Raadsvergadering van 14 maart 2013 Agendanummer: 9.3

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Raadsvergadering van 14 maart 2013 Agendanummer: 9.3"

Transcriptie

1 RAADSVOORSTEL Verseon kenmerk: Raadsvergadering van 14 maart 2013 Agendanummer: 9.3 Onderwerp: de Maatregelen- en handhavingsverordening Inkomensvoorzieningen 2013 gemeente Moerdijk Verantwoordelijk portefeuillehouder: Mr. A. Grootenboer - Dubbelman SAMENVATTING Op 1 januari 2013 is de "Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving" in werking getreden. Deze nieuwe wet regelt o.a. dat fraude met uitkeringen op het terrein van Sociale Zaken en Werkgelegenheid veel zwaarder wordt bestraft. Ook zijn in de wet strengere regels voor ondernemers opgenomen. Deze regels moeten vooral de groep van hardnekkige fraudeurs afschrikken. Met de wet wil de regering duidelijk maken dat misbruik van deze regelingen niet loont. De huidige verordeningen voor het toepassen van maatregelen op het terrein van de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz) w orden met het vaststellen van de voorliggende verordening (regionaal afgestemd) aan deze wettelijke ontwikkelingen aangepast. Daarnaast wordt met het vaststellen van de voorliggende verordening bereikt, dat het aantal verordeningen wordt beperkt. De afzonderlijke verordeningen Wwb en Ioaw/z op het gebied van maatregelen, boete bij recidive en handhaving worden geïntegreerd in één verordening. KADERS Aanleiding Op 1 januari 2013 is de "Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving" in werking getreden. Deze nieuwe wet regelt dat fraude met uitkeringen op het terrein van Sociale Zaken en Werkgelegenheid veel zwaarder wordt bestraft. Deze regels moet vooral de groep van hardnekkige fraudeurs afschrikken. Met de wet wil de regering duidelijk maken dat misbruik van deze regelingen niet loont. Bij fraude met een uitkering moet alles worden terugbetaald en wordt op basis van de Wwb een veel hogere boete opgelegd dan op dit moment mogelijk is. Ook is er het risico op het (tijdelijk) stopzetten van de volledige uitkering. Ondernemers kunnen bij overtreding van de arbeidsregels naast een hogere boete ook te maken krijgen met het preventief stilleggen van hun bedrijf. De gemeentelijke invloed op de wetgeving is beperkt. De bevoegdheid van uw raad strekt zich slechts uit over het al dan niet in acht nemen van de beslagvrije voet bij verrekening van de recidiveboete. Doelstellingen Uniformering van de regionale verordeningen. De verordeningen zijn voor de 5 regiogemeenten opgesteld en zijn identiek. Tevens wordt nu gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de afzonderlijke verordening mbt onderwerp in 1 verordening onder te brengen. TOELICHTING OP VOORSTEL Onderbouwing advies De reden om deze verordening aan u voor te leggen is als volgt. Voor 1 januari 2013 vielen de sociale voorzieningen als de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw) en de Wet inkomensvoorziening oudere en 1

2 gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz) niet onder een boeteregime. Schending van de inlichtingenplicht werd gesanctioneerd middels een verlaagde uitkering op grond van de (gemeentelijke) maatregelenverordening. Met de "Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving" komt hieraan een einde en is voor deze drie wetten, bij schending van de inlichtingenplicht, de bestuurlijke boete ingevoerd. Gemeenten zijn verplicht deze sancties in de vorm van een boete uit te voeren. Het argument van het Kabinet voor het invoeren van een bestuurlijke boete ten opzichte van een maatregel is, dat een boete ongeacht de financiële situatie van betrokkene kan worden opgelegd. Een maatregel middels verlaging van de uitkering kan immers alleen worden uitgevoerd als de desbetreffende uitkering nog doorloopt. Bij een lopende uitkering wordt het college nu vanuit de wet verplicht een bestuurlijke boete op te leggen en deze te verrekenen. Bij een eerste overtreding moet bij deze verrekening de bescherming van de beslagvrije voet in acht genomen worden. Is echter sprake van een bestuurlijke boete wegens een herhaalde schending (recidive), dan kan gedurende maximaal drie maanden zonder toepassing van de beslagvrije voet worden verrekend. De regels met betrekking tot verrekening van een boete wegens schending van de inlichtingenplicht bij recidive moeten op basis van de Wwb, Ioaw/z bij verordening door de raad worden vastgesteld. De bevoegdheid van uw raad strekt zich slechts uit over het al dan niet in acht nemen van de beslagvrije voet bij verrekening van de recidiveboete. Gemeenten zijn vrij te bepalen hoe ze gedurende deze periode met de beslagvrije voet willen omgaan. De voorliggende verordening voorziet in een systeem, waarbij op verzoek van de belanghebbende rekening wordt gehouden met de beslagvrije voet. Het voorstel, dat u wordt aangeboden, voorziet er in, dat regels met betrekking tot de recidiveboete bij schending van de inlichtingenplicht worden geïntegreerd in een verordening, waarin ook de mogelijkheden met betrekking tot het opleggen van maatregelen zijn opgenomen. Daarbij is uitgegaan van de door uw raad op 6 september 2012 vastgestelde Maatregelenverordening. Tevens wordt nu gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de afzonderlijke verordening op dit gebied voor de Ioaw/z in de voorliggende verordening onder te brengen. De aanpassingen in de nieuwe verordening betreffen daarom: Tekstuele inpassing van de verordening maatregelen Ioaw/z; Het vervallen van de artikelen die betrekking hebben op het opleggen van een maatregel bij schending van de inlichtingenplicht. Dit is thans bij wet geregeld door middel van de bestuurlijke boete; Het opleggen van een maatregel bij een beroep op bijstand tengevolge van herhaalde fraude bij een voorliggende voorziening, als bijvoorbeeld een WW- of ANW-uitkering, ten gevolge waarvan belanghebbende zonder financiële middelen is komen te zitten (artikel 10); Hoe te handelen bij verrekening van de boete bij recidive ( Hoofdstuk 7). Het betreft overigens geen model verordening van de VNG, aangezien deze er niet is. Alternatieven Er is geen sprake van een alternatief Betrokken partijen Gemeenten Etten-Leur, Zundert, Rucphen en Halderberge. Verder heeft Stichting Cliëntenraad Moerdijk de verordening voor kennisgeving aangenomen. Planning Ingangsdatum 1 april Gezien de korte invoeringsperiode is het niet mogelijk de verordeningen al op 1 januari 2013 te laten ingaan. Vandaar dat de ingangsdatum gesteld wordt op 1 april De gemeente loopt geen tot weinig risico gedurende deze periode; de ervaring leert immers dat recidive/boete binnen 4 maanden bijna niet voorkomt. Communicatie De verordening zal worden gepubliceerd in de Moerdijkse Bode en via het internet. Daarnaast wordt aangesloten op de campagne die landelijk t.a.v. van de aangescherpte fraudebestrijding is gevoerd 2

3 MIDDELEN Kosten Aan het vaststellen van de verordening zijn geen financiële gevolgen verbonden. Dekking Niet van toepassing. RISICO S EN KANSEN Financieel Aan het vaststellen van de verordening zijn geen financiële risico s verbonden. Juridisch Aan het vaststellen van de verordening zijn geen juridische risico s verbonden. Juridisch is de verordening getoetst door de juristen van de gemeenten Halderberge en Etten-Leur. Overig Aan het vaststellen van de verordening zijn geen overige risico s verbonden. VOORSTEL 1. De Maatregelen- en handhavingsverordening Inkomensvoorzieningen 2013 gemeente Moerdijk vast te stellen en in te laten gaan op 1 april De verordeningen Maatregelen-en handhavingsverordening WWB 2012 en de afstemmingsverordening IOAW en IOAZ gemeente Moerdijk 2010 in te trekken op 1 april BIJLAGEN Mocht u vragen hebben over dit voorstel, kunt u contact opnemen met de griffier via telefoonnummer Zevenbergen, 29 januari 2013 Burgemeester en wethouders van de gemeente Moerdijk, de gemeentesecretaris de burgemeester Drs. A.E.B. Kandel J.P.M. Klijs 3

4 De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 14 maart 2013, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 29 januari 2013, gelet op artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en gelet op artikel 8, eerste lid, onderdelen b, h en i, artikel 8a, artikel 9a, twaalfde lid, en artikel 18 van de Wet werk en bijstand, artikel 20 en artikel 35, lid 1, sub b t/m d van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, artikel 20 en artikel 35, lid 1, sub b t/m d van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen BESLUIT vast te stellen de volgende verordening: Maatregelen-en handhavingsverordening Gemeente Moerdijk 2013 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen. Artikel 1. Begrippen. 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeids-ongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet. 2. In deze verordening wordt verstaan onder: a. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Moerdijk b. de raad: de gemeenteraad van de gemeente Moerdijk. c. Wwb: de Wet werk en bijstand. d. Ioaw: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers. e: Ioaz: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen. f. benadelingsbedrag als bedoeld in artikel 10 van deze verordening: de netto bijstand waarop eerder, langer of tot een hoger bedrag een beroep wordt of is gedaan ten gevolge van tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan. g. maatregel: de in artikel 8, eerste lid, onderdelen b en h, artikel 9a, twaalfde lid, en artikel 18, tweede lid, van de Wwb bedoelde verlaging van de bijstand dan wel het verlagen van de uitkering op grond van artikel 20 van de Ioaw / Ioaz. h. Maatregelenverordening : de Maatregelen- en handhavingsverordening WWB 2012 gemeente Moerdijk, dan wel de Afstemmings - handhavingsverordening Ioaw en Ioaz Moerdijk 2010 i. beslagvrije voet: de beslagvrije voet bedoeld in artikel 475d en volgende van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering; j. recidiveboete: bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 18a, vijfde lid, van de Wwb; k. verrekenen: verrekening als bedoeld in artikel 60, vierde lid, van de Wwb. l. l. grondslag; de grondslag als bedoeld in artikel 5 Ioaw en Ioaz 4

5 Artikel 2. Het opleggen van een maatregel. 1. Als de belanghebbende naar het oordeel van het college tekortschietend besef van verantwoordelijkheid betoont voor de voorziening in het bestaan,als bedoeld in artikel 18 van de Wwb, dan wel de uit de Wwb, Ioaw of Ioaz voortvloeiende verplichtingen, niet of onvoldoende nakomt met inbegrip van de verplichtingen die in de beschikking tot toekenning of voortzetting van de bijstand of uitkering Ioaw/z zijn opgenomen, waaronder begrepen het zich jegens het college zeer ernstig misdragen, wordt overeenkomstig deze verordening een maatregel opgelegd. 2. Onder de uit de Wwb, Ioaw of Ioaz voortvloeiende verplichtingen wordt niet verstaan de inlichtingenplicht als bedoeld in artikel 17,lid1, van de Wwb, artikel 13, lid 1, van de Ioaw / Ioaz dan wel artikel 30c, lid 2 en lid 3, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen. 3. Een maatregel wordt afgestemd op de ernst van de gedraging, de mate waarin de belanghebbende de gedraging kan worden verweten en de omstandigheden waarin belanghebbende verkeert. Artikel 3. Ingangsdatum en tijdvak van de maatregel. 1. De maatregel wordt opgelegd met ingang van de dag volgend op de datum waarop het besluit tot het opleggen van de maatregel aan de belanghebbende is bekendgemaakt. Daarbij wordt uitgegaan van de op dat tijdstip voor die belanghebbende geldende bijstandsnorm of grondslag. Als de opgelegde maatregel lager is dan of gelijk is aan 100% van de bijstandsnorm of grondslag, wordt de maatregel toegepast gedurende één maand, te rekenen vanaf de dag volgend op de datum waarop het besluit tot het opleggen van de maatregel aan de belanghebbende is bekendgemaakt. Als de opgelegde maatregel hoger is dan 100% van de bijstandsnorm of grondslag, wordt de maatregel toegepast gedurende meerdere maanden, te rekenen vanaf de dag volgende op de datum waarop het besluit tot opleggen van de maatregel aan de belanghebbende is bekendgemaakt. Daarbij wordt de maatregel over de eerste maand vastgesteld op 100 % van de bijstandsnorm of grondslag en wordt het restant van de maatregel in de daarop volgende maand of maanden zoveel mogelijk vastgesteld op veelvouden van 100% van de bijstandsnorm of grondslag. 2. In afwijking van het eerste lid kan de maatregel met terugwerkende kracht worden toegepast als de bijstandsnorm of grondslag over een periode in het verleden nog niet is uitbetaald, dan wel het opleggen van een maatregel in de toekomst niet of niet geheel mogelijk is wegens beëindiging van de bijstand of uitkering Ioaw/z. 3. Een opgelegde maatregel die niet of niet geheel kan worden uitgevoerd omdat de bijstand of de uitkering Ioaw/z van belanghebbende is beëindigd of ingetrokken, herleeft indien belanghebbende binnen een jaar, te rekenen vanaf de datum met ingang van welke de bijstand of uitkering Ioaw/z is beëindigd of ingetrokken, opnieuw een opnieuw een aanvraag indient om toekenning van algemene bijstand of uitkering Ioaw/z. Bij hervatting binnen de in dit artikellid genoemde periode besluit het college of de (restant)maatregel alsnog wordt geëffectueerd. Van een (gedeeltelijk) afzien wordt mededeling gedaan onder vermelding van de reden. Artikel 4. Verlaging algemene en bijzondere bijstand, uitkering Ioaw/z en aanpassing hoogte maatregelen. 1. Een maatregel vindt plaats door verlaging van de algemene bijstand of de grondslag. 2. In afwijking van het eerste lid kan een maatregel ook plaatsvinden door verlaging van de bijzondere bijstand indien: a. aan belanghebbende bijzondere bijstand wordt verleend met toepassing van artikel 12 van de Wwb b. de verwijtbare gedraging van belanghebbende in relatie met zijn recht op bijzondere bijstand daartoe aanleiding geeft. Artikel 5. Het besluit tot opleggen van een maatregel. In het besluit tot het opleggen van een maatregel worden in ieder geval vermeld: de reden van de maatregel, het tijdvak waarover de maatregel wordt toegepast, het bedrag waarmee de bijstand of grondslag wordt verlaagd en, als dit van toepassing is, de reden om af te wijken van de standaardmaatregel. 5

6 Artikel 6. Afzien van het opleggen van een maatregel. 1. Het college ziet af van het opleggen van een maatregel indien: a. elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt; of b. meer dan een jaar is verstreken nadat de constatering van de gedraging door het college heeft plaatsgevonden, en het college geen besluit heeft genomen over het al dan niet opleggen van een maatregel. 2. Het college kan afzien van het opleggen van een maatregel indien het daarvoor dringende redenen aanwezig acht. 3. Indien het college afziet van het opleggen van een maatregel op grond van dringende redenen, wordt een belanghebbende hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld. Artikel 7. Samenloop van gedragingen. 1. Als een belanghebbende zich gelijktijdig schuldig maakt aan verschillende gedragingen die het niet nakomen van een verplichting als genoemd in artikel 2, eerste lid, van deze verordening inhouden, wordt voor het bepalen van de hoogte van de maatregel uitgegaan van cumulatie van de genoemde bedragen. 2. Als de in het eerste lid bedoelde cumulatie een maatregel oplevert die lager is dan of gelijk is aan 100% van de bijstandsnorm of de grondslag, wordt de maatregel toegepast gedurende één maand, te rekenen vanaf de dag volgend op de datum waarop het besluit tot het opleggen van de maatregel aan de belanghebbende is bekendgemaakt. 3. Als de in het eerste lid van dit artikel bedoelde cumulatie een maatregel oplevert die hoger is dan 100% van de bijstandsnorm of de grondslag, wordt de maatregel toegepast gedurende meerdere maanden, te rekenen vanaf de dag volgende op de datum waarop het besluit tot opleggen van de maatregel aan de belanghebbende is bekendgemaakt. Daarbij wordt de maatregel over de eerste maand vastgesteld op 100 % van de bijstandsnorm of de grondslag en wordt het restant van de maatregel in de daarop volgende maand of maanden zoveel mogelijk vastgesteld op veelvouden van 100% van de bijstandsnorm of de grondslag. Hoofdstuk 2 Niet nakomen van de verplichtingen met betrekking tot de Wwb Artikel 8. Gedragingen. Gedragingen van een belanghebbende waardoor algemeen geaccepteerde arbeid niet wordt behouden en derhalve sprake is van tekortschietend besef van verant-woordelijkheid voor de voorziening in het bestaan als bedoeld in artikel 18, tweede lid, van de Wwb, en gedragingen waardoor een verplichting op grond van artikel 9 van de Wwb of artikel 9a van de Wwb niet of onvoldoende wordt nagekomen, worden onderscheiden in de volgende categorieën: 1. Eerste categorie: a. het zich niet tijdig laten registreren als werkzoekende bij het UWV Werkbedrijf of het niet tijdig laten verlengen van de registratie; b. het indienen van een aanvraag voor algemene bijstand gedurende de termijn, genoemd in artikel 41, vierde lid, van de Wwb. 2. Tweede categorie: a. het niet naar vermogen trachten algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen; b. het niet verschijnen op een oproep of het niet of in onvoldoende mate meewerken aan een onderzoek naar de mogelijkheden tot arbeidsinschakeling; c. gedragingen die de inschakeling in de arbeid belemmeren; d. het onvoldoende gebruik maken van een door het college aangeboden voorziening zoals bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel b van de Wwb en artikel 10, eerste lid, van de Wwb; e. het niet naar vermogen verrichten van door het college opgedragen onbeloonde maatschappelijk nuttige activiteiten zoals bedoeld in artikel 9, eerste lid onderdeel c van de Wwb; f. de alleenstaande ouder die uit houding en gedrag ondubbelzinnig laat blijken de verplichtingen zoals bedoeld in artikel 9 eerste lid onderdeel b, van de Wwb niet te willen nakomen, als gevolg waarvan de op grond van artikel 9a, eerste lid, van de Wwb verleende ontheffing van de arbeidsplicht is ingetrokken; g. het niet meewerken aan het opstellen, uitvoeren en evalueren van een plan van aanpak zoals 6

7 bedoeld in artikel 44a van de Wwb, indien van toepassing; h. het niet naar vermogen trachten om gedurende de termijn, genoemd in artikel 41, vierde lid, van de Wwb, de mogelijkheden te onderzoeken naar uit s Rijks kas bekostigd onderwijs, voor zover het gaat om een persoon jonger dan 27 jaar; i. het onvoldoende nakomen van de verplichtingen zoals bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wwb, voor zover het gaat om een persoon jonger dan 27 jaar, gedurende vier weken na de melding zoals bedoeld in artikel 43, vierde en vijfde lid, van de Wwb. 3. Derde categorie: a. het niet aanvaarden van algemeen geaccepteerde arbeid, waaronder tevens wordt begrepen het niet meewerken aan bemiddeling naar een concrete dienstbetrekking; b. het door eigen toedoen niet behouden van algemeen geaccepteerde arbeid; c. het niet gebruik maken van een door het college aangeboden voorziening gericht op arbeidsinschakeling zoals bedoeld in artikel 9, eerste lid onderdeel b van de Wwb en artikel 10, eerste lid, van de Wwb. Artikel 9. Hoogte en duur van de maatregel. 1. De maatregel bij gedragingen zoals bedoeld in artikel 8 van deze verordening wordt onverminderd het bepaalde in artikel 2, tweede lid, van deze verordening vastgesteld op: a. 100,00 bij gedragingen van de eerste categorie; b. 200,00 bij gedragingen van de tweede categorie; c. het bedrag van de gehele van toepassing zijnde bijstandsnorm bij gedragingen van de derde categorie. 2. Indien sprake is van een gedraging van de eerste categorie als bedoeld in artikel 8 van deze verordening kan - in afwijking van het eerste lid van dit artikel - worden afgezien van het opleggen van een maatregel en worden volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing, tenzij het niet of niet nakomen van de verplichting plaatsvindt binnen een periode van een jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder een schriftelijke waarschuwing is gegeven. Artikel 10. Tekortschietend besef van verantwoordelijkheid 1. Een maatregel wegens tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan zoals bedoeld in artikel 18, tweede lid, van de Wwb, anders dan het niet behouden van algemeen geaccepteerde arbeid als bedoeld in artikel 8, derde lid, onderdeel b van deze verordening, wordt afgestemd op het benadelingsbedrag. 2. De verlaging wordt vastgesteld op: a. 100,00 bij een benadelingsbedrag tot 1000,00; b. 200,00 bij een benadelingsbedrag vanaf 1000,00 tot 2000,00; c. 400,00 bij een benadelingsbedrag vanaf 2000,00 tot 4000,00; d. het bedrag van de gehele van toepassing zijnde bijstandsnorm bij een benadelingsbedrag van 4000,00 of meer. 3. Een maatregel wegens het niet behouden van algemeen geaccepteerde arbeid wordt opgelegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 8, derde lid, onder b, en artikel 9 van deze verordening. 4. Indien belanghebbende geen beroep meer kan doen op een passende en toereikende voorliggende voorziening, omdat deze volledig wordt verrekend met een bestuurlijke boete in het kader van het bij herhaling schenden van de inlichtingenplicht wordt een maatregel opgelegd van 100% van de bijstandsnorm gedurende de eerste drie maanden gerekend vanaf de ingangsdatum van de uitkering Wwb. Artikel 11. Nadere verplichtingen. Indien aan belanghebbende een of meerdere verplichtingen als bedoeld in artikel 55 van de Wwb zijn opgelegd en deze niet in voldoende mate worden nagekomen, wordt onverminderd artikel 2, tweede lid, van deze verordening een maatregel opgelegd van 200,00. 7

8 Hoofdstuk 3 Niet nakomen van de verplichtingen met betrekking tot de Ioaw en Ioaz Artikel 12. Indeling in categorieën Gedragingen van belanghebbende in het kader van re-integratie, waardoor een verplichting op grond van hoofdstuk III van de Ioaw of Ioaz niet of onvoldoende is nagekomen, worden onderscheiden in de volgende categorieën: 1. Eerste categorie: het zich niet tijdig laten registreren als werkzoekende bij het UWV Werkbedrijf of het niet tijdig laten verlengen van de registratie; 2. Tweede categorie: a. het niet naar vermogen trachten algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen; b. het niet verschijnen op een oproep of het niet of in onvoldoende mate meewerken aan een onderzoek naar de mogelijkheden tot arbeidsinschakeling; c. gedragingen die de inschakeling in de arbeid belemmeren; d. het onvoldoende gebruik maken van een door het college aangeboden voorziening zoals bedoeld in artikel 37, eerste lid, onderdeel e van de Ioaw / Ioaz; e. het niet naar vermogen verrichten van door het college opgedragen onbeloonde maatschappelijk nuttige activiteiten zoals bedoeld in artikel 37, eerste lid, sub f, van de Ioaw / Ioaz; 3. Derde categorie: a. het niet of in onvoldoende mate gebruikmaken van een door het college aangeboden voorziening gericht op arbeidsparticipatie als bedoeld in artikel 37, lid 1, sub e van de Wet IOAW / IOAZ waaronder het niet tijdig verschijnen op een aangeven plaats en tijd, voor zover het geen participatiebaan in de zin van artikel 38a van de Wet IOAW / IOAZ betreft alsmede andere vormen van sociale activering; b. intrekking van de ontheffing van de sollicitatieplicht bij een alleenstaande ouder aan wie toepassing van artikel 38, lid 1, van de Wet IOAW / IOAZ is gegeven en waarbij uit houding en gedrag ondubbelzinnig blijkt, dat de opgelegde verplichtingen als bedoeld in artikel 37, lid 1, sub e, van de Wet IOAW / IOAZ niet worden nagekomen. c. beëindiging van een dienstbetrekking waaraan een dringende reden ten grondslag ligt in de zin van artikel 678 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en belanghebbende ter zake een verwijt kan worden gemaakt; d. beëindiging van de dienstbetrekking door of op verzoek van belanghebbende zonder dat aan de voorzetting ervan zodanige bezwaren waren verbonden, dat deze voorzetting redelijkerwijs niet van hem zou kunnen worden gevergd; e. het niet aanvaarden van algemeen geaccepteerde arbeid, waaronder begrepen gesubsidieerde arbeid; f. het door eigen toedoen niet verkrijgen van algemeen geaccepteerde arbeid. Artikel 13. Hoogte en duur van de maatregel. 1. De maatregel bij gedragingen zoals bedoeld in artikel 12 van deze verordening wordt onverminderd het bepaalde in artikel 2, tweede lid, van deze verordening vastgesteld op: a. 100,00 bij gedragingen van de eerste categorie; b. 200,00 bij gedragingen van de tweede categorie; c. het bedrag van de gehele van toepassing zijnde uitkering bij gedragingen van de derde categorie. 2. Indien sprake is van een gedraging van de eerste categorie als bedoeld in artikel 13 van deze verordening kan - in afwijking van het eerste lid van dit artikel - worden afgezien van het opleggen van een maatregel en worden volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing, tenzij het niet of niet nakomen van de verplichting plaatsvindt binnen een periode van een jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder een schriftelijke waarschuwing is gegeven. 3. De maatregelen als bedoeld in het eerste lid worden toegepast op de netto uitkering. 8

9 Hoofdstuk 4 Zeer ernstige misdragingen Wwb, Ioaw en Ioaz. Artikel 14. Zeer ernstige misdragingen. Indien een belanghebbende zich zeer ernstig misdraagt tegenover het college of zijn ambtenaren en medewerkers, onder omstandigheden die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van de bepalingen, als bedoeld in artikel 18, tweede lid van de Wwb, dan wel artikel 20, tweede lid van de Ioaw en/of artikel 20, eerste lid van de Ioaz, wordt onverminderd artikel 2, tweede lid, van deze verordening een maatregel opgelegd ten bedrage van de gehele van toepassing zijnde bijstandsnorm of grondslag. Hoofdstuk 5 Recidive en herhaalde recidive Artikel 15. Recidive en herhaalde recidive bij niet nakomen van de verplichtingen met betrekking tot de arbeidsinschakeling. 1. Indien de belanghebbende zich binnen een jaar nadat met toepassing van: a. het bepaalde in artikel 8, 9,12 en 13 van deze verordening, b. het bepaalde in artikel 8 en 9 van de Maatregelenverordening Wwb 2012 en artikel 8 en 9 van de Maatregelenverordening Ioaw en Ioaz, een maatregel is opgelegd, opnieuw schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging van dezelfde of hogere categorie als bedoeld in artikel 8, 9, 12 en 13 van deze verordening, wordt een maatregel opgelegd ten bedrage van het dubbele van het bedrag van de maatregel dat op grond van de artikelen 8, 9, 12 en 13 van deze verordening moet worden opgelegd voor de nieuwe verwijtbare gedraging. 2. Indien de belanghebbende zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van het besluit waarbij de maatregel met toepassing van het eerste lid van dit artikel in hoogte is verdubbeld opnieuw schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging van dezelfde of hogere categorie als bedoeld in de artikelen 8, 9, 12 en 13 van deze verordening, wordt een maatregel opgelegd ten bedrage van het drievoudige bedrag van de maatregel, die op grond van de artikelen 8, 9, 13 en 14 van deze verordening moet worden opgelegd voor de nieuwe verwijtbare gedraging. 3. Indien de met toepassing van het eerste of tweede lid opgelegde maatregel meer bedraagt dan 100% van de bijstandsnorm of de grondslag, wordt de maatregel geëffectueerd via een oplegging van 100% van de bijstandsnorm of de grondslag gedurende een eerste maand en het alsdan resterende bedrag van de maatregel gedurende de daarop volgende maand(en), waarbij de maatregel zoveel mogelijk wordt vastgesteld op veelvouden van 100% van de bijstandsnorm of de grondslag. 4. Met een besluit waarbij een maatregel is opgelegd als bedoeld in het eerste lid van dit artikel wordt gelijkgesteld het besluit om: a. van het opleggen van een maatregel wegens niet nakomen van de verplichtingen met betrekking tot de arbeidsinschakeling af te zien op grond van dringende redenen, bedoeld in artikel 6, tweede lid, van deze verordening, in artikel 6, tweede lid, van de Maatregelenverordening Wwb 2012 en artikel 5, lid 2 van de Ioaw/z verordening. b. een waarschuwing op te leggen wegens het niet nakomen van de verplichting als bedoeld in artikel 9 of 9a van de Wwb en de artikel 37 Ioaw en Ioaz. 5. Als een besluit in bezwaar of beroep wordt herzien is het laatste in bezwaar of beroep genomen besluit bepalend voor de recidive. Artikel 16. Recidive en herhaalde recidive bij zeer ernstige misdragingen. 1. Indien de belanghebbende zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van het besluit waarbij met toepassing van artikel 14 van deze verordening, artikel 14 van de Maatregelenverordening Wwb 2012 en artikel 14 van de Maatregelenverordening Ioaw/Ioaz een maatregel is opgelegd opnieuw zeer ernstig misdraagt als bedoeld in artikel 14 van deze verordening wordt een maatregel opgelegd ten bedrage van het dubbele van het bedrag van de gehele van toepassing zijnde bijstandsnorm of de grondslag. Als een besluit in bezwaar of beroep wordt herzien is het laatste in bezwaar of beroep genomen besluit bepalend voor de recidive. 2. Indien de belanghebbende zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van het besluit waarbij de maatregel met toepassing van het eerste lid van dit artikel is verdubbeld opnieuw zeer ernstig misdraagt als bedoeld in artikel 14 van deze verordening, wordt een maatregel opgelegd ten bedrage van het drievoudige bedrag van de maatregel, die op grond van artikel 14 van deze verordening moet worden opgelegd voor de nieuwe ernstige misdraging. 9

10 3. Indien de met toepassing van het eerste of tweede lid opgelegde maatregel meer bedraagt dan 100% van de bijstandsnorm of de grondslag, wordt de maatregel geëffectueerd via een oplegging van 100% van de bijstandsnorm of de grondslag gedurende een eerste maand en het alsdan resterende bedrag van de maatregel gedurende de daarop volgende maand(en), waarbij de maatregel zoveel mogelijk wordt vastgesteld op veelvouden van 100% van de bijstandsnorm of de grondslag. Artikel 17. Recidive en herhaalde recidive bij tekortschietend besef van verantwoor-delijkheid voor de voorziening in het bestaan als bedoeld in artikel 18 Wwb. 1. Indien de belanghebbende binnen twaalf maanden na bekendmaking van het besluit waarbij met toepassing van artikel 10, eerste en tweede lid, van deze verordening, of artikel 13 van de Maatregelenverordening Wwb 2012 een maatregel is opgelegd opnieuw tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan betoont als bedoeld in artikel 10, eerste en tweede lid, van deze verordening wordt een maatregel opgelegd ten bedrage van het dubbele van het bedrag van de maatregel dat op grond van artikel 10, eerste en tweede lid, van deze verordening moet worden opgelegd voor het nieuwe betoonde tekortschietende besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan als bedoeld in artikel 10, eerste en tweede lid, van deze verordening. 2. Indien de belanghebbende binnen twaalf maanden na bekendmaking van het besluit waarbij de maatregel met toepassing van het eerste lid van dit artikel in hoogte is verdubbeld opnieuw tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan betoont als bedoeld in artikel 10, eerste en tweede lid, van deze verordening, wordt een maatregel opgelegd ten bedrage van het drievoudige bedrag van de maatregel, die op grond van artikel 10, eerste en tweede lid, van deze verordening moet worden opgelegd voor het nieuwe betoonde tekortschietende besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan als bedoeld in artikel 10, eerste en tweede lid, van deze verordening. 3. Indien de met toepassing van het eerste of tweede lid opgelegde maatregel meer bedraagt dan 100% van de bijstandsnorm, wordt de maatregel geëffectueerd via een oplegging van 100% van de bijstandsnorm of de gedurende een eerste maand en het alsdan resterende bedrag van de maatregel gedurende de daarop volgende maand(en), waarbij de maatregel zoveel mogelijk wordt vastgesteld op veelvouden van 100% van de bijstandsnorm. 4. Met een besluit waarmee een maatregel is opgelegd als bedoeld in het eerste lid van dit artikel wordt gelijkgesteld het besluit om van het opleggen van een maatregel wegens het betonen van tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan af te zien op grond van dringende redenen, bedoeld in artikel 6, tweede lid, van deze verordening, in artikel 6, tweede lid, van de Maatregelenverordening Wwb Als een besluit in bezwaar of beroep wordt herzien is het laatste in bezwaar of beroep genomen besluit bepalend voor de recidive Artikel 18. Recidive en herhaalde recidive bij onvoldoende nakomen nadere verplichtingen als bedoeld in artikel 55 Wwb. 1. Indien de belanghebbende binnen twaalf maanden na bekendmaking van het besluit waarbij met toepassing van artikel 11 van deze verordening of artikel 16 van de Maatregelenverordening Wwb 2012 een maatregel is opgelegd opnieuw de nadere verplichtingen als bedoeld in artikel 55 van de Wwb onvoldoende nakomt wordt een maatregel opgelegd ten bedrage van het dubbele van het bedrag van de maatregel dat op grond van artikel 11 van deze verordening moet worden opgelegd voor het nieuwe onvoldoende nakomen van de nadere verplichtingen als bedoeld in artikel 55 van de Wwb. 2. Indien de belanghebbende binnen twaalf maanden na bekendmaking van het besluit waarbij de maatregel met toepassing van het eerste lid van dit artikel in hoogte is verdubbeld opnieuw de nadere verplichtingen als bedoeld in artikel 55 van de Wwb onvoldoende nakomt, wordt een maatregel opgelegd ten bedrage van het drievoudige bedrag van de maatregel, die op grond van artikel 11 van deze verordening moet worden opgelegd voor het nieuwe onvoldoende nakomen van de nadere verplichtingen als bedoeld in artikel 55 van de Wwb. 3. Indien de met toepassing van het eerste of tweede lid opgelegde maatregel meer bedraagt dan 100% van de bijstandsnorm, wordt de maatregel geëffectueerd via een oplegging van 100% van de bijstandsnorm gedurende een eerste maand en het alsdan resterende bedrag van de maatregel gedurende de daarop volgende maand(en), waarbij de maatregel zoveel mogelijk wordt vastgesteld op veelvouden van 100% van de bijstandsnorm. 4. Met een besluit waarbij een maatregel is opgelegd als bedoeld in het eerste lid van dit artikel wordt gelijkgesteld het besluit om van het opleggen van een maatregel wegens het onvoldoende 10

11 nakomen van de nadere verplichtingen als bedoeld in artikel 55 van de Wwb af te zien op grond van dringende redenen, bedoeld in artikel 6, tweede lid, van deze verordening, of in artikel 6, tweede lid, van de Maatregelenverordening Wwb Als een besluit in bezwaar of beroep wordt herzien is het laatste in bezwaar of beroep genomen besluit bepalend voor de recidive. Hoofdstuk 6 Handhaving Artikel 19. Handhavingsbeleid. Gelet op het bepaalde in artikel 8a van de Wwb en artikel 35 van de Ioaw en Ioaz biedt het college periodiek aan de raad een handhavingsplan aan met daarin het te voeren beleid op het gebied van handhaving, bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet en de te verwachten resultaten. Hoofdstuk 7 Verrekening van boete bij recidive Artikel 20. Verrekening zonder inachtneming van de beslagvrije voet Het college verrekent het openstaande boetebedrag met de algemene bijstand gedurende de eerste drie maanden na dagtekening van het besluit tot oplegging van de recidiveboete zonder inachtneming van de beslagvrije voet. Artikel 21. Verrekening als is aangetoond dat het saldo van alle bankrekeningen minder is dan drie maal de toepasselijke bijstandsnorm. In afwijking van het bepaalde in artikel 20 van deze verordening kan het college, op schriftelijk verzoek van de belanghebbende, besluiten de recidiveboete te verrekenen met inachtneming van de beslagvrije voet. Bij het schriftelijk verzoek dient de belanghebbende met bewijsstukken aan te tonen dat het saldo van alle bankrekeningen van belanghebbende op de eerste dag van de maand waarin het boetebesluit is bekendgemaakt, minder bedraagt dan drie maal de toepasselijke bijstandsnorm. Indien dit verzoek wordt toegekend wordt de verrekening daarop aangepast gedurende een periode van drie maanden. Artikel 22. Verrekening bij huisuitzetting of dringende redenen In afwijking van het bepaalde in artikel 20 van deze verordening kan het college, op schriftelijk verzoek van de belanghebbende, besluiten de recidiveboete te verrekenen met inachtneming van de beslagvrije voet. Bij het schriftelijk verzoek dient de belanghebbende: a. aannemelijk te maken dat verrekening op de wijze, bedoeld in artikel 20, zou leiden tot huisuitzetting van belanghebbende en diens gezin; of b. aannemelijk te maken dat anderszins sprake is van dringende redenen. Indien dit verzoek wordt toegekend wordt de verrekening daarop aangepast gedurende een periode van drie maanden. Artikel 23. Eerder opgelegde bestuurlijke boetes. De artikelen 20,, 21 en 22 zijn van overeenkomstige toepassing op de verrekening van de bestuurlijke boete, bedoeld in artikel 18a, eerste lid, WWB, indien en voor zover deze boete nog niet is betaald op het moment van verrekening van de recidiveboete. Hoofdstuk 8 Slotbepalingen Artikel 24. Nadere regels. Het college is bevoegd om nadere regels te stellen met betrekking tot de uitvoering van deze verordening. 11

12 Artikel 25. Uitvoering. Het college is belast met de uitvoering van deze verordening. In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college. Artikel 26. Inwerkingtreding. 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie. 2. De verordening wordt met inachtneming van de bepalingen in de Gemeentewet bekendgemaakt in huis aan huis blad de Moerdijkse Bode 3. De Maatregelen- en handhavingsverordening WWB 2012 gemeente Moerdijk en de Afstemmings - handhavingsverordening Ioaw en Ioaz Moerdijk 2010 worden ingetrokken met ingang van 1 april maar blijven van toepassing op gedragingen, zijnde schending van de inlichtingenplicht als bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de Wwb of artikel 13, eerste lid, van de Ioaw en Ioaz, of artikel 30c, tweede en derde lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, die hebben plaatsgevonden vóór 1 januari 2013, en na 1 januari 2013 voortduren, en niet vóór 31 januari 2013 zijn opgehouden of geconstateerd, waarbij de maatregel wordt berekend over het benadelingsbedrag over de periode tot uiterlijk 1 januari Artikel 27. Citeertitel. Deze verordening wordt aangehaald als : de Maatregelen- en handhavingsverordening Inkomensvoorzieningen 2013 gemeente Moerdijk. Vastgesteld in de vergadering van de raad d.d. 14 maart 2013, de griffier, de voorzitter, H.D. Tiekstra J.P.M. Klijs 12

13 Algemene toelichting Maatregelen- en handhavingsverordening Inkomensvoorzieningen 2013 gemeente Moerdijk Algemene toelichting In het kader van de Wet werk en bijstand ( Wwb), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen Ioaz moeten gemeenten zelf hun maatregelenbeleid vormgeven. Het vaststellen van de hoogte van de uitkering en de daaraan verbonden verplichtingen voor uitkeringsgerechtigden is maatwerk, waarbij recht wordt gedaan aan de individuele situatie en de persoonlijke omstandigheden van uitkeringsgerechtigden. Een directe koppeling wordt gelegd tussen de rechten en verplichtingen: het recht op een uitkering is altijd verbonden aan de plicht zich in te zetten om weer onafhankelijk van de uitkering te worden. Dit betekent, dat de vaststelling van de hoogte van de uitkering niet alleen afhangt van de toepasselijke uitkeringsnorm en de beschikbare middelen van de belanghebbende, maar ook van de mate waarin de opgelegde verplichtingen worden nagekomen. Wanneer tot het oordeel is gekomen, dat een uitkeringsgerechtigde zijn verplichtingen niet of in onvoldoende mate nakomt, wordt de uitkering verlaagd. Deze verlaging wordt aangeduide met de term maatregel. Er is dus geen sprake van een bevoegdheid, maar van een verplichting. Alleen wanneer iedere vorm van verwijtbaarheid ontbreekt, ziet het college af van het opleggen van een maatregel. Het opleggen van een maatregel moet plaatsvinden overeenkomstig een door de gemeenteraad vast te stellen verordening. De maatregelenverordening biedt de basis voor het opleggen van een maatregel. Daarbij is het aspect van rechtszekerheid voor de burger van groot belang. De verordening geeft aan in welke gevallen er een maatregel opgelegd kan worden. Dat houdt tevens in, dat het niet toegestaan is om een zwaardere maatregel op te leggen dan volgens de verordening is toegestaan. Op grond van de verordening kan ook de bijzondere bijstand worden verlaagd. Gezien het karakter van de bijzondere bijstand, zal een verlaging van het uitkeringsbedrag vooral een rol spelen bij de beoordeling van de plicht om voldoende besef van verantwoordelijkheid te tonen voor de voorziening in het bestaan. De relatie met de re-íntegratieverordening In de re-integratieverordening wordt vastgelegd hoe de cliënten worden ondersteund bij de arbeidsparticipatie en hoe wordt omgegaan met het aanbieden van voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling. Voorbeelden van voorzieningen zijn: scholing en stages, loonkostensubsidie en gesubsidieerde arbeid, sociale activering, premies en kinderopvang. In beginsel worden aan iedere cliënt de arbeidsverplichtingen opgelegd. De algemene verplichting staat in de wet genoemd. In de re-integratieverordening wordt aandacht geschonken aan de voorzieningen die kunnen worden ingezet. De vertaling daarvan vindt plaats in de individuele beschikking. Indien een cliënt de verplichtingen niet nakomt, leidt dit in beginsel tot een maatregel, waarvoor de basis is gelegd in de maatregelenverordening. Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving Op 1 januari 2013 treedt de "Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving" in werking. Hierbij wordt in de Wwb, Ioaw en Ioaz l weergegeven de bestuurlijke boete bij een schending van de inlichtingenplicht (opnieuw) ingevoerd. De huidige bepalingen in de maatregelenverordeningen met betrekking tot schending van de inlichtingenplicht komen hiermee te vervallen. Bij uitkeringsfraude moet bij de eerste overtreding naast de verplichte terugvordering van de uitkering een boete worden opgelegd die in beginsel even hoog is als het ten onrechte genoten voordeel (het benadelingsbedrag). Bij recidive is het uitvoeringsorgaan verplicht om naast de verplichte terugvordering een boete op te leggen van 150 procent van het benadelingsbedrag. Als de recidiveboete is opgelegd op grond van de Ioaw of Ioaz, is het uitvoeringsorgaan verplicht deze tweede (recidive)boete volledig te verrekenen met de (toekomstige) Ioaw- of Ioaz-uitkering, totdat de recidiveboete volledig is afbetaald, waarbij de beslagvrije voet gedurende vijf jaar niet van toepassing is. Als de recidiveboete wordt verrekend met algemene bijstand op grond van de Wwb, ligt dit anders. In dat geval kan de beslagvrije voet gedurende ten hoogste drie maanden buiten werking worden gesteld. De Wwb verplicht de gemeenteraad om in een verordening nadere regels te stellen over de 13

14 bevoegdheid om bij de verrekening van een recidiveboete met de algemene bijstand de beslagvrije voet tijdelijk buiten werking te stellen. Gemeenten krijgen daarmee de ruimte een afweging te maken van situaties of omstandigheden waarin het buiten werking stellen van de beslagvrije voet niet proportioneel wordt geacht. Handhaving Met hoofdstuk 3 wordt invulling gegeven aan de in artikel 8a van de Wet werk en bijstand en artikel 35, lid 1, sub c, van de Ioaw en Ioaz gegeven opdracht om regels te stellen met betrekking tot het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van beide wetten. Het behoort tot de gemeentelijke beleidsvrijheid om daarin eigen beleidskeuzes te maken. Artikelsgewijze toelichting. Artikel 1. Begrippen Er is voor gekozen om begrippen die al zijn omschreven in de WWB, Awb of de Gemeentewet niet afzonderlijk te definiëren in deze verordening. Dit voorkomt dat in geval van wijziging van betreffende definities in de betreffende wetten ook de verordening moet worden gewijzigd. In het tweede lid, onder f., is het begrip benadelingsbedrag omschreven voor de toepassing van artikel 10 van deze verordening (tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan). Het benadelingsbedrag is hier omschreven als de bijstand waarop eerder, langer of tot een hoger bedrag een beroep wordt of is gedaan als gevolg van tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan. In deze omschrijving is niet vermeld of het hier een netto of een bruto bedrag betreft. In aansluiting op de Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving wordt hier gekozen voor een netto bedrag. Ook in de voornoemde wet is namelijk het begrip benadelingsbedrag omschreven, zij het in een ander kader, te weten de verplichte oplegging van de boete, en in de Memorie van toelichting bij die wet is vermeld dat het begrip benadelingsbedrag een netto bedrag is. Daarbij wordt hier aangesloten. Voor de toepasbaarheid van de verordening op de Ioaw en Ioaz is het begrip grondslag opgenomen.waar in deze toelichting gesproken wordt over bijstandsnorm wordt tevens de grondslag zoals in de begripsomschrijving bedoeld. Als in deze verordening en toelichting wordt gesproken over bijstand wordt tevens de uitkering Ioaw en Ioaz bedoeld. Artikel 2. Het opleggen van een maatregel Eerste lid In het eerste lid wordt gesproken over de uit de Wwb, Ioaw en Ioaz voortvloeiende verplichtingen. Hier worden de volgende verplichtingen bedoeld: 1. Het betonen van voldoende besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan (artikel 18, tweede lid, van de Wwb). 2. De plicht tot arbeidsinschakeling (artikel 9 van de Wwb). Deze plicht bestaat uit drie soorten verplichtingen: - de arbeidsplicht, dat wil zeggen de plicht om naar vermogen algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen en deze te aanvaarden; en - de re-integratieplicht, dat wil zeggen de plicht om gebruik te maken van een door het college aangeboden voorziening gericht op ondersteuning bij arbeidsinschakeling, alsmede de plicht om mee te werken aan een onderzoek naar de mogelijkheden tot arbeidsinschakeling. Specifiek voor personen jonger dan 27 jaar bestaat de re-integratieplicht ook uit het mee opstellen, uitvoeren en evalueren van een plan van aanpak; en - de tegenprestatie naar vermogen: dat wil zeggen de plicht om naar vermogen opgedragen onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden te verrichten, naast of in aanvulling op reguliere arbeid en die niet leiden tot verdringen op de arbeidsmarkt. 3. De medewerkingsplicht). Dit is de plicht van uitkeringsgerechtigden om desgevraagd het college de medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van de wet. 4. Het zich niet ernstig misdragen jegens het college. Tweede lid In dit lid wordt de inlichtingenplicht uitgezonderd van deze verordening. De reden hiervoor is dat hiervoor in de afzonderlijke wetten vastgelegd boetesysteem van toepassing is. 14

15 Derde lid. In de maatregelenverordening zijn voor allerlei gedragingen die een schending van een verplichting betekenen, standaardmaatregelen vastgesteld in de vorm van vaste bedragen. In het derde lid zijn lid is de hoofdregel neergelegd: het college dient een op te leggen maatregel af te stemmen op de individuele omstandigheden van de belanghebbende en de mate van verwijtbaarheid. Deze bepaling brengt met zich mee dat het college bij elke op te leggen maatregel zal moeten nagaan of gelet op de individuele omstandigheden van de betrokken uitkeringsgerechtigde afwijking van de hoogte en de duur van de voorgeschreven standaard-maatregel geboden is. Afwijking van de standaardmaatregel op grond van hetzij de verwijtbaarheid hetzij de persoonlijke omstandigheden kan zowel een verzwaring als een matiging betekenen. Dit betekent dat het college bij het beoordelen of een maatregel moet worden opgelegd, en zo ja welke, telkens de volgende drie stappen moet doorlopen: Stap 1: vaststellen van de ernst van de gedraging. Stap 2: vaststellen van de verwijtbaarheid. Stap 3: vaststellen van de omstandigheden van de uitkeringsgerechtigde. De ernst van de gedraging komt tot uitdrukking in het bedrag waarmee de bijstandsnorm of de grondslag wordt verlaagd. Vervolgens moet de verwijtbaarheid worden vastgesteld. Tenslotte moeten de persoonlijke omstandigheden van de belanghebbende(n) worden beoordeeld. Matiging van de opgelegde maatregel wegens persoonlijke omstandigheden kan bijvoorbeeld aan de orde zijn als sprake is van de zorg voor kinderen. Artikel 3. Ingangsdatum en tijdvak van de maatregel Eerste lid In het eerste lid is de gemakkelijkste methode van het opleggen van een maatregel geregeld, namelijk het verlagen van het uitkeringsbedrag naar de toekomst. In dat geval hoeft de gemeente niet over te gaan tot herziening van bijstand en het teveel betaalde bedrag aan bijstand terug te vorderen. Omwille van de effectiviteit (het zogeheten lik op stuk -beleid) is het nodig dat een maatregel wordt opgelegd zo spoedig mogelijk nadat de gedraging heeft plaatsgevonden. Daarom is in dit eerste lid vastgelegd dat een maatregel wordt opgelegd met ingang van de dag volgend op de datum waarop het besluit tot opleggen van de maatregel is bekendgemaakt, waarbij wordt uitgegaan van de voor die maand geldende bijstandsnorm of grondslag In het eerste lid is wat betreft het tijdvak van de maatregel het volgende vastgelegd. In de eerste plaats dat de maatregel wordt toegepast gedurende één maand, als de opgelegde maatregel lager is dan of gelijk is aan 100% van de bijstandsnorm. Deze bepaling is opgenomen om te voorkomen dat belanghebbenden met een relatief laag bedrag aan algemene bijstand onevenredig zwaar worden gestraft. Een voorbeeld moge dit verduidelijken. Stel dat de bijstandsnorm 1000 per maand is, en belanghebbende 100 per maand algemene bijstand ontvangt in aanvulling op 900 per maand eigen inkomsten, en belanghebbende vervolgens verwijtbaar wordt ontslagen. Dat betekent in dit voorbeeld een maatregel van 100% van de bijstandsnorm, zijnde een maatregel van Met de hiervoor bedoelde bepaling dat de maatregel wordt toegepast over één maand als de maatregel lager is of gelijk aan de bijstandsnorm, wordt in het voorbeeld voorkomen dat gedurende 10 maanden een maatregel van 100 wordt opgelegd (omdat slechts 100 per maand aan algemene bijstand wordt verstrekt), en wordt in het voorbeeld volstaan met een maatregel van totaal 100, zijnde één maand uitkering. Dit geldt analoog bij de toepassing van de Ioaw en Ioaz. In de tweede plaats is in het eerste lid wat betreft het tijdvak van de maatregel vastgelegd dat de maatregel gedurende meerdere maanden wordt toegepast, als de maatregel hoger is dan 100% van de bijstandsnorm. Deze bepaling is opgenomen om niet op voorhand de mogelijkheid uit te sluiten dat bij een eerste maatregeloplegging een maatregel wordt opgelegd die hoger is dan 100% van de bijstandsnorm. Ook dit moge een voorbeeld verduidelijken. Stel dat de norm 1000 per maand is, en belanghebbende wordt ontslagen, waarbij sprake is van zware verwijtbaarheid. De maatregel kan dan wegens de zware verwijtbaarheid worden verhoogd met toepassing van artikel 2, tweede lid, van deze verordening, tot bijvoorbeeld 1.500,00. Met de bepaling dat de maatregel wordt toegepast over meerdere maanden als de maatregel hoger is dan 100% van de bijstandsnorm wordt voorkomen dat in het voorbeeld de maatregel niet kan worden verhoogd wegens zware verwijtbaarheid. Zou de hiervoor bedoelde bepaling niet zijn opgenomen, dan zou namelijk de maatregel beperkt moeten blijven tot één maand (en dus ook tot 1000). Met de hiervoor bedoelde bepaling wordt dan 1000 maatregel uitgevoerd in de eerste maand en de resterende 500 in de daarop volgende maand. Tweede lid In het tweede lid is geregeld dat verlaging van de uitkering ook met terugwerkende kracht kan plaatsvinden als de bijstandsnorm over een periode in het verleden nog niet is uitbetaald, dan wel het 15

vast te stellen: de volgende Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012-A gemeente Heerde.

vast te stellen: de volgende Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012-A gemeente Heerde. Raadsbesluit De raad van de gemeente Heerde; gelezen het voorstel van het college d.d. 14 augustus 2012; gelet op artikel 8, lid 1 onderdelen b en h, artikel 9a, lid 12 en artikel 18, lid 1, 2 en 3 van

Nadere informatie

Maatregelverordening Wet werk en bijstand gemeente Gennep 2013

Maatregelverordening Wet werk en bijstand gemeente Gennep 2013 CVDR Officiële uitgave van Gennep. Nr. CVDR305167_1 21 maart 2017 Maatregelverordening Wet werk en bijstand gemeente Gennep 2013 Maatregelen verordening Wet werk en bijstand gemeente Gennep 2013 De Raad

Nadere informatie

besluit: vast te stellen de Maatregelenverordening Participatiewet, Ioaw en Ioaz 2015 gemeente Heerde.

besluit: vast te stellen de Maatregelenverordening Participatiewet, Ioaw en Ioaz 2015 gemeente Heerde. Raadsbesluit De raad van de gemeente Heerde; gelezen het voorstel van het college d.d. 11 november 2014; gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel a van de Participatiewet, artikel 35 van de

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Maatregelenverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Oldebroek Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1. Begrippen 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2008, voorstelnummer 180;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2008, voorstelnummer 180; CVDR Officiële uitgave van Leek. Nr. CVDR57328_2 1 juni 2016 Maatregelenverordening Wet werk en bijstand De raad van de gemeente Leek; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november

Nadere informatie

Verordening afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ BMWE 2016

Verordening afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ BMWE 2016 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Bedum. Nr. 123039 18 december 2015 Verordening afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ BMWE 2016 De raad van de gemeente Bedum; gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Afstemmingsverordening gemeente Arnhem 2015

Afstemmingsverordening gemeente Arnhem 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Arnhem. Nr. 19431 22 februari 2016 Afstemmingsverordening gemeente Arnhem 2015 Op 15 december 2014 heeft de gemeenteraad de 'Afstemmingsverordening gemeente

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. CVDR Officiële uitgave van Losser. Nr. CVDR352018_2 8 november 2016 Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 De raad van de gemeente Losser, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Deurne 2018

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Deurne 2018 CVDR Officiële uitgave van Deurne. Nr. CVDR612889_1 28 september 2018 Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Deurne

Nadere informatie

RAADSBESLUIT. Maatregelenverordening IOAW en IOAZ Asten februari

RAADSBESLUIT. Maatregelenverordening IOAW en IOAZ Asten februari RAADSBESLUIT Onderwerp: Dagtekening: nummer: Maatregelenverordening IOAW en IOAZ Asten 2010 1 februari 2011.. De raad van de gemeente Asten; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Afstemmingsverordening WWB, IOAW, IOAZ en Bbz gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 maart 2013;

Afstemmingsverordening WWB, IOAW, IOAZ en Bbz gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 maart 2013; CVDR Officiële uitgave van Gemert-Bakel. Nr. CVDR309242_1 1 mei 2018 Afstemmingsverordening WWB, IOAW, IOAZ en Bbz 2013 De raad van de gemeente Gemert-Bakel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Maatregelverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Doesburg 2015.

Maatregelverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Doesburg 2015. CVDR Officiële uitgave van Doesburg. Nr. CVDR346217_1 13 maart 2018 Maatregelverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Doesburg 2015 9 De raad van de gemeente Doesburg gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 augustus 2013;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 augustus 2013; DE RAAD VAN DE GEMEENTE HAREN, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 augustus 2013; gelet op artikel 8, eerste lid, onderdelen b en h, en artikel 18 eerste, tweede en derde lid van

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2017

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2017 Opmerking [SJ1]: Jaartal aangepast Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsbepalingen 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Schouwen- Duiveland 2015

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Schouwen- Duiveland 2015 Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Schouwen- Duiveland 2015 De raad van de gemeente Schouwen-Duiveland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 september 2014;

Nadere informatie

Afstemmingverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013

Afstemmingverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 T De raad van de gemeente Noordenveld gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 mei 2013; gelet op artikel 8 eerste lid onder b en h, artikel 9a lid 12 en artikel 18 van de Wet werk en

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen AFSTEMMINGSVERORDENING PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ GEMEENTE HEERENVEEN 2017 De raad van de gemeente Heerenveen; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van. 2017; gelet op

Nadere informatie

MAATREGELENVERORDENING IOAW EN IOAZ 2010

MAATREGELENVERORDENING IOAW EN IOAZ 2010 Pag.1/5 HOOFDSTUK 1ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Definities 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. IOAW: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

Nadere informatie

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand.

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand. Nr. XIII / 6 De raad van de gemeente DE WOLDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 mei 2004, nr. 4B, inzake vaststelling van de Reïntegratieverordening en de Maatregelenverordening;

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 december 2014, nr. 12A;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 december 2014, nr. 12A; Gemeenteblad van de gemeente Tubbergen Jaargang: 2014 Nummer: 85 Uitgifte: 29 december 2014 Bekendmaking van het besluit de gemeenteraad d.d. 15 december 2014, nr. 12C, tot vaststelling van Verordening

Nadere informatie

Afstemmingsverordening WWB

Afstemmingsverordening WWB Afstemmingsverordening WWB Midden-Delfland, juli 2004 1 De Raad van de gemeente Midden-Delfland, Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 oktober 2004, nr 2004-10-11;

Nadere informatie

Maatregelenverordening WWB Dantumadiel 2009 e.v (*)

Maatregelenverordening WWB Dantumadiel 2009 e.v (*) CVDR Officiële uitgave van Dantumadiel. Nr. CVDR75602_1 12 juni 2018 Maatregelenverordening WWB Dantumadiel 2009 e.v (*) HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijving 1. In deze verordening

Nadere informatie

Verordening maatregelen Wet Werk en Bijstand 2005

Verordening maatregelen Wet Werk en Bijstand 2005 Verordening maatregelen Wet Werk en Bijstand 2005 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Lelystad Officiële naam regeling Verordening maatregelen Wet Werk en Bijstand

Nadere informatie

gelet op artikel 147, eerste lid Gemeentewet, en de artikelen 12, eerste lid, onderdeel b en 41, eerste lid, van de Wet investeren in jongeren;

gelet op artikel 147, eerste lid Gemeentewet, en de artikelen 12, eerste lid, onderdeel b en 41, eerste lid, van de Wet investeren in jongeren; De Raad van de gemeente Tiel; gezien het advies van de Commissie Samenleving; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Tiel d.d....; gelet op artikel 147, eerste lid Gemeentewet, en de artikelen

Nadere informatie

Gemeente Nissewaard - Verordening handhaving, maatregelen en boeten Nissewaard 2016

Gemeente Nissewaard - Verordening handhaving, maatregelen en boeten Nissewaard 2016 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Nissewaard. Nr. 160462 17 november 2016 Gemeente Nissewaard - Verordening handhaving, maatregelen en boeten Nissewaard 2016 De raad van de gemeente Nissewaard;

Nadere informatie

Zaaknummer. Documentnummer

Zaaknummer. Documentnummer Raadsvergadering 4 december 2014 Zaaknummer 368186 Agendapunt 12 Documentnummer *368195* De raad der gemeente Putten; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 november 2014, nr. 368189;

Nadere informatie

Officiële uitgave van de gemeente Bergeijk Nummer 9 22 december 2014

Officiële uitgave van de gemeente Bergeijk Nummer 9 22 december 2014 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Bergeijk Nummer 9 22 december 2014 Verordening Participatiewet 2015 De raad der gemeente Bergeijk; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren CVDR Officiële uitgave van Nijkerk. Nr. CVDR31752_3 22 mei 2018 Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren De raad van de gemeente Nijkerk; gelezen het collegevoorstel van

Nadere informatie

Maatregelenverordening IOAW en IOAZ 2013 gemeente Velsen

Maatregelenverordening IOAW en IOAZ 2013 gemeente Velsen Maatregelenverordening IOAW en IOAZ 2013 gemeente Velsen Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begrippen 1.In deze verordening wordt verstaan onder: a. IOAW: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk

Nadere informatie

MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2010

MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2010 MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2010 Pag.i/5 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Definities 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet werk en bijstand (WWB); b. belanghebbende:

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Gemeenteblad 543 Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Gemeente Voorst November 2014-1 - Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ De raad van de gemeente Voorst; gelezen het

Nadere informatie

MAATREGELENVERORDENING inkomensvoorzieningen Lelystad 2012

MAATREGELENVERORDENING inkomensvoorzieningen Lelystad 2012 MAATREGELENVERORDENING inkomensvoorzieningen Lelystad 2012 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Lelystad Officiële naam regeling MAATREGELENVERORDENING inkomensvoorzieningen

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 mei 2013,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 mei 2013, V E R G A D E R I N G G E M E E N T E R A A D 2013 B E S L U I T Registratienummer: 216/6 D E R A A D V A N D E G E M E E N T E B E E M S T E R ; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Nadere informatie

BBM gemeente Steenbergen

BBM gemeente Steenbergen De raad van de gemeente Steenbergen; BBM1400783 gemeente Steenbergen overwegende dat de Handhavings- en maatregelenverordening inkomensvoorzieningen 2013 aanpassing behoeft; gezien het voorstel van het

Nadere informatie

Gemeenteblad Officiële uitgave van de gemeente Huizen Week: 51 Datum: nr. 31

Gemeenteblad Officiële uitgave van de gemeente Huizen Week: 51 Datum: nr. 31 Gemeenteblad Officiële uitgave van de gemeente Huizen Week: 51 Datum: 18-12-2014 nr. 31 Burgemeester en wethouders maken bekend dat de gemeenteraad van Huizen in zijn vergadering van 11 december 2014 besloten

Nadere informatie

Maatregelenverordening Wet Investeren in Jongeren gemeente Aa en Hunze

Maatregelenverordening Wet Investeren in Jongeren gemeente Aa en Hunze No.: 03 De raad der gemeente Aa en Hunze; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Aa en Hunze, d.d. 11 januari 2010, nummer 2010/03; gelet op artikel 147, eerste lid Gemeentewet,

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Werk en Inkomen Nieuwegein 2018

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Werk en Inkomen Nieuwegein 2018 CVDR Officiële uitgave van Nieuwegein. Nr. CVDR486442_1 22 mei 2018 Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Werk en Inkomen Nieuwegein 2018 De gemeenteraad van Nieuwegein heeft op 22 februari

Nadere informatie

Maatregelenverordening WWB, Bbz, Ioaw, Ioaz 2013

Maatregelenverordening WWB, Bbz, Ioaw, Ioaz 2013 Maatregelenverordening WWB, Bbz, Ioaw, Ioaz 2013 Paragraaf 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsomschrijvingen De begrippen die in deze verordening worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben

Nadere informatie

Gemeenteraad 29 mei 2012 Gemeenteblad

Gemeenteraad 29 mei 2012 Gemeenteblad Jaar: 2012 Nummer: 39 Besluit: Gemeenteraad 29 mei 2012 Gemeenteblad 6 E WIJZIGING MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE HELMOND De raad van de gemeente Helmond; gezien het voorstel van

Nadere informatie

Toelichting op de Maatregelenverordening WWB, BBZ 2004, IOAW, IOAZ 2013

Toelichting op de Maatregelenverordening WWB, BBZ 2004, IOAW, IOAZ 2013 Toelichting op de Maatregelenverordening WWB, BBZ 2004, IOAW, IOAZ 2013 Paragraaf 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsomschrijvingen Hierbij wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de begripsbepalingen

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 mei 2013;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 mei 2013; V E R G A D E R I N G G E M E E N T E R A A D 2013 B E S L U I T Registratienummer: 216/3 D E R A A D V A N D E G E M E E N T E B E E M S T E R ; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Nadere informatie

Recidiveboete: bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 18a, vijfde lid, van de wet.

Recidiveboete: bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 18a, vijfde lid, van de wet. Bijlage 1 Artikelsgewijze wijzigingen verordeningen Maatregelenverordening WWB Asten 2013 De Maatregelenverordening WWB Asten 2012 1 e wijziging wordt als volgt gewijzigd: A In het tweede lid van artikel

Nadere informatie

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2004

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2004 CVDR Officiële uitgave van Hendrik-Ido-Ambacht. Nr. CVDR114026_1 14 november 2017 Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2004 De raad der gemeente Hendrik-Ido-Ambacht; gezien het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Vergadering : 18 december Agendapunt : 10 : Besluitvormend Programma : (8) Werk & Bijstand Portefeuillehouder : Houkje Rijpstra

Raadsvoorstel. Vergadering : 18 december Agendapunt : 10 : Besluitvormend Programma : (8) Werk & Bijstand Portefeuillehouder : Houkje Rijpstra Raadsvoorstel Vergadering : 18 december 2014 Agendapunt : 10 Status : Besluitvormend Programma : (8) Werk & Bijstand Portefeuillehouder : Houkje Rijpstra Behandelend ambt. : Chris Koopmans E-mail : ckoopmans@t-diel.nl

Nadere informatie

AFSTEMMINGSVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2012

AFSTEMMINGSVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2012 CVDR Officiële uitgave van Losser. Nr. CVDR212568_2 8 november 2016 AFSTEMMINGSVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2012 De raad van de gemeente Losser; - gelezen het voorstel van het college van burgemeester

Nadere informatie

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Gemeente Achtkarspelen Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Gemeente Achtkarspelen Januari 2015 1 Gemeente Achtkarspelen de Raad van de gemeente Achtkarspelen; gezien het voorstel van

Nadere informatie

B&W 21 december 2010 Gemeenteblad GEWIJZIGDE INVULLING VAN RICHTLIJN NR B044 OVERZICHT HOOGTE VERLAGINGEN

B&W 21 december 2010 Gemeenteblad GEWIJZIGDE INVULLING VAN RICHTLIJN NR B044 OVERZICHT HOOGTE VERLAGINGEN Jaar: 2010 Nummer: 118 Besluit: B&W 21 december 2010 Gemeenteblad GEWIJZIGDE INVULLING VAN RICHTLIJN NR B044 OVERZICHT HOOGTE VERLAGINGEN Het college van burgemeester en wethouders, Gelet op artikel 8,

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen 1 Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde

Nadere informatie

BIJLAGE 2. Overzicht wijzigingen Afstemmingsverordening 2015 GR Ferm Werk (niet gewijzigde onderdelen zijn grijs gedrukt) Gedragingen Participatiewet

BIJLAGE 2. Overzicht wijzigingen Afstemmingsverordening 2015 GR Ferm Werk (niet gewijzigde onderdelen zijn grijs gedrukt) Gedragingen Participatiewet Overzicht wijzigingen Afstemmingsverordening 2015 GR Ferm Werk (niet gewijzigde onderdelen zijn grijs gedrukt) Artikel 7 Gedragingen Participatiewet Gedragingen van een belanghebbende waardoor een verplichting

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 12-10-2010;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 12-10-2010; GEMEENTERAAD Onderwerp: Maatregelenverordening IOAW en IOAZ Registratienummer: 10.17785 De raad van de gemeente Borger-Odoorn; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 12-10-2010;

Nadere informatie

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014; Onderwerp: Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Asten 2015 Dagtekening: 16 december 2014 nummer: 14.12.05 De raad van de gemeente Asten; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Afstemmingsverordening WWB Sluis 2013

Afstemmingsverordening WWB Sluis 2013 Verordening Pag. 1/8 Afstemmingsverordening WWB Sluis 2013 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1: Begripsomschrijving In deze verordening wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet werk en bijstand (WWB);

Nadere informatie

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Participatiewet 2015 Neerijnen

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Participatiewet 2015 Neerijnen GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Neerijnen. Nr. 84056 31 december 2014 Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Participatiewet 2015 Neerijnen De raad van de gemeente Neerijnen,

Nadere informatie

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Krimpen aan den IJssel 2015

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Krimpen aan den IJssel 2015 Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Krimpen aan den IJssel 2015 De raad van de gemeente Krimpen aan den IJssel; Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van

Nadere informatie

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2013

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2013 Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2013 Verordening, vastgesteld bij Raadsbesluit van 25 april 2013, nummer R2013.0019, gepubliceerd 22 mei 2013, in werking getreden met ingang van 23 mei 2013,

Nadere informatie

besluit: vast te stellen de 8e wijziging van de Maatregelenverordening Wet werk en bijstand gemeente Helmond

besluit: vast te stellen de 8e wijziging van de Maatregelenverordening Wet werk en bijstand gemeente Helmond Jaar: 2013 Nummer: 28 Besluit: Gemeenteraad 5 maart 2013 Gemeenteblad 8 E WIJZIGING VAN DE MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE HELMOND De raad van de gemeente Helmond; gezien het voorstel

Nadere informatie

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Heerenveen 2015

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Heerenveen 2015 Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Heerenveen 2015 De raad van de gemeente Heerenveen; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [datum en nummer]; Gelet op

Nadere informatie

Toelichting. Algemeen

Toelichting. Algemeen Toelichting Algemeen Op 1 januari 2013 zijn de Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving en de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd in werking getreden. Hierdoor wijzigt o.a. de

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 15 december 2015, nummer: ;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 15 december 2015, nummer: ; De raad van de gemeente Emmen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 15 december 2015, nummer: 15.1211; gelet op het bepaalde in artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel d van de Participatiewet;

Nadere informatie

Datum: 28 februari 2013 Portefeuillehouder: Wethouder Horst

Datum: 28 februari 2013 Portefeuillehouder: Wethouder Horst Raadsvoorstel Raadsnummer: 2013-003 Registratiekenmerk: Onderwerp: Afstemmingsverordening WWB en Afstemmingsverordening IOAW en IOAZ Korte inhoud: De inwerkingtreding van de Wet aanscherping handhaving

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. Onderwerp. : StadThuis

RAADSVOORSTEL. Onderwerp. : StadThuis RAADSVOORSTEL Onderwerp : Wijziging Afstemmingsverordening WWB in verband met de Wet tot bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten (BUIG) Raadsvergadering : 7 juli 2010 Politieke markt

Nadere informatie

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Heerenveen

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Heerenveen Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive 2013 gemeente Heerenveen De raad van de gemeente Heerenveen; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 september 2013, nr. 13.2000765;

Nadere informatie

VERORDENING VERREKENING BESTUURLIJKE BOETE BIJ RECIDIVE HELMOND 2013

VERORDENING VERREKENING BESTUURLIJKE BOETE BIJ RECIDIVE HELMOND 2013 Jaar: 2013 Nummer: 27 Besluit: Gemeenteraad 5 maart 2013 Gemeenteblad VERORDENING VERREKENING BESTUURLIJKE BOETE BIJ RECIDIVE HELMOND 2013 De raad van de gemeente Helmond; gezien het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Onderwerp: Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Roerdalen 2015

Onderwerp: Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Roerdalen 2015 Raadsbesluit Jaar 2014/12/17/12G Onderwerp: Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Roerdalen 2015 De raad van de gemeente Roerdalen heeft; gezien het voorstel van het college van burgemeester

Nadere informatie

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive 2015 GR Ferm Werk

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive 2015 GR Ferm Werk Verordening verrekening bestuurlijke boete bij GR Ferm Werk Het algemeen bestuur van Ferm Werk - gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van 11 december 2014; - gelet op artikel 8, eerste lid onder

Nadere informatie

Maatregelverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Doesburg

Maatregelverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Doesburg CVDR Officiële uitgave van Doesburg. Nr. CVDR296918_1 13 maart 2018 Maatregelverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Doesburg De raad van de gemeente Doesburg; gehoord de commissie Maatschappelijke

Nadere informatie

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive De raad van de gemeente [naam gemeente]; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [datum], nr. ; gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel

Nadere informatie

Maatregelenverordening IOAW / IOAZ

Maatregelenverordening IOAW / IOAZ Maatregelenverordening IOAW / IOAZ Het Algemeen Bestuur van het Intergemeentelijk Samenwerkingsverband Werk en Inkomen (ISWI); gelezen het voorstel van het Dagelijks Bestuur van 30 september 2010, inzake

Nadere informatie

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Wierden 2013

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Wierden 2013 Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Wierden 2013 De raad, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Wierden; gelet op artikel 108, tweede lid, en 147, eerste

Nadere informatie

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Leidschendam-Voorburg 2015

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Leidschendam-Voorburg 2015 Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Leidschendam-Voorburg 2015 De raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg; - gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 september

Nadere informatie

AFSTEMMINGSVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ GEMEENTE DOETINCHEM 2013

AFSTEMMINGSVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ GEMEENTE DOETINCHEM 2013 AFSTEMMINGSVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ GEMEENTE DOETINCHEM 2013 De raad van de gemeente Doetinchem; gezien het advies van de sociale raad; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 februari

Nadere informatie

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive WWB 2013 Gemeente Midden-Delfland

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive WWB 2013 Gemeente Midden-Delfland Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive WWB 2013 Gemeente Midden-Delfland Afdeling inwonerszaken Juli 2013 1 De raad van de gemeente Midden Delfland; gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

BOETEVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ

BOETEVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ No: 6 /1 De raad van de gemeente Menterwolde; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Menterwolde d.d. 19 december 2012; gelet op artikel 8 Wet werk en bijstand (WWB) alsmede

Nadere informatie

BOETE BIJ RECIDIVE GEMEENTE MARUM 2015

BOETE BIJ RECIDIVE GEMEENTE MARUM 2015 Nr. De raad van de gemeenten Marum; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. ; gelet op artikel 8 eerste lid onderdeel d, van de Participatiewet; besluit vast te stellen de VERORDENING

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 14 maart 2013 ;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 14 maart 2013 ; Nummer 12-04-2013 De raad van de gemeente Eemsmond; Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 14 maart 2013 ; Gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel i, van de Wet werk

Nadere informatie

Onderwerp : Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive. vast te stellen de VERORDENING VERREKENING BESTUURLIJKE BOETE BIJ RECIDIVE.

Onderwerp : Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive. vast te stellen de VERORDENING VERREKENING BESTUURLIJKE BOETE BIJ RECIDIVE. Vergadering d.d. : 5 februari 2013 Agendapunt : 8.4B Registratienummer : 406659 Onderwerp : Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive De raad van de gemeente Hof van Twente; gelezen het voorstel

Nadere informatie

Gemeente Baarn - Maatregelenverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ. - gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Gemeente Baarn - Maatregelenverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ. - gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Baarn. Nr. 17086 26 februari 2015 Gemeente Baarn - Maatregelenverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 De raad van de gemeente Baarn - gelezen het voorstel

Nadere informatie

Afstemmmingsverordening 2015

Afstemmmingsverordening 2015 Afstemmmingsverordening 2015 De raad van de gemeente Borne, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Participatiewet, artikel

Nadere informatie

Beleidsregel bestuurlijke boete Participatiewet, IOAW, IOAZ 2015 Gemeente Gilze en Rijen

Beleidsregel bestuurlijke boete Participatiewet, IOAW, IOAZ 2015 Gemeente Gilze en Rijen Beleidsregel bestuurlijke boete Participatiewet, IOAW, IOAZ 2015 Gemeente Gilze en Rijen 24 maart 2015 INHOUD 1. Algemene bepalingen 3 Artikel 1 Begripsomschrijvingen 2. Bestuurlijke Boete 3 Artikel 2

Nadere informatie

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Hoogeveen 2015

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Hoogeveen 2015 Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Hoogeveen 2015 De raad van de gemeente Hoogeveen; gelezen het voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders; gelet op de artikelen

Nadere informatie

131 Raadsvoorstel Reg. nr : Ag. nr : 14 Datum :

131 Raadsvoorstel Reg. nr : Ag. nr : 14 Datum : 131 Raadsvoorstel Reg. nr : 0610023 Ag. nr : 14 Onderwerp Vaststelling van de nieuwe Afstemmingsverordening 2006 in het kader van de Wet werk en bijstand. Samenvatting De wijzigingen zijn nodig in verband

Nadere informatie

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 februari 2012, nr. 2012/3532;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 februari 2012, nr. 2012/3532; CVDR Officiële uitgave van Beverwijk. Nr. CVDR40330_2 29 januari 2019 Verordening Maatregelen Wet werk en bijstand 2012 De raad van de gemeente Beverwijk; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

AFSTEMMINGSVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ GEMEENTE DOETINCHEM 2013

AFSTEMMINGSVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ GEMEENTE DOETINCHEM 2013 CVDR Officiële uitgave van Doetinchem. Nr. CVDR263478_1 17 oktober 2017 AFSTEMMINGSVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ GEMEENTE DOETINCHEM 2013 De raad van de gemeente Doetinchem; gezien het advies van de sociale

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Opsterland 2013

Afstemmingsverordening Opsterland 2013 De raad van de gemeente Opsterland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 februari 2013; gelet op artikel 8, lid 1, onderdelen b en h, artikel 9a lid 12 en artikel 18 van de Wet werk

Nadere informatie

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive. Participatiewet 2015

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive. Participatiewet 2015 Nr. 2014/78 De raad van de gemeente Leeuwarderadeel; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d.21 oktober 2014; gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel d en artikel 60b

Nadere informatie

RAADSBESLUIT 13R. 00044

RAADSBESLUIT 13R. 00044 RAADSBESLUIT 13R. 00044 Gemeente Woerden 13R.00044 ^ 359 3 gemeente WOERDEN Agendapunt: 6. H-1 Onderwerp: vaststellen Maatregelenverordening WWB, IOAW, IOAZ 2013 gemeente Woerden De raad van de gemeente

Nadere informatie

gezien het voorstel inzake aanpassen verordeningen Wwb in verband wetswijzigingen 2013 (Gem. blad Afd. A 2013, no. );

gezien het voorstel inzake aanpassen verordeningen Wwb in verband wetswijzigingen 2013 (Gem. blad Afd. A 2013, no. ); 2013, no. < no. > De Raad der gemeente Stein; gezien het voorstel inzake aanpassen verordeningen Wwb in verband wetswijzigingen 2013 (Gem. blad Afd. A 2013, no. ); gezien het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

gezien het advies van het Platform Werk en Inkomen d.d. 14 november 2012;

gezien het advies van het Platform Werk en Inkomen d.d. 14 november 2012; MINUT.C Agendapunt: 8 Nr.: 2012/5658A De raad van de gemeente Slochteren; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 20 november 2012; gezien het advies van het Platform Werk

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [datum en nummer] gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel d, van de Participatiewet;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [datum en nummer] gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel d, van de Participatiewet; De raad van de gemeente Oegstgeest; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [datum en nummer] gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel d, van de Participatiewet; b e s l u i t : vast te

Nadere informatie

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Participatiewet gemeente Midden- Delfland 2015

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Participatiewet gemeente Midden- Delfland 2015 Registratienummer : 2015-00722 / 15Z.000072 Onderwerp : conceptverordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Participatiewet Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Participatiewet

Nadere informatie

F. Buijserd burgemeester

F. Buijserd burgemeester Gemeente Nieuwkoop College van Burgemeester en Wethouders raadsvoorstel portefeuillehouder opgesteld door Registratienummer A. Muilwijk Vergunningen, Voorzieningen en Handhaving / Freke Kerkvliet collegebesluit

Nadere informatie

Afstemmingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Werkendam

Afstemmingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Werkendam Afstemmingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Werkendam De raad van de gemeente Werkendam; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 31 januari 2013, met overneming van de daarin

Nadere informatie

overwegende dat het noodzakelijk is om de wijze van verrekening van de bestuurlijke boete bij recidive bij verordening te regelen;

overwegende dat het noodzakelijk is om de wijze van verrekening van de bestuurlijke boete bij recidive bij verordening te regelen; *CONCEPT* CONCEPT Onderwerp Onderwerp_Corsa VERORDENING Nieuw_wijziging_intrekking Dossiercode Documentsoort De Raad van de gemeente Uden; overwegende dat het noodzakelijk is om de wijze van verrekening

Nadere informatie

onderwerp Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Participatiewet

onderwerp Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Participatiewet raadsbesluit gemeente werkendam zaaknummer 59874 onderwerp Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Participatiewet gemeente Werkendam 2015 De raad van de gemeente Werkendam, gezien het

Nadere informatie

( MAATREGELENVERORDENING WET INVESTEREN IN JONGEREN )

( MAATREGELENVERORDENING WET INVESTEREN IN JONGEREN ) ( MAATREGELENVERORDENING WET INVESTEREN IN JONGEREN ) ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING Artikel 1 Begripsomschrijving De begrippen die in de verordening worden gebruikt hebben dezelfde betekenis als in de WIJ.

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders nr. 13.04353;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders nr. 13.04353; GEMEENTERAAD Onderwerp: Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand 2013 Registratienummer: 13.01891 De raad van de gemeente Borger-Odoorn; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Hoofdstuk 2. Bescherming beslagvrije voet bij verrekening wegens recidive

Hoofdstuk 2. Bescherming beslagvrije voet bij verrekening wegens recidive Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive 2015 ( Leusden De raad van de gemeente Leusden; heeft het voorstel van burgemeester en wethouders gelezen van 11 november 2014. overwegende dat het

Nadere informatie

gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014;

gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014; gemeente Overbetuwe Onderwerp: Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive O Ons kenmerk: 14RB000138 Nr. 8b De raad van de gemeente Overbetuwe; gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en

Nadere informatie

VERORDENING VERREKENING BESTUURLIJKE BOETE BIJ RECIDIVE GEMEENTE ASSEN 2015.

VERORDENING VERREKENING BESTUURLIJKE BOETE BIJ RECIDIVE GEMEENTE ASSEN 2015. VERORDENING VERREKENING BESTUURLIJKE BOETE BIJ RECIDIVE GEMEENTE ASSEN 2015. Wetstechnische informatie 1. Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Assen Officiële naam regeling Verordening

Nadere informatie

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive 2015

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive 2015 Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive 2015 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begrippen In deze verordening wordt verstaan onder a. belanghebbende: degene die een rechtstreeks

Nadere informatie