Strangregelventiel 750 DPCV Delta

Transcriptie

1 Ballorex Delta Beschrijving Het Ballorex Delta ventiel zorgt voor een constant drukverschil in een hydraulische kring met variabel debiet. Het wordt zowel voor verwarmingstoepassingen als voor koeltoepassingen gebruikt. DN15-32 Deze drukverschilklep voor een constant drukverschil garandeert een optimale werking van appendages in elk installatiesegment: thermostatische kranen (THK), terminaleenheden voor koeling, en dat zelfs bij een variabel debiet. Versies Afmetingen Drukverliezen DN15, DN20, DN32, DN40, DN , 20-40, 35-75, kpa DN40 DN50 Voordelen Energiebesparing: dankzij de opheffing van de overdebieten in de installatie en dankzij de homogenisering van de retourtemperatuurwaarden. De installatie kan worden uitgebreid, terwijl het verdeelnet daarvoor niet opnieuw uitgebalanceerd hoeft te worden: De Ballorex Delta ventielen worden aanbevolen ter verzekering van een drukverschil in elke zone. Zo kunnen er gemakkelijke nieuwe zones gecreëerd worden, zonder dat daarvoor aan het hele systeem geraakt hoeft te worden. De regelkleppen werken altijd met maximale autoriteit: Wanneer deze kleppen het systeem verplichten om met een deellast (THK) te werken, is er geen impact op het beschikbare drukverschil voor de andere zones. Vermindering van het lawaai van de installatie: door nooit het vereiste drukverschil te overschrijden. 1

2 Ontwerp 1) Naald voor DP-inregeling (Inbussleutel van 3 of 4 mm) 2) Capillairaansluiting 3) Veer variabele ΔP 4) Drukaflaatkegel 5) Zitting 6) Aftap en meting van de stroomopwaartse druk (3/4" buitendraad) 7) Membraan 8) Afsluitknop Materialen Huis van de klep, zitting, kegel en inwendige mechanische onderdelen : Messing DR CW602N Veer : Roestvrij staal Afdichting en membraan : EPDM Afsluitknop : PA 6.6 Specificaties en conformiteit Temperatuur : van -20 C tot 125 C Max. druk : 25 bar Verschildrukbereik : 5-25 kpa (LH) en kpa (HP) Max. verschildruk door de klep heen : 250 kpa In de fabriek ingestelde P : van 10 kpa (LH) tot 30 kpa(hp) 2

3 Afmetingen Model H D1 D2 D3 DN DN DN DN DN40 (5-25 kpa) DN40 (20-40 kpa) DN40 (35-75 kpa) DN50 (5-25 kpa) DN50 (20-40 kpa) DN50 (35-75 kpa) DN50 ( kpa)

4 Assortiment in de catalogus Illustratie DN G Debiet m³/u 15 ½" /4" " /4" /4" " 20 Verschildrukbereik Voorinregeling fabriek Code 5-25 kpa 10 kpa kpa 30 kpa kpa 10 kpa kpa 30 kpa kpa 10 kpa kpa 30 kpa kpa 10 kpa kpa 30 kpa kpa 10 kpa kpa 30 kpa kpa 60 kpa kpa 10 kpa kpa 30 kpa kpa 60 kpa kpa 80 kpa Selectiediagram 4

5 Eigenschappen van de klep Delta DN15 Minimaal drukverlies van de klep Grafiek waarmee de minimale drukverliezen door de Ballorex Delta klep bepaald kunnen worden voor een specifiek klepdebiet. 5

6 Keuze van klep Beschikbaar debiet in functie van de gewenste drukverliezen DN15 DN15 Inregeling kpa Min. debiet l/u Max. Inregeling kpa Min. Max

7 Voorinregeling Door de inbussleutel een bepaald aantal keer rond te draaien, wordt het te handhaven drukverschil aangepast. DN kpa DN kpa Omwent. kpa Omwent. kpa

8 Eigenschappen van de klep Delta DN20 Minimale drukverliezen van de klep Grafiek waarmee de minimale drukverliezen door de Delta klep bepaald kunnen worden voor een specifiek klepdebiet. 8

9 Keuze van klep Beschikbaar debiet in functie van de gewenste drukverliezen DN20 DN20 Inregeling kpa Min. debiet l/u Max. Inregeling kpa Min. Max

10 Voorinregeling Door de inussleutel een bepaald aantal keer rond te draaien, wordt het te handhaven drukverschil aangepast. DN kpa DN kpa Omwent. kpa Omwent. kpa

11 Eigenschappen van de klep Delta DN25 Minimale drukverliezen van de klep Grafiek waarmee de minimale drukverliezen door de Delta klep bepaald kunnen worden voor een specifiek klepdebiet. 11

12 Keuze van klep Beschikbaar debiet in functie van de gewenste drukverliezen DN25 DN25 Inregeling kpa Min. debiet l/u Max. Inregeling kpa Min. Max

13 Voorinregeling Door de inbussleutel een bepaald aantal keer rond te draaien, wordt het te handhaven drukverschil aangepast. DN kpa DN kpa Omwent. kpa Omwent. kpa

14 Eigenschappen van de klep Delta DN32 Minimale drukverliezen van de klep Grafiek waarmee de minimale drukverliezen door de Delta klep bepaald kunnen worden voor een specifiek klepdebiet. 14

15 Keuze van klep Beschikbaar debiet in functie van de gewenste drukverliezen DN32 DN32 Inregeling kpa Min. debiet l/u Max. Inregeling kpa Min. Max

16 Voorinregeling Door de inbussleutel een bepaald aantal keer rond te draaien, wordt het te handhaven drukverschil aangepast. DN kpa DN kpa Omwent. kpa Omwent. kpa

17 Eigenschappen van de klep Delta DN40 Minimale drukverliezen van de klep Grafiek waarmee de minimale drukverliezen door de Delta klep bepaald kunnen worden voor een specifiek klepdebiet. 17

18 Keuze van klep Beschikbaar debiet in functie van de gewenste drukverliezen Inregeling kpa DN40 DN40 DN40 Min. Max. Inregeling Min. Max. Inregeling Min. debiet debiet kpa kpa debiet l/u l/u l/u Max

19 Voorinregeling Door de inbussleutel een bepaald aantal keer rond te draaien, wordt het te handhaven drukverschil aangepast. DN kpa DN kpa DN kpa Omwent. kpa Omwent. kpa Omwent. kpa

20 Eigenschappen van de klep Delta DN50 Minimale drukverliezen van de klep Grafiek waarmee de minimale drukverliezen door de Delta klep bepaald kunnen worden voor een specifiek klepdebiet. 20

21 Keuze van klep Beschikbaar debiet in functie van de gewenste drukverliezen Inregeling kpa DN kpa Min. debiet l/u Max. debiet l/u Inregeling kpa DN kpa Min. Max

22 Inregeling kpa DN kpa Min. debiet l/u Max. debiet l/u Inregeling kpa DN kpa Min. Max

23 Voorinregeling Door de inbussleutel een bepaald aantal keer rond te draaien, wordt het te handhaven drukverschil aangepast. DN kpa DN kpa DN kpa DN kpa Omwent. kpa Omwent. kpa Omwent. kpa Omwent. kpa

24 Installatie De Ballorex Delta klep wordt uitsluitend in combinatie met een partnerventiel geïnstalleerd en gebruikt. Ze moet ook op de retourleiding aangebracht worden. Respecteer daarbij altijd de op de Ballorex Delta aangegeven stroomrichting. Een pijl op het huis van het partnerventiel geeft de bij de installatie voor dit ventiel na te leven flowrichting aan. De Ballorex Delta klep moet altijd in de retourleiding geïnstalleerd worden. Vóór of na een kniestuk is geen enkele minimale afmeting vereist. De klep kan ook direct achter kniestukken, flexibele buizen, enz. geplaatst worden. Het systeem moet wel eerst afgelaten worden voordat het capillair gemonteerd wordt. 24

25 Het capillair wordt in eerste instantie verbonden met het partnerventiel langs de toevoerkant, waarna het geheel ontlucht moet worden om er zeker van te zijn dat er zich geen lucht in de capillaire buis bevindt. Vervolgens wordt het capillair op de Ballorex Delta klep gemonteerd. De verschildrukregelaar is nu actief. De verschildrukregeling gebeurt met behulp van een inbussleutel, waarbij het aantal volledige omwentelingen geteld moet worden. De omwentelingen zelf moeten in de richting van de wijzers van de klok uitgevoerd worden, vertrekkende vanaf de eerste (vooringeregelde) positie van: 5,0 kpa voor Ballorex Delta 5-25 kpa, 20 kpa voor Ballorex Delta kpa, 35 kpa voor Ballorex Delta kpa, 60 kpa voor Ballorex Delta kpa. De parametertabellen vindt u hierboven. Noot: Verricht niet meer omwentelingen dan aangegeven in de tabel (waarbij u begint te tellen vanaf de eerste positie). 25

26 Bij het gebruik van een debietmeter kan de verschildruk in de stijgleiding of in de zone bepaald worden na aansluiting van de debietmeter op de hogedrukpoort van het partnerventiel en op de aflaatpoort van de Ballorex Delta klep. De manometer zal dan de drukverliezen aangeven tussen de stijgleiding en het dienovereenkomstige partnerventiel en de verbonden klep. Wanneer een Ballorex Venturi ventiel als partnerventiel gebruikt wordt, dan worden de drukverliezen altijd opgenomen in het circuit dat door de Ballorex Delta gecontroleerd wordt. Bij gebruik van een traditioneel statisch strangregelventiel van het type 750 of Vario is het belangrijk om na te gaan of de drukverliezen doorheen de klep al dan niet opgenomen zijn in het circuit dat door de Ballorex Delta wordt bestuurd. Het debiet kan rechtstreeks gemeten worden op een Ballorex Venturi klep. Daartoe volstaat het om de debietmeter op de Ballorex Venturi aan te sluiten en het gemeten ventiel te selecteren, waarna het debiet meteen op het meettoestel zal verschijnen. Anderzijds kan het debiet ook op het 750 ventiel of de Ballorex Vario gemeten worden. Sluit hiertoe de debietmeter aan op het ventiel, selecteer het gemeten ventiel, geef de actuele inregeling van het ventiel in en het debiet wordt onmiddellijk weergegeven op het meettoestel. Bij een Ballorex Venturio staat de inregeling volledig los van de debietmeting, terwijl de inregeling van een 750 ventiel of Ballorex Vario bij elke wijziging ervan telkens opnieuw ingegeven moet worden in de debietmeter. Verder moet er ook op toegezien worden dat alle ventielen van het circuit volledig geopend zijn en dat de pomp zodanig is ingesteld dat deze voor voldoende debiet en druk zorgt voor het hele systeem. Wanneer het systeem onder druk wordt getest, moet het capillair aangesloten zijn en moeten alle ventielen van het circuit na de Ballorex Delta klep openstaan. Dat is nodig om dezelfde statische druk langs beide kanten van het diafragma te verkrijgen, kwestie van elke eventuele schade aan de verschildrukregelaar te voorkomen. Wanneer de Ballorex Delta klep in combinatie met een Ballorex Venturi of 750 ventiel of Ballorex Vario geïnstalleerd werd, moeten de ventielen ofwel geopend, ofwel gesloten zijn. De maximale testdruk bedraagt 25 bar. 26

27 Om het systeem via de Ballorex Delta af te sluiten, draait u de zwarte handgreep in de richting van de wijzers van de klok, totdat de klep volledig gesloten is. Om bij het afsluiten elke eventuele schade aan de verschildrukregelaar te vermijden, mogen de drukverliezen door de klep niet meer bedragen dan 250 kpa. Een andere oplossing is het demonteren van het capillair langs één kant alvorens het ventiel af te sluiten om op die manier de verschildrukregelaar te beschermen. Wanneer de ventielen gesloten zijn, kan de secundaire kant van het systeem dan afgelaten worden via de '3/4" aftapkraan' met buitendraad op de Ballorex Delta klep. Daartoe moet eerst de stop op het uiteinde losgedraaid worden en moet er vervolgens een aflaatbuis op de aftapkraan aangesloten worden. Daarna kan de kraan dan opengedraaid worden om met het aflappen te beginnen. Ref. : 00011_ _DUTB 27