ECLI:NL:PHR:2004:AR7387

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ECLI:NL:PHR:2004:AR7387"

Transcriptie

1 ECLI:NL:PHR:2004:AR7387, Parket bij de Hoge Raad, , Civiel recht ECLI:NL:PHR:2004:AR7387 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C03/268HR Formele relaties Arrest gerechtshof: ECLI:NL:GHARN:2001:AD5953 Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2004:AR7387 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie 24 december 2004 Eerste Kamer Nr. C03/268HR JMH/AT Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: [Eiser], zowel voor zich als in zijn hoedanigheid van curator over [betrokkene 1], beiden wonende te [woonplaats], EISER tot cassatie, incidenteel verweerder, advocaat: mr. P. Garretsen, t e g e n 1. [Verweerder 1], 2. [Verweerder 2], 3. [Verweerder 3], allen wonende te [woonplaats], VERWEERDERS in cassatie, incidenteel eisers, advocaat: jhr. mr. A.J. Sandberg. 1. Het geding in feitelijke instanties... Wetsverwijzingen Wet op de rechterlijke organisatie 81 Vindplaatsen Rechtspraak.nl Conclusie C03/268HR mr J. Spier Zitting 22 oktober 2004 Conclusie inzake [eiser] handelende in persoon alsmede in zijn hoedanigheid van curator over [betrokkene 1]

2 (hierna: [eiser]) tegen 1. [verweerder 1] 2. [verweerder 2] 3. [verweerder 3] (hierna: [verweerder] c.s.) 1. Feiten 1.1 In cassatie kan worden uitgegaan van de feiten zoals deze zijn vastgesteld in rov. 1 van het vonnis van de Rechtbank te Arnhem van 23 november Ook het Hof is daarvan in zijn in rov. 3 van zijn in cassatie bestreden tussenarrest van 20 november 2001 uitgegaan. 1.2 [Verweerder] c.s. hebben op 7 december 1989 gezamenlijk een deskundigenrapport uitgebracht in een procedure die [eiser] heeft ingesteld tegen de verloskundige [betrokkene 2]. [Verweerder] c.s. waren in die procedure bij tussenarrest van het Hof 's-hertogenbosch van 12 juni 1989 als deskundigen benoemd. 1.3 In arrest van het Hof 's-hertogenbosch van 30 juli 1991 zijn de vonnissen van de Rechtbank bekrachtigd. Het Hof heeft in dat arrest onder meer overwogen - samengevat - dat geen grond bestond voor het aannemen van een oorzakelijk verband tussen het handelen of nalaten van [betrokkene 2] en de mentale retardatie van de dochter van [eiser] (hierna te noemen: [betrokkene 1]). Onder meer op grond van deze overweging heeft het Hof geoordeeld dat de Rechtbank [betrokkene 2] terecht niet aansprakelijk heeft geacht voor de door [eiser] gestelde schade. 1.4 [Betrokkene 1] is op 1 februari 1999 onderzocht door de neuroloog [betrokkene 3], verbonden aan het Academisch Ziekenhuis Leiden. Van dit onderzoek is op 17 mei 1999 verslag uitgebracht aan de huisarts van [eiser]. 1.5 Het Hof heeft in rov. 4.1 van zijn eerste tussenarrest nog vastgesteld dat [betrokkene 2] de moeder van [betrokkene 1] vanaf de tweede maand van de zwangerschap heeft begeleid. Tijdens de zwangerschap is een groeiachterstand vastgesteld. Direct bij de geboorte (in 1975, zo voeg ik toe) was het kind slap. Na enige jaren is een ontwikkelingsachterstand geconstateerd. 2. Procesverloop Bij inleidende dagvaarding van 10 februari 2000 heeft [eiser] [verweerder] c.s. in rechte betrokken; hij heeft gevorderd - enigszins vrij vertaald - voor recht te verklaren dat [verweerder] c.s. jegens [eiser] aansprakelijk zijn op grond van onrechtmatige daad en hen te veroordelen tot betaling van schadevergoeding, nader op te maken bij staat.

3 2.1.2 [Eiser] heeft de onder 1 genoemde feiten aan zijn vordering ten grondslag gelegd. Hij trekt daaruit de conclusie dat [verweerder] c.s. de aan hen door het Hof opgedragen werkzaamheden in het kader van hun onder 1.2 genoemde deskundigenbericht op ondeugdelijke en/of onzorgvuldige wijze hebben uitgevoerd als gevolg waarvan de vordering in die zaak ten onrechte is afgewezen. Deze schade bestaat volgens [eiser] uit ten minste het bedrag dat hij van de verloskundige [betrokkene 2] had kunnen vorderen indien [verweerder] c.s. niet onrechtmatig hadden gehandeld In de bij cve overgelegde brief van [betrokkene 3] is onder meer te lezen: "Over de oorzaak van deze diffuse hersenbeschadiging kan vanuit dit huidige onderzoek alleen maar gehypothetiseerd worden." 2.2 Volgens [verweerder] c.s. is de vordering van [eiser] verjaard, althans is er sprake van rechtsverwerking. 2.5 De Rechtbank te Arnhem heeft bij vonnis van 23 november 2000 de vordering van [eiser] afgewezen. De Rechtbank heeft het beroep op verjaring gehonoreerd. 2.6 [Eiser] heeft hoger beroep ingesteld. Dit is door [verweerder] c.s. bestreden. De tweede grief is gericht tegen het oordeel van de Rechtbank dat de vordering van [eiser] verjaard is Bij tussenarrest van 20 november 2001 overweegt het Hof dat deze grief gegrond is en dat ook het beroep van [verweerder] c.s. op rechtsverwerking faalt Naar 's Hofs oordeel is voor een geslaagd beroep op verjaring vereist dat [eiser] bekend was met het beweerdelijk onrechtmatig handelen van [verweerder] c.s. Zonder zodanige wetenschap is "bekendheid met de voor de schade aansprakelijke persoon niet of moeilijk denkbaar en kan de gelaedeerde zijn schadevordering niet geldend maken". Niet gebleken is van bedoelde wetenschap vóór het rapport van [betrokkene 3]. Eerst "zodra hij beschikte over een andersluidend medisch oordeel" was er zodanige wetenschap nu [eiser] "kennelijk een leek op dit gebied" is (rov. 4.11). 2.8 In haar nadere mva voeren [verweerder] c.s. aan dat door [eiser] in de procedure bij het Hof 's-hertogenbosch meer dan 24 medische stukken en verklaringen zijn overgelegd; in een deel daarvan werd al gewaagd van een mogelijk geboortetrauma (onder 4 en 5). De handelwijze van [verweerder] is in twee tuchtrechtelijke instanties beoordeeld; de klachten zijn "afgewezen" (onder 15). 2.9 Bij nadere mvg heeft [eiser] nog een brief van de inspecteur van de volksgezondheid van 3 december 1981 in geding gebracht waarin wordt gesproken van "in een aantal opzichten niet juist" handelen van [betrokkene 2] (onder 11). Tevens een aantal stukken waarin - kort gezegd - negatief wordt geoordeeld over de handelwijze van [betrokkene 2] (onder 12 e.v.). Voor een deel gaat het hier om stukken uit de tachtiger jaren van de vorige eeuw Het Hof heeft in zijn eindarrest van 18 maart 2003 het vonnis van de Rechtbank bekrachtigd Het Hof begint met aan te geven wat de inzet van het geschil is:

4 "de vraag of [verweerder] c.s. jegens [eiser] onzorgvuldig en dus onrechtmatig hebben gehandeld door in het door hen ingevolge het arrest van het gerechtshof te 's-hertogenbosch van 12 juni 1989 opgemaakte deskundigenbericht van 7 december 1989 naar aanleiding van de vraag in dat arrest naar het oorzakelijk verband tussen (eventueel) onzorgvuldig handelen van de verloskundige en de afwijking bij [betrokkene 1] (...)" te hebben geoordeeld zoals zij in hun rapport hebben gedaan (rov. 2.1) Vervolgens zet het Hof zich aan een weergave van producties waarop [eiser] zich beroept; het Hof citeert daaruit ampel (rov. 2.3) [Eiser] heeft zijn verwijten voorts, naar 's Hofs oordeel, kennelijk willen onderbouwen met een beroep op enige producties die [verweerder] c.s bij nadere memorie in het geding hebben gebracht. Het Hof werkt dat vervolgens nader uit (rov. 2.5) Het hof stelt vervolgens voorop "dat de vraag naar de deugdelijkheid en de bruikbaarheid van een op last van de rechter in een geding uitgebracht deskundigenbericht allereerst, eventueel naar aanleiding van een daarover in dat geding tussen partijen gevoerd debat, door de rechter beoordeeld moet worden die dat geding beslist. Dat is in de zaak voor het gerechtshof te 's-hertogenbosch ook gebeurd" (rov. 2.6) Ten gronde oordeelt het Hof: "Naar aanleiding van bezwaren van [eiser] tegen het deskundigenbericht heeft dat hof de deskundigen ter terechtzitting gehoord. Bij pleidooi van 3 december 1990 heeft de advocaat van [eiser] wel - zij het terloops en niet nader omschreven - opgemerkt dat van retardatie zonder motorische storingen bij [betrokkene 1] geen sprake is (...). Bij het verhoor van deskundigen op 22 april 1991 is de kwestie van het wel aanwezig zijn van motorische afwijkingen bij [betrokkene 1], voor zover blijkend uit het audiëntieblad van die zitting, niet aan de orde geweest. Wel heeft [verweerder 1] toen, op een vraag naar het verband tussen de retardatie en de door de deskundigen gevonden lichte functiestoornis, geantwoord dat het uiterst ongebruikelijk is dat een kind zich vlot motorisch ontwikkelt en daarnaast een vrij groot intelligentie-defect vertoont. Het hof heeft eerst daarna op basis van dat bericht zijn beslissing gegeven. Daarbij valt te bedenken dat de rechter in het geheel niet gebonden is aan de uitkomst van het deskundigenbericht en zelf beslist op de voorliggende vragen. Dat sluit evenwel niet uit dat wanneer later zou blijken, dat het deskundigenbericht niet aan de daaraan te stellen eisen voldoet, de deskundigen op grond van onrechtmatige daad aangesproken kunnen worden door een in dat geding betrokken partij. 2.7 Beslissend hierbij is of de deskundigen niet gehandeld hebben zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelend medisch specialist ten aanzien van het vervullen van zijn taak als deskundige, in het bijzonder met betrekking tot het uitbrengen van een gerechtelijk deskundigenbericht en het daartoe uit te voeren onderzoek, verwacht mag worden. 2.8 Volgens [verweerder] c.s. gaat het bij de door [eiser] bedoelde motore stoornissen om niet meer dan een onhandigheid als uiting van achterlijkheid op het gebied van bewegen en niet om spasticiteit of verlamming.

5 2.9 [Eiser] spreekt niet tegen dat [betrokkene 1] zich in de eerste levensjaren met betrekking tot haar bewegingsfuncties normaal heeft ontwikkeld. Hij stelt niet dat [betrokkene 1] op enigerlei wijze spastisch of verlamd is. Hij stelt - hoewel hij daarmee bekend moet zijn - zelfs niet welke motore stoornissen zich voordoen bij [betrokkene 1] en wat de ernst daarvan is. De door [eiser] overgelegde producties houden evenmin in dat bij [betrokkene 1] spasmen of verlammingen zijn vastgesteld. Het kan daarom slechts gaan om stoornissen van de grove en fijne motoriek die als lichtere motore beperking vallen te duiden. Met betrekking tot het vaststellen van motore stoornissen bij [betrokkene 1] kan het hof bij de toetsing aan de in rov 2.7 gegeven maatstaf slechts gewicht toekennen aan medische bescheiden waarvan blijkt dat die zijn gebaseerd op eigen medisch onderzoek van [betrokkene 1] en die bevindingen omtrent haar motoriek inhouden. Aan de vraag of zij ten tijde van het onderzoek door [verweerder] c.s. op dat terrein stoornissen vertoonde komt derhalve geen of onvoldoende gewicht toe aan de producties hiervoor vermeld onder [volgt een lange opsomming]. Op basis van eigen medische bevindingen is wel een motore ontwikkelingsachterstand of stoornis gerapporteerd in de producties hiervoor vermeld onder 2.3.1, (deze echter zonder nadere specificatie van de bevindingen) en 2.5.4: "een onhandig bewegen'. Aan productie kan [eiser] onvoldoende steun ontlenen voor de door hem gestelde motore stoornissen, omdat daarin weliswaar gesproken wordt van een motorische retardatie doch tevens wordt gesteld dat [betrokkene 1] soepel en vlot maar weinig doelgericht beweegt en dat haar motorische vaardigheden erg moeilijk zijn te peilen. Ten onrechte beroept [eiser] zich op de onder vermelde productie, nu hij kennelijk - ten onrechte - aanhaakt bij de vraagstelling terwijl het CT-onderzoek, waarop deze productie ziet, als uitkomst heeft: "g.a.": geen afwijkingen. Uit de derhalve slechts relevante producties bedoeld onder en komt, bij gebreke van meer specifieke stellingen van [eiser] omtrent de ten tijde van het onderzoek van [verweerder] c.s. uit 1989 bij [betrokkene 1] bestaande motore stoornissen, niet meer naar voren dan dat in 1981 een zekere onhandigheid in het bewegen is vastgesteld en dat in 1999 een dysdiadochokinese (onvoldoende volgbewegingen) met de handen en bij hinkelen en rennen - hetgeen zij kan - een niet nader omschreven stoornis van de grove motoriek is geconstateerd. Dat levert een beeld op van een zekere onhandigheid, een te geringe doelgerichtheid in de bewegingen zonder dat geconstateerd is dat bepaalde normale bewegingen bij [betrokkene 1] onmogelijk of echt moeilijk voor haar zijn Uit de producties waarop [eiser] zich beroept, valt niet af te leiden dat aan een zo geringe motore beperking betekenis zou kunnen toekomen voor een rechtens beslissend antwoord op de vraag of de conclusie van [verweerder] c.s. in hun deskundigenbericht een andere had moeten zijn en zij mede op grond daarvan hadden moeten concluderen dat de mentale retardatie bij [betrokkene 1] het gevolg is van tekortschieten van de verloskundige bij de begeleiding van zwangerschap en bevalling van de moeder van [betrokkene 1]. Hier geldt dat alleen betekenis kan toekomen aan producties waaruit blijkt dat de auteur genoegzaam op de hoogte was van het bovenomschreven bewegingsbeeld van [betrokkene 1]. [Betrokkene 3] schrijft in de productie bedoeld in rov : "Over de oorzaak van deze diffuse hersenschade kan vanuit dit huidig onderzoek alleen maar gehypothetiseerd worden,..." hetgeen betekent dat hij slechts bij veronderstellingen kan blijven zonder dat hij een waarschijnlijke oorzaak kan aangeven. [Betrokkene 4] (zie rov 2.5.4) schrijft niet over de oorzaak of oorzaken van de door hem genoemde minimale hersendysfunctie. De brief van arts-assistent [betrokkene 5] (zie rov 2.5.6) geeft geen blijk van bekendheid met het bewegingsbeeld van [betrokkene 1] en de betekenis daarvan voor het bepalen van de oorzaak van de mentale retardatie. Bovendien blijkt uit die brief dat de daarin aangegeven meest waarschijnlijke oorzaak van de mentale retardatie, zuurstofgebrek tijdens de

6 bevalling, slechts gevonden is op basis van uitsluiting, hetgeen betekent dat geen andere oorzaak kon worden bevestigd. De deskundigen kan derhalve niet worden verweten die geringe motore beperking - de storingen van de grove en de fijne motoriek - bij hun onderzoek en rapportage over het hoofd te hebben gezien [Eiser] heeft de deskundigen voorts verweten niet te hebben onderkend dat mentale retardatie ook het gevolg kan zijn van een geboortetrauma, indien motore afwijkingen ontbreken. [Eiser] heeft die stelling tegenover de mondelinge toelichting van de deskundigen, dat geen gevallen zijn beschreven dat een geboortetrauma alleen mentale retardatie veroorzaakt, nauwelijks onderbouwd. De enige productie die enige steun geeft aan dit standpunt van [eiser] is de brief van de klinisch (neuro)psycholoog [betrokkene 6], weergegeven onder hiervoor, die zich echter op dit gebied slechts beperkt capabel acht en die [betrokkene 1] niet heeft onderzocht. [Eiser] legt te dier zake ook geen maatgevende medische literatuur over, waaruit volgt dat de deskundigen in 1989 hadden moeten onderkennen dat een zo ernstige mentale retardatie als bij [betrokkene 1] geconstateerd ook bij afwezigheid van andere dan geringe motore beperkingen wel degelijk het gevolg kon zijn van een geboortetrauma Nu de stelling van [eiser] dat [verweerder] c.s. bij hun onderzoek tot een andere conclusie hadden moeten komen, gezien het hiervoor overwogene, geen of vrijwel geen steun vindt in de producties waarop [eiser] zich beroept, heeft het hof geen behoefte aan nadere voorlichting door deskundigen omtrent die vraag. Het bewijsaanbod van [eiser] in hoger beroep wordt door het hof gepasseerd als te vaag. Hij stelt niet dat het bewegingsbeeld bij [betrokkene 1] anders was dan hiervoor onder 2.9 aangegeven, zodat het hof niet toekomt aan een getuigenverhoor van [betrokkene 3], die [betrokkene 1] daadwerkelijk heeft onderzocht. Voor zover het gaat om de vraag of de mentale retardatie bij [betrokkene 1] ook bij afwezigheid van andere dan geringe motore beperkingen het gevolg kan zijn van een geboortetrauma, gaat het om een deskundig oordeel, tot het inwinnen waarvan het hof, gegeven het onder 2.11 vermelde, geen behoefte heeft, ook niet bij [betrokkene 3]. Wat betreft de arts [betrokkene 7] en de neonatoloog [betrokkene 8] passeert het hof het bewijsaanbod, aangezien gesteld noch gebleken is dat zij [betrokkene 1] daadwerkelijk hebben onderzocht. Daarmee is gegeven dat beide stellingen door het hof ongegrond worden bevonden, zodat de vordering van [eiser] moet worden afgewezen." 2.11 [Eiser] heeft tijdig cassatieberoep ingesteld tegen de arresten van het Hof van 20 november 2001 en 18 maart [Verweerder] c.s. hebben verweerd gevoerd; zij hebben tevens voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep doen bezorgen door tussenkomst van een advocaat bij Uw Raad. Dat sprake is van een voorwaardelijk incidenteel beroep blijkt uit de cva onder 11 zomede uit de aanhef van de conclusie van repliek/dupliek. 3. Inleiding 3.1 Een juridische strijd - in casu een procedure waaraan al veel vooraf is gegaan - doet al spoedig vergeten waar het werkelijk om gaat. In casu gaat het om de verdrietige

7 omstandigheid dat bij [betrokkene 1] complicaties zijn ontstaan in verband met haar geboorte. 3.2 Een zakelijke bespreking van juridische argumenten en al helemaal een cassatietechnische behandeling van klachten zou de indruk kunnen wekken dat voor het leed dat door de toestand waarin [betrokkene 1] verkeert geen oog bestaat. Die indruk zou niet juist zijn. 3.3 Rechtens gaat het daarom evenwel niet. Toetsing in cassatie is in hoogst overwegende mate een technisch juridische kwestie. Voor beoordeling van feiten is in het wettelijk stelsel in cassatie nauwelijks ruimte. Ik zal er hierna dan ook niet veel over (kunnen) zeggen. 3.4 Met name ga ik niet in op de vraag of een ander oordeel dan waartoe het Hof is gekomen mogelijk zou zijn geweest. Dat is immers in cassatie niet van belang. Beslissend is in het wettelijk stelsel of 's Hofs arrest stand houdt tegen de daartegen geformuleerde klachten. 3.5 Het Hof heeft - in cassatie niet bestreden - geoordeeld dat de maatstaf voor aansprakelijkheid van de deskundigen de "normale" maatstaf voor beroepsaansprakelijkheid is (rov. 2.7 van het eindarrest). Aan de vraag of dat oordeel juist is, kom ik niet toe. 3.6 Evenmin behoeft te worden ingegaan op de vraag of rechtens consequenties moeten worden verbonden aan de omstandigheid dat [eiser] destijds heeft nagelaten om het oordeel van deskundigen te bestrijden met een gefundeerd oordeel van andere deskundigen.(1) Evenmin komt aan de orde of, bij bevestigende beantwoording van de zojuist bedoelde vraag, van belang is dat [eiser] - zoals hij in deze procedure heeft aangevoerd - geen financiële middelen had zodanig nader oordeel te bekostigen. 3.7 Mij moet ten slotte nog van het hart dat bewondering valt op te brengen voor de inzet waarmee [eiser] in de vorige en de onderhavige procedure is opgekomen voor de belangen van zijn dochter. Dat deze pogingen totnutoe schipbreuk hebben geleden, is in zoverre onbevredigend dat in financiële zin geen mouw aan haar problemen kan worden gepast. Dat is nu eenmaal de onvermijdelijke consequentie van een stelsel waarin schade in beginsel slechts op anderen kan worden afgewenteld wanneer zij - kort gezegd - fouten hebben gemaakt.(2) Volgens de feitenrechters is dat niet het geval. In cassatie kan een dergelijk oordeel, als gezegd, vrijwel niet met vrucht worden bestreden. 4. Bespreking van de middelen in het principale beroep 4.1 Het eerste middel richt zich tegen rov van het tussenarrest van het Hof, in samenhang, zo stelt onderdeel 1.1, met hetgeen is beslist in het tussenarrest en het eindarrest. 4.2 De onderdelen 1.1 t/m 1.2 bevatten, als ik het goed begrijp, geen klacht. 4.3 De eerste klacht is verwoord in de onderdelen , gelezen in onderlinge samenhang. Daarin wordt, naar ik begrijp, het Hof verweten [verweerder] c.s. niet te hebben gedwongen hetzij cassatieberoep tegen het tussenarrest in te stellen dan wel daarin te berusten. Deze klacht is gesteld in de sleutel van de doelmatigheid en de snelle afhandeling van zaken.

8 4.4 De klacht snijdt geen hout. Immers miskent de steller van het middel dat het Hof (in casu) niet de mogelijkheid had een partij ertoe te dwingen om tussentijds cassatieberoep in te stellen. [Verweerder] c.s. hadden de vrijheid af te zien van het instellen van tussentijds cassatieberoep.(3) 4.5 Bovendien valt of staat de vraag of de door het middel bepleite gang van zaken tijdwinst zou opleveren met de uitkomst van het - veronderstellenderwijs aangenomen - tussentijdse cassatieberoep. Zou dat worden verworpen, dan zou dat slechts leiden tot een verlenging van de procedure. 4.6 Voorzover onderdeel 1.6 een afzonderlijke klacht bedoelt te vertolken, is het onbegrijpelijk. Het voldoet daarmee niet aan de eisen van art. 407 lid 2 Rv. 4.7 Onderdeel 1.7 miskent dat de verjaringsvraag reeds in het tussenarrest was beslist en dat het Hof daarop niet is teruggekomen. Dat oordeel is trouwens in het voordeel van [eiser] zodat zijn belang bij de klacht mij ontgaat. 4.8 Middel II is onderverdeeld in een groot aantal subklachten en stellingen. Onderdeel 2.1 bevat geen klacht. 4.9 Onderdeel 2.2 bevat, als ik het goed zie, geen zelfstandige klacht maar een inleiding. Het betoogt dat het Hof zijn positie als appèlrechter heeft miskend door de zaak niet in volle omvang te beoordelen. Voor zover dit onderdeel wel een zelfstandige klacht bedoelt te vertolken, voldoet het niet aan de eisen van art. 407 lid 2 Rv De onderdelen en behelzen geen klacht Onderdeel strekt ten betoge dat het Hof niet heeft onderkend dat de toenmalige deskundigen noch ook het Hof 's-hertogenbosch geen kennis hebben genomen van de in het onderdeel genoemde producties die [eiser] in het onderhavige geding heeft overgelegd Deze klacht voldoet niet aan de eisen van art. 407 lid 2 Rv. omdat niet wordt aangegeven uit welke rechtsoverweging(en) blijkt dat het Hof dit zou hebben miskend Ten overvloede: de klacht zou [eiser] niet kunnen baten. Het Hof heeft de door hem in geding gebrachte stukken onmiskenbaar zorgvuldig bestudeerd en geeft daarvan in zijn arrest ook rekenschap. Het Hof komt tot de slotsom dat uit deze stukken niet kan worden opgemaakt dat de deskundigen destijds - kort gezegd - een fout hebben gemaakt. Het Hof heeft aldus de vraag die door [eiser] aan hem was voorgelegd beantwoord. Dat oordeel kan slechts met vrucht worden bestreden door hetzij aan te geven dat en waarom ' Hofs oordeel onjuist is dan wel waarom het onbegrijpelijk is. Het onderdeel doet noch het een, noch het ander Onderdeel bevat geen klacht Onderdeel verwijt het Hof geen deskundigenbericht te hebben bevolen Het onderdeel ziet eraan voorbij dat het, volgens vaste rechtspraak, aan het beleid van de feitenrechter is overgelaten om al dan niet een deskundigenbericht te gelasten(4) en te beslissen welke deskundige voorlichting hij behoeft.(5) De wijze waarop de rechter in

9 feitelijke instanties gebruik maakt van deze bevoegdheid kan niet in cassatie getoetst worden Onderdeel kant zich tegen rov. 2.9 van het eindarrestarrest. Het verwijt het Hof de in het onderdeel genoemde producties buiten beschouwing te hebben gelaten. Zulks omdat deze dragend waren voor [eiser]' vordering Ik stel voorop dat het Hof m.i. voorbij had kunnen gaan aan alle producties die [eiser] eerst aan het slot van de behandeling van het Hof onder zijn vordering heeft geschoven. Het Hof heeft [eiser], ongetwijfeld in verband met de aard van deze zaak, evenwel het volle pond willen geven. Het heeft zich verdiept in alle overgelegde stukken In rov. 4.9 legt het Hof uit waarom het voorbij gaat aan de daarin genoemde producties. De reden is dat het Hof geen betekenis toekent aan rapporten van deskundigen die [betrokkene 1] niet zelf hebben onderzocht. Het Hof legt aan het begin van rov. 9 ook uit waarom het van belang vindt dat het gaat om bevindingen gebaseerd op een onderzoek van [betrokkene 1] Het onderdeel gaat op 's Hofs redengeving - wat daar ook van zij - in het geheel niet in. Laat staan dat wordt aangegeven dat en waarom zij ontoereikend of onbegrijpelijk zou zijn. Het voldoet daarmee niet aan de eisen van art. 407 lid 2 Rv Voor zover het onderdeel het Hof nog een verkeerde waardering van de stukken aanwrijft, faalt het omdat: a. de waardering van bewijsmiddelen is voorbehouden aan het oordeel van de feitenrechter (art. 152 lid 2 Rv); b. niet op begrijpelijke wijze wordt aangegeven waarom 's Hofs oordeel de toets der kritiek niet zou kunnen doorstaan. In dat verband verdient nog opmerking dat de toetsingsmarge op dit punt in cassatie uitermate beperkt is.(6) 4.22 Onderdeel strekt, naar ik begrijp, andermaal ten betoge dat het Hof een deskundigenbericht had moeten bevelen. Het faalt op de onder 4.16 genoemde grond Onderdeel behelst eenzelfde klacht. Het faalt eveneens Onderdeel valt uiteen in verschillende subklachten Een aantal subklachten stelt andermaal het passeren van het verzoek om een deskundigenbericht aan de orde. Deze falen op de al vaker genoemde grond De klacht dat het Hof het bewijsaanbod [betrokkene 3] - kennelijk als getuige - te doen horen heeft gepasseerd, voldoet niet aan de eisen van art. 407 lid 2 Rv. Immers wordt niet aangegeven waar dit aanbod zou zijn gedaan Bovendien heeft het Hof in rov van het eindarrest aangegeven waarom een verhoor van [betrokkene 3] niet nodig is. Het onderdeel geeft niet aan dat, laat staan waarom, het Hof het bewijsaabod(7) niet op die grond heeft kunnen passeren.

10 4.28 Ten overvloede: het nut van het horen van [betrokkene 3] springt in het licht van zijn onder 2.13 weergegeven oordeel niet aanstonds in het oog Het onderdeel komt ten slotte op tegen 's Hofs oordeel dat het bewijsaanbod te vaag is. Voor zover het bedoelt te zeggen dat een bewijsaanbod niet op die grond kan worden gepasseerd, berust het op een onjuiste rechtsopvatting Voor zover het onderdeel er over bedoelt te klagen dat het bewijsaanbod te vaag was, voldoet het niet aan de eisen van art. 407 lid 2 Rv. Immers wordt niet aangegeven in welk opzicht het voldoende specifiek en ter zake dienend zou zijn Ten overvloede teken ik nog aan dat [eiser] in deze procedure een grote hoeveelheid medische stukken heeft overgelegd. Het Hof heeft deze zorgvuldig gewogen en te licht bevonden om de stellingen van [eiser] te kunnen dragen. Zeker in een procedure waarin reeds zoveel deskundig materiaal voorhanden is, kan redelijkerwijs van een eisende partij worden gevergd dat hij concreet aangeeft in welk opzicht hij nog meer wil bewijzen Anders dan de steller van het middel mogelijk meent, is rechtens niet beslissend wat partijen voldoende of relevant achten achten Onderdeel richt zich tegen rov. 2.9 van het eindarrest. Het voert aan dat het Hof ten onrechte heeft overwogen dat bij de toetsing aan de in rov. 2.7 van het eindarrest gegeven maatstaf slechts gewicht toekomt "aan medische bescheiden waarvan blijkt dat die zijn gebaseerd op eigen medisch onderzoek van [betrokkene 1] en die bevindingen omtrent haar motoriek inhouden." Volgens de klacht is elk bewijsmiddel toegelaten; het komt, zo begrijp ik, enkel aan op "de redengevendheid van zo'n bewijsmiddel" De klacht mist feitelijke grondslag. De reden waarom het Hof aan een aantal stukken geen betekenis heeft toegekend, houdt nu juist verband met - wat het onderdeel aanduidt als - "de redengevendheid van het bewijsmiddel". Het Hof heeft dat oordeel in rov. 2.9 gemotiveerd. Het middel geeft niet op begrijpelijke wijze aan waarom dat oordeel onjuist of onbegrijpelijk zou zijn Voor het overige behelst het onderdeel kennelijk andermaal een klacht over het niet gelasten van deskundigenonderzoek. Daarop ga ik niet opnieuw in Onderdeel 2.3 bouwt voort op de hiervoor besproken klachten en kan derhalve niet slagen In de s.t. op middel I onder 2.3 van mr Garretsen wordt het Hof nog verweten dat het proces niet eerlijk was. Naar ik begrijp omdat het Hof het "processuele debat" niet heeft "aangestuurd" Deze klacht is in het middel niet te lezen; alleen al daarom kan zij [eiser] niet baten Zij zou ook bij inhoudelijke beoordeling niet hebben kunnen slagen. In de eerste plaats omdat het Hof zodanige "aansturingsbevoegdheid" niet had; zie onder 4.4. Bovendien is duister wat deze kwestie van doen heeft met een eerlijk proces.

11 4.40 In de s.t. op middel II onder 3.1 wordt het Hof nog verweten [eiser] niet te hebben toegelaten zijn stellingen te staven Ook een dergelijke klacht komt in het middel niet voor. En ook zij zou falen bij inhoudelijke beoordeling. Immers heeft het Hof [eiser] juist buitengewoon veel ruimte gegeven om in een buitengewoon laat stadium - te weten aan het slot van de behandeling in appèl en na tussenarrest - zijn vordering nader te onderbouwen. Als op deze gang van zaken iets valt aan te merken, dan is het m.i. juist dat het Hof daarvoor, gezien het stadium van de procedure, te veel ruimte heeft geboden. In dat verband merk ik ten overvloede nog op dat het in feite gaat om beweerde fouten die bij de geboorte in 1975 zijn gemaakt. 5. Bespreking van de incidentele klachten is overbodig Nu geen van de klachten van [eiser] slaagt, is de voorwaarde waaronder het incidentele cassatieberoep klaarblijkelijk is ingesteld(8) niet vervuld. Het behoeft mitsdien geen bespreking. Conclusie Deze conclusie strekt tot verwerping van het principale beroep. De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden, Advocaat-Generaal 1 Het Hof zinspeelt daarop in rov. 2.6 van het eindarrest. Gezien het (goeddeels ontbreken van een) processuele debat daarover kon het Hof er niet nader op ingaan. Op de rechtsverwerking in de beperkte zin die daaraan door [verweerder] c.s. was gegeven, was het Hof al in het tussenarrest ingegaan in rov Dat stelsel geldt niet alleen in Nederland, maar in vrijwel alle westerse landen. Dat is, voor zover mij bekend, ten dele slechts anders in Nieuw-Zeeland en op grond van veelal afgesloten particuliere verzekeringen in Frankrijk. 3 T&C Burgerlijke Rechtsvordering (Winters) art. 401a Rv. aant. 5 onder b. 4 Zie bijvoorbeeld: HR 6 december 2002, NJ 2003, 63 rov. 3.5; HR 14 december 2001, NJ 2002, 73, rov ; HR 16 april 1999, NJ 1999, 666, rov. 3.7 en HR 6 januari 1989, NJ 1989, 283, rov HR 8 juni 2001, NJ 2001, Dat geldt - uiteraard - ook in medische kwesties; zie bijv. HR 11 mei 2001, reknr. R 99/166 rov Gesteld al dat rov aldus moet worden gelezen dat het naar 's Hofs oordeel expliciet betrekking had op [betrokkene 3].

12 8 Zie onder 2.11.

ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 20-06-2008 Datum publicatie 20-06-2008 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie C07/041HR

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 Instantie Datum uitspraak 21-06-2016 Datum publicatie 24-04-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie - Vindplaatsen Uitspraak Gerechtshof

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 06-02-2017 Zaaknummer 200.174.828/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2018:484. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/01642

ECLI:NL:HR:2018:484. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/01642 ECLI:NL:HR:2018:484 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 30-03-2018 Datum publicatie 30-03-2018 Zaaknummer 17/01642 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2018:46

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 25-07-2007 Datum publicatie 31-07-2007 Zaaknummer 0600466 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

JA 2017/99 met annotatie van mr. L. Boersma

JA 2017/99 met annotatie van mr. L. Boersma ECLI:NL:PHR:2017:47 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 03-02-2017 Datum publicatie 21-04-2017 Zaaknummer 16/01604 Formele relaties Rechtsgebieden Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2017:757, Gevolgd

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2013:873 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04481

ECLI:NL:PHR:2013:873 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04481 ECLI:NL:PHR:2013:873 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 20-09-2013 Datum publicatie 08-11-2013 Zaaknummer 12/04481 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

ECLI:NL:HR:2010:BO2558 ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:5534 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHARL:2015:5534 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHARL:2015:5534 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 21-07-2015 Datum publicatie 23-07-2015 Zaaknummer 200.128.839-01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 Instantie Datum uitspraak 15-08-2017 Datum publicatie 16-08-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.216.119_01

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2016:7784

ECLI:NL:GHARL:2016:7784 ECLI:NL:GHARL:2016:7784 Instantie Datum uitspraak 27-09-2016 Datum publicatie 28-09-2016 Zaaknummer 200.137.907/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2009:BG2238 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:PHR:2009:BG2238 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:PHR:2009:BG2238 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 30-01-2009 Datum publicatie 30-01-2009 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie C07/181HR

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2013:3247 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2013:3247 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2013:3247 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 08-10-2013 Datum publicatie 06-01-2014 Zaaknummer 200.035.875-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 06-05-2014 Datum publicatie 07-05-2014 Zaaknummer HD 200.134.974_01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2004:AM2315

ECLI:NL:HR:2004:AM2315 ECLI:NL:HR:2004:AM2315 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 16-01-2004 Datum publicatie 16-01-2004 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie C02/203HR Conclusie: ECLI:NL:PHR:2004:AM2315

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2016:65. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/05661

ECLI:NL:HR:2016:65. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/05661 ECLI:NL:HR:2016:65 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 15-01-2016 Datum publicatie 15-01-2016 Zaaknummer 14/05661 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:2048,

Nadere informatie

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie: LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, 225359 Datum uitspraak: 15-02-2012 Datum publicatie: Rechtsgebied: 17-02-2012 Handelszaak Soort procedure: Kort geding Inhoudsindicatie: In deze zaak

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 20-06-2007 Datum publicatie 25-06-2007 Zaaknummer 0600267 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2016:2707. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/05236

ECLI:NL:HR:2016:2707. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/05236 ECLI:NL:HR:2016:2707 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 25-11-2016 Datum publicatie 25-11-2016 Zaaknummer 15/05236 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:874,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:6585

ECLI:NL:GHARL:2015:6585 ECLI:NL:GHARL:2015:6585 Instantie Datum uitspraak 08-09-2015 Datum publicatie 26-10-2015 Zaaknummer 200.134.402 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2004:AO4119

ECLI:NL:GHSHE:2004:AO4119 ECLI:NL:GHSHE:2004:AO4119 Instantie Datum uitspraak 27-01-2004 Datum publicatie 20-02-2004 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch C0201298-RO Civiel

Nadere informatie

Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar.

Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar. Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar. In het kader van het uit elkaar gaan van klager en zijn partner moet de gemeenschappelijke woning getaxeerd

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2013:245 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2013:245 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2013:245 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-01-2013 Datum publicatie 26-05-2014 Zaaknummer 200.053.330-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

I n z a k e: T e g e n:

I n z a k e: T e g e n: HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418 ECLI:NL:RBLIM:2017:4418 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 04052017 Datum publicatie 15052017 Zaaknummer C/03/232895 / KG ZA 17112 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBROT:2016:3597, Bekrachtiging/bevestiging

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBROT:2016:3597, Bekrachtiging/bevestiging ECLI:NL:RVS:2017:84 Instantie Raad van State Datum uitspraak 18-01-2017 Datum publicatie 18-01-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604839/1/A2 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:983. Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-10-2013 Datum publicatie

ECLI:NL:HR:2013:983. Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-10-2013 Datum publicatie ECLI:NL:HR:2013:983 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-10-2013 Datum publicatie 18-10-2013 Zaaknummer 12/03380 Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:52, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHSGR:2012:BW8529,

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2009:BK0872 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 08/04647

ECLI:NL:PHR:2009:BK0872 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 08/04647 ECLI:NL:PHR:2009:BK0872 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 18-12-2009 Datum publicatie 18-12-2009 Zaaknummer 08/04647 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:361 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:361 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2016:361 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 02-02-2016 Datum publicatie 31-03-2017 Zaaknummer 200.163.502/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-06-2008 Datum publicatie 12-02-2009 Zaaknummer 104.003.290 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2014:156. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00392

ECLI:NL:HR:2014:156. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00392 ECLI:NL:HR:2014:156 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 24-01-2014 Datum publicatie 24-01-2014 Zaaknummer 13/00392 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:1257,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239

ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239 ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 14-11-2006 Datum publicatie 17-01-2007 Zaaknummer 2006/346 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:BZ5048

ECLI:NL:HR:2013:BZ5048 ECLI:NL:HR:2013:BZ5048 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 22-03-2013 Datum publicatie 22-03-2013 Zaaknummer 11/05644 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie In cassatie op

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:3565

ECLI:NL:RBROT:2017:3565 ECLI:NL:RBROT:2017:3565 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 19-04-2017 Datum publicatie 10-05-2017 Zaaknummer C/10/507047 / HA ZA 16-758 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:3066

ECLI:NL:GHDHA:2014:3066 ECLI:NL:GHDHA:2014:3066 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 09-09-2014 Datum publicatie 25-09-2014 Zaaknummer 200.133.088/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Hoge Raad der Nederlanden

Hoge Raad der Nederlanden 6 maart 1998 Eerste Kamer Nr. 16.561 (C97/040 HR) AS Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: Karl Heinz HILLE, wonende te Haarlem, EISER tot cassatie, advocaat : mr E. Grabandt, t e g e n 1. de

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2015:1871. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:589, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2015:1871. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:589, Gevolgd ECLI:NL:HR:2015:1871 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 10-07-2015 Datum publicatie 10-07-2015 Zaaknummer 14/04610 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:589,

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06 ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 06-03-2007 Datum publicatie 06-03-2007 Zaaknummer 00636/06 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2012:BW1285 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 11/01468

ECLI:NL:PHR:2012:BW1285 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 11/01468 ECLI:NL:PHR:2012:BW1285 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 01-06-2012 Datum publicatie 01-06-2012 Zaaknummer 11/01468 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 08-10-2013 Datum publicatie 06-01-2014 Zaaknummer 200.121.491-01 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

LJN: BY3633, Gerechtshof Leeuwarden, /01

LJN: BY3633, Gerechtshof Leeuwarden, /01 LJN: BY3633, Gerechtshof Leeuwarden, 200.092.893/01 Datum uitspraak: 20-11-2012 Datum publicatie: 20-11-2012 Rechtsgebied: Handelszaak Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Ziektekostenverzekering

Nadere informatie

Conclusie. Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie - JOL 2002, 532 NJ 2002, 558 RvdW 2002, 159 JWB 2002/365

Conclusie. Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie - JOL 2002, 532 NJ 2002, 558 RvdW 2002, 159 JWB 2002/365 ECLI:NL:PHR:2002:AE4430 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 11-10-2002 Datum publicatie 11-10-2002 Zaaknummer C00/345HR Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2002:AE4430 Rechtsgebieden

Nadere informatie

het college van beroep voor de examens van Fontys Hogescholen (hierna: CBE), verweerder.

het college van beroep voor de examens van Fontys Hogescholen (hierna: CBE), verweerder. Zaaknummer : 2013/041 Rechter(s) : mrs. Olivier, Troostwijk, Scholten-Hinloopen Datum uitspraak : 12 juni 2013 Partijen : Appellante tegen CBE Fontys Hogescholen Trefwoorden : Beoordeling, bindend negatief

Nadere informatie

LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB

LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB Datum uitspraak: 20-01-2009 Datum publicatie: 04-02-2009 Rechtsgebied: Bijstandszaken Soort procedure:

Nadere informatie

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:gharl...

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:gharl... 1 of 5 31-01-16 21:27 Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:GHARL:2013:5729 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecl Instantie Datum uitspraak 30-07-2013 Datum publicatie 01-08-2013

Nadere informatie

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten,

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten, Vonnis RECHTBANK LEEUWARDEN Sector kanton Locatie Heerenveen zaak-/rolnummer: 371218 CV EXPL i 1-5231 vonnis van de kantonrechter d.d. 14 maart 2012 inzake X wonende te eiser. procederende met toevoeging.

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:1333 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:1333 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:GHAMS:2016:1333 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 12-04-2016 Datum publicatie 14-04-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200.180.180/01

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:2348

ECLI:NL:RVS:2016:2348 ECLI:NL:RVS:2016:2348 Instantie Raad van State Datum uitspraak 31-08-2016 Datum publicatie 31-08-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201506454/1/A3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:1522

ECLI:NL:RVS:2013:1522 ECLI:NL:RVS:2013:1522 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-10-2013 Datum publicatie 16-10-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206838/1/A3 Bestuursrecht Tussenuitspraak

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2014:10207

ECLI:NL:GHARL:2014:10207 ECLI:NL:GHARL:2014:10207 Instantie Datum uitspraak 30-12-2014 Datum publicatie 07-01-2015 Zaaknummer 200.154.059-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:AZ9709

ECLI:NL:RVS:2007:AZ9709 ECLI:NL:RVS:2007:AZ9709 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-02-2007 Datum publicatie 07-03-2007 Zaaknummer 200607659/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2001:AD4914

ECLI:NL:HR:2001:AD4914 1 of 5 12-10-2014 15:35 ECLI:NL:HR:2001:AD4914 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 14-12-2001 Datum publicatie 14-12-2001 Zaaknummer C00/042HR Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2001:AD4914 Rechtsgebieden

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2007:BB0694

ECLI:NL:CRVB:2007:BB0694 ECLI:NL:CRVB:2007:BB0694 Instantie Datum uitspraak 25-07-2007 Datum publicatie 02-08-2007 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 05-4212 WVG Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:218 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2014:218 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2014:218 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-01-2014 Datum publicatie 02-04-2014 Zaaknummer 200.091.734-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2001:AB2754

ECLI:NL:PHR:2001:AB2754 ECLI:NL:PHR:2001:AB2754 Instantie Datum uitspraak 09-11-2001 Datum publicatie 12-11-2001 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie Parket bij de Hoge Raad C00/054HR

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2013:2044 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2013:2044 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2013:2044 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 11-07-2013 Datum publicatie 17-07-2013 Zaaknummer 12-00035 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2016:7955 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHARL:2016:7955 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHARL:2016:7955 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 04-10-2016 Datum publicatie 28-10-2016 Zaaknummer 200.177.389 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2007:BB8805 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 1659/05

ECLI:NL:GHAMS:2007:BB8805 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 1659/05 ECLI:NL:GHAMS:2007:BB8805 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 30-08-2007 Datum publicatie 14-12-2007 Zaaknummer 1659/05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2009:BJ1071

ECLI:NL:CRVB:2009:BJ1071 ECLI:NL:CRVB:2009:BJ1071 Instantie Datum uitspraak 04-06-2009 Datum publicatie 01-07-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 07-5093 WWB Bestuursrecht

Nadere informatie

1.3 De Beroepscommissie heeft het principaal en het incidenteel beroep mondeling behandeld op 25 maart Beide partijen waren aanwezig.

1.3 De Beroepscommissie heeft het principaal en het incidenteel beroep mondeling behandeld op 25 maart Beide partijen waren aanwezig. Uitspraak Commissie van Beroep 2013-15 d.d. 24 mei 2013 (prof. mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. A. Bus, mr. F.H.J. Mijnssen, mr. F. Peijster en mr. A. Rutten-Roos, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)

Nadere informatie

Afkoopsom lijfrente belast in het jaar waarin de afkoopsom vorderbaar en inbaar is

Afkoopsom lijfrente belast in het jaar waarin de afkoopsom vorderbaar en inbaar is Afkoopsom lijfrente belast in het jaar waarin de afkoopsom vorderbaar en inbaar is ECLI:NL:GHARL:2015:4336 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 16-06-2015 Datum publicatie 19-06-2015

Nadere informatie

Taxatie. Onjuiste taxatiewaarde. Taxatie buiten aanwezigheid van de belanghebbende partij.

Taxatie. Onjuiste taxatiewaarde. Taxatie buiten aanwezigheid van de belanghebbende partij. Taxatie. Onjuiste taxatiewaarde. Taxatie buiten aanwezigheid van de belanghebbende partij. Klaagster heeft in verband met de verdeling van een gemeenschap van goederen verschillende gerechtelijke procedures

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2015:3006

ECLI:NL:GHSHE:2015:3006 ECLI:NL:GHSHE:2015:3006 Instantie Datum uitspraak 04082015 Datum publicatie 24122015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 'shertogenbosch HD 200.159.533_01

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2011:BU6154

ECLI:NL:GHSGR:2011:BU6154 ECLI:NL:GHSGR:2011:BU6154 Instantie Datum uitspraak 26-10-2011 Datum publicatie 06-12-2011 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 200.086.890/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ0856

ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ0856 ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ0856 Instantie Datum uitspraak 05-12-2012 Datum publicatie 08-02-2013 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 200.109.671-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1856

ECLI:NL:RVS:2017:1856 ECLI:NL:RVS:2017:1856 Instantie Raad van State Datum uitspraak 12-07-2017 Datum publicatie 12-07-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201608063/1/A2 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 29-04-2014 Datum publicatie 01-05-2014 Zaaknummer HD 200.136.561_01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:BX5879, Meerdere afhandelingswijzen

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:BX5879, Meerdere afhandelingswijzen ECLI:NL:RVS:2013:375 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-07-2013 Datum publicatie 17-07-2013 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201209590/1/A1 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2011:BQ6783

ECLI:NL:RVS:2011:BQ6783 ECLI:NL:RVS:2011:BQ6783 Instantie Raad van State Datum uitspraak 01-06-2011 Datum publicatie 01-06-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201101191/1/H2 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:37. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 12/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ5416, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2013:37. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 12/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ5416, Gevolgd ECLI:NL:HR:2013:37 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 28-06-2013 Datum publicatie 04-07-2013 Zaaknummer 12/00171 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ5416,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2010:932 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2010:932 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2010:932 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 30-03-2010 Datum publicatie 05-01-2016 Zaaknummer 200.015.254-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBOBR:2013:5574, Bekrachtiging/bevestiging

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBOBR:2013:5574, Bekrachtiging/bevestiging ECLI:NL:RVS:2015:258 Instantie Raad van State Datum uitspraak 04-02-2015 Datum publicatie 04-02-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201309828/1/A3 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2014:39. Uitspraak. Centrale Raad van Beroep. Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:CRVB:2014:39. Uitspraak. Centrale Raad van Beroep. Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:CRVB:2014:39 Instantie Datum uitspraak 15-01-2014 Datum publicatie 17-01-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 11-7549 WAJONG Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1318

ECLI:NL:RVS:2017:1318 ECLI:NL:RVS:2017:1318 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-05-2017 Datum publicatie 17-05-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201607764/1/A2 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:1768

ECLI:NL:RVS:2015:1768 ECLI:NL:RVS:2015:1768 Instantie Raad van State Datum uitspraak 03-06-2015 Datum publicatie 03-06-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201407801/1/A3 Eerste

Nadere informatie

Wetsverwijzingen Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering 407, geldigheid:

Wetsverwijzingen Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering 407, geldigheid: ECLI:NL:PHR:2000:AA7202 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 22-09-2000 Datum publicatie 14-08-2001 Zaaknummer C98/380HR Formele relaties Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2000:AA7202 Rechtsgebieden

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446

ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446 ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 04-02-2009 Datum publicatie 03-03-2009 Zaaknummer 265169 / HA ZA 06-1949 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:2114

ECLI:NL:CRVB:2016:2114 ECLI:NL:CRVB:2016:2114 Instantie Datum uitspraak 07-06-2016 Datum publicatie 14-06-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/4611 WWB Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:2682

ECLI:NL:GHARL:2017:2682 ECLI:NL:GHARL:2017:2682 Instantie Datum uitspraak 28-03-2017 Datum publicatie 30-03-2017 Zaaknummer 200.189.034/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

Hoge Raad der Nederlanden

Hoge Raad der Nederlanden c. ' ir. ij i O 29 mei 1987 Eerste Kamer Nr. 12.908 AT Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: 1. Peter STRUYCKEN, wonende te Gorinchem, 2. Gerard Anthony UNGER, wonende te Bussum, EISERS tot

Nadere informatie

Beheerovereenkomst. Extra betaalde werkzaamheden vanouds verricht. De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Beheerovereenkomst. Extra betaalde werkzaamheden vanouds verricht. De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: Beheerovereenkomst. Extra betaalde werkzaamheden vanouds verricht. Klager is sinds enige jaren eigenaar van een tweetal panden die voorheen eigendom van klagers vader waren. Beklaagde voert al sinds jaar

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2005:AT7137

ECLI:NL:RBARN:2005:AT7137 ECLI:NL:RBARN:2005:AT7137 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 20-04-2005 Datum publicatie 09-06-2005 Zaaknummer 125734 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding

Nadere informatie

Conclusie. Zaaknr: 17/01169 mr. F.F. Langemeijer Zitting: 30 mei Conclusie inzake: [betrokkene] tegen. Officier van Justitie Noord-Nederland

Conclusie. Zaaknr: 17/01169 mr. F.F. Langemeijer Zitting: 30 mei Conclusie inzake: [betrokkene] tegen. Officier van Justitie Noord-Nederland ECLI:NL:PHR:2017:598 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 30-05-2017 Datum publicatie 07-07-2017 Zaaknummer 17/01169 Formele relaties Rechtsgebieden Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2017:1267,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2017:647

ECLI:NL:GHDHA:2017:647 ECLI:NL:GHDHA:2017:647 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 07-02-2017 Datum publicatie 14-03-2017 Zaaknummer 200.207.571/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en

Nadere informatie

Samenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene. 1. Procesverloop

Samenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene. 1. Procesverloop Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-373 d.d. 9 oktober 2014 (mr. P.A. Offers, prof. mr. E.H. Hondius en drs. W. Dullemond, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201109405/1 /V4. Datum uitspraak: 20 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2007:BA4611 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C05/352

ECLI:NL:GHAMS:2007:BA4611 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C05/352 ECLI:NL:GHAMS:2007:BA4611 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 18-01-2007 Datum publicatie 31-08-2010 Zaaknummer C05/352 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD. Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K

Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD. Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K Inzake de klacht van [Klaagster BV], gevestigd te [gemeente] aan de [adres], hierna te noemen klaagster,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:753 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:753 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2016:753 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-03-2016 Datum publicatie 04-03-2016 Zaaknummer 200.155.292/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2007:BB1240

ECLI:NL:RBROT:2007:BB1240 ECLI:NL:RBROT:2007:BB1240 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20-06-2007 Datum publicatie 07-08-2007 Zaaknummer 266642 / HA ZA 06-2184 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2005:AU3334 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 04/04123

ECLI:NL:GHAMS:2005:AU3334 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 04/04123 ECLI:NL:GHAMS:2005:AU3334 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 20-09-2005 Datum publicatie 05-10-2005 Zaaknummer 04/04123 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

Vindplaatsen Rechtspraak.nl. Uitspraak

Vindplaatsen Rechtspraak.nl. Uitspraak ECLI:NL:HR:2017:5 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 06-01-2017 Datum publicatie 06-01-2017 Zaaknummer 15/03526 Formele relaties In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2015:2209, (Gedeeltelijke) vernietiging

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2008:BH2220

ECLI:NL:GHSGR:2008:BH2220 ECLI:NL:GHSGR:2008:BH2220 Instantie Datum uitspraak 30-12-2008 Datum publicatie 06-02-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 105.007.173/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:14100

ECLI:NL:RBDHA:2016:14100 ECLI:NL:RBDHA:2016:14100 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 10112016 Datum publicatie 22112016 Zaaknummer 5138842/1616752 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2003:AF2831

ECLI:NL:HR:2003:AF2831 ECLI:NL:HR:2003:AF2831 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 04-04-2003 Datum publicatie 04-04-2003 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie C01/186HR Conclusie: ECLI:NL:PHR:2003:AF2831

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580 ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 22-02-2011 Datum publicatie 06-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB 10-504 AOW Bestuursrecht

Nadere informatie

Zaaknummer : 2014/159 en Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 17 oktober 2014 Partijen : Verzoekster tegen Hogeschool voor de Kunsten

Zaaknummer : 2014/159 en Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 17 oktober 2014 Partijen : Verzoekster tegen Hogeschool voor de Kunsten Zaaknummer : 2014/159 en 159.1 Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 17 oktober 2014 Partijen : Verzoekster tegen Hogeschool voor de Kunsten Utrecht Trefwoorden : Beoordeling, kennen en kunnen, onverwijlde

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BS8906

ECLI:NL:RBAMS:2011:BS8906 ECLI:NL:RBAMS:2011:BS8906 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 13-09-2011 Datum publicatie 14-09-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 497590 / KG ZA 11-1292 MvW/JWR

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:3143

ECLI:NL:CRVB:2016:3143 ECLI:NL:CRVB:2016:3143 Instantie Datum uitspraak 23-08-2016 Datum publicatie 29-08-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/2337 WWB Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:3831

ECLI:NL:RBDHA:2016:3831 ECLI:NL:RBDHA:2016:3831 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 05-04-2016 Datum publicatie 16-06-2016 Zaaknummer AWB - 16 _ 315 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie