Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar Vluchtelingenbeleid Nr. 395 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal s-gravenhage, 20 november 1998 In deze brief geef ik Uw Kamer een overzicht van de recente ontwikkelingen op het gebied van het landgebonden asielbeleid. Uw Kamer wordt aldus volgens een standaardindeling geïnformeerd over de belangrijkste ambtsberichten, beleidsontwikkelingen en jurisprudentie die op dit gebied een rol spelen. In deze brief zijn aan de orde de gevolgen voor het toelatings- en terugkeerbeleid van de volgende ambtsberichten van de Minister van Buitenlandse Zaken: 1. Soedan (d.d. 23 september 1998) 2. Somalië (d.d. 23 oktober 1998) 3. Afghanistan (d.d.3 november 1998). 4. Sri Lanka (d.d. 6 november 1998). 5. Irak (d.d. 31 maart 1998 én 12 november 1998) Met uitzondering van Sri Lanka is het vvtv-beleid gewijzigd. Een overzicht van de instroom, aantallen beslissingen en aantallen verwijderingen ten aanzien van elk land is bijgevoegd. (bijlage 1) 1.In bijlage 2 wordt een overzicht gegeven van de bezetting in de opvang 1. 1 Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie. Op grond van een lichte verbetering in de mensenrechtensituatie is besloten het vvtv-beleid voor Noord-Soedanese asielzoekers te beëindigen (punt 1.1). Vanwege een uitbreiding van het relatief veilige deel van Somalië, zullen minder Somaliërs in aanmerking komen voor een vvtv (punt 1.2.). In het geval van Sri Lanka gaat het om de voorzetting van het huidige beleid dat uitgeprocedeerde Srilankaanse asielzoekers, inclusief Tamils, kunnen worden teruggestuurd naar Sri Lanka (punt 2.1.). Omdat aan Irakezen of voormalig verblijf in Noord-Irak of een binnenlands vestigingsalternatief in Noord-Irak kan worden tegengeworpen, is een vvtv-beleid voor Irakezen niet meer noodzakelijk (punt 3.1). Het vvtv-beleid voor Afghaanse asielzoekers zal gehandhaafd blijven (punt 4.1.). Afghanen afkomstig uit Pakistan zal echter geen vvtv meer worden KST32277 ISSN Sdu Uitgevers s-gravenhage 1998 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

2 verleend, omdat geen uitzetting naar het land van herkomst (Afghanistan) dreigt maar uitzetting naar het land van eerder ontvangst. (Pakistan). Overigens is dit een beleidswijziging die niet alleen consequenties zal kunnen hebben voor Afghanen die in Pakistan hebben verbleven, maar ook voor andere vvtv-houders. Gelet op de toezegging in de brief van 4 november 1998 (met kenmerk /98/DVB), zal ik, teneinde onomkeerbare stappen te voorkomen, de uitzettingen als gevolg van het nieuwe beleid neergelegd in deze brief opschorten tot na het overleg met Uw Kamer. Als bijlage bij deze brief vindt u de zesde halfjaarlijkse rapportage evaluatie Wet veilige landen van herkomst opgenomen (bijlage 3) 1.De oorspronkelijke lijst van zeven veilige landen van herkomst Bulgarije, Hongarije, Polen, Tsjechië, Slowaijke, Ghana en Senegal blijft, op basis van de beschreven situatie in die landen, ongewijzigd. 1 Afrika 1.1 Soedan Op 23 september 1998 heeft de Minister van Buitenlandse Zaken een ambtsbericht uitgebracht over de situatie in Soedan (bijlage 4) 1. Naar aanleiding van dit ambtsbericht heeft het Kabinet zich beraden over de consequenties die verbonden kunnen worden aan dit ambtsbericht in het licht van de brief aan uw Kamer over de vvtv-indicatoren (TK , , nr. 308) Situatie in Soedan Uit het ambtsbericht blijkt dat de situatie in Soedan onverminderd zorgwekkend is. Al bijna 15 jaar bestaat een militaire confrontatie in het zuiden van Soedan tussen de Soedanese autoriteiten uit het islamitische noorden en de verschillende verzetsbewegingen van het christelijke/ animistische zuiden. Er is sprake van een islamitische oppositie die de radicale koers van het regime aanvecht. Bovendien bestaat met name in het zuiden en in het Nuba-gebergte onenigheid tussen diverse etnische groeperingen. Veel burgers zijn slachtoffer van geweldadigheden (geworden), onder andere bij luchtaanvallen en door het gebruik van landmijnen. Zowel regeringstroepen als strijders van verzetsbewegingen maken zich schuldig aan intimidaties en mensenrechtenschendingen. 1 Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie. Desalniettemin constateert de Minister van Buitenlandse Zaken dat in de loop van 1997 de mensenrechtensituatie een positieve, zij het beperkte, impuls heeft gekregen. De regering, de facties van de SSIA en GANTRY en een zestal kleinere verzetsbewegingen (tezamen het UDSF), tekenden in april 1997 een nieuw vredesakkoord. Ook een deel van de SPLA-United sloot zich in september 1997 aan bij het akkoord. Dit akkoord is sindsdien verder uitgewerkt, waarbij onder meer afspraken zijn gemaakt over onderwerpen als de vrijheid van godsdienst en de bronnen van nationale wetgeving. Een en ander is neergelegd in een nieuwe Grondwet. De regering heeft bovendien de Declarations of Principles uit 1994 geaccepteerd en medio juli 1998, in navolging van de SPLA, een partieel staakt-het-vuren afgekondigd. Dit staakt-het-vuren houdt thans nog steeds stand. Daarnaast meldt het ambtsbericht op p. 47 andere positieve effecten van het vredesakkoord, zoals onder meer de vrijlating van het merendeel van de politieke gevangenen. Deze ontwikkelingen tezamen wijzen op een lichte verbetering in de algehele -en mensenrechtensituatie in Soedan. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

3 1.1.2 Beoordeling van de situatie in het licht van het vvtv-beleid Bij de beoordeling of de aard van het geweld aanleiding geeft om het vvtv-beleid voor Noord-Soedanezen voort te zetten, stelt het Kabinet vervolgens vast dat uit het ambtsbericht in ieder geval niet naar voren komt dat Noord-Soedanezen te maken hebben met ernstige, willekeurige schendingen van mensenrechten die op grote schaal voorkomen. Ten aanzien van de in het ambtsbericht genoemde kwetsbare groepen (p.48) geldt bovendien dat, indien zij al in de negatieve belangstelling komen te staan van de Soedanese autoriteiten, dit veeleer het gevolg is van de eigen activiteiten of uitsluitend de persoon betreffende omstandigheden. Een en ander leidt ertoe dat deze aspecten betrokken dienen te worden bij de individuele beoordeling van het verzoek om toelating als vluchteling en om verlening van een vergunning tot verblijf op grond van klemmende redenen van humanitaire aard en niet bij de categorale toets ten aanzien van het vvtv-beleid. Gelet hierop kan in alle redelijkheid de conclusie op basis van dit ambtsbericht luiden dat Noord-Soedanezen, indien zij niet in aanmerking komen voor toelating als vluchteling of voor verlening van een vergunning tot verblijf om klemmende redenen van humanitaire aard, kunnen worden teruggestuurd naar hun land van herkomst. Het standpunt van de UNHCR en het beleid in een aantal andere, belangrijke asielverlenende landen nopen niet tot een andere conclusie. UNHCR raadt de terugkeer van uitgeprocedeerde Noord-Soedanese asielzoekers niet af. Een nieuw beleidsinzicht hierbij is dat UNHCR desgevraagd heeft gemeld dat door UNHCR bij het totstandkomen van haar oordeel over de algehele situatie in Soedan factoren zijn meegewogen als de ernst van schendingen van fysieke integriteit, de mate van willekeur bij toepassing van het geweld, de mate waarin het geweld voorkomt en de mate van geografische spreiding van het geweld. Dit versterkt de conclusie van het Kabinet dat terugkeer van uitgeprocedeerde Noord-Soedanese asielzoekers niet onverantwoord is. Het algemene beeld dat uit het ambtsbericht oprijst over het beleid in andere asielverlenende landen, versterkt eveneens de conclusie van het Kabinet. Wellicht ten overvloede zij daarbij nog vermeld dat, mede naar aanleiding van de uitspraak van de Rechtseenheidskamer van 29 mei 1997 (Awb 96/5858) nader onderzoek is verricht naar onder meer de aantallen uitgeprocedeerde Soedanese asielzoekers die door andere landen worden teruggestuurd. Uit het ambtsbericht blijkt dat het geringe aantal uitgeprocedeerde Soedanese asielzoekers dat in de periode van 1 januari 1996 tot 1 september 1997 door landen als België, Canada, Duitsland, Frankrijk en Zweden is teruggestuurd, samenhangt met de relatief geringe aantallen uitgeprocedeerde Soedanese asielzoekers in deze landen, alsmede de technische beletselen die bij terugkeer naar Soedan kunnen optreden. In aanvulling op deze informatie is door de IND nader onderzoek verricht naar het beleid in deze landen in de periode tussen 1 september 1997 en 1 september Ook deze gegevens bevestigen het beeld zoals geschetst in het ambtsbericht Conclusie De minister van Buitenlandse Zaken geeft in de conclusie aan dat terughoudendheid dient te worden betracht ten aanzien van de terugkeer van drie categorieën Soedanese asielzoekers. Het gaat daarbij allereerst om Soedanezen die zich in het buitenland nadrukkelijk en in een leidende rol als opposant geprofileerd hebben. Bij de beoordeling van het asielverzoek van deze categorie personen zal getoetst worden op het continuïteitsvereiste. Is daarvan sprake dan zal dit leiden tot toelating als vluchteling. Wordt de betrokken asielzoeker niet toegelaten als vluch- Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

4 teling, dan zal onderzocht worden of hem bij terugkeer een onmenselijke behandeling in de zin van artikel 3 EVRM te wachten staat. Alsdan komt hij in aanmerking voor een vtv-humanitair. Het ambtsbericht van de minister van Buitenlandse Zaken geeft voorts aan dat terughoudendheid dient te worden betracht ten aanzien van de terugkeer van personen behorend tot de zuidelijke niet-arabische bevolkingsgroepen en personen die behoren tot de Nuba bevolkingsgroep. Het gaat hier bij beide groepen om Zuid-Soedanezen. Zij komen derhalve onverminderd in aanmerking voor een vvtv. Daarentegen komen Noord-Soedanese asielzoekers die niet in aanmerking komen voor toelating als vluchteling danwel voor verlening van een vergunning tot verblijf om klemmende redenen van humanitaire aard, gelet op hetgeen hierboven is overwogen, niet langer meer in aanmerking voor een vvtv. 1.2 Somalië De minister van Buitenlandse Zaken heeft op 23 oktober 1998 een nieuw ambtsbericht uitgebracht over de situatie in Somalië (bijlage 5) 1. Het ambtsbericht is een actualisering van het bericht van 9 januari Mijn ambtsvoorganger heeft Uw Kamer hierover bericht bij brief van 27 januari 1997 (TK , , nr. 235). Voor het ambtsbericht van 23 oktober 1998 is onder meer informatie gebruikt van een ambtelijk missie die begin 1998 drie belangrijke Noord-somalische steden Hargeisa, Bosasso (Bari) en Galkaayo (Mudug), alsmede de stad Belet Weyne in de centraal gelegen provincie Hiiraan heeft bezocht Situatie in Somalië Sinds het verschijnen van het ambtsbericht van 9 januari 1997 hebben zich belangrijke positieve ontwikkelingen voorgedaan in Somalië. Het conflictgebied in Somalië is minder omvangrijk geworden: het omvat thans nog de driehoek die gevormd wordt door de zuidelijke steden Mogadishu, Baidoa en Kismayo. In de noordoostelijke provincies Bari, Nugaal en Mudug is de bestuurssituatie gewijzigd: politieke partijen, bestuursraden en clanouderen uit deze regio hebben «de regionale staat Puntland» uitgeroepen, waarbij voor een overgangsperiode van drie jaar een alle provincies overkoepelend burgerlijk bestuur is ingesteld. De gehele provincie Mudug valt thans onder dit bestuur. Gevechten tussen clans komen hier al enkele jaren niet meer voor. Ook in de provincies Galgadud en Hiiraan in centraal-somalië wordt niet meer gevochten tussen clans. 1 Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie. Naar het oordeel van de minister van Buitenlandse Zaken omvat het relatief veilige deel van Somalië thans tien provincies. Dit zijn de vijf provincies van noord-west Somalië («Republiek Somaliland»), de drie provincies van noord-oost Somalië («de regionale staat Puntland») en de twee provincies van centraal-somalië, Galgadud en Hiiraan. In deze gebieden hebben zich tientallen duizenden ontheemden uit andere delen van Somalië zich gevestigd en reizen Somaliërs van elke willekeurige clan en uit elk willekeurig deel van Somalië -tenzij zij opvallen door afwijkend gedrag- doorgaans zonder problemen te ondervinden. Zij hebben daar, met instemming van de lokale autoriteiten, veelal meerdere vestigingsalternatieven. Er zijn geen meldingen bekend van ernstige mensenrechtenschendingen, noch van groepsvervolging of van ernstige stelselmatie discriminatie van bepaalde (minderheids)groepen. Ook lijkt de positie van de minderheden er te verbeteren en lijken er in het algemeen minder problemen met de reïntegratie van leden van minderheidsgroeperingen te bestaan. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

5 1.2.2 Beoordeling van de situatie in het licht van het vvtv-beleid Gelet op de situatie in het relatief veilige deel van Somalië is geen vvtv-beleid geïndiceerd voor Somaliërs die uit dit deel afkomstig zijn, dan wel daarheen kunnen terugkeren. Daarentegen moet de situatie in het conflictgebied vanwege de steeds weer oplaaiende strijd en met betrekking tot de naleving van de mensenrechten, als onveilig worden aangemerkt. Gelet hierop zal vooralsnog het vvtv-beleid worden voortgezet voor Somaliërs die uit dit deel van Somalië afkomstig zijn en aannemelijk maken dat zij om redenen van veiligheid niet kunnen terugkeren naar het relatief veilige deel van Somalië. Het standpunt van het Kabinet is dat thans voor gedwongen terugkeer naar het relatief veilige deel van Somalië in aanmerking komen uitgeprocedeerde Somalische asielzoekers die voor hun verblijf in Nederland in dit deel van Somalië hebben verbleven of die daar een clanrelatie hebben. Ook landen als Denemarken, Zweden, Finland, Zwitserland, België, Oostenrijk, Spanje, Frankrijk zijn van mening dat uitgeprocedeerde asielzoekers in principe naar Somalië met uitzondering van het conflict-gebied kunnen terugkeren. UNHCR voert sinds 1995 programma s uit ter facilitering van vrijwillige terugkeer van Somalische vluchtelingen naar het noorden van Somalië. Op grond hiervan zijn tientallen duizenden vluchtelingen uit de regio naar Somalië teruggekeerd Beoordeling van de situatie in de provincie Mudug De Rechtbank Den Haag, nevenzittingsplaats Haarlem (Awb 95/7914 en 95/7915) heeft in een uitspraak van 8 januari 1998 geoordeeld dat de beleidwijziging met betrekking tot de provincie Mudug, te weten een verschuiving van de grens tussen het (veilige) noorden en het (onveilige) zuiden in zuidwaartse richting, waarbij de hele provincie als relatief veilig is beschouwd, onvoldoende is gemotiveerd. Naar aanleiding van deze uitspraak heb ik de Rechtbank aangegeven geen beslissingen in deze kwestie regarderende zaken te nemen in afwachting van een nieuw ambtsbericht van de minister van Buitenlandse Zaken. Het ambtsbericht geeft aan dat de gehele provincie Mudug onder het voorlopig bestuur valt van de «regionale staat Puntland». De minister van Buitenlandse Zaken heeft niet kunnen bevestigen dat een blijvende aansluiting van het zuidelijke deel van Mudug, het Hawiye-deel, nog een punt van discussie is. Van strijd tussen de clans in Mudug is al enkele jaren geen sprake meer. Gelet op deze informatie gaat het Kabinet er vanuit dat geheel Mudug deel uit maakt van het relatief veilige deel van Somalië. Personen behorend tot de Hawiye-clan kunnen mitsdien geacht worden terug te keren naar Somalië Terugkeer In januari 1998 is tussen de autoriteiten van Somaliland, de IND en het IOM een Tri-partite Overeenkomst gesloten met bepalingen en criteria op grond waarvan uitvoering gegeven dient te worden aan de facilitering van de terugkeer van afgewezen en verwijderbare Somalilanders die te kennen hebben gegeven daaraan te willen meewerken. Na een voorbereidingsperiode is in augustus van dit jaar een eerste groep Somaliërs door de toezicht- en terugkeerteams van de IND het programma aangeboden. Op dit moment worden voorbereidingen getroffen om een volgende groep uitgeprocedeerde Somaliërs uit te nodigen voor een eerste gesprek. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

6 1.2.5 Conclusie Somalische asielzoekers, wier aanvraag om toelating als vluchteling en om verlening van een vergunning tot verblijf om klemmende redenen van humanitaire aard is afgewezen, komen niet in aanmerking voor een voorwaardelijke vergunning tot verblijf indien zij voor hun verblijf in Nederland in het relatief veilige deel van Somalië, bestaande uit de tien genoemde provincies in noord- en midden-somalië, hebben verbleven of daar een clanrelatie hebben. Hen zal aangeboden worden gebruik te maken van de gefaciliteerde terugkeer in het kader van de regeling met de autoriteiten van noord-west Somalië. Indien zij weigeren mee te werken aan de terugkeer betekent dit onherroepelijk dat het stappenplan, net als bij elke andere uitgeprocedeerde asielzoeker in een vergelijkbare situatie, in werking wordt gesteld. 2 Azië 2.1 Sri Lanka De minister van Buitenlandse Zaken heeft op 6 november 1998 een ambtsbericht uitgebracht over de situatie in Sri Lanka (bijlage 6). Het betreft een actualisering van het ambtsbericht van 24 maart Mijn ambtsvoorganger heeft Uw Kamer op 7 mei 1998 (TK , , nr. 343) en op 23 juni 1998 (TK , , nr. 356) nader geïnformeerd over het beleid inzake Srilankaanse asielzoekers Uitspraak van de Meervoudige Kamer Op 9 oktober 1998 heeft de meervoudige kamer van de Rechtbank Den Haag, nevenzittingsplaats Haarlem een uitspraak gedaan over het beleid inzake Srilankaanse asielzoekers. Daartoe had de rechtbank vragen gesteld aan mijn ambtsvoorganger over de risico s op arrestaties en detenties die uitgeprocedeerde Tamil asielzoekers lopen bij de gedwongen terugkeer naar Colombo. In de uitspraak heeft de rechter overwogen dat mijn ambtsvoorganger in redelijkheid tot het oordeel heeft kunnen komen dat het risico van arrestatie en/of detentie en/of marteling insri Lanka niet zodanig is dat gedwongen verwijdering van afgewezen Tamil asielzoekers naar dat land van bijzondere hardheid zou zijn in de zin van artikel 12b Vw Situatie in Sri Lanka De minister van Buitenlandse Zaken heeft op verzoek van mijn ambtsvoorganger, mede gelet op de vele vragen die er in de loop van 1997 en 1998 in verschillende procedures zijn gerezen over dit onderwerp, in het ambtsbericht van 6 november 1998 nogmaals de risico s die Tamils kunnen lopen in Colombo op een rij gezet. Op p van het ambtsbericht wordt een beeld gegeven van de situatie met betrekking tot arrestaties en detenties en de factoren die een rol spelen bij het risico op arrestatie of detentie van Tamils. De minister concludeert dat door het voortduren van het etnische conflict en de periodieke bomaanslagen die de LTTE in Colombo uitvoert, Tamils in Colombo kunnen worden onderworpen aan veelvuldige persoonscontroles en arrestaties, maar dat de meesten al na korte tijd weer vrijgelaten worden. Het risico voor een uit een westers land teruggekeerde Tamil om in Colombo te worden aangehouden voor een persoonscontrole of te worden opgepakt bij een zogenaamde round up is niet groter dan voor een Tamil die uit het noorden of oosten van het land naar Colombo komt. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

7 2.1.3 Conclusie Het ambtsbericht geeft geen aanleiding om terug te komen op eerdere beleidsuitgangspunten. Het huidige terugkeerbeleid ten aanzien van Srilankaanse asielzoekers wordt derhalve voortgezet. 3 Midden Oosten 3.1 Irak De minister van Buitenlandse Zaken heeft op 31 maart 1998 een ambtsbericht uitgebracht over de situatie in Noord-Irak (bijlage 7). Op 13 november 1998 is een actualisering van dit ambtsbericht uitgebracht (bijlage 8) De situatie in Noord-Irak De regering in Bagdad, die als de wettige regering van geheel Irak wordt beschouwd, is niet in staat effectief gezag in Noord-Irak uit te oefenen. Als gevolg van resolutie 688 van de Veiligheidsraad is de handelingsvrijheid van Irak in het noorden beperkt en is een gebied met Koerdisch zelfbestuur ontstaan. Na het uitbreken van hevige gevechten in mei 1994 tussen de PUK en de KDP, de twee belangrijkste Koerdische partijen, is geen sprake meer van een effectief gemeenschappelijk Koerdisch bestuur. De twee partijen oefenen in de praktijk ieder in een gedeelte van het gebied feitelijk gezag uit. De Koerdische regio s die onder hun gezag staan kennen beide een systeem van rechtspraak. Er is politie ter handhaving van de openbare orde. Er zijn ziekenhuizen, scholen en universiteiten. Beide regio s worden bestuurd door een eigen regering, waarin meerdere partijen zitting hebben. Sinds 25 november 1997 is er sprake van een wapenstilstand tussen beide partijen. De wapenstilstand wordt thans over het algemeen goed nageleefd. Bovendien hebben de beide partijen zich de afgelopen maanden positief uitgelaten over de samenwerking op velerlei terrein en is op 17 september 1998 een overeenkomst getekend over de verdeling van inkomsten en macht, alsmede samenwerking op veiligheidsgebied. Behoudens de risico-groepen genoemd in de ambtsberichten, lopen burgers in Noord-Irak niet het risico van mensenrechtenschendingen of extreme willekeur, ook al kunnen incidentele ontsporingen niet worden uitgesloten. De minister van Buitenlandse Zaken beschikt niet over aanwijzingen dat afgewezen asielzoekers na terugkeer in vergelijking met de lokale bevolking bijzondere risico s zouden lopen. Gelet op het feit dat de centrale regering in Bagdad geen feitelijk gezag in Noord-Irak uitoefent, kan het gebied, mits zich geen wezenlijke veranderingen voordoen in de heersende veiligheidssituatie, voortaan worden aangemerkt als een binnenlands vestigingsalternatief voor vervolgden door het regime van Saddam Hoessein. Koerden, Assyriërs en Turkmenen uit centraal Irak kunnen in Noord-Irak een binnenlands vestigingsalternatief vinden. Ook Irakezen van Arabische afkomst vinden in Noord-Irak een binnenlands vestigingsalternatief, tenzij zij behoren tot een van de in het ambtsbericht van 31 maart 1998 genoemde risicogroepen. Er zijn op dit moment geen concrete aanwijzingen dat Irakezen van Arabische afkomst, die naar Noord-Irak zijn uitgeweken of aldaar reeds verbleven in het algemeen gevaar zouden lopen voor aanslagen door de Iraakse veiligheidsdiensten. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

8 3.1.2 Beoordeling van de situatie in het licht van het vvtv-beleid In het licht van de brief aan Uw Kamer over de vvtv-indicatoren (TK , , nr. 308) is er, gelet op de algehele situatie in Noord-Irak zoals hierboven beschreven, geen aanleiding meer om Iraakse asielzoekers nog langer in aanmerking te laten komen voor een voorwaardelijke vergunning tot verblijf. Daarbij dient een onderscheid te worden gemaakt tussen de volgende categorieën Iraakse asielzoekers: 1. Aan bepaalde Irakezen die vanwege hun asielrelaas in aanmerking komen voor bescherming tegen de autoriteiten in Noord- of Centraal- Irak, wordt gelet op de informatie in de beide ambtsberichten geen binnenlands vestigingsalternatief tegengeworpen. Zij komen in aanmerking voor toelating als vluchteling of voor verlening van een vergunning tot verblijf om klemmende redenen van humanitaire aard. Het gaat hier in beginsel om Irakezen die aannemelijk maken dat zij behoren tot de op p.17 van het ambtsbericht genoemde risicogroepen. 2. Aan de overige categorieën Irakezen die in aanmerking zouden komen voor toelating als vluchteling of verlening van een vergunning tot verblijf om klemmende redenen van humanitaire aard, zal op basis van de informatie in de ambtsberichten van de minister van Buitenlandse Zaken wel een binnenlands vestigingsalternatief worden tegengeworpen. 3. Irakezen die niet in aanmerking komen voor toelating als vluchteling of verlening van een vergunning tot verblijf om klemmende redenen van humanitaire aard, kunnen, gelet op de inhoud van het ambtsbericht van de minister van Buitenlandse Zaken, terugkeren naar Noord-Irak Conclusie De ambtsberichten van de minister van Buitenlandse Zaken bieden voldoende inzicht voor de beantwoording van de vraag welke Irakese asielzoekers in aanmerking moeten komen voor bescherming en welke, in verband met een binnenlands vestigingsalternatief, kunnen terugkeren naar Noord-Irak. Mitsdien is het Kabinet van oordeel dat een vvtv-beleid voor Irakese asielzoekers niet langer noodzakelijk is. 4. Overige regio s 4.1 Afghanistan De minister van Buitenlandse Zaken heeft op 3 november 1998 een nieuw ambtsbericht uitgebracht over Afghanistan (bijlage 9). Het betreft een actualisering van het ambtsbericht van 4 maart In het ambtsbericht wordt op p ingegaan op de situatie van Afghanen in Pakistan. Naar aanleiding van deze informatie heeft het Kabinet besloten een aanpassing van het vvtv-beleid in het algemeen door te voeren Situatie in Afghanistan In het deel van Afghanistan dat onder controle van de Taliban staat is sinds het verschijnen van het ambtsbericht van 4 maart 1998 weinig veranderd met betrekking tot de mensenrechtensituatie en de politieke, militaire en veiligheidssituatie. De Taliban heeft nu circa 90% van het land onder controle. De Taliban nam onder andere deze zomer Mazar-i-Sharif in. Mazar-i-Sharif kan niet als binnenlands vestigingsalternatief worden tegengeworpen. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

9 In de gebieden die (nog) niet door de Taliban zijn ingenomen maken lokale krijgsheren, verenigd in het United Islamic Front for the Salvation of Afghanistan (UIFSA, ook wel Noordelijke Alliantie genoemd) nog immer de dienst uit. In het noorden wordt ook thans nog immer gevochten. De militaire situatie in de noordelijke provincies zal naar alle waarschijnlijkheid ook in de toekomst aan fluctuaties onderhevig zijn. Besprekingen tussen de Taliban en de Noordelijke Alliantie zijn tot op heden op niets uitgelopen. De situatie in het zuiden is gestabiliseerd. In die gebieden waar de Taliban al enkele jaren de scepter zwaait is de veiligheidssituatie bestendigd. De mensenrechtensituatie is nog immer slecht. Met name de positie van vrouwen en de kwaliteit van de rechtspraak baren in dit verband zorgen. Het ambtsbericht onderscheidt een aantal risico-groepen Beoordeling in het licht van het vvtv-beleid Gelet op de informatie in het ambtsbericht over het beleid van de ons omringende landen, het standpunt van UNHCR over de gedwongen terugkeer van uitgeprocedeerde Afghaanse asielzoekers naar Afghanistan en de mensenrechtensituatie in Afghanistan, zal het Kabinet het vvtv-beleid voor Afghaanse asielzoekers vooralsnog voortzetten Voorgestelde wijziging van het vvtv-beleid Het Kabinet heeft besloten om geen voorwaardelijke vergunning tot verblijf meer te verlenen aan personen die alvorens in Nederland asiel aan te vragen, enige tijd verbleven hebben in een derde land. In de brief aan Uw Kamer over de vvtv-indicatoren (TK , , nr. 308) is reeds gewezen op de mogelijkheid tot het toepassen van individuele contra-indicaties in het kader van de verlening en verlenging van een voorwaardelijke vergunning tot verblijf. De parlementaire geschiedenis voorziet expliciet in de mogelijkheid om in voorkomende gevallen geen voorwaardelijke vergunning tot verblijf te verlenen vanwege in de persoon gelegen redenen. Eén van de aanknopingspunten die de parlementaire geschiedenis in dit verband noemt is de duur van verblijf buiten het land van herkomst. Tot op heden is hiervan geen gebruik gemaakt. Het Kabinet ziet, in het licht van de informatie over de situatie van Afghanen in Pakistan, aanleiding om thans als nieuwe contra-indicatie «elders een verblijfsalternatief hebben» in te voeren. Het vvtv-beleid is bedoeld voor de bescherming van personen tegen humanitair onverantwoorde risico s voor lijf en leden in een (deel van een) bepaald land. Van de gedwongen terugkeer van deze categorieën personen wordt door het Kabinet in verband met deze risico s afgezien. Personen die bij terugkeer niet deze risico s zullen lopen, omdat zij niet naar het desbetreffende (deel van een) land worden teruggestuurd, dienen derhalve niet in aanmerking te komen voor een vvtv. Dit betekent dat Afghanen afkomstig uit Pakistan, die bij terugkeer naar Pakistan geen onverantwoorde humanitaire risico s voor lijf en leden lopen, niet in aanmerking dienen te komen voor een vvtv Conclusie Afghaanse asielzoekers komen, gelet op de informatie in het ambtsbericht over het beleid van de ons omringende landen, het standpunt van UNHCR over de gedwongen terugkeer van uitgeprocedeerde Afghaanse asiel- Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

10 zoekers naar Afghanistan en de mensenrechtensituatie in Afghanistan, nog immer in aanmerking voor een vvtv. Afghaanse asielzoekers die enige tijd verbleven hebben in Pakistan, zullen niet meer in aanmerking komen voor een vvtv indien de contra-indicatie «elders een verblijfsalternatief hebben land van eerder ontvangst» voor verlening van een vvtv in regelgeving is neergelegd. Daartoe bereid ik thans een wijziging van de Vreemdelingencirculaire (Vc) voor. De Staatssecretaris van Justitie, M. J. Cohen Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 43930 31 juli 2018 Besluit van de Staatsecretaris van Justitie en Veiligheid van 26 juli 2018, nummer WBV 2018/6, houdende

Nadere informatie

Kwetsbare minderheidsgroep

Kwetsbare minderheidsgroep IND-werkinstructie nr. 2013/14 (AUA) Openbaar/ Extern Aan Directeur klantdirectie Asiel c.c. DDMB Van Hoofddirecteur IND Datum 26 juni 2013 Geldig vanaf 26 juni 2013 Geldig tot Onderwerp Vindplaats Bijlage(n)

Nadere informatie

Uitspraak. RECHTBANK 's-gravenhage. Assen 07/ januari inzake:

Uitspraak. RECHTBANK 's-gravenhage. Assen 07/ januari inzake: Uitspraak RECHTBANK 's-gravenhage Assen 07/35612 31 111

Nadere informatie

Immigratie- en Naturalisatiedienst Ministerie van Veiligheid en Justitie

Immigratie- en Naturalisatiedienst Ministerie van Veiligheid en Justitie Immigratie- en Naturalisatiedienst Ministerie van Veiligheid en Justitie > Retouradres Postbus 1794 2280 DT Rijswijk Aan Ministerie van Buitenlandse Zaken Directie Consulaire Zaken en Migratiebeleid Afdeling

Nadere informatie

Overzicht van in Nederland genomen Groepsgebonden Beschermingsbeleidsmaatregelen sinds 1990 (bijgewerkt t/m 20 mrt. 2014)

Overzicht van in Nederland genomen Groepsgebonden Beschermingsbeleidsmaatregelen sinds 1990 (bijgewerkt t/m 20 mrt. 2014) Overzicht van in Nederland genomen Groepsgebonden Beschermingsbeleidsmaatregelen sinds 1990 (bijgewerkt t/m 20 mrt. 2014) Carolus Grütters Met betrekking tot de navolgende landen: 1. Afghanistan 2. Burundi

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 22840 6 november 2012 Besluit van de Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel van 23 oktober 2012, nummer WBV 2012/23,

Nadere informatie

Datum 22 januari 2019 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht Asielzoeker uit Bahrein na gedwongen vertrek meteen gearresteerd

Datum 22 januari 2019 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht Asielzoeker uit Bahrein na gedwongen vertrek meteen gearresteerd 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directie beleid Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 19 637 Vluchtelingenbeleid Nr. 636 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

Rapport. Datum: 11 april 2000 Rapportnummer: 2000/148

Rapport. Datum: 11 april 2000 Rapportnummer: 2000/148 Rapport Datum: 11 april 2000 Rapportnummer: 2000/148 2 Klacht Op 1 februari 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer Y. te Zwolle, ingediend door de Stichting Rechtsbijstand Asiel

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 14541 27 mei 2015 Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 11 mei 2015, nummer WBV 2015/7, houdende

Nadere informatie

Rapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/192

Rapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/192 Rapport Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/192 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie haar klacht van 16 april 2004 over de lange duur van de behandeling

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 6969 7 maart 2014 Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 27 februari 2014, nummer WBV 2014/6,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 19 637 Vreemdelingenbeleid Nr. 1389 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR IMMIGRATIE EN ASIEL Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van: Raad vanstate 201112733/1/V1. Datum uitspraak: 23 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Paragraaf C24/24 Somalië Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Paragraaf C24/24 Somalië Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden: STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 3565 11 februari 2013 Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 6 februari 2013, nummer WBV 2013/3,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 11449 27 juli 2009 Besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 2 juli 2009, nummer 2009/16, houdende wijziging van

Nadere informatie

Datum 29 maart 2010 Onderwerp De jurisprudentie over bescherming op internationale gronden en de Afdelingsuitspraak van 26 januari 2010

Datum 29 maart 2010 Onderwerp De jurisprudentie over bescherming op internationale gronden en de Afdelingsuitspraak van 26 januari 2010 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17984 6 oktober 2011 Besluit van de Minister voor Immigratie en Asiel van 22 september 2011, nummer WBV 2011/13, houdende

Nadere informatie

Datum 1 juni 2012 Betreft Het bericht dat Afghanistan wil dat Nederland onderzoek gaat doen naar oorlogsmisdadigers

Datum 1 juni 2012 Betreft Het bericht dat Afghanistan wil dat Nederland onderzoek gaat doen naar oorlogsmisdadigers > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directie Migratiebeleid Afdeling Asiel, Opvang en Terugkeer Postbus 20011

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201110274/1 NA. Datum uitspraak: 20 december 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201100976/1/V2. Datum uitspraak: 18 september 201 2 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

CM01-025 Utrecht, 23 oktober 2001. Betreft: implementatie Richtlijn 2001/55 inzake tijdelijke bescherming van ontheemden

CM01-025 Utrecht, 23 oktober 2001. Betreft: implementatie Richtlijn 2001/55 inzake tijdelijke bescherming van ontheemden Permanente commissie Secretariaat van deskundigen in internationaal vreemdelingen-, telefoon 31 (30) 297 42 14/43 28 telefax 31 (30) 296 00 50 e-mail cie.meijers@forum.nl postbus 201, 3500 AE Utrecht/Nederland

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:3918

ECLI:NL:RBDHA:2017:3918 ECLI:NL:RBDHA:2017:3918 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 21-03-2017 Datum publicatie 18-04-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB 16/27939 NL16.3618 Bestuursrecht

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 18455 24 november 2010 Besluit van de Minister voor Immigratie en Asiel van 5 november 2010, nummer WBV 2010/17, houdende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal De heer J. Voordewind Binnenhof 4 Den Haag. Den Haag, 26 juni 2008

Tweede Kamer der Staten-Generaal De heer J. Voordewind Binnenhof 4 Den Haag. Den Haag, 26 juni 2008 Tweede Kamer der Staten-Generaal De heer J. Voordewind Binnenhof 4 Den Haag Den Haag, 26 juni 2008 Dank voor het verslag van uw bezoek begin april aan Noord-Irak dat u mij 10 juni jl. aanbood. Uw reis

Nadere informatie

Rapport. Datum: 24 april 2001 Rapportnummer: 2001/110

Rapport. Datum: 24 april 2001 Rapportnummer: 2001/110 Rapport Datum: 24 april 2001 Rapportnummer: 2001/110 2 Klacht Verzoeker, een Afghaanse asielzoeker, klaagt over de lange duur van de behandeling door de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het Ministerie

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 20322 15 december 2010 Besluit van de Minister voor Immigratie en Asiel van 9 december 2010, nummer WBV 2010/19, houdende

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201109405/1 /V4. Datum uitspraak: 20 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

geen Terms of Reference voor algemeen ambtsbericht Sudan

geen Terms of Reference voor algemeen ambtsbericht Sudan Ministerie van Justitie Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) Postadres: Postbus 16502, 2500 BM DEN HAAG Ministerie van Buitenlandse Zaken Afdeling DCM/AT Postbus 20061 2500 EB s-gravenhage Bezoekadres:

Nadere informatie

Datum 20 juni 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het terugsturen van kinderen naar Afghanistan

Datum 20 juni 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het terugsturen van kinderen naar Afghanistan 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Uitspraak 201103208/1/V1. Datum uitspraak: 10 april 2012 RAAD VAN STATE AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201103602/1/V3. Datum uitspraak: 11 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Paragraaf C7/2 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Paragraaf C7/2 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden: STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17413 28 maart 2017 Besluit van de Staatsecretaris van Veiligheid en Justitie van 17 maart 2017, nummer WBV 2017/2, houdende

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 4291 19 maart 2010 Besluit van de Minister van Justitie van 24 februari 2010, nummer WBV 2010/4, houdende wijziging van

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Datum 22 mei 2018 Betreft Beantwoording vragen

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201108965/1 /VI. Datum uitspraak: 20 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Directoraat-Generaal voor Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken

Directoraat-Generaal voor Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal voor Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Vereniging Vluchtelingenwerk Nederland t.a.v. de algemeen

Nadere informatie

Uitspraak /1/A2 en /1/A2

Uitspraak /1/A2 en /1/A2 Uitspraak 201707806/1/A2 en 201802043/1/A2 Datum van uitspraak: woensdag 7 november 2018 Tegen: de Belastingdienst/Toeslagen Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Geld ECLI: ECLI:NL:RVS:2018:3603

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 26 732 Algehele herziening van de Vreemdelingenwet (Vreemdelingenwet 2000) Nr. 98 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Immigratie- en Naturalisatiedienst Ministerie van Veiligheid en Justitie

Immigratie- en Naturalisatiedienst Ministerie van Veiligheid en Justitie Immigratie- en Naturalisatiedienst Ministerie van Veiligheid en Justitie > Retouradres Postbus 1794 2280 DT Rijswijk Aan Ministerie van Buitenlandse Zaken Directie Consulaire Zaken en Migratiebeleid Afdeling

Nadere informatie

B 19 Voortgezet verbliif 19

B 19 Voortgezet verbliif 19 B 19 Voortgezet verbliif 19 4 Voortgezet verblijf van vreemdelingen die voor verblijf bij (huwelijks-)partner of voor verruimde gezinshereniginp zijn toegelaten na verlies van de afhankeliike verblijfstitel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB5127

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB5127 ECLI:NL:RBSGR:2007:BB5127 Instantie Datum uitspraak 06-07-2007 Datum publicatie 11-10-2007 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 07/5899 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

Geschiedenis van Speciale Vertegenwoordigers en Rapporteurs van de Verenigde Naties voor Iran

Geschiedenis van Speciale Vertegenwoordigers en Rapporteurs van de Verenigde Naties voor Iran Geschiedenis van Speciale Vertegenwoordigers en Rapporteurs van de Verenigde Naties voor Iran De onderstaande tabel biedt een overzicht van de activiteiten van de Speciale VN-Vertegenwoordigers en Rapporteurs

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 700 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2009 Nr. 6 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201111794/1 A/2. Datum uitspraak: 12 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Ministerie van Justitie. Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)

Ministerie van Justitie. Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) Ministerie van Justitie Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) Postadres: Postbus 16502, 2500 BM DEN HAAG Ministerie van Buitenlandse Zaken Afdeling DCM/AT T.a.v. de heer drs. J.A.M. van der Zeeuw Postbus

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:2650

ECLI:NL:RBDHA:2017:2650 ECLI:NL:RBDHA:2017:2650 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 09-03-2017 Datum publicatie 20-03-2017 Zaaknummer 17/1303 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:15083

ECLI:NL:RBDHA:2016:15083 ECLI:NL:RBDHA:2016:15083 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 09-12-2016 Datum publicatie 13-12-2016 Zaaknummer AWB 16/27150 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 19 637 Vluchtelingenbeleid Nr. 569 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

Nederland kan instemmen met de bepalingen betreffende kwetsbare personen, inclusief de in artikel 11 aangebrachte wijziging.

Nederland kan instemmen met de bepalingen betreffende kwetsbare personen, inclusief de in artikel 11 aangebrachte wijziging. > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA Den Haag Migratiebeleid Asiel, Opvang en Terugkeer Schedeldoekshaven 200 2511

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Paragraaf C7/2 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Paragraaf C7/2 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden: STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 4418 13 februari 2014 Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 6 februari 2014, nummer WBV 2014/2,

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201201003/1/V4. Datum uitspraak: 3 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak rnet toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201Ï10716/1/V2. Datum uitspraak: 30 augustus 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Immigratie- en Naturalisatiedienst Ministerie van Justitie en Veiligheid

Immigratie- en Naturalisatiedienst Ministerie van Justitie en Veiligheid Immigratie- en Naturalisatiedienst Ministerie van Justitie en Veiligheid > Retouradres: Postbus 16275 2500 BG Den Haag Aan Ministerie van Buitenlandse Zaken Directie Afrika Cluster Ambtsberichten Postbus

Nadere informatie

Praktische opdracht Maatschappijleer Asielbeleid

Praktische opdracht Maatschappijleer Asielbeleid Praktische opdracht Maatschappijleer Asielbeleid Praktische-opdracht door een scholier 2035 woorden 28 januari 2002 7,1 133 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Analyse-schema Asielbeleid Wat is het probleem?

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2001:AD6182

ECLI:NL:RBSGR:2001:AD6182 ECLI:NL:RBSGR:2001:AD6182 Instantie Datum uitspraak 20-07-2001 Datum publicatie 27-11-2001 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 01/28424 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 420 Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter implementatie van de richtlijn nr. 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december

Nadere informatie

Aan de woordvoerders van de Tweede Kamer inzake het asielbeleid. Geachte heer/mevrouw,

Aan de woordvoerders van de Tweede Kamer inzake het asielbeleid. Geachte heer/mevrouw, afz. Postbus 2894, 1000 CW Amsterdam Aan de woordvoerders van de Tweede Kamer inzake het asielbeleid Landelijk Bureau Jacques Veltmanstraat 463 Postbus 2894 1000 CW Amsterdam Telefoon (020) 346 72 00 Helpdesk

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1474 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

VLUCHTELINGEN IN GETALLEN 2009

VLUCHTELINGEN IN GETALLEN 2009 VLUCHTELINGEN IN GETALLEN 2009 Inhoudsopgave A. VLUCHTELINGEN IN NEDERLAND Vluchtelingen in Nederland: grootste groepen 2 Asielaanvragen 3 Beslissingen 4 Alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv en)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 19 637 Vluchtelingenbeleid Nr. 139 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal s-gravenhage,

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201205761/1/V1. Datum uitspraak: 31 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht {hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201110895/1/V1. Datum uitspraak: 23 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

zaaknummers: AWB 14/28667 (voorlopige voorziening) en AWB 14/28666 (beroep), V-nummei

zaaknummers: AWB 14/28667 (voorlopige voorziening) en AWB 14/28666 (beroep), V-nummei 010 Rechtbank Rotterdam 15:28:32 13-01-2015 3/8 uitspraak RECHTBANK DEN HAAG Zittingsplaats Rotterdam Team Bestuursrecht 2 zaaknummers: AWB 14/28667 (voorlopige voorziening) en AWB 14/28666 (beroep), V-nummei

Nadere informatie

Rapport. Datum: 3 februari 2004 Rapportnummer: 2004/033

Rapport. Datum: 3 februari 2004 Rapportnummer: 2004/033 Rapport Datum: 3 februari 2004 Rapportnummer: 2004/033 2 Klacht Verzoekers klagen over de lange duur van de behandeling door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) van hun aanvraag van 12 september

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200809034/1N2. Datum Uitspraak: 22 april 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

RECHTBANK te s-gravenhage nevenzittingsplaats Almelo sector vreemdelingenrecht regnr.: Awb 02/4188 BEPTDN BE UITSPRAAK

RECHTBANK te s-gravenhage nevenzittingsplaats Almelo sector vreemdelingenrecht regnr.: Awb 02/4188 BEPTDN BE UITSPRAAK LJN-nummer: AF8102 Zaaknr: AWB 02/4188 Bron: Rechtbank 's-gravenhage Datum uitspraak: 27-03-2003 Datum publicatie: 21-05-2003 Soort zaak: bestuursrecht - vreemdelingen Soort procedure: eerste aanleg -

Nadere informatie

Gelet op artikel 3.105ba, eerste lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000;

Gelet op artikel 3.105ba, eerste lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000; Regeling van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van * oktober 2016, nummer 750970, houdende wijziging van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 (honderdvierenveertigste wijziging) Gelet op artikel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 936 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met aanpassing van het recht op bijstand bij verblijf buiten Nederland Nr. 4 ADVIES RAAD

Nadere informatie

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: 200904515/1/V1. Datum uitspraak: 13 januari 2010 RAAD VAN STATE AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 19 637 Vluchtelingenbeleid 26 646 Terugkeerbeleid Nr. 609 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

VOORZIENINGENRECHTER VAN DE RECHTBANK DEN HAAG

VOORZIENINGENRECHTER VAN DE RECHTBANK DEN HAAG uitspraak VOORZIENINGENRECHTER VAN DE RECHTBANK DEN HAAG Bestuursrecht zaaknummer: AWB 13/19825 en 13/19823 (gemachtigde: mr. drs. T. Neijzen), en de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verweerder

Nadere informatie

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: 200907796/1/V2. Datum uitspraak: 7 juli 2010 Raad van State AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 2O120O257/1/V2. Datum uitspraak: 31 mei 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: appellante, tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-gravenhage,

Nadere informatie

Vreemdelingen op wie het Europees Verdrag betreffende sociale en medische bijstand van toepassing is

Vreemdelingen op wie het Europees Verdrag betreffende sociale en medische bijstand van toepassing is Vreemdelingen op wie het Europees Verdrag betreffende sociale en medische bijstand van toepassing is B6 Vreemdelingen op wie het Europees Verdrag betreffende sociale en medische bijstand van toepassing

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 20850 15 november 2011 Besluit van de Minister voor Immigratie en Asiel van 9 november 2011, nummer WBV 2011/14, houdende

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2011:BT6286

ECLI:NL:RBSGR:2011:BT6286 ECLI:NL:RBSGR:2011:BT6286 Instantie Datum uitspraak 27-09-2011 Datum publicatie 30-09-2011 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer 11/18267 & 11/18269 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 19 637 Vreemdelingenbeleid Nr. 2195 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Datum 7 februari 2012 Onderwerp Beleidskader hervestiging 2012-2015

aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Datum 7 februari 2012 Onderwerp Beleidskader hervestiging 2012-2015 1 > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag www.rijksoverheid.nl/bzk Contactpersoon

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201203791/1/V1. Datum uitspraak: 24 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

Immigratie- en Naturalisatiedienst Ministerie van Veiligheid en Justitie

Immigratie- en Naturalisatiedienst Ministerie van Veiligheid en Justitie Immigratie- en Naturalisatiedienst Ministerie van Veiligheid en Justitie > Retouradres Postbus 1794 2280 DT Rijswijk Aan Ministerie van Buitenlandse Zaken Directie Consulaire Zaken en Migratiebeleid Afdeling

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2014:3478

ECLI:NL:CRVB:2014:3478 ECLI:NL:CRVB:2014:3478 Uitspraak 14/5824 WWB-VV 27 oktober 2014 Centrale Raad van Beroep Voorzieningenrechter Uitspraak op het verzoek om voorlopige voorziening Partijen: [Verzoekster]te [woonplaats] (verzoekster)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 31 127 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met aanpassing van de groep met recht op bijstand bij langer verblijf buiten Nederland

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201 204093/1/V3 Datum uitspraak: 1 augustus 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: appellant, tegen de uitspraak van de rechtbank 's-gravenhage, nevenzittingsplaats

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201100801/1/V1. Datum uitspraak: 10 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 6054 6 april 2011 Besluit van de Minister voor Immigratie en Asiel van 30 maart 2011, nummer WBV 2011/4, houdende wijziging

Nadere informatie

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 535 2637 Advies Luchtaanvallen IS(IS) Datum 24 september 2014 Opgemaakt door Prof. dr. P.A. Nollkaemper

Nadere informatie

15 Gedoogden en ontheemden: de voorwaardelijke vergunning tot verblijf

15 Gedoogden en ontheemden: de voorwaardelijke vergunning tot verblijf Gedoogden en ontheemden: de wtv B711 5.2.2 15 Gedoogden en ontheemden: de voorwaardelijke vergunning tot verblijf 15.1 Inleiding e De gedoogdenregeling en de ontheemdenregeling (Troo) zijn vervangen door

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: > Raad vanstate 201108148/1/V3. Datum uitspraak: 24 mei 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2006:AZ6304

ECLI:NL:RBSGR:2006:AZ6304 ECLI:NL:RBSGR:2006:AZ6304 Instantie Datum uitspraak 14-12-2006 Datum publicatie 24-01-2007 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 06/28862 en AWB 06/29047 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 27 789 Modernisering Successiewetgeving Nr. 19 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

LJN: BJ3621, Raad van State, 200805962/1. Datum uitspraak: 21-07-2009 Datum publicatie: 24-07-2009

LJN: BJ3621, Raad van State, 200805962/1. Datum uitspraak: 21-07-2009 Datum publicatie: 24-07-2009 LJN: BJ3621, Raad van State, 200805962/1 Datum uitspraak: 21-07-2009 Datum publicatie: Rechtsgebied: 24-07-2009 Vreemdelingen Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Toetsingskader / realiteitsgehalte

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:1203

ECLI:NL:RVS:2014:1203 ECLI:NL:RVS:2014:1203 Raad van State Uitspraak 201300325/1/V4. Datum uitspraak: 4 april 2014 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201107998/1/V2. Datum uitspraak: 29 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstatc 201101639/1/V1. Datum uitspraak: 20 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op de

Nadere informatie

Vluchtelingen in getallen

Vluchtelingen in getallen Vluchtelingen in getallen 2002-2003 Hoeveel vluchtelingen zijn er wereldwijd? Krijgt Nederland echt veel meer asielzoekers dan andere Europese landen? Waar komen ze eigenlijk vandaan? Veel gestelde vragen,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 23880 19 november 2012 Besluit van de Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel van 1 november 2012, nummer WBV 2012/24,

Nadere informatie