"iriitihi (~ De I fbct ~ YPA/ rijkswaterstaat. nota. dienst getijdewateren GWWS
|
|
- Jelle Dijkstra
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 ministerie van verkeer en waterstaat rijkswaterstaat dienst getijdewateren nota GWWS Nieuwe dijkbekledingsmaterialen in getijdewateren, pilotstudy YPA/ ~ auteur(s): datum: samenvatting : A.W. Fortuin Middelburg, juli 1989 Nieuwe dijkbekledingsmaterialen in getijdewateren, pilotstudy.. T echnische Universiteit Detft Bfbhotheek Facuiteit der Civiele Technieli; (Bezoekadres Stevinweg 1 ) Postbus GA DELFT N "iriitihi (~ De I fbct CT -~ lw R2 D For-t
2 INHOUD I. INLEIDING II. OEVERS MET HARDE DIJKBEKLEDING IN RET ZOUTE GETIJDEMILIEU a. Ecologische aspekten ~ 2 b. Dijkbekledingsmaterialen en begroeiing.. 3 c. Nieuwe di jkbekledingsma terialen. 3 III. UITGEVOERD ONDERZOEK IV. PRAKTIJKONDERZOEK DIJKBEKLEDINGSMATERIALEN a. Vergelijkend veldonderzoek b. Proeflokaties voor reeds in gebruik zijnde nieuwe materialen S c. Proeflokaties voor niet eerder gebruikte nieuwe materialen 6 V. LABORATORIUM ONDERZOEK a. Settling proeven b. Overlevingsproeven... 8 VI. LITERATUUR FIGUREN BIJLAGE 1.
3 - 1 - I. INLEIDING De laatste jaren is er een verandering gekomen in de materialen die traditioneel door de RWS bij de weg- en waterbouw werden gebruikt. Deze verandering komt ondermeer voort uit het, van overheidswege gestimuleerde, toenemende gebruik van de in steeds grotere hoeveelheden beschikbare alternatieve materialen* ter vervanging van de schaarsere traditionele materialen. Daarnaast is er naar aanleiding van de toenemende bezwaren tegen het onnatuurlijke uiterlijk van veel oevers en oeververdedigingen een verandering gekomen in de funktietoekenning en inrichting van het oeverlandschap, die eveneens gevolgen kan hebben voor de te gebruiken materialen. Deze veranderde kijk op de funkties en inrichting van het oeverlandschap, waarbij naast technische ook milieu-hygienische, ecologische en landschappelijke aspekten een rol zijn gaan spelen, brengt nieuwe problemen met zich mee bij het ontwerpen van oeververdedigingen. Eind 1985 is bij Rijkswaterstaat het Projekt Milieuvriendelijke Oevers (PMO) gestart om deze problemen van verdediging en inrichting van de oevers langs de grote rijkswateren zo milieuvriendelijk mogelijk op te lessen. Naar aanleiding van het "Praktijkonderzoek Milieuvriendelijke Oevers" (Verkade en Boeters, 1988), een speerpunt-onderzoek van DWW in het kader van PMO, is er een pilotstudy uitgevoerd naar de mogelijkheden van een praktijkonderzoek aan oevers met een harde bekleding in de getijdewateren. De studie omvat een opzet voor een vergelijkend veldonderzoek naar reeds toegepaste en toe te passen nieuwe dijkbekledingsmaterialen, een inventarisatie van proefvakken voor dit onderzoek op de dijkglooiingen van de Oosterschelde en onderwerpen voor ondersteunend laboratoriumonderzoek. Verder is er een overzicht gemaakt van de werkgroepen, overlegorganen en dergelijke die zich met milieuvriendelijke oevers en het gebruik van alternatieve materialen in de waterbouw bezighouden, en van de belangrijkste literatuur over de ecologie van en aangroeiproeven op zowel natuurlijke als kunstmatige harde substraten in het zoute getijdemilieu. Deze notitie bevat een verslag van de vier eerst * Onder alternatieve materialen worden hier verstaan uit de industrie afkomstige bulkafvalstoffen, zeals industrieslakken, vliegas e.d., en voor hergebruik in aanmerking komende materialen, zeals asfalt en bouw- en sloopafval.
4 - 2 - genoemde onderwerpen en een korte beschrijving van de ecologische aspekten die van betekenis kunnen zijn op harde substraten in het zoute getijdemilieu. Het literatuuroverzicht is als aparte notitie verschenen (Fortuin, 1989). II. OEVERS MET HARDE DIJKBEKLEDING IN HET ZOUTE GETIJDEMILIEU. a. Ecologische aspekten. De verzwaringen op de dijkglooiingen langs de Nederlandse kust kunnen ecologisch gezien opgevat worden als kunstmatig aangelegde rotskusten en zijn te vergelijken met de natuurlijke rotskusten in andere delen van west Europa. De belangrijkste ecologische aspekten in de getijzone van deze (kunstmatige) rotsk~sten zijn de mate van begroeiing, de soortensamenstelling en de zonering van de begroeiing. Verschillen in begroeiing, soortensamenstelling en zonering worden door een aantal faktoren bepaald. Op kusten met grote verschillen in expositie en stroming tussen de lokaties, zoals de kusten langs het Kanaal en de Atlantische kust van Ierland en Schotland, zijn dit de belangrijkste faktoren (Lewis, 1964). In de Nederlandse situatie, met naar verhouding vrij beschut gelegen kusten en relatief lage stroomsnelheden, zijn andere faktoren zeker zo belangrijk: zoals de aan- of afwezigheid van zand of slib in het water (schurende werking, sedimentatie), maar ook substraateigenschappen als oppervlaktestruktuur, hardheid en kleur. Zo biedt een oppervlakte met veel spleten en oneffenheden over het algemeen meer aanhechtingsmogelijkheden en bescherming dan een glad oppervlak, en bepalen de hardheid en kleur van het substraat het vochtgehalte en de temperatuur tijdens laagwater (o.a. Den Hartog, 1959; Nienhuis, 1980). Veel faktoren (zowel omgevingsfaktoren als substraateigenschappen) die van invloed zijn op de begroeiing zijn dus bekend uit de literatuur. Onvoldoende bekend is in welke vorm en mate deze invloed zich uit en hoe de faktoren elkaar be~nvloeden. Voor een goede beoordeling van uit te voeren materiaalonderzoek, maar ook ter beoordeling van de potentiele mogelijkheden van een lokatie, is het dan ook belangrijk aanvullend algemeen ecologisch onderzoek op hard substraat in de getijzone te doen.
5 b. Dijkbekledings materialen en begroeiing In het verleden zijn er veel materialen als dijkbekleding toegepast. De belangrijkste zijn: natuursteen (basalt, Vilvoordse kalksteen, Lessinische, Doornikse steen), beton (muralt, Haringmantegels, platte tegels e.d.) en puin. Deze materialen met uiteenlopende eigenschappen en de verschillen in omstandigheden tussen de lokaties hebben er toe geleid, dat er vaak op korte afstand van elkaar grote verschillen in (mate van) begroeiing zijn ontstaan. Op zich kan een dergelijke variatie in begroeiing uit het oogpunt van de natuurwaarden aantrekkelijk zijn. Vergelijkend onderzoek heeft echter aangetoond, dat op veel plaatsen de begroeiing niet optimaal of zelfs zeer slecht ontwikkeld is als gevolg van ongunstige materiaaleigenschappen (Meijer et al, 1988). De materialen die gebruikt worden bij nieuw aan te leggen of te herstellen dijkbekledingen, blijken vooral in de zone tussen NAP + 2m en laagwater dan ook direkt bepalend te zijn voor de mate waarin de levensgemeenschappen van rotskusten zich kunnen ontwikkelen, en daarmee voor de vergroting of verkleining van de natuurwaarden in het gebied. Dit is in de afgelopen jaren ondermeer gebleken in de Oosterschelde en het Marsdiep, waar grote oppervlakten van de waardevolle en rijke begroeiing zijn verdwenen door het versterken van de dijkglooiingen met gietasfalt en colloidaal beton, materialen die minder geschikt blijken te zijn als ondergrond voor een rijke begroeiing (Meijer, 1987; R. Dekker, NIOZ, pers. med.). Vanuit ecologisch cogpunt is het dan ook belangrijk te weten welke mogelijkheden de diverse materialen bieden voor begroeiing en natuurontwikkeling. c. Nieuwe dijkbekledingsmaterialen. Naast de al eerder genoemde nieuwe materialen gietasfalt en colloidaalbeton (nieuw op dijkglooiingen, maar al langer gebruikt bij de primaire kustverdediging langs de Noordzee) zijn in de afgelopen jaren, soms in de vorm van een proefvlak, ook andere nieuwe dijkbekledingsmaterialen in getijdewateren toegepast: opensteenasfalt (fixtone), basalton, koper- en fosforslakken. In de toekomst zullen meer dijkbekledingen van alternatieve materialen worden aangelegd. Bij alternatieve materialen moet dan gedacht worden aan het gebruik van afvalstoffen en industriele bijprodukten, eventueel in combinatie met andere materialen. Voor de bescherming van dijkglooiingen in het mariene milieu komen de volgende materialen in principe in aanmerking (de laatste drie als onderdeel van beton): puin van bouwelementen fabricage, asfaltbetonpuin, fosforslakken, LD(staal)slakken, vliegas, bodemas en fosforzuurgips.
6 - 4 - Vooral de slakken, vliegas en bodemas kunnen, in tegenstelling tot de traditionele natuurlijke materialen, (hoge concentraties) toxische stoffen bevatten. Deze toxische stoffen kunnen de aangroei van organismen beinvloeden of, direkt of indirekt (via de organismen), door uitloging in het milieu terecht komen. III. UITGEVOERD ONDERZOEK. De toenemende maatschappelijke behoefte meer alternatieve materialen te gebruiken in de waterbouw en de veranderende kijk op de funkties en inrichting van de oever, met meer aandacht voor milieu en landschap, hebben onderzoek naar de bruikbaarheid van alternatieve materialen en andere manieren van oeververdediging noodzakelijk gemaakt. Praktijkonderzoek heeft zich vooral gericht op milieu-hygienisch onderzoek aan alternatieve materialen in het zoet water milieu. Onderzoek aan ecologische en landschappelijke aspekten krijgt tot op heden veel minder aandacht en verkeert, op enkele uitzonderingen na, veelal nog in een voorbereidings fase of de overleg sfeer. Zo heeft het recente uitgebreide overzicht van de "Stand van zaken op het gebied van alternatieve materialen in de waterbouw" (Hoornstra, DBW/RIZA no: X) vrijwel uitsluitend betrekking op milieu-hygienisch onderzoek in de vorm van uitloogproeven. Verder zijn in de "Leidraad Keuzemethodiek Dijk- en Oeverbekledingen" (Uitg. Technische adviescommissie voor de Waterkeringen) wel wettelijke eisen voor te gebruiken materialen op het gebied van de milieu-hygiene opgenomen, maar worden ecologische en landschappelijke aspekten slechts marginaal mee gewogen. In tegenstelling tot de praktijk in de andere grote rijkswateren komt milieu-hygienisch (en ecologisch) onderzoek aan oeververdedigingen in het zoute getijdemilieu nog maar net op gang. Bijlage 1 geeft een overzicht van de onderzoeks-, werk- en projektgroepen, die zich bezighouden met de verschillende aspekten van milieuvriendelijke oevers. IV. PRAKTIJKONDERZOEK DIJKBEKLEDINGSMATERIALEN. a. Vergelijkend veldonderzoek. Het "Praktijkonderzoek Milieuvriendelijke Oevers" (Verkade en Boeters, 1988) geeft een algemene opzet voor een praktijkonderzoek van oevers met een overzicht van de te verzamelen gegevens. De genoemde ecologische gegevens zijn vrij algemeen en worden hier nader gespecificeerd voor het gebruik op oevers
7 - 5 - in het zoute getijdemilieu. Eventuele aanpassingen van de andere gegevens komt hier niet aan de orde. Uitgegaan wordt van een proefvak van 50 meter langs de waterlijn, waarin 4 dwarstransekten worden onderzocht. Voor het ecologisch onderzoek in getijdewateren client het proefvak verder begrensd te worden door de laagwaterlijn en de NAP + 2m lijn. Een aantal aspekten zijn belangrijk voor de beoordeling van de geschiktheid van materialen. In de eerste plaats is de ontwikkeling van de levensgemeenschappen en hun zonering belangrijk. Hierbij moet gelet worden op successie, soortensamenstelling, bedekking en plaats van de zones t.o.v. de waterstand; het laatste is een maat voor het vochtvasthoudend vermogen van het substraat. Voorgesteld wordt langs de vertikale transekten opnamen van 50 x 50 em te maken. Hiervan worden de aangetroffen soorten geinventariseerd en aantallen of bedekking en eventueel grootte genoteerd. Bij nieuw aangelegde proefvakken client dit in het eerste jaar zeer regelmatig (b.v. 1 maal per maand) te gebeuren, in volgende jaren en bij reeds eerder aangelegd substraat b.v. 2 maal per jaar, in voorjaar en nazomer. Dit client tenminste gedurende 5 jaar gedaan te worden om te zien of een climaxbegroeiing kan worden bereikt. Tegelijkertijd kan onderzocht worden hoe de organismen zich ontwikkelen. Hierbij kan gedacht worden aan (afwijkingen in) groei, voortplanting, opname van toxische stoffen uit het substraat, (afwijkingen in) stofwisseling e.d. Bij substraten met (nagenoeg) dezelfde samenstelling maar een andere oppervlaktestruktuur, bijvoorbeeld basalton (met veel spleten) en colloidaal beton (zonder spleten), kan tevens de invloed van de oppervlaktestruktuur op de ontwikkeling van de levensgemeenschappen worden onderzocht. Als onderzoeksgebied is gekozen voor de Oosterschelde, een milieu-hygienisch gezien schoon gebied, waarin (ook de afgelopen jaren) veel verschillende materialen zijn toegepast, en waarvan een uitgebreide kartering van de levensgemeenschappen op het harde substraat aanwezig is (Meijer en van Beek, 1988). b. Proeflokaties voor reeds in gebruik zijnde nieuwe materialen. Bij de keuze van proeflokaties is uitgegaan van lokaties met een doorlopende harde dijkbekleding van NAP + 2m tot onder de waterlijn; omstandigheden waaronder in potentie een volledige zonering van de getijzone tot ontwikkeling kan komen. Hierbij is gebruik gemaakt van de kartering van Meijer en van Beek (1988). Daar ook tussen lokaties met hetzelfde substraattype de begroeiing sterk kan verschillen, zijn per substraattype indien mogelijk twee (of meer) lokaties uitgekozen. Hiervan is de ene meer (+) en de andere minder (-)
8 - 6 - geexponeerd (tabel 1). De lokaties van verschillende substraattypen zijn zoveel mogelijk naast elkaar gekozen. Ter vergelijking zijn lokaties met Haringmantegels opgenomen, een veel gebruikt en onder gunstige omstandigheden goed begroeibaar substraat. Substraattype Haringmantegel, ' Koperslak ' ' Gietasfalt,, Colloidaal beton ' ' Stortsteen + gietasfalt, ' ' ' Opensteenasfalt ' ' Basal ton expositie lokatie (fig 1) Roggenplaateiland/N. Beveland dijkvak 17 Sas van Goes/Colijnsplaat Roggenplaateiland Oesterdam Zierikzee/Neeltje Jans Sas van Goes/Colijnsplaat Stavenisse (geen geschikte lokatie) Noord Beveland dijkvak 17 Stormezandpolder (geen geschikte lokatie) Neeltje Jans sluishaven binnen Philipsdam (niet laag doorlopend) Tabel 1. Lokaties voor vergelijkend veldonderzoek aan de begroeiing op nieuwe harde dijkbekledingsmaterialen. c. Proeflokaties voor niet eerder gebruikte nieuwe materialen. Bij de keuze van de lokaties voor de proefvakken zijn de volgende kriteria gehanteerd: - potentiele ontwikkelingsmogelijkheden voor een rijke wierflora (inventarisatierapporten Meijer en et al, 1988). - weinig verstoring (door bv recreatie). - geen of nauwelijks schade aan de bestaande begroeiing. - redelijk goede bereikbaarheid. De plaatsen die het meest in aanmerking komen zijn (fig 1): a. Schouwen, dijkvak 33 tm 35 b. Tholen, dijkvak 36 c. Noord Beveland, dijkvak 17 Het betreft hier dijkvakken met een rijke wierbegroeiing die in 1986 bij de versterking van de glooiing is verwijderd (a en b) en een vrij recent aangelegd dijkvak zonder volledig ontwikkelde wierbegroeiing (c). Van deze
9 - 7 - laatste, vrij geexponeerde lokatie is het echter niet zeker of een goede wierbegroeiing mogelijk is. Aanbevolen wordt in eerste instantie te volstaan met de aanleg van een enkel (klein} proefvlak van goed begroeibaar materiaal. In eerste instantie komen de volgende materialen voor onderzoek in aanmerking: Basalton Stortsteen + colloidaal beton Betonafval + colloidaal beton V. LABORATORIUM ONDERZOEK. Ter ondersteuning van de veldproeven kunnen een aantal proeven in het laboratorium worden uitgevoerd, waarbij bij voorkeur uitgegaan client te worden van proeven onder gesimuleerde getijomstandigheden. In dit hoofdstuk wordt slechts een aantal ideeen over mogelijk uit te voeren onderzoek gegeven. Een nadere uitwerking van het laboratoriumonderzoek met een nauwkeurige beschrijving van de proefopstellingen zal in een volgende notitie aan de orde komen. a. Settlingproeven. De settling van larven, eieren en sporen is van een aantal faktoren afhankelijk. De belangrijkste zijn de ontwikkeling van een microbiele begroeiing op het substraat en de aanwezigheid van larven en sporen in het zeewater. Vooral het verschil in ontwikkeling van een microbiele begroeiing tussen verschillende substraten is snel te onderzoeken. De settling zelf kan op twee manieren worden onderzocht: 1. Ongefilterd zeewater over verschillende substraten laten lopen. Gemakkelijk uit te voeren maar resultaat afhankelijk van aanwezigheid van diasporen. Seizoensgebonden. Concurrentie tussen diasporen.
10 Gefilterd zeewater met zelf gekweekte of verzamelde diasporen van een of een paar geselecteerde soorten. Moeilijker uit te voeren, daar zelf gekweekt moet worden. Onafhankelijk van het voorkomen van diasporen in het zeewater, dus ook minder seizoensafhankelijk. Minder gevoelig voor concurrentie tussen diasporen van verschillende soorten. b. Overlevingsproeven. Soorten dwingen op bepaalde substraten te leven. Registreren van overleving of afwijkingen in de groei en gehalte van toxische stoffen in het organisme, die bij afsterven vrij kunnen komen (indirekte uitloging). Op stenen vastgehecht zittende organismen houden in bakken met te onderzoeken substraat om de invloed van direkte uitloging te bepalen.
11 - 9 - LITERATUUR. Fortuin, A.W., Ecologie van harde substraten in getijdewateren, literatuuroverzicht. RWS, DGW nota: GWWS Hartog, C. den, The epilithic algal communities occuring along the coast of the Netherlands. Wentia 1: Lewis, J.R., The ecology of rocky shores. English University Press, London. Meijer, A.J.M., Schade aan levensgemeenschappen op dijkglooiingen tengevolge van aanpassingswerken. In: 2de Kust- en oeverdag. Samenvatting van de lezingen. RWS, DGW-Middelburg. Meijer, A.J.M. en A.C. van Beek, De levensgemeenschappen op harde substraten in de getijzone van de Oosterschelde. Bureau Waardenburg b.v., Culemborg. Nienhuis, P.H., The epilithic algal vegetation of the SW Netherlands. Nova Hedwigia 23: Verkade, G.J. en R. Boeters, Praktijkonderzoek Milieuvriendelijke Oevers. DWW, interne notitie.
12 SCHOUWEN OVERFLAKKEE DUIVELAN D N- BEVELAND THOLEN Fig la. Overzichtskaart proeflokaties. Goes 0 Proeflokatie Haringmantegels 0 X.. Koperslakblokken 0 Gietasfalt.. Colloidaal be ton * *".. Storts teen + gietasfalt l!. Opensteenasfalt (fixtone) A Basal ton nieuwe materialen --G.L.W. * Bergen op Zoom Km.
13 Fig lb. Proeflokaties, detail ' ~ - l I r:-1"~~-+j{---l t I -~-
14 Fig lb. Vervolg.
15 BIJLAGE 1. Werkgroepen/Projekten Alternatieve materialen/milieu vriendelijke oevers. Een uitgebreid overzicht van de "Stand van zaken op het gebied van alternatieve materialen in de waterbouw" wordt gegeven in het gelijknamige werkdocument van Hoornstra (DBW/RIZA no: X). Het gaat hierbij vrijwel uitsluitend om milieu-hygienisch onderzoek in de vorm van uitloogproeven. In deze bijlage zullen de betreffende onderzoeks- en werkgroepen slechts kort worden genoemd. Verder zijn opgenomen werk- en projektgroepen op het gebied van milieuvriendelijke oevers. Indien bekend staan kontaktpersonen of personen die zich met deze materie bezig houden vermeld. a. Milieuvriendelijke oevers: Projekt Milieuvriendelijke Oevers (PMO), Rijkswaterstaat Coordinatiegroep: secretaris G.J.Bakker, DWW, Delft Werkgroepen: 1. Meren. Secretaris: M. Dirkson, dir. Zuid Holland, Rotterdam. 2. Kanalen. Secretaris: H.J. v.d. Wolfshaar, dir. Noord Brabant, Den Bosch. 3. Rivieren. Secretaris: D.F. Brink, dir. Gelderland, Arnhem. 4. Getijdewateren. Secretaris: C.A. Visser, dir. Zeeland, Middelburg. CUR, Gouda. Onderzoekscommissie C59: Constructieve aspekten milieuvriendelijke oevers. Secretaris: Geert Jan Verkade, DWW, Delft. Taken: - Literatuurstudie naar milieuvriendelijke oevers Beschrijven en evalueren van reeds bestaande en in te richten proefvakken van milieuvriendelijke oevers
16 Rijkswaterstaat. CAM (Coordinatie Alternatieve Materialen). Bij de oprichting van de CUR-commissie B37 grotendeels hierin overgegaan. FWVO (Functionele Werkgroep Verontreiniging Oppervlaktewater) met Werkgroep Algemene Regelgeving (WAR). Opstellen van algemene regels voor het toepassen van alternatieve materialen. Kontaktpersoon: H. Kraaij, BD, Den Haag; afd. waterbeheersing. Overleg met VROM inzake het Bouwstoffenbesluit. kontaktpersoon: Ab van Luin DBW/RIZA, Lelystad. POOAM (Periodiek Overleg Ontgrondingen en Alternatieve Materialen), RWS met HW. seer.: Carla Lourens DWW, Delft. Coordinatoren overleg Alternatieve Materialen (overleglichaam van de direkties). Kontaktpersoon: J.H. Koevoets, direktie Zeeland. DWW/DBW, halfjaarlijkse uitwisseling van (onderzoeks)zaken. kontaktpersoon: Gerard Laan, DWW, Delft. Kontaktpersonen van diverse RWS-afdelingen die zich met Alternatieve materialen bezighouden: Dienst Weg- en Waterbouw, Rijkswaterstaat, Delft Stuurgroep Alt. mat., intern overleg orgaan; kontaktpersoon Jan v.d. Zwan, technisch wetenschappelijk stafbureau; secretariaat Carla Lourens, afd milieu Rene Boeters, waterbouw; afd. hydraulica Dienst Binnenwateren/RIZA, Lelystad Ab van Luin, algemeen onderzoek.
17 - Samenstellen en introduceren van een handboek voor b. Alternatieve materialen. de inrichting van milieuvriendelijke oevers SOSUV, KEMA ism. RIVM en ECN. Betreft de ontwikkeling van standaard uitloogprocedures en normvoorschriften. CUR, Gouda Onderzoekscommissie A27/28: Meettechnieken en inspectiesystemen voor kwaliteitsbeoordeling van waterbouwkundige werken/normen en gedragsmodellen met betrekking tot het beheer van infrastructuur in de waterbouw. Werkgroep 2. Oevers. Secretaris: dr. J.K. van Deen, Grondmechanica, Delft. Doelstelling: Komen tot een systematiek voor de afweging van de uiteenlopende belangen, die bij het beheer van oevers een rol spelen. Onderzoekscommissie B37: Toepassing van alternatieve materialen in de waterbouw. Secretaris: J. Dekker, Hoogovens, IJmuiden; L. de Quelerij, Fugro, Leidschendam. Taken o.a. - Opstellen van (milieu-hygienische) randvoorwaarden bij de toepassing van alternatieve materialen. - Voorlichting over en stimulering van het gebruik van verantwoord geachte toepassingen van alternatieve materialen. MAMMOET-projekt, RIVM, MT-TNO, ECN en Intron. Uitlooggedrag bulkafvalstoffen in droge toepassing. Voor de waterbouw niet inhoudelijk, maar wel methodologisch van belang. Resultaten beschikbaar in de loop van Coordinatie: Secretariaat van het laboratorium voor Afvalstoffen en Emissies; RIVM, Utrecht
18 Gerard Kok, afd. emissie advisering. Werkgroep Keuring Bouwstoffen voor de Waterbouw. Samenwerkingsverband in 1976 opgericht t.b.v. kwaliteits- en keuringseisen e.d. bij de bouw van de Oosterscheldekering, later grotendeels voortgezet in WAR (zie aldaar). Diverse industriele organisaties, die incidenteel onderzoek laten verrichten, zoals de Vereniging van Exploitanten van Afvalverbrandingsinstallaties in Nederland (VEABRIN).
Robert Jentink juli
Ministerie van Infrastructuur en Milieu Rijkswaterstaat Zeeland Aan Projectbureau Zeeweringen t.a.v. Postbus 1000 4330 ZW Middelburg Contactpersoon Telefoon Robert Jentink 0118-622290 Datum Bijlage(n)
ij'. Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat .~ \~
.~ \~ ij'. 4,' " t,,', (!If,.., Rijkswa terstaa t Ministerie van Verkeer en Waterstaat > Retouradres Postadres: Postbus 5014 4330 KA Middelbu,r~gl*~~~~~~~~ L[=±=t:J Ministerie van Landbouw, Economische
Rapportage Overlagingsconstructie met schone koppen in de Oosterschelde. Notitie over de effecten van Schone koppen op wierbegroeiingen.
Rapportage Overlagingsconstructie met schone koppen in de Oosterschelde Notitie over de effecten van Schone koppen op wierbegroeiingen. R. Jentink, Rijkswaterstaat Meetinformatiedienst Zeeland, 2005 1
Algemene fysisch-chemische kwaliteit van het oppervlaktewater volgens de KRW, 2009
Algemene fysisch-chemische kwaliteit van het oppervlaktewater volgens de KRW, 2009 Indicator 6 maart 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere
Inventarisatie begroeiing schone koppen 2005
Inventarisatie begroeiing schone koppen 2005 dijkbekledingsmaterialen met gietasfalt in de getijdenzone van de Oosterschelde A.J.M. Meijer P. Schouten Inventarisatie begroeiing schone koppen 2005 dijkbekledingsmaterialen
De kolonisatie door flora en fauna op het proefvlak met C-star-blokken en ecovarianten
De kolonisatie door flora en fauna op het proefvlak met C-star-blokken en ecovarianten bij Ellewoutsdijk Tussenrapportage: de ontwikkeling in 2008 Definitief M.J. de Kluijver en T.J. Vanagt Grontmij AquaSense
Synthese en vergelijking van de wierzone met voorgaande perioden A.J.M. Meijer K. Didderen
Inventarisatie getijdenzone zeedijken Oosterschelde 2012 Synthese en vergelijking van de wierzone met voorgaande perioden A.J.M. Meijer K. Didderen Inventarisatie getijdenzone zeedijken Oosterschelde
WIERAANGROEI OP ECO-HILLBLOCKS MET OPEN BETONSTRUCTUUR
WIERAANGROEI OP ECO-HILLBLOCKS MET OPEN BETONSTRUCTUUR DEELONDERZOEK AAN HALVE KOPPEN IN OOSTERSCHELDE BIJ YERSEKE Tim van Oijen HZ University of Applied Sciences, Delta Academy Onderzoeksgroep Building
Nummer. Leo van Nieuwenhuijzen
- Verslag Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat Deelnemers H. Simons (Het Zeeuwse Landschap) C. de Groot (Het Zeeuwse Landschap) M. Berrevoets (provincie Zeeland) A. Beaufort (Waterschap
Deltagebied. Rijksdienst voor de ljsselmeerpolders Ministerie van Verkeer en Waterstaat COMPARTINENTERINGSDMIMEN. G.J. Rook. door
INVENTARISATIE VAN BOOTTRAILERHELLINGEN EN OVERIGE TEWATERWTPLAATSEN IN DE OOSTERSCHELDE TUSSEN STORMVLOEDKERING EN COMPARTINENTERINGSDMIMEN door G.J. Rook Werkdocunent 1986-13 P.bw Deltagebied ' i Rijksdienst
In het navolgf.a worden de schademeldingen in chronologische volgorde kort beschre.n.
0I bc, Rijks RijPsinstituUt voor hardeing Cie notitienr. : WBA-M-87.044. aan : Ir. E.H. Ebbens. van J.C.P. Johanson. inzake schade aan taludbekledingen, winterseizoen 1986-1987. projectnr. : W.86.03/00.
Controle Toetsrapport
Controle Toetsrapport Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Directie Zeeland PoiderIDijkvak Kruiningenpolder p. CZ> lj. RO5t Toetsng uitgevoerd door Anco van den
Notitie begroeiing proefvakken kanaaldijk bij Hansweert (getijdenzone) situatie oktober 2012
u. Notitie begroeiing proefvakken kanaaldijk bij Hansweert (getijdenzone) situatie oktober 2012 Inleiding Op verzoek van PL Meininger van Projectbureau Zeeweringen is door A.J.M. Meijer van Bureau Waardenburg
Handhaven oostelijke loswal Schelphoek (dijkpaal 75)
{, I 1.. Memo Werkgroep Kennis Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat Aan Simon Vereeke Pol van de Rest Bas van Liere Van Projectbureau Datum Februari 2008 Zeeweringen Doorkiesnummer Bijlagen
Nummer (P:tfG~V Doorkiesnummer Bijlage(n)
'1:, i, Verslag CONCEPT Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Directie Zeeland -rq-oo-o% Deelnemers Hans Janssen, Dick de Wilde, Hans vd Meulen, Jan van Westen, Maarten
Van: Jan Willem Slager Aan: Leden projectbureau
Van: Jan Willem Slager Aan: Leden projectbureau overleg Onderwerp: (actie projectbureau overleg 9901.4) concept Aanvulling Milieu-inventarisatie Zeeweringen Westerschelde. Bijgevoegde notitie is opgesteld
BEGROEIING VAN STORTMATERIALEN ONDER WATER
BEGROEIING VAN STORTMATERIALEN ONDER WATER Rob Leewis Foto s: Ron Offermans Arjan Gittenberger Joop Stalenburg Ouwerkerk 26 november 2014 ALS JE EEN VOORWERP IN HET WATER GOOIT, RAAKT HET (in principe)
Memovogeleilan.Phoek. Memo vogel eiland Schelphoek PZOT -M Pol van de Rest /
'\ t Memovogeleilan.Phoek Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat Aan Deelnemers Projectbureauoverleg Betreft Memo vogel eiland Schelphoek Kenmerk PZOT -M-08411 ontw Datum 17-12-2008 Plaats
,,_> 2 ~ ... en visserij
_(_"''t.~. ra,,_ 1"-... _.) > Q) Q) ~,,_> Q)... C.~ Q) C,,_ 2 ~ s: Q)..0,,_ ::J ::J... ra Z ~ ~ ::J o..0 "'0 C ra...j birectie Zuidwest Aan Rijkswaterstaat, directie Zeeland Projectbureau Zeeweringen t.a.v.
Directie Zeeland. Doorkiesnummer ~.379. Bijlage(n) Uw kenmerk. Onderwerp Demonstratievakken "kleidijk" van Alsteinpolder en Koningin Emmapolder
Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat -Generaal Rijkswaterstaat Directie Zeeland Aan Waterschap Hulster Ambacht Dagelijks bestuur Postbus 6 4560 AA Hulst Contactpersoon J.W. Slager Datum 3 april
Directie Zeeland. Datum bijlage(n) Kenmerk cp.lu9" N\:î0LrtJr,:p ",._.._. ~,."._;'_~,.~._:""'" 'J,"" j
Controle Toetsing Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Directie Zeeland Polder/Dijkvak Westkappelse Zeedijk Walcheren Piet Hengst Vvo Provoost Toetsing uitgevoerd door
Algemene fysisch-chemische kwaliteit oppervlaktewater KRW, 2009
Algemene fysisch-chemische kwaliteit oppervlaktewater KRW, 2009 Indicator 3 juni 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt
Enige achtergrond informatie i.v.rn. overleg op 11 juli a.s. bij de provincie.
\. Memo Aan W. Vinke H. vd Bosch Van Piet Hengst Datum 7 juli 2000 Onderwerp Overlaging Kruispolder Enige achtergrond informatie i.v.rn. overleg op 11 juli a.s. bij de provincie. Algemeen Overlagingen
Biologische kwaliteit KRW provincies, 2015
Indicator 7 december 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De meeste waterlichamen voldoen
Ecologische kwaliteit oppervlaktewater, 2009
Indicator 2 maart 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De ecologische kwaliteit van het
rijkswaterstaat deltadienst
rijkswaterstaat deltadienst BHMJOTKEÊJC NooWdmctfc W«tfttsl«ft K
Kwaliteit oppervlaktewater, 2009
Indicator 6 maart 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De meeste waterlichamen voldoen
r v.' ",.~ t::r~u Dç;iLu )< Projectbureau Zeeweringen t.a.v. Erik van Dijke Postbus ACGoes Geachte heer van Dijke,
-'riujectiiureau --- UEW!RINGEN '--' fti,:,m- i~f() r v.' ",.~, ""(J.ECTLEIDiR ~.....,!.. :ët:aer ARESSE rf'rojectsecaet ARIS X,V;I:O~WERKéR financii:h Projectbureau Zeeweringen t.a.v. Erik van Dijke Postbus
ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT
ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT Naam: Klas: Datum: 1 Situering van het biotoop Plaats: Type water: vijver / meer / ven / moeras/ rivier / kanaal / poel / beek / sloot / bron Omgeving: woonkern / landbouwgebied
Trace-alternatieven Zuid-West 380 kv. Zuid West. Concept
Zuid West Concept Trace-alternatieven Zuid-West e minister van Economische Zaken en VROM werken samen met Tennet TSO B.V. aan de Zuid_West -verbinding. Concept tracé alternatieven (oktober 2009) Hoogspanningsverbinding
Trace-alternatieven Zuid-West 380 kv. Zuid West. Concept
Zuid West Concept Trace-alternatieven Zuid-West e minister van Economische Zaken en VROM werken samen met Tennet TSO B.V. aan de Zuid_West -verbinding. Concept tracé alternatieven (oktober 2009) Hoogspanningsverbinding
Samen werken aan waterkwaliteit. Voor schoon, voldoende en veilig water
Samen werken aan waterkwaliteit Voor schoon, voldoende en veilig water D D Maatregelenkaart KRW E E N Z D E Leeuwarden Groningen E E W A IJSSELMEER Z Alkmaar KETELMEER ZWARTE WATER MARKER MEER NOORDZEEKANAAL
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
y. Ministerie van Verkeer en Waterstaat.Directie Zeeland Projectbureau Zeeweringen T.a.v. dhr. J. Perquin en M. Elzinga Pia postbus 114 4460 AC GOES Contactpersoon Ing. J. de Nooij Datum 1 3 FEB 2002 Ons
ZEEUWSE MEER. globale getij - hoogten. in verschillende. compartimenteringsmodellen. ;aat deltadienst ndenzoek. nota: 75-04
Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Direutie Zeeland Nummer: Bibliotheek, Koestr. 30, tel: 0118-686362 postbus 5014,4330 KA Middelburg ZEEUWSE MEER globale getij -
Ministerie van Verkeer en Waterstaat Memo Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat 31 AUG Afschrift aan
~.. Ministerie van Verkeer en Waterstaat Memo Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Werkgroep Kennis Projectbureau Zeeweringen 9cUt:---.M '"'()~ \ 3 \~ 31 AUG 2005 Betreft (actie en nr.) Overschrijdingskans
De Noordzee HET ONTSTAAN
De Noordzee De Noordzee is de zee tussen Noorwegen, Groot-Brittannië, Frankrijk, België, Nederland, Duitsland en Denemarken. De Noordzee is een ondiepe (30-200 m) randzee van de Atlantische oceaan met
PLANBESCHRIJVING BORRENDAMME, POLDER SCHOUWEN, CAUWERSINLAAG, HAVENKANAAL WEST PZDT-R ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING
PLANBESCHRIJVING BORRENDAMME, POLDER SCHOUWEN, CAUWERSINLAAG, HAVENKANAAL WEST PZDT-R-11208 ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING PROJECTBUREAU ZEEWERINGEN 26 juli 2011 075616050:A.1 - Definitief C03011.000173.0100
STICHTING WATERBOUWKUNDIG LABORATORIUM ONDERZOEK. naar de. OORZAKEN van DIJKBESCH\DIGINGEN. ZEELAND j SCHOUWEN DUIVBLAND. Documentatie, deel 3.
5" ~?$3J1] LABORATORIUM VOOR STICHTING WATERBOUWKUNDIG LABORATORIUM GRONDMECHANICA ONDERZOEK naar de OORZAKEN van DIJKBESCH\DIGINGEN in ZEELAND j 1953. SCHOUWEN DUIVBLAND Documentatie, deel 3. B I 0 L!
Directie Zeeland. Datum bijlage(n) Kenmerk
,. Controle Toetsing Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Directie Zeeland Polder/Dijkvak Anna Jacobapolder eh Willempolder. op Sint-Philipsland Piet Hengst Vvo Provoost
SCHATTEN VAN DE OOSTERSCHELDE. Pilot Oesterdam
SCHATTEN VAN DE OOSTERSCHELDE Pilot Oesterdam Werkgroep: Gijs van Zonneveld, ZMF Johan Gideonse, Gemeente Reimerswaal Dick de Jong, Rijswaterstaat Roel Mooij, Provincie Zeeland Cees van Rooijen, Rijksdienst
Ministerie van Economische Zaken
Ministerie van Economische Zaken > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Vermilion Oil & Gas Netherlands B.V. T.a.v. Zuidwalweg 2 8861 NV HARLINGEN Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag
Nieuw Beheerplan voor de Rijkswateren
Nieuw Beheerplan voor de Rijkswateren 2009-2015 Naar een publieksgericht beheer Rijkswaterstaat zorgt, als uitvoeringsorganisatie van het ministerie van Verkeer en Waterstaat, voor alle grote watersystemen
Waterkwaliteit KRW, 2015
Indicator 12 januari 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De meeste waterlichamen voldoen
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat.: Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij Agentschap LASER t.a.v. mevrouw Helmens Postbus.t ls t 3300 BD DORDRECHT Contactpersoon
Theorie beoordeling steenzettingen
Theorie beoordeling steenzettingen Mark Klein Breteler Deltares Pilot-cursus Bekledingen: module Asfalt en steen 2 november 2016 Inhoud Achtergrond (deel 1): Opbouw bekledingsconstructie Faalmechanismen
Opleidingen Nieuwe Normering Waterveiligheid
Opleidingen Nieuwe Normering Waterveiligheid 2016 www.opleidingen.stowa.nl Opleidingen Nieuwe Normering Waterveiligheid M01 - Basis Cursus Beoordelen en Ontwerpen M02 - Geotechniek: SOS en Piping M03 -
PLANBESCHRIJVING HOLLAREPOLDER, JOANNA-MARIAPOLDER PZDT-R ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING
PLANBESCHRIJVING HOLLAREPOLDER, JOANNA-MARIAPOLDER PZDT-R-11199 ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING PROJECTBUREAU ZEEWERINGEN 7 juli 2011 075609261:A - Definitief C03011.000173.0100 Samenvatting In 2013 vindt
C -v-, .-_...-- 'ix) Advies zeeweringen Westerschelde 349 3
,", "I' ~', -- -~." '~ - ACTH' [I INFO 1~;OJECTLEIOER " SECRETARESSE PROJECT SECRETARIS 'ix) Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directie Zeeland Projectbureau Zeeweringen t.a.v. dhr. ing. J. Perquin
Veiligheid primaire waterkeringen,
Indicator 8 december 2009 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Van een derde van de primaire
SAMENVATTING PLANBESCHRIJVING BRUINISSEPOLDER, VLUCHTHAVEN ZIJPE, STOOFPOLDER TOT BRUINISSE PZDT-R ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING
SAMENVATTING PLANBESCHRIJVING BRUINISSEPOLDER, VLUCHTHAVEN ZIJPE, STOOFPOLDER TOT BRUINISSE PZDT-R-11258 ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING PROJECTBUREAU ZEEWERINGEN 10 oktober 2011 075686597:A - Definitief
Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,
Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1991 2008 Indicator 15 juli 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt
rapport 144 vliegas als vulstof in beton
rapport 144 vliegas als vulstof in beton CUR Postbus 420 2800 AK Gouda Tel.: 01820-39600 Fax: 01820-30046 vliegas als vulstof in beton CIVIELTECHNISCH CENTRUM UITVOERING RESEARCH EN REGELGEVING Colofon
IPG-advies Toepassing Tweelaags ZOAB op het Nederlandse hoofdwegennet
Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq IPG-advies Toepassing Tweelaags ZOAB op het Nederlandse hoofdwegennet Deel 1: Advies DWW-2005-030 Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq.......................................................................................
Doorkiesnummer 313. Bijlage(n) Uw kenmerk PZDT-M-98680inv. Product DIJKBEKL*NATUUR
Aan Projectbureau Zeeweringen t.a.v. J.W. Slager Postbus 114 4460AC GOES cc A. Kamsteeg (RIKZ Den Haag) M. van Boetzelaer (Bouwdienst) J. Cocsen (directie Zeeland) T. Bult (RIKZ) P. Meininger (RIKZ) Contactpersoon
Kort overzicht. Verbetering gezette steenbekleding dijkvak Mosselbanken
Kort overzicht plan PZST-P-01144com Verbetering gezette steenbekleding dijkvak Mosselbanken Begin 2002 vindt de aanbesteding plaats van de verbetering van het dijkvak Mosselbanken. De uitvoering hiervan
D474.ÖÏ. technische adviescommissie voor de waterkeringen
D474.ÖÏ technische adviescommissie voor de waterkeringen Samenvatting Systematisch Onderzoek 1972, Centrum voor onderzoek waterkeringen In het kader van het systematisch kadeonderzoek werden in 1972 de
Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving. MiIieu-effecten van. rapport demontabel bouwen
Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving rapport 94-15 MiIieu-effecten van demontabel bouwen I u!i Postbus 420 2800 AK Gouda Telefoon 01820-39600 94-15 MILIEU-EFFECTEN VAN DEMONTABEL
Winning en verbruik van oppervlaktedelfstoffen,
Indicator 24 mei 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken Veel bouwgrondstoffen als grind, zand
De kolonisatie door flora en fauna op het proefvlak met C-star-blokken en eco-varianten bij Ellewoutsdijk
De kolonisatie door flora en fauna op het proefvlak met C-star-blokken en eco-varianten bij Ellewoutsdijk De ontwikkeling in de jaren 2008-2010 Eindrapport Meetadviesdienst Zeeland Grontmij Nederland B.V.
Inventarisatie van het sublitorale wilde mosselbestand in de westelijke Waddenzee in het voorjaar van 2009
onderzoek en advies mariene ecologie, visserij en schepldierkweek Elkerzeeseweg 77 4322 NA Scharendijke tel./fax: 0111-671584 GSM: 06-44278294 e-mail: marinx@zeelandnet.nl RAPPORT 2009.79 - CONCEPT Inventarisatie
CUR. Besparing op primaire granulaire grondstoffen door flexibel en demontabel bouwen in beton
Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving rapport 99-2 Besparing op primaire granulaire grondstoffen door flexibel en demontabel bouwen in beton Postbus 420 2800 AK Gouda Telefoon 0182-54
Bijlage(n) Uw brief van Uw kenmerk Documentnummer Landgraaf, oktober 201 6
ï-«f Aan het Bestuur van: VV Schaesberg SVN UOW'OZ Beheerstichting Park ter Waerden Beheerstichting Park Strijthagen Landgraaf, 7 oktober 201 6 llllll 111:11:111 Onderwerp Kunstgrasvelden. Verzonden op
Passieve Microgolf Radiometrie als Vlakdekkende Inspectietechniek
Passieve Microgolf Radiometrie als Vlakdekkende Inspectietechniek Ir. Roland Haarbrink Miramap Inhoud 1. Eigenschappen van MIRA technologie 2. Toepassing van MIRA technologie 1. 2. Algemeen Specifiek:
Simon Vereeke Ruud Bosters Paul Geernaert Ernst Jonker Leden Pb
Revisietoetsing Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-generaal Rijkswaterstaat Directie Zeeland Polder/bestek Ser-Lippens- en Nieuw Othenepolder dp 0084 15 dp 0094 85 bestek ZL-5109 Aan Simon
Directie Zeeland. Afschrift aan. Nummer. Doorkiesnummer 06-51063849. Bijlage(n) 1
Verslag Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Directie Zeeland Deelnemers Combinatie: Zinkcon-Dekker/Hakkers/v.d. Herik en Van Oord ACZ: J. Huibers, A. Ouwerkerk, C
5. Bovenlaag verdwenen, 2. Dijk van de polder Schouwen, 3. Suzanna-inlaag,
CO-582 5. Film 13 foto 9 Schouwen Duiveland, Hoofdwaterkering van de polder Datums 30-6-1953 Schouwen; gedeelte voor de Suzanna-inlaag. (Dijkvak J>6) 1. Oosterschelde, 5. Bovenlaag verdwenen, 2. Dijk van
Helder water door quaggamossel
Helder water door quaggamossel Kansen en risico s Een nieuwe mosselsoort, de quaggamossel, heeft zich in een deel van de Rijnlandse wateren kunnen vestigen. De mossel filtert algen en zwevend stof uit
Tek.nr. Bestandsnaam Omschrijving Datum
werk: Reigerbergschepolder Revisie Tek.nr. Bestandsnaam Omschrijvg Datum Revisietekengen ZLRW 2007-01010 Reigerbergschepolder.dgn van dp44+84m tot dp65+65m 02-03-07 ZLRW 2007-01011 Reigerbergschepolder.dgn
De plek waar de zee als een brede rivier het land instroomt. Al het werk dat gedaan is om het Deltaplan uit te voeren.
Meander Samenvatting groep 6 Thema 1 Water Samenvatting De watersnoodramp In 1953 braken tijdens een zware storm de dijken door in Zeeland en delen van Noord-Brabant en Zuid-Holland. Het land overstroomde.
Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,
Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1991 2010 Indicator 27 november 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens
Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014
Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014 Stichting Landschapsbeheer Zeeland Lucien Calle Sandra Dobbelaar Alex Wieland 15 juli 2014 1 Inhoud Inleiding...
De ramp in 1953 waarbij grote stukken van Zeeland, Noord-Brabant en Zuid- Holland overstroomden.
Meander Samenvatting groep 6 Thema 1 Water Samenvatting De watersnoodramp In 1953 braken tijdens een zware storm de dijken door in Zeeland en delen van Noord-Brabant en Zuid-Holland. Het land overstroomde.
Oosterschelde, stroomsnelheden Veiligheidsbuffer Oesterdam.
Belanghebbenden Rijkswaterstaat Zeeland Meetadviesdienst Zeelandll Poelendaelesingel JA Middelburg Postadres: Postbus KA Middelburg T () F () Doorlaatmiddel. Inleiding. Oosterschelde, stroomsnelheden Veiligheidsbuffer
Ons kenmerk C210/ Aantal bijlagen
Aan de leden van de commissie Algemeen Bestuur Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon (024) 329 91 11 Telefax (024) 329 9162 E-mail gemeente@nijmegen.nl Postadres Postbus 9105 6500 HG Nijmegen Datum
Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Directoraat-Ceneraal Rijkswaterstaat. Directie Oost-Nederland. Bibliotheek. Nr.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Ceneraal Rijkswaterstaat Directie Oost-Nederland Bibliotheek Nr.WE1410-131/VII ON PI : ig NOTA betr. Aannames m.b.t. de ontwikkeling van de verkeersveiligheid
...c. re 'i.,\.> Q) AANTEKENEN. Rijkswaterstaat, directie Zeeland Projectbureau Zeeweringen t.a.v. de heer H.G. v.d.
1..- re 'i.,\.> - > ~...c..0 :J :Jṟe Z ~' :J 0..0 "'0 cre Directie Zuidwest AANTEKENEN Rijkswaterstaat, directie Zeeland Projectbureau Zeeweringen t.a.v. de heer H.G. v.d. Bosch Postbus 114 4460 A GOES....J
i~?fiojecl SEC REl 14','$ "'~~~~~J Z3I ""_""._"""... =-l!>-
" t r: Memo Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswate CTBIJRF.AU ZEF:WF.HI~IG:::N.2rll~'lIi\t':n:P!l:'.._;rr;(tfi'7.UitI..,~'12'.I'~"""~r.rr.:l'I'.!.I> Directie CTLEID ll FIN'I'l':~~.'l!..'7.t»1,I!t:~~!f
Zeetoegang IJmond. Aanvullend advies over reikwijdte en detailniveau van de Milieutoets. 3 november 2011 / rapportnummer
Zeetoegang IJmond Aanvullend advies over reikwijdte en detailniveau van de Milieutoets 3 november 2011 / rapportnummer 2525 85 1. Voorgeschiedenis en stand van zaken Rijkswaterstaat (RWS) heeft het voornemen
CUR. fase 1 : inventarisatie van schiltechnieken voor betonconstructies. civieltechnisch centrum uitvoering research en regelgeving
CUR civieltechnisch centrum uitvoering research en regelgeving rapport 92-1 volumereductie via selectieve slooptechnieken fase 1 : inventarisatie van schiltechnieken voor betonconstructies Postbus 420
Informatie over GenX van waterbedrijven Evides en Dunea
Informatie over GenX van waterbedrijven Evides en Dunea Van de site van Evides: In de media: PFOA en GenX Diverse media berichtten over de kwaliteit van het drinkwater in relatie tot de stoffen GenX en
Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Piet, Herbert. Toepassing alternatieven voor hardhout in teenconstructies.
Memo Werkgroep Kennis Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Projectbureau Zeeweringen Betreft (actie en nr.) Alternatieve materialen bij teenconstructies Afschrift aan
Quick Scan groen/blauwe effecten woningbouwlocaties Deltametropool
'HOWDPHWURSRROODQJVEXLWHQUDQGYHUVWHGHOLMNHQ Quick Scan groen/blauwe effecten woningbouwlocaties Deltametropool Verschenen in: tijdschrift ROM 2004 nr.1 Auteurs: Rienk Kuiper, Raymond de Niet en Ton de
Directie Zeeland \ \ Datum bijlage(n) Kenmerk
Controle Toetsing Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Directie Zeeland \ \ Rijkswaterstaat PoideriDijkvak Westkappelse Zeedijk (Noord en Zuid) dp 169 - dp 225 Piet Hengst Vvo Provoost
Ministerie van Verkeer en Waterstaat Memo Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat. i., ',.,0,
\., ',. :.'..,., I~.,'.,, Ministerie van Verkeer en Waterstaat Memo Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Werkgroep Kennis i., ',.,0, Betreft (actie en nr.) Afschrift aan Detailadviesgolfrandvoorwaarden
Project Doorsnede in de tijd Ontwikkelingen Noordzee
Project Doorsnede in de tijd Ontwikkelingen Noordzee Mogelijke onderwerpen: 1. Windturbineparken 2. Plastic soep 3. Beleidslijnen RWS Onderwerp Beleid olieen gasboringen Waddenzee 4. RWS: Welke beroepen?
Introductie Natuurversterking in windparken Wind op zee na 2035
Agenda Introductie Floris v. Hest (SDN) Natuurversterking in windparken Keuzemenu natuurversterking in windparken Guido Schild 10.10-10.20 Stellingen natuur in windparken (interactieve sessie) Tinka Murk
Opbouw. Het belang van natuurvriendelijke oevers. EU Kaderrichtlijn Water (KRW) Waterbeleid. Doel KRW voor oevers. EU Kaderrichtlijn Water Maatregelen
Het belang van natuurvriendelijke oevers Christa Groshart Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard Opbouw Beleid en Maatregelen Verwachtingen Knelpunten KRW innovatie-onderzoek Waterbeleid Europese
Winning en verbruik van oppervlaktedelfstoffen,
Indicator 12 maart 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken Veel bouwgrondstoffen als grind,
Verbetering Waterkering Waalkade Nijmegen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport
Verbetering Waterkering Waalkade Nijmegen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 13 mei 2005 / rapportnummer 1430-68 College van Gedeputeerde Staten van Gelderland Postbus 9090 6800 GX ARNHEM uw
memo Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur Algemeen
/,~ Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu memo Aanleg en onderhoud nestplaatsen Algemeen ("bijen hotels") voor Schorzijdebij Rijkswaterstaat Projectbureau pia Waterschap Scheldestromen
Simon Vereeke Gert Jan Wijkhuizen Raymond Derksen ArchiefAXZ
!' Veldbezoek Ministerie van Verkeer en Waterstaat Controle/vrijgave toetsing Directoraat-Generaal Rijksaterstaat Directie Zeeland Polder/Dijkvak Oesterdam-Noord dp 1080 - dp 1150 Simon Vereeke Gert Jan
Quick scan ecologie Beatrixstraat te Halfweg
Quick scan ecologie Beatrixstraat te Halfweg Quick scan ecologie Beatrixstraat te Halfweg Auteur Opdrachtgever Projectnummer Ingen foto omslag T. ursinus Van Riezen en Partners 12.004 april 2012 De brandweerkazerne
Advies toepassen van waterbouwasfalt op Oesterdam
memo Advies toepassen van waterbouwasfalt op Oesterdam Pia Waterschap Eilanden Kanaalweg 1 Zeeuwse Middelburg Pia Postadres: Postbus 1000 4330 zw Middelburg T (0118) 62 13 70 F (0118) 62 1993 www.zeeweringen.nl
Yvo Provoost Simon Vereeke Ad Beaufort leden Pb. Datum. Maart bijlage(n) Kenmerk
Controle/Vrijgave Toetsing Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijksaterstaat Directie Zeeland Polder/Dijkvak Polder Schouwen inclusief Kister's of Suzanna's inlaag dp 0160 - dp 0162
Nie uw-ne uzen-oost - '111 ~) (; srzo r;'r:99342-t@ij 4 augustus7999. document code: datum: INVENTARISATIE- TOETS- EN VOORONTWERPDOCUMENT:
,, INVENTARISATIE- TOETS- EN VOORONTWERPDOCUMENT: (Dijkpaal Nie uw-ne uzen-oost 0 tlm Dijkpaall7) Vrijgegeven door: paraaf datum 'I auteur R den Hoed ~. ""'\-\0-1CO Cj 9 Geaccepteerd door: ~) (; Werkgroep
Kort overzicht plan. Verbetering gezette steenbekleding Zuidwatering
t- Kort overzicht plan PZST-P-01176 corn Verbetering gezette steenbekleding Zuidwatering Begin 2002 vindt de aanbesteding plaats van de verbetering van het dijkvak Zuidwatering. De uitvoering hiervan is
Workshop Kijk in de Dijk. Slotconferentie Zeeweringen 30 april 2015
Workshop Kijk in de Dijk Slotconferentie Zeeweringen 30 april 2015 Welkom bij de Workshop Kijk in de Dijk! Even voorstellen: 1. Wie bent u? 2. Waarom hebt u voor deze workshop gekozen? miramap 2015 Projectbureau
Baggerprogramma Noord-Hollandse vaarwegen
PROVINCIE NOORD-HOLLAND Baggerprogramma Noord-Hollandse vaarwegen 2004-2008 Zonder slib meer vaart! 2 PROVINCIE NOORD-HOLLAND Inleiding Plantenresten, afval en gevallen bladeren zijn er o.a. de oorzaak
Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug
Notitie Contactpersoon Gosewien van Eck Datum 14 november 2013 Kenmerk N001-1220333GGV-evp-V01-NL Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug 1 Inleiding De gemeente
Directie Zeeland. Doorkiesnummer Bijlage(e) 1 foto. Uw kenmerk
,, 08 NOV 2000 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Directie Zeeland Aan Rijkswaterstaat Projectbureau Zeeweringen T.a.v. H. van der Meulen Postbus 114 4460 AC GOES