Universiteit Gent. Oosterse Talen en Culturen. Klassiek Chinees I. Vertalingen Shadick 1-5. Versie 1.0: vertalingen, niet herzien.

Transcriptie

1 Universiteit Gent Oosterse Talen en Culturen Klassiek Chinees I Vertalingen Shadick 1-5 Versie 1.0: vertalingen, niet herzien. Micha Libert, studiepraeses Tomo no Kai Intellectueel eigendom van Tomo no Kai

2 Inhoudstafel Les 1:... 3 Les 2:... 4 Les 3:... 5 Les 4:... 6 Les 5:... 7 Beste Japanologie- en Sinologiestudent, Studentencursussen zijn er om het de studenten iets makkelijker te maken voor de testen en tijdens de blok. De vertalingen van de teksten zijn om na te kijken en aan te vullen indien er delen ontbreken of onleesbaar zijn in je notities. Wij garanderen niet dat alles 100% klopt: de stucu is uitsluitend in combinatie met je eigen nota s te gebruiken. Wij willen erop aandringen dat naar de les gaan een strikte noodzakelijkheid is. Zonder lessen buis je gegarandeerd! Het is dus niet de bedoeling dat je tijdens de les niet mee vertaalt omdat de vertaling er al is. Om deze reden verdelen we de stucu s pas laat op het semester. Veel succes met de studies, Micha Libert, namens het Tomo no Kai praesidium 友 の 会 Vertalingen Klassiek Chinees I 2

3 Les 1 1. De kraai zingt in de boom. 2. De jongen treft hem met een steen. 3. Vader zegt: waarom tref je de kraai? 4. De jongen zegt: de mensen zeggen dat het gezang van de ekster voorspoedig is, en het gezang van de kraai rampspoedig. 5. Diegene die nu zingt, in de kraai. 6. Daarom tref ik hem. 7. Vader zegt: de kennis van mensen is groot in vergelijking met de kennis van vogels. 8. De mensen kunnen het lot niet kennen; waarmee zou een vogel het dan kunnen kennen? 友 の 会 Vertalingen Klassiek Chinees I 3

4 Les 2 1. Op een avond speelt een groep kinderen op het erf. 2. De heldere maan komt net op. 3. De schaduw van de boom in de binnentuin vult de grond. 4. Alle kinderen zijn blij. 5. Na een poosje is er één kind dat plots voelt dat er iemand is die hem volgt. 6. Hij is heel bang. 7. Haastig vertelt hij het aan zijn vriend. 8. De vriend zegt: diegene die jou volgt, is precies je schaduw. 9. Terwijl jij wandelt onder de maan, komt deze op en dan is er jouw schaduw. 10. Waarom ben je er bang van? 友 の 会 Vertalingen Klassiek Chinees I 4

5 Les 3 1. In de bergen zitten tijgers. 2. Die kwetsen de mensen en schaden het vee. 3. Een jager plant de tijgers te vangen. 4. Hij schrijft grote karakters op de muur die zeggen: 5. hier beneden is een tijgerval, wandelaar, stopt uw schreden. 6. De karakters zijn niet alleen groot, maar ook duidelijk. 7. Degene van de dorpelingen die die geen karakters kan lezen, passeert voorbij de muur. 8. Hij zingt en wandelt. 9. Per vergissing trapt hij op de tijgerval en valt in zijn midden. 10. Hij roept luid om hulp te vragen. 11. Nadat hij eruit is gekropen, legt iemand hem de betekenis uit van de karakters op de muur. 12. De dorpeling klaagt: als ik de karakters had kunnen kennen, hoe had het dan zover kunnen komen? 友 の 会 Vertalingen Klassiek Chinees I 5

6 Les 4 1. De kraai heeft grote dorst. 2. Hij ziet dat er in de tuin een waterpot staat, waaruit hij wil drinken. 3. De kruik is diep en het water is ondiep. 4. Hoewel de kraai zijn kracht uitput om zijn nek te strekken, slaagt hij er niet in het water te drinken. 5. Hij heft het hoofd, denkt na en zegt: als de pot ondiep is en het water diep, dan kan ik drinken. 6. Nu is niet alleen de kruik diep, ook het water is ondiep. 7. Zelfs als ik de lengte van mijn nek verdubbel, dan nog kan ik niet bereiken te drinken. 8. Hoe kan ik dan mijn dorst lessen? 9. Na lange tijd realiseert de kraai zich iets. 10. Hij vliegt weg. 11. Hij neemt stenen in zijn bek en komt terug aan. 12. Hij gooit de stenen in de pot, gaat over en weer, tien en meer keer. 13. De stenen worden opgestapeld, het water stijgt. 14. De kraai bereikt te drinken, zijn dorst wordt vervolgens gelest. 友 の 会 Vertalingen Klassiek Chinees I 6

7 Les 5 1. Zĭ Zhuórúzì is een goede schutter van Zhèng. 2. De mensen van Zhèng zenden hem om Wēi aan te vallen. 3. Wēi stuurt Yūgong Zhīsí om hem te achtervolgen. 4. Zĭ Zhuórúzì zegt: vandaag ben ik ziek. 5. Ik kan de boog niet vasthouden. Ik zal sterven. 6. Hij vraagt aan zijn leerling: wie is degene die mij achtervolgt? 7. De dienaar zegt: Het is Yūgong Zhīsí. 8. Zĭ Zhuórúzì zegt: ik leef. 9. Zijn dienaar zegt: Yūgong Zhīsí is degene van Wēi die goed kan schieten. 10. Als de meester zegt ik leef, wat heeft dit dan te betekenen? 11. Zĭ Zhuórúzì zegt: de leraar van Yūgong Zhīsí is Yīngongzhītuō. De meester van Yīngongzhītuō ben ik net. 12. Yīngongzhītuō is een heer. Zijn vriend is noodzakelijkerwijze geen achterbaks iemand. 13. Yūgong Zhīsí arriveert. Hij zegt: 14. Meester, waarom hou je je boog niet vast? 15. Zĭ Zhuórúzì zegt: ik ben ziek. 16. Yūgong Zhīsí zegt: de meester van ik, onwaardige, is de volgeling van u, meester. 17. Ik verdraag het niet de meester te schaden met de weg van mijn meester op zijn beurt. 18. Hoewel het zo is dat de taak van vandaag een taak van onze vorsten is, durf ik het niet te verwaarlozen. 19. Hij neemt het metaal van zijn pijl weg, schiet viermaal en keert dan terug. 友 の 会 Vertalingen Klassiek Chinees I 7