31 december Oudejaarsdag. in de. Marktpleinkerk. van Hoofddorp. om 9 uur 30. Thema: kruispunt

Transcriptie

1 3 december 207 Oudejaarsdag in de Marktpleinkerk van Hoofddorp om 9 uur 30 Thema: kruispunt Voorganger: pastor Ans Creemer Allard uit Kudelstaart Organist: Cees Lodder Ouderling van dienst:

2 De doop van Jezus (deze plaat projecteren voor de dienst tot en met lied 03c) Welkom door de ouderling Intochtlied: Op de wijs van Lied 03c:,2,3 (staande) (Het liefste lied van overzee van S. de Vries) Aan U Vader alle glorie om het lichten van Uw trouw, die met vrede uit de hoge onze aarde nieuw bedauwt. U de ere, U de glorie, zon die ons in leven houdt. 2 Om de Zoon U alle glorie, woord van eer ons toegezegd. Vleesgeworden vriend en naaste, ons tot brood voor onderweg. 2

3 U de ere, U de glorie, woord op onze tong gelegd. 3 Door de Geest U alle glorie die als lofzang in ons leeft en als nieuwe wind de aarde eenmaal haar gelaat hergeeft. U de ere, U de glorie, adem die in mensen leeft. Votum en groet (gemeente gaat zitten) Kyriëgebed: (gebed projecteren) Enige en eeuwige God, zie uw wereld: - Zo overvol van informatie, maar vaak zo blind voor goed nieuws. - Zo knap in het genezen van mensen, en toch zo vol dood en verderf. - Zo goed in staat om voor ieder te zorgen. maar vaak zo onverschillig voor onze naasten. Wij vragen U God, help ons het goede te doen. Kijk naar ons om. Amen (alle Bijbellezingen uit NBG 5) Bijbellezing: Jacobus 5: 0, a en Sefanja 3: 4, 5 0 Broeders, neemt tot een voorbeeld van gelatenheid en geduld de profeten, die in de naam des Heren hebben gesproken. Zie, wij prijzen hen zalig, die volhard hebben. 4 Jubel, dochter van Sion; juich, Israël; verheug u en wees vrolijk van ganser harte, dochter van Jeruzalem! 5 De Here heeft uw gerichten weggenomen, Hij heeft uw vijand weggevaagd. Zingen: Lied 26:,3 3

4 Toen God de Heer uit s vijands macht Sions gevangenen wederbracht en ons verloste uit nood en pijn, scheen het een blijde droom te zijn. Wij lachten, juichten, onze tongen verhieven s Heren naam en zongen. Toen hieven zelfs de heidenen aan: De Heer heeft hun wat groots gedaan. 3 Wat men hier nu met tranen zaait, wordt eenmaal met gejuich gemaaid. Wie t zaad draagt dat hij zaaien zal, gaat wenend voort en zaait het al. Maar bij het feest der eerstelingen zal hij verheugd het oogstlied zingen. Dan keert hij weer te goeder uur en draagt zijn schoven in de schuur. Kindermoment: (Kinderplaatje wordt getoond, enkele woorden van de voorganger hierbij.) Kinderlied: Geroepen om op weg te gaan, om op te staan, te reizen naar een land dat God zal wijzen. (Verder verzorgd door kindernevendienst) 4

5 Eens komt er vrede Inleiding op de lezing en verkondiging Gebed: verzen uit psalm 3, vertaald door Huub Oosterhuis: (gebed projecteren) 5

6 Doe lichten voor mij Uw aangezicht, vriend God. Nog zoveel leven hebt Gij neergelegd in mij. Wees sterk, zegt Gij, wankel niet. ik wacht op U, zeg ik. Nee, ik wacht niet langer, naar U vlucht ik toe. e Bijbellezing: Jesaja 2: 4 en Jesaja : 8,9 4 En Hij zal richten tussen volk en volk en rechtspreken over machtige natiën. Dan zullen zij hun zwaarden tot ploegscharen omsmeden en hun speren tot snoeimessen; geen volk zal tegen een ander volk het zwaard opheffen, en zij zullen de oorlog niet meer leren. 8 dan zal een zuigeling bij het hol van een adder spelen en naar het nest van een giftige slang zal een gespeend kind zijn hand uitstrekken. 9 Men zal geen kwaad doen noch verderf stichten op gans mijn heilige berg, want de aarde zal vol zijn van kennis des Heren, zoals de wateren de bodem der zee bedekken. Zingen: Lied 85:, 4 Gij waart goedgunstig voor uw land, o Heer, in Jakobs harde lot bracht Gij een keer. De schuld uws volks wilt Gij niet gadeslaan. Gij hebt hun zonden uit uw boek gedaan. Gij die de vlammen van uw toorn bezweert, Gij hebt U van uw gramschap afgekeerd. God van ons heil, herstel ons, neem ons aan en doe uw toorn niet over ons bestaan. 6

7 4 Waar Hij ook gaat, de vrede gaat Hem voor, liefde en trouw ontspruiten in zijn spoor. Gerechtigheid is voor zijn aangezicht, zij bloeit alom waar Hij zijn voetstap richt. 2 e Bijbellezing: Johannes 3: en Lucas 3: En zij kwamen tot Johannes en zeiden tot hem: Rabbi, die met u was aan de overzijde van de Jordaan en van wie gij getuigd hebt, zie, die doopt en allen gaan tot Hem. 27 Johannes antwoordde en zeide: Geen mens kan iets aannemen, of het moet hem uit de hemel gegeven zijn. 28 Gij kunt zelf van mij getuigen, dat ik gezegd heb: Ik ben de Christus niet, maar ik ben voor Hem uit gezonden. En de scharen vroegen hem, zeggende: Wat moeten wij dan doen? Hij antwoordde en zeide: Wie een dubbel stel klederen heeft, dele mede aan wie er geen heeft, en wie spijzen heeft, doe evenzo. 2 Er kwamen ook tollenaars om zich te laten dopen en zij zeiden tot hem: Meester, wat moeten wij doen? 3 Hij zeide tot hen: Vordert niet meer dan u voorgeschreven is. 4 En ook die in krijgsdienst waren, vroegen hem, zeggende: En wat moeten wij doen? En hij zeide tot hen: Plundert niemand uit en perst niets af en weest tevreden met uw soldij. Zingen: Lied 44: 7 7 Waarom u zorgen maken met vragen, dag en nacht, hoe u Hem zult ontvangen met uw gebrek aan kracht? Hij komt, Hij komt met liefde, wil zo graag bij u zijn! Want Hij weet van uw grieven, en Hij stilt al uw pijn. 3 e Bijbellezing: Mattheüs : 2,3 2 Johannes nu hoorde in de gevangenis de werken van de Christus en liet Hem door zijn discipelen de vraag overbrengen: 3 Zijt Gij het, die komen zou, of hebben wij een ander te verwachten? Zingen: Lied 437:,2,3,4,5,6 7

8 Kom tot ons, scheur de hemelen, Heer, daal, Heiland, uit uw hemel neer. Ruk open, rijt ze uit het slot, de hemeldeuren, Zoon van God. 2 Dauw, hemelen, schenk u maatloos uit, daal, Heer, als dauw op dorstig kruid. Gij wolken, breek in regens neer, regen de Heiland, Israëls Heer. 3 Breek, aarde, uit, breek uit in pracht, dat berg en dal van lente lacht. O aarde, wek die roze rood, ontspring, Heer, aan der aarde schoot. 4 Waar blijft Gij toch, o s werelds troost, die wij verbeiden onverpoosd? O daal toch uit uw hoog paleis in ons verloren paradijs. 5 Gij klare zon, gij schone ster, door ons aanschouwd van eindloos ver, o zon ga op, o zonneschijn, laat ons niet in het donker zijn. 6 Wij zijn hier in zo grote nood, wij leven allen naar de dood. O kom, en voer met sterke hand ons weer terug in t vaderland. Overweging Meditatief orgelspel 8

9 Zingen: Lied 799: 4,6 4 Wij gaan als ingekeerden stil door een vreemd gebied, verachten voor de wereld, die men niet hoort of ziet. Maar geeft men op ons acht, dan hoort men hoe wij zingen van onze grote dingen: wij weten wat ons wacht! 6 Wij moesten het maar wagen t is wel het wagen waard om niets meer mee te dragen dat onze ziel bezwaart. De wereld is te klein! Kom, ga met Jezus mede in alle eeuwigheden! Het moet toch Jezus zijn! Mededelingen Dankgebed en voorbede, stil gebed en Onze Vader. ( briefjes als gebedsintentie en het noemen van namen van mensen die bloemen krijgen) Inzameling gaven Zingen: Op de wijs van Lied 868:,2,3 (Reislied) Ga dan op weg en laat hoop en verwachting je leiden, ook al zijn pijn en verdriet door geen mens te vermijden. Wees niet bevreesd, ga en vertrouw op de Geest, die je van angst zal bevrijden. 2 Ga dan op weg en ontmoet op je reis medemensen. 9

10 Geef aan een ieder al wat jij jezelf toe zou wensen. Dan onder t gaan - zul je de ander zien staan, en overstijg je je grenzen. 3 Ga dan op weg en schud af al je twijfel en zorgen. Ga en ontdek, wat vandaag nog voor jou is verborgen. Houd op het Licht, altijd je ogen gericht: dat zal je kracht zijn voor morgen. Zegen: Filippenzen 4:7 (projecteren) De vrede van God, die alle verstand te boven gaat, zal uw hart en gedachten in Christus Jezus bewaren. Zingen: Amen 0