Handleiding ingebruikstellen

Transcriptie

1 2Voice-handleiding

2 Handleiding ingebruikstellen

3 Inhoud Inleiding. 2 Instellen van lijnafsluiting op het binnentoestel.. 3 Instellen van lijnafsluiting op signaalverdeler (1083/55)... 3 Instellingen entreepaneel met beldrukkers. 3 Instellen deurstuurtijd. 5 Instellen gesprekstijd.. 5 Instellen ID-nummer entreepaneel... 6 Adresseringen op het entreepaneel met beldrukkers 7 Instellen adressering binnentoestellen. 8 Instellen volgnummers... 8 Instellen kolominterface. 11 Programmering surveillance-camera s 13 Intercomfunctie Programmeren entreepaneel met digitaal namenregister 14 - Toegang tot hoofdmenu Taal instellen Parameters entreepaneel met digitaal namenregister 15 - Namen ingeven Reset entreepaneel met digitaal namenregister naar fabrieksinstellingen. 17 Inleiding Om een 2Voice-systeem in gebruik te nemen dienen er diverse componenten ingesteld en/of afgesloten te worden. Dit is grotendeels gerealiseerd met dipswitches en jumpers. De volgende systeem componenten dienen ingesteld te worden: Lijnafsluitingen Entreepaneel met beldrukkers Adressering gebruikers Adressering kolominterface 1083/50 Entreepanelen met digitaal namenregister (entreepanelen Elekta Steel en Elekta Soft Touch zie eigen handleiding) 2

4 Instellen van de lijnafsluiting op binnentoestel Instellen van de lijnafsluiting op binnentoestel Afhankelijk van het type toestel in de woning dient op het laatste toestel in een lus, of als het toestel Afhankelijk is aangesloten van op het een type signaalverdeler, toestel in woning de lijnafsluiting dient op aan het laatste gezet te toestel worden. in een lus, of als het toestel is aangesloten op een signaalverdeler, de lijnafsluiting aan gezet te worden. Doormiddel van het plaatsen van de jumper op de bevestigingsplaat of intern in een hoorntoestel zet u Doormiddel de lijnafsluiting van het aan. plaatsen van de jumper op de bevestigingsplaat of intern in een hoorntoestel zet u de lijnafsluiting aan. Heeft u een toestel zonder lijnafsluiting dan volstaat het om het laatste toestel te installeren zonder de Heeft IN-UIT u een adapter toestel ( artikel zonder 1750/50). lijnafsluiting dan volstaat het om het laatste toestel te installeren zonder de IN-UIT adapter ( artikel 1750/50). Instellen van de lijnafsluiting op de signaalverdeler (1083/55) Instellen van de lijnafsluiting op de signaalverdeler (1083/55) Als op een signaalverdeler 1083/55 de LINE OUT niet aangesloten is moet de lijnafsluiting aan gezet Als op worden een signaalverdeler door jumper 1083/55 op de te LINE zetten. OUT niet aangesloten is moet de lijnafsluiting aan gezet worden door de jumper op te zetten. Instelling entreepaneel met beldrukkers: Instelling entreepaneel met beldrukkers: Instellen doe je door middel van dipswitches en 2 roterende schakelaars op het entreepaneel. Instellen doe je door middel van dipswitches en 2 roterende schakelaars op het entreepaneel. AUX: AUX: Dipswitch 1 Type entreepaneel: Dipswitch 1 Type entreepaneel: Het entreepaneel kan gebruikt worden als hoofd of als neven entreepaneel. Het entreepaneel kan gebruikt worden als hoofd of als neven entreepaneel. 3 3

5 Een neven entreepaneel kan alleen de toestellen oproepen achter één kolominterface 1083/50. Een hoofdentreepaneel kan alle toestellen in het systeem oproepen. Voorbeeld: Hoofd Neven Dipswitch 2 ID-nevenentreepaneel: Op een kolominterface 1083/50 kunnen 2 nevenentreepanelen aangesloten worden. Indien er 2 entreepanelen aangesloten worden moeten deze elk een uniek adres krijgen (Neven 0 of Neven 1). Voorbeeld: Neven 0 Neven 1 Dipswitch 3 Deursturing vrij of geheim: De deursturing van het entreepaneel kan ingesteld worden als vrij of geheim. Vrij: De deursturing kan op elk gewenst moment gegeven worden, ook zonder oproep. (Let op!: Bij meerdere entreepanelen worden alle deuren gelijktijdig open gestuurd) Geheim: Er is alleen deursturing mogelijk na een oproep. Voorbeeld: Vrij Geheim 4

6 Dipswitch 4 Afbreekbaar: Hiermee kunt u het (on)mogelijk maken om interne oproepen (intercomfunctie) of zelfoproepen te onderbreken zodra er bij een entreepaneel aangebeld wordt. Voorbeeld: Dipswitch 5 Cameraverlichting: Mogelijk Onmogelijk De cameraverlichting kan uitgeschakeld worden indien er ook in de avond voldoende licht is bij het entreepaneel. Voorbeeld: Verlichting Verlichting uit aan Instellen deurstuurtijd: De tijdsduur van de deursturing kan met schakelaar DOORTIME ingesteld worden: Pos.0 = 1 sec. Pos.1 = 10 sec. Pos.2 = 20 sec. Pos.3 = 30 sec. Pos.4 = 40 sec. Pos.5 = 50 sec. Pos.6 = 60 sec. Pos.7 = 70 sec Pos.8 = 80 sec. Pos.9 = 90 sec. / Programmeerstand. Instellen gesprekstijd: De minimale gesprekstijd kan met schakelaar CVTIME ingesteld worden: Pos.0 = 1 sec. Pos.1 = 10 sec. Pos.2 = 20 sec. Pos.3 = 30 sec. Pos.4 = 40 sec. Pos.5 = 50 sec. Pos.6 = 60 sec. Pos.7 = 70 sec Pos.8 = 70 sec. Pos.9 = Programmeerstand. 5

7 Instellen ID-nummer entreepaneel: Zodra er meerdere entreepanelen in het systeem toegepast worden dient op elk entreepaneel een uniek ID-nummer ingesteld te worden. Met de 5 dipswitches (zie tekening) is het ID-nummer van het entreepaneel instelbaar. 6

8 Adresseringen op het entreepaneel met beldrukkers: Als het entreepaneel ingesteld staat als hoofd entreepaneel dan zijn de standaard adresseringen van de beldrukkers als hieronder weergegeven: 7

9 Instellen adressering binnentoestellen: Het entreepaneel stuurt bij aanbellen een usercode (lees adres) het systeem in. Per beldrukker verschilt die usercode. Het binnentoestel met de overeenkomstige usercode instelling zal reageren op de oproep. De usercode per gebruiker is in te stellen doormiddel van dipswitches op de bevestigingsplaat of op de achterzijde en in geval van een hoorntoestel op de printplaat aan de binnenzijde van het toestel. Wanneer er meerdere toestellen moeten reageren op dezelfde beldrukker moet er ook doormiddel van dipswitches een volgnummer ingegeven worden. Voorbeeld instellen adressering binnentoestellen: Instellen volgnummers: = eerste toestel = eerste toestel parallel = tweede toestel parallel = derde toestel parallel 8

10 Instellen adressering binnentoestellen: USER 0 USER 1 USER 2 USER 3 USER 4 USER 5 USER 6 USER 7 USER 8 USER 9 USER 10 USER 11 USER 12 USER 13 USER 14 USER 15 USER 16 USER 17 USER 18 USER 19 USER 20 USER 21 USER 22 USER 23 USER 24 USER 25 USER 26 USER 27 USER 28 USER 29 USER 30 USER 31 USER 32 USER 33 USER 34 USER 35 USER 36 USER 37 USER 38 USER 39 USER 40 USER 41 USER 42 USER 43 USER 44 USER 45 USER 46 USER 47 USER 48 USER 49 USER 50 USER 51 USER 52 USER 53 USER 54 USER 55 9

11 Vervolg adresinstellingen: USER 56 USER 57 USER 58 USER 59 USER 60 USER 61 USER 62 USER 63 USER 64 USER 65 USER 66 USER 67 USER 68 USER 69 USER 70 USER 71 USER 72 USER 73 USER 74 USER 75 USER 76 USER 77 USER 78 USER 79 USER 80 USER 81 USER 82 USER 83 USER 84 USER 85 USER 86 USER 87 USER 88 USER 89 USER 90 USER 91 USER 92 USER 93 USER 94 USER 95 USER 96 USER 97 USER 98 USER 99 USER 100 USER 101 USER 102 USER 103 USER 104 USER 105 USER 106 USER 107 USER 108 USER 109 USER 110 USER 111 USER 112 USER 113 USER 114 USER 115 USER 116 USER 117 USER 118 USER 119 USER 120 USER 121 USER 122 USER 123 USER 124 USER 125 USER 126 USER

12 Instellen kolominterface (1083/50): Op deze module zitten 6 dipswitches. De eerste dipswitch moet aangezet worden als LINE IN niet gebruikt wordt: Iedere kolominterface moet een uniek ID hebben, het ID is in te stellen met de dipswitches 2 t/m 6, het ID is in te stellen van 00 t/m 31. ID-instellingen: 11

13 BELANGRIJK! : Bij elke kolominterface 1083/50 geldt dat de adressering op de binnentoestellen opnieuw begint met User 0. (Het maximaal aantal gebruikers per kolominterface 1083/50 is 128, USER 0 t/m USER 127. Het maximale aantal stijgkolominterfaces 1083/50 in een systeem bedraagt 32, ID 0 t/m ID 31). Elke groep gebruikers per kolominterface moet ook toegekend worden aan de bijbehorende beldrukkers op het entreepaneel. Voor het toekennen van beldrukkers aan een kolominterface 1083/50 volg onderstaande instructies: 1- Draai de 2 roterende schakelaars op stand 9 (programmeermode) (het entreepaneel geeft een piep en de gele led gaat aan). 2- Zet de ID-dipswitches van het entreepaneel op hetzelfde ID-nummer als de kolominterface. 3- Druk op de eerste beldrukker (user 0) van de groep gebruikers welke achter die kolominterface zijn aangesloten. Alle beldrukkers die daarachter komen worden dan toegewezen aan de ingestelde kolominterface (stap 2). 4- Herhaal stap 2 en 3 voor alle kolominterfaces. 5- Zet het ID-nummer van het entreepaneel terug in zijn originele stand. 6- Draai de 2 roterende schakelaars in de gewenste positie om de programmeermode te verlaten. Voorbeeld: Het systeem heeft 3 kolominterfaces, de eerste (ID 0) heeft 4 gebruikers, de tweede (ID 1) heeft 6 gebruikers en de derde (ID 2) heeft 8 gebruikers. 1- Draai de 2 roterende schakelaars op stand 9 (de gele led gaat aan). 2- Zet het ID-nummer van het entreepaneel op ID Druk op de 1 ste beldrukker (User 0 van groep gebruikers van kolominterface 0). 4- Zet het ID-nummer van het entreepaneel op ID Druk op de 5 e beldrukker (User 0 van groep gebruikers van kolominterface 1). 6- Zet het ID-nummer van het entreepaneel op ID Druk op de 11 e beldrukker (User 0 van groep gebruikers van kolominterface 2). 8- Zet het ID-nummer van het entreepaneel weer terug in zijn originele stand. 9- Draai de 2 roterende schakelaars in de gewenste stand (de gele led gaat weer uit). 12

14 Het entreepaneel is nu als volgt geprogrammeerd: Col=0 USER= 0 Col=0 USER= 1 1 st Button Col=0 USER= 2 Col=0 USER= 3 Col=1 USER= 0 Col=1 USER= 1 5 th Button Col=1 USER= 2 Col=1 USER= 3 Col=1 USER= 4 Col=1 USER= 5 Col=2 USER= 0 Col=2 USER= 1 Col=2 USER= 2 Col=2 USER= 3 11 th Button Col=2 USER= 4 Col=2 USER= 5 Col=2 USER= 6 Col=2 USER= 7 Programmering surveillance-camera s: Afhankelijk van het type entreepaneel kunnen er (maximaal vijf) externe camera s worden aangesloten. Deze functie moet per camera op het entreepaneel geactiveerd worden door middel van onderstaande procedure: 1- Draai de 2 roterende schakelaars op stand 9 (programmeermode). (het entreepaneel geeft een piep en de gele led gaat aan). 2- De aansluitpunten PA en CT op het entreepaneel 1x kort met elkaar doorverbinden, u hoort één piep. Bij elke keer dat de aansluitpunten PA en CT kortstondig worden doorverbonden programmeert u één surveillance camera (maximaal 5 camera s). 3- Draai de 2 roterende schakelaars terug in de gewenste positie om de programmeermode te verlaten. 13

15 Intercomfunctie: Met het programmeren van de intercomfunctie is het mogelijk om andere toestellen binnen dezelfde kolominterface op te roepen. Programmeren intercomfunctie: Afhankelijk van het type binnentoestel is de intercomfunctie te programmeren raadpleeg hiervoor de productspecifieke handleiding. Opmerking: De standaardfuncties van uw toestel blijven gehandhaafd omdat de intercomfunctie alleen werkt als de hoorn van de haak is genomen. Programmeren entreepaneel met digitaal namenregister Voorbeeld: Programmeren op het digitaal namenregister: Toegang tot hoofdmenu: Voer code in om toegang te krijgen tot het hoofdmenu. Het display geeft nu aan PASSWORD. Voer nu het wachtwoord in (standaard: 1000) en bevestig met de beltoets. 14

16 Taal instellen: Selecteer met de pijltjestoetsen LINGUA en bevestig met de beltoets. Selecteer met de pijltjestoets DUTCH en bevestig met de beltoets. Het entreepaneel staat nu ingesteld op de Nederlandse taal. Parameters entreepaneel met digitaal namenregister Selecteer CFIGURATIE in het hoofdmenu en bevestig met de beltoets. De nu volgende parameters kunnen worden gewijzigd: Entreepaneel type (HOOFD of NEVEN) Selecteer HOOFD als vanuit dit entreepaneel alle binnentoestellen oproepbaar moeten zijn. Selecteer NEVEN als dit entreepaneel alleen de toestellen van één kolominterface mag oproepen. (Let op! : Het entreepaneel moet zijn aangesloten op de desbetreffende kolominterface). Entreepaneel nummer (ID) Wijzig hier het entreepaneel nummer, het eerste hoofdentreepaneel is altijd 0. (elk entreepaneel moet een uniek ID-nummer krijgen). Druk eenmaal op de X-toets en kies het gewenste ID-nummer en bevestig met de beltoets. Nummer Soort (FYSIEK of LOGISC) Selecteer LOGISC (aanbevolen) als de toestellen opgeroepen kunnen worden door het invoeren van het huisnummer op het toetsenpaneel (programmeren op huisnummers). Selecteer FYSIEK als er met het fysieke adres gebeld moet worden (nummer van kolominterface en het nummer van het toestel bestaande uit 5 digits). Type onderdeel (VIDEO of AUDIO) Selecteer VIDEO als er een camera met het meegeleverde kabeltje op het entreepaneel is aangesloten. Selecteer AUDIO indien een externe camera is aangesloten op input V3/V5 of selecteer AUDIO wanneer er géén camera op het systeem is aangesloten (het systeem is slechts uitgevoerd met hoorntoestellen). Bezet tijd Stel hier de minimale communicatietijd (gesprekstijd na het beantwoorden van de oproep) in. 15

17 Te stoppen (Ja of Nee) Selecteer JA als er tijdens het bekijken van camera s of het gebruik van de intercomfunctie de oproepen vanuit dit entreepaneel voorrang moeten krijgen. Deurstuurtijd T1 Deurstuurtijd in seconden (te bedienen met de sleuteltoets op het binnentoestel) (contact SE+/SE- = 12Vdc of potentiaalvrij contact C/NC/NO op het digitaal namenregister). Deursturing 1 (BEPERKT of VRIJ) Selecteer BEPERKT als er alleen deursturing gegeven mag worden na een oproep vanuit het entreepaneel. Selecteer VRIJ als er op ieder gewenst moment deursturing gegeven mag worden (geld alleen voor een hoofdentreepaneel of het nevenentreepaneel welke hoort bij de desbetreffende groep toestellen). (Let op!: bij meerdere entreepanelen worden alle deuren gelijktijdig open gestuurd) Deurstuurtijd T2 Deurstuurtijd in seconden van het tweede deurstuurcontact (SE2, Potentiaalvrij Normaal Open contact). (te bedienen met de bijbehorende functietoets op het binnentoestel). Deursturing 2 (BEPERKT of VRIJ) Selecteer BEPERKT als er alleen deursturing gegeven mag worden na een oproep vanuit het entreepaneel. Selecteer VRIJ als er op ieder gewenst moment deursturing gegeven mag worden (geld alleen voor een hoofdentreepaneel of het nevenentreepaneel welke hoort bij de desbetreffende groep toestellen). Wachtwoord Druk kortstondig op de X-toets om het wachtwoord te wijzigen en bevestig met de beltoets om het nieuwe wachtwoord op te slaan te. Externe Camera Selecteer het aantal externe camera s die in de installatie aanwezig zijn. LCD-contrast (+ of -) Doormiddel van de pijltjestoetsen kan het contrast hoger en lager ingesteld worden. Knop geluid Hier kunt u de pieptoon bij het indrukken van de toetsen in of uitschakelen. Dag Selecteer door middel van de pijltjestoetsen de juiste dag. 16

18 Tijd Druk kortstondig op X-toets en selecteer de juiste tijd. Postbode functie Selecteer JA als er op bepaalde tijd van één of meerdere dagen de deur geopend mag worden door alleen op het sleutelsymbool van het entreepaneel te drukken. Namen ingeven: Selecteer met de pijltjestoetsen NAAM en bevestig met de beltoets. Selecteer vervolgens GEEF IN en bevestig met de beltoets. De namen kunnen ingegeven worden via de alfanumerieke toetsen op het entreepaneel. Geef vervolgens het Fysieke nummer (ID-nummer) van de gebruiker in. (5 digits) XXYYY XX = ID-nummer van de stijgkolominterface 1083/50 (ID 00 31) YYY=Usercode, met dipswitches ingestelde adres van het binnentoestel (USER code ). Indien het entreepaneel ingesteld staat als LOGISC (zie nummersoort) dan kan in de volgende stap het logische nummer (lees huisnummer) ingesteld worden. In de daarop volgende stap kan indien gewenst een 4-cijferige deurstuurcode aan de bewoner gekoppeld worden. U verlaat het hoofdmenu door op de X-toets te drukken. Digitaal entreepaneel resetten : Om de parameters van het digitaal namenregister terug naar fabrieksinstellingen te zetten, dient u het entreepaneel spanningsloos te maken, vervolgens de toetsen X, 8 en 6 op het toetsenbord ingedrukt houden en de voedingsspanning op het systeem/entreepaneel opnieuw inschakelen. (De reset is alleen van toepassing op de parameters, het register met namen en deurstuurcodes blijft behouden. 17

19 ELT0364 Elbo Technology B.V., Science Park Eindhoven 5707, 5692 EP Son T +31 (0) , F +31 (0) , info@elbotechnology.nl,