Wandelen In nauwe verbondenheid leven met

Transcriptie

1 Menorah

2 Wandelen In nauwe verbondenheid leven met

3 Toen zij het geluid van de Here God hoorden, die in de hof wandelde in de avondkoelte, verborgen de mens en zijn vrouw zich voor de Here God tussen het geboomte in de hof (Genesis 3:8). Nieuwe Jeruzalem En een tempel zag ik in haar niet, want de Here God, de Almachtige, is haar tempel, en het Lam. En de stad heeft de zon en de maan niet nodig, dat die haar beschijnen, want de heerlijkheid Gods verlicht haar en haar lamp is het Lam. En de volken zullen bij haar licht wandelen (Openbaring 21:22)

4 Genesis 5:24 En Henoch wandelde met God, en hij was niet meer, want God had hem opgenomen.

5 Genesis 5:24 En Henoch wandelde met God, en hij was niet meer, want God had hem opgenomen. Hebreeën 11: 5-6 Door het geloof is Henoch weggenomen zodat hij de dood niet zag, en hij werd niet meer gevonden, want God had hem weggenomen. Hij stond immers al vóór zijn opneming bekend als iemand in wie God vreugde vond. Zonder geloof is het onmogelijk om God vreugde te geven. Want wie tot God komt, moet geloven dat Hij bestaat en een beloner is voor wie Hem ernstig zoeken. Door te geloven maken we God blij!

6 Genesis 6:9 Noach was onder zijn tijdgenoten een rechtvaardig en onberispelijk man; Noach wandelde met God. Geloof zet in gehoorzaamheid een stap vooruit, die pas logisch wordt bij een blik achteruit!

7 Genesis 17:1 Toen Abram negenennegentig jaar oud was, verscheen de Here aan hem en zei: Ik ben God de Almachtige, wandel voor mijn aangezicht en wees onberispelijk. Door geloof kun je op weg gaan zonder precies te weten waar je uitkomt.

8 Deuteronomium 10:12 Nu dan, Israel, wat vraagt de Here, uw God, van u dan de Here, uw God, te vrezen door in al zijn wegen te wandelen; Hem lief te hebben; de Here, uw God te dienen met uw ganse hart en met uw ganse ziel. Psalm 26:3 Want uw goedheid houd ik voor ogen en ik wandel in uw waarheid Micha 8:6 Hij heeft u bekendgemaakt, o mens, wat goed is en wat de Here van u vraagt: niet anders dan recht te doen en getrouwheid lief te hebben, en ootmoedig te wandelen met uw God. Geloof ziet uit naar wat God gaat doen.

9 Johannes 8:12 Wederom dan sprak Jezus en zei tot hen: Ik ben het licht der wereld; wie Mij volgt, zal nimmer in de duisternis wandelen, maar hij zal het licht des levens hebben. Romeinen 6:4 Wij zijn dan met hem begraven door de doop in de dood, opdat, gelijk Christus uit de doden opgewekt is door de majesteit des Vaders, zo ook wij in nieuwheid des levens zouden wandelen. Door geloof kunnen je Jezus volgen en in nieuwheid des levens wandelen!

10

11 Leviticus 26:11 En Ik zal mijn tabernakel in hun midden zetten, en Ik zal geen afkeer van u hebben, maar Ik zal in uw midden wandelen en u tot een God zijn en gij zult mij tot een volk zijn. 2 Korintiërs 6:16 Wij toch zijn de tempel van de levende God, gelijk God gesproken heeft: Ik zal onder hen wonen en wandelen en ik zal hun God zijn en zij zullen mijn volk zijn.

12 Pamplona

13 Beste Ben, Ik bid iedere dag voor je en ik dank God voor je geëngageerde Geest, steeds uitreikend naar anderen en uitdelend de blijdschap van je geloof. Ik weet dat velen hun ontmoeting met jou hartverwarmend en opbouwend hebben gevonden. In de hostel waardeerden we ook je scouting naar pelgrims, die hun verblijf hier betekenisvol zouden vinden. Dus, mijn vriend, wat een beter werk kan er zijn dan anderen op deze manier iedere dag te dienen. Je broeder in Christus, Don