBIED HET VOEREN VAN EEN HUISHOUDEN Het Utrechtse Wmo beleid gaat uit van de mogelijkheden van mensen. Ontbreekt het aan eigen mogelijkheden om participatieproblemen op te lossen, dan kan ondersteuning worden geboden. Dit hoofdstuk handelt over ondersteuning bij het voeren van een huishouden (HBH). Deze ondersteuning wordt geboden als er voor het structureel verzorgen van het huishouden geen of in onvoldoende mate eigen mogelijkheden, gebruikelijke hulp, mantelzorger of vrijwilligershulp aanwezig is. Als ondersteuning noodzakelijk is wordt in eerste instantie gekozen voor een algemene voorziening. Alleen wanneer de algemene voorziening niet of in onvoldoende mate passend is, wordt maatwerk aangeboden. De bepalingen in de Verordening Wmo 2013 geven ons de ruimte om de beleidsregels voor HBH aan te passen. Deze beleidsregels maken het mogelijk indicatiebesluiten te nemen die passen bij ons nieuwe concept voor HBH dat uitgaat van een collectieve voorziening, indien nodig aangevuld met maatwerkmodules. Deze regels maken het mogelijk tijdig indicatiebesluiten te nemen, zodat aanvragers zich kunnen aanpassen aan de nieuwe situatie (in 2015). Wel wordt een overgangstermijn in acht genomen, waardoor de aanpassing voor bestaande klanten pas in maart 2015 inwerking treedt. Op nieuwe aanvragen zijn deze beleidsregels wel direct van toepassing, omdat het onwenselijk is eerst (voor de periode tot de nieuwe wet inwerking treedt) een ruim recht op HBH te verlenen, en dat recht vervolgens op 1 januari 2015 te beperken. Eigen mogelijkheden Hulp bij het voeren van een huishouden wordt alleen geboden wanneer er geen andere oplossingen zijn die problemen op dit leefgebied kunnen voorkomen of oplossen. Activiteiten die door de cliënt zelf kunnen worden uitgevoerd, komen dan ook niet in aanmerking voor compensatie. In de dagelijkse praktijk kan dit betekenen dat een deel van het huishouden door cliënt wordt uitgevoerd en voor een ander deel ondersteuning wordt geboden. Een andere vorm van het benutten van eigen mogelijkheden is het verlenen van medewerking aan een zo efficiënt mogelijke zorgverlening. Dit betekent dat van de cliënt mag worden verwacht dat hiermee rekening wordt gehouden bij de inrichting van de woning en planning van huishoudelijke werkzaamheden. Te denken valt hierbij aan het zo mogelijk voorbereiden van de was en het ergonomisch verantwoord inrichten van de woning. Tenslotte vallen ook financiële mogelijkheden onder de eigen mogelijkheden van de cliënt. De aanwezigheid van financiële middelen mag nooit een reden zijn om geen aanspraak te kunnen maken op ondersteuning. Echter, de aanwezigheid van financiële middelen kan wel behulpzaam zijn bij het zelf oplossen van problemen. Was men bijvoorbeeld al gewend om voor eigen rekening een schoonmaakhulp in te huren, dan is het enkele feit dat er zich beperkingen voordoen geen reden om een beroep te doen op gemeentelijke ondersteuning. Wel moet worden meegewogen of door het 9

10 ontstaan van beperkingen financiële mogelijkheden wegvallen of de ondersteuning door de gebruikelijk aanwezige schoonmaak niet meer toereikend is. Gebruikelijke hulp Als er gebruikelijke hulp aanwezig is, biedt het college geen of minder ondersteuning bij het schoonhouden of organiseren van het huishouden. Gebruikelijke hulp betreft de normale, dagelijkse zorg op basis van een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van de leefeenheid (huisgenoten) voor elkaar omdat ze als leefeenheid een gezamenlijk huishouden voeren. Onder leefeenheid verstaan we een geheel aan personen waarmee een persoon op hetzelfde adres woonachtig is en een huishouden deelt. Als er tot de leefeenheid huisgenoten behoren die huishoudelijke werkzaamheden kunnen overnemen, worden zij verondersteld dit door een herverdeling van taken te doen. Dit principe heeft een verplichtend karakter en betreft alle huisgenoten vanaf 18 jaar. Studie of (vrijwillige) werkzaamheden vormen in principe geen reden om van de gebruikelijke hulp af te zien. Als er sprake is van commerciële kamer(ver)huur, rekenen we de huurder van de betreffende ruimte niet tot de leefeenheid. Mantelzorg en vrijwilligershulp Veel personen zijn bereid mantelzorg te verlenen. Deze vorm van vrijwillige ondersteuning door derden, niet behorend tot de leefeenheid, gaat voor op ondersteuning van de gemeente. Tegelijk is deze vorm van vrijwillige hulp niet afdwingbaar en daarmee in de praktijk vaak incidenteel en aanvullend op andere vormen van zorg. Indien noodzakelijk kan de gemeentelijke ondersteuning bestaan uit tijdelijke vervanging van de mantelzorger of vrijwilliger. Algemene voorzieningen Indien eigen mogelijkheden, gebruikelijke hulp en mantelzorg of vrijwilligershulp geen of onvoldoende oplossing bieden, kan de gemeente ondersteuning bieden. Voordat hiervan sprake kan zijn, wordt bekeken of een algemene voorziening een (gedeeltelijke) oplossing kan bieden. Het gaat hierbij om initiatieven die algemeen of voor brede doelgroepen toegankelijk zijn. Het gaat zowel om particuliere als gesubsidieerde initiatieven. Voorwaarde is dat een dergelijke voorziening feitelijk toegankelijk is. Hiermee wordt bedoeld dat de voorziening redelijkerwijs door de cliënt kan worden bekostigd en er daadwerkelijk geschikte hulp geleverd kan worden onder redelijke voorwaarden. Resultaat: Schoon en leefbaar huis Het te bereiken resultaat is een schoon huis. Dit betekent dat iedereen gebruik moet kunnen maken van een schone woonkamer, als slaapvertrek in gebruik zijnde ruimtes, de keuken, sanitaire ruimtes en gang/trap. Om het resultaat te bereiken dienen bovenstaande ruimtes met enige regelmaat schoongemaakt te worden en indien noodzakelijk de was worden verzorgd. Een schoon huis wil niet zeggen dat alle vertrekken wekelijks schoongemaakt moeten worden. Het betekent dat het huis niet vervuilt en periodiek schoon wordt gemaakt om zo een algemeen aanvaard basisniveau van schoon te realiseren. 10

11 Het betekent ook dat er ondersteuning kan plaatsvinden bij het verzorgen van de zware was voor bedden- en linnengoed. Het is aan de bewoner om werkzaamheden te prioriteren en keuzes te maken. Van de klant mag immers worden verwacht dat hij of zij de regie over het huishouden kan voeren. 11

12 Afwegingskader Tijdens het gesprek met de cliënt worden alle mogelijkheden doorgenomen en besproken. Als sprake is van gebruikelijke hulp biedt de gemeente geen ondersteuning. Onderzocht wordt of een persoon op eigen kracht of met hulp van zijn netwerk het gewenste resultaat kan bereiken. Er wordt ook gekeken of er algemene of voorliggende voorzieningen aanwezig zijn die tot het gewenste resultaat kunnen leiden. Een voorbeeld hiervan is een glazenwasserbedrijf dat de buitenkant van de ramen kan lappen, een was- en strijkservice waarvan verwacht kan worden dat deze redelijkerwijs ingezet kan worden, de boodschappenplusbus en een maaltijdservice. Pas wanneer de gebruikelijke hulp, de eigen mogelijkheden en algemene voorzieningen niet of onvoldoende van toepassing zijn, zal onderzocht worden in welke mate het gemeentelijk aanbod in ondersteuning kan voorzien. Gemeentelijk aanbod Gemeentelijke ondersteuning bij het voeren van een huishouden, neemt de verantwoordelijkheid van de cliënt niet over, maar helpt de cliënt op weg om het resultaat te behalen. Het resultaat dat behaald dient te worden is een schoon en leefbaar huis. Om dit resultaat te behalen wordt een collectieve voorziening schoon huis aangeboden. De collectieve voorziening schoon huis Deze collectieve voorziening omvat het lichte en zware schoonmaakwerk én het wassen en drogen van de grote/zware spullen. Denk aan het afnemen van stof, stofzuigen, reinigen van ramen, vloeren en sanitair, bedden verschonen en het machinaal wassen van bedden- en linnengoed. Omvang en inzet van de hulp Binnen de collectieve voorziening krijgt de klant de beschikking over een maximaal aantal uur ondersteuning per jaar, die naar eigen inzicht ingezet kan worden voor het realiseren van een schoon en leefbaar huis. De klant kan deze uren verzilveren bij een aanbieder waarmee de gemeente een contract heeft afgesloten voor het leveren van hulp bij het huishouden. De klant stemt zelf met de door hem gekozen hulp/aanbieder af voor welke taken en met welke frequentie dit wordt ingevuld. De indicatie geeft recht op een resultaat met een maximaal aantal uur ondersteuning per jaar. Het maximale aantal uur per jaar wordt verstrekt conform bijlage 1. Het type en de grootte van de woning is niet van invloed op de hoeveelheid te verstrekken hulp. Het onderhoud van een tuin en het verzorgen van huisdieren (niet zijnde hulphonden/dieren) hoort niet bij dit resultaat. Wij beschouwen dergelijke aspecten als keuzes waarop de klant zelf invloed kan uitoefenen. De gevolgen hiervan op de omvang van de schoonmaaktaak en het zoeken van oplossingen daarvoor behoort tot de eigen verantwoordelijkheid van de aanvrager. 12

13 Aanvullende maatwerkvoorzieningen Wanneer als gevolg van objectiveerbare medische beperkingen klanten onvoldoende ondersteund worden door de collectieve voorziening kunnen er resultaatgebieden uit de maatwerkmodules ingezet worden. Hier zal alleen sprake van zijn als er een extra resultaat of een ander resultaat behaald moet worden. Een zorgvuldig onderzoek gaat hier altijd aan vooraf. In dit onderzoek wordt gekeken of via de eigen mogelijkheden, de algemene voorzieningen en voorliggende voorzieningen in combinatie met een eventuele inzet van de collectieve voorziening voldoende oplossing wordt geboden. De grootte van het huis(houden) is in het algemeen geen aanleiding om een maatwerkvoorziening toe te kennen. Ook de aanwezigheid van dieren (uitgezonderd hulphonden) zijn geen aanleiding voor het toekennen van een maatwerkvoorziening. De gevolgen hiervan op de omvang van de schoonmaaktaak en het zoeken van oplossingen daarvoor behoort tot de eigen verantwoordelijkheid van de aanvrager. Wij onderscheiden de volgende maatwerkmodules. Module 1: aanvullende enkelvoudige ondersteuning Module 2: aanvullende complexe ondersteuning Module 1: aanvullende enkelvoudige ondersteuning De volgende resultaatgebieden vallen onder module 1: A. Resultaat: Een hoger niveau van hygiëne of schoonhouden realiseren B. Resultaat: Het klaarzetten of bereiden van primaire levensbehoeften C. Resultaat: Beschikken over schone kleding A. Resultaat : een hoger niveau van hygiëne of schoonhouden realiseren Deze module kan ingezet worden als de klant vanwege geobjectiveerde medische belemmeringen onvoldoende resultaat kan bereiken met het slim inzetten van het maximale aantal uren dat beschikbaar is in de collectieve voorziening, maar inhoudelijk geen ander product nodig heeft. De aanleiding voor de inzet van deze module kan zijn de ernstige fysieke beperkingen waardoor de persoon geen mogelijkheden heeft zelf enige huishoudelijke werkzaamheden te verrichten of medische beperkingen waaruit een meer dan gebruikelijke hygiëne noodzakelijk is of medische beperkingen die leiden tot een snellere vervuiling van het huis. De extra noodzakelijke schoonmaak dient een medische oorzaak te hebben, welke aantoonbaar is. De grootte van het huis(houden) of de aanwezigheid van dieren is in het algemeen geen reden voor inzet van deze module. Afwegingskader Middels zorgvuldig onderzoek wordt bekeken of de medische beperking van de cliënt leidt tot de noodzaak voor het realiseren van een hoger niveau van hygiëne of een intensievere ondersteuning bij het schoonmaken. Er wordt eerst onderzocht of cliënt via de eigen mogelijkheden, het eigen netwerk en de eigen kracht in combinatie met de collectieve basisvoorziening in staat is (een deel van) het hoger niveau van hygiëne of schoonmaken te realiseren. 13

14 Indien een persoon niet (meer) in staat is op eigen kracht of met hulp van de omgeving, eventueel in combinatie met de collectieve voorziening, dit hoger niveau van hygiëne/ schoonmaken te realiseren, kan ondersteuning door de gemeente worden bezien. B. Resultaat: Het klaarzetten of bereiden van primaire levensbehoeften Onder maaltijdverzorging wordt verstaan het verzorgen van de broodmaaltijd, koffie en thee zetten, warme maaltijd opwarmen. Het uitgangspunt voor het te behalen resultaat is dat indien nodig 1 keer per dag de broodmaaltijden worden bereid en klaargezet en 1 keer per dag een warme maaltijd wordt verzorgd. Afwegingskader Tijdens het gesprek met de cliënt worden alle mogelijkheden doorgenomen en besproken. Is er een gezonde huisgenoot aanwezig die in staat is de maaltijd klaar te zetten of op te warmen? Dan hoeft de gemeente op grond van gebruikelijke hulp geen ondersteuning te bieden. Kan de cliënt op eigen kracht of met hulp van de mensen om hem heen een maaltijd verzorgen. Is bijvoorbeeld een kind of één van de buren in staat een maaltijd klaar te zetten of opwarmen? Ook wordt er in het onderzoek gekeken of voorliggende voorzieningen zoals kant- en klaar maaltijden van de supermarkt, mee-eten bij een verzorgingshuis, maaltijdbezorging aan huis etc. een oplossing biedt. Indien een persoon niet (meer) in staat is zelf of met hulp van de omgeving maaltijden te verzorgen en voorliggende voorzieningen niet of onvoldoende tot oplossing leidt, kan ondersteuning door de gemeente worden bezien. C. Resultaat: Beschikken over schone kleding Ondersteuning vanuit dit resultaat wordt geboden als een persoon een belemmering heeft bij het op orde en schoon houden van zijn kleding. Het doel van dit resultaat is dat de persoon beschikt over schone kleding. De wasverzorging zoals bedoeld binnen dit resultaatgebied omvat het wassen, het drogen en vouwen van kleding en het terugleggen van kleding in de garderobekast. Het wassen, drogen en opvouwen van beddengoed en linnengoed valt niet onder het resultaat van deze module. Dit valt namelijk onder de collectieve voorziening. Verwacht mag worden dat de persoon beschikt over een wasmachine. Als die er niet is, behoort het realiseren van een wasmachine tot de verantwoordelijkheid van de klant. Daarnaast wordt van de klant verwacht dat de reikwijdte van de ondersteuning tot een minimum wordt beperkt door bijvoorbeeld de aanschaf van een wasdroger of kleding die niet gestreken hoeft te worden. De klant dient ten behoeve van dit resultaat zoveel mogelijk gebruik te maken van de door de aanbieders ingerichte collectieve diensten. Afwegingskader Tijdens het gesprek met de cliënt worden alle mogelijkheden doorgenomen en besproken. Als sprake is van gebruikelijke zorg biedt het college geen ondersteuning. Er wordt binnen dit resultaatgebied gekeken naar wat de persoon zelf nog kan en in welke mate het sociaal netwerk ondersteuning kan bieden. Daarbij kan gedacht worden aan de vraag of de persoon met behulp van de mensen om hem 14

15 heen kan zorgen voor schone en draagbare kleding. Is er bijvoorbeeld een familielid of zijn buren bereid de was wekelijks te doen? Zijn er algemene of voorliggende voorzieningen aanwezig die tot het gewenste resultaat kunnen leiden? Als er bijvoorbeeld een was- en strijkdienst beschikbaar is waarmee de persoon het gewenste resultaat kan behalen hoeft de gemeente hierin niet te ondersteunen. Als het resultaat desondanks niet wordt behaald kan er aanspraak worden gemaakt op deze module. Omvang, vorm en normering module 1 De resultaten uit deze module worden met een extra aantal uur ondersteuning op jaarbasis ingezet naast de ondersteuning die geboden wordt vanuit de collectieve voorziening schoon huis. De klant krijgt de indicatie verstrekt in uren op jaarbasis, of bij een tijdelijke toekenning het aantal uren naar ratio. Voor het vaststellen van de benodigde uren wordt gebruik gemaakt van de tabel normering huishoudelijke taken (bijlage1 ). Een gespecialiseerde of zwaardere hulp is met inzet van deze module niet noodzakelijk. De aard van de ondersteuning, frequentie en intensiteit wordt afgestemd op het minimaal te behalen noodzakelijke resultaat. Hierbij is het uitgangspunt dat via de goedkoopste en efficiëntste wijze de ondersteuning vorm krijgt. Tijdens het gesprek tussen de cliënt en de aanbieder worden alle mogelijkheden doorgenomen en besproken. De aanbieder en de klant bepalen samen hoe binnen de bovengenoemde kaders de concrete ondersteuning vorm krijgt. Module 2: aanvullende complexe ondersteuning De volgende resultaatgebieden vallen onder module 2: D. Resultaat: Thuis zorgen voor kinderen onder de 6 jaar E. Resultaat: Organiseren van huishoudelijke taken D. Resultaat: Thuis zorgen voor kinderen onder de 6 jaar. Het zorgen voor kinderen is een taak van ouder en/of verzorgers. Dat geldt ook voor ouders die door beperkingen niet in staat zijn hun kinderen te verzorgen. Elke ouder is zelf verantwoordelijk voor de opvang en (het organiseren van de noodzakelijke) verzorging van zijn of haar kinderen. Uitgangspunt is hierbij dat bij uitval van een van de ouders de andere ouder deze zorg of zijn aandeel in de zorg daar waar mogelijk overneemt. Op grond van gebruikelijke zorg hoeft het college niet te compenseren. Het college ondersteunt alleen als ouders door acuut ontstane problemen een oplossing nodig hebben voor kinderen tot en met de leeftijd van 5 jaar. De ondersteuning is dus per definitie altijd tijdelijk in afwachting van een definitieve oplossing. Een indicatie wordt afgegeven met een maximale duur van 3 maanden om ouder(s) of verzorger(s) de mogelijkheid te bieden in een oplossing te voorzien. Van ouders mag worden verwacht dat zij zich tot het uiterste zullen inspannen om die oplossing zo snel mogelijk te vinden. Een individuele voorziening voor structurele opvang van kinderen is niet mogelijk binnen de Wmo. De zorg voor kinderen omvat het wassen, douchen, aankleden, verschonen van luiers en het voeden van baby's. Het passen op kinderen valt niet onder dit resultaat. 15

16 Afwegingskader Tijdens het gesprek met de cliënt worden alle mogelijkheden doorgenomen en besproken. Zijn er algemene, collectieve of voorliggende voorzieningen aanwezig die tot het gewenste resultaat kunnen leiden. Kan de cliënt op eigen kracht, of met behulp van de mensen om hem heen zorgen voor de kinderen. Is er bijvoorbeeld kinderopvang of naschoolse opvang in de buurt die voor de opvang kan zorgen. Is er bijvoorbeeld de mogelijkheid van ouderschapsverlof, een oppasoma of opa of kunnen buren iets betekenen? Als het voorgaande niet meteen of niet afdoende beschikbaar is, kan de gemeente de cliënt compenseren. E. Resultaat: Organiseren van huishoudelijke taken Ondersteuning bij het organiseren van huishoudelijke taken wordt ingezet wanneer de klant niet tot zelfregie en planning van de werkzaamheden in staat is. Behalve dat er huishoudelijke taken moeten worden overgenomen, heeft de hulp een signalerende, aansturende en regievoerende taak. Ook kan ondersteuning bestaan uit het helpen handhaven, verkrijgen of herkrijgen van structuur in het huishouden. Het doel van het voeren van de regie over het huishouden is het schoonhouden van het huis, maar ook het ondersteunen bij het organiseren van het huishouden. Het overnemen van de regie over het huishouden kan noodzakelijk zijn als in redelijkheid niet meer van de klant verwacht kan worden dat hij zelfstandig beslissingen neemt (bijv. een terminale situatie) of als disfunctioneren dreigt. Dat kan zich uiten in vervuiling (van de woning of van kleding), verwaarlozing (eten en drinken) of ontreddering van zichzelf of van afhankelijke huisgenoten waardoor het functioneren in huis maar ook buitenshuis belemmerd wordt. De hulp dient bij het uitoefenen van de ondersteuning zoveel mogelijk de klant te betrekken bij het maken van keuzes. Daarbij dient aangesloten te worden bij de capaciteiten, intellectuele vaardigheden en leervermogen van de klant. Bij een deel van deze groep zal geen sprake zijn van ontwikkelvermogen, eerder van afnemende zelfredzaamheid. Bewaken of het nog verantwoord is dat de klant zelfstandig woont, is daarom onderdeel van het resultaatgebied (signaleren en doorgeven aan de gemeente). Omvang, vorm en normering module 2 De resultaten uit deze module krijgen vorm door een gespecialiseerde hulp in te zetten (voor de collectieve voorziening). Indien nodig in combinatie met een extra aantal uur ondersteuning per week of op jaarbasis voor het organiseren van het huishouden. De klant krijgt de indicatie in uren verstrekt. Voor het vaststellen van de benodigde uren wordt gebruik gemaakt van de tabel normering huishoudelijke taken, zie bijlage 1. De aard van de ondersteuning, frequentie en intensiteit wordt afgestemd op het minimaal te behalen noodzakelijke resultaat. Hierbij is het uitgangspunt dat via de goedkoopste en efficiëntste wijze de ondersteuning vorm krijgt. 16

17 HOOFDSTUK 4BEOORDELING 4 VAN DE RESULTAATGEBIEDEN WONEN IN EEN GESCHIKT HUIS, VERPLAATSEN EN MEDEMENSEN ONTMOETEN Resultaat: wonen in een geschikt huis Dit resultaat betreft het normale gebruik van de woonkamer, slaapvertrekken, keuken, sanitaire ruimten, berging, tuin of balkon. Een individuele voorziening kan getroffen worden ten aanzien van toegankelijkheid, bereikbaarheid en bruikbaarheid van de benoemde vertrekken. Er wordt geen individuele voorziening verstrekt als het resultaat ook bereikt kan worden door binnen redelijke en medisch verantwoorde termijn te verhuizen naar een al bestaande geschikte woning, of een geschikt te maken woning. De kosten van de aan te passen woning moeten in verhouding staan tot eventuele aanpassingskosten van de andere woning. De kosten van een verhuizing kunnen worden vergoed tot het in het Besluit Individuele Wmo voorzieningen genoemde bedrag. Hoe wordt het resultaat bereikt? Iedere Nederlander moet zelf voor een woning zorgen. Bij de keuze van een woning moet men binnen de eigen (financiële) mogelijkheden rekening houden met de eigen situatie. Dit betekent dat men rekening houdend met bestaande of te verwachten beperkingen zoekt naar een geschikte woning. Wanneer de mogelijkheden hiervoor ontbreken, volstaat een zo geschikt mogelijke woning en kan het college het niet geschikte deel compenseren. Hierbij is van belang dat de cliënt het college niet confronteert met reeds gemaakte keuzes, maar vooraf overleg pleegt. Alleen op deze manier kan worden beoordeeld of er wordt gekozen voor de goedkoopst te compenseren oplossing. Dit resultaat zorgt ervoor dat mensen in een geschikt huis wonen. We hebben het dan over woonvoorzieningen, zowel bouwkundig als niet-bouwkundig. Het college ondersteunt en bemiddelt bij het zoeken naar een (geschikte) woning. Men is dus primair zelf verantwoordelijk voor het vinden van een geschikte beschikbare woning (rekening houdend met bekende beperkingen en met het oog op de toekomst), passend bij het bestedingspatroon. De compensatieplicht houdt in dat eventuele problemen in het normale gebruik van de woning opgelost moeten worden. Het gaat hier om het niveau sociale woningbouw en het van toepassing zijnde Bouwbesluit. Daarbij kan het anders indelen/inrichten van de woning een voorliggende oplossing zijn. Omvang De compensatieplicht van het college beperkt zich tot zelfstandige woonruimten waar de cliënt zijn hoofdverblijf heeft. Het gaat hierbij ook om woonwagens met een vaste standplaats en woonschepen met een vaste ligplaats in de gemeente Utrecht. Het college heeft geen verantwoordelijkheid om algemeen gebruikelijke voorzieningen of inrichtingselementen zoals kasten en CV-installaties te verstrekken. Het aanpassen van de woning aan de eisen van de tijd (bijvoorbeeld het vervangen van een lavet door een douche) is de verantwoordelijkheid van de cliënt zelf of de woningcorporatie. 17

18 Verhuizen of aanpassen? Als blijkt dat de cliënt gecompenseerd moet worden, kijkt het college naar de goedkoopst compenserende oplossing. Dit kan een verhuizing zijn naar een aangepaste woning of een eenvoudig aan te passen woning. In deze situatie kan het college een tegemoetkoming in de verhuiskosten toekennen. Bij de afweging of verhuizen leidt tot het resultaat: wonen in een geschikt huis, moeten de volgende aspecten meegewogen worden: de aanwezigheid van mantelzorg in de woonomgeving, de financiële consequenties van de verhuizing, de termijn waarop een woning beschikbaar komt (in verband met de medische verantwoorde termijn) en de argumenten pro en contra verhuizing ten aanzien van de cliënt en argumenten op basis van eventueel aanwezige mantelzorg. Deze afweging moet ten grondslag liggen aan het besluit. Vergoeding van verhuis- en herinrichtingskosten Indien verhuizen als een meer adequate oplossing wordt gezien dan aanpassen van de huidige woning, komen de kosten voor verhuizing en herinrichting in principe voor eigen rekening van de cliënt. Alleen wanneer de verhuizing onverwacht en onvoorzien is, kan hierop een uitzondering worden gemaakt. Daarbij is van belang of de cliënt redelijkerwijs heeft kunnen sparen om in de kosten te voorzien. Cliënten die voor het eerst zelfstandig gaan wonen, hebben de verantwoordelijkheid om een geschikte woning te zoeken en kunnen geen aanspraak maken op een tegemoetkoming in de verhuiskosten. Uitgangspunt is dat in deze situatie aanpassingen niet worden vergoed. Een individuele beoordeling moet uitwijzen of dit uitgangspunt in die specifieke situatie redelijk is. Bij een verhuizing vanuit een zelfstandige woning naar een AWBZ- instelling wordt geen tegemoetkoming in de verhuiskosten verleend. Het stallen van vervoersvoorzieningen Voor vervoersvoorzieningen, zoals scootermobielen en driewielfietsen, moet een geschikte stalling aanwezig zijn. Dit betekent dat de voorziening vrij van weerinvloeden gestald is. Is er geen geschikte stalling aanwezig dan moet deze worden gemaakt. De cliënt is hiervoor in beginsel zelf verantwoordelijk. Bij elektrische voorzieningen behoort ook de oplaadmogelijkheid tot de eigen verantwoordelijkheid. Hierop kan een uitzondering worden gemaakt wanneer in het geheel geen stallingmogelijkheid of stroomvoorziening aanwezig is, bijvoorbeeld in een kelderbox met enkel zwakstroom. Gemeenschappelijke ruimten In beginsel heeft het college geen compensatieplicht als het gaat om gemeenschappelijke ruimten. Of er in een individuele situatie wel compensatieplicht bestaat, hangt af van het van toepassing zijnde Bouwbesluit en de doelgroep waarvoor het wooncomplex feitelijk bestemd is. Dubbele woonlasten Wanneer een woning van een cliënt met beperkingen wordt aangepast, kan het zijn dat deze cliënt dubbele woonlasten heeft. Het college kan de cliënt in de kosten tegemoet komen. Het moet dan duidelijk zijn dat de cliënt redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen dat hij voor dubbele woonlasten 18

19 is komen te staan. Voor de periode van maximaal 6 maanden kan een tegemoetkoming worden verstrekt. De termijn gaat in vanaf de tweede maand dat de oude woonruimte is verlaten. Voor de berekening wordt uitgegaan van de kale huur/ hypotheek, van de verlaten woning met een maximum van de huurtoeslaggrens. Op de vergoeding is de eigen bijdrageregeling van toepassing. Uitraasruimte Het college kan een vergoeding verstrekken voor een uitraaskamer. Een uitraaskamer is een verblijfsruimte waarin een cliënt met beperkingen, die vanwege een gedragsstoornis ernstig ontremd gedrag vertoont, zich kan afzonderen of tot rust kan komen. Per individuele situatie moet beoordeeld worden hoe deze ruimte eruit moet zien. Resultaat: Zich verplaatsen in en om de woning Het betreft hier de mogelijkheid voor belanghebbende om de woonkamer, het slaapvertrek en/of slaapvertrekken, het toilet en de douche, de berging, de tuin of het balkon te bereiken en zodanig te gebruiken dat normaal functioneren mogelijk is. Hoe wordt het resultaat bereikt? Als er noodzaak bestaat voor een rolstoel of vervoermiddel voor dagelijks zittend gebruik, zal een programma van eisen worden opgesteld. Een rolstoel of vervoermiddel kan door het college verstrekt worden in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget. Bij verstrekking in natura vallen alle kosten van onderhoud en verzekering onder de verstrekking. Bij een verstrekking als persoonsgebonden budget worden kosten voor de rolstoel of het vervoermiddel, die betrokkene zou hebben gekregen als voorziening in natura, als uitgangspunt genomen. Ten aanzien van mantelzorgers zal door het college rekening worden gehouden met hun belangen. Dat kan bijvoorbeeld betekenen dat als de mantelzorger niet in staat is de rolstoel in alle omstandigheden te duwen, er een ondersteunende motorvoorziening verstrekt kan worden. Resultaat: Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel Het lokaal verplaatsen per vervoermiddel is de mogelijkheid om in de eigen woon- en leefomgeving te gaan en staan waar men wil. Het gaat om lokaal verplaatsen, waarbij gedacht moet worden aan verplaatsingen in een straal van 15 tot 20 kilometer rond de woning. Buiten dit gebied kan gebruik worden gemaakt van de mogelijkheden van het bovenregionale vervoer, dat Valys in opdracht van de rijksoverheid verricht. Een collectief vervoersysteem is voorliggend op een individuele voorziening. Bij de beoordeling of het collectieve vervoerssysteem voorliggend is moet rekening worden gehouden met de persoonskenmerken en vervoersbehoefte van de cliënt. Er wordt geen onbeperkte kosteloze vervoermogelijkheid aangeboden. Net als voor een persoon zonder beperkingen geldt, dient men voor het vervoer een bijdrage te betalen al dan niet in de vorm van een tarief. Als er na het optreden van beperkingen geen sprake is van een andere situatie op vervoersgebied dan daarvoor (men heeft al een auto en is gewend daar alles mee te doen) zal er geen noodzaak zijn te 19

20 compenseren omdat er geen probleem is of omdat men het zelf kan oplossen. Dat kan anders zijn indien door het optreden van de beperkingen ook het inkomen daalt. Hoe wordt het resultaat bereikt? Om voor een individuele voorziening in aanmerking te komen zal het college eerst nagaan of in het gesprek alle mogelijke alternatieven al zijn beoordeeld. Ook algemeen gebruikelijke voorzieningen kunnen een oplossing zijn zoals een fiets met trapondersteuning, een bakfiets en dergelijke. Als het college dient te compenseren zal allereerst gekeken worden waar de vervoersbehoefte van de cliënt uit bestaat. Aan de hand van deze vervoersbehoefte zal het college beoordelen of deze behoefte kan worden ingevuld met een systeem van collectief vraagafhankelijk vervoer. Hierbij houdt het college rekening met de persoonskenmerken en behoeften van de cliënt. Alleen wanneer collectief vraagafhankelijk vervoer in de individuele situatie niet of onvoldoende compenserend is, kan worden gekozen voor een individuele financiële tegemoetkoming voor vervoer. Met een systeem voor collectief vervoer of met een andere individuele voorziening dient tenminste een afstand van km per jaar te kunnen worden afgelegd. Indien daar aanleiding voor is kan het college dit aantal verhogen. Bij een zeer beperkte loopafstand zal het college beoordelen of naast een collectieve of individuele voorziening ook nog gecompenseerd moet worden voor de zeer korte afstand. Hierbij houdt het college ook rekening met de persoonskenmerken en behoeften van de cliënt. Met de positie van mantelzorgers kan rekening worden gehouden bij het bepalen van de vervoersvoorziening. Zo kan het noodzakelijk zijn dat de mantelzorger mee wordt vervoerd (vanwege de medische noodzaak tijdens het vervoer te ondersteunen) zodat het vervoer van de mantelzorger als noodzakelijke begeleider gratis plaats vindt. Veelal zal dit kunnen worden opgelost door gebruik te maken van een OV-begeleiderskaart en hoeft vanuit de Wmo dus geen aanvullende compensatie te worden geboden. Resultaat: De mogelijkheid eid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve of maatschappelijke activiteiten Het gaat hier om de mogelijkheid deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke en religieuze activiteiten, dat wil zeggen deel te kunnen nemen aan het leven van alledag. Een belangrijke voorwaarde hiervoor zit in een ander te bereiken resultaat: het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel. Hoe wordt het resultaat bereikt? Het college beoordeelt altijd eerst of andere, algemeen gebruikelijke, voorliggende en andere gemakkelijk zelf te realiseren voorzieningen mogelijk zijn. Denk hierbij aan: Bij recreatieve activiteiten: de grote mate van eigen verantwoordelijkheid voor het kiezen van een recreatieve activiteit die past bij de eigen mogelijkheden; Bij het doen van vrijwilligerswerk: de verantwoordelijkheid van de vrijwilligersorganisatie voor het vervoer van de vrijwilliger; Bij religieuze activiteiten: de veelal grote mate bereidheid van religieuze instellingen om hulp en assistentie te verlenen aan de deelnemers. 20

HOOFDSTUK 3 BEOORDELING VAN HET RESULTAATGEBIED HET VOEREN VAN EEN HUISHOUDEN

HOOFDSTUK 3 BEOORDELING VAN HET RESULTAATGEBIED HET VOEREN VAN EEN HUISHOUDEN HOOFDSTUK 3 BEOORDELING VAN HET RESULTAATGEBIED HET VOEREN VAN EEN HUISHOUDEN Het Utrechtse Wmo beleid gaat uit van de mogelijkheden van mensen. Ontbreekt het aan eigen mogelijkheden om participatieproblemen

Nadere informatie

Aanpassing Beleidsregels Huishoudelijke Ondersteuning

Aanpassing Beleidsregels Huishoudelijke Ondersteuning Aanpassing Beleidsregels Huishoudelijke Ondersteuning Het resultaat dat moet worden bereikt bij de huishoudelijke ondersteuning is dat de cliënt: a) kan wonen in een schoon en leefbaar huis; b) kan beschikken

Nadere informatie

Beleidsregels huishoudelijke hulp. Conceptversie 10 november 2016

Beleidsregels huishoudelijke hulp. Conceptversie 10 november 2016 Beleidsregels huishoudelijke hulp Conceptversie 10 november 2016 1. Doel van de ondersteuning Het doel van de ondersteuning is dat de clënt kan participeren en zo veel mogelijk zelfredzaam is. Daarbij

Nadere informatie

Het doel van de ondersteuning is dat de clënt kan participeren en zo veel mogelijk zelfredzaam is.

Het doel van de ondersteuning is dat de clënt kan participeren en zo veel mogelijk zelfredzaam is. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Apeldoorn Nr. 86869 24 mei 2017 Beleidsregels Huishoudelijke Hulp 2017 Apeldoorn, April 2017 1. Doel van de ondersteuning Het doel van de ondersteuning is

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT Nr. 27. Beleidsregels Wmo Voorzieningen 2013 (collegebesluit. van 30 oktober 2012) BESLUIT. vast te stellen de volgende

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT Nr. 27. Beleidsregels Wmo Voorzieningen 2013 (collegebesluit. van 30 oktober 2012) BESLUIT. vast te stellen de volgende GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2013 Nr. 27 Beleidsregels Wmo Voorzieningen 2013 (collegebesluit van 30 oktober 2012) Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht; gelet op artikel 4:81

Nadere informatie

besluit van het college

besluit van het college besluit van het college dossiernummer 1231 onderwerp Wijziging Regeling maatschappelijke ondersteuning Gouda 2017 Het college van burgemeester en wethouders van Gouda; gelezen het voorstel van 13 juni

Nadere informatie

Bijlage Overzicht wijzigingen nadere regels

Bijlage Overzicht wijzigingen nadere regels De vetgedrukte cursieve teksten in onderstaand stuk geeft aan waar een wijziging is aangebracht in de huidige teksten in de nadere regels. Daarnaast wordt uiteraard verwezen naar de nieuwe verordening,

Nadere informatie

Kaart 1: Wmo = meedoen Achtergrondinformatie voor patiënten

Kaart 1: Wmo = meedoen Achtergrondinformatie voor patiënten Kaart 1: Wmo = meedoen Achtergrondinformatie voor patiënten De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) betekent voor gemeenten een andere manier van denken en doen. De Nederlandse gemeenten werken gezamenlijk

Nadere informatie

VERORDENING VOORZIENINGEN WMO GEMEENTE HEERENVEEN 2012

VERORDENING VOORZIENINGEN WMO GEMEENTE HEERENVEEN 2012 VERORDENING VOORZIENINGEN WMO GEMEENTE HEERENVEEN 2012 officiële titel citeertitel wettelijke grondslag Verordening Voorzieningen Wmo Gemeente Heerenveen Verordening Voorzieningen Wmo Artikel 5 Wet maatschappelijke

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen De raad van de gemeente Grootegast; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 november 2012; gelet op artikel 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning en artikel 149

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Staphorst

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Staphorst CVDR Officiële uitgave van Staphorst. Nr. CVDR259012_1 28 februari 2017 Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Staphorst De raad van de gemeente Staphorst; gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning

Verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Lingewaard 2013 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 3 Artikel 1 Begripsomschrijvingen... 3 Artikel 2 De te bereiken resultaten...

Nadere informatie

Nadere regels Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Doetinchem 2015

Nadere regels Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Doetinchem 2015 Nadere regels Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Doetinchem 2015 1. De nadere regels Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Doetinchem 2015 worden aangehaald als Nadere regels

Nadere informatie

CONCEPT (model) VERORDENING WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2013

CONCEPT (model) VERORDENING WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2013 CONCEPT (model) VERORDENING WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2013 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen... 2 Artikel 1. Begripsbepalingen 2 Hoofdstuk 2. Resultaatgerichte compensatie... 4 Artikel

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen D E RAAD VAN DE GEMEENTE HAREN, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 mei 2012; gelet op artikel 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning, stb. 2006, nr. 351; gelet op artikel 149

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Woensdrecht 2013

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Woensdrecht 2013 CVDR Officiële uitgave van Woensdrecht. Nr. CVDR84884_2 22 mei 2018 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Woensdrecht 2013 De raad van de gemeente Woensdrecht, in vergadering

Nadere informatie

Concept-Opdracht objectief onderzoek naar normering van de basisvoorziening Schoon huis

Concept-Opdracht objectief onderzoek naar normering van de basisvoorziening Schoon huis Concept-Opdracht objectief onderzoek naar normering van de basisvoorziening Schoon huis Hierbij verstrekt de gemeente Utrecht, vertegenwoordigd door de directeur Maatschappelijke ontwikkeling, KPMG Plexus

Nadere informatie

NADERE TOELICHTING AFWEGINGSKADER PER DOMEIN

NADERE TOELICHTING AFWEGINGSKADER PER DOMEIN NADERE TOELICHTING AFWEGINGSKADER PER DOMEIN Domein 1: Het voeren van een huishouden Allereerst beoordeelt het College of het probleem opgelost kan worden op eigen kracht Uitgangspunt is dat iedere burger

Nadere informatie

Verordening voorzieningen Wmo gemeente Middelburg 2012

Verordening voorzieningen Wmo gemeente Middelburg 2012 Verordening voorzieningen Wmo gemeente Middelburg 2012 De raad van de gemeente Middelburg; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 november 2011, registratienummer 11/17097; gelet op

Nadere informatie

Beleidsregels Wmo 2015

Beleidsregels Wmo 2015 Beleidsregels Wmo 2015 Het college van burgemeester en wethouders van Utrecht; gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht; BESLUIT: Vast te stellen het volgende Beleidsregels Wmo 2015 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

VERORDENING VOORZIENINGEN WET MAATSCHAPPEIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE KOLLUMERLAND C.A. 2012

VERORDENING VOORZIENINGEN WET MAATSCHAPPEIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE KOLLUMERLAND C.A. 2012 VERORDENING VOORZIENINGEN WET MAATSCHAPPEIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE KOLLUMERLAND C.A. 2012 HOOFDSTUK 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 5 Artikel 1. Begripsomschrijvingen... 5 Wet... 5 College... 5 Lid 3. Compensatieplicht...

Nadere informatie

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE VELSEN 2013

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE VELSEN 2013 VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE VELSEN 2013 HOOFDSTUK 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 3 Artikel 1. Begripsomschrijvingen 3 Wet 3 College 3 Lid 3. Compensatieplicht 3 Lid 4. Aanmelding 3 Lid

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen Nummer: 106-127 Portefeuillehouder: Schalkwijk Onderwerp: Vaststellen Verordening voorzieningen Wmo gemeente Waterland 2013 De raad van de gemeente Waterland, gelezen het voorstel van het college van burgemeester

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr

GEMEENTEBLAD. Nr GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Deventer Nr. 77184 10 mei 2017 Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Deventer houdende Wmo- Beleidsregels Hulp in het

Nadere informatie

verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning drechtsteden

verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning drechtsteden VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING DRECHTSTEDEN 2013 verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning drechtsteden 2013 1 HOOFDSTUK 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 3 Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Borger-Odoorn 2013

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Borger-Odoorn 2013 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Borger-Odoorn 2013 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen... 3 Artikel 1. Begripsomschrijvingen... 3 Hoofdstuk 2. Resultaatgerichte

Nadere informatie

HOOFDSTUK 2. RESULTAATGERICHTE COMPENSATIE 5 Artikel 2. De te bereiken resultaten...5

HOOFDSTUK 2. RESULTAATGERICHTE COMPENSATIE 5 Artikel 2. De te bereiken resultaten...5 MODELVERORDENING WMO HOOFDSTUK 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 3 Artikel 1. Begripsomschrijvingen...3 Wet...3 College...3 Compensatieplicht...3 Lid 4. Aanmelding...3 Lid 5. Gesprek...3 Lid 6. Aanvraag...3 Lid

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2012

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2012 CVDR Officiële uitgave van Noord-Beveland. Nr. CVDR183016_2 1 augustus 2017 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2012 Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuninggemeente Grave 2012

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuninggemeente Grave 2012 CVDR Officiële uitgave van Grave. Nr. CVDR128915_1 22 mei 2018 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuninggemeente Grave 2012 De gemeenteraad van de gemeente Grave, gelezen het voorstel van

Nadere informatie

Toelichting. Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning Zoeterwoude

Toelichting. Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning Zoeterwoude Toelichting Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning 2012 Zoeterwoude Inleiding De nieuwe beleidsregels vormen met de nieuwe verordening een trendbreuk met de oude regels (ooit verstrekkingenboek geheten),

Nadere informatie

B E S L U I T : vast te stellen de navolgende verordening tot wijziging van de Verordening voorzieningen maatschappelijke

B E S L U I T : vast te stellen de navolgende verordening tot wijziging van de Verordening voorzieningen maatschappelijke Nummer: 106-10 Portefeuillehouder: Onderwerp: B.G. Schalkwijk vaststellen van wijzigen van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Waterland 2007 De raad van de gemeente Waterland,

Nadere informatie

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BOXMEER HOOFDSTUK 1. VOORZIENINGEN GERICHT OP HET HUISHOUDEN... 2 ARTIKEL 1.1 OMSCHRIJVING VAN DE VOORZIENING... 2 ARTIKEL 1.2 EIGEN BIJDRAGE...

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning Peelgemeente Deurne 2014

Verordening maatschappelijke ondersteuning Peelgemeente Deurne 2014 Gemeenteblad nr. 136, 26 juni 2014 Nr. 00511990-a DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 november 2013, nr. 00511990; gehoord de commissie Samenleving van

Nadere informatie

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BOXMEER 2012 HOOFDSTUK 1. VOORZIENINGEN GERICHT OP HET HUISHOUDEN...2 ARTIKEL 1.1 OMSCHRIJVING VAN DE VOORZIENING...2 ARTIKEL 1.2 EIGEN BIJDRAGE...2

Nadere informatie

Verordening Wmo Winsum

Verordening Wmo Winsum Verordening Wmo Winsum De raad van de gemeente Winsum Gelezen het voorstel van het college Gelet op artikel 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning Besluit Vast te stellen de volgende Verordening Wmo

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR122887_2. Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen

CVDR. Nr. CVDR122887_2. Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen CVDR Officiële uitgave van Delfzijl. Nr. CVDR122887_2 12 september 2017 Wmo Verordening Delfzijl 2012 De raad van de gemeente Delfzijl; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 5 van de Wet maatschappelijke

Nadere informatie

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING ROERDALEN 2012

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING ROERDALEN 2012 VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING ROERDALEN 2012 Inhoud HOOFDSTUK 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 3 Artikel 1. Begripsomschrijvingen...3 HOOFDSTUK 2. RESULTAATGERICHTE COMPENSATIE 5 Artikel 2. De te

Nadere informatie

Verordening voorzieningen Wet maatschappelijke ondersteuning 2011

Verordening voorzieningen Wet maatschappelijke ondersteuning 2011 CVDR Officiële uitgave van Voerendaal. Nr. CVDR112154_2 28 november 2017 Verordening voorzieningen Wet maatschappelijke ondersteuning 2011 Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Nadere informatie

Verordening MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING gemeente Boxmeer

Verordening MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING gemeente Boxmeer VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BOXMEER 2014 Verordening MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING gemeente Boxmeer 2014 1 HOOFDSTUK 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 3 Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Nadere informatie

Verordening voorzieningen Wmo Oldenzaal 2012 en de daarbij behorende toelichting

Verordening voorzieningen Wmo Oldenzaal 2012 en de daarbij behorende toelichting CVDR Officiële uitgave van Oldenzaal. Nr. CVDR403290_3 5 december 2017 Verordening voorzieningen Wmo Oldenzaal 2012 en de daarbij behorende toelichting De raad van de gemeente Oldenzaal; gelezen het voorstel

Nadere informatie

Verordening Maatschappelijke Ondersteuning Opsterland

Verordening Maatschappelijke Ondersteuning Opsterland Verordening Maatschappelijke Ondersteuning Opsterland 2013 1 HOOFDSTUK 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 4 Artikel 1. Begripsomschrijvingen 4 Lid 1. Aanmelding 4 Lid 2. Aanvraag 4 Lid 3. Algemeen gebruikelijke

Nadere informatie

Gelet op de Nadere regels maatschappelijke ondersteuning Peelgemeente 2015,

Gelet op de Nadere regels maatschappelijke ondersteuning Peelgemeente 2015, Gemeenteblad nr. 321, 4 augustus 2016 Het college van burgemeester en wethouders van Deurne, Gelet op artikel 1.2.1. van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, Gelet op de Verordening Maatschappelijke

Nadere informatie

Bijlage 1: Basismodule en aanvullende modules

Bijlage 1: Basismodule en aanvullende modules Bijlage 1: Basismodule en aanvullende modules Basismodule De basismodule huishoudelijke ondersteuning bestaat uit basis schoonmaakactiviteiten en incidentele schoonmaakactiviteiten per bewoonde woonruimte

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 5 juni 2011,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 5 juni 2011, De raad van de gemeente Sint Anthonis, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 5 juni 2011, gezien het advies van de Wmo-adviesraad gemeente Sint Anthonis, gelet op artikel

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN HOOFDSTUK 2 BASISPAKKET. Het College van Burgemeester en Wethouders,

HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN HOOFDSTUK 2 BASISPAKKET. Het College van Burgemeester en Wethouders, Het College van Burgemeester en Wethouders, gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 1.2.1, 2.3.2 en 2.3.5 van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 en de artikelen 5.1,

Nadere informatie

Voorzieningen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning

Voorzieningen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning Voorzieningen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning Samenvatting Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning en Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden Waarover

Nadere informatie

Financieel Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Sint Anthonis 2014

Financieel Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Sint Anthonis 2014 CVDR Officiële uitgave van Sint Anthonis. Nr. CVDR329216_1 3 oktober 2017 Financieel Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Sint Anthonis 2014 HOOFDSTUK 1. VOORZIENINGEN GERICHT OP HET HUISHOUDEN

Nadere informatie

Beleidsregels van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Deventer houdende regels voor hulp bij het huishouden gemeente Deventer

Beleidsregels van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Deventer houdende regels voor hulp bij het huishouden gemeente Deventer 1 Beleidsregels van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Deventer houdende regels voor hulp bij het huishouden gemeente Deventer Burgemeester en wethouders van Deventer; Overwegende:

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Nunspeet 2016

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Nunspeet 2016 Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Nunspeet 2016 Burgemeester en wethouders van de gemeente Nunspeet; gelet op het bepaalde in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, alsmede de Verordening

Nadere informatie

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2014 GEMEENTE HARDINXVELD-GIESSENDAM

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2014 GEMEENTE HARDINXVELD-GIESSENDAM VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2014 GEMEENTE HARDINXVELD-GIESSENDAM INHOUD VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2014 GEMEENTE HARDINXVELD-GIESSENDAM... 1 HOOFDSTUK BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN...

Nadere informatie

Wijziging Verordening maatschappelijke ondersteuning

Wijziging Verordening maatschappelijke ondersteuning Wijziging Verordening maatschappelijke ondersteuning Zoeterwoude 2012 Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen 1. Wet: Wet maatschappelijke ondersteuning. 2. College: college van

Nadere informatie

Beleidsregels Wmo 2013. Beleidsregels. Maatwerk Resultaatgericht Eigen verantwoordelijkheid. 1 augustus 2013. actief en betrokken. dewolden.

Beleidsregels Wmo 2013. Beleidsregels. Maatwerk Resultaatgericht Eigen verantwoordelijkheid. 1 augustus 2013. actief en betrokken. dewolden. Beleidsregels Wmo 2013 Maatwerk Resultaatgericht Eigen verantwoordelijkheid Beleidsregels Wmo 1 augustus 2013 actief en betrokken dewolden.nl 1 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... 2 VOORWOORD... 3 INLEIDING...

Nadere informatie

gemeente Steënbergen De Heen Dinteloord Kruisland Nieuw-Vossemeer Steenbergen Welberg IllIllllllllUlIllllllllllll BM1301226

gemeente Steënbergen De Heen Dinteloord Kruisland Nieuw-Vossemeer Steenbergen Welberg IllIllllllllUlIllllllllllll BM1301226 gemeente Steënbergen IllIllllllllUlIllllllllllll BM1301226 De raad van de gemeente Steenbergen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 april 2013; gelet op: Wet maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeente Wierden 2015

Besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeente Wierden 2015 Besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeente Wierden 2015 HOOFDSTUK 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 2 artikel 1. Begripsbepalingen 2 HOOFDSTUK 2. VORM MAATWERKVOORZIENING 2 artikel 2. Vorm 2 HOOFDSTUK 3. NATURAVERSTREKKING

Nadere informatie

GEMEENTE IJSSELSTEIN. Beleidsregels Wmo 2012

GEMEENTE IJSSELSTEIN. Beleidsregels Wmo 2012 GEMEENTE IJSSELSTEIN Beleidsregels Wmo 2012 Beleidsregels Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) gemeente IJsselstein 2012 1 Inhoudsopgave Beleidsregels Hoofdstuk 1 Inleiding...4 1.1. Voorwoord...4 1.2.

Nadere informatie

Wmo-verordening Haarlemmermeer 2013

Wmo-verordening Haarlemmermeer 2013 Wmo-verordening Haarlemmermeer 2013 Wmo-verordening Haarlemmermeer 2013 1 Wmo-verordening Haarlemmermeer 2013 2 AANHEF 5 HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEGRIPSBEPALINGEN... 7 Artikel 1. Begripsbepalingen 7 HOOFDSTUK

Nadere informatie

Notitie Uitgangspunten hulp bij het huishouden

Notitie Uitgangspunten hulp bij het huishouden Notitie Uitgangspunten hulp bij het huishouden Inleiding Op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is elke gemeente in Nederland verplicht voorzieningen op het gebied van maatschappelijke

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2017 Nr

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2017 Nr Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2017 Nr. 264157 Burgemeester en wethouders van de gemeente Oldebroek; gelet op het bepaalde in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, alsmede

Nadere informatie

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2014 GEMEENTE VELSEN

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2014 GEMEENTE VELSEN BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2014 GEMEENTE VELSEN Het College, gelet op de bepalingen in de artikelen 17, 19, 22 en 30 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Velsen 2013,

Nadere informatie

Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Valkenswaard 2014 en verder

Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Valkenswaard 2014 en verder Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Valkenswaard 2014 en gemeente Valkenswaard Team Zorg, Welzijn en Onderwijs INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen 5 Artikel 1 Begripsomschrijving

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning Voorst 2014

Verordening maatschappelijke ondersteuning Voorst 2014 Gemeenteblad 507 De raad van de gemeente Voorst; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 december 2013, gewijzigd 24 februari 2014, kenmerk Z-13-04025_2013-47854; gelet

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr januari Officiële uitgave van de gemeente Capelle aan den IJssel

GEMEENTEBLAD. Nr januari Officiële uitgave van de gemeente Capelle aan den IJssel GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Capelle aan den IJssel Nr. 8750 15 januari 2018 Besluit maatschappelijke ondersteuning Capelle aan den IJssel 2018 College van Burgemeester en Wethouders

Nadere informatie

TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BUSSUM 2011

TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BUSSUM 2011 TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BUSSUM 2011 INHOUD HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN...1 HOOFDSTUK 2 BIJZONDERE REGELS OVER HET PERSOONSGEBONDEN BUDGET...2 HOOFDSTUK 3

Nadere informatie

Beleidsregels Wmo 2013

Beleidsregels Wmo 2013 Beleidsregels Wmo 2013 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding...3 1.1 Eigen verantwoordelijkheid...3 1.2 Mantelzorgers en vrijwilligers...4 1.3 Nieuwe wetgeving...3 2. Beoordeling van de te bereiken resultaten...4

Nadere informatie

Toelichting op Besluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Slochteren.

Toelichting op Besluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Slochteren. CONCEPT CONCEPT CONCEPT Toelichting op Besluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente. Inleiding Naast een Verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

Onderwerp : Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning

Onderwerp : Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning Onderwerp : Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning Samenvatting Deze beleidsregels geven uitwerking aan een aantal bevoegdheden die in de Verordening maatschappelijke ondersteuning zijn opgenomen.

Nadere informatie

FINANCIEEL BESLUIT. maatschappelijke ondersteuning Zoeterwoude

FINANCIEEL BESLUIT. maatschappelijke ondersteuning Zoeterwoude FINANCIEEL BESLUIT maatschappelijke ondersteuning Zoeterwoude 2017 Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen In dit Financieel besluit is zoveel mogelijk de volgorde van de artikelen in de Verordening maatschappelijke

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel,

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel, GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Capelle aan den IJssel. Nr. 169685 5 december 2016 Besluit maatschappelijke ondersteuning Capelle aan den IJssel 2017 Het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning 2007

Besluit maatschappelijke ondersteuning 2007 Besluit maatschappelijke ondersteuning 2007 gemeente West Maas en Waal november 2006 BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2007 (op basis van delegatie in de Verordening voorzieningen maatschappelijke

Nadere informatie

VOORWOORD Visie Tijd om de verordening aan te passen Kanteling Het gesprek

VOORWOORD Visie Tijd om de verordening aan te passen Kanteling Het gesprek VOORWOORD Visie De Wet Maatschappelijke Ondersteuning(Wmo) is van kracht sinds 1 januari 2007. Het beleid van de gemeente ten aanzien van de Wmo is vastgelegd in de nota Meedoen en erbij horen 2007-2011.

Nadere informatie

Toelichting bij Verordening maatschappelijke ondersteuning Utrecht 2015

Toelichting bij Verordening maatschappelijke ondersteuning Utrecht 2015 Toelichting bij Verordening maatschappelijke ondersteuning Utrecht 2015 Inleiding De wet bepaald dat de gemeente een verordening dient vast te stellen ten behoeve van de uitvoering van het door de gemeenteraad

Nadere informatie

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2012 (FINANCIEEL BESLUIT)

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2012 (FINANCIEEL BESLUIT) BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2012 (FINANCIEEL BESLUIT) INLEIDING Het besluit maatschappelijke ondersteuning is bedoeld om alle bedragen in op te nemen. Dit is van belang omdat bedragen tenminste

Nadere informatie

VERORDENING WMO VOORZIENINGEN GEMEENTE GRONINGEN

VERORDENING WMO VOORZIENINGEN GEMEENTE GRONINGEN TOELICHTING VERORDENING WMO VOORZIENINGEN GEMEENTE GRONINGEN Inleiding Dit is de tweede verordening nadat de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) vanaf 1 januari 2007 van toepassing is. In de eerste

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Nieuwkoop 2013

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Nieuwkoop 2013 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Nieuwkoop 2013 Inhoudsopgave Artikel 1. Begripsomschrijvingen... 5 Wet... 5 College... 5 Compensatieplicht... 5 Lid 4. Aanmelding... 5

Nadere informatie

Overzicht aanpassingen Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Waalwijk 2010 -> 2011

Overzicht aanpassingen Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Waalwijk 2010 -> 2011 Overzicht aanpassingen Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Waalwijk 2010 -> 2011 Tekst Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Waalwijk 2010 Artikel

Nadere informatie

besluit vast te stellen het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Edam-Volendam 2017.

besluit vast te stellen het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Edam-Volendam 2017. Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Edam-Volendam 2017 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Edam-Volendam; gelet op artikel 12 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

Beleidsregels voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Wmo Woensdrecht 2013

Beleidsregels voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Wmo Woensdrecht 2013 Beleidsregels voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Wmo Woensdrecht 2013 Vastgesteld in de collegevergadering van?? (bestemd voor B&W 9 of 16 juli 2013) Beleidsregels voorzieningen maatschappelijke

Nadere informatie

Verordening Wmo gemeente Appingedam 2012

Verordening Wmo gemeente Appingedam 2012 Verordening Wmo gemeente Appingedam 2012 Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad gemeente Appingedam op 14 maart 2012 Wmo verordening Appingedam 2012 1 WMO VERORDENING APPINGEDAM 2012 HOOFDSTUK

Nadere informatie

Reactie op advies Wmo-raad

Reactie op advies Wmo-raad Reactie op advies Wmo-raad Reactie op schriftelijk advies van de Wmo-raad van 6 februari 2012. Verordening 1. Hoofdstuk 1: wij hebben moeite met de scheiding van aanmelding en aanvraag. Wij willen dat

Nadere informatie

Artikel 4 Wmo, het artikel dat gemeenten de opdracht geeft tot het verstrekken van individuele voorzieningen,

Artikel 4 Wmo, het artikel dat gemeenten de opdracht geeft tot het verstrekken van individuele voorzieningen, GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Landerd. Nr. 10888 27 februari 2014 Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning Juridische status De beleidsregels ontlenen hun status aan artikel 4:81 lid

Nadere informatie

2. Besluit Besluit maatschappelijke ondersteuning Capelle aan den IJssel oktober 2018.

2. Besluit Besluit maatschappelijke ondersteuning Capelle aan den IJssel oktober 2018. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Capelle aan den IJssel Nr. 225770 24 oktober 2018 Besluit maatschappelijke ondersteuning Capelle aan den IJssel oktober 2018 College van Burgemeester en Wethouders

Nadere informatie

Beleidsregels. maatschappelijke ondersteuning

Beleidsregels. maatschappelijke ondersteuning Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Wijk bij Duurstede, november 2012 VOORWOORD...2 INLEIDING...2 Eigen verantwoordelijkheid...2 Mantelzorgers en vrijwilligers...3 HOOFDSTUK 1. BEOORDELING

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Barneveld

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Barneveld Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Barneveld 1 Inhoud Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 3 Hoofdstuk 2. Resultaatgerichte compensatie... 5 Hoofdstuk 3. Hoe te komen tot de te bereiken

Nadere informatie

Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2014

Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2014 Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2014 Beleidsregels WMO gemeente Oldebroek september 2013 afdeling Samenleving gemeente Oldebroek Inhoudsopgave Inleiding 1. Beoordeling van

Nadere informatie

BELEIDSREGELS MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING SITTARD-GELEEN 2012

BELEIDSREGELS MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING SITTARD-GELEEN 2012 BELEIDSREGELS MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING SITTARD-GELEEN 2012 Inhoudsopgave Voorwoord 3 Eigen verantwoordelijkheid 4 Mantelzorgers en vrijwilligers 5 Nieuwe Wetgeving 5 Ten geleide 5 Hoofdstuk 1 Beoordeling

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 3 Artikel 1. Begripsomschrijvingen...3

HOOFDSTUK 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 3 Artikel 1. Begripsomschrijvingen...3 VERORDENING WMO 2012 HOOFDSTUK 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 3 Artikel 1. Begripsomschrijvingen...3 HOOFDSTUK 2. RESULTAATGERICHTE COMPENSATIE 6 Artikel 2. De te bereiken resultaten...6 HOOFDSTUK 3. HOE TE

Nadere informatie

verordening Wmo individuele voorzieningen

verordening Wmo individuele voorzieningen verordening Wmo individuele voorzieningen officiële titel Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Ede 2013 citeertitel Verordening individuele voorzieningen Wmo Ede 2013 wettelijke

Nadere informatie

vast te stellen de Verordening tot wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal 2015

vast te stellen de Verordening tot wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal 2015 De raad van de gemeente Roosendaal, gelezen het voorstel van het college van 24 maart 2015, gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4, eerste, tweede, derde en zevende lid, 2.1.5, eerste lid, 2.1.6, 2.1.7, 2.3.6,

Nadere informatie

Nadere regel Wmo 2015 Gemeente Ede. Inhoud Inhoud 1. Hoofdstuk 1 - Inleiding 2. Hoofdstuk 2 - Persoonsgebonden budget (pgb) 2. Artikel 1.

Nadere regel Wmo 2015 Gemeente Ede. Inhoud Inhoud 1. Hoofdstuk 1 - Inleiding 2. Hoofdstuk 2 - Persoonsgebonden budget (pgb) 2. Artikel 1. IS Nadere regel Wmo 2015 Gemeente Ede Inhoud Inhoud 1 Hoofdstuk 1 - Inleiding 2 Hoofdstuk 2 - Persoonsgebonden budget (pgb) 2 Artikel 1. Tarief pgb 2 Artikel 2. Hoogte pgb 2 Hoofdstuk 3 - Eigen bijdrage

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hellevoetsluis

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hellevoetsluis Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hellevoetsluis Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan

Nadere informatie

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE VELSEN 2013

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE VELSEN 2013 BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE VELSEN 2013 Het College, gelet op de bepalingen in de artikelen 17, 19, 22 en 30 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente

Nadere informatie

Wetstechnische informatie

Wetstechnische informatie Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Capelle aan den IJssel Officiële naam regeling Besluit maatschappelijke ondersteuning Capelle aan den IJssel 2015 Citeertitel

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning Oegstgeest 2016

Besluit maatschappelijke ondersteuning Oegstgeest 2016 Besluit maatschappelijke ondersteuning Oegstgeest 2016 Hoofdstuk 1 Bedragen persoonsgebonden budget Artikel 1. Bedragen persoonsgebonden budget voor maatwerkvoorziening Huishoudelijke Ondersteuning De

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning 2013

Verordening maatschappelijke ondersteuning 2013 CVDR Officiële uitgave van Coevorden. Nr. CVDR257722_1 16 mei 2017 Verordening maatschappelijke ondersteuning 2013 Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen Artikel 1. Begripsomschrijvingen Wet Lid 2 College

Nadere informatie

Verordenin g maatschappelijke ondersteuning 2014

Verordenin g maatschappelijke ondersteuning 2014 CVDR Officiële uitgave van Leek. Nr. CVDR310635_1 1 juni 2016 Verordenin g maatschappelijke ondersteuning 2014 De raad van de gemeente Leek; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 november

Nadere informatie

Beleidsregels Maatwerkvoorziening Huishoudelijke Ondersteuning 2016

Beleidsregels Maatwerkvoorziening Huishoudelijke Ondersteuning 2016 Beleidsregels Maatwerkvoorziening Huishoudelijke Ondersteuning 2016 1 Inhoud 1. Algemeen... 3 1.1 Inleiding... 3 2.Uitgangspunten huishoudelijke ondersteuning... 4 2.1 Schoon en veilig huis... 4 2.2 Als

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning Oegstgeest 2015

Besluit maatschappelijke ondersteuning Oegstgeest 2015 Besluit maatschappelijke ondersteuning Oegstgeest 2015 Hoofdstuk 1 Bedragen persoonsgebonden budget Artikel 1. Bedragen persoonsgebonden budget voor maatwerkvoorziening Huishoudelijke Ondersteuning De

Nadere informatie

UITVOERING WMO. Gemeente Eersel

UITVOERING WMO. Gemeente Eersel UITVOERING WMO Gemeente Eersel Deze beknopte informatie is samengesteld op basis van: De Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Eersel 2018 Het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente

Nadere informatie

Concept: 4.3 ( ) Verordening Wmo Individuele Voorzieningen De Friese Meren 2013

Concept: 4.3 ( ) Verordening Wmo Individuele Voorzieningen De Friese Meren 2013 Concept: 4.3 (16-10-12) Verordening Wmo Individuele Voorzieningen De Friese Meren 2013 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN... 3 Artikel 1 Begripsbepalingen... 3 HOOFDSTUK 2 RESULTAATGERICHTE

Nadere informatie

Nadere omschrijving bij resultaatgebied: (regie bij het) voeren van een huishouden

Nadere omschrijving bij resultaatgebied: (regie bij het) voeren van een huishouden Concept beleidsregel schoon huis Nadere omschrijving bij resultaatgebied: (regie bij het) voeren van een huishouden Aanleiding: De uitspraken centrale raad van beroep uit 2016 dwingen ons om aanpassingen

Nadere informatie