De beleidsartikelen (artikel 11)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De beleidsartikelen (artikel 11)"

Transcriptie

1 11. STUDIEFINANCIERING 11.0 Hoofdlijnenakkoord Balkenende II Topprioriteiten (intensiveringen) Enkele maatregelen die worden gefinancierd met de enveloppemiddelen gaan gepaard met een uitbreiding van de groep studiefinancieringsgerechtigden en/of de termijn van het recht op studiefinanciering. Dit betreft de maatregelen: + Mondzorg/zorgmasters hbo en zorgopleidingen; + Numerus fixus geneeskunde; + Onderzoekmasters wo en + Lerarenopleidingen. Deze maatregelen zijn nader toegelicht in de beleidsagenda, het beleidsartikel hoger onderwijs en de overzichtsconstructie arbeidsmarkt en personeelsbeleid Ombuigingen Ook een prikkel voor mbo-deelnemers van niveau 3 en 4 om hun diploma te halen Voor de positie op de arbeidsmarkt is het afronden van een opleiding ook van groot belang. De voorwaarden waaronder studiefinanciering aan studenten wordt verstrekt kunnen een belangrijke rol spelen bij de inzet van studenten gedurende hun studieperiode. De invoering per september 2005 van het prestatiebeursregime in de beroepsopleidende leerweg (bol) voor de niveaus 3 en 4 zal deelnemers stimuleren tot verbetering van de studieresultaten, waardoor het studierendement zal verbeteren. De voorwaarden voor studiefinciering voor de bol worden geharmoniseerd met die van studenten in het hoger onderwijs. De verkregen studiefinanciering wordt pas omgezet in een gift nadat het diploma is behaald. Daarbij is er aandacht voor studeerbaarheid. Deze maatregel levert een incidentele besparing op de relevante uitgaven van 28 miljoen in 2005 oplopend tot 305 miljoen in Grotere nadruk op behalen diploma in hoger onderwijs Ook in het hoger onderwijs wordt de prestatienorm aangescherpt: omzetting van studiefinanciering voor het eerste jaar zal niet meer plaatsvinden op basis van het studieresultaat van het eerste jaar. Ook voor die omzetting zal de eis van een behaald diploma gaan gelden, zoals dat nu al het geval is voor de studiefinanciering in de overige jaren. Dit levert vanaf 2006 een incidentele besparing op de relevante uitgaven op van 150 miljoen gedurende drie jaar Besturingsrelatie met het veld en rekenschap Ook voor het beleidsterrein studiefinanciering speelt rekenschap een belangrijke rol. In paragraaf (beleidsactiviteiten 2004) wordt hieraan uitvoerig aandacht besteed. Persexemplaar 269

2 11.1 Algemene beleidsdoelstelling De algemene beleidsdoelstelling van de minister op het terrein van studiefinanciering is om de toegankelijkheid van het onderwijs te waarborgen. Het beleid van studiefinanciering richt zich daarbij op het wegnemen van financiële belemmeringen voor de volgende doelgroepen: + Deelnemers van 18 jaar en ouder in de beroepsopleidende leerweg; + Studenten in het hoger beroepsonderwijs en + Studenten in het wetenschappelijk onderwijs. Deze doelstelling moet worden bezien in samenhang met de doelstellingen van de onderwijsvelden hoger onderwijs en beroepsonderwijs en volwasseneneducatie. De minister streeft ernaar dat iedere studerende die aanspraak kan en wil maken op studiefinanciering deze ook ontvangt. Verantwoordelijkheid De minister is direct verantwoordelijk voor het ontwikkelen en onderhouden van het bestel door het scheppen van kaders voor toegankelijkheid en doelmatigheid. Dit betekent sturing en toezicht op hoofdlijnen gericht op het ontwikkelen van instrumenten, het meten van resultaat en het afleggen van rekenschap. De financiële ondersteuning van studerenden is de gedeelde verantwoordelijkheid van drie partijen: de overheid, studenten en hun ouders. Alle drie leveren ze een bijdrage aan het inkomen van de student. Tezamen moeten deze bijdragen toereikend zijn voor de financiering van het genormeerde maandbudget. Dit uitgangspunt impliceert een indirecte verantwoordelijkheid van de minister voor de financiering van het totale inkomen van de student ter waarborging van de toegankelijkheid van het onderwijs. De hoogte van de bijdrage van de overheid is vastgelegd in de wet. De overheid zet haar middelen voor studiefinanciering zo in, dat het onderwijs voor iedereen toegankelijk is, ook voor mensen met een lager inkomen. Van de ouders wordt verwacht dat zij, wanneer mogelijk, bijdragen in de financiering van de studie van hun kinderen. Het stelsel van studiefinanciering is mede op deze veronderstelling gebaseerd. Hiervoor zijn richtbedragen opgesteld door de overheid, maar de hoogte van de bijdrage is een zaak tussen ouders en kinderen. Tenslotte is er de student zelf. Omdat de studie ook een investering in de eigen toekomst is, is het redelijk dat ook de student een bijdrage levert. Ook in de landen om ons heen is de financiële steun aan studerenden veelal een zaak van drie partijen: de overheid, de studerende en zijn ouders Nader geoperationaliseerde doelstellingen Stelsel algemeen In deze paragraaf is de algemene beleidsdoelstelling nader uitgewerkt in geoperationaliseerde doelstellingen. Op al deze doelstellingen is een aantal algemeenheden van toepassing wat betreft het stelsel die eerst nader beschreven worden. Persexemplaar 270

3 Het stelsel is neergelegd in de Wet studiefinanciering 2000 (WSF 2000), die sinds 1 september 2000 van kracht is. In de WSF 2000 is omschreven welke bijdragen de overheid aan studerenden beschikbaar stelt, en aan welke voorwaarden studerenden moeten voldoen om voor studiefinanciering in aanmerking te komen. Ook zijn hierin de aflossingsvoorwaarden vastgelegd van de leningen die op grond van de WSF 2000 zijn verstrekt. De Informatie Beheer Groep voert als zelfstandig bestuursorgaan in opdracht van de minister van OCenW de WSF 2000 en de daarop berustende regelingen uit. Uitgangspunt bij de bepaling van de hoogte van de studiefinanciering is het normbudget. Dit is het maandelijkse budget waarmee de studerende wordt geacht rond te kunnen komen. De hoogte van het normbudget is opgebouwd uit een aantal componenten: + Een bedrag voor de kosten van levensonderhoud (dit bedrag is voor uit- en thuiswonenden verschillend); + Een bedrag voor boeken en leermiddelen; + Een tegemoetkoming in de kosten van de onderwijsbijdrage; + Een bedrag voor de ziektekostenverzekering (dit bedrag is voor particulier- en ziekenfondsverzekerden verschillend) en + Een reisvoorziening in de vorm van een OV-studentenkaart Deze bedragen zijn door de overheid genormeerde kosten. Per 1 januari 2003 bedraagt het totale maandbudget voor studenten in het hoger onderwijs (ho) maximaal 692,72 (uitwonend en particulier voor ziektekosten verzekerd) en voor deelnemers in de beroepsopleidende leerweg (bol) maximaal 644,01 (uitwonend en particulier voor ziektekosten verzekerd). In de WSF 2000 zijn instrumenten opgenomen waarmee de studerende het totale normbudget kan financieren. Studiefinanciering bestaat uit een basisbeurs en OV-studentenkaart voor iedere studerende, en afhankelijk van het ouderlijk inkomen een aanvullende beurs. Daarnaast kan iedere studerende een rentedragende lening afsluiten bij de overheid en/of bijverdienen. Bijverdienen heeft tot circa geen invloed op de studiefinanciering. Deze instrumenten en de bijbehorende operationele doelstellingen zijn nader uitgewerkt in onderdeel Studiefinanciering vindt zijn oorsprong in 1986 en is gericht op voltijds studerenden in het ho en de bol. In 1992 is de tempobeurs ingevoerd in het ho. Studiefinanciering werd toen voor het eerst gekoppeld aan studieprestaties. In 1996 is de tempobeurs vervangen door de prestatiebeurs (ho). De laatste wijziging van het stelsel is opgenomen in de WSF 2000 waarmee vooral een flexibilisering van de studiefinanciering en een verzachting van de prestatiebeurs is beoogd. Met ingang van het studiejaar 2005/2006 zal ook voor de niveaus drie en vier in de bol een prestatiebeurs worden geïntroduceerd (zie hiervoor paragraaf ). Het uitgangspunt bij de prestatiebeurs is dat van degene die voor studiefinanciering in aanmerking komt een tegenprestatie verwacht mag worden. Studiefinanciering in het ho wordt uitgekeerd als een voorwaardelijke lening, met uitzondering van de rentedragende lening die altijd terugbetaald moet worden. Deze voorwaardelijke lening wordt omgezet in een gift als een student binnen 10 jaar een afsluitend getuigschrift in het ho behaalt. Indien een student in het eerste jaar 50% van de studiepunten heeft behaald (30 ECTS), wordt het eerste jaar prestatiebeurs automatisch omgezet in een gift. Voorgesteld zal worden om met ingang van het studiejaar 2004/2005 dit omzettingsmoment in te trekken. De aanvullende Persexemplaar 271

4 beurs in het eerste jaar is altijd een gift. Indien een student niet voldoet aan de gestelde normen wordt de voorwaardelijke lening omgezet in een definitieve rentedragende lening. De prestatiebeurs kent ook een koppeling aan de nominale cursusduur van een opleiding (in de meeste gevallen is dit 48 maanden). Een student kan voor de nominale cursusduur van een opleiding aanspraak maken op de prestatiebeurs. Daarna kan een student nog 36 maanden aanspraak maken op een rentedragende lening. De uitgaven en ontvangsten die in het kader van de WSF 2000 worden gedaan, zijn te splitsen in relevante uitgaven en ontvangsten en nietrelevante uitgaven en ontvangsten. Dit onderscheid is van groot belang omdat alleen de relevante uitgaven bepalend zijn voor het financieel kader van de begroting (financieringssaldo). Onder de niet-relevante uitgaven vallen de rentedragende leningen en de uitgaven voor de prestatiebeurs (zolang deze nog niet zijn omgezet in een definitieve gift). De nietrelevante ontvangsten betreffen de aflossingen op de rentedragende leningen Waarborgen algemene toegankelijkheid onderwijs Wat willen we bereiken? De minister stelt zich ten doel om studerenden in het ho en de bol (financieel) in staat te stellen om onderwijs te volgen. Wat gaan we daarvoor doen? De overheid levert een bijdrage aan het normbudget van studerenden. De instrumenten die hiervoor ingezet worden zijn de basisbeurs en de reisvoorziening. Studerenden die voldoen aan de criteria in de WSF 2000 kunnen aanspraak maken op de basisbeurs en de reisvoorziening. De basisbeurs wordt in het ho verstrekt voor de nominale duur van de opleiding (in de meeste gevallen is dit 48 maanden). De deelnemers in de bol kunnen vanaf hun 18 e aanspraak maken op een basisbeurs. Deze aanspraak is niet gekoppeld aan de duur van de opleiding. Zolang deelnemers in de bol een voltijds opleiding volgen, kunnen zij aanspraak maken op studiefinanciering. De reisvoorziening wordt verstrekt in de vorm van een ov-studentenkaart. Studenten in het ho kunnen zowel in de nominale fase als in de leenfase van hun opleiding aanspraak maken op een ov-studentenkaart. Voor de deelnemers in de bol gelden dezelfde voorwaarden als voor de basisbeurs in de bol. Zolang deelnemers in de bol van 18 jaar en ouder voltijds studeren kunnen zij aanspraak maken op een ov-studentenkaart. Wat mag het kosten? Basisbeurs De hoogte van de basisbeurs is genormeerd. Het normbedrag is verschillend voor uit- en thuiswonende studerenden en voor beroepsonderwijs en hoger onderwijs. De normbedragen voor de basisbeurs worden jaarlijks geïndexeerd. Persexemplaar 272

5 Tabel 11.1: Normbedragen basisbeurs per maand in HO Bol Thuiswonend 71,70 54,03 Uitwonend 220,78 203,11 * peildatum 1 januari 2003 In tabel 11.2 worden de geraamde uitgaven voor de basisbeurs gepresenteerd. Naast de prijscomponent is het verloop van deze uitgaven voor een zeer groot deel afhankelijk van de ontwikkeling in het aantal studerenden. Tabel 11.2: Uitgaven basisbeurs (x 1 miljoen) Bol-beurs 169,9 188,9 192,9 195,8 197,5 198,6 200,6 Prestatiebeurs ho* 533,1 563,6 589,4 615,6 635,8 628,4 646,1 Totaal basisbeurs 703,0 752,6 782,3 811,4 833,3 827,1 846,8 waarvan relevant** 481,9 543,6 646,4 696,4 733,7 754,8 786,2 waarvan niet-relevant** 221,1 209,0 135,8 114,9 99,6 72,3 60,6 * inclusief de beperkte uitgaven tempobeurs in de jaren 2002 en 2003 ** hierbij is nog geen rekening gehouden met de invoering van de prestatiebeurs in de bol en de intrekking van het omzettingsmoment 1e-jaars in het ho De relevante uitgaven nemen in de periode aanzienlijk toe vanwege de jaarlijkse toename van de groep prestatiebeursstudenten die zijn voorwaardelijke lening omgezet krijgt in een gift. De reeks nietrelevant bevat de prestatiebeurzen die in eerste instantie als voorwaardelijke lening worden verstrekt. De omzettingen in gift worden hierop in mindering gebracht. De daling van de niet-relevante uitgaven is derhalve eveneens verklaarbaar door de jaarlijkse toename van de groep prestatiebeursstudenten die zijn voorwaardelijke lening omgezet krijgt in een gift. De niet-relevante uitgaven die resteren in de jaren 2007 en 2008 komen ongeveer overeen met de bedragen aan voorwaardelijke leningen die omgezet worden in een definitieve rentedragende lening. Persexemplaar 273

6 Reisvoorziening In tabel 11.3 worden de geraamde uitgaven voor de reisvoorziening gepresenteerd. Tabel 11.3: uitgaven reisvoorziening (x 1 miljoen) OV-contract 375,1 465,1 517,8 503,2 517,2 531,6 546,4 Intertemporele compensatie 222,8 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 OV in prestatiebeurs 4,5 5,0 6,7 7,4 7,8 8,1 8,3 Reisvoorziening overig 7,5 8,2 7,4 6,1 4,8 5,2 5,2 Totaal reisvoorziening 155,3 468,3 518,5 501,9 514,2 528,8 543,4 waarvan relevant* 29,9 277,0 369,2 389,5 429,7 465,3 490,3 waarvan niet-relevant* 125,4 191,3 149,3 112,4 84,5 63,4 53,1 * hierbij is nog geen rekening gehouden met de invoering van de prestatiebeurs in de bol en de intrekking van het omzettingsmoment 1e-jaars in het ho De totale relevante uitgaven aan de ov-studentenkaart betreffen vooral de kosten van het contract met de openbaar vervoer bedrijven, waarmee met ingang van 1 januari 2003 een nieuw contract is afgesloten. De kosten hiervan variëren met het aantal studerenden dat gebruik maakt van de aanspraak op de reisvoorziening. De reeks «OV in prestatiebeurs» is het saldo van de voorwaardelijke leningen dat wordt omgezet in een definitieve rentedragende lening omdat de betreffende prestatie niet door de student wordt gerealiseerd. Prestatiegegevens en evaluatieonderzoek Het aantal studerenden met een basisbeurs en/of reisvoorziening geeft een indicatie van het gebruik van de regeling. Tabel 11.4 toont de verwachte ontwikkeling van het aantal studerenden met studiefinanciering. Tabel 11.4: Totaal aantal studerenden met studiefinanciering Wo Hbo Bol Totaal studerenden met basisbeurs Wo Hbo Totaal alleen ov-kaart en/of lening Totaal Bron 2002: realisatiegegevens IB-Groep, Bron : referentieraming 2003/ramingsmodel Het aantal studerenden met studiefinanciering volgt logischerwijs de ontwikkeling van het totaal aantal studerenden in het ho en de bol in Nederland. Dit laatste aantal ligt uiteraard hoger, omdat niet iedere Persexemplaar 274

7 studerende die is ingeschreven en onderwijs volgt ook daadwerkelijk aanspraak heeft op studiefinanciering. De raming van de studerenden met een basisbeurs ligt ten grondslag aan het niveau van de uitgaven en vertoont een stijging van het totaal aantal studerenden met een basisbeurs in de komende jaren. Daarnaast is er een groep studenten in het ho die geen aanspraak meer kan maken op een basisbeurs (maximale duur is verbruikt) maar nog wel recht heeft op een ov-studentenkaart en een lening. In onderstaande figuur is een internationale vergelijking van een aantal landen opgenomen van het procentuele gebruik van studiefinanciering. Deze gegevens hebben alleen betrekking op het hoger onderwijs. Figuur 11.1: Internationale vergelijking percentage studenten ho met overheidstoelage om te studeren Percentage studenten met overheidstoelage Finland Frankrijk Duitsland Ierland Italië Landen Nederland Oostenrijk Vlaanderen Wallonië Percentage studenten met overheidstoelage Bron: Euro student 2000 Het grote verschil tussen Nederland en Finland enerzijds en de overige landen anderzijds is gelegen in de ouderonafhankelijke component die in de studiefinanciering is opgenomen. In Nederland en Finland krijgen studenten ongeacht het inkomen van hun ouders een bepaalde toelage. De vergelijking met de andere landen wordt derhalve bemoeilijkt omdat men daar alleen studiefinanciering ontvangt als het inkomen van de ouders niet toereikend is. Generieke voorzieningen zijn in die landen vaak geregeld via de kinderbijslag, fiscaliteit of het ontbreken van collegegeld. Voor de raming van de uitgaven is voorts van belang in welke mate studerenden uitwonend zijn. De basisbeurs voor uitwonenden is immers hoger dan die voor thuiswonenden. In tabel 11.5 is aangegeven in welke mate er sprake is van uitwonendheid onder studerenden. Persexemplaar 275

8 Tabel 11.5: Percentage uitwonende studerenden met een basisbeurs 2002 Wo 73% Hbo 47% Bol 26% Bron: IB-Groep Waarborgen toegankelijkheid onderwijs voor studerenden met minder draagkrachtige ouders Wat willen we bereiken? Het stelsel van studiefinanciering gaat uit van een gedeelde verantwoordelijkheid. Van de ouders wordt verwacht dat zij indien zij dat (financieel) kunnen een bijdrage leveren aan de studie van hun kind. De minister stelt zich ten doel om daar waar ouders niet of onvoldoende in staat zijn een bijdrage te leveren aan hun kind de eventuele financiële belemmering om te gaan studeren voor een studerende weg te nemen. Wat gaan we daarvoor doen? Om deze doelstelling te vervullen is het instrument aanvullende beurs in de WSF 2000 opgenomen. Deze beurs ontvangt een studerende extra indien zijn ouders minder draagkrachtig zijn. De aanvullende beurs is bedoeld voor studerenden wiens ouders gezamenlijk een belastbaar inkomen hebben dat minder bedraagt dan circa De aanvullende beurs kent een glijdende schaal die naast het belastbaar inkomen ook afhankelijk is van het aantal kinderen van de natuurlijke ouders. Bij een gezamenlijk belastbaar inkomen van de ouders van minder dan circa kan een studerende aanspraak maken op een maximale aanvullende beurs. Door deze glijdende schaal is er nauwelijks sprake van armoedeval. De aanvullende beurs valt het eerste jaar niet onder de prestatiebeurs. Voorts is de regeling «kwijtschelding aanvullende beurs» van kracht, op grond waarvan kwijtschelding kan plaatsvinden van de resterende (voorwaardelijke) lening aanvullende beurs bij een laag inkomen ná de studie. Wat mag het kosten? De hoogte van de aanvullende beurs is genormeerd en naast het inkomen van de ouders en het aantal schoolgaande kinderen in het gezin ook afhankelijk van de woonsituatie van de studerende (thuis- of uitwonend) en van de ziektekostenverzekering van een studerende (ziekenfonds of particulier). De normbedragen worden jaarlijks geïndexeerd. Persexemplaar 276

9 Tabel 11.6: Normbedragen maximale aanvullende beurs per maand in * Ho Bol particulier ziekenfonds particulier ziekenfonds thuiswonend 209,49 173,98 289,47 253,96 uitwonend 226,90 191,39 306,88 271,37 peildatum 1 januari 2003 In tabel 11.7 worden de geraamde uitgaven voor de aanvullende beurs gepresenteerd. Naast de prijscomponent is het verloop van deze uitgaven voor een zeer groot deel afhankelijk van de ontwikkeling in het aantal studerenden met minder draagkrachtige ouders. Hierbij spelen exogene factoren een rol zoals de ontwikkeling van de conjunctuur en de daarmee samenhangende inkomensontwikkeling. Tabel 11.7: Uitgaven aanvullende beurs (x 1 miljoen) Bol-beurs 232,6 262,8 274,5 280,6 284,9 288,6 293,5 Prestatiebeurs ho * 194,1 202,3 206,8 209,6 214,7 219,8 225,8 Totaal aanvullende beurs 426,7 465,2 481,3 490,2 499,7 508,4 519,4 waarvan relevant** 367,5 411,8 445,4 460,9 472,7 486,0 497,7 waarvan niet-relevant** 59,3 53,4 35,9 29,3 26,9 22,4 21,7 * inclusief de beperkte uitgaven tempobeurs in de jaren 2002 en 2003 ** hierbij is nog geen rekening gehouden met de invoering van de prestatiebeurs in de bol Prestatiegegevens en evaluatieonderzoek Het aantal studerenden met een aanvullende beurs geeft een indicatie van het gebruik van de regeling. Tabel 11.8 toont de verwachte ontwikkeling van het aantal studerenden met een aanvullende beurs. Tabel 11.8: Totaal aantal studerenden met een aanvullende beurs Wo Hbo Bol Totaal Bron 2002: realisatiegegevens IB-Groep, Bron : referentieraming 2003/ramingsmodel Persexemplaar 277

10 Het deel van de basisbeursgerechtigden dat in 2004 gebruik maakt van de aanvullende beurs bedraagt hiermee 27,7% (wo), 38,1% (hbo) respectievelijk 54,5% (bol). De mate waarin ouders daadwerkelijk bijdragen geeft aan in hoeverre dit uitgangspunt van het stelsel functioneert. In onderstaande tabel wordt dit voor ho-studenten weergegeven. Tabel 11.9: Bijdrage ouders studenten ho (x 1) Basisbeurs 1 Aanvullende beurs 2 Leenfase 3 Thuis Uit Thuis Uit Thuis Uit % ouders dat bijdraagt 50,6% 74,8% 31,7% 42,8% 45,0% 59,4% Gemiddeld bedrag dat wordt bijgedragen per maand 4 131,40 243,57 168,38 130,95 183,13 263,35 1: studenten ho die een basisbeurs ontvangen en GEEN aanvullende beurs hebben. 2: studenten ho die zowel een basisbeurs als een aanvullende beurs ontvangen 3: studenten ho die geen beurs meer ontvangen, maar nog wel gebruik maken van lening van IBG en/of OVSK 4: bedragen hebben betrekking op groep studenten die financiële ondersteuning van ouders ontvangt. Bron: studentenmonitor Waarborgen flexibiliteit in wijze van financiering door studerende Wat willen we bereiken? In het stelsel van studiefinanciering is verondersteld dat studerenden ook zelf een bijdrage leveren aan de financiering van het normbudget. De minister stelt zich ten doel om studerenden in staat te stellen om op een flexibele wijze invulling te kunnen geven aan deze veronderstelde bijdrage. Wat gaan we daarvoor doen? De instrumenten die voor deze flexibele wijze van financiering zijn opgenomen in de WSF 2000, zijn: Bijverdienen Studenten kunnen ervoor kiezen om hun eigen bijdrage aan de studiefinanciering met werken te verdienen. De WSF 2000 staat toe dat studerenden tot circa per jaar mogen bijverdienen zonder dat dit consequenties heeft voor hun aanspraak op studiefinanciering. De bijverdiengrens wordt jaarlijks geïndexeerd. Leenfaciliteit Een studerende kan er ook voor kiezen om zijn bijdrage te leveren door te lenen. Studenten in het ho kunnen zowel in de nominale fase als in de leenfase lenen. Deelnemers in de bol kunnen zolang zij aanspraak maken op studiefinanciering lenen. Er kan geleend worden tot een maximum bedrag, dat gelijk is aan het verschil tussen het normbudget en de eventuele te ontvangen basis- en/of aanvullende beurs. De lening is rentedragend. De rente op studieleningen van de Informatie Beheer Groep is gelijk aan de rente die de overheid op de kapitaalmarkt betaalt voor Persexemplaar 278

11 staatsleningen met een looptijd van 3 5 jaar en daarmee lager dan rente op leningen bij commerciële instellingen. De terugbetalingsregeling houdt rekening met de inkomenspositie van de ex-studerende. De terugbetaling start twee jaar na het verlaten van het onderwijs en de ex-studerende mag daar 15 jaar over doen. Het maandelijkse aflosbedrag wordt berekend via een annuïteitensystematiek. Daarnaast bestaat er een draagkrachtregeling. Ex-studerenden met een relatief laag inkomen kunnen, wanneer zij moeten terugbetalen, een draagkrachtmeting aanvragen waardoor zij een kleiner aflossingsbedrag per maand hoeven te betalen, dan wel (tijdelijk) helemaal niets hoeven terug te betalen. Resteert er na 15 jaar nog steeds een studieschuld dan vervalt deze. Dit voorkomt dat studerenden voor wie het individuele profijt van de studie niet opweegt tegen de gemaakte investering, gedurende een (levens)lange periode met een studieschuld geconfronteerd blijven. Wat mag het kosten? Bijverdienen Dit instrument brengt geen uitgaven met zich mee. Leenfaciliteit: In de nominale fase is het maximum bedrag dat een student kan lenen gelijk aan het verschil tussen het normbudget en de basisbeurs of het verschil tussen het normbudget en de optelsom van basisbeurs en aanvullende beurs. De lening in de 36 maanden fase is sinds 1 januari 2003 gedereguleerd. Dit betekent dat iedere student kan lenen tot maximaal circa 745 per maand, ongeacht zijn woonsituatie. De uitgaven voor de leningen zijn niet-relevante uitgaven. Voorts is het rentepercentage op de leningen kostendekkend. Kosten die kunnen optreden zijn die van eventuele kwijtschelding van schulden na afloop van de aflosfase. Tabel 11.10: Niet-relevante uitgaven rentedragende lening (x 1 miljoen) Rentedragende lening 477,9 502,7 514,3 525,4 535,7 576,3 586,1 Met deze leningen gaan tevens ontvangsten gepaard, zoals rente en aflossingen. Daarnaast zijn er ook nog ontvangsten die betrekking hebben op leenfaciliteiten uit eerdere jaren die thans niet meer verstrekt worden. Deze ontvangsten zijn aflopend. Persexemplaar 279

12 Tabel 11.11: Ontvangsten leenfaciliteit (x 1 miljoen) Renteloze voorschotten (verstrekt t/m 1986) 18,6 16,7 14,2 4,9 4,8 4,8 4,7 Rentedragende lening 217,8 246,0 254,1 266,3 281,0 297,5 315,0 Totaal 236,4 262,6 268,3 271,2 285,9 302,3 319,7 waarvan relevant 149,4 151,9 144,5 134,6 137, ,2 waarvan niet-relevant 87,0 110,7 123,9 136,5 148,6 160,3 171,5 Prestatiegegevens en evaluatieonderzoek In de studentenmonitor 2002 zijn gegevens verzameld over in hoeverre en in welke mate studenten in het hoger onderwijs gebruik maken van deze twee instrumenten om hun eigen bijdrage te financieren. In onderstaande tabel worden deze gegevens gepresenteerd. Tabel 11.12: Inkomen studenten hoger onderwijs uit arbeid en uit lening (x 1) Basisbeurs 1 Aanvullende beurs 2 Leenfase 3 Thuis Uit Thuis Uit Thuis Uit Percentage studenten dat werkt 79,3% 78,4% 81,3% 83,5% 60,0% 77,7% Gemiddeld aantal uren dat wordt gewerkt 4 10,7 11,1 11,4 11,7 15,4 13,0 Gemiddeld netto maandinkomen uit arbeid 309,3 296,02 268,58 285,64 316,48 485,71 Percentage studenten dat leent bij IBG 4,6% 20,2% 9,1% 33,6% 100,0% 100,0% Gemiddeld bedrag dat maandelijks wordt geleend bij IBG 5 250,66 288,36 187,97 216,45 135,29 345,45 Percentage studenten dat elders leent 0,8% 1,4% 0,8% 3,0% 2,5% 3,5% 1: studenten ho die een basisbeurs ontvangen en GEEN aanvullende beurs hebben. 2: studenten ho die zowel een basisbeurs als een aanvullende beurs ontvangen. 3: studenten ho die geen beurs meer ontvangen maar wel nog gebruik maken van lening van IBG en/of OVSK. 4: bedragen hebben betrekking op groep studenten die inkomsten uit arbeid heeft. 5: bedragen hebben betrekking op groep studenten die lening bij IBG heeft. Bron: studentenmonitor Hieronder zijn de vorderingsstanden weergegeven van eind 2000, eind 2001 en eind Tabel 11.13: Vorderingenstanden ultimo van het jaar (x 1 miljoen)* Eind 2000 Eind 2001 Eind 2002 Renteloze voorschotten verstrekt t/m ,0 147,0 112,6 Rentedragende leningen verstrekt vóór ,3 320,4 278,6 Rentedragende leningen verstrekt na , , ,3 * In deze tabel zijn niet de voorwaardelijke leningen prestatiebeurs opgenomen die na afloop van de studie worden omgezet naar een gift of een definitieve lening, afhankelijk van de studieprestaties. Persexemplaar 280

13 De vorderingstanden van de renteloze voorschotten en de rentedragende leningen verstrekt voor 1992 nemen langzaam af. Het totaal van de verschillende vorderingstanden neemt toe. Twee jaar na afloop van de studie start de aflossing van de studieschuld. Begin 2003 begonnen ongeveer studerenden met aflossen (begin 2002: ). De gemiddelde schuld voor de groep 2003 bedroeg op dat moment circa (begin 2002: ruim 6 700) Totaalbeeld financiering normbudget In de voorgaande onderdelen van paragraaf 11.2 zijn gegevens per instrument studiefinanciering opgenomen. De samenhang van deze instrumenten is uiteindelijk van belang in verband met de totale financiering van het normbudget. In onderstaande tabel zijn de verschillende inkomensbronnen van de studerende getotaliseerd en wordt tevens een beeld van het uitgavenpatroon gepresenteerd, zoals studenten die zelf hebben aangegeven. Tabel 11.14: Totaaloverzicht inkomsten en uitgaven studenten hoger onderwijs (x 1) Basisbeurs 1 Aanvullende beurs 2 Leenfase 3 Thuis Uit Thuis Uit Thuis Uit Inkomsten Basisbeurs 80,28 194,44 60,14 142,72 0,00 0,00 Aanvullende beurs 0,00 0,00 132,11 158,31 0,00 0,00 Ouders 62,95 172,03 45,17 46,51 78,56 152,21 Inkomen uit arbeid 232,31 218,89 184,84 198,05 175,61 366,88 Lening IBG 10,74 54,79 14,38 60,32 126,04 336,58 Lening elders 1,57 3,08 0,05 4,61 1,26 13,18 Overige inkomsten 44,46 39,74 11,39 48,97 36,47 42,75 Totaal maandinkomen 432,30 682,98 448,07 659,49 417,94 911,58 Uitgaven Studiekosten (collegegeld/studieboeken) 94,90 109,86 143,83 147,00 101,63 130,11 Levensonderhoud (huisvesting, levensmiddelen, kleding, verzekeringen, reiskosten en overige kosten levensonderhoud) 155,38 527,20 150,87 647,83 180,13 598,27 Ontspanning, uitgaan, sport en overige uitgaven 126,34 108,11 106,91 96,17 380,17 123,69 Totale maandelijkse uitgaven 376,62 745,17 401,61 891,00 661,93 852,07 1: studenten ho die een basisbeurs ontvangen en GEEN aanvullende beurs hebben. 2: studenten ho die zowel basisbeurs als aanvullende beurs ontvangen. 3: studenten ho die geen beurs meer ontvangen maar wel nog gebruik maken van lening van IBG en/of OVSK. N.B. genoemde bedragen hebben betrekking op gehele steekproef. Bron: studentenmonitor 2002 (opgave studenten die hebben deelgenomen aan de steekproef) Beleidsactiviteiten 2004 Toekomst studiefinancieringsbeleid hoger onderwijs Eind 2002 is de Commissie Uitgangspunten Nieuw Studiefinancieringsstelsel ingesteld onder voorzitterschap van de heer prof. dr. W.A. Vermeend. Aan deze commissie is gevraagd een verkenning te verrichten Persexemplaar 281

14 naar stelsels van studiefinanciering en uitgangspunten te formuleren voor een nieuw stelsel van studiefinanciering. Het huidig stelsel loopt tegen zijn grenzen aan en heeft op termijn onvoldoende flexibiliteit om ontwikkelingen in het hoger onderwijs te faciliteren. Bovendien is het vanwege Europees rechtelijke aspecten niet mogelijk gebleken om in het huidig stelsel studiefinanciering mee te geven voor een studie elders in Europa. Een belangrijke doelstelling van de Wet op de studiefinanciering in 1986 was om studenten in financieel opzicht onafhankelijker te maken van hun ouders. Door gebrek aan financiële middelen is deze doelstelling nooit volledig waargemaakt. Onderzoek toont aan dat studenten redelijk kunnen rondkomen met hun geld, maar dat zij hun inkomsten aanvullen door een bijbaan. De vraag is of een ander stelsel waarbij de student tijdens de studie over een ruimer budget kan beschikken en pas na de studie op een aantrekkelijke wijze hoeft terug te betalen een beter alternatief kan zijn. In de tweede helft van 2003 zal de commissie haar bevindingen presenteren. Deze zijn input voor een mogelijke herziening van het stelsel van studiefinanciering. Op dit moment is nog niet aan te geven hoe een nieuw stelsel van studiefinanciering eruit komt te zien. In 2004 zal hier meer duidelijkheid over komen. Internationaal hoger onderwijs De Nederlandse overheid wil studenten die aan een instelling voor hoger onderwijs binnen de Europese Unie (EU) willen studeren financieel ondersteunen door de studiefinanciering meeneembaar te maken. De ontwikkelingen binnen de Europese Unie houden dit voornemen, hoe contrair dit ook lijkt, tegen. Als gevolg van uitspraken van het Europees Hof van Justitie en een steeds verdergaande invulling van het begrip «Europees burgerschap» kan een toenemend aantal EU-onderdanen aanspraak maken op de Nederlandse voorzieningen voor studiefinanciering. Vanwege deze problematiek wordt meeneembare studiefinanciering naar het buitenland in het ho voorlopig niet verder uitgebreid. Ook de visie-beurs loopt af in Het huidige beleid betreffende de aangewezen opleidingen in de EU en het grenslandenbeleid zal in 2004 gecontinueerd worden. Indien studerenden geen aanspraak kunnen maken op meeneembare studiefinanciering kunnen zij en hun ouders gebruik maken van fiscale voorzieningen, zoals aftrek van scholingskosten voor studerenden en aftrek van kosten voor levensonderhoud voor hun ouders. Voor de langere termijn is het noodzakelijk te onderzoeken of er toch mogelijkheden zijn studiefinanciering in het ho meeneembaar te maken naar het buitenland zonder onbedoeld gebruik op te roepen. Het is de bedoeling het meeneembaar maken van studentenvoorzieningen Europees te agenderen (voorzitterschap 2004). Tevens zal dit aspect een rol spelen bij het formuleren van uitgangspunten voor een nieuw stelsel van studiefinanciering. Pilot meeneembare studiefinanciering in de beroepsopleidende leerweg (bol) De mogelijkheden om studiefinanciering te gebruiken om een opleiding in het buitenland te volgen zijn beperkter voor deelnemers in de bol dan voor studenten in het ho. In het ho kunnen studenten in de grenslanden en bij aantal aangewezen opleidingen in de EU gebruik maken van de Nederlandse studiefinanciering. Een deelnemer in de bol kan slechts Persexemplaar 282

15 wanneer hij ingeschreven staat aan een Nederlandse onderwijsinstelling met Nederlandse studiefinanciering een deel van zijn studie in het buitenland volgen. Deelnemers die in het buitenland studeren en geen aanspraak kunnen maken op studiefinanciering of kinderbijslag kunnen gebruik maken van fiscale voorzieningen. Gekeken zal worden hoe een inhaalslag voor de bol kan worden gerealiseerd. Om ervaring te kunnen opdoen met meeneembare studiefinanciering in de bol zal er een pilot worden gestart. De pilot zal in eerste instantie gelden voor enkele opleidingen binnen de grensregio s (Duitsland, Vlaanderen en het Verenigd Koninkrijk) en bijzondere opleidingen binnen de EU die niet in Nederland worden gegeven. De duur van de pilot zal beperkt worden tot vier jaar met een eindevaluatie en een tussentijdse evaluatie na twee jaar. Om de pilot mogelijk te maken is een kleine wijziging van de WSF 2000 noodzakelijk. Een wetsvoorstel is hiervoor thans in voorbereiding. Rekenschap Handhavingarrangement Misbruik en oneigenlijk gebruik van overheidsvoorzieningen door de burger vormt een risico dat verbonden is aan de uitvoering van overheidstaken. Op dit moment bezit de IB-Groep alleen de bevoegdheid om bij geconstateerd misbruik de oorspronkelijke beslissing te herzien en moet de betreffende persoon de teveel betaalde toekenningen terugbetalen. Uitbreiding van het instrumentarium past binnen het beleid van OCW om eventueel misbruik en oneigenlijk gebruik eerder te signaleren, te voorkomen en indien nodig, zo effectief mogelijk aan te pakken. In 2004 zal hiertoe het instrumentarium van de IB-Groep worden uitgebreid met sanctiebevoegdheid. Deze bevoegdheid heeft tevens een preventieve werking, mits dit goed wordt gecommuniceerd met de doelgroep. In dit verband zullen OCW, de IB-Groep en het Openbaar Ministerie tot een handhavingarrangement komen, waarin afspraken zullen worden gemaakt over de bijdragen van de genoemde drie partijen, die moeten leiden tot een adequate handhaving. MenO jaarplan 2004 Uitvoering van het MenO-beleid vindt plaats via de projectgroep MenO, waarin zowel vertegenwoordigers van OCW als de IB-Groep participeren. Eén van de producten van deze werkgroep zal het MenO jaarplan 2004 zijn, waarin de bestaande MenO-risico s worden geactualiseerd en het MenO-beleid inclusief de voorgenomen controles door de IB-Groep voor het jaar 2004 worden opgenomen. Systematische controle op uitvoering door IB-Groep Het zwaartepunt van de bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik door de IB-Groep ligt thans voornamelijk bij grote reguliere controles. In 2003/2004 zal de IB-Groep verder invulling geven aan de concretisering van een (nog) meer risico-gerichte controle aanpak. Hiertoe worden de risicokenmerken nader geanalyseerd, om daarmee te komen tot een indeling in risicogebieden en -groepen. Onderkende risicogroepen zullen vervolgens intensiever worden gecontroleerd. Persexemplaar 283

16 11.3 Budgettaire gevolgen van het beleid Tabel 11.15: Budgettaire gevolgen artikel 11 (bedragen x 1 miljoen) Verplichtingen 1 804, , , , , , ,0 Waarvan garanties 0,2 0,2 0,2 0,1 0,1 0,1 0,1 Uitgaven 1 804, , , , , , ,0 Programma-uitgaven 1 804, , , , , , ,1 waarvan: A. Algemene toegankelijkheid + Basisbeurs 703,0 752,6 782,3 811,4 833,3 827,1 846,8 + Reisvoorziening 155,3 468,3 518,5 501,9 514,2 528,8 543,4 B. Toegankelijkheid bij minder draagkrachtige ouders + Aanvullende beurs 426,7 465,2 481,3 490,2 499,7 508,4 519,4 C. Flexibiliteit financiering studerende + Bijverdienen met werken 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 + Leenfaciliteit 477,9 502,7 514,3 525,4 535,7 576,3 586,1 D. Overige uitgaven SF 41,2 49,5 57,1 61,1 63,8 66,3 69,2 Uitsplitsing relevant/niet relevant 1 804, , , , , , ,7 relevant* 920, , , , , , ,4 niet-relevant* 883,8 956,4 835,4 810, , ,3 965,3 IBG 73,7 72,2 71,4 70,4 70,4 Apparaatsuitgaven 1,0 1,0 0,9 0,9 0,9 Ontvangsten 332,6 376,3 368,0 384,0 401,0 419,4 438,9 waarvan: C. Flexibiliteit financiering studerende + Leenfaciliteit 236,4 262,6 268,3 271,2 285,9 302,3 319,7 D. Overige ontvangsten SF 96,1 113,7 99,6 112,9 115,2 117,1 119,1 Uitsplitsing relevant/niet relevant 332,6 376,3 368,0 384,0 401,0 419,4 438,9 relevant 245,5 265,6 244,1 247,5 252,4 259,1 267,4 niet-relevant 87,0 110,7 123,9 136,5 148,6 160,3 171,5 * In deze totaaltabel is reeds rekening gehouden met het invoeren van de prestatiebeurs voor het derde en vierde niveau in de bol en het intrekken van het omzettingsmoment prestatiebeurs naar gift voor de 1e-jaars ho. De reeks IBG betreft het deel van de apparaatskosten van de IB-Groep dat vanaf 2004 technisch is toegerekend aan dit beleidsartikel. De regel «Apparaatsuitgaven» heeft betrekking op de kosten van de beleidsdirectie SFB Budgetflexibiliteit Alle uitgaven onder dit artikel zijn wettelijke uitgaven, namelijk gebaseerd op de WSF De mate van budgetflexibiliteit wordt bepaald door de mate waarin de wet en de daarop gebaseerde regelingen gewijzigd kunnen worden Veronderstellingen in effectbereik, doelmatigheid en raming De ontwikkelingen in de uitgaven en ontvangsten van studiefinanciering worden in belangrijke mate bepaald door de ontwikkelingen in het aantal gerechtigden. De raming van het totaal aantal gerechtigden voor de Persexemplaar 284

17 verschillende onderdelen is gebaseerd op de Referentieraming Voor de studiefinanciering is hierbij vooral de raming van de ingeschrevenen in het ho en de bol van belang. Tevens is de raming gebaseerd op de meest recente realisatiegegevens De raming van de ontvangsten is vooral gebaseerd op een extrapolatie van de gerealiseerde ontvangsten in de afgelopen jaren, waarbij rekening wordt gehouden met de verwachte ontwikkeling in de standen van de vorderingen. De begroting voor de jaren 2004 en verder is geraamd op het prijspeil en de normen voor 2003 (de jaarlijkse indexering op grond van inflatie wordt in deze begroting nog niet geraamd). Wel is rekening gehouden met de jaarlijkse indexering van de les- en collegegelden VBTB-paragraaf Terugblik groeiparagraaf begroting 2003 In de groeiparagraaf van de begroting 2003 zijn op twee onderdelen verbeteringen aangekondigd. + Monitoring van de inkomens en uitgaven van studenten Tot op heden was hierover geen informatie in de begroting opgenomen. Met ingang van deze begroting is dit voor het ho wel het geval (paragraaf 11.2). De gegevens zijn afkomstig uit de studentenmonitor Aflossing van studieleningen Met ingang van deze begroting is een start gemaakt met de opname van informatie over studieleningen. In de VBTB-agenda wordt hier een vervolg aan gegeven. VBTB-agenda begroting Eind 2002 is de Commissie Uitgangspunten Nieuw Studiefinancieringsstelsel ingesteld onder voorzitterschap van de heer prof. dr. W.A. Vermeend. In de tweede helft van 2003 zal de commissie haar bevindingen presenteren. Deze zijn input om het stelsel van studiefinanciering mogelijk te herzien. Op dit moment is nog niet aan te geven hoe een nieuw stelsel van studiefinanciering eruit komt te zien. In 2004 zal hier meer duidelijkheid over komen. De uitkomsten zullen bepalend zijn voor de VBTB-agenda voor de komende begrotingen. + Op dit moment is er nog geen studentenmonitor voor de bol. Hierdoor is de monitoring van het studiefinancieringsbeleid in de bol minder uitgebreid dan in het hoger onderwijs. Er zal een monitor worden opgezet die zoveel mogelijk vergelijkbaar is met de monitor die al onder studenten in het hoger onderwijs plaatsvindt. + Met betrekking tot het leengedrag zal enerzijds in kaart worden gebracht hoe binnen de studiefinanciering de groep studenten die nu leent verschilt van de groep studenten die niet leent. Anderzijds zal onderzoek worden verricht naar de gevolgen van de lening voor afgestudeerden, zodat deze gegevens bij het opstellen van de begroting 2005 betrokken kunnen worden. Persexemplaar 285

De beleidsartikelen (artikel 12)

De beleidsartikelen (artikel 12) 12. TEGEMOETKOMING ONDERWIJSBIJDRAGE EN SCHOOLKOSTEN 12.0 Hoofdlijnenakkoord Balkenende II 12.0.1 Topprioriteiten (intensiveringen) Van de enveloppemiddelen die ingezet worden voor de «begeleiding nieuwe

Nadere informatie

De beleidsartikelen OVERZICHTSCONSTRUCTIE ICT. Financieel overzicht

De beleidsartikelen OVERZICHTSCONSTRUCTIE ICT. Financieel overzicht OVERZICHTSCONSTRUCTIE ICT Het doel van het ict beleid is dat ict een bijdrage levert aan de verbetering en vernieuwing van het onderwijs. Hiertoe moeten scholen in staat worden gesteld ict in het onderwijs

Nadere informatie

De beleidsartikelen (overzichtsconstructie ict)

De beleidsartikelen (overzichtsconstructie ict) De beleidsartikelen (overzichtsconstructie ict) OVERZICHTSCONSTRUCTIE INFORMATIE- EN COMMUNICATIE- TECHNOLOGIE grote vrijheid Het doel van het ict-beleid is dat ict een bijdrage levert aan de verbetering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 25 330 Wijziging van de Wet op de studiefinanciering in verband met de overgang van studerenden van de ziekenfondsverzekering naar de particuliere

Nadere informatie

Geld voor school en studie

Geld voor school en studie Geld voor school en studie Dienst Uitvoering Onderwijs www.duo.nl Wet en regelgeving Tegemoetkoming scholieren Studiefinanciering beroepsonderwijs en hoger onderwijs Tegemoetkoming scholieren (kwartaal

Nadere informatie

Geld voor school en studie

Geld voor school en studie Geld voor school en studie Dienst Uitvoering Onderwijs www.duo.nl Wet en regelgeving Tegemoetkoming scholieren Studiefinanciering beroepsonderwijs en hoger onderwijs Tegemoetkoming scholieren (kwartaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 376 Wijziging van de Wet op de studiefinanciering in verband met het onder de prestatiebeurs brengen van de reisvoorziening Nr. 3 MEMORIE VAN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 263 Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 en de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten in verband met onder meer niet-indexering

Nadere informatie

Geld voor school en studie

Geld voor school en studie Geld voor school en studie Dienst Uitvoering Onderwijs Varsha Mahabier www.duo.nl Wet en regelgeving Tegemoetkoming scholieren Studiefinanciering hoger onderwijs Tegemoetkoming scholieren (kwartaal ná

Nadere informatie

Geld voor school en studie

Geld voor school en studie Geld voor school en studie Dienst Uitvoering Onderwijs Telefoon: 050-5997755 9.00 17.00 uur Internet: www.duo.nl Servicekantoor Eindhoven Clausplein 6 5611 XP Eindhoven Wet en regelgeving Tegemoetkoming

Nadere informatie

Onderwerpen. 1. Tegemoetkoming scholieren. 2. Studievoorschot, de nieuwe studiefinanciering. 3. Aanvragen en aanmelden

Onderwerpen. 1. Tegemoetkoming scholieren. 2. Studievoorschot, de nieuwe studiefinanciering. 3. Aanvragen en aanmelden Welkom bij DUO Onderwerpen 1. Tegemoetkoming scholieren 2. Studievoorschot, de nieuwe studiefinanciering 3. Aanvragen en aanmelden ' of eerst tegemoetkoming scholieren? Afhankelijk van leeftijd en studie!

Nadere informatie

Regeling normen studiefinanciering 2007

Regeling normen studiefinanciering 2007 Algemeen Verbindend Voorschrift 11 december 2006 Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie en Hoger onderwijs bvh 079-3232.666

Nadere informatie

De kosten van het studeren

De kosten van het studeren Technische Universiteit Delft & Dienst Uitvoering Onderwijs De kosten van het studeren John Stals (studentendecaan TU Delft) en Guus Rikhof (DUO) 17-1-2011 Delft University of Technology Challenge the

Nadere informatie

Studiefinanciering hoger onderwijs Pontes Het Goese Lyceum september 2018

Studiefinanciering hoger onderwijs Pontes Het Goese Lyceum september 2018 Studiefinanciering hoger onderwijs 2018 2019 www.duo.nl Pontes Het Goese Lyceum september 2018 Dienst Uitvoering Onderwijs Ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap Aanvraag studiefinanciering Twee

Nadere informatie

Regeling normen studiefinanciering 2008

Regeling normen studiefinanciering 2008 Algemeen Verbindend Voorschrift Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie en Hoger onderwijs bvh 079-3232.666 Bestemd

Nadere informatie

Welkom bij de presentatie van DUO. Hanno Snelders Servicekantoor Nijmegen

Welkom bij de presentatie van DUO. Hanno Snelders Servicekantoor Nijmegen Welkom bij de presentatie van DUO Hanno Snelders Servicekantoor Nijmegen programma 1. Tegemoetkoming scholieren (vanaf 18 jaar) 2. Studiefinanciering Hoger Onderwijs 3. Geld aanvragen + Aanmelden Hoger

Nadere informatie

Regeling normen studiefinanciering 2006

Regeling normen studiefinanciering 2006 Algemeen Verbindend Voorschrift Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie en Hoger onderwijs bvh 079-3232.666 Bestemd

Nadere informatie

Welkom bij DUO. Johannes Bos Servicekantoor Enschede

Welkom bij DUO. Johannes Bos Servicekantoor Enschede Welkom bij DUO Johannes Bos Servicekantoor Enschede Onderwerpen 1. Hervorming studiefinanciering 2. Vereenvoudigingen 3 OV kaart/studentenreisproduct Hervorming studiefinanciering Basisbeurs wordt lening

Nadere informatie

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer. SFB/2002/17722 17 juni 2002

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer. SFB/2002/17722 17 juni 2002 OC enw Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen Europaweg 4 Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer Telefoon

Nadere informatie

Toetsingskader Sociale leningen studiefinanciering

Toetsingskader Sociale leningen studiefinanciering Toetsingskader Sociale leningen studiefinanciering Noot vooraf: Bij het beantwoorden van de toetsvragen is vooral gebruik gemaakt van het Rapport brede heroverwegingen nr. 7: Studeren is investeren uit

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 214 4 januari 2012 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 22 december 2011, nr. WJZ/355188

Nadere informatie

3 Prestatiebeurs. 3.1 Kenmerken prestatiebeurs. 3.2 Giften en leningen

3 Prestatiebeurs. 3.1 Kenmerken prestatiebeurs. 3.2 Giften en leningen 29 3 Prestatiebeurs Als je op of na 1 september 1996 voor het eerst studiefinanciering ontvangt voor het volgen van een opleiding in het Hoger Onderwijs (HBO of WO), word je afgerekend op je studieprestaties

Nadere informatie

Voorlichting studiefinanciering

Voorlichting studiefinanciering Voorlichting studiefinanciering Studievereniging Arago 17 september 2014 Contact www.duo.nl 050-5997755 9.00 17.00 uur Servicekantoor Enschede Ripperdastraat 13 7511 JP Enschede Alleen op afspraak 10.00

Nadere informatie

Studiefinanciering hoger onderwijs. Dienst Uitvoering Onderwijs

Studiefinanciering hoger onderwijs. Dienst Uitvoering Onderwijs Studiefinanciering hoger onderwijs Dienst Uitvoering Onderwijs DUO: DIENST UITVOERING ONDERWIJS Servicekantoor Breda Stationsweg 1C 4811 AX Breda Internet: www.duo.nl Infolijn: 050 599 77 55 Inleiding

Nadere informatie

Welkom bij de presentatie van DUO. Hanno Snelders Servicekantoor Nijmegen

Welkom bij de presentatie van DUO. Hanno Snelders Servicekantoor Nijmegen Welkom bij de presentatie van DUO Hanno Snelders Servicekantoor Nijmegen programma 1. Tegemoetkoming scholieren (vanaf 18 jaar) 2. Studiefinanciering Hoger Onderwijs 3. Geld aanvragen + Aanmelden Hoger

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2014 2015 34 035 Wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 in verband met de introductie van een nieuw stelsel van studiefinanciering in het

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 20959 24 december 2010 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 15 december 2010, nr.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1992-1993 22887 Wijziging van de Wet op de studiefinanciering in verband met verlaging van de basisbeurs voor studerenden in het middelbaar beroepsonderwijs

Nadere informatie

Geld voor school en studie

Geld voor school en studie Geld voor school en studie Aangenaam, wij zijn duo DUO staat voor Dienst Uitvoering Onderwijs. We voeren verschillende onderwijswetten en -regelingen uit, namens het ministerie van Onderwijs, Cultuur en

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.minocw.nl

Nadere informatie

Bijlage studiefinanciering en terugbetalen

Bijlage studiefinanciering en terugbetalen Bijlage studiefinanciering en terugbetalen In deze bijlage worden de huidige en de voorgestelde nieuwe wijze van terugbetalen naast elkaar gezet. Aangegeven wordt op welke wijze studenten in beide systemen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 20608 31 december 2009 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 14 december 2009, nr. HO&S/2009/171226,

Nadere informatie

Studentenhuisvesting Feiten en trends 2010

Studentenhuisvesting Feiten en trends 2010 Studentenhuisvesting Feiten en trends 2010 Studentenhuisvesting - Feiten en trends 2010-1- Studenten Aantal ingeschreven voltijd studenten in bekostigde HBO- en WO-instellingen in Nederland 2009-2010 2008-2009

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 475 VIII Jaarverslag en slotwet Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2015 Nr. 4 MEMORIE VAN TOELICHTING A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 24 724 Studiefinanciering Nr. 133 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 11 september 2014 De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds ARTIKEL I. REGELING NORMEN WSF 2000, WTOS EN WSF BES

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds ARTIKEL I. REGELING NORMEN WSF 2000, WTOS EN WSF BES STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 68259 22 december 2016 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 3 december 2016, nr. 016909 tot

Nadere informatie

2 Aflossing studieschuld bij leenstelsel

2 Aflossing studieschuld bij leenstelsel CPB Notitie Aan: Ministerie OCW Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510 2508 GM Den Haag T (070)3383 380 I www.cpb.nl Contactpersoon Marcel Lever Datum: 7 juni 2013 Betreft: Aflossing studieschuld

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.minocw.nl

Nadere informatie

Aflossing studieschuld bij sociaal leenstelsel Uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Aflossing studieschuld bij sociaal leenstelsel Uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap CPB Notitie 7 juni 2013 Aflossing studieschuld bij sociaal leenstelsel Uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. CPB Notitie Aan: Ministerie OCW Centraal Planbureau

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Lenen en terugbetalen (2013)

Lenen en terugbetalen (2013) Regelingen en voorzieningen CODE 8.3.2.330 Lenen en terugbetalen (2013) brochure bronnen www.duo.nl, december 2012 In deze brochure staan de mogelijkheden van lenen naast studiefinanciering. Zoeken in

Nadere informatie

Last(en) van studerende kinderen

Last(en) van studerende kinderen Last(en) van studerende kinderen De bijdrage van ouders in de studiefinanciering en hun invloed op het leengedrag van studerende kinderen Onderzoek in opdracht van het Ministerie van OCW Nijmegen, juli

Nadere informatie

Onderwerpen. 1. Tegemoetkoming scholieren. 2. Studiefinanciering. 3. Aanvragen en aanmelden

Onderwerpen. 1. Tegemoetkoming scholieren. 2. Studiefinanciering. 3. Aanvragen en aanmelden Onderwerpen 1. Tegemoetkoming scholieren 2. Studiefinanciering 3. Aanvragen en aanmelden of eerst tegemoetkoming scholieren? - Kwartaalinstroom: 1 januari, 1 april, 1 juli, 1 oktober Voorbeeld: 2015 2016

Nadere informatie

Toelichting Toeslagenverordening WWB gemeente Rijssen-Holten 2013

Toelichting Toeslagenverordening WWB gemeente Rijssen-Holten 2013 Toelichting Toeslagenverordening WWB gemeente Rijssen-Holten 2013 Algemene toelichting De gemeenteraad dient op grond van artikel 8 eerste lid onder c juncto artikel 30 van de Wet werk en bijstand (WWB)

Nadere informatie

Studiefinanciering Lenen en terugbetalen

Studiefinanciering Lenen en terugbetalen Studiefinanciering Lenen en terugbetalen Aangenaam, wij zijn duo DUO staat voor Dienst Uitvoering Onderwijs. We voeren verschillende onderwijswetten en -regelingen uit, namens het ministerie van Onderwijs,

Nadere informatie

INHOUD [ 7 ] G E L D W I J Z E R S T U D E N T E N

INHOUD [ 7 ] G E L D W I J Z E R S T U D E N T E N INHOUD Inleiding 9 Studiefinanciering Recht op studiefinanciering 11 Een DigiD aanvragen 12 Inkomsten van DUO 12 Geen recht meer op prestatiebeurs 17 Hoeveel betalen je ouders? 18 Gevolgen van je studieschuld

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 263 Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 en de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten in verband met onder meer niet-indexering

Nadere informatie

Studiefinanciering middelbaar beroepsonderwijs 2013-2014

Studiefinanciering middelbaar beroepsonderwijs 2013-2014 Regelingen en voorzieningen CODE 8.3.2.322 Studiefinanciering middelbaar beroepsonderwijs 2013-2014 brochure bronnen www.duo.nl, februari 2013 Deze brochure bevat informatie over de voorwaarden voor het

Nadere informatie

John Stals (studentendecaan TU Delft) Studentenfinanciën en Ouderavond huisvesting

John Stals (studentendecaan TU Delft) Studentenfinanciën en Ouderavond huisvesting John Stals (studentendecaan TU Delft) Studentenfinanciën en Ouderavond huisvesting 1 Voorwaarden studiefinanciering opleiding: Hoger Onderwijs; voltijd in binnen- en buitenland leeftijd: jonger dan 30

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 27182 31 december 2012 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 14 december 2012, nr. HO&S/467106,

Nadere informatie

Wijzigingen Student hoger onderwijs buitenland

Wijzigingen Student hoger onderwijs buitenland Wijzigingen Student hoger onderwijs buitenland Dit formulier Dit formulier is voor studenten hoger onderwijs in het buitenland die studiefinanciering ontvangen, of weer willen ontvangen, en een wijziging

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 933 Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 in verband met uitbreiding van de mogelijkheid met studiefinanciering in het buitenland te

Nadere informatie

Studeren in 2015-2016. Check je geld! Wat je moet weten over studiekosten. www.wijzeringeldzaken.nl

Studeren in 2015-2016. Check je geld! Wat je moet weten over studiekosten. www.wijzeringeldzaken.nl Studeren in 2015-2016 Check je geld! Wat je moet weten over studiekosten www.wijzeringeldzaken.nl Alles over studeren en geldzaken op een rij: Zorgen over geld, daar zit niemand op te wachten. Zeker niet

Nadere informatie

Voor definities: zie artikel 9 1

Voor definities: zie artikel 9 1 Studiefonds, regeling 2017-2018 -2019. Artikel 1 - Voorwaarde en duur. 1.1. Deputaten studiefonds kunnen financiële steun verlenen aan studenten die via het admissie-examen zijn toegelaten tot de studie

Nadere informatie

Onderwerpen. 1. Tegemoetkoming scholieren. 2. Studiefinanciering. 3. Aanvragen en aanmelden

Onderwerpen. 1. Tegemoetkoming scholieren. 2. Studiefinanciering. 3. Aanvragen en aanmelden Welkom bij DUO Onderwerpen 1. Tegemoetkoming scholieren 2. Studiefinanciering 3. Aanvragen en aanmelden of eerst tegemoetkoming scholieren? - Kwartaalinstroom: 1 januari, 1 april, 1 juli, 1 oktober Voorbeeld:

Nadere informatie

Studiefinanciering voor een mbo-opleiding in het buitenland

Studiefinanciering voor een mbo-opleiding in het buitenland Regelingen en voorzieningen CODE 8.3.2.323 Studiefinanciering voor een mbo-opleiding in het buitenland brochure bronnen www.ocwduo.nl, januari 2012 Sommige beroepsopleidingen kun je volledig in het buitenland

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 73898 27 december 2017 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 11 december 2017, nr. 1273463

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDOR:2009:BI7963

ECLI:NL:RBDOR:2009:BI7963 ECLI:NL:RBDOR:2009:BI7963 Instantie Rechtbank Dordrecht Datum uitspraak 10-04-2009 Datum publicatie 15-06-2009 Zaaknummer AWB 07/1049 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op de artikelen 3.16e en 11.5 van de Wet studiefinanciering 2000;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op de artikelen 3.16e en 11.5 van de Wet studiefinanciering 2000; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 54986 2 oktober 2017 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 14 september 2017, nr. 1152773

Nadere informatie

MHP ISO Onderzoek Studiefinanciering & leengedrag Studenten

MHP ISO Onderzoek Studiefinanciering & leengedrag Studenten MHP ISO Onderzoek Studiefinanciering & leengedrag Studenten MHP Vakcentrale Multatulilaan 12 4103 NM Culemborg Postbus 575 T 0345 851 900 / F 0345 851 915 E info@vc-mhp.nl / I www.vakcentralemhp.nl 4100

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 35874 23 december 2013 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 12 december 2013, nr. HO&S/547235,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 397 Vernieuwing studiefinanciering Nr. 12 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Studeren in 2015-2016. Check je geld! Wat je moet weten over studiekosten. www.wijzeringeldzaken.nl

Studeren in 2015-2016. Check je geld! Wat je moet weten over studiekosten. www.wijzeringeldzaken.nl Studeren in 2015-2016 Check je geld! Wat je moet weten over studiekosten www.wijzeringeldzaken.nl Alles over studeren en geldzaken op een rij: Zorgen over geld, daar zit niemand op te wachten. Zeker niet

Nadere informatie

Studiekosten of andere scholingsuitgaven

Studiekosten of andere scholingsuitgaven Bij voorlopige aanslag inkomstenbelasting 2012 IB 275-1T22FD (2597) Volgt u in 2012 een opleiding of een studie voor uw (toekomstige) beroep? Of had u kosten voor een EVC-procedure (Erkenning Verworven

Nadere informatie

VOORLICHTING EXAMENKLASSEN VOORTGEZET ONDERWIJS. Voorlichting Examenklassen

VOORLICHTING EXAMENKLASSEN VOORTGEZET ONDERWIJS. Voorlichting Examenklassen VOORLICHTING EXAMENKLASSEN VOORTGEZET ONDERWIJS Tegemoetkoming Scholier Voortgezet Onderwijs - Recht ontstaat nadat kinderbijslag van rechtswege eindigt - Kwartaalinstroom: 1 januari, 1 april, 1 juli,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 36161 17 december 2014 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 9 december 2014, nr. HO&S/695142,

Nadere informatie

Toegankelijkheid hoger onderwijs en de rol van studiefinanciering

Toegankelijkheid hoger onderwijs en de rol van studiefinanciering Toegankelijkheid hoger onderwijs en de rol van studiefinanciering Achtergrondnotitie van de HBO-raad n.a.v. ideeën over een leenstelsel Den Haag, 3 september 2012 Inleiding In het recente debat over mogelijk

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 46833 22 december 2015 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 12 december 2015, nr. HO&S/860745

Nadere informatie

ARTIKEL I. Wet studiefinanciering 2000 In de Wet studiefinanciering 2000 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

ARTIKEL I. Wet studiefinanciering 2000 In de Wet studiefinanciering 2000 worden de volgende wijzigingen aangebracht: Wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 in verband met uitbreiding van de mogelijkheid met studiefinanciering in het buitenland te studeren, invoering van het collegegeldkrediet en invoering

Nadere informatie

Kiezen en aanmelden. Schoonhovens College

Kiezen en aanmelden. Schoonhovens College Kiezen en aanmelden Schoonhovens College 2015 2016 Kiezen vervolgopleiding proces dit jaar gesprek(ken) met de decaan vwo: workshop Erasmus Universiteit bezoek open dagen meeloopdagen/proefstuderen wo:studeren

Nadere informatie

Toelichting Verordening toeslagen en verlagingen WWB Asten 2010 (1 e wijziging)

Toelichting Verordening toeslagen en verlagingen WWB Asten 2010 (1 e wijziging) Toelichting Verordening toeslagen en verlagingen WWB Asten 2010 (1 e wijziging) Algemeen 1. Inleiding Op grond van artikel 8, eerste lid, onderdeel c van de Wet werk en bijstand (WWB) dient de gemeenteraad

Nadere informatie

Datum 11 september 2014 Betreft antwoorden vragen over brief inzake maatregelen ter versterking van de handhaving van de studiefinanciering

Datum 11 september 2014 Betreft antwoorden vragen over brief inzake maatregelen ter versterking van de handhaving van de studiefinanciering >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA..DEN HAAG Hoger Onderwijs en Studiefinanciering IPC 2250 Rijnstraat 50 Den Haag Postbus

Nadere informatie

Voorlichtingsavond 6 VWO

Voorlichtingsavond 6 VWO Voorlichtingsavond 6 VWO Donderdag 13 september 2012 Kennismaking Mentoren Mevrouw van der Meulen Mevrouw van den Reek En verder Dhr. van Arenthals Dhr. Kwakman Programma Examen(jaar) Slaag-zaknorm Loopbaanoriëntatie

Nadere informatie

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer OC enw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen Europaweg 4 Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer Telefoon (079)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 200 VIII Jaarverslag en slotwet Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2014 Nr. 4 MEMORIE VAN TOELICHTING A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Nadere informatie

OCW-Peiling Plannen Studievoorschot (Tussenmeting maart 2015)

OCW-Peiling Plannen Studievoorschot (Tussenmeting maart 2015) OCW-Peiling Plannen Studievoorschot (Tussenmeting maart 2015) Met het oog op de voorbereiding van de voorlichtingsaanpak rond de op handen zijnde invoering van het studievoorschot heeft GfK in opdracht

Nadere informatie

vast te stellen de Verordening individuele studietoeslag gemeente Nederweert 2015

vast te stellen de Verordening individuele studietoeslag gemeente Nederweert 2015 Verordening individuele studietoeslag gemeente Nederweert 2015 De raad van de gemeente Nederweert; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 april 2015; gelet op artikel 8, eerste lid,

Nadere informatie

Studiefinanciering Middelbaar beroepsonderwijs

Studiefinanciering Middelbaar beroepsonderwijs Studiefinanciering Middelbaar beroepsonderwijs Aangenaam, wij zijn duo DUO staat voor Dienst Uitvoering Onderwijs. We voeren verschillende onderwijswetten en -regelingen uit, namens het ministerie van

Nadere informatie

Inschrijving Hoger Onderwijs en Studiefinanciering

Inschrijving Hoger Onderwijs en Studiefinanciering Nieuwsbrief LOB november 2013 Inschrijving Hoger Onderwijs en Studiefinanciering In deze nieuwsbrief vind je de belangrijkste informatie over de inschrijving voor een studie en de aanvraag van studiefinanciering.

Nadere informatie

Uw brief van. 29 januari 2007

Uw brief van. 29 januari 2007 logoocw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Den Haag Ons kenmerk 21 februari 2007 SFB/2007/5410 Uw brief van 29 januari 2007 Onderwerp Uitkering alleenstaande

Nadere informatie

INHOUD [ 7 ] G E L D W I J Z E R S T U D E N T E N

INHOUD [ 7 ] G E L D W I J Z E R S T U D E N T E N INHOUD Inleiding 9 Studiefinanciering Recht op studiefinanciering 11 Een DigiD aanvragen 12 Inkomsten van DUO 13 Geen recht meer op prestatiebeurs 19 Hoeveel betalen je ouders? 20 Gevolgen van je studieschuld

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum. 20 april 2010 Kamervragen Van Dijk (SP)

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum. 20 april 2010 Kamervragen Van Dijk (SP) a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

VOORLICHTING EXAMENKLASSEN VOORTGEZET ONDERWIJS. Voorlichting Examenklassen

VOORLICHTING EXAMENKLASSEN VOORTGEZET ONDERWIJS. Voorlichting Examenklassen VOORLICHTING EXAMENKLASSEN VOORTGEZET ONDERWIJS Tegemoetkoming Scholier Voortgezet Onderwijs - Recht ontstaat nadat kinderbijslag van rechtswege eindigt - Kwartaalinstroom: 1 januari, 1 april, 1 juli,

Nadere informatie

Studiefinanciering. voor mbo studenten & hoger onderwijs studenten, per 1 september 2015

Studiefinanciering. voor mbo studenten & hoger onderwijs studenten, per 1 september 2015 Studiefinanciering voor mbo studenten & hoger onderwijs studenten, per 1 september 2015 maart 2015 Inleiding Vanaf 1 september 2015 vinden veranderingen plaats in de studiefinanciering. Nog niet elke student

Nadere informatie

De heren Rog en Omtzigt, leden van de Tweede Kamer voor het CDA

De heren Rog en Omtzigt, leden van de Tweede Kamer voor het CDA CPB Notitie Aan: De heren Rog en Omtzigt, leden van de Tweede Kamer voor het CDA Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510 2508 GM Den Haag T (070)3383 380 I www.cpb.nl Contactpersoon Karen van

Nadere informatie

STUDIEFINANCIERING. Fonds. Studiefinanciering. Suriname. Fonds Studiefinanciering. Studeren is investeren in jezelf! in Suriname

STUDIEFINANCIERING. Fonds. Studiefinanciering. Suriname. Fonds Studiefinanciering. Studeren is investeren in jezelf! in Suriname Waar 1 kan ik terecht voor meer informatie? Voor meer informatie over studiefinanciering in Suriname, kan je onze website bezoeken: Website: www.fss.sr Ook kan je terecht bij: Fonds De Nationale Ontwikkelingsbank

Nadere informatie

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet 4.2 Maastricht-Heuvelland 2015

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet 4.2 Maastricht-Heuvelland 2015 Verordening individuele studietoeslag Participatiewet 4.2 Maastricht-Heuvelland 2015 Het Algemeen Bestuur van Pentasz Mergelland, - gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel c, van de Participatiewet;

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 035 Wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 in verband met de introductie van een nieuw stelsel van studiefinanciering in het

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 200 Wet van 24 mei 2007 tot wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 in verband met uitbreiding van de mogelijkheid met studiefinanciering

Nadere informatie

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Echt-Susteren d.d met BBV nummer ;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Echt-Susteren d.d met BBV nummer ; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Echt-Susteren. Nr. 62709 13 juli 2015 Verordening individuele studietoeslag gemeente Echt-Susteren juli 2015 *426896* De raad van de gemeente Echt-Susteren,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 227 Wet van 28 maart 1996, houdende wijziging van onder meer de Wet op de studiefinanciering en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk

Nadere informatie

Voorlichtingsavond! 5 HAVO.! Vriendelijk verzoek: graag alle beschikbare stoelen gebruiken

Voorlichtingsavond! 5 HAVO.! Vriendelijk verzoek: graag alle beschikbare stoelen gebruiken Voorlichtingsavond 5 HAVO Vriendelijk verzoek: graag alle beschikbare stoelen gebruiken Programma - Even voorstellen - Algemeen havo 5 - loopbaanoriëntatie Algemeen - Schoolexamens - Programma van toetsing

Nadere informatie

Informatieavond examenklassen over vervolgstudie en financiering. M. van den Bremer, decaan bovenbouw havo/vwo

Informatieavond examenklassen over vervolgstudie en financiering. M. van den Bremer, decaan bovenbouw havo/vwo Informatieavond examenklassen over vervolgstudie en financiering M. van den Bremer, decaan bovenbouw havo/vwo VOORLICHTING EXAMENKLASSEN VOORTGEZET ONDERWIJS Tegemoetkoming Scholier Voortgezet Onderwijs

Nadere informatie

Regeling financiële ondersteuning bestuurders JongerenOrganisatie Beroepsonderwijs (JOB)

Regeling financiële ondersteuning bestuurders JongerenOrganisatie Beroepsonderwijs (JOB) Algemeen Verbindend Voorschrift Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie bvh 079-3232.666 Regeling financiële ondersteuning bestuurders JongerenOrganisatie

Nadere informatie

Informatieavond examenklassen over vervolgstudie en financiering. Martha van den Bremer, decaan bovenbouw havo/vwo

Informatieavond examenklassen over vervolgstudie en financiering. Martha van den Bremer, decaan bovenbouw havo/vwo Informatieavond examenklassen over vervolgstudie en financiering Martha van den Bremer, decaan bovenbouw havo/vwo Tegemoetkoming Scholier Voortgezet Onderwijs - Recht ontstaat nadat kinderbijslag van rechtswege

Nadere informatie

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente Renkum 2015

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente Renkum 2015 Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente Renkum 2015 De raad van de gemeente Renkum; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 oktober 2014; gelet op artikel 8, eerste

Nadere informatie

LVSA Studiedag 29 mei 2015

LVSA Studiedag 29 mei 2015 LVSA Studiedag 29 mei 2015 Wet Studievoorschot (sociaal leenstelsel) Frank Peters, studentendecaan Universiteit Utrecht Wet Studievoorschot (sociaal leenstelsel) Voor wie geldt deze wet? Veranderingen

Nadere informatie

1. In de begripsomschrijving van afsluitend examen wordt in onderdeel b de hoofdstukken 5 en 10 vervangen door: hoofdstuk 5.

1. In de begripsomschrijving van afsluitend examen wordt in onderdeel b de hoofdstukken 5 en 10 vervangen door: hoofdstuk 5. Wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 in verband met de introductie van een nieuw stelsel van studiefinanciering in het hoger onderwijs en de uitvoering van een toekomstgerichte onderwijsagenda

Nadere informatie

Deelname-effecten van de invoering van het sociaal leenstelsel in de bachelor- en masterfase

Deelname-effecten van de invoering van het sociaal leenstelsel in de bachelor- en masterfase CPB Notitie 18 januari 2013 Deelname-effecten van de invoering van het sociaal leenstelsel in de bachelor- en masterfase Uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap CPB

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 200 VIII Jaarverslag en slotwet Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2018 Nr. 4 MEMORIE VAN TOELICHTING A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Nadere informatie