MAATREGELEN TEN AANZIEN VAN C. DIFFICILE IN ACUTE ZIEKENHUIZEN EN RUST- EN VERZORGINGSTEHUIZEN
|
|
- Rebecca Lenaerts
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 MAATREGELEN TEN AANZIEN VAN C. DIFFICILE IN ACUTE ZIEKENHUIZEN EN RUST- EN VERZORGINGSTEHUIZEN 2005
2 VOORWOORD Clostridium difficile zorgt regelmatig voor uitbraken in ziekenhuizen en in rust- en verzorgingstehuizen. Aangezien de voorzorgsmaatregelen erg verschillen van instelling tot instelling, bestond er nood aan consensus. Deze richtlijnen proberen aan deze nood te voldoen en kunnen als leidraad dienen om eenduidige afspraken te maken binnen de eigen instelling. De regionale werkgroep kan niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele nadelige effecten van het volgen van deze richtlijnen. Kritische bedenkingen en aanvullingen kunnen gericht worden aan de Werkgroep via de website Deze zullen bij het opstellen van herziene richtlijnen in beschouwing worden genomen. Prof. dr. A. Schuermans Voorzitter Regionale Werkgroep Vlaams-Brabant en Limburg
3 INHOUD 1. INLEIDING Microbiologie en epidemiologie Kliniek : vatbaarheid en ziektebeeld DIAGNOSE...2 Case definitie BRONNEN EN OVERDRACHTSWEGEN MAATREGELEN Algemene voorzorgmaatregelen Specifieke voorzorgsmaatregelen: contactvoorzorgs-maatregelen Isolatie Beschermende kledij Duur van de maatregelen Ontsmetting van de kamer Ontsmetting van materiaal en instrumenten Behandeling van eetgerei Behandeling van linnen en afval Vervoer van een patiënt in isolatie BEHANDELING...7 LITERATUUR...8 APPENDIX: NEONATEN EN ZUIGELINGEN...9
4 1. INLEIDING 1.1 Microbiologie en epidemiologie Clostridium difficile is een anaërobe sporenvormende gram-positieve bacterie die zeer frequent teruggevonden wordt in de gastrointestinale tractus van gezonde baby s jonger dan 1 jaar en bij volwassenen in 2 % (Zweden) tot 15 % (Japan). Asymptomatisch dragerschap wordt gerapporteerd bij 7 tot 30 % van ouderen verblijvend in chronische zorgcentra. Ziektesymptomen zijn gerelateerd aan de productie van twee toxines : het enterotoxine A en in mindere mate het cytotoxine B. Epidemieën met toxine A-negatieve stammen zijn uitzonderlijk. Incidentiecijfers van clostridium-geassocieerde diarree variëren van 0,3 tot 78 per 1000 opnamen in het ziekenhuis. Voor chronische zorgcentra vindt men cijfers van 0,08 infecties per 1000 residentendagen. C. difficile kan verantwoordelijk zijn voor epidemieën, zowel in het acute ziekenhuis als in chronische zorgcentra. 1.2 Kliniek : vatbaarheid en ziektebeeld C. difficile is de belangrijkste verwekker van nosocomiale infectieuze diarree; matige tot ernstige infecties kunnen ontstaan variërend van lichte diarree tot ernstige pseudomembraneuze colitis en toxisch megacolon. De voornaamste risicofactoren zijn het voorafgaandelijk gebruik van antibiotica (clindamycine, betalactam-antibiotica vnl. cefalosporines en fluorochinolonen) en cytostatica, gastrointestinale heelkunde en sondevoeding. Hoge leeftijd (> 60 jaar), de ernst van de onderliggende ziekte en de duur van het hospitaalverblijf zijn gecorreleerd met C.difficile geassocieerde diarree. De incubatieperiode bedraagt minder dan één week en gemiddeld 2 dagen. Maatregelen t.a.v. C. difficile in acute ZH en RVT maart
5 2. DIAGNOSE Case definitie C. difficile geassocieerde diarree is een klinische diagnose van diarree (= min. 3 stoelgangen per 24 uur die de vorm aannemen van het recipiënt) in combinatie met een laboratoriumdiagnose door middel van een toxinebepaling en/of stoelgangskweek. Enkel niet-gevormde stoelgang zal getest worden op de aanwezigheid van toxines d.m.v. enzyme immuno-assays voor het toxine A, het toxine B of beiden (hoge specificiteit en resultaat na 48 uur) ofwel d.m.v. de cel-cytotoxiciteitstest voor het toxine B (hoogste specificiteit, doch resultaat later beschikbaar). Indien de toxinebepaling positief is, zal behandeling gestart worden. Een positieve faecescultuur met C.difficile (hoogste sensitiviteit, resultaat beschikbaar na uur) bij een symptomatische patiënt is, ondanks een negatieve toxinetest en na uitsluiting van andere enteropathogenen, een beperkt argument om therapie in te stellen. Het is mogelijk om bij een positieve faecescultuur met C. difficile waarbij de directe toxinetest initieel negatief is, een toxinebepaling na kweek uit te voeren. Cultuur en toxinebepaling worden beiden uitgevoerd bij een gerichte laboratorium-aanvraag voor C. difficile. Bij patiënten uit chronische zorgcentra is het aangewezen steeds een volledige coprocultuur te laten uitvoeren. Het is niet aangewezen herhaalde stalen te laten analyseren bij een eerste negatief resultaat. Opvolgstalen tijdens of na behandeling worden ook niet routinematig uitgevoerd: zij hebben geen invloed op de behandeling of de isolatiemaatregelen die gebaseerd zijn op klinische symptomen. Stalen dienen koel bewaard te worden tot het moment van uitvoering van de test aangezien het toxine erg onstabiel is bij kamertemperatuur. De diagnose kan ook indirect gesteld worden d.m.v. endoscopie in het geval van pseudomembraneuze colitis of op basis van histologische bevindingen. De infectie wordt als nosocomiaal beschouwd indien de klinische symptomen optreden minstens 72 uur na opname of binnen de maand na een antibioticatherapie. Er is sprake van een nieuwe C. difficile infectie (in tegenstelling tot een recidief) indien de symptomen terug optreden minimum 8 weken na de eerste episode. Een epidemische verheffing wordt gedefinieerd als zijnde 2 of meer nieuwe gecorreleerde gevallen binnen 1 week op eenzelfde eenheid. Maatregelen t.a.v. C. difficile in acute ZH en RVT maart
6 3. BRONNEN EN OVERDRACHTSWEGEN De belangrijkste bron voor kruisbesmetting is de symptomatische patiënt: hij vertoont een zeer hoog aantal micro-organismen in de stoelgang. De sporen van C. difficile kunnen weken tot maanden overleven en zijn zeer bestandig tegen uitdroging, verhitting en chemische ontsmetting. Overdracht gebeurt d.m.v. contact, hetzij direct of indirect. Direct contact gebeurt tussen patiënten onderling. Indirect contact gebeurt via de handen van zorgverstrekkers en via contact met de besmette omgeving of besmet materiaal zoals thermometers, toiletstoelen en bedpannen. Ofschoon ook asymptomatische dragers een potentiële bron kunnen zijn, zullen zij niet actief opgespoord worden d.m.v. screening en aldus niet behandeld worden. Maatregelen t.a.v. C. difficile in acute ZH en RVT maart
7 4. MAATREGELEN 4.1 Algemene voorzorgmaatregelen Aangezien het belangrijke percentage (tot 30 % in de rusthuizen en rust- en verzorgingstehuizen) van asymptomatische dragers, is de belangrijkste maatregel t.a.v. alle patiënten, de toepassing van de algemene voorzorgsmaatregelen. Dit betekent concreet het toepassen van een strikte handhygiëne t.a.v. alle patiënten, en het dragen van handschoenen en een beschermende schort i.g.v. potentieel contact met bloed en lichaamsvochten. Aangezien de sporen niet afgedood worden door alcohol, zal men de voorkeur geven aan het dragen van handschoenen en het wassen van de handen met water en een al dan niet antimicrobiële zeep, en niet aan het gebruik van handalcoholen. 4.2 Specifieke voorzorgsmaatregelen: contactvoorzorgsmaatregelen Isolatie In het ziekenhuis zal de symptomatische patiënt geïsoleerd of gecohorteerd worden. Zo er één gedocumenteerd geval van C. difficile op dienst bestaat, zal de volgende patiënt met diarree onmiddellijk geïsoleerd worden, nog voor de faecesresultaten bekend zijn. Steeds zal de patiënt over een eigen sanitaire voorziening (evt. toiletstoel) beschikken, ook bij cohortisolatie. Indien de patiënt toch niet over een eigen toilet beschikt, dient dit drie maal per dag te worden gereinigd en gedesinfecteerd. In de chronische zorgcentra zal de patiënt tijdens de klinische fase steeds geïsoleerd verpleegd worden (met eigen sanitair), en tijdelijk niet deelnemen aan dagzaalactiviteiten, ergotherapie e.a Beschermende kledij De beschermende kledij omvat het dragen van niet-steriele handschoenen en een overschort. De beschermende kledij wordt aangetrokken bij het betreden van de kamer. Bij het verlaten van de kamer trekt men eerst de handschoenen uit en nadien de schort en hangt men deze op met de buitenzijde naar buiten gekeerd in de kamer. Voor men de kamer verlaat worden de handen gewassen; indien korte mouwen werden gedragen, dienen de onderarmen mee gewassen te Maatregelen t.a.v. C. difficile in acute ZH en RVT maart
8 worden. Bij cohortisolatie volstaat het de handschoenen te vervangen tussen de verzorging van twee patiënten; de schort dient enkel vervangen te worden bij zichtbare bevuiling. Voor een bezoeker volstaat het grondig wassen van de handen voor het verlaten van de kamer. Voor zwanger personeel zijn geen specifieke maatregelen vereist Duur van de maatregelen Deze maatregelen worden beëindigd na het stoppen van de diarree, ongeacht of de patiënt nog behandeld wordt en onafhankelijk van laboresultaten Ontsmetting van de kamer Omdat de verspreiding van C.difficile via besmette voorwerpen en oppervlakken kan plaatsvinden, moet grote aandacht worden besteed aan de reinigings- en ontsmettingsprocedure. Omwille van de sporenvormende eigenschap van C.difficile is het mechanisch reinigen met overvloedig water en zeep aangewezen. De klassieke ontsmettingsmiddelen zijn niet sporicide dus dient men gebruik te maken van een javeloplossing of een combinatie van aldehydeoplossingen. De javeloplossing wordt vers aangemaakt in koud water met een concentratie van minimum 1000 ppm vrij chloor per liter (zie onderstaande tabel). Javel wordt best op een donkere en frisse plaats bewaard. Men kan ook gebruik maken van chloortabletten (natriumdichloorisocyanuraat) die een hogere stabiliteit hebben en dus de voorkeur genieten (b.v. voor Stafilex of Bakta chloortabletten geeft 1 tablet opgelost in 1 liter water een concentratie van 1000 ppm). Er wordt vochtig gereinigd en niet nagedroogd; om een voldoende sporicide activiteit te bekomen dient een contacttijd van minstens 30 minuten te worden gerespecteerd. Bij patiënten in isolatie, wordt de kamer dagelijks ontsmet en dit tot het einde van de diarree. Bij het stoppen van de isolatie en bij ontslag wordt een eindontsmetting uitgevoerd, zijnde de volledige kamer reinigen en ontsmetten en de gordijnen vervangen. Tabel : Verdunningen (i.f.v. de concentratie vrij chloor) om een 1000 ppm oplossing te bekomen. Hoeveelheid geconcentreerde javel Hoeveelheid geconcentreerde javel Javel oplossing ml per liter water 160 ml per 5 liter water Javel oplossing ml per liter water 130 ml per 5 liter water Javel oplossing ml per liter water 100 ml per 5 liter water Javel oplossing ml per liter water 80 ml per 5 liter water Maatregelen t.a.v. C. difficile in acute ZH en RVT maart
9 4.2.5 Ontsmetting van materiaal en instrumenten Medisch en verpleegkundig materiaal is zoveel mogelijk patiëntgebonden en wordt ook steeds apart gereinigd (bv. waskom, thermometer). Het materiaal dat op de isolatiekamer ligt wordt zoveel mogelijk beperkt. Het materiaal wordt door de verpleegkundigen dagelijks gereinigd met overvloedig water en zeep en nadien ontsmet met chloramine 0,5%. Bij onderdompeling in chloramine respecteert men een contacttijd van één uur; niet-onderdompelbaar materiaal wordt afgewreven met chloramine en aan de lucht gedroogd. Bedpan en urinaal worden thermisch ontsmet in een bedpanspoeler Behandeling van eetgerei In de keuken wordt dit thermisch ontsmet in de afwasmachine op een temperatuur van minimaal 60 C. De dienbladen moeten onmiddellijk in de eetkar geplaatst worden; na het behandelen van de vuile vaat worden de handen gewassen Behandeling van linnen en afval De linnenzak en de afvalzak van de kamer en de badkamer worden dagelijks vervangen. Zij worden op de kamer gesloten. Na het wegbrengen van de zak worden de handen grondig gewassen. Het linnen van patiënten in chronische zorgcentra wordt steeds rechtstreeks in de wasmachine geplaatst Vervoer van een patiënt in isolatie Een oplopende besmette patiënt die de kamer verlaat, draagt een propere schort en handschoenen. Indien een besmette patiënt vervoerd wordt in een rolstoel, blijft voornoemde beschermende kleding van toepassing en wordt de rolstoel vooraf afgedekt met een proper steeklaken. De handgrepen van de rolstoel worden voldoende nat gereinigd met chloramine 0,5%. Bij het vervoer van een patiënt in bed worden het hoofd- en voeteinde afgewreven met chloramine 0,5%. Indien bijkomend materiaal op het bed dient vervoerd te worden (dossier, monitor, ), voorziet men het bed van een propere sprei. De personeelsleden die het vervoer begeleiden dragen geen beschermende kleding. Maatregelen t.a.v. C. difficile in acute ZH en RVT maart
10 5. BEHANDELING Enkel de symptomatische patiënten worden behandeld met metronidazole 3 x 500 mg po (of IV) gedurende 10 dagen; een (duurder) alternatief is vancomycine 4 x 125 mg po gedurende 10 dagen maar het gebruik hiervan wordt gereserveerd voor therapieresistente vormen. Opvolgstalen voor toxinebepaling tijdens en na behandeling worden niet routinematig uitgevoerd. Tien tot 20 % hervalt binnen de 4 weken na het stoppen van de therapie. Zowel relaps als herinfectie zijn mogelijk maar de infectie beantwoordt meestal aan een tweede kuur metronidazole. Zo mogelijk wordt de toediening van andere systemische antibiotica gestopt. Medicatie die de intestinale motiliteit vermindert, dient vermeden te worden. Preventieve toediening van Saccharomyces boulardii bij gebruik van antibiotica heeft geen statistisch significant bewezen effect. Een vaccin tegen C. difficile is voorlopig nog niet beschikbaar. Maatregelen t.a.v. C. difficile in acute ZH en RVT maart
11 LITERATUUR 1. Mayhall CG (ed). Hospital epidemiology and infection control. Wilkins and Wlikins, Baltimore USA, Murray PR (ed). Manual of clinical microbiology. ASMP Press Washington WIP: werkgroep infectiepreventie Nederland. THIP Clostridium difficile: desinfecteren of reinigen? 4. Simon A, Delmée M. Handhygiëne en het onderhoud van de omgeving in de bijzondere context van Clostridium difficile : welk product kiezen? Noso-info vol. VIII n 3, Gerding D. et al. SHEA position paper : Clostridium difficile-associated diarrhea and colitis. Infect Control Hosp Epidemiol 1995; 16: Berrington AW (ed). National Clostridium difficile Standards Group Report to the department of Health. J Hosp Inf 2004; 56 (suppl 1): Peetermans W. Antibioticagids UZ Leuven Loo VG. et al. A predominantly clonal multi-institutional outbreak of Clostridium difficile associated diarrhea with high morbidity and mortality. N Engl J Med 2005; 353 (23):
12 APPENDIX: NEONATEN EN ZUIGELINGEN Neonaten en zuigelingen zijn frequent drager van C. difficile in de stoelgang met hoge aantallen toxines zonder gastrointestinale symptomen. Waarschijnlijk is de leeftijdsgebonden expressie van epitheliale receptoren voor het toxine A hiervoor een verklaring. Niettegenstaande zijn er case-reports die aantonen dat sommige toxine-producerende stammen pathogeen kunnen zijn en aanleiding kunnen geven tot enterocolitis. De interpretatie van positieve toxineonderzoeken is moeilijk bij kinderen onder de 12 tot 24 maanden aangezien dit ook kan gevonden worden bij asymptomatische dragers, dit in tegenstelling tot bij volwassenen. Een diagnose wordt gesteld bij een suggestieve kliniek (o.a. diarree, melena), een positieve stoelgangtest en na uitsluiting van een andere oorzaak. Deze patiënten worden geïsoleerd gedurende de acute fase. Naast de algemene voorzorgsmaatregelen gelden ook dezelfde specifieke contactvoorzorgsmaatregelen. Kinderen in kinderdagverblijven blijven best thuis zolang de diarree aanhoudt. De behandeling bestaat uit metronidazole per os of IV (24 mg/kg in 3 doses) gedurende 7 tot 10 dagen; vancomycine peroraal (40 mg/kg in 4 doses) is aangewezen indien er onvoldoende respons is op metronidazole. 9
Darmontsteking door Clostridium difficile. Dienst Ziekenhuishygiëne
Darmontsteking door Clostridium difficile Dienst Ziekenhuishygiëne Inhoud Wat is Clostridium difficile? 3 C. difficile opsporen 3 Overdracht voorkomen 3 Ziekenhuismedewerkers 4 Patiënt 5 Bezoek 5 Wanneer
Nadere informatiePatiënteninformatie. Clostridium difficile
Patiënteninformatie Clostridium difficile Inhoud Inleiding... 3 Informatie over Clostridium difficile... 3 Wat is Clostridium difficile?... 3 Clostridium difficile is besmettelijk... 3 Hoe wordt Clostridium
Nadere informatieHoge Gezondheidsraad CPE
Hoge Gezondheidsraad MDRO CPE PREVENTIE VAN DE OVERDRACHT VAN CARBAPENEMASE PRODUCERENDE ENTEROBACTERIËN (CPE) Domein en toepassingsgebied: Preventie van de overdracht van carbapenemase producerende enterobacteriën
Nadere informatieHoge Gezondheidsraad VRE
Hoge Gezondheidsraad MDRO VRE PREVENTIE VAN DE OVERDRACHT VAN VANCOMYCINE RESISTENTE ENTEROKOKKEN (VRE) Domein en toepassingsgebied : Preventie van de overdracht van vancomycine resistente enterokokken
Nadere informatieInfobrochure. Clostridium difficile. geassocieerde diarree
Infobrochure Clostridium difficile geassocieerde diarree Mevrouw, mijnheer, Tijdens uw verblijf werd in uw stoelgang de bacterie Clostridium difficile vastgesteld. De informatie in deze brochure kan de
Nadere informatieWANNEER? 1. Bij opname in een hoogrisicoafdeling. 2. Continu 1-2x/week tijdens een uitbraak of in hoogrisicoafdelingen.
Hoge Gezondheidsraaad MDRO ESBL PREVENTIE VAN DE OVERDRACHT VAN EXTENDED SPECTRUM BETALACTAMASE PRODUCERENDE ENTEROBACTERIËN (ESBL) Domein en toepassingsgebied: Preventie van de overdracht van breedspectrum
Nadere informatieS.0.S. Clostridium! Van casus naar draaiboek. Woonzorginfecties praktisch beleid Symposium HVG/CRAGT 15/12/12
S.0.S. Clostridium! Van casus naar draaiboek Woonzorginfecties praktisch beleid Symposium HVG/CRAGT 15/12/12 Dr. Tessa Van Houtte CRA WZC Wissekerke Bazel Oplossen casus Hulpmiddel = draaiboek infectiebeleid
Nadere informatieClostridium Difficile Associated Diarrhoea (CDAD)
Clostridium Difficile Associated Diarrhoea (CDAD) s Herenbaan 172 2840 Rumst tel: 03 880 90 11 (algemeen) tel: 03 880 91 90 (afspraken) Informatiebrochure e-mail: info@hfr.be www.azheiligefamilie.be 2
Nadere informatieClostridium difficile
Clostridium difficile 2 Inleiding U heeft van uw arts gehoord dat bij u de ziekenhuisbacterie Clostridium difficile aanwezig is. Deze folder geeft informatie over deze bacterie. Ook leest u in deze folder
Nadere informatiePatiënteninformatie. VRE Vancomycine resistente enterococcus
Patiënteninformatie VRE Vancomycine resistente enterococcus Inhoud Inleiding... 3 Informatie over VRE... 3 Wat is VRE?... 3 Is de VRE-bacterie gevaarlijk?... 3 Kan ik ziek worden van VRE?... 3 Hoe wordt
Nadere informatieMRSA. T +32(0) F +32(0) Campus Sint-Jan Schiepse bos 6. B 3600 Genk
MRSA T +32(0)89 32 50 50 F +32(0)89 32 79 00 info@zol.be Campus Sint-Jan Schiepse bos 6 B 3600 Genk Campus Sint-Barbara Bessemerstraat 478 B 3620 Lanaken Medisch Centrum André Dumont Stalenstraat 2a B
Nadere informatieVancomycine resistente enterococcus (VRE)
Infobrochure Vancomycine resistente enterococcus (VRE) Mevrouw, mijnheer, Tijdens uw verblijf werd bij u een kiem vastgesteld die een vancomycine resistente enterococcus (VRE) wordt genoemd. De informatie
Nadere informatieDienen er bijkomende. hygiënemaatregelen getroffen te. worden i.g.v. MRSA dragerschap?
Dienen er bijkomende hygiënemaatregelen getroffen te worden i.g.v. MRSA dragerschap? A. Schuermans Dienst Ziekenhuishygiëne UZLeuven, Gasthuisberg MRSA dragerschap Gekoloniseerd: - neus, keel, perineum
Nadere informatieDeze informatie is bestemd voor patiënten met een mogelijke of aangetoonde MRSA besmetting.
Deze informatie is bestemd voor patiënten met een mogelijke of aangetoonde MRSA besmetting. Wat is MRSA? Staphylococcus aureus, is een bacterie die bij 20-60% van gezonde personen voorkomt op de huid.
Nadere informatieInformatie over Clostridium difficile
Informatie over Clostridium difficile 2 Clostridium difficile is een bacterie die bij elk mens in de dikke darm voorkomt. Door toediening van antibiotica kan het evenwicht in de darmen verstoord raken.
Nadere informatieAANPAK (VERMOEDEN) NOROVIRUS- UITBRAAK IN EEN WZC
AANPAK (VERMOEDEN) NOROVIRUS- UITBRAAK IN EEN WZC 1 Algemeen In dit document worden de infectiepreventiemaatregelen besproken die genomen moeten worden bij een vermoeden van een uitbraak met norovirus
Nadere informatieCLOSTRIDIUM DIFFICILE
PROVINCIAAL INTERDISCIPLINAIR OVERLEG ZIEKENHUISHYGIENE OOST-VLAANDEREN CONSENSUSDOCUMENT NR. 2006 / 01 CLOSTRIDIUM DIFFICILE Voorgelegd aan de vergadering van 19 september 2006 en goedgekeurd. AZ St.-Blasius
Nadere informatieAANPAK (VERMOEDEN) NOROVIRUS- UITBRAAK IN EEN WZC
AANPAK (VERMOEDEN) NOROVIRUS- UITBRAAK IN EEN WZC 1 Algemeen In dit document worden de infectiepreventiemaatregelen besproken die genomen moeten worden bij een vermoeden van een uitbraak met norovirus
Nadere informatieInfobrochure. Antibiotica resistente kiemen
Infobrochure Antibiotica resistente kiemen Mevrouw, mijnheer, Tijdens uw verblijf werd bij u een kiem vastgesteld die een antibiotica resistente kiem (vb. ESBL, CPE,...) wordt genoemd. De informatie in
Nadere informatieBUIKGRIEP. en infectiepreventie
BUIKGRIEP en infectiepreventie BUIKGRIEP en infectiepreventie Wat is buikgriep? Buikgriep of gastro-enteritis is een ontsteking van de darmen die vaak veroorzaakt wordt door virussen en gepaard gaat met
Nadere informatieOpsporing? Een ESBL-bacterie kan opgespoord worden door middel van een cultuur of kweekonderzoek.
ESBL BACTERIE Uit kweekonderzoek is gebleken dat u drager bent of een infectie heeft opgelopen met een ESBL bacterie. Via deze folder willen wij u en uw familie graag meer informatie geven over deze bacterie.
Nadere informatieClostridium difficile. Infobrochure voor patiënt en bezoeker. Jessa Ziekenhuis vzw. www.jessazh.be. Dienst kwaliteit
Clostridium difficile Heeft u opmerkingen of suggesties i.v.m. deze brochure? Geef ons gerust een seintje! Dienst kwaliteit E-mail: info@jessazh.be Tel: 011 30 81 11 Infobrochure voor patiënt en bezoeker
Nadere informatieDe ziekenhuisbacterie Clostridium Maatregelen tegen verspreiding
De ziekenhuisbacterie Clostridium Maatregelen tegen verspreiding Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding U heeft van uw arts gehoord dat u (mogelijk) de ziekenhuisbacterie
Nadere informatieCPE (OF CARBAPENEMASE PRODUCERENDE EROBACTERIËN)
CPE (OF CARBAPENEMASE PRODUCERENDE EROBACTERIËN) Uit kweekonderzoek werd vastgesteld dat u drager bent van de CPE-bacterie (carbapenemase producerende enterobacteriën). Wat zijn CPE-bacteriën? CPE-bacteriën
Nadere informatieU bent drager van MRSA. Wat nu?
U bent drager van MRSA. Wat nu? Beste patiënt Uw arts of verpleegkundige heeft u ingelicht dat bij u MRSA is gevonden. MRSA staat voor Methicilline Resistente Staphylococcus Aureus. Een aantal voorzorgsmaatregelen
Nadere informatie2 Bijkomende of aanvullende voorzorgsmaatregelen
AANPAK (VERMOEDEN) NOROVIRUS- UITBRAAK IN EEN WZC Eerste versie: december 2017 Revisie: maart 2019 1 Algemeen In dit document worden de infectiepreventiemaatregelen besproken die genomen moeten worden
Nadere informatieMaatregelen bij Bijzonder Resistent Microorganismen
BRMO en isolatie Maatregelen bij Bijzonder Resistent Microorganismen Deze folder geeft u informatie over bijzonder resistente microorganismen (BRMO) en de extra maatregelen die binnen het Laurentius Ziekenhuis
Nadere informatiePatiënteninformatie. Norovirus
Patiënteninformatie Norovirus Inhoud Inhoud... 2 Inleiding... 3 Informatie over Norovirus... 3 Wat is het Norovirus?... 3 Besmettelijkheid... 3 Hoe wordt Norovirus opgespoord?... 4 Behandeling... 4 Maatregelen...
Nadere informatieDeze brochure bevat daarover informatie. Deze informatie kan de mondelinge uitleg van uw arts en verpleegkundige ondersteunen.
Infobrochure MRSA Infobrochure Ziekenhuishygiëne Mevrouw, mijnheer, Tijdens uw verblijf werd bij u een bacterie vastgesteld die MRSA wordt genoemd. Deze brochure bevat daarover informatie. Deze informatie
Nadere informatieISOLATIE KINDERAFDELING Infectiepreventie FRANCISCUS VLIETLAND
ISOLATIE KINDERAFDELING Infectiepreventie FRANCISCUS VLIETLAND Inleiding Uw kind is opgenomen op de kinderafdeling van Franciscus Vlietland en wordt geïsoleerd verpleegd. In deze folder vindt u informatie
Nadere informatieVOORZORGSMAATREGELEN TEN AANZIEN VAN BEWONERS MET MRSA IN RUSTHUIZEN EN RUST- EN VERZORGINGSTEHUIZEN
VOORZORGSMAATREGELEN TEN AANZIEN VAN BEWONERS MET MRSA IN RUSTHUIZEN EN RUST- EN VERZORGINGSTEHUIZEN 2003 VOORWOORD Steeds meer rustoorden en Rust- en Verzorgingstehuizen worden geconfronteerd met MRSApositieve
Nadere informatieMRSA. Sluiting van een verpleegafdeling. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op
MRSA Sluiting van een verpleegafdeling Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding Op de afdeling waar u verblijft is een patiënt opgenomen (geweest) waarbij onverwacht
Nadere informatieZiekenhuizen. Strikte isolatie
Ziekenhuizen Strikte isolatie Werkgroep Infectiepreventie Vastgesteld: november 2006 Revisie: november 2011 Dit document mag vrijelijk worden vermenigvuldigd en verspreid mits steeds de Werkgroep Infectiepreventie
Nadere informatieHygiëne en Infectiepreventie. Patiënteninformatie. VRE-bacterie. Vancomycine resistente enterokok. Slingeland Ziekenhuis
Hygiëne en Infectiepreventie VRE-bacterie i Patiënteninformatie Vancomycine resistente enterokok Slingeland Ziekenhuis Algemeen Uit kweekonderzoek is gebleken dat u drager bent van de VRE-bacterie (Vancomycine
Nadere informatieMRSA. informatie voor patiënten
MRSA informatie voor patiënten Wat is MRSA en wat zijn de gevolgen voor u, uw familie, artsen, verpleegkundigen, kinesisten en andere patiënten? Deze folder informeert u over het begrip MRSA en is een
Nadere informatieDe ziekenhuisbacterie MRSA Sluiting van een verpleegafdeling
De ziekenhuisbacterie MRSA Sluiting van een verpleegafdeling Albert Schweitzer ziekenhuis juli 2014 pavo 0638 Inleiding Op de afdeling waar u verblijft is een patiënt opgenomen (geweest) waarbij onverwacht
Nadere informatieTBC (OF TUBERCULOSE)
TBC (OF TUBERCULOSE) Wat is TBC of tuberculose? TBC of tuberculose is een besmettelijke ziekte die wordt veroorzaakt door de tuberkelbacterie of de bacil van Koch. De meest voorkomende vorm is longtuberculose.
Nadere informatieIsolatiemaatregelen. Infectiepreventie
Isolatiemaatregelen Infectiepreventie Inleiding Ieder mens draagt miljarden bacteriën met zich mee. Bacteriën worden ook wel micro-organismen genoemd omdat zij niet met het blote oog te zien zijn maar
Nadere informatieMRSA-bacterie. 'ziekenhuisbacterie' Afdeling Medische Microbiologie en Ziekenhuishygiëne
00 MRSA-bacterie 'ziekenhuisbacterie' Afdeling Medische Microbiologie en Ziekenhuishygiëne 1 Inleiding MRSA staat voor Meticilline-resistente Staphylococcus aureus. De Staphylococcus aureus is een bacterie
Nadere informatieMRSA bij uw baby. Wat moet u weten? Informatiefolder voor ouders
MRSA bij uw baby Wat moet u weten? Informatiefolder voor ouders Beste ouders, U hebt vernomen dat bij uw kind de bacterie MRSA werd teruggevonden. Wij begrijpen dat dit voor u een aangrijpende gebeurtenis
Nadere informatieZiekenhuizen. Strikte isolatie
Ziekenhuizen Strikte isolatie Werkgroep Infectie Preventie Vastgesteld: november 2006 Revisie: november 2011 Dit document mag vrijelijk worden vermenigvuldigd en verspreid mits de Werkgroep Infectie Preventie
Nadere informatieHoe overdracht vermijden: bijkomende voorzorgsmaatregelen. Opleiding docenten - 8 september 2016 A. Willemse
Hoe overdracht vermijden: bijkomende voorzorgsmaatregelen Opleiding docenten - 8 september 2016 A. Willemse Allemaal beestjes MRSA, VRE, CPE, C. difficile, M. tuberculosis, S. epidermidis, P. acnes, E.
Nadere informatieAanpak van een outbreak met Clostridium difficile
Aanpak van een outbreak met Clostridium difficile Dr. K. Floré non solum, sed etiam niet alleen, maar ook netwerk AZ Sint-Lucas Brugge - AZ Zeno Clostridium difficile (CD) Voornaamste oorzaak van AB geassocieerde
Nadere informatiePatiënteninformatie. MRSA bacterie
Patiënteninformatie MRSA bacterie 2 Inhoud Inhoud... 3 Inleiding... 4 Informatie over MRSA... 4 Wat is MRSA?... 4 Hoe wordt MRSA overgedragen?... 4 Word je ziek van de MRSA bacterie?... 4 Hoe word je opgevolgd?...
Nadere informatiemaart MRSA in een woonzorgcentrum praktisch bekeken. Jan Van Tricht Guido Hendrickx Ziekenhuishygiënisten.
4 maart 2010 MRSA in een woonzorgcentrum praktisch bekeken. Jan Van Tricht Guido Hendrickx Ziekenhuishygiënisten Geschiedenis : -1928 : A. Fleming -1944 : eerste resistentie tegen penicilline -1960 : meer
Nadere informatieVRE (OF VANCOMYCINE RESISTENTE ENTEROCOCCUS)
VRE (OF VANCOMYCINE RESISTENTE ENTEROCOCCUS) Uit het kweekonderzoek is gebleken dat u drager bent van de VRE bacterie (Vancomycine Resistente Enterokok). Het betekent dat deze bacterie zich in uw darmen
Nadere informatieNOROVIRUS
NOROVIRUS Wat is het Norovirus? Het Norovirus is de veroorzaker van buikgriep of gastro-enteritis. De symptomen hiervan zijn plots opkomende diarree en/of braken. De klachten beginnen vaak één tot drie
Nadere informatieMRSA. en infectiepreventie. BRMO (Bijzonder Resistente Micro-Organismen)
MRSA en infectiepreventie BRMO (Bijzonder Resistente Micro-Organismen) MRSA en infectiepreventie Wat is MRSA? Hoe wordt MRSA overgebracht? Methicilline Resistente Staphylococcus Aureus (MRSA) is een bacterie
Nadere informatieVAN DE OVERDRACHT VAN MULTIRESISTENTE
Hoge Gezondheidsraad MDRO MDR Pa-Ab PREVENTIE VAN DE OVERDRACHT VAN MULTIRESISTENTE Pseudomonas aeruginosa EN Acinetobacter baumannii (MDR Pa-Ab) Domein en toepassingsgebied: Preventie van de overdracht
Nadere informatieVancomycine resistente enterococcus (VRE)
Vancomycine resistente enterococcus (VRE) informatie voor patiënten WAT IS VRE? VRE staat voor vancomycine (V) resistente (R) enterococcus (E). Enterokokken zijn bacteriën die bij iedereen voorkomen in
Nadere informatieBRMO-positief, en dan?
Infectiepreventie BRMO-positief, en dan? www.catharinaziekenhuis.nl Patiëntenvoorlichting: patienten.voorlichting@catharinaziekenhuis.nl INF005 / BRMO-positief, en dan? / 10-04-2015 2 BRMO-positief, en
Nadere informatiePatiënteninformatie (CPE)
Patiënteninformatie Carbapenemaseproducerende enterobacteriën (CPE) Inhoud Inhoud... 2 Inleiding... 3 Informatie over CPE... 3 Wat zijn enterobacteriën?... 3 Wat zijn Carbapenemase-Producerende Enterobacteriën
Nadere informatieBijzonder Resistente Micro-Organismen. Isolatiemaatregelen infectiepreventie bij BRMO
Bijzonder Resistente Micro-Organismen Isolatiemaatregelen infectiepreventie bij BRMO In deze folder vindt u meer informatie over Bijzonder Resistente Micro Organismen (BRMO) en Extended Spectrum Beta-Lactamase
Nadere informatieInfobrochure voor patiënt en bezoeker
MDR Gram negatieve bacteriën Infobrochure voor patiënt en bezoeker Versie oktober 2016 - objectid 16040 vzw Jessa Ziekenhuis Salvatorstraat 20, 3500 Hasselt, www.jessazh.be Dienst ziekenhuishygiëne Dr.
Nadere informatieClostridium difficile
Clostridium difficile T +32(0)89 32 50 50 F +32(0)89 32 79 00 info@zol.be Campus Sint-Jan Schiepse bos 6 B 3600 Genk Campus Sint-Barbara Bessemerstraat 478 B 3620 Lanaken Medisch Centrum André Dumont Stalenstraat
Nadere informatiePATIËNTEN INFORMATIE. Verpleging in isolatie
PATIËNTEN INFORMATIE Verpleging in isolatie 2 PATIËNTENINFORMATIE Algemeen U bent opgenomen, of uw naaste is opgenomen, in het Maasstad Ziekenhuis en wordt in isolatie verpleegd. U bent door uw behandelend
Nadere informatieMRSA en patiënt in het Maasziekenhuis
MRSA en patiënt in het Maasziekenhuis Tijdens uw opname of consult in Maasziekenhuis Pantein worden extra maatregelen getroffen, omdat u mogelijk de moeilijk te bestrijden bacterie MRSA bij u draagt. In
Nadere informatieMRSA-bacterie. 'ziekenhuisbacterie' Afdeling Medische Microbiologie en Infectiepreventie
00 MRSA-bacterie 'ziekenhuisbacterie' Afdeling Medische Microbiologie en Infectiepreventie 1 Inleiding MRSA staat voor Meticilline-resistente Staphylococcus aureus. De Staphylococcus aureus is een bacterie
Nadere informatieMRSA bacterie. Wat betekent dit voor u? Informatie voor patiënten
MRSA bacterie Wat betekent dit voor u? Informatie voor patiënten 2 MRSA bacterie Wat is MRSA? MRSA staat voor Methicilline Resistente Staphylococcus Aureus. MRSA is een bacterie die niet meer gevoelig
Nadere informatieBRMO. Bijzonder Resistent Micro-Organisme
BRMO Bijzonder Resistent Micro-Organisme Inleiding Uit onderzoek is gebleken dat u met een Bijzonder Resistent Micro-organisme (BRMO) besmet bent. Dit zijn bacteriën die verwant zijn aan bacteriën die
Nadere informatieDraaiboek infectiebeleid in het woonzorgcentrum (WZC)
Draaiboek infectiebeleid in het woonzorgcentrum (WZC) Dag van de ziekenhuishygiëne - UZ Gent 10 december 2013 Dr. Tessa Van Houtte CRA WZC Wissekerke te Bazel Doel: 1. Voorstellen Inhoud Nieuwe accenten
Nadere informatieInformatiebrochure voor bewoners en familieleden rond MRSA
Uw zorg, onze zorg Vallen en fixatie Palliatieve zorg Wondzorg Zorg voor de bewoner Incontinentiezorg Vroegtijdige zorgplanning Mentorschap Aandachtspersoon Voeding RZL Dementie Informatiebrochure voor
Nadere informatieContact isolatie-ge. Infectiepreventie
Contact isolatie-ge Infectiepreventie Isolatieverpleging, contact isolatie-ge U wordt tijdens uw opname in het ziekenhuis in contact isolatie verpleegd. In deze folder geven we u meer informatie over isolatiemaatregelen
Nadere informatieIk ben verdacht voor BMRO/MRSA, wat nu?
Ik ben verdacht voor BMRO/MRSA, wat nu? Bacteriën, virussen en schimmels worden micro- organismen genoemd, omdat deze organismen alleen met een microscoop zichtbaar gemaakt kunnen worden. Iedereen draagt
Nadere informatieIsolatie verpleging op de kinderafdeling
Isolatie verpleging op de kinderafdeling Isolatie verpleging Uw kind is opgenomen op de kinderafdeling. Het vermoeden bestaat dat uw kind een infectie heeft of een bacterie of virus bij zich draagt, die
Nadere informatieZiekenhuizen. Contactisolatie
Ziekenhuizen Contactisolatie Werkgroep Infectie Preventie Vastgesteld: november 2006 Revisie: november 2011 Dit document mag vrijelijk worden vermenigvuldigd en verspreid mits de Werkgroep Infectie Preventie
Nadere informatieMRSA-bacterie. 'ziekenhuisbacterie' Afdeling Infectiepreventie
00 MRSA-bacterie 'ziekenhuisbacterie' Afdeling Infectiepreventie 1 Inleiding De ziekenhuisbacterie MRSA zorgt bij gezonde mensen meestal niet voor klachten. Maar mensen met een verminderde weerstand kunnen
Nadere informatieVRE-bacterie. Vancomycine resistente enterokok. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!
VRE-bacterie Vancomycine resistente enterokok Uit kweekonderzoek is gebleken dat u drager bent van de VRE-bacterie (Vancomycine resistente enterokok). Dit betekent dat de VRE-bacterie zich gevestigd heeft
Nadere informatieSTANDAARDVOORZORGSMAATREGELEN
STANDAARDVOORZORGSMAATREGELEN PROCEDURE Contactpersoon Eva Rutten Geldig vanaf 2022016 Referentie AZSJ-0187 Versie 2.0 AZ Sint-Jozef Malle 1 Doel 2 Toepassingsgebied 3 Definities 4 Verantwoordelijkheden
Nadere informatieMRSA-positief, wat nu?
Infectiepreventie MRSA-positief, wat nu? www.catharinaziekenhuis.nl Inhoud Wat is MRSA?... 3 Wie loopt het meeste risico MRSA op te lopen?... 3 MRSA-dragerschap... 4 Verspreiding van MRSA voorkomen...
Nadere informatieDe MRSA bacterie. Informatiebrochure patiënten
De MRSA bacterie Informatiebrochure patiënten 1. Wat is MRSA?...4 2. Wat zijn de verschijnselen?...4 3. Hoe gaan we de bacterie tegen?...4 4. Waaruit bestaat de behandeling?...4 4.1 In isolatie...5 4.2
Nadere informatieHandhygiëne medewerkers
Ziekenhuizen Handhygiëne medewerkers Dit document mag vrijelijk worden vermenigvuldigd en verspreid mits steeds de Werkgroep Infectiepreventie als auteur wordt vermeld. Vergewis u er van dat u de meest
Nadere informatiePATIËNTENINFO. Uw kind is drager van de MRSA-bacterie Hoe pakken we dit samen aan? Intensieve neonatale zorg / Ziekenhuishygiëne
PATIËNTENINFO Uw kind is drager van de MRSA-bacterie Hoe pakken we dit samen aan? Intensieve neonatale zorg / Ziekenhuishygiëne Beste ouders, U hebt net vernomen dat bij uw kind de bacterie met de naam
Nadere informatieHet norovirus wordt gemakkelijk overgedragen en er zijn maar weinig virusdeeltjes nodig om besmet te raken.
Norovirus Inleiding Net als in andere Nederlandse ziekenhuizen en zorginstellingen komt er in de OZG af en toe een buikgriepuitbraakje voor, die wordt veroorzaakt door het norovirus. Bij een uitbraak van
Nadere informatieRode Kruis ziekenhuis. Patiënteninformatie. Verplegen in isolatie. rkz.nl
Patiënteninformatie Verplegen in isolatie rkz.nl Inleiding U bent opgenomen in het en wordt in isolatie verpleegd, dit kan voor u minder prettig zijn. Wij vragen u begrip voor het nemen van deze helaas
Nadere informatieVragen en antwoorden m.b.t. de VRE-bacterie
Infectiepreventie Vragen en antwoorden Vragen en antwoorden m.b.t. de VRE-bacterie Juli 2015 Algemene vragen en antwoorden 1. Wat is een VRE-bacterie? VRE staat voor Vancomycine Resistente Enterokok. De
Nadere informatieMRSA. Contactonderzoek. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op
MRSA Contactonderzoek Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding Op de afdeling waar u verblijft of opgenomen bent geweest, is bij een patiënt de MRSA (Methicilline Resistente
Nadere informatieVancomycine Resistente Enterokokken
Vancomycine Resistente Enterokokken (VRE) T +32(0)89 32 50 50 F +32(0)89 32 79 00 info@zol.be Campus Sint-Jan Schiepse bos 6 B 3600 Genk Campus Sint-Barbara Bessemerstraat 478 B 3620 Lanaken Medisch Centrum
Nadere informatieTot categorie 1 behoren - patiënten bij wie het MRSA dragerschap is aangetoond A
MRSA In deze folder geeft het Ruwaard van Putten Ziekenhuis u algemene informatie over de MRSA bacterie en de maatregelen die het ziekenhuis treft bij patiënten met een mogelijke of aangetoonde MRSA besmetting.
Nadere informatieMRSA in verpleeghuis en woonzorgcentrum
Verpleeghuis- woon- en thuiszorg MRSA in verpleeghuis en woonzorgcentrum Dit document mag vrijelijk worden vermenigvuldigd en verspreid mits steeds de Werkgroep Infectiepreventie als auteur wordt vermeld.
Nadere informatieMRSA staat voor Methicilline (M) resistente (R) Staphylococcus (S) aureus (A).
MRSA MRSA staat voor Methicilline (M) resistente (R) Staphylococcus (S) aureus (A). Stafylokokken zijn bacteriën die ongemerkt leven bij vele mensen, bij voorkeur in de neus of op de huid. Deze bacteriën
Nadere informatieAls u drager bent van de resistente Acinetobacter-bacterie
Als u drager bent van de resistente Acinetobacter-bacterie Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding Uit onderzoek is gebleken dat u met een resistente Acinetobacter
Nadere informatiePatiënteninformatie. Tuberculose
Patiënteninformatie Tuberculose Inhoud Inhoud... 2 Inleiding... 3 Informatie over tuberculose... 3 Wat is tuberculose?... 3 Hoe gebeurt de besmetting?... 3 Wie kan tuberculose krijgen?... 3 Wat zijn de
Nadere informatieMaatregelen tegen overdracht van Klebsiella Oxa-48 buiten het ziekenhuis
Maatregelen tegen overdracht van Klebsiella Oxa-48 buiten het ziekenhuis LCI-RIVM en Werkgroep Infectiepreventie (WIP) Versie 16/6/2011 1. Bacteriologisch onderzoek Bacteriologisch onderzoek 1.1 Soorten
Nadere informatieHet griepvirus bijvoorbeeld vertoont zich steeds weer in een nieuwe gedaante waardoor vaccinatie moeilijk is.
Norovirus Inleiding Net als in andere Nederlandse ziekenhuizen en zorginstellingen komt er in de OZG af en toe een buikgriepepidemie voor, die wordt veroorzaakt door het norovirus. Bij een uitbraak van
Nadere informatieBRMO (Resistente bacteriën)
BRMO (Resistente bacteriën) Drager van resistente bacteriën Er is geconstateerd dat u drager bent van een bacterie die ongevoelig (resistent) is voor bepaalde antibiotica. Dit is op zich niet ernstig,
Nadere informatieInfectiepreventie. Noro-virus. www.catharinaziekenhuis.nl
Infectiepreventie Noro-virus www.catharinaziekenhuis.nl Patiëntenvoorlichting: patienten.voorlichting@catharinaziekenhuis.nl INF004 / Noro-virus / 27-03-2014 2 Noro-virus U bent opgenomen in het Catharina
Nadere informatieZiekenhuizen. Strikte isolatie kinderen
Ziekenhuizen Strikte isolatie kinderen Werkgroep Infectie Preventie Vastgesteld: april 2004 Revisie: april 2009 Dit document mag vrijelijk worden vermenigvuldigd en verspreid mits de Werkgroep Infectie
Nadere informatieZiekenhuizen. Contactisolatie kinderen
Ziekenhuizen Contactisolatie kinderen Werkgroep Infectiepreventie Vastgesteld:april 2004 Revisie: april 2009 Aan de samenstelling van deze richtlijn werd, behalve door leden en medewerkers van de WIP,
Nadere informatieDragerschap van resistente bacteriën
Dragerschap van resistente bacteriën Afdeling infectiepreventie Drager bacterie Er is geconstateerd dat u drager bent van een bacterie die ongevoelig (resistent) is voor bepaalde antibiotica. Dit is op
Nadere informatieIsolatie op de kinderafdeling
Isolatie op de kinderafdeling Uw kind is zojuist opgenomen in een isolatiekamer. Dit is noodzakelijk omdat uw kind een besmettelijke bacterie of virus bij zich draagt of omdat er een vermoeden daarvoor
Nadere informatieBRMO uitbraak in een verpleeghuis. Veronica Weterings Deskundige Infectiepreventie Amphia ziekenhuis, Breda
BRMO uitbraak in een verpleeghuis Veronica Weterings Deskundige Infectiepreventie Amphia ziekenhuis, Breda Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante
Nadere informatieInfectiepreventie binnen GZA ziekenhuizen. Standaard voorzorgsmaatregelen en isolatie
Infectiepreventie binnen GZA ziekenhuizen Standaard voorzorgsmaatregelen en isolatie Standaardvoorzorgsmaatregelen Handhygiëne Hoesthygiëne Persoonlijke Beschermings Middelen Correcte inzameling afval
Nadere informatieCarbapenemase Producerende Enterobacteriën (CPE) Informatie voor patiënten en bezoekers. Dienst Ziekenhuishygiëne
Carbapenemase Producerende Enterobacteriën (CPE) Informatie voor patiënten en bezoekers Dienst Ziekenhuishygiëne Inhoud Wat is CPE? 3 CPE opsporen 4 Overdracht voorkomen 4 Behandeling 5 Ontslag 6 Naar
Nadere informatieContact + Druppel isolatie Kind & Jeugd
Contact + Druppel isolatie Kind & Jeugd Locatie Hoorn/Enkhuizen Contact + Druppel isolatie Uw kind is opgenomen in het Westfriesgasthuis en wordt hier geïsoleerd verpleegd. De behandelend kinderarts/ of
Nadere informatieMRSA. Dienst Ziekenhuishygiëne
MRSA Dienst Ziekenhuishygiëne Inhoud Wat is MRSA? 3 MRSA opsporen 4 Overdracht voorkomen 4 Uw hulp als bezoeker 5 Decontaminatie van een drager 6 Ontslag 6 Naar huis (wanneer nog drager) 6 Ontslag naar
Nadere informatieadviezen na een MRSA informatiefolder voor hernia-operatie patiënt en bezoeker van ZorgSaam Ziekenhuis ZorgSaam
MRSA adviezen na een informatiefolder voor hernia-operatie patiënt en bezoeker van ZorgSaam Ziekenhuis ZorgSaam 1 Wat is MRSA en wat zijn de gevolgen voor u, uw familie, voor medewerkers en andere patiënten?
Nadere informatieOpname: na een verblijf in een buitenlands ziekenhuis nadat u in contact bent geweest met varkens of vleeskalveren.
Opname: na een verblijf in een buitenlands ziekenhuis nadat u in contact bent geweest met varkens of vleeskalveren (MRSA-bacterie) Als u in het buitenland in het ziekenhuis bent behandeld, bestaat de
Nadere informatieDe ziekenhuisbacterie MRSA. Contactonderzoek
De ziekenhuisbacterie MRSA Contactonderzoek Inleiding Op de afdeling waar u verblijft of opgenomen bent geweest, is bij een patiënt de ziekenhuisbacterie MRSA aangetoond. Om te controleren of de bacterie
Nadere informatieInformatie over de MRSA (Methicilline Resistente Staphylococcus Aureus) ziekenhuisbacterie. MRSA positief in het ziekenhuis en thuis
MRSA positief in het ziekenhuis en thuis Informatie over de MRSA (Methicilline Resistente Staphylococcus Aureus) ziekenhuisbacterie MRSA positief in het ziekenhuis en thuis 1. Inleiding 3 2. MRSA positief
Nadere informatie