Symmetra PX. 250/500 kw 400/480 V. Enkele en parallelle installatie 09/

Transcriptie

1 Symmetra PX Enkele en parallelle installatie 09/2013

2 Juridische informatie Het Schneider Electric-merk en alle gedeponeerde handelsmerken van Schneider Electric Industries SAS waarnaar in deze gids wordt verwezen, zijn het exclusieve eigendom van Schneider Electric SA en haar dochterondernemingen. Ze mogen voor geen enkel doel worden gebruikt zonder de schriftelijke toestemming van de eigenaar. Deze gids en zijn inhoud worden beschermd, in de zin der Franse intellectuele eigendomscode (Code de la propriété intellectuelle français, hierna aangeduid als 'de Code'), onder de copyrightwetten voor teksten, tekeningen en modellen alsook onder handelsmerkwetten. U gaat ermee akkoord deze gids of delen ervan niet te reproduceren, behalve voor uw eigen persoonlijke, nietcommerciële gebruik zoals in de Code is gedefinieerd, op welk medium dan ook zonder schriftelijke toestemming van Schneider Electric. U gaat er ook mee akkoord geen hypertekstkoppelingen naar deze gids of zijn inhoud te maken. Schneider Electric verleent geen rechten of licenties voor het persoonlijke en nietcommerciële gebruik van de gids of zijn inhoud, behalve voor een niet-exclusieve licentie om deze 'zoals deze is' te raadplegen op eigen risico. Alle andere rechten zijn voorbehouden. Elektrische apparatuur mag alleen door gekwalificeerd personeel worden geïnstalleerd, bediend, gerepareerd en onderhouden. Schneider Electric kan niet aansprakelijk worden gesteld voor consequenties die voortkomen uit het gebruik van dit materiaal. Omdat standaarden, specificaties en ontwerpen van tijd tot tijd worden gewijzigd, moet u om bevestiging vragen van de informatie die in deze publicatie wordt gegeven.

3 Inhoudsopgave Belangrijke veiligheidsinformatie...1 Voorzorgsmaatregelen...2 Elektrische veiligheid...5 Batterijveiligheid...6 Specificaties...8 Enkele configuraties...8 Parallelle configuraties...8 Netvoedingsingang...9 Ingang AC-bypass...10 Uitgang...10 Batterij-ingang Zekeringen, automaten en kabels in de VS Parallelle systemen...12 Aanbevolen stroomwaarden van zekeringen en automaten, en aanbevolen kabelmaten in de VS...14 Zekeringen, automaten en kabels in Europa, Afrika en Azië...16 Vereiste automaatinstellingen voor ingangsoverbelasting en kortsluitbeveiliging voor automaten met spanningsafschakelspoelen...19 Installatie met enkele netvoeding (gemeenschappelijke ingangsschakelaar netvoeding en bypass-schakelaar)...19 Installatie met dubbele netvoeding (afzonderlijke ingangsschakelaar netvoeding en bypass-schakelaar)...19 Specificaties draaimoment...19 De voedingskabels aansluiten...20 Overzicht van kabels...20 De installatie voorbereiden...23 Kabels aanleggen in boveninvoersystemen...24 Kabels aanleggen in onderinvoersystemen...24 NEMA 2-gatpatroon verwijderen...26 De aansluitblokken installeren (optioneel)...26 Ingangskabels, bypasskabels en PE-/apparatuuraardingsgeleider aansluiten...27 Boveninvoersystemen...27 Onderinvoersystemen...28 De uitgangskabels aansluiten...29 Aansluiting van verbindingsjumper en technische/systeemaarde...29 Systemen in de VS...29 Systemen in Europa, Afrika en Azië...30 De verbindingsjumper aansluiten...30 De technische aarde aansluiten...31 Batterijkabels aansluiten in systemen met externe batterijen I 022 i

4 Batterijkabels aansluiten in systemen met kabelingang aan de bovenkant...31 Batterijkabels aansluiten in systemen met kabelingang aan de onderkant...32 Communicatiekabels...34 Bedrading EPO-schakelaar...34 Voor installaties in de VS en Canada...34 Voor installaties in Europa...35 Communicatiekabels aansluiten tussen voedingsmodule en ingang/ uitgang/bypass-behuizing in 250kW-systemen...35 Communicatiekabels aansluiten tussen voedingsmodule en ingang/ uitgang/bypass-behuizingen in 500kW-systemen...36 De communicatiekabels trekken...37 De EPO aansluiten...38 Communicatiekabels tussen de ingang/uitgang/bypass-behuizing en de batterijbehuizing aansluiten...39 De communicatiekabels tussen de batterijbehuizingen aansluiten...39 Communicatiekabels tussen ingang/uitgang/bypass- en de batterijschakelaarkast aansluiten...41 Hulpmonitorkaart en EPO-verbindings- en uitschakelkaart...42 De set installeren...43 Signaaldraden aansluiten naar de kaarten...44 Relaisingangen/-uitgangen...47 Parallelle kabels aansluiten...49 De batterijschakelaarkast installeren (optioneel)...50 Batterijschakelaarkast gereedmaken voor kabels in systemen met kabelingang aan de bovenkant...52 Batterijschakelaarkast gereedmaken voor kabels in systemen met kabelingang aan de onderkant...52 Kabels aansluiten in systemen met batterijschakelaarkast met montagein-lijn...53 Kabels aansluiten in systemen met externe batterijschakelaarkast...54 Communicatiekabels van de batterijschakelaarkast aansluiten...55 Seismische optie installeren...56 Vergrendeling van zijpaneel vervangen...56 Verankeringsbeugels achter installeren...59 Verankeringsbeugels voor installeren...60 Montagebeugel boven installeren...60 Vergrendeling van deurscharnier installeren...61 Batterijvergrendelingen installeren...62 Vergrendeling van statische-bypassschakelaar installeren...63 Filteroptie installeren in de voedingsmodulebehuizing...64 ii I 022

5 Belangrijke veiligheidsinformatie Belangrijke veiligheidsinformatie Lees deze instructies zorgvuldig en bestudeer de apparatuur om ermee vertrouwd te worden voordat u deze probeert te installeren, bedienen of onderhouden. De volgende veiligheidsmeldingen kunnen in deze handleiding of op de apparatuur verschijnen om u te waarschuwen voor mogelijk gevaar of om uw aandacht te vestigen op informatie ter verduidelijking of vereenvoudiging van een procedure. Wanneer dit symbool naast de veiligheidsmelding Danger (Gevaar) of Warning (Waarschuwing) staat, betekent dat dat er elektrisch gevaar bestaat dat persoonlijk letsel kan veroorzaken wanneer de instructies niet worden gevolgd. Dit is het symbool voor veiligheidswaarschuwing. Het wordt gebruikt om u te waarschuwen voor potentieel gevaar voor persoonlijk letsel. Volg alle veiligheidsaanwijzingen met dit symbool om mogelijk letsel of de dood te voorkomen GEVAAR DANGER (GEVAAR) geeft een dreigend gevaar aan dat, indien het niet wordt vermeden, de dood of ernstig persoonlijk letsel tot gevolg kan hebben. Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel. WAARSCHUWING WARNING (WAARSCHUWING) geeft een dreigend gevaar aan dat, indien het niet wordt vermeden, de dood of ernstig persoonlijk letsel tot gevolg kan hebben. Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel of schade aan de apparatuur. VOORZICHTIG CAUTION (LET OP) geeft een dreigend gevaar aan dat, indien het niet wordt vermeden, gering tot matig letsel tot gevolg kan hebben. Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot letsel of schade aan de apparatuur. LET OP NOTICE (OPMERKING) wordt gebruikt voor berichten die niet met fysiek letsel te maken hebben. Het symbool voor veiligheidswaarschuwing wordt niet gebruikt bij dit type veiligheidsmelding. Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot schade aan de apparatuur I 022 1

6 Belangrijke veiligheidsinformatie Opmerking Elektrische apparatuur mag alleen door gekwalificeerd personeel worden geïnstalleerd, bediend en onderhouden. Schneider Electric aanvaard geen verantwoordelijkheid voor eventuele gevolgen die voortvloeien uit het gebruik van dit apparaat. Een gekwalificeerd persoon is iemand die vaardigheden en kennis heeft met betrekking tot de constructie, installatie en bediening van elektrische apparatuur en veiligheidstraining heeft gevolgd om de bijkomende gevaren te kunnen herkennen en voorkomen. Voorzorgsmaatregelen GEVAAR GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK, ONTPLOFFING OF VLAMBOGEN Alle veiligheidsinstructies in dit document moeten gelezen, begrepen en opgevolgd worden. Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel. GEVAAR GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK, ONTPLOFFING OF VLAMBOGEN Lees alle instructies in de installatiehandleiding alvorens dit UPS-systeem te installeren of ermee te werken. Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel. GEVAAR GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK, ONTPLOFFING OF VLAMBOGEN Installeer het UPS-systeem niet voordat alle constructiewerkzaamheden zijn voltooid en de installatieruimte is gereinigd. Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel. GEVAAR GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK, ONTPLOFFING OF VLAMBOGEN Het product moet geïnstalleerd worden in overeenstemming met de specificaties en vereisten zoals die door Schneider Electric zijn gedefinieerd. Deze gelden specifiek voor de externe en interne beveiligingen (voedingsschakelaars, batterijschakelaars, bekabeling, enz.) en omgevingsvereisten. Schneider Electric draagt geen verantwoordelijkheid indien niet aan deze vereisten is voldaan. Nadat het UPS-systeem elektrisch is bedraad, mag u het systeem niet zelf opstarten. Het opstarten mag alleen door Schneider Electric worden uitgevoerd. Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel I 022

7 Belangrijke veiligheidsinformatie GEVAAR GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK, ONTPLOFFING OF VLAMBOGEN Het UPS-systeem moet worden geïnstalleerd conform lokale en nationale voorschriften. Installeer de UPS conform: IEC (inclusief Bescherming tegen elektrische schokken, Bescherming tegen thermische gevaren, en Bescherming tegen overstroom), of NEC NFPA 70 afhankelijk van de norm die in uw regio van toepassing is. Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel. GEVAAR GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK, ONTPLOFFING OF VLAMBOGEN Installeer het UPS-systeem in een omgeving waar de temperatuur kan worden geregeld en die vrij is van geleidende verontreinigende stoffen en vocht. Installeer het UPS-systeem op een niet-ontvlambaar, effen en stevig oppervlak (bijv. beton) dat het gewicht van het systeem kan dragen. Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel. GEVAAR GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK, ONTPLOFFING OF VLAMBOGEN De UPS is niet ontworpen voor installatie in omgevingen waarop het volgende van toepassing is: Schadelijke dampen Explosieve mengsels van stof of gassen, corrosieve gassen of geleidings- of stalingswarmte van andere bronnen Vocht, schurend stof, stoom of een extreem vochtige omgeving Schimmels, insecten, ongedierte Zilte lucht of verontreinigd koelmiddel Vervuilingsgraad hoger dan 2 volgens IEC Blootstelling aan abnormale trillingen, schokken en kanteling Blootstelling aan direct zonlicht, warmtebronnen of sterke elektromagnetische velden. Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel. GEVAAR GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK, ONTPLOFFING OF VLAMBOGEN Boor of stans geen gaten voor kabels of leidingen met de pakkingsplaten gemonteerd, en boor of stans niet in de buurt van de UPS. Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel I 022 3

8 Belangrijke veiligheidsinformatie GEVAAR VOOR VLAMBOGEN WAARSCHUWING Breng geen mechanische wijzigingen aan het product aan (inclusief verwijdering van behuizingsonderdelen of boren/uitsnijden van gaten) die niet in de Installatiehandleiding worden beschreven. Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel of schade aan de apparatuur. GEVAAR VOOR OVERVERHITTING WAARSCHUWING Respecteer de vereisten voor ruimte rond het UPS-systeem en bedek in geen geval de ventilatieopeningen van het product wanneer het UPS-systeem in bedrijf is. Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel of schade aan de apparatuur. WAARSCHUWING GEVAAR VOOR BESCHADIGING VAN APPARATUUR Sluit de UPS-uitvoer niet aan op regeneratieve belastingssystemen, zoals fotovoltaïsche systemen en frequentieregelaars. Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel of schade aan de apparatuur I 022

9 Belangrijke veiligheidsinformatie Elektrische veiligheid GEVAAR GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK, ONTPLOFFING OF VLAMBOGEN Elektrische apparatuur mag alleen door gekwalificeerde personen worden geïnstalleerd, bediend en onderhouden. De UPS moet geïnstalleerd worden in een kamer met beperkte toegang (alleen gekwalificeerd personeel). Gebruik geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) en volg de richtlijnen voor veilig werken met elektriciteit. Schakel alle stroom uit die aan het UPS-systeem wordt gevoed voordat u werkzaamheden uitvoert aan of in de apparatuur. Controleer op gevaarlijke spanning tussen alle contacten, inclusief de beschermingsaarde, voordat u werkzaamheden aan het UPS-systeem uitvoert. De UPS-eenheden bevatten een interne energiebron. Mogelijk staat er gevaarlijke netspanning, zelfs wanneer niet aangesloten op de voedingsbron. Zorg ervoor dat de eenheden zijn UITGESCHAKELD en dat de netvoeding en batterijen zijn losgekoppeld voordat u het UPS-systeem installeert of onderhoudswerkzaamheden uitvoert. Wacht vijf minuten voordat u de UPS opent totdat de condensators zijn ontladen. Er moet, volgens de lokale regelgeving, een werkschakelaar geïnstalleerd zijn om het systeem te kunnen isoleren van de voedingsbron. Deze schakelaar moet gemakkelijk toegankelijk en zichtbaar zijn. De UPS moet correct geaard zijn en vanwege een hoge lekstroom moet de aardingsgeleider eerst worden aangesloten. Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel. GEVAAR GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK, ONTPLOFFING OF VLAMBOGEN In systemen waarbij terugvoedingsbeveiliging geen deel uitmaakt van het standaardontwerp moet een automatische scheidingsschakelaar worden geinstalleerd (terugvoedingsbeveiliging of een ander apparaat dat voldoet aan de vereiste van IEC/EN of UL1778 4th Edition, al naar gelang welke van de twee normen van toepassing is in uw regio) om gevaarlijke netspanning te voorkomen aan de ingangsterminals van de scheidingsschakelaar. Het apparaat moet binnen 15 seconden nadat de voedingsbron uitvalt, worden geopend en moet volgens de specificaties zijn geclassificeerd. Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel. Wanneer de UPS-ingang is aangesloten via een scheidingsschakelaar met nulonderbreking, of wanneer de automatische terugvoedingsbeveiliging buiten de apparatuur aanwezig is of wanneer deze is aangesloten op een IT-stelsel, moet door de gebruiker een etiket worden geplaatst bij de UPS-ingangscontacten, en op alle primaire voedingsschakelaars die buiten het UPS-gebied zijn geïnstalleerd en op externe aansluitingen tussen dergelijke scheidingsschakelaars en de UPS, voorzien van de volgende tekst (of vergelijkbare tekst in een taal die acceptabel is in het land waarin het UPS-systeem wordt geïnstalleerd): I 022 5

10 Belangrijke veiligheidsinformatie GEVAAR GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK, ONTPLOFFING OF VLAMBOGEN Risico van terugvoeding. Voordat u aan deze installatie werkt: Isoleer de UPS en controleer op gevaarlijke spanning tussen alle contacten, inclusief de beschermingsaarde. Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel. Batterijveiligheid GEVAAR GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK, ONTPLOFFING OF VLAMBOGEN Batterijschakelaars moeten geïnstalleerd worden in overeenstemming met de specificaties en vereisten zoals die door Schneider Electric zijn gedefinieerd. Onderhoud en reparaties aan batterijen mogen alleen worden uitgevoerd door of onder toezicht van gekwalificeerde personen met kennis van batterijen en de daarbij behorende voorzorgsmaatregelen. Houd nietgekwalificeerde personen uit de buurt van batterijen. Koppel het laadcircuit los voordat u batterijklemmen aansluit of loskoppelt. Gooi defecte batterijen niet in open vuur, vanwege gevaar op ontploffing. Batterijen mogen niet opengemaakt, aangepast of beschadigd worden. Vrijgekomen elektrolyt is schadelijk voor de huid en ogen. De stoffen kunnen giftig zijn. Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel. GEVAAR GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK, ONTPLOFFING OF VLAMBOGEN Batterijen kunnen gevaar voor een elektrische schok en een hoge kortsluitstroom opleveren. Bij het hanteren van batterijen dient u dan ook de volgende voorzorgsmaatregelen in acht te nemen Verwijder horloges, ringen en andere metalen voorwerpen. Gebruik gereedschap geïsoleerd gereedschap. Draag een veiligheidsbril, geisoleerde handschoenen en veiligheidsschoenen. Leg geen gereedschap of metalen onderdelen op een accu. Koppel het laadcircuit los voordat u batterijklemmen aansluit of loskoppelt. Controleer of de batterij eventueel per ongeluk geaard is. Is deze geaard, verwijder dan de bron van aarding. Contact met een deel van een geaarde batterij kan een elektrische schok veroorzaken. Het risico op een elektrische schok is kleiner als zulke aardingen worden verwijderd tijdens installatie en onderhoud (van toepassing op apparatuur en op externe batterijvoeding zonder een geaarde voedingsbron). Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel I 022

11 Belangrijke veiligheidsinformatie GEVAAR GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK, ONTPLOFFING OF VLAMBOGEN Vervang batterijen altijd door hetzelfde type en aantal batterijen of batterijpakketten. Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel. VOORZICHTIG RISICO OP BESCHADIGING VAN APPARATUUR Wacht totdat het systeem gereed is om ingeschakeld te worden voordat u de batterijen in het systeem plaatst. Na het plaatsen van de batterijen moet het UPS systeem binnen 72 uur of 3 dagen worden ingeschakeld. Batterijen mogen niet langer dan zes maanden ongebruikt worden opgeslagen omdat ze dan opnieuw moeten worden opgeladen. Als het UPSsysteem voor langere tijd wordt uitgezet, is het raadzaam het UPS-systeem ten minste elke maand 24 uur lang van stroom te voorzien. Zo worden de batterijen opgeladen en wordt onherstelbare schade vermeden. Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot letsel of schade aan de apparatuur I 022 7

12 Specificaties Specificaties Enkele configuraties Enkele netvoeding zonder onderhoudsbypass met distributie Dubbele netvoeding zonder onderhoudsbypass met distributie Parallelle configuraties Enkele netvoeding I 022

13 Specificaties Dubbele netvoeding Netvoedingsingang 250 kw 500 kw 380 V V 415 V 480 V 380 V V 415 V 480 V Spanningsbereik +/-15% voor volle kracht ( V bij 400 V, V bij 480 V) -50% voor verminderde belasting (200 V bij 400 V, 240 V bij 480 V) Ingangsfrequentie I thd Nominale ingangsstroom (A) 2 Maximale ingangsstroom (A) 3 Begrenzing ingangsstroom (A) 4 Max. ingang kortsluitingsniveau Factorcorrectie ingangsvermogen met slew-rate van 10 Hz/s < 5% bij volledige belasting ka/3 cycli (50 ka met standaard onderhoudsbypass) 0,995 bij belasting = 100% 0,99 bij belasting > 50% 0,97 bij belasting > 25% I 022 9

14 Specificaties Zachte start (ramp-in) 250 kw 500 kw 380 V V 415 V 480 V 380 V V 415 V 480 V Configureerbaar van 1 tot 40 seconden (standaard 10 seconden) V heeft kleiner netingangsspanningsvenster (-10% bij 100% belasting). 2 Ingangsstroom gebaseerd op nominale belasting en volledig opgeladen batterijen. 3 Ingangsstroom gebaseerd op volledig opgeladen batterijen, nominale spanning en nominale belasting. 4 Stroomlimiet door elektrische-stroombegrenzing is gebaseerd op volledig opgeladen batterijen en een ingangsspanning van -15%. Ingang AC-bypass Ingangsfrequentie (Hz) Nom. ingangsstroom (A) 250 kw 500 kw 380 V 400 V 415 V 480 V 380 V 400 V 415 V 480 V 50/ Uitgang Nom. uitgangsstroom (A) Uitgangscapaciteit Spanningstolerantie Uitgangsfrequentie (synchr. aan netvoeding) 250 kw 500 kw 380 V 400 V 415 V 480 V 380 V 400 V 415 V 480 V 150% gedurende 60 seconden (normaal gebruik) 125% gedurende 10 minuten (normaal gebruik) 150% gedurende 60 seconden (op batterij) 125% gedurende 10 minuten (op batterij) 125% continu bij 480 V/110% continu bij 400 V (bypass-gebruik) % gedurende 100 ms (bypass-gebruik) Sym. belasting (0-100%): +/-1% statisch, +/-5% na 2 ms en +/-1% na 50 ms dynamisch Asym. belasting (0-100%): +/-3% statisch Hz/60 Hz Slew-rate (Hz/s) 0,25-6 Totale harmonische vervorming (THD) Uitgangsvermogensfactor Respons dynamische belasting < 2% lineaire belasting < 3% niet-lineaire belasting 1 +/- 5% 1 Dit is een classificatie voor thermische prestaties. De continue overbelasting wordt niet ondersteund door de aanbevolen ingangsbescherming of de onderhoudsbypass met distributie I 022

15 Specificaties Batterij-ingang Nom. spanning OPMERKING: Parallelle systemen bieden geen ondersteuning voor een gemeenschappelijk batterijsysteem. Alle UPS-eenheden moeten een afzonderlijk batterijsysteem hebben. 250 kw 500 kw 2 x +/- 288 Vdc I Nom ontlading I Max ontlading Eindspanning 1,6 1,75/cel (automatisch, afhankelijk van belasting) 1 Nominale ontlaadstroom van de batterij is gebaseerd op nominale belasting en nominale batterijspanning 2 Maximale ontlaadstroom van de batterij is gebaseerd op de nominale belasting aan het einde van de ontlading 3 Maximaal beschikbare uitvalstroom: 40 ka De UPS ondersteunt klantspecifieke batterijoplossingen met 144 cellen +/- 6 cellen ( cellen) voor runtime-optimalisatie. De weergave-instellingen maken programmeerbare instellingen voor het aantal cellen en alle gelijkspanningsniveaus mogelijk waar de spanning wordt ingevoerd als V/cel. Aanpasbaar venster Batterijtype Afgedichte loodzuur/natte cellen Nom. spanning (Vdc) +/ /- 300 Druppelspanning (Vdc) +/ /- 345 Snellaadspanning (Vdc) +/ /- 345 Compensatiespanning +/ /- 345 Einde ontladingsspanning bij volledige belasting (Vdc) +/ /- 263 Laadvermogen Gebruikelijke oplaadtijd 20% van nominaal vermogen bij 0 90% belasting 10% van nominaal vermogen bij 100% belasting 3,5 uur Zekeringen, automaten en kabels in de VS Voorzie in systemen met enkele netvoeding de UPS van stroom via een geaarde vierdraadse WYE-dienst. Schneider Electric ondersteunt ook driedraadse installaties als de netvoedingstransformator een geaarde WYE-transformator in hetzelfde gebouw is. In deze installatie moet het UPS-systeem zijn geïnstalleerd als een afzonderlijk afgeleid systeem. Lekstromen treden op in de verbindingsjumper en de technische/systeemaarde. Gebruik in systemen met dubbele netvoeding een vierdraadse voeding voor de bypass en een driedraadse voeding voor de netspanningsingang. Beide voedingen moeten WYE-bronnen zijn. Deltanetvoeding voor netspanning 1 of netspanning 2 is niet toegestaan I

16 Specificaties LET OP GEVAAR VOOR BESCHADIGING VAN APPARATUUR Voor driedraadse systemen raden wij aan een label met de volgende woorden aan te brengen: Let op! De UPS is geïnstalleerd als een driedraads systeem, dus het systeem mag alleen worden geladen met fase-naar-fase-belasting. Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot schade aan de apparatuur. OPMERKING: Driedraadse installaties met verbindingsdraad leiden tot een hogere lekstroom. Lekstroom voor een standaardinstallatie valt gewoonlijk binnen de grenzen voor UL en industriestandaarden. Parallelle systemen OPMERKING: Voor parallelle systemen moeten de kabellengten voor bypassingang en -uitgang gelijk zijn voor alle parallelle UPS-eenheden om bij bypass-gebruik zeker te zijn van een juiste belastingsverdeling. Bij installaties met enkele netvoeding geldt dit voor netspanningsinvoerkabels. Schneider Electric raadt aan dat het parallelle systeem Symmetra PX 250/500 kw van voeding wordt voorzien via een geaarde vierdraadse WYE-dienst. Als de belasting een 3-fasenbelasting is, zijn de drie onderstaande alternatieven voor driedraadse installaties toegestaan: GEVAAR VOOR DEFECT LET OP Faseneutrale belasting is niet toegestaan. Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot schade aan de apparatuur. Sluit een N-G-verbinding in elke UPS aan, en sluit de UPS-uitgangsaarde aan via tapgeleiders op een gemeenschappelijke geaarde elektrodenbus en één geaarde elektrodengeleider. Zie NEC (A)(4), inclusief Exception # I 022

17 Specificaties Sluit een N-G-verbinding in elke UPS aan, en sluit de UPS-uitgangsnulleider aan via tapgeleiders op een gemeenschappelijke geaarde elektrodenbus en één geaarde elektrodengeleider. Zie NEC (A)(4), inclusief Exception #1. Sluit een uitgangsnulleider vanaf elke UPS aan op een nulleider/verbindingsbus in het onderhoudsbypasspaneel, en verbind de nulleiderbus van het onderhoudsbypasspaneel met de aarddraad via één N-G-verbindingsjumper en een geaarde elektrodengeleider. Zie NEC (A) Exception #1. OPMERKING: Schneider Electric raadt aan een nulverbinding te installeren voor elke UPS in het parallelle systeem. Neem contact op met Schneider Electric voor informatie over andere configuraties I

18 Specificaties Aanbevolen stroomwaarden van zekeringen en automaten, en aanbevolen kabelmaten in de VS GEVAAR GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK, ONTPLOFFING OF VLAMBOGEN Het product moet geïnstalleerd worden in overeenstemming met de specificaties en vereisten zoals die door Schneider Electric zijn gedefinieerd. Deze gelden specifiek voor de externe en interne beveiligingen (voedingsschakelaars, batterijschakelaars, bekabeling, enz.) en omgevingsvereisten. Schneider Electric draagt geen verantwoordelijkheid indien niet aan deze vereisten is voldaan. Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel. GEVAAR GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK, ONTPLOFFING OF VLAMBOGEN Alle kabels moeten voldoen aan alle van toepassing zijnde nationale regelgeving en/of plaatselijke regelgeving met betrekking tot elektriciteit. Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel. OPMERKING: Zie Vereiste automaatinstellingen voor ingangsoverbelasting en kortsluitbeveiliging voor automaten met spanningsafschakelspoelen, pagina 19 voor informatie over automaatinstellingen. Temperatuurclassificatie van geleiders is 90 C en met 75 C-beëindigingen. Raadpleeg tabel van NEC, kolom 75 C voor de maximale continu toelaatbare stroom. Gebruik alleen koperen geleiders. De maat van geleiders voor aarding van de apparatuur wordt bepaald conform NEC-artikel en tabel De kabelmaten zijn aanbevelingen voor maximumconfiguraties met drie stroomdragende geleiders in een kabelbaan. Zie voor andere configuraties het label aan de binnenkant van de voordeur van de ingang/uitgang/bypass-behuizing. OPMERKING: Voor systemen met enkele netvoeding van 450 kw 400 V of 475 kw 415 V is een afzonderlijke beveiligingsinrichting van 800 A voor bypassingang nodig (net als bij systemen met dubbele netvoeding). Installaties met automaten of zekeringen geclassificeerd op 100% 2 Overstroombeveiliging Ingang Q1 Bypass Q kw 500 kw 400 V 415 V 480 V 400 V 415 V 480 V Kabel Kabel Kabel 450A 2x4/0 450A 2x4/0 400 A 1x A Kabel 3x A Kabel Overstroombeveiliging Overstroombeveiliging Overstroombeveiliging Overstroombeveiliging Overstroombeveiliging Kabel 3x A 2x A 2x2/0 350 A 2x2/0 350 A 2x2/0 800 A 3x A 3x A 3x4/0 Batterij 500 A 2x4/0 500 A 2x4/0 500 A 2x4/ A 3x A 3x A 3x I 022

19 Specificaties Installaties met automaten of zekeringen geclassificeerd op 100% 2 Uitgang Q2 250 kw 500 kw 400 V 415 V 480 V 400 V 415 V 480 V 400 A 1x A 1x A 1x A 2x A 2x A 2x350 1 Max. ingangsbescherming: 800 A en de maximale kabelmaat is 250 kcmil. 2 Gebruik een automaat of zekeringen van klasse J of klasse L. 3 Als het UPS-systeem een batterijschakelaarkast heeft en een of meerdere batterijketens, moet op elke afzonderlijke keten een supersnelle zekering van het juiste formaat zijn gemonteerd om snelle isolatie van de batterij bij defecten te garanderen. Er moet worden gezorgd voor geschikte ontkoppelingsapparaten die niet zijn geïntegreerd in de apparatuur. Installaties met automaten geclassificeerd op 80% Overstroombeveiliging Ingang Q1 Bypass Q kw 500 kw 400 V 415 V 480 V 400 V 415 V 480 V Kabel Kabel Kabel Kabel 600 A 2x A 2x A 2x4/0 Niet toegestaan 500 A 2x4/0 450A 2x4/0 400 A 2x3/0 Niet toegestaan Batterij 500 A 2x4/0 500 A 2x4/0 500 A 2x4/ A Uitgang Q2 500 A 2x4/0 450A 2x4/0 400 A 1x500 Niet toegestaan 3x A Kabel Niet toegestaan Niet toegestaan Niet toegestaan Overstroombeveiliging Overstroombeveiliging Overstroombeveiliging Overstroombeveiliging Overstroombeveiliging 1000 A 3x A Kabel 3x A 3x250 3x A 2x500 1 Max. ingangsbescherming is 800 A en de maximale kabelmaat is 250 kcmil. 2 Als het UPS-systeem een batterijschakelaarkast heeft en een of meerdere batterijketens, moet op elke afzonderlijke keten een supersnelle zekering van het juiste formaat zijn gemonteerd om snelle isolatie van de batterij bij defecten te garanderen. Er moet worden gezorgd voor geschikte ontkoppelingsapparaten die niet zijn geïntegreerd in de apparatuur. Gebruikelijke stroomwaarden Q3- en Q4-onderbrekers voor parallelle systemen Classificatie overstroombeveiliging 500 kw 750 kw Parallel geschakelde eenheden van 250 kw Parallel geschakelde eenheden van 500 kw 400 V 415 V 480 V 400 V 415 V 480 V 80% 100% 80% 100% 80% 100% 80% 100% 80% 100% 80% 100% MW I

20 Specificaties Gebruikelijke stroomwaarden Q3- en Q4-onderbrekers voor parallelle systemen Classificatie overstroombeveiliging 1,5 MW Parallel geschakelde eenheden van 250 kw Parallel geschakelde eenheden van 500 kw 400 V 415 V 480 V 400 V 415 V 480 V 80% 100% 80% 100% 80% 100% 80% 100% 80% 100% 80% 100% MW Aanbevolen bout- en kabelschoenmaten Kabelmaat Diameter contactbout Kabelschoen met één gat NEMA 2- kabelschoen Krimptang/-matrijs 4/0 AWG M10 Panduit LCA 4/0-12-X 250 kcmil M10 Panduit LCA X 300 kcmil M10 Panduit LCA X 350 kcmil M10 Panduit LCA X 400 kcmil M10 Panduit LCA kcmil M10 Panduit LCA Panduit LCD 4/0-12-X Panduit LCD X Panduit LCD X Panduit LCD X Panduit LCD Panduit LCD Panduit CT-720/CD Panduit CT-720/CD Panduit CT-720/CD Panduit CT-720/CD Panduit CT-720/CD Panduit CT-720/CD Zekeringen, automaten en kabels in Europa, Afrika en Azië GEVAAR GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK, ONTPLOFFING OF VLAMBOGEN Het product moet geïnstalleerd worden in overeenstemming met de specificaties en vereisten zoals die door Schneider Electric zijn gedefinieerd. Deze gelden specifiek voor de externe en interne beveiligingen (voedingsschakelaars, batterijschakelaars, bekabeling, enz.) en omgevingsvereisten. Schneider Electric draagt geen verantwoordelijkheid indien niet aan deze vereisten is voldaan. Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel I 022

21 Specificaties GEVAAR GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK, ONTPLOFFING OF VLAMBOGEN Alle kabels moeten voldoen aan alle van toepassing zijnde nationale regelgeving en/of plaatselijke regelgeving met betrekking tot elektriciteit. Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel. OPMERKING: Voor parallelle systemen moeten de kabellengten voor bypassingang en -uitgang gelijk zijn voor alle parallelle UPS-eenheden om bij bypass-gebruik zeker te zijn van een juiste belastingsverdeling. Bij installaties met enkele netvoeding geldt dit voor netspanningsinvoerkabels. OPMERKING: Zie Vereiste automaatinstellingen voor ingangsoverbelasting en kortsluitbeveiliging voor automaten met spanningsafschakelspoelen, pagina 19 voor informatie over automaatinstellingen. Voorzie de UPS van stroom via een vijfdraads TN-S-systeem (L1, L2, L3, N, PE). De aanbevolen kabelmaten zijn gebaseerd op een omgeving met een omgevingstemperatuur van 40 C (104 F). Temperatuurclassificaties voor geleiders: 90 C (194 F.) Zie IEC voor installatiemethoden. De kabelmaten zijn aanbevelingen voor maximumconfiguraties en koperen kabels. Zie voor andere systeemmaatconfiguraties het label aan de binnenkant van de voordeur voor ingang/uitgang/bypass. Aanbevolen kabelmaten voor systemen met beveiliging door automaten 1 Installatiemethode Overstroombeveiliging 400 V 415 V 250 kw B1 (mm 2 ) B2 (mm 2 ) C (mm 2 ) 400A 1 2 x 95 2 x x A 1 2 x 95 2 x x A 2 x 95 2 x x A 2 x 95 2 x x 95 Batterij A 1 x x 95 2 x A 1 x x 95 2 x 95 Uitgang 400 A 2 x 95 2 x x A 2 x 95 2 x x 95 B1 (mm 2 ) B2 (mm 2 ) C (mm 2 ) Overstroombeveiliging Netspanningsingang Bypassingang Netspanningsingang Bypassingang 500 kw 800 A 4 x x A 1 4 x x A 4 x x A 4 x x 150 Batterij A x A x I

22 Specificaties Aanbevolen kabelmaten voor systemen met beveiliging door automaten 1 Installatiemethode Overstroombeveiliging 400 V 415 V 250 kw B1 (mm 2 ) B2 (mm 2 ) C (mm 2 ) Uitgang 800 A 4 x x A 4 x x De automaat moet voldoen aan IEC , dat een niet-onderbrekende stroom van 1,05 maal de stroominstelling gedurende twee uur garandeert. De stroomwaarde van de alternatieve onderbreker moet hoger zijn dan de vermelde stroom. 2 Als het UPS-systeem een batterijschakelaarkast heeft en een of meerdere batterijketens, moet op elke afzonderlijke keten een supersnelle zekering van het juiste formaat zijn gemonteerd om snelle isolatie van de batterij bij defecten te garanderen. Er moet worden gezorgd voor geschikte ontkoppelingsapparaten die niet zijn geïntegreerd in de apparatuur. Aanbevolen kabelmaten voor systemen met beveiliging door zekeringen B1 (mm 2 ) B2 (mm 2 ) C (mm 2 ) Overstroombeveiliging Installatiemethode Overstroombeveiliging 400 V 415 V 250 kw B1 (mm 2 ) B2 (mm 2 ) C (mm 2 ) 500 A 2 x 95 2 x x A 1 2 x 95 2 x x A 2 x 95 2 x x A 2 x 95 2 x 95 1 x 185 Batterij A 1 x x 95 2 x A 1 x x 95 2 x 95 Uitgang 400 A 2 x 95 2 x x A 2 x 95 2 x 95 1 x kw 1000 A x A x 150 B1 (mm 2 ) B2 (mm 2 ) C (mm 2 ) Overstroombeveiliging Netspanningsingang Bypassingang Netspanningsingang Bypassingang 800 A 4 x x A 4 x x Batterij A x A x 240 Uitgang 800 A 4 x x A 4 x x Max. ingangsbescherming: 800 A. 2 Als het UPS-systeem een batterijschakelaarkast heeft en een of meerdere batterijketens, moet op elke afzonderlijke keten een supersnelle zekering van het juiste formaat zijn gemonteerd om snelle isolatie van de batterij bij defecten te garanderen. Er moet worden gezorgd voor geschikte ontkoppelingsapparaten die niet zijn geïntegreerd in de apparatuur. Gebruikelijke stroomwaarden Q3- en Q4-onderbrekers voor parallelle systemen Voor 2 UPSeenheden (A) 250 kw 500 kw 400 V 415 V 400 V 415 V I 022

23 Specificaties Gebruikelijke stroomwaarden Q3- en Q4-onderbrekers voor parallelle systemen Voor 3 UPSeenheden (A) Voor 4 UPSeenheden (A) 250 kw 500 kw 400 V 415 V 400 V 415 V Vereiste automaatinstellingen voor ingangsoverbelasting en kortsluitbeveiliging voor automaten met spanningsafschakelspoelen Installatie met enkele netvoeding (gemeenschappelijke ingangsschakelaar netvoeding en bypass-schakelaar) Ingangsschakelaar netvoeding In Maximale ingangsstroom STPU In x A ( 3 < A < 4) STD Max: 100 ms LTD Max: 3 x In in 5s Iinst In x 5 Installatie met dubbele netvoeding (afzonderlijke ingangsschakelaar netvoeding en bypass-schakelaar) Ingangsschakelaar netvoeding Bypass-schakelaar In Maximale ingangsstroom Maximale ingangsstroom STPU In x A ( 3 < A < 4) In x B (10 < B <12) STD Max: 100 ms Max: 100 ms LTD Max: 3 x In in 5s Max: 3 x In in 5s Iinst In x 5 In x 15 Specificaties draaimoment Boutmaat M8 13,5 Nm 30 Nm Boutmaat M I

24 De voedingskabels aansluiten De voedingskabels aansluiten Overzicht van kabels Boveninvoersystemen met aanschuifbatterijen I 022

25 De voedingskabels aansluiten Boveninvoersystemen met externe batterijen I

26 De voedingskabels aansluiten Onderinvoersystemen met aanschuifbatterijen I 022

27 De voedingskabels aansluiten Onderinvoersystemen met externe batterijen De installatie voorbereiden GEVAAR GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK, ONTPLOFFING OF VLAMBOGEN Boor of knip geen gaten uit voor kabels of leidingen terwijl de afdekkingen zijn geïnstalleerd, en boor niet dicht bij de UPS. Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel I

28 De voedingskabels aansluiten Kabels aanleggen in boveninvoersystemen Ingang/uitgang/bypass-behuizing 1. Maak vanuit de binnenkant van de ingang/uitgang/bypass-behuizing de vier schroeven los. 2. Til de voorkant van het deksel aan de bovenkant op en schuif het deksel naar buiten. 3. Boor/stans gaten voor de kabels. 4. Plaats het deksel terug en installeer buizen (indien van toepassing). GEVAAR GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK, ONTPLOFFING OF VLAMBOGEN Controleer of er geen scherpe randen zijn die de draden zouden kunnen beschadigen. Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel. 5. Leid de kabels door de bovenkant van de ingang/uitgang/bypass-behuizing naar het kabelaansluitgedeelte. Kabels aanleggen in onderinvoersystemen In systemen met kabelingang aan de onderkant worden de netvoedings- en bypasskabels door de onderkant van de onderinvoerbehuizing geleid. De uitgangskabels worden door de onderkant van de ingang/uitgang/bypassbehuizing geleid. 1. Verwijder het deksel aan de onderkant van de onderinvoerbehuizing door de vier M8-bouten los te draaien. 2. Boor/pons gaten voor de kabels in de bodemplaat I 022

29 De voedingskabels aansluiten 3. Breng de bodemplaat weer aan en installeer buizen (indien van toepassing). GEVAAR GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK, ONTPLOFFING OF VLAMBOGEN Controleer of er geen scherpe randen zijn die de draden zouden kunnen beschadigen. Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel. 4. Leid de netvoedingskabels door de bodem van de onderinvoerbehuizing naar de aansluitpunten van de AC-netvoedingsingang. 5. Leid de bypasskabels door de bodem van de onderinvoerbehuizing, door de zijkant in de ingang/uitgang/bypass-behuizing. Leid de kabels binnen de ingang/uitgang/bypass-behuizing naar boven en vervolgens omlaag naar de aansluitpunten van de AC-bypassingang. Onderinvoerbehuizing 6. Maak in de ingang/uitgang/bypass-behuizing de twee M6-bouten los van de achterkant van de behuizing. 7. Til de bodemplaat op en schuif deze naar buiten. 8. Boor/pons op de aangegeven plaatsen gaten voor de kabels in de bodemplaat. 9. Breng de bodemplaat weer aan en installeer buizen (indien van toepassing). GEVAAR GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK, ONTPLOFFING OF VLAMBOGEN Controleer of er geen scherpe randen zijn die de draden zouden kunnen beschadigen. Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel I

30 De voedingskabels aansluiten 10.Leid de uitgangskabels door het onderste deksel aan de achterkant van de behuizing, helemaal naar boven en vervolgens omlaag naar de aansluitpunten voor de AC-uitgang. Ingang/uitgang/bypass-behuizing NEMA 2-gatpatroon verwijderen OPMERKING: De NEMA 2-platen met gaten kunnen ondersteboven geïnstalleerd worden om extra ruimte voor bedrading te verkrijgen. De plaat met NEMA 2-gatpatroon wordt alleen gebruikt in bepaalde installaties in de VS. In andere installaties moet de NEMA 2-plaat verwijderd worden. Gebruik kabelschoenen met een onderlinge afstand van 44,5 mm. Volg bij andere installaties de onderstaande procedure om de platen met NEMA 2-gatpatroon van de strips te verwijderen. 1. Maak de vier moeren van 10 mm los waarmee de plaat met NEMA 2- gatpatroon vastzit aan de strip. 2. Maak de moer van 8 mm aan de achterkant van de strip los. 3. Schuif de plaat met NEMA 2-gatpatroon van de strip af. De aansluitblokken installeren (optioneel) 1. Schuif de plaat met de aansluitblokken op de strip. 2. Draai de moer van 8 mm aan de achterkant van de strip aan. 3. Draai de vier moeren van 10 mm onder de aansluitblokken aan I 022

31 De voedingskabels aansluiten Ingangskabels, bypasskabels en PE-/ apparatuuraardingsgeleider aansluiten Boveninvoersystemen Ingang/uitgang/bypass-behuizing 1. Sluit de AC-ingangkabels aan op de aansluitpunten voor de ACnetingangskabels. 2. Verbind de PE-/apparatuuraardingsgeleider. 3. Alleen voor systemen met dubbele netvoeding: Zorg ervoor dat de strips voor enkele invoer (gemarkeerd met een A) zijn verwijderd en sluit de ACbypasskabels aan op de aansluitpunten voor de AC-bypassingang. 4. Breng kunststof kappen aan over de contacten AC-ingang L1, L2, L3, N en ACbypass L1, L2, L3 (alleen in systemen met dubbele voeding) I

32 De voedingskabels aansluiten Onderinvoersystemen 1. Sluit de AC-ingangskabels aan op de aansluitpunten voor de netspanningsingang in de onderinvoerbehuizing. 2. Alleen voor systemen met dubbele netvoeding: Zorg ervoor dat de strips voor enkele invoer (gemarkeerd met een A) zijn verwijderd en sluit de ACbypasskabels aan op de aansluitpunten voor de AC-bypassingang. 3. Verbind de PE-/aardingselektrodegeleider. 4. Breng kunststof kappen aan over de AC-bypasscontacten L1, L2, L I 022

33 De voedingskabels aansluiten De uitgangskabels aansluiten 1. Sluit de AC-uitgangskabels aan op de aansluitpunten voor de AC-uitgang in de ingang/uitgang/bypass-behuizing. Ingang/uitgang/bypass-behuizing 2. Breng kunststof kappen aan over de uitgangscontacten L1, L2, L3. Aansluiting van verbindingsjumper en technische/ systeemaarde RISICO VAN ELEKTRISCHE SCHOK VOORZICHTIG Sluit de verbindingsjumper en de technische/systeemaarde aan volgens de onderstaande richtlijnen: Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot letsel of schade aan de apparatuur. OPMERKING: De verbindingsjumper wordt niet in de fabriek aangebracht. Systemen in de VS Vierdraadse systemen Verbindingsjumper: niet aangesloten Technische/systeemaarde: geen lokale aardingselektrode aangesloten Driedraadse systemen Verbindingsjumper: moet worden aangesloten I

34 De voedingskabels aansluiten Technische/systeemaarde: Er moet via de aardingselektrodegeleider een aardingselektrode worden aangesloten Systemen in Europa, Afrika en Azië Vijfdraadse systemen Verbindingsjumper: niet aangesloten Technische/systeemaarde: er moet een lokale aarde-elektrode worden aangesloten De verbindingsjumper aansluiten OPMERKING: Dit hoofdstuk is niet van toepassing op vierdraadse systemen. RISICO VAN ELEKTRISCHE SCHOK VOORZICHTIG Installeer de verbindingsjumper in 480 V driedraads systemen. Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot letsel of schade aan de apparatuur. 1. Neem de verbindingsjumper die is verbonden met de aardings-busbar in de zijkant van de ingang/uitgang/bypass-behuizing en sluit deze aan op het N- punt. Ingang/uitgang/bypass-behuizing I 022

35 De voedingskabels aansluiten De technische aarde aansluiten 1. Verbind de aarde-elektrode met de N-busbar in de ingang/uitgang/bypassbehuizing op de locatie gelabeld Grounding Electrode Terminal E (aardingselektrodecontact E). Ingang/uitgang/bypass-behuizing Batterijkabels aansluiten in systemen met externe batterijen Batterijkabels aansluiten in systemen met kabelingang aan de bovenkant 1. Sluit het ene uiteinde van de batterijkabels aan op de aansluitpunten BAT+, BAT- en CT (middelpunt) in de zijkar voor batterijen I

36 De voedingskabels aansluiten 2. Sluit de aardings-/pe-kabel aan. Zijkar voor batterijen Batterijkabels aansluiten in systemen met kabelingang aan de onderkant 1. Sluit het ene uiteinde van de batterijkabels aan op de aansluitpunten BAT+, BAT- en CT (middelpunt) in de zijkar voor batterijen I 022

37 De voedingskabels aansluiten 2. Sluit de aardings-/pe-kabel aan. Zijkar voor batterijen I

38 De voedingskabels aansluiten 3. Sluit het andere uiteinde van de batterijkabels aan op de aansluitpunten BAT+, BAT- en CT (middelpunt) in de onderinvoerbehuizing. Onderinvoerbehuizing Communicatiekabels Bedrading EPO-schakelaar In installaties met EPO moet de UPS zijn aangesloten op een droog contact of op een externe EPO-schakelaar (Emergency Power Off) van 24 VDC. Voor installaties in de VS en Canada Het EPO-circuit wordt aangemerkt als klasse 2 en SELV (Safety Extra Low voltage; extra lage spanning voor veiligheid). Een SELV-circuit wordt geïsoleerd van de primaire circuits door een isolatietransformator en is zo ontworpen dat de spanning onder normale omstandigheden beperkt is tot een piekwaarde van 42,4 VAC of 60 VDC. SELV- en klasse 2-circuits moeten worden geïsoleerd van alle primaire circuits. Sluit geen enkel circuit aan op het EPO-aansluitblok tenzij kan worden vastgesteld dat het circuit SELV of klasse 2 is. Installaties in de VS: CL2 klasse 2-kabel voor algemeen gebruik CL2-plenumkabel voor gebruik in een verticale schacht of tussen twee verdiepingen CL2 R Racer-kabel voor gebruik in woonruimten en kabelkanalen I 022

39 De voedingskabels aansluiten CL2 X beperkt gebruik voor woonruimten en kabelkanalen Installaties in Canada: CL2 R-gecertificeerd, type ELC (Extra-Low-Voltage Control Cable; regelkabel met extra lage spanning) CL2 X-gecertificeerd, type ELC (Extra-Low-Voltage Control Cable; regelkabel met extra lage spanning) Voor installaties in Europa De EPO kan tot stand worden gebracht door een contactsluiting of door toepassing van een externe 24 VAC of 24 VDC van een SELV (Safety Extra Low Voltage; extra lage spanning voor veiligheid). Het is belangrijk te melden dat de gevaarlijke spanning van de netspanning moet worden geïsoleerd van de contactsluiting of het circuit met 24 VAC/24 VDC. De EPO-circuitcontactsluiting of het VAC- of VSCcircuit wordt beschouwd als SELV-circuit zoals gedefinieerd in EN60950 Safety of Information Technology Equipment (Veiligheid van apparatuur voor informatietechniek). Communicatiekabels aansluiten tussen voedingsmodule en ingang/ uitgang/bypass-behuizing in 250kW-systemen 1. Neem de MIM/RIM-kabels die onder in de voedingsmodulebehuizing zijn aangebracht en verbind ze onder in de ingang/uitgang/bypass-behuizing (links met links en rechts met rechts). 2. Controleer of afsluitweerstanden zijn geïnstalleerd I

40 De voedingskabels aansluiten Communicatiekabels aansluiten tussen voedingsmodule en ingang/ uitgang/bypass-behuizingen in 500kW-systemen 1. Neem de MIM/RIM-kabels die onder in de voedingsmodulebehuizing naast de ingang/uitgang/bypass-behuizing zijn aangebracht en verbind ze onder in de ingang/uitgang/bypass-behuizing (links met links en rechts met rechts). 2. Neem de MIM/RIM-kabels die onder in de andere voedingsmodulebehuizing zijn aangebracht. Verbind het ene uiteinde boven in deze voedingsmodulebehuizing en het andere uiteinde onder in de tweede voedingsmodulebehuizing (links met links en rechts met rechts). 3. Controleer of afsluitweerstanden zijn geïnstalleerd I 022

41 De voedingskabels aansluiten De communicatiekabels trekken 1. Leid de kabels door de openingen in het deksel aan de bovenkant. 2. Leid de kabels door de kabelgoot aan de zijkant. 3. Leid de kabels door het gat van de kabelgoot naar de kaartmodule I

42 De voedingskabels aansluiten De EPO aansluiten 1. Leid de kabels door de openingen linksvoor in de behuizing. Ingang/uitgang/bypass-behuizing 2. Verbind de kabel van de EPO naar de ECT-kaart. Er is een normale open installatie afgebeeld I 022

43 De voedingskabels aansluiten Communicatiekabels tussen de ingang/uitgang/bypass-behuizing en de batterijbehuizing aansluiten RISICO VAN ELEKTRISCHE SCHOK GEVAAR Steek uw vingers niet achter de ECT-kaart, omdat gevaarlijke spanningen aanwezig zijn als er batterijen zijn geïnstalleerd. Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel. 1. Sluit de ECT-kabel (Emergency Connect and Trip; verbinding en uitschakeling in noodgevallen) 0W4528 (0W3759 in installaties met externe batterijen) van J6500, de connector van de ingang/uitgang/bypass-ect-kaart (0P4711), aan op de J6500, connector van de ECT-kaart van de batterijbehuizing (0P4711). 2. Leid Abus-kabel 0W4527 (0W3758 in installaties met externe batterijen) van het Abus-contact op de kaart voor externe aansluitingen in de ingang/uitgang/ bypass-behuizing naar het bovenste Abus-contact op de Abuscommunicatiekaart. Leg de kabel in de rechterkabelgoot en verwijder de twee bouten waarmee de bovenste montageset vastzit terwijl u de kabel trekt. Sluit de kabel aan. OPMERKING: Er kan slechts één Abus-kabel (0W3758) worden gebruikt in de installatie. De communicatiekabels tussen de batterijbehuizingen aansluiten RISICO VAN ELEKTRISCHE SCHOK GEVAAR Steek uw vingers niet achter de ECT-kaart, omdat gevaarlijke spanningen aanwezig zijn als er batterijen zijn geïnstalleerd. Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel I