Juridische knelpunten met betrekking tot de reikwijdte van het blokkeringsrecht.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Juridische knelpunten met betrekking tot de reikwijdte van het blokkeringsrecht."

Transcriptie

1 Juridische knelpunten met betrekking tot de reikwijdte van het blokkeringsrecht. Naam: Roos van Wieringen Opdracht: Scriptie Begeleider: Wouter Koelewijn Studentnummer: Datum: 31 juli 2012

2 Lijst met gebruikte afkortingen ABRvS = Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State Arbo = arbeidsomstandigheden BW = Burgerlijk Wetboek CBR = Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijskeuringen CRvB = Centrale Raad van Beroep CTG = Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Gz-psycholoog = gezondheidszorgpsycholoog HR = Hoge Raad IGZ = Inspectie voor de Gezondheidszorg KNMG = Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst Rb = Rechtbank RTC = Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Rv = Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering RvdK = Raad voor de Kinderbescherming SZW = Sociale Zaken en Werkgelegenheid UWV = Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen WAM = Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen WAO = Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering WAZ = Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen Wcz = Wet cliëntenrechten zorg Wet BOPZ= Wet bijzondere opnemingen psychiatrische ziekenhuizen Wet Wajong = Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten Wet SUWI = Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen WGBO = Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst WIA = Wet werk en inkomen naar arbeidvermogen WMK = Wet op de medische keuringen WVW 1994 = Wegenverkeerswet

3 Inhoudsopgave 1. Inleiding p. 2 - Probleemstelling - Onderzoeksvragen 2. Wettelijk kader p Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) Blokkeringsrecht artikel 7:464 lid 2 onder b BW Totstandkomingsgeschiedenis artikel 7:464 lid 2 onder b BW 2.2. Wet op de medische keuringen (WMK) 2.3. Verhouding WMK tot WGBO 2.4. Overige wetgeving 2.5. Conclusie 3. Jurisprudentie p Arbeidsverhouding burgerrechtelijke verzekering en opleiding 3.2. Sociale zekerheid en arbeidsomstandigheden (en sociale voorzieningen, pensioenregelingen en collectieve arbeidsovereenkomsten) 3.3. Letselschadezaken 3.4. Personen- en familierecht 3.5. Rijbewijskeuringen 3.6. Overige situaties 3.7. Tuchtrecht 3.8. Conclusie 4. Voorstel Wet cliëntenrechten zorg p Wetsvoorstel cliëntenrechten zorg 4.2. Artikel 22 lid 2 wet cliëntenrechten zorg 4.3. Conclusie 5. Conclusie en aanbevelingen p. 37 Literatuurlijst p. 43 2

4 1. Inleiding Deze scriptie heeft als onderwerp het blokkeringsrecht. Het blokkeringsrecht is vastgelegd in artikel 464 lid 2 onder b van de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) en houdt kort gezegd in, dat een persoon die in opdracht van een derde medisch wordt beoordeeld het recht heeft om als eerste kennis te nemen van de uitslag en gevolgtrekking van het onderzoek om te kunnen beslissen of de opdrachtgever hiervan op hoogte wordt gesteld. Aanleiding om over dit onderwerp een scriptie te schrijven, vormt het aansluiten van Psyon, een samenwerkingsverband voor psychiatrische expertise en rapportrage, bij de klachtencommissie cliënten GGZ Amsterdam, waarvoor ik werkzaam ben. De eerste klacht tegen een psychiater werkzaam voor Psyon die door een cliënt bij de commissie werd ingediend, betrof een klacht over het schenden van het blokkeringsrecht door de psychiater. Deze cliënt/klager (hierna: cliënt) werd in opdracht van de verzekeringsarts van zijn arbeidsongeschiktheidsverzekeraar, ASR, voor een psychiatrische expertise gezien door een psychiater van Psyon. De cliënt geeft in zijn klacht aan dat er in het gesprek niets is gezegd over zoiets als het blokkeringsrecht. Aan het eind van het gesprek kreeg hij een formulier van de psychiater waarop stond dat voor het versturen van het onderzoeksverslag naar de aanvrager toestemming van de cliënt vereist was. De cliënt gaf op het formulier aan pas een beslissing te willen nemen over het versturen van het onderzoeksverslag na inzage. Vervolgens wordt het onderzoeksverslag, zonder dat de cliënt daarover een beslissing had genomen, door de psychiater, verzonden naar de verzekeringarts van ASR. Pas nadat het onderzoeksverslag verzonden was gaf de psychiater aan dat er geen blokkerinsrecht is. De cliënt stelt dat door het ondeugdelijke rapport vertrouwelijke en onjuiste informatie bij zijn verzekeraar is beland, op basis waarvan hij nu geen arbeidsongeschiktheidsuitkering krijgt. De cliënt verwijt de psychiater dat hij vertrouwelijk informatie tegen zijn wil heeft vertrekt aan zijn verzekeringsmaatschappij. Tot zover de kant van de cliënt. De psychiater geeft in zijn verweerschrift aan, dat de cliënt voor aanvang van het onderzoek door hem is gewezen op het feit dat het ging om een medische expertise, waarbij, in dit geval, sprake was van inzage- en correctierecht, maar niet van het blokkeringsrecht. Deze informatie wordt bewust van te voren vertrekt, zodat de onderzochte hiermee rekening kan houden tijdens het onderzoek. Na het onderzoek is aan cliënt door de psychiater nogmaals gevraagd of hij gebruik wilde maken van het inzage- en correctierecht, waarop de cliënt bevestigend antwoordde. De psychiater geeft aan dat het vervelend is dat hij daarbij per abuis een onjuist formulier aan de cliënt heeft voorgelegd: namelijk het formulier voor inzage- en blokkeringsrecht. De psychiater stelt echter geen vertrouwelijke informatie tegen de wil van de cliënt te hebben verstrekt aan diens verzekeringsmaatschappij, nu de cliënt voorafgaand aan het onderzoek door hem op de hoogte is gesteld, dat er geen sprake is van een beperkt medisch beroepsgeheim in die zin dat de opdrachtgever van de inhoud van het gesprek middels een 3

5 rapportage op de hoogte zal worden gesteld. De cliënt heeft hiermee ingestemd en meegewerkt aan het onderzoek. Bij de voorbereiding van de hoorzitting, waar de klacht mondeling zou worden behandeld, bleek, dat er over de reikwijdte van het blokkeringsrecht in de literatuur en jurisprudentie onduidelijkheid bestaat. Dat heeft mij doen besluiten hierover mijn scriptie te schrijven. Want als er in literatuur en jurisprudentie geen duidelijkheid bestaat over de reikwijdte van het blokkeringsrecht, wat is dan de reden dat artikel 7:464 lid 2 onder b BW niet zodanig wordt aangepast, dat duidelijk is wanneer het blokkeringsrecht wel en niet van toepassing is? Het is niet alleen in het belang van degene die in opdracht van een derde medisch wordt beoordeeld, dat vooraf- duidelijk is of hij wel of niet het recht heeft om als eerste kennis te nemen van de uitslag en gevolgtrekking van het onderzoek om te kunnen beslissen of de opdrachtgever hiervan op de hoogte wordt gesteld. Hij kan dan beslissen niet medisch beoordeeld te willen worden. Maar ook voor degene die de medische beoordeling moet doen is het van belang dat duidelijk is of de betrokkene wel of geen blokkeringsrecht toekomt, zodat hij de betrokkene daarover tijdig en juist kan informeren. Probleemstelling Dit heeft mij doen besluiten de volgende probleemstelling als leidend in deze scriptie te gebruiken: In hoeverre is de reikwijdte van het in artikel 7:464 lid 2 onder b BW neergelegde blokkeringsrecht duidelijk, in de zin dat het voor de persoon die medisch wordt beoordeeld in opdracht van een derde - vooraf -duidelijk is of hij wel of geen recht heeft om als eerste kennis te nemen van de uitslag en gevolgtrekking van het onderzoek om te kunnen beslissen of de opdrachtgever hiervan op de hoogte wordt gesteld en voor degene die de medische beoordeling doet of degene die hij medische beoordeelt het blokkeringsrecht toekomt? Onderzoeksvragen De volgende onderzoeksvragen moeten leiden tot beantwoording van deze probleemstelling: - Wat houdt het blokkeringsrecht in? - Welke juridische knelpunten zijn er m.b.t. de reikwijdte van het blokkeringsrecht in de praktijk/jurisprudentie geconstateerd? - In hoeverre biedt het wetsvoorstel cliëntenrechten zorg een oplossing voor de geconstateerde juridische knelpunten m.b.t. de reikwijdte van het blokkeringsrecht? In hoofdstuk 2 behandel ik het wettelijk kader, te beginnen met de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (Wgbo) en het daarin in artikel 464 lid 2 onder b neergelegde blokkeringsrecht, waarbij ik aandacht besteed aan de totstandkomingsgeschiedenis van het blokkeringsrecht van artikel 7:464 lid 2 onder b BW. Vervolgens bespreek ik de in 1997 in werking getreden Wet op medische keuringen en overige wetgeving. Vervolgens loop ik in het daaropvolgende hoofdstuk een aantal terreinen langs, waarop om een medische beoordeling kan worden verzocht. Daarbij zal ik aan de hand van de jurisprudentie laten 4

6 zien, wanneer - volgens de rechter het blokkeringsrecht wel en niet van toepassing is. In hoofdstuk 3 ga ik in het op het wetsvoorstel cliëntenrechten zorg en bezien in hoeverre dit wetsvoorstel een oplossing biedt voor in hoofdstuk 2 geconstateerde juridische knelpunten m.b.t. de reikwijdte van het blokkeringsrecht in de praktijk/jurisprudentie. Het zal blijken dat het wetsvoorstel dit onvoldoende doet, daarom zal ik tot slot mogelijke oplossingen bespreken, voordat ik kom met een conclusie waarin in de hoofdvraag beantwoord en aanbevelingen doe. 5

7 2. Wettelijk kader In dit hoofdstuk beantwoord ik de eerste onderzoeksvraag: wat houdt het blokkeringsrecht in? Daarvoor behandel ik de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst WGBO, alvorens ik stil sta bij het daarin in artikel 464 lid 2 onder b neergelegde blokkeringsrecht en de totstandkomingsgeschiedenis daarvan. Vervolgens zal ik aandacht besteden een de Wet op de medische keuringen (WMK) en de verhouding van deze wet tot de WGBO en het blokkeringsrecht. Ik eindig dit hoofdstuk met de bespreking van overige wetgeving waarin een blokkeringsrecht is vastgelegd. 2.1 Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst Op 1 april 1995 is de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (hierna: WGBO) in werking getreden. De WGBO is als bijzondere overeenkomst van opdracht in het Burgerlijk Wetboek opgenomen in titel 7, afdeling 5 van boek 7 BW. 1 De WGBO bevat de algemene rechten van de patiënt, waaronder het recht op informatie, het recht op inzage in en afschrift van het dossier en de geheimhoudingsplicht van de hulpverlener. De WGBO heeft een brede werkingssfeer: de begrippen hulpverlener en geneeskundige handelingen zijn ruim gedefinieerd. Onder hulpverlener verstaat de WGBO de natuurlijke persoon of rechtspersoon, die zich in de uitoefening van een geneeskundig beroep of bedrijf tegenover een ander, de opdrachtgever - patiënt, verbindt tot het verrichten van handelingen op het gebied van de geneeskunst (art. 7:446 lid 1 BW). Geneeskundige handelingen zijn handelingen op het gebied van de geneeskunst, rechtstreeks betrekking hebbende op de persoon van de opdrachtgever of van een bepaalde derde (art. 7:446 lid 1 BW). In het tweede en derde lid van artikel 7:446 BW wordt bepaalt welke handelingen onder handelingen op het gebied van de geneeskunst moeten worden verstaan: - Alle verrichtingen het onderzoeken en het geven van raad daaronder begrepenrechtstreeks betrekking hebbende op een persoon en ertoe strekkende hem van een ziekte te genezen, hem voor het ontstaan van een ziekte te behoeden of zijn gezondheidstoestand te beoordelen, dan wel deze verloskundige bijstand te verlenen; - Andere handelingen, rechtstreeks betrekking hebbende op een persoon, die worden verricht door een arts of tandarts in die hoedanigheid; - Het in het kader van zulke handelingen verplegen en verzorgen van de patiënt en het overigens rechtstreeks ten behoeve van de patiënt voorzien in de materiële omstandigheden waaronder die handelingen kunnen worden verricht. Deze laatste handelingen worden ook wel aanpalende handelingen genoemd. In het kader van dit scriptieonderzoek is het vierde lid van artikel 7:446 BW in verbinding met artikel 7:464 BW van belang. Ingevolge het vierde lid van artikel 7:446 BW is namelijk geen behandelingsovereenkomst aanwezig, indien: het betreft handelingen ter beoordeling van de gezondheidstoestand of medische begeleiding van een persoon, verricht in opdracht van een ander dan die persoon in verband 1 Leenen, Gevers & Legemaate, 2007, p

8 met de vaststelling van aanspraken of verplichtingen, de toelating tot een verzekering of voorziening, of de beoordeling van de geschiktheid voor een opleiding, een arbeidsverhouding of de uitvoering van bepaalde werkzaamheden. Het gaat hier om medisch handelen dat betrekking heeft op beoordeling. 2 Het is van belang dit medisch handelen te onderscheiden van medisch handelen dat betrekking heeft op behandeling krachtens een geneeskundige behandelingsovereenkomst. 3 Het gevolg van het niet aanwezig zijn van een behandelingsovereenkomst is namelijk. dat de WGBO, en de daarin neergelegde algemene rechten van de patiënt, niet van toepassing zijn op medisch handelen dat betrekking heeft op beoordeling. Volgens artikel 7:464 lid 1 BW is de WGBO echter van overeenkomstige toepassing op geneeskundige handelingen die worden verricht in het kader van een geneeskundig beroep of bedrijf anders dan krachtens een behandelingsovereenkomst. Dit voor zover de aard van de rechtsbetrekking zich daartegen niet verzet. De achtergrond van artikel 464 lid 1 WGBO is, dat mensen ook buiten de normale behandelingssituatie, zoals bij een medische keuring, met het handelen van artsen te maken kunnen hebben. De wetgever heeft willen waarborgen dat ook in zo n situatie sprake zou zijn van bescherming van de rechten van de patiënt of cliënt, en daarmee corresponderende plichten van de arts. 4 Bij toepassing van de WGBO op medisch handelen dat betrekking heeft op beoordeling, moet met twee punten worden rekening gehouden. Het eerste punt is, dat de WGBO in deze situaties niet rechtsreeks, maar via artikel 7:464 lid 1 BW van toepassing is. Daardoor vloeien de rechten en plichten van arts en keurling niet voort uit een behandelingsovereenkomst, maar uit artikel 7:464 lid 1 BW. Het tweede punt is, dat de WGBO via artikel 7:464 lid 1 BW slechts van toepassing is voor zover de aard van de rechtsbetrekking zich daar niet tegen verzet. Dit betekent dat van geval tot geval moet worden bekeken wat in casus de verhouding tussen arts en patiënt is. Dan kan blijken dat sommige bepalingen zich niet voor toepassing lenen, en ander wel, zij het wellicht op aangepast wijze. 5 Zo leent artikel 7:460 BW, over het opzeggen van de behandelingsovereenkomst door de hulpverlener bij gewichtige redenen, zich bijvoorbeeld niet voor toepassing op medisch handelen dat betrekking heeft op beoordeling. De aard van de rechtsbetrekking, de medische keuring, waarbij geen behandelingsovereenkomst aanwezig is, verzet zich daartegen. Het gevolg daarvan is dat dit artikel niet van toepassing is op deze situaties Blokkeringsrecht artikel 7:464 lid 2 onder b BW Artikel 7:464 lid 1 onder a BW bepaalt, dat als het gaat om handelingen als omschreven in artikel 7:446 lid 4 BW, het in dat kader opgemaakte dossier slechts wordt bewaard zolang dat noodzakelijk is in verband met het doel van het onderzoek. Het tweede lid onder b van artikel 464 regelt vervolgens het blokkeringsrecht. 2 I.p.v. medisch handelen dat betrekking heeft op beoordeling, kan ook gesproken worden van keuring. In het vervolg zal ik medisch handelen dat betrekking heeft op beoordeling en medische keuring door elkaar gebruiken. 3 Wilken, 2011, p Gevers, 1995, p en Gevers, Gevers, 1995, p. 103 en Gevers,

9 Betreft het handelingen als omschreven in artikel 446 lid 4 WGBO, dan wordt de persoon op wie het onderzoek betrekking heeft in de gelegenheid gesteld mee te delen of hij de uitslag en de gevolgtrekking van het onderzoek wenst te vernemen. Indien die wens is geuit en de handelingen niet worden verricht in verband met een tot stand gekomen arbeidsverhouding of burgerrechtelijke verzekering dan wel een opleiding waartoe de betrokkene reeds is toegelaten, wordt bedoelde persoon tevens in de gelegenheid gesteld mee te delen of hij van de uitslag en de gevolgtrekking als eerste kennis wenst te nemen teneinde te kunnen beslissen of daarvan mededeling aan anderen wordt gedaan. De vraag of het blokkeringsrecht eventueel van toepassing is komt dus pas aan de orde als is vastgesteld dat voldaan is aan de volgende cumulatieve vereisten, zoals neergelegd in artikel 7:446 lid 4 BW: 6 - Het betreft handelingen ter beoordeling van de gezondheidstoestand of medische begeleiding van een persoon; - De handeling vindt plaats in opdracht van een ander; en - De handeling vindt plaats in verband met de vaststelling van aanspraken en verplichtingen, de toelating tot een verzekering of voorziening, of de beoordeling van de geschiktheid voor een opleiding, een arbeidsverhouding of de uitvoering van bepaalde werkzaamheden. Het blokkeringsrecht is een extra patiëntenrecht dat uitsluitend geldt als er juist geen behandelingsovereenkomst aanwezig is. 7 Hoewel het tot nu toe telkens om het blokkeringsrecht ging, gaat het in de eerste plaats om een inzagerecht. 8 Dat laatste recht leidt er toe dat degene de medisch is beoordeeld kennis kan nemen van het rapport. Vervolgens kan de betrokkene dan, afhankelijk van de inhoud van het rapport, besluiten of hij wel of niet wil, dat het rapport bij de opdrachtgever terecht komt. De betrokkene komt op grond van artikel 7:464 lid 2 BW overigens niet het recht om de deskundige te verzoeken iets aan het rapport te wijzigen, het zogenaamde correctierecht, toe. 9 De gedachte achter het blokkeringsrecht is, dat de persoon die medische beoordelingshandelingen van artikel 7:446 lid 4 BW ondergaat, de kans moet krijgen te voorkomen dat de gegevens die bij die medische beoordeling gegenereerd worden, bekend worden gemaakt aan degene die de opdracht tot die medische beoordeling heeft gegeven. Blijkt uit de uitslag en de gevolgtrekking van de medische beoordeling bijvoorbeeld dat de betrokkene waarschijnlijk geen kans maakt op een verzekering, dan kan hij weigeren ermee in de stemmen dat de uitslag en gevolgtrekking aan de opdrachtgever worden verstrekt. Gevolg daarvan is zeer waarschijnlijk dat er geen verzekeringsovereenkomst tot stand komt. De betrokkene heeft echter wel zijn persoonlijke levenssfeer kunnen beschermen Wilken, 2011, p Wilken, 2011, p Wervelman & de Jong, 2005, p Zie bijvoorbeeld de conclusie van A.G. Wesseling Van Gent onder voor HR 26 maart 2004, TvGR en RvdW en de noot van A.C. de Die onder CTG 11 mei 2010, GJ Maar zie ook de noot van J. van der Burg onder HR 26 maart 2004, TvGR en RvdW , die er van uit lijkt te gaan dat de betrokkene wel een blokkeringsrecht toekomt. Zie in diezelfde zin Leenen, Dute & Kastelein, 2008, p Wervelman & de Jong, 2005, p

10 Totstandkomingsgeschiedenis artikel 7:464 lid 2 onder b WGBO Op deze plaats wil ik aandacht besteden aan de totstandkomingsgeschiedenis van artikel 7:464 lid 2 onder b BW. Bij de inwerkingtreding van de WGBO en het blokkeringsrecht ontstonden direct onduidelijkheden als gevolg van het feit dat artikel 7:464 BW niet direct volledig in werking trad. 11 De werking van artikel 464 BW werd in een overgangsbepaling - artikel V - uitgesteld tot 1 mei Een uitzondering werd gemaakt voor de handelingen omschreven in toen noch- artikel 7:446 lid 5 BW (hierna: medische beoordelingshandelingen of keuringshandelingen), voor zover die werden verricht ten behoeve van een beoogde arbeidsverhouding, een beoogde burgerrechtelijke verzekering of toelating tot een opleiding. Voor die situaties gold artikel 7:464 BW en daarmee het blokkeringsrecht wel vanaf de inwerkingtreding van de WGBO. Blijkens de parlementaire geschiedenis is er bewust voor gekozen de WGBO niet van overeenkomstige toepassing te laten zijn op lopende arbeidsverhoudingen en lopende burgerrechtelijke verzekeringen. Reden daarvoor was dat met name het in artikel 7:464 lid 2 onder b BW neergelegde blokkeringsrecht in geval van medische beoordelingshandelingen gedurende de arbeidsverhouding of de burgerrechtelijke verzekering tot problemen zou kunnen leiden. 13 Wat betreft de burgerrechtelijke verzekering werd er door de regering op gewezen dat door het blokkeren van het onderzoekrapport door de arbeidsongeschikte de verzekeraar belet zou kunnen worden het juiste uitkeringspercentage vast te stellen. 14 Wat betreft de arbeidsverhouding werd er door de regering op gewezen dat een persoon die gevaarlijk werk verricht, waarvoor periodieke medische keuring een voorwaarde vormt, maar blijkens het onderzoeksrapport daartoe niet of niet volledig meer in staat is, niet door dat te blokkeren, het in de hand zou mogen hebben dat zijn arbeidsverhouding zonder meer ongewijzigd voortduurt. Hij zou daarmee een gevaar voor zichzelf of voor derden kunnen opleveren. 15 Bij Kroonbesluit van 13 maart werd vervolgens bepaald dat de inwerkingtreding van het blokkeringsrecht voor bepaalde situaties opnieuw werd uitgesteld, dit keer tot 1 mei Het ging om de volgende situaties 17 : a) Indien het betrof handelingen op het gebied van de geneeskunst die werden verricht in verband met de uitvoering van wettelijke voorschriften op het terrein van de arbeidsomstandigheden, de sociale zekerheid en de sociale voorzieningen, alsmede van pensioenregelingen en collectieve arbeidsovereenkomsten. b) Indien het betrof medische beoordelingshandelingen, voor zover die werden verricht in verband met een tot stand gekomen arbeidsverhouding, een tot stand gekomen 11 De Jong, 2011, p Stb. 1994, Stb. 2000, 121, p Kamerstukken II, 1991/92, , nr. 11, p Kamerstukken II, 1992/93, , nr. 15, p. 14, Stb. 2000, 121, p.26 en Kamerstukken II, 2004/05, , nr. 3, p Stb. 2000, Stb. 2000, 121, p 2. 9

11 burgerrechtelijke verzekering dan wel een opleiding waartoe de betrokkene was toegelaten. In de nota van toelichting bij het Kroonbesluit wordt met betrekking tot redenen van het uitstel van de inwerkintreding van het blokkeringsrecht indien het betrof handelingen onder a aangegeven dat, indien het blokkeringsrecht van overeenkomstige toepassing zou worden op de arbo-sector 18 en het terrein van de sociale zekerheid, dit tot problemen zou leiden. 19 In de arbo-sector zou het de werknemer namelijk de mogelijkheid geven te verhinderen dat een oordeel van de bedrijfsarts, ook als dat oordeel in zou houden dat de werknemer geheel of gedeeltelijk in staat zou zijn het werk te hervatten, bij zijn werkgever bekend zou worden. Het zeer ongewenste gevolg daarvan zou zijn dat een werkgever het loon zou moeten doorbetalen terwijl de betrokkene niet of minder ziek is. Geconcludeerd wordt dan ook dat het blokkeringsrecht niet van overeenkomstige toepassing kan worden op de arbo-sector. 20 Voor het terrein van de sociale zekerheid wordt als belangrijkste probleem gewezen op het blokkeringsrecht in geval van herbeoordelingen. Indien een uitkeringsgerechtigde het recht zou krijgen doorgifte van de uitslag of gevolgtrekking van een medische herbeoordeling tegen te houden, zou deze daarvan met het oog op behoud van een ongewijzigde arbeidsongeschiktheidsuitkering gebruik kunnen maken indien de uitslag in zou houden dat hij geheel of gedeeltelijk hersteld is. Ten onrechte zou dan een uitkering of een te hoge uitkering moeten worden doorbetaald. Geconcludeerd wordt dat het blokkeringsrecht voor het terrein van de sociale zekerheid verder dient te worden uitgesteld. 21 Voor de medische beoordelingshandelingen onder b liet de regering in de nota van toelichting bij het Kroonbesluit weten dat het de bedoeling was door wijzing van de WGBO het blokkeringsrecht ook na 1 mei 2010 te beperken tot medische beoordelingshandelingen voor zover die werden verricht ten behoeve van een beoogde arbeidsverhouding, een beoogde burgerrechtelijke verzekering of toelating tot een opleiding. 22 Een nadere bestudering van de gevolgen van het wel alsnog van overeenkomstige toepassing worden van het blokkeringsrecht op lopende arbeidsverhoudingen en burgerrechtelijke verzekeringen, had tot de conclusie geleid dat het blokkeringsrecht, om de redenen die de regering daar bij de inwerkintreding van de WGBO ook voor had, ook in het vervolg niet van toepassing diende te zijn op deze gevallen. 23 In 2005 verscheen er opnieuw een Kroonbesluit 24 waarbij de inwerkingtreding van het blokkeringsrecht wederom werd uitgesteld. 18 Arbo is de afkorting van arbeidsomstandigheden. De arbo-sector ziet echter niet alleen op de omstandigheden waaronder werknemers hun werkzaamheden verrichten, maar ook op verzuim en re-integratie van de werknemer. In het kader van verzuim en re-integratie vinden medische beoordeling plaats. 19 Stb. 2000,121, Nota van Toelichting, p Stb. 2000, 121, Nota van Toelichting, p Stb. 2000, 121, Nota van Toelichting, p Stb. 2000,121, Nota van Toelichting, p. 5 en Stb. 2000, 121, Nota van Toelichting, p Stb. 2005,

12 Voor de handelingen onder a gebeurde dat voor een periode van vijf jaar, tot 1 mei In de nota van toelichting bij het Kroonbesluit wordt voor de reden van dit verdere uitstel gewezen op de nog niet tot stand gekomen SZW-wetgeving waarin wordt voorzien in definitieve uitzonderingen op de overeenkomstige toepasselijkheid van - onder meer het blokkeringsrecht. Nu de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid nog wel voornemens was om tot zulke wetgeving te komen, werd in afwachting daarvan het blokkeringsrecht wederom uitgesteld. 25 Na 1 mei 2010 is de inwerkingtreding van het blokkerinsrecht voor handelingen onder a niet verder uitgesteld. Voor de medische beoordelinghandelingen onder b werd de inwerkingtreding van het blokkeringsrecht uitgesteld tot het tijdstip waarop een voorstel van wijziging van de WGBO, dat naast de bewaartermijn van medische dossiers ook betrekking had op het blokkeringsrecht, in werking zou treden. 26 Die wijziging van de WGBO trad begin 2006 in werking. 27 Artikel 7:464 lid 2 onder b BW kwam daarmee te luiden zoals de bepaling nog steeds luidt. Indien het betreft handelingen zoals omschreven in artikel 446 lid 4, dan: wordt de persoon op wie het onderzoek betrekking heeft in de gelegenheid gesteld mee te delen of hij de uitslag en de gevolgtrekking van het onderzoek wenst te vernemen. Indien die wens is geuit en de handelingen niet worden verricht in verband met een tot stand gekomen arbeidsverhouding of burgerrechtelijke verzekering dan wel een opleiding waartoe de betrokkene reeds is toegelaten, wordt bedoelde persoon tevens in de gelegenheid gesteld mee te delen of hij van de uitslag en de gevolgtrekking als eerste kennis wenst te nemen teneinde te kunnen beslissen of daarvan mededeling aan anderen wordt gedaan. De tekst van artikel 7:464 lid 2 onder b BW lijkt te suggereren dat het blokkeringsrecht in alle gevallen waarin sprake is van medische beoordelingshandelingen van toepassing is, tenzij de beoordeling wordt verricht in het kader van 28 : - Een tot stand gekomen arbeidsverhouding - Een tot stand gekomen burgerrechtelijke verzekering (zoals een particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekering);of - Een opleiding waartoe de betrokken reeds is toegelaten. Uit de memorie van toelichting bij de wetswijziging van 22 december volgt echter wat anders. Daaruit blijkt dat de wetgever, zoals ook al bleek uit de Nota van Toelichting bij het Kroonbesluit van 13 maart 2000, met de wetswijziging heeft beoogd het blokkeringsrecht definitief te beperken tot medische beoordelingshandelingen die worden verricht in verband met nog niet tot stand gekomen arbeidsverhoudingen en burgerrechtelijke verzekeringen en tot medische beoordelingshandelingen voor opleidingen waarmee nog een aanvang moet worden gemaakt. 30 In alle andere gevallen het blokkeringsrecht dus niet van toepassing zijn. 25 Stb. 2005, 174, p Stb. 2005, 174, p Stb. 2006, Wilken, 201, p Kamerstukken II, vergaderjaar 2004/05, , nr Kamerstukken II, vergaderjaar 2004/05, , nr. 3, p

13 Zoals Wilken schrijft leidt dit tot onduidelijkheid: is het blokkeringsrecht van toepassing op alle medische beoordelingshandelingen (in de zin van artikel 7:446 lid 4 BW), tenzij de keuring plaatsvindt in verband met een tot stand gekomen arbeidsverhouding, een tot stand gekomen burgerrechtelijke verzekering of een opleiding waartoe de betrokkene reeds is toegelaten of is het blokkeringsrecht juist niet van toepassing op medische beoordelingshandelingen, tenzij de keuring plaatsvindt in verband met een nog niet tot stand gekomen burgerrechtelijke verzekering, een nog niet tot stand gekomen burgerrechtelijke verzekering of een opleiding waarmee nog een aanvang moet worden gemaakt? Wet op de medische keuringen Op 1 januari 1998 is de Wet op de medische keuringen (hierna: Wmk) in werking getreden. Doel van de wet is het stellen van grenzen aan de inbreuk op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de lichamelijke integriteit bij medische keuringen. Daarnaast beoogt de wet de rechtspositie van de keurling te versterken. Daarbij worden de belangen van de keuringvrager (o.a. beperken financiële risico s) niet uit het oog verloren. De Wmk verbiedt keuringen dan ook niet, maar geeft in algemene zin bescherming tegen nietrelevante keuringen en keuringen die alhoewel relevant te achten, gelet op de daarmee gemoeide belangen, niet proportioneel zijn. 32 De WMK is alleen van toepassing op keuringen in verband met het aangaan of wijzigen van 33 : - een burgerrechtelijke arbeidsverhouding die bij of krachtens de Ziektewet, de Wet werk en inkomen naar arbeidvermogen (WIA) of de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) als dienstbetrekking wordt aangemekt; - een aanstelling in openbare dienst; - een burgerrechtelijke pensioen- of levensverzekering; - een pensioenovereenkomst in de zin van de Pensioenwet of enkel andere nader aangeduide pensioenregelingen; - een verzekering wegen arbeidsongeschiktheid naar burgerlijk recht; - een verzekering van de werkgever tegen het risico van loondoorbetaling of WIA/WAOuitkering. De Wmk bestaat uit 17 artikelen. Na de begripsbepalingen (artikel 1), worden eerst centrale normen geformuleerd ten aanzien van aard, inhoud en omvang van medische keuringen (artikel 2 en 3). Daarna volgt een specifieke uitwerking van deze algemene normen voor de aanstellingskeuring (artikel 4) en de verzekeringskeuring (artikel 5, 6 en 7). In artikel 9 worden representatieve organisaties uitgenodigd om aan die normen nadere invulling te geven. In artikel 13 worden zij uitgenodigd om een onafhankelijke klachtencommissie in te stellen. In artikel 8, 10, 11 en 12 zijn een aantal rechten van de keurling vastgelegd. Artikel 14 biedt de mogelijkheid om bij Algemene Maatregel van Bestuur nadere regels te stellen. 31 Wilken, 2011, p Markenstein, Leenen, Dute & Kastelein, 2008, p

14 2.3. Verhouding WMK tot WGBO In de memorie van toelichting 34 bij de Wmk is - redelijk uitvoerig - ingegaan op de verhouding van de Wmk tot de WGBO. Daarin werd opgemerkt dat de Wmk kan worden beschouwd als een lex speciales ten opzichte van de WGBO. Kohnstamm, destijds D66 tweede kamer lid en initiatiefnemer van het wetvoorstel, geeft aan dat is overwogen om de rechten die een keurling heeft op grond van de WGBO in het voorstel van Wet keuringen op te nemen. 35 In het oorspronkelijke voorontwerp, dat in augustus 1992 werd gepubliceerd door de Tweede Kamerfractie van D66, waren ook rechten die de keurling had op grond van toen noch het voorstel van Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst opgenomen. Zo regelde het voorontwerp ondermeer de geheimhouding van keuringsgegevens, het recht op informatie, het recht op inzage en het recht op vernietiging. Op het in het voorontwerp voorzien in rechten die ook al in de WGBO waren opgenomen, is kritiek geleverd. Door Olsthoorn-Hein werd er op gewezen dat de rechtpositie van de keurling er niet overzichtelijker op werd en dat aan de toegevoegde waarde van sommige artikelen kon worden getwijfeld. Zij concludeerde dat er reden genoeg was om bepaalde bepalingen, waaronder die over geheimhouding en inzage, te schappen, en daarnaast extra aandacht te besteden aan de verhouding met de WGBO. 36 Kohnstamm heeft deze conclusie ter harte genomen. Hij geeft aan dat bezwaar van het opnemen van de rechten die een keurling heeft op grond van de WGBO in het voorstel van Wet keuringen is, dat daardoor een overlapping met de WGBO ontstaat. Uiteindelijk is er voor gekozen om voor de rechten van de keurling aan te sluiten bij de WGBO en in het voorstel van Wet keuringen alleen die rechten op te nemen waar de WGBO niet in voorziet. 37 In het wetsvoorstel werd verder nog opgemerkt dat een aantal WGBO bepalingen zijn geschreven met het oog op de behandelingsrelatie en niet passen in de keuringssituatie. Volgens Legemaate is het terecht dat wordt opgemerkt dat sommige WGBO-bepalingen in de keuringsituatie niet relevant zijn of buiten toepassing moeten blijven (opzeggen overeenkomst, veronderstelde toestemming, medewerkingplicht keurling). 38 De in de artikelen 8, 10, 11 en 12 Wmk neergelegde rechten van de keurling, achtereenvolgens de informatieplicht, geheimhoudingsplicht, het recht om medewerking aan een keuring te weigeren en het recht op herkeuring, zijn dus bedoeld als specificatie en aanvulling op de rechten uit de WGBO. Zo bevestigt artikel 10 lid 2 van de Wmk de geheimhoudingsplicht bij keuringen. In lid 3 wordt dat nader gespecificeerd tot een verplichting om de mededelingen aan de keuringsvrager te beperken tot datgene wat voor het doel van keuring strikt noodzakelijk is. Een blokkeringsrecht is in de Wmk niet neergelegd. Voor het recht van de keurling om als eerste kennis te nemen van de keuringsuitslag en doorzending daarvan aan de opdrachtgever te verhinderen, zal moeten worden terugvallen op artikel 7:464 lid 2 onder b BW. 39 Dat voor de rechten van de keurling aansluiting is gezocht bij de WGBO, heeft volgens 34 Kamerstukken II, 1992/93, , nr Kamerstukken II, 1992/93, , nr. 3, p Olsthoorn-Heim, Kamerstukken II, 1992/93, , nr. 3, p Legemaate, Olsthoorn-Heim,

15 Leenen, Dute en Kastelein, vanuit een oogpunt van consistentie en eenvoud voordelen, maar er kleven ook nadelen aan. Zij wijzen er op dat naast het feit dat er twee wetten moeten worden geraadpleegd, wat de overzichtelijkheid niet ten goede komt, het vooral bezwaarlijk is dat niet altijd duidelijk is hoe de rechten uit de WGBO in keuringsituaties moeten worden begrepen. 40 De keuze om de algemene WGBO regels inzake informatie en toestemming niet in het wetsvoorstel medische keuringen te herhalen was volgens Legemaate een voorstelbare. Wel had het naar zijn mening voor de hand gelegen de specifiek voor keuringen van belang zijnde WGBO bepaling (art. 464 lid 2) over te nemen in het wetsvoorstel medische keuringen Overige wetgeving Zoals hierboven reeds genoemd, is de inwerkingtreding van het blokkeringsrecht voor medische beoordelinghandelingen die worden verricht in verband met de uitvoering van wettelijke voorschriften op het terrein van de arbeidsomstandigheden, de sociale zekerheid en de sociale voorzieningen, alsmede van pensioenregelingen en collectieve arbeidsovereenkomsten na 1 mei 2010 niet verder uitgesteld. Dit betekent dat, tenzij er ergens anders een wettelijke basis voor een uitzondering op het blokkeringsrecht is te vinden, het er op lijkt dat voor medische beoordelingshandelingen in het kader van de uitvoering van wettelijke voorschriften op het terrein van de arbeidsomstandigheden, de sociale zekerheid en de sociale voorzieningen, pensioenregelingen en collectieve arbeidsovereenkomsten het blokkerinsrecht van toepassing is. 42 Zo n wettelijke basis voor een uitzondering is op het terrein van de sociale zekerheid te vinden in artikel 74 lid 4 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (hierna: Wet SUWI) en op het terrein van de arbeidsomstandigheden in artikel 14 lid 6 van de Arbeidsomstandigheden wet. Artikel 74 van de Wet SUWI regelt de geheimhoudingsplicht van degenen die met de uitvoering van de Wet SUWI zijn belast. Volgens lid 4 is het blokkeringsrecht niet van toepassing indien in verband met de uitvoering van de wet SUWI handelingen worden verricht op het gebied van de geneeskunst door personen, voor wie de geheimhoudingsplicht geldt. Uit dit artikellid kan worden afgeleid dat het blokkeringsrecht in ieder geval niet geldt voor medische beoordelingshandelingen die in het kader van de uitvoering van de sociale zekerheidswetgeving worden uitgevoerd door een verzekeringsarts. De verzekeringsarts verricht immers handelingen op het gebied van de geneeskunst ter uitvoering van de sociale zekerheidswetgeving. 43 Artikel 14 lid 6 van de Arbeidsomstandighedenwet is van gelijke strekking als het lid 4 van artikel 74 Wet SUWI. Het blokkeringsrecht is volgens lid 6 niet van toepassing indien in verband met de uitvoering van de Arbeidsomstandighedenwet handelingen worden verricht op het gebied van de geneeskunst door personen die zijn belast met de bijstand bij de begeleiding van werknemers die door ziekte niet in staat zijn hun arbeid te verrichten. Uit dit 40 Leenen, Dute & Kastelein, 2008, p Legemaate, Wilken, 2011, p Wilken, 2011, p

16 artikellid kan worden afgeleid dat het blokkeringsrecht niet geldt voor medische beoordelingshandelingen die het kader van de uitvoering van wettelijke voorschriften op het gebied van de arbeidsomstandigheden worden uitgevoerd door bedrijfsartsen. De bedrijfsarts verricht immers handelingen op het gebied van de geneeskunst ter uitvoering van wettelijke voorschriften op het gebied van de arbeidsomstandigheden. Voor het overige zijn er op het terrein van de arbeidsomstandigheden, de sociale zekerheid en de sociale voorzieningen, pensioenregelingen en collectieve arbeidsovereenkomsten geen wettelijke bepalingen waarin de werking van het blokkeringsrecht wordt uitgesloten. Dit betekent dat voor medische beoordelingshandelingen in het kader van sociale voorzieningen, pensioenregelingen en collectieve arbeidsovereenkomsten sinds 1 mei 2010 niet langer een uitzondering op het blokkeringsrecht geldt. De Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG) meent dat voor justitie-situaties in artikel 63 Beginselenwet jeugdinrichting, artikel 19 en 20 Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden en artikel 68 Wet justitiële jeugdinrichtingen ook uitzonderingen op het blokkerinsrecht te vinden zijn. 44 Wilken heeft er op gewezen dat in deze artikelen wel een aantal artikelen uit de WGBO van overeenkomstige toepassing worden uitgesloten - zoals de dossierplicht (artikel 7:754 BW), het vernietigingsrecht (artikel 7:455 BW) en het recht op inzage en afschrift (artikel 7:456 BW) maar niet het blokkeringsrecht Conclusie Het blokkeringsrecht houdt in dat een keurling het recht heeft om als eerste kennis te nemen van de uitslag en gevolgtrekking van het onderzoek om te kunnen beslissen of de opdrachtgever hiervan op hoogte wordt gesteld. De vraag of het blokkeringsrecht eventueel van toepassing is komt pas aan de orde als is vastgesteld dat voldaan is aan vereisten van artikel 7:446 lid 4 BW: (I) Het betreft handelingen ter beoordeling van de gezondheidstoestand of medische begeleiding van een persoon; (II) in opdracht van een andere (III) in verband met de vaststelling van aanspraken en verplichtingen, de toelating tot een verzekering of voorziening, of de beoordeling van de geschiktheid voor een opleiding, een arbeidsverhouding of de uitvoering van bepaalde werkzaamheden. Blijkens de totstandkomingsgeschiedenis van artikel 7:464 lid 2 onder b BW heeft de wetgever het beantwoorden van de vraag voor welke situaties het blokkeringsrecht geldt, lange tijd voor zich uitgeschoven. Uit de tekst van artikel 7:464 lid 2 onder b BW volgt dat blokkeringsrecht in ieder geval - van toepassing is op medische beoordelingshandelingen of keuringen in verband met een tot stand gekomen arbeidsverhouding of burgerrechtelijke verzekering dan wel een opleiding waartoe de betrokkene is toegelaten. 44 Reactie KNMG op voorstel wet cliëntenrechten zorg d.d. 22 februari 2011, p. 16, zie: > Dossiers, > Wet cliëntenrechten zorg. 45 Wilken, 2011, p

17 3. Jurisprudentie In dit hoofdstuk beantwoord ik de tweede onderzoeksvraag: Welke juridische knelpunten zijn er m.b.t. de reikwijdte van het blokkeringsrecht in de praktijk/jurisprudentie geconstateerd? Daarvoor loop ik in dit hoofdstuk een aantal terreinen langs waarop handelingen worden verricht (I) ter beoordeling van de gezondheidstoestand of medische behandeling van een persoon; (II) in opdracht van een ander; (III) in verband met de vaststelling van aanspraken en verplichtingen. Aan de hand van de jurisprudentie zal ik laten zien of de betrokkene op de verschillende terreinen volgens de rechter wel of niet een blokkeringsrecht toekomt. Na de arbeidsverhouding, burgerrechtelijke verzekering en de opleiding, zullen achtereenvolgens de volgende terreinen aan de orde komen: sociale zekerheid en arbeidsomstandigheden, letselschadezaken, personen- en familierecht, rijbewijskeuringen en overige situaties (waaronder justitiesituaties). 3.1 Arbeidsverhouding, burgerrechtelijke verzekering, opleiding Voor wat betreft de arbeidsverhouding, burgerrechtelijke verzekering en opleiding is de reikwijdte van het blokkeringsrecht duidelijk. Artikel 7:464 lid 2 onder b BW bepaalt, dat indien de keuring wordt verricht in verband met een lopende arbeidsverhouding of burgerrechtelijke verzekering dan wel een opleiding waar de betrokken reeds is toegelaten, de keurling geen blokkeringsrecht toekomt. De klager uit de in inleiding besproken casus kwam dan ook geen blokkeringsrecht toe. Er werd voldaan aan de voorwaarden van artikel 7:446 lid 4 BW. Er was sprake van (I) een handeling ter boordeling van de gezondheidstoestand van klager, (II) in opdracht van een ander (ASR), (III) in verband met de vaststelling van een aanspraak (een particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekering). Maar in dit geval deed zich een van de uitzonderingssituaties van artikel 7:464 lid 2 BW voor. De keuring werd verricht in verband met een lopende burgerrechtelijke verzekering. Vorig jaar hebben zowel het Hof Amsterdam 46 als de tuchtrechter nogmaals bevestigt, dat het blokkeringsrecht niet geldt bij een keuring in het kader van een lopende arbeidsongeschiktheidsverzekering. In de zaak die voorlag bij het Hof Amsterdam leken de feiten sterk op die van de casus uit de inleiding. De betrokkene had bij Reaal een arbeidsongeschiktheidsverzekering lopen. In het kader van een aanspraak op een uitkering is de betrokkene door een medisch deskundige (psychiater) onderzocht. Deze heeft het conceptrapport aan de advocaat van Reaal gezonden. Betrokkene meent dat hij een blokkeringsrecht heeft. Het Hof vindt dus van niet. Daartoe overweegt het Hof als volgt 47 : In het onderhavige geval bestaat tussen appellant als keurling en Reaal als verzekeraar een contractuele relatie in de vorm van een verzekering. Het onderzoek van de deskundige wordt uitgevoerd in verband met de vraag of en in hoeverre Reaal is gehouden over te gaan tot uitkering onder deze verzekering. Het voorgaande brengt mee dat het recht op eerste inzage 46 Hof Amsterdam 28 juni 2011, NJF 2011/ Hof Amsterdam 28 juni 2011, NJF 2011/377., r.o

18 en het blokkeringsrecht van artikel 7:464 lid 2 aanhef en onder b BW dan niet van toepassing zijn. Het Hof Amsterdam bevestigt overigens ook nog eens dat het blokkeringsrecht de keurling niet het recht geeft deskundige te verzoeken iets aan het rapport te wijzigen, het correctierecht. In de zaak die voorlag bij de tuchtrechter 48, had de klager in verband met gezondheidsklachten (o.a. rug- en schouderklachten) een beroep gedaan op zijn arbeidsongeschiktheidsverzekering. De adviserend geneeskundige van de verzekeraar heeft klager voor een expertise verwezen naar een orthopedisch chirurg. Deze heeft het rapport van diens expertise naar de medisch adviseur van de verzekeraar verzonden. Klagers klacht houdt onder meer in, dat de orthopedisch chirurg hem geen blokkeringsrecht heeft verleend. De tuchtrechter oordeelt dat klager geen blokkeringsrecht heeft. Het overweegt daartoe als volgt: In deze zaak gaat het om een keuring in verband met een reeds bestaande (of lopende) burgerrechtelijke verzekering en daarop is het blokkeringsrecht van art. 7:464 lid 2 sub b BW, in werking getreden met ingang van 1 maart 2006, niet van toepassing, zoals wat ingewikkeld omschreven staat in de tweede volzin van lid 2 sub b ( en de handelingen [het onderzoek] niet worden verricht in verband met een tot stand gekomen. burgerrechtelijke verzekering ). 49 Deze twee uitspraken laten ziet, dat de reikwijdte op het terrein van de arbeidsverhouding, de burggerechtelijke verzekering en de opleiding duidelijk is. Dat kan mijns inziens niet of in mindere mate gezegd worden over de terreinen die nu besproken gaan worden. 3.2 Sociale zekerheid en arbeidsomstandigheden (en sociale voorzieningen, pensioenregelingen en collectieve arbeidsovereenkomsten) Op het terrein van de sociale zekerheid worden handelingen verricht (I) ter beoordeling van de gezondheidstoestand van een persoon; (II) in opdracht van een ander (UWV); (III) in verband met de vaststelling van aanspraken (een uitkering). Ook op het terrein van de arbeidsomstandigheden worden zulke handelingen verricht. Daarbij kan gedacht worden aan de situatie, waarbij een werknemer voor langere periode ziek is. Op geregelde momenten zal door de bedrijfs- of arbo-arts worden beoordeeld of de medewerker weer geheel of gedeeltelijk in staat is zijn werk te hervatten. Dan is er sprake van (I) een beoordeling van de gezondheidstoestand van de werknemer; (II) in opdracht van de werkgever; (III) in verband met de vaststelling van loondoorbetaling. Het terrein van de arbeidomstandigheden omvat niet de beoordeling van de geschiktheid voor een arbeidsverhouding of de uitvoering van bepaalde werkzaamheden (bij het aangaan van een arbeidsverhouding of gedurende zo n arbeidsverhouding), zo n beoordeling valt onder het eerste besproken terrein, de arbeidsverhouding, burgerrechtelijke verzekering en opleiding. 48 RTG Amsterdam 7 juni 2011, 2010/ RTG Amsterdam 7 juni 2011, 2010/022., r.o

19 In beide gevallen, sociale zekerheid en arbeidsomstandigheden, is geen van de in artikel 7:464 lid 2 onder b BW genoemde uitzonderingen aan de orde is. Het blokkeringsrecht is dus van toepassing op het terrein van de sociale zekerheid en arbeidsomstandigheden. Zoals behandeld in het voorgaande hoofdstuk, was de inwerkingtreding van het blokkeringsrecht voor medische beoordelingshandelingen die worden verricht in verband met de uitvoering van wettelijke voorschriften op het terrein van - onder meer de sociale zekerheid en de arbeidsomstandigheden echter uitgesteld tot 1 mei Na 1 mei 2010 is de inwerkingtreding van het blokkeringsrecht voor medische beoordelinghandelingen die worden verricht in verband met de uitvoering van wettelijke voorschriften op deze terreinen niet verder uitgesteld. Dit betekent, dat, tenzij er ergens anders een wettelijke basis voor een uitzondering op het blokkeringsrecht is te vinden, het er op lijkt dat voor medische beoordelingshandelingen in het kader van de uitvoering van wettelijke voorschriften op het terrein van de sociale zekerheid en de arbeidsomstandigheden het blokkeringsrecht inderdaad van toepassing is. Er is niet veel jurisprudentie aanwezig over het blokkeringsrecht op het terrein van de sociale zekerheid en arbeidsomstandigheden. Ik bespreek drie uitspraken, alle drie op het terrein van de sociale zekerheid. De eerste is een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep 50. Nog voor 1 mei 2010, namelijk op 19 februari 2010, deed de Raad in hoger beroep een uitspraak, waarbij zij verwees naar het uitstel van de inwerkingtreding van het blokkeringsrecht voor onder meer - medische beoordelingshandelingen in verband met de uitvoering van sociale zekerheidswetgeving tot 1 mei In deze zaak had het UWV geweigerd een vrouw een Wajong-uitkering toe te kennen, tegen welk besluit zij bezwaar had gemaakt. De bezwaarverzekeringsarts had bij zijn oordeel een rapport van een, door de primaire arts verzochte, expertise door een orthopedisch chirurg meegewogen. De vrouw stelt in hoger beroep - onder meer - dat door de bezwaarverzekeringsarts ten onrechte gebruik is gemaakt van de rapportage van de orthopedisch chirurg. De Centrale Raad oordeelt, net als de rechtbank eerder, dat de vrouw in dit geval geen blokkeringsrecht toekomt. Daarbij verwijst zij, zoals aangeven, naar het besluit van 22 maart 2005, waarbij de inwerkintreding van het blokkeringsrecht voor medische beoordelingshandelingen in verband met de uitvoering van onder meer - sociale zekerheidswetgeving is uitgesteld tot 1 mei Daarnaast oordeelt de Raad dat niet valt in te zien dat deze voor onder andere het onderzoek van de verzekeringsarts geldende uitzondering niet tevens geldt voor een op verzoek van die arts uitgebrachte expertise door een medisch specialist. 51 Nu de inwerkintreding van het blokkeringsrecht voor medische beoordelingshandelingen in verband met de uitvoering van - onder meer - sociale zekerheidswetgeving na 1 mei 2010 niet verder is uitgesteld, had de Centrale Raad van Beroep in dezelfde casus haar oordeel momenteel niet meer kunnen baseren op het uitstel van de inwerkingtreding van het 50 CRvB 19 februari 2010, LJN: BL CRvB 19 februari 2010, LJN: BL4585, r.o

20 blokkeringsrecht. De Raad had zich, wellicht, wel kunnen baseren op artikel 74 lid 4 Wet SUWI. Dat artikel bepaalt, zoals behandeld in het vorige hoofdstuk, dat het blokkeringsrecht niet van toepassing is, indien in verband met de uitvoering van de Wet SUWI handelingen worden verricht op het gebied van de geneeskunst door personen, voor wie de geheimhoudingsplicht geldt. De verzekeringsarts verricht handelingen op het gebied van de geneeskunst ter uitvoering van sociale zekerheidswetgeving. Maar het is maar de vraag of dat ook geldt voor bijvoorbeeld de orthopedisch chirurg, die door de verzekeringsarts wordt verzocht een expertise uit te brengen. De orthopedisch chirurg is immers niet belast met de uitvoering van sociale zekerheidswetgeving. Er is daardoor, mijn inziens, reden om aan te nemen dat het blokkeringsrecht, na 2010, wel geldt voor een op verzoek van de verzekeringsarts uitgebrachte expertise door een medisch specialist. De tuchtrechter lijkt er echter van uit te gaan dat zo n reden er niet is. In een zaak waar een psychiater door (de verzekeringsarts van) het UWV was verzocht een expertise uit te voeren in het kader van een arbeids(on)geschiktheidsbeoordeling, oordeelde deze namelijk dat uit artikel 74 lid 4 Wet SUWI volgt, dat het blokkeringsrecht niet een van de interventiemogelijkheden is die de onderzochte heeft met betrekking tot hetgeen op basis van het onderzoek wordt gerapporteerd Zo n reden is er volgens de Rechtbank Amsterdam 54 wel als de orthopedisch chirurg (of de psychiater) niet op verzoek van (de verzekeringsarts van) het UWV een expertise had uitgebracht, maar had gerapporteerd in opdracht van de rechtbank. In deze zaak, uit 2011, had het UWV de uitkering van een tandtechnicus op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) ingetrokken, omdat hij minder dan 25% arbeidsongeschikt zou zijn. In beroep wordt door de rechtbank een deskundigenonderzoek gelast door een neuropsycholoog. De tandtechnicus beroept zich ten aanzien van het rapport van de neuropsycholoog op zijn blokkeringsrecht. De rechter overweegt dat artikel 74 lid 4 Wet SUWI een uitzondering op het blokkeringsrecht geeft. Vervolgens overweegt de rechter, dat het blokkeringsrecht volgens artikel 74 lid 4 Wet SUWI niet van toepassing is, indien in verband met de uitvoering van de Wet SUWI handelingen worden verricht op het gebied van de geneeskunst door personen, voor wie het in artikel 74 lid 1 Wet SUWI vervatte verbod geldt, namelijk verzekeringsartsen. En tot slot: De rechtbank overweegt dat het bepaalde in artikel 74, vierde lid, van de Wet SUWI niet van toepassing is op de werkzaamheden van de medisch deskundigen die door de rechtbank zijn benoemd. De rechtbank verricht immers geen uitvoering (zoals omschreven in dit vierde lid), maar toetst uitsluitend de besluitvorming van het bestuursorgaan, in dit geval het UWV. Op grond van het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat eiser ten aanzien van een door haar gelast deskundigenonderzoek blokkeringsrecht toekomt. 52 CTG 12 mei 2012, c , r.o en Wilken meende, eerder al, dat er ook na 1 mei 2010, geen goede reden is om aan te nemen dat het blokkeringsrecht wel zou gelden voor een op verzoek van de verzekeringsarts uitgebrachte expertise, dit onder verwijzing naar de uitspraak van de CRvB van Amsterdam van 19 februari Zie: Wilken, 2011, p Rb. Amsterdam 14 april 2004, LJN: BQ

Wet op de medische keuringen

Wet op de medische keuringen Wet op de medische keuringen Wet van 5 juli 1997, Stb. 1997, 365 (Verbeterblad), houdende regels tot versterking van de rechtspositie van hen die een medische keuring ondergaan (Wet op de medische keuringen),

Nadere informatie

2. Onder handelingen op het gebied van de geneeskunst worden verstaan:

2. Onder handelingen op het gebied van de geneeskunst worden verstaan: Artikel 446 1. De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling - in deze afdeling verder aangeduid als de behandelingsovereenkomst - is de overeenkomst waarbij een natuurlijke persoon of een rechtspersoon,

Nadere informatie

Volksgezondheidswetgeving GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST

Volksgezondheidswetgeving GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST 13 Geneeskundige behandelingsovereenkomst (P.B. 2000, no. 118) Landsverordening van de 23ste oktober 2000 houdende vaststelling van de tekst van Boek 7 van het Burgerlijk

Nadere informatie

Burgerlijk Wetboek Boek 7, Afdeling 5

Burgerlijk Wetboek Boek 7, Afdeling 5 Burgerlijk Wetboek Boek 7, Afdeling 5 (Tekst geldend op: 19 02 2015) Afdeling 5. De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling Artikel 446 4. De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling in deze

Nadere informatie

De doolhof van het blokkeringsrecht

De doolhof van het blokkeringsrecht Mw. mr. A. Wilken* De doolhof van het blokkeringsrecht Veel expertiserend artsen zullen in de praktijk worden geconfronteerd met het blokkeringsrecht: moet ik de door mij onderzochte persoon nu wel of

Nadere informatie

Wet van 5 juli 1997, houdende regels tot versterking van de rechtspositie van hen die een medische keuring ondergaan (Wet op de medische keuringen)

Wet van 5 juli 1997, houdende regels tot versterking van de rechtspositie van hen die een medische keuring ondergaan (Wet op de medische keuringen) (Tekst geldend op: 27-06-2013) Wet van 5 juli 1997, houdende regels tot versterking van de rechtspositie van hen die een medische keuring ondergaan (Wet op de medische keuringen) Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling (WGBO)

De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling (WGBO) De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling (WGBO) Artikel 446 1.De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling - in deze afdeling verder aangeduid als de behandelingsovereenkomst - is de overeenkomst

Nadere informatie

WGBO boek 7, afdeling 5 Burgerlijk wetboek (BW) Citeren als: artikel 7:446, lid 1 BW etc. Afdeling 5. De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling

WGBO boek 7, afdeling 5 Burgerlijk wetboek (BW) Citeren als: artikel 7:446, lid 1 BW etc. Afdeling 5. De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling WGBO boek 7, afdeling 5 Burgerlijk wetboek (BW) Citeren als: artikel 7:446, lid 1 BW etc. Afdeling 5. De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling Artikel 446 1. De overeenkomst inzake geneeskundige

Nadere informatie

De ondraaglijke duisternis van het blokkeringsrecht

De ondraaglijke duisternis van het blokkeringsrecht FORUM De ondraaglijke duisternis van het blokkeringsrecht Mr. E.J.C. de Jong * 1 Inleiding Zou onze wetgever zich destijds gerealiseerd hebben, dat hij de (juridische) praktijk met een probleem opzadelde,

Nadere informatie

3 In op die behandelingsovereenkomst betrekking hebbende aangelegenheden is de minderjarige bekwaam in en buiten rechte op te treden.

3 In op die behandelingsovereenkomst betrekking hebbende aangelegenheden is de minderjarige bekwaam in en buiten rechte op te treden. Afdeling 5. De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling Artikel 446 1 De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling - in deze afdeling verder aangeduid als de behandelingsovereenkomst - is de overeenkomst

Nadere informatie

Ons tenmert z

Ons tenmert z Autoriteit Persoonsgegevens Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag Bezuidenhoutseweg 30, 2594 AV Den Haag T 070 8888 500 - F 070 8888 501 autoriteitpersoonsgegevens.nl De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 0 0 33 050 Wijziging van de Wet op de medische keuringen in verband met het opnemen van de mogelijkheid tot onderbrenging van de klachtenbehandeling bij aanstellingskeuringen

Nadere informatie

1.2 Op 26 juli 2004 heeft verzoeker om hem moverende redenen zijn verzoek ingetrokken.

1.2 Op 26 juli 2004 heeft verzoeker om hem moverende redenen zijn verzoek ingetrokken. 2005-02 9 februari 2005 1. Het signaal 1.1 Op 27 mei 2004 heeft de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) een verzoek om advies ontvangen over de vraag of het in opdracht

Nadere informatie

Medische keuring bij een sollicitatie, mag dat?

Medische keuring bij een sollicitatie, mag dat? Medische keuring bij een sollicitatie, mag dat? Een medische keuring of aanstellingskeuring kan soms onderdeel zijn van een sollicitatieprocedure. Dit mag alleen als het voor de functie noodzakelijk is

Nadere informatie

TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 30 318 Voorstel van wet tot aanpassing van en verbeteringen in diverse wetten in verband met de invoering van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen alsmede enkele andere correcties (Aanpassings-

Nadere informatie

7 DE DOOLHOF VAN HET BLOKKERINGSRECHT

7 DE DOOLHOF VAN HET BLOKKERINGSRECHT 7 DE DOOLHOF VAN HET BLOKKERINGSRECHT 7.1 I N L E I D I N G Als iemand medisch wordt beoordeeld in opdracht van een ander, moet de expertiserend arts die de beoordeling uitvoert deze persoon onder bepaalde

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2006:AY8841

ECLI:NL:RBASS:2006:AY8841 ECLI:NL:RBASS:2006:AY8841 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 25-09-2006 Datum publicatie 26-09-2006 Zaaknummer 58445 - KG ZA 06-182 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Verder klaagt verzoekster over de wijze waarop het UWV te Venlo haar klacht heeft behandeld.

Verder klaagt verzoekster over de wijze waarop het UWV te Venlo haar klacht heeft behandeld. Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat een met naam genoemde verzekeringsarts van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen te Heerlen (UWV) bij het vaststellen van de belastbaarheid

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 421 Wijziging van verschillende wetten in verband met harmonisatie en vereenvoudiging van deze wetten ten behoeve van de uitvoering van die

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 034 Bevordering van het naar arbeidsvermogen verrichten van werk of van werkhervatting van verzekerden die gedeeltelijk arbeidsgeschikt zijn

Nadere informatie

Loondoorbetaling na 104 weken ziekte

Loondoorbetaling na 104 weken ziekte Loondoorbetaling na 104 weken ziekte Brief minister Donner Datum 2 februari 2010 Bij brief van 2 juli jl. heeft u gereageerd op mijn brief van 19 december 2008. Uw reactie heeft u inmiddels ook bij brief

Nadere informatie

Rapport. Datum: 28 juli 2000 Rapportnummer: 2000/257

Rapport. Datum: 28 juli 2000 Rapportnummer: 2000/257 Rapport Datum: 28 juli 2000 Rapportnummer: 2000/257 2 Klacht Op 3 november 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer O. te 's-hertogenbosch, met een klacht over een gedraging van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 770 Invoering van en aanpassing van wetgeving aan de Vaststellingswet titel 7.10 Burgerlijk Wetboek (arbeidsovereenkomst) (Invoeringswet titel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 049 Wijziging van enige bepalingen van het Burgerlijk Wetboek omtrent de overeenkomst inzake geneeskundige behandeling en van artikel IV van

Nadere informatie

Arbeidsongeschikt. En dan? Klantbrochure

Arbeidsongeschikt. En dan? Klantbrochure Arbeidsongeschikt. En dan? Klantbrochure Voor wie is deze folder bedoeld? Deze folder is voor u van belang als u een aanvraag tot uitkering wilt indienen op uw arbeidsongeschiktheidsverzekering. Als u

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 671a, achtste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 671a, achtste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 12688 11 mei 2015 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 april 2015, 2015-0000102296, tot

Nadere informatie

1.2 Op 26 juli 2004 heeft verzoeker om hem moverende redenen zijn verzoek ingetrokken.

1.2 Op 26 juli 2004 heeft verzoeker om hem moverende redenen zijn verzoek ingetrokken. 2005-01 Utrecht, 9 februari 2005 1. Het signaal 1.1 Op 27 mei 2004 heeft de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) een verzoek om advies ontvangen over de vraag of het

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Regeling tegemoetkoming Wajongers wordt als volgt gewijzigd:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Regeling tegemoetkoming Wajongers wordt als volgt gewijzigd: STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 60678 26 oktober 2017 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 18 oktober 2017, nr. 2017-0000165489,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 075 Voorstel van wet van het lid Koşer Kaya tot wijziging van het uitengewoon esluit Arbeidsverhoudingen 1945, het urgerlijk Wetboek en enkele

Nadere informatie

Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM

Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM Mr. Z. Kasim 1 HR 13 juli 2007, nr. C05/331, LJN BA231 Verplichte deelneming pensioenfonds, criteria arbeidsovereenkomst BW artikel 7: 610, artikel

Nadere informatie

Uitbrengen van de rapportage Aanbevelingen voor psychiaters en psychologen pj rapporteurs. 1. Informatieplicht

Uitbrengen van de rapportage Aanbevelingen voor psychiaters en psychologen pj rapporteurs. 1. Informatieplicht Uitbrengen van de rapportage Aanbevelingen voor psychiaters en psychologen pj rapporteurs 1. Informatieplicht De NIP code (2007) is hierin duidelijk. Bij het aangaan van de professionele relatie dient

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Controlevoorschriften arbeidsongeschiktheidswetten 2018

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Controlevoorschriften arbeidsongeschiktheidswetten 2018 STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 34336 21 juni 2018 Controlevoorschriften arbeidsongeschiktheidswetten 2018 Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 81 Besluit van 22 februari 2012 tot aanpassing van het Uitvoeringsbesluit Tijdelijke wet pilot loondispensatie en het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten

Nadere informatie

Uw rechten als patiënt

Uw rechten als patiënt Dit informatieblad is bestemd voor de betrokkene, dat is degene wie persoonsgegevens worden gebruikt. DIT INFORMATIEBLAD GAAT IN OP DE VOLGENDE VRAGEN: Heb ik recht op inzage? Heb ik recht op inzage in

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1998 309 Besluit van 14 mei 1998 tot wijziging van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1989 Wij Beatrix, bij

Nadere informatie

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de klacht van: 1. A, in zijn hoedanigheid van hoofdinspecteur voor de geestelijke Gezondheidszorg

Nadere informatie

27 207 Vaststelling van regels voor het tot stand brengen van een nieuw evenwicht tussen arbeid en zorg in de ruimste zin (Wet arbeid en zorg)

27 207 Vaststelling van regels voor het tot stand brengen van een nieuw evenwicht tussen arbeid en zorg in de ruimste zin (Wet arbeid en zorg) 27 207 Vaststelling van regels voor het tot stand brengen van een nieuw evenwicht tussen arbeid en zorg in de ruimste zin (Wet arbeid en zorg) DERDE NOTA VAN WIJZIGING (ontvangen.. maart 2001) Het voorstel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 257 Wijziging van het urgerlijk Wetboek, het uitengewoon esluit Arbeidsverhoudingen 1945 en van enige andere wetten Nr. 8 NOTA VAN WIJZIGING

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2014:39. Uitspraak. Centrale Raad van Beroep. Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:CRVB:2014:39. Uitspraak. Centrale Raad van Beroep. Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:CRVB:2014:39 Instantie Datum uitspraak 15-01-2014 Datum publicatie 17-01-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 11-7549 WAJONG Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 695 Wet van 20 december 2001, houdende wijziging van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en enige andere wetten in verband

Nadere informatie

De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 30 juni 2006.

De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 30 juni 2006. De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 30 juni 2006. Artikel 8:5 Ontslag wegens arbeidsongeschiktheid Lid 1 Ontslag kan aan de ambtenaar worden verleend op grond

Nadere informatie

De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 30 juni 2006.

De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 30 juni 2006. De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 30 juni 2006. Artikel 8:5 Ontslag wegens arbeidsongeschiktheid Ontslag kan aan de ambtenaar worden verleend op grond van

Nadere informatie

Rechten van uw patiënt

Rechten van uw patiënt Dit informatieblad is bestemd voor de verantwoordelijke, dat is degene die voor eigen doeleinden persoonsgegevens anderen gebruikt. DIT INFORMATIEBLAD GAAT IN OP DE VOLGENDE VRAGEN: Heeft een recht op

Nadere informatie

Bekijk hier de uitspraak van de Commissie van Beroep GCHB 2010-401

Bekijk hier de uitspraak van de Commissie van Beroep GCHB 2010-401 Bekijk hier de uitspraak van de Commissie van Beroep GCHB 2010-401 Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 89 d.d. 3 mei 2010 (mr. drs. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. B.F. Keulen

Nadere informatie

1.1. Persoonsgegevens Elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon.

1.1. Persoonsgegevens Elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon. PRIVACY REGLEMENT Algemene bepalingen Begripsbepalingen 1.1. Persoonsgegevens Elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon. 1.2 Gezondheidsgegevens / Bijzondere

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2017:1221

ECLI:NL:RBOBR:2017:1221 ECLI:NL:RBOBR:2017:1221 Instantie Datum uitspraak 09-03-2017 Datum publicatie 20-03-2017 Zaaknummer 16_2690 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

1.1. Persoonsgegevens Elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon.

1.1. Persoonsgegevens Elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon. PRIVACY REGLEMENT 1. Algemene bepalingen Begripsbepalingen 1.1. Persoonsgegevens Elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon. 1.2 Gezondheidsgegevens / Bijzondere

Nadere informatie

Concept Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van (Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2014)

Concept Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van (Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2014) Concept Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van (Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2014) De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, handelend in overeenstemming

Nadere informatie

2.1 De Commissie heeft in het kader van haar onderzoek schriftelijke informatie gevraagd bij de werkgever en de Arbo-dienst.

2.1 De Commissie heeft in het kader van haar onderzoek schriftelijke informatie gevraagd bij de werkgever en de Arbo-dienst. 2004-08 Utrecht, 8 juni 2004 1. Het signaal 1.1 Op 31 oktober 2003 heeft de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna te noemen: Commissie) een signaal ontvangen dat in opdracht van de

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/122284

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Kamervragen van het lid De Wit

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Kamervragen van het lid De Wit De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 29 544 Arbeidsmarktbeleid Nr. 449 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 5 februari 2013 De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 856 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:1522

ECLI:NL:RVS:2013:1522 ECLI:NL:RVS:2013:1522 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-10-2013 Datum publicatie 16-10-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206838/1/A3 Bestuursrecht Tussenuitspraak

Nadere informatie

Preambule Verschillen tussen medisch adviseurs en behandelende artsen Lidmaatschap beroepsvereniging, consequenties Artikel 1 Begrippen

Preambule Verschillen tussen medisch adviseurs en behandelende artsen Lidmaatschap beroepsvereniging, consequenties Artikel 1 Begrippen TOELICHTING BIJ DE BEROEPSCODE VOOR MEDISCH ADVISEURS WERKZAAM IN PARTICULIERE VERZEKERINGSZAKEN EN/OF PERSONENSCHADEZAKEN 4 september 2013 Preambule In de beroepscode wordt zowel de individuele verantwoordelijkheid

Nadere informatie

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL 2 Vergaderjaar 2010-2011 32 856 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid

Nadere informatie

1.1. Persoonsgegevens Elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon.

1.1. Persoonsgegevens Elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon. 1. Begripsbepalingen 1.1. Persoonsgegevens Elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon. 1.2. Gezondheidsgegevens Persoonsgegevens die direct of indirect betrekking

Nadere informatie

Kern: verstrekken van informatie aan behandelend specialist na beëindiging behandelrelatie. Conflict van plichten?

Kern: verstrekken van informatie aan behandelend specialist na beëindiging behandelrelatie. Conflict van plichten? Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak maart 2013 Kern: verstrekken van informatie aan behandelend specialist na beëindiging behandelrelatie. Conflict van plichten? Klaagster verwijt

Nadere informatie

Medische gegevens en privacy

Medische gegevens en privacy mr. N.W.J. (Nicole) van der Stokker-Welsink advocaat Kantoor Mr. van Zijl B.V. Korvelseweg 142, 5025 JL Tilburg Postbus 1095, 5004 BB Tilburg tel. (013) 463 55 99 fax (013) 463 22 66 E-mail: mail@kantoormrvanzijl.nl

Nadere informatie

De onduidelijke reikwijdte van het blokkeringsrecht: wetsvoorstel cliëntenrechten zorg biedt geen oplossing

De onduidelijke reikwijdte van het blokkeringsrecht: wetsvoorstel cliëntenrechten zorg biedt geen oplossing De onduidelijke reikwijdte van het blokkeringsrecht: wetsvoorstel cliëntenrechten zorg biedt geen oplossing M e v r o u w m r. A. W i l k e n * 1. Inleiding Al sinds de invoering van de Wet inzake de geneeskundige

Nadere informatie

Water in wijn: de wijziging van passende arbeid in bedongen arbeid

Water in wijn: de wijziging van passende arbeid in bedongen arbeid Water in wijn: de wijziging van passende arbeid in bedongen arbeid Het komt regelmatig voor dat een werknemer na afloop van de wachttijd voor de WIA (104 tot 156 weken) niet in staat is zijn eigen werkzaamheden

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 49 d.d. 24 februari 2011 (mr. B. Sluijters, voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en dr. D.F. Rijkels) Samenvatting Consument heeft via zijn

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 33286 25 november 2014 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 17 november 2014, 2014-0000102276,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 673e, vijfde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 673e, vijfde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 10547 26 februari 2019 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 18 februari 2019, nr. 2019-0000023811,

Nadere informatie

Convenant inzake de samenwerking op grond van art. 64 Wet SUWI

Convenant inzake de samenwerking op grond van art. 64 Wet SUWI Belastingdienst Convenant inzake de samenwerking op grond van art. 64 Wet SUWI Datum Convenant samenwerking 64 Suwt Pagina 1 van 5 Partijen: De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheld handelend in

Nadere informatie

NVAB. A. ter Linden en N.M. van Seumeren

NVAB. A. ter Linden en N.M. van Seumeren R e g i s t r a t i e k a m e r NVAB bs/ep 2000-206 A. ter Linden en N.M. van Seumeren070-3811358..'s-Gravenhage, 20 juni 2001.. Onderwerp Bijlage 5 reïntegratieplan Bij brief met bijlagen van 19 oktober

Nadere informatie

Rapport. Datum: 13 oktober 2004 Rapportnummer: 2004/401

Rapport. Datum: 13 oktober 2004 Rapportnummer: 2004/401 Rapport Datum: 13 oktober 2004 Rapportnummer: 2004/401 2 Klacht Het niet opnemen van een rechtsmiddelenclausule conform artikel 3:45 van de Algemene wet bestuursrecht in de beslissing van 17 december 2003

Nadere informatie

Privacy Reglement van MAMSA

Privacy Reglement van MAMSA Privacy Reglement van MAMSA Preambule Dit reglement beoogt het juiste gebruik van alle persoonsgegevens waarvan MAMSA of een van haar samenwerkingspartners kennis draagt alsmede alle tot een persoon te

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over UWV te Nijmegen. Datum: 28 augustus 2013. Rapportnummer: 2013/108

Rapport. Rapport over een klacht over UWV te Nijmegen. Datum: 28 augustus 2013. Rapportnummer: 2013/108 Rapport Rapport over een klacht over UWV te Nijmegen Datum: 28 augustus 2013 Rapportnummer: 2013/108 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het deskundigenoordeel van 26 december 2011 op onzorgvuldige wijze

Nadere informatie

REGLEMENT WGA-HIAATREGELING

REGLEMENT WGA-HIAATREGELING REGLEMENT WGA-HIAATREGELING STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE KOOPVAARDIJ GELDEND OP 1 JANUARI 2012 januari 2012 REGLEMENT WGA-HIAATREGELING ARTIKEL 1 Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/65469

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2006:AY8235

ECLI:NL:CRVB:2006:AY8235 ECLI:NL:CRVB:2006:AY8235 Instantie Datum uitspraak 12-09-2006 Datum publicatie 15-09-2006 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 04/3835 WAO en 04/3870

Nadere informatie

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Halderberge. Datum: 24 mei 2013. Rapportnummer: 2013/057

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Halderberge. Datum: 24 mei 2013. Rapportnummer: 2013/057 Rapport Rapport betreffende een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Halderberge Datum: 24 mei 2013 Rapportnummer: 2013/057 2 Klacht Verzoeker, een advocaat, klaagt erover dat het

Nadere informatie

2.4 De Commissie heeft de klacht op 18 januari 2011 doorgestuurd naar verweerster.

2.4 De Commissie heeft de klacht op 18 januari 2011 doorgestuurd naar verweerster. Oordeel 2011-04 Commissie: mr. drs. C.M.F. van Roessel, voorzitter, mr. E.P. Harderwijk, bedrijfsarts en mr. M.A.C. Vijn, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in tegenwoordigheid

Nadere informatie

Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO)

Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO) Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO) Hieronder vindt u een samenvatting van de inhoud van de WGBO. Voor verdere informatie verwijzen wij u naar het Burgerlijk Wetboek Boek 7: Bijzondere

Nadere informatie

8.50 Privacyreglement

8.50 Privacyreglement 1.0 Begripsbepalingen 1. Persoonsgegevens: elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon; 2. Zorggegevens: persoonsgegevens die direct of indirect betrekking hebben

Nadere informatie

3.8 RE-INTEGRATIEVERPLICHTINGEN VAN WERKGEVER EN WERKNEMER

3.8 RE-INTEGRATIEVERPLICHTINGEN VAN WERKGEVER EN WERKNEMER aanspraak op loon wanneer de werknemer erop heeft mogen vertrouwen dat de bedongen arbeid stilzwijgend is gewijzigd. Daarvoor is echter van belang dat is vastgesteld dat de werknemer blijvend ongeschikt

Nadere informatie

De kosten van het voorlopige deskundigenbericht bij een beroep op het blokkeringsrecht

De kosten van het voorlopige deskundigenbericht bij een beroep op het blokkeringsrecht Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series De kosten van het voorlopige deskundigenbericht bij een beroep op het blokkeringsrecht Hof Arnhem 13 januari 2009, zaaknummer 200.005.438 I. van

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG. Wetgevingsadvies lagere regelgeving Quotumwet.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG. Wetgevingsadvies lagere regelgeving Quotumwet. POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl www.mijnprivacy.nl AAN De Staatssecretaris van Sociale Zaken

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 0 0 33 079 Aanpassing van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met de wijziging van het recht op inzage, afschrift of uittreksel van bescheiden

Nadere informatie

1. In artikel 15a, eerste lid, wordt daartoe toestemming heeft gegeven vervangen door: daartoe uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven.

1. In artikel 15a, eerste lid, wordt daartoe toestemming heeft gegeven vervangen door: daartoe uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven. 33 509 Wijziging van de Wet cliëntenrechten zorg, de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg, de Wet marktordening gezondheidszorg en de Zorgverzekeringswet (cliëntenrechten bij elektronische verwerking

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:1273

ECLI:NL:CRVB:2016:1273 ECLI:NL:CRVB:2016:1273 Instantie Datum uitspraak 06-04-2016 Datum publicatie 11-04-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 14/5380 ZW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Beleidsregel elektronische communicatie UWV

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Beleidsregel elektronische communicatie UWV STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 18590 14 september 2012 Beleidsregel elektronische communicatie UWV 19 juni 2012 Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen;

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 327 Wijziging van verschillende wetten in verband met de vereenvoudiging van de uitvoering van deze wetten door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:1899

ECLI:NL:CRVB:2016:1899 ECLI:NL:CRVB:2016:1899 Instantie Datum uitspraak 13-05-2016 Datum publicatie 26-05-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 14/898 WIA Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:5340

ECLI:NL:RBAMS:2016:5340 ECLI:NL:RBAMS:2016:5340 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 23-08-2016 Datum publicatie 10-10-2016 Zaaknummer AWB 16/1670 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Masterscriptie.! Doorbreking van het medisch beroepsgeheim bij fraude met! sociale voorzieningen. Auteur: M.S. Hoffman Studentnummer: 5990300

Masterscriptie.! Doorbreking van het medisch beroepsgeheim bij fraude met! sociale voorzieningen. Auteur: M.S. Hoffman Studentnummer: 5990300 Masterscriptie! Doorbreking van het medisch beroepsgeheim bij fraude met! sociale voorzieningen!! Auteur: M.S. Hoffman Studentnummer: 5990300 1 Begeleider: W.I. Koelewijn Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Probleem

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2014:6996

ECLI:NL:RBGEL:2014:6996 ECLI:NL:RBGEL:2014:6996 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 11-11-2014 Datum publicatie 20-11-2014 Zaaknummer AWB - 14 _ 1957 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014 Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Harlingen Onderwerp: Participatiewet De raad van de gemeente Harlingen Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014 gelet op gelet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 955 Uitbreiding van de mogelijkheid om voorzieningen te verstrekken bij arbeid als zelfstandige Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN 1. Inleiding

Nadere informatie

Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT 1

Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT 1 TWEEDE KAMER DER STATEN- 2 GENERAAL Vergaderjaar 2011-2012 33 079 Aanpassing van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met de wijziging van het recht op inzage, afschrift of uittreksel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 498 Wijziging van de arbeidsongeschiktheidswetten in verband met de wijziging van de systematiek van de herbeoordelingen (Wet wijziging systematiek

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2007:BA2284

ECLI:NL:CRVB:2007:BA2284 ECLI:NL:CRVB:2007:BA2284 Instantie Datum uitspraak 28-03-2007 Datum publicatie 05-04-2007 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 04-5151 WAO Bestuursrecht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 29 544 Arbeidsmarktbeleid Nr. 446 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 25 april 2013 De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

De wetteksten huidig en nieuw Afdeling 3 Boek 7 Burgerlijk Wetboek: Vakantie en Verlof

De wetteksten huidig en nieuw Afdeling 3 Boek 7 Burgerlijk Wetboek: Vakantie en Verlof De wetteksten huidig en nieuw Afdeling 3 Boek 7 Burgerlijk Wetboek: Vakantie en Verlof Leeswijzer: De officiële wettekst is nog niet beschikbaar. Onderstaande wettekst is op basis van de kamerstukken samengesteld.

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 526 Besluit van 10 december 2007 tot wijziging van het Inkomensbesluit IOAW en het Inkomensbesluit Toeslagenwet in verband met enige wijzigingen

Nadere informatie

Rapport. Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/092

Rapport. Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/092 Rapport Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/092 2 Klacht Op 26 juni 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw B. te Drachten, met een klacht over een gedraging van Gak Nederland

Nadere informatie

Regeling melding misstand woningcorporaties

Regeling melding misstand woningcorporaties Regeling melding misstand woningcorporaties Regeling van de procedure voor het melden van een vermoeden van een misstand en van de (rechts)bescherming van de melder en de vertrouwenspersoon integriteit.

Nadere informatie

Klachtenregeling Virenze

Klachtenregeling Virenze Status Definitief Pagina 1 van 5 Klachtenregeling Virenze Artikel 1: begripsomschrijvingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. De instelling: alle onder Virenze ressorterende bedrijfsonderdelen en

Nadere informatie