Oud Rechtelijk Archief Schiedam inventarisnummer 572 folio 32 Certificatieboek d.d

Transcriptie

1 Oud Rechtelijk Archief Schiedam inventarisnummer 572 folio 32 Certificatieboek d.d Ten versoucke van Thijs Andrijesz. wonende hijer ter stede hebben Thonis Jacobsz. Sterrenburch out 65 (of 75) jaeren, Jasper Lourijs out 54 jaeren ende Frans Crijnsz. gesworen roedrager alle hijer ter stede, mit recht verdaecht, eerst de voorsz. Sterrenburch verclaert dat geleden ontrent 30 jaeren hij getuijge alsdoen wonende in de jurisdictie van de Hogenban naest Maerten Knapper die vader was van Joris Maertensz. Knapper hij er ter stede, de welcke Maerten Knapper, gelijck hij getuijge van andere persoenen wel hadde verstaen iegens hem getui,jge seijde dat hij Maerten aen Heijnrick Jansz. Verhoeck alias Heijn Verhoeck die een zoen hadde genaempt Cornelis Heijnr icxz. Stuijt, vercoft hadde zeeckere derdalff margen lants leggende in Oostabspolder genaempt de Blaeskater, en dat hem getuijge noch wel zeecker voorstaet dat Maerten hem seijde datse bij den ander als coop ende vercoep ontrent de gansche weeck droncken over de wijncoep. Jasper Lourisz. verclaert dat hij ter twee off drie reijsen met Joris Knapper hebbende propoosten (geloet) heeft onder ander dat de zelffde Knapper seijde ick hebbe schout Hillebrant de woning vercoft met laste van een pont Vlaems staende opde Blaeskater ende oeck mitt tgene op de woening es staende. Ende Thijs Andries will mijn moijten doen van de renten ende schout Hillebrant heeft mijn geseijt dat hij hem wel soude willen in landen stellen zeeckere thijen hont lants leggende affter den boemgaert in den Hogenban tot den onderpant over de rente die op de Blaeskater staen, soe noot waer te mogen verhaelen, off hij willse mijn wel in handen stellen opt welcke hij getuijge seijde, wel Jorijs conste ghij dat van hem becoemen het soude u wel bevrijden, daerop Joris op zeecker tijt van dese zaecke weder woerden hebbende seijde, jae ghij segt de waerheijt ick zal t oeck soe doen, want het soude mijn vrijen. Frans verclaert dat ten versouck van de producent hem heeft gevonden voer den huijse van Joris Knapper den zelffden aldaer persoenlick spreeckende ende versouckende copie vujjt coopbrieff van de woning ende landen leggende ten halven Ouwerschie, dwelcke hij soude vercoft hebben aen schout Hillebrant opt welck Joris hem antwoord seijde ick en heb de brieven nijet, schout Hillebrant heeft se, dijen heb ick de woninge vercoft en de brieven gelevert ende heeft mijn belooft te vrjjen var de rente, will Thijs copie hebben hij mocht over schout soucken off haelen opt welck hij getuijge mocht onder ander seggen wel heeft ghij schout Hillebrant de brieven over u mocht noch eenige moijten opcoomen opt welck Joris Knapper seijde, neen schout Hillebrant heeft mijn soe veel beloeft dat hij mijn wel vrij houwen sall. Soe waerlick, schepenen Jacob Brasser ende Gerrit Dircxz. van der Wolff. Oud Rechtelijk Archief Schiedam inventarisnummer 572 folio 51 Certificatieboek d.d Jacob Vassen out 40 jaeren, Bastiaen Cornelisz. out 66 jaeren beijden altans wonende hijer ter stede, mit recht verdaecht omme ten versoucke van Cunera Heijnricxdr. weduwe wijlen Claes Claesz. hebben bij eede verclaert ende getuijcht, eerst verclaert Jacob Vassen dat zijn getuijges vader Vas Jacobsz. in sijn leven gewoent hebbende in de Ketel hem getuijge wel geseijt heeft dat. de 20 hont lants leggende in de Kete Oost-Abspolder naest tgemeen Lant aende noertsijde en dabdie van Egmont sijn vuijtganck eijgentelijck heeft gehadt over de noortkent van de weduwe van Claes van Beveren lant ende van daer voerts int lant twelck Dirck Pietersz.(...) gebruijckt streckende ende loopende zoe voerts over de werff van Ariaen Claes Pieterszoens weduwe bij de noortkant heen tot de weduwe toe. Verclaert voorts dat zijne voersz. vader dezelffde 20 hont lants mede hebben toebehoert ende ( ) gebruijckt heeft, ende zulcxs de buijren hem den vuijtpat van de zelffde 20 hont lants wel gegunt hebben, deur heurluijder respective landen nae gelegentheijt. Soe als hij getuijge te verscheijdene tijden over tbuijrlant heeft vuijtgereden ende noijt den rechten vuijtpat zulcxs als vooren allhouwel hij elck van anderen terstont en hoerde dat de 20 hont lants zulcxs als boven heur vuijtpadt hadden. Bastiaen Cornelisz. verclaert bij eede als boven dat hij soe in de Ketel als touwerschie over de 40 jaeren gewoent heeft. De voern.20 hont lants gemaijt heeft (...) vuijten gemenen gebuijren van de Ketel meenich mael heeft horen seggen, als dat de voern. 20 hont lants als voren gelegen, altijts den rechten vuijtpat heeft gehadt over de noortkant van de weduwe van Claes van Beveren lants inscluijs als boven is geseijt ende gelamiteert. Waer dat nochtans de gebuijren den vuijtpat toegelaten ende gegunt hebben over henluijden ( ) landen. Soe waerlick etc. schepenen Soeck ende Mathijs Muijlwijck.

2 Oud Rechtelijk Archief Schiedam inventarisnummer 572 folio 126 Certificatieboek d.d Opten 8 Novembri anno Adriaen Pietersz. landtman out omtrent 28 jaeren mit rechte daer toe verdaecht ende geroupen zijnde om getuijchenisse der waerheijt te geven ten verzoucke van Pieter Heijndricxz. Geldersman woonende tegensover Ouderschie onder den ambacht van Kethel op de woning van Jan Jacobsz. de Recht ende heeft gestaefts eedts met opgerechten vingheren als recht is, getuijcht, verclaert ende gedeposeert, waerachtich te zijn, als dat hij bij over ende present is geweest ten huijse van Willem Gheerlofsz. Roebol waert in de Vrachtwaghen te Ouderschie, ten tijde als de voorsz. Pieter Heijndricxz. requirant in dezen gecoft heeft twee een winter beesten ofte vaersen van Pieter Gerritsz. Tol schoudt tot Ouderschie, voor die somme van 59 gulden ende de laetste coop vrijts gelts Vlaems, ende dat waerachtich es dat de zelfde beesten ten tijden van de laetste coop maer 26 gulden ende nijet meerder mit haer beijden waerdich waeren, ende dat hij deposant bij alle prise ende estunatie ten tijde van de voorsz. leste coop als doen zelfs voor de zelfde twee beesten nijet meer en zoude hebben willen geven dan de voorsz. 26 gulden. Alles zonder arch ofte list. Presentibus Maerten Thielmansz. Coninck relaterende aen Jacob Rochusz., schepenen. Oud Rechtelijk Archief Schiedam inventarisnummer 572 folio 187 Certificatieboek d.d Den 29 Septembris Ten versoucke van Arent Pietersz. Scholl heeft Joris Maertensz. Knapper oudt ontrent 50 jaeren bij eede verclaert waerachtich te sijn dat geleden ontrent een jaer onbehaelt van de precixen dach, hij deposant present geweest is ten huijse van desen requirant, staende buijten de Ketelpoort aldaer eenen Henrick Pietersz. eertijts schoudt up Delfsehaven gecoft heeft van de voirsz. requirant, seeckere huijsinge staende opt Marcktvelt recht over het stadthuijs deser stede, ende dat op alsulcke conditien, voirwairden ende bedongen penningen als de voirwaerden daer van gemaeckt ende bij hem deposant als kennis neffens dvoorsz. contrahenten ondertijcket tselve inhout ende vermelt, sonder dat Henrick Pietersz. ijet anders int huijs bedongen heeft ofte dat den requirant daer an off in ijet meer most leveren als inde selve coopceell ofte voirwaerden verclaert staet alleenlicken vanden duijven die doen ter tijt int huijs waeren, dselve werde bedongen dat int huijs soude blijven. Schepenen Jacob Rochusz. ende Wouter Jacobsz. Oud Rechtelijk Archief Schiedam inventarisnummer 572 folio 243 Certificatieboek d.d Ten verzoeke van jonkheer Johan van Assendelft, heer van Kralingen en ambachtsheer van Hogenban, hebben Bastiaen Cornelisz. lantman oud omtrent 70 jaar en Anthonis Jacobsz. Sterrenburch oud omtrent 70 jaar, onder eed verklaard waarachtig te zijn, dat dezelve deposanten eertijds menige jaren gezeten hebben in de vierschaar van Hogenban als schepen en de voorn. Anthonis Jacobsz. ook dikwijls en menige jaren gekozen als kroosheemraad van Hogenban, om te schouwen de wegen en kaden en andere waterkeringen, etc. Oud Rechtelijk Archief Schiedam inventarisnummer 572 folio 246 Certificatieboek d.d Ten verzoeke van jonkheer Johan van Assendelft heeft Anna Jansdr. weduwe Anthonis Sijvertsz. oud omtrent 70 jaar, bij eed verklaard ter presentie van Jacob Molenijser deurwaarder van het Hof van Holland, etc. Oud Rechtelijk Archief Schiedam inventarisnummer 572 folio 307

3 Certificatieboek d.d Eodem die. Ten verzoecke van Cornelis Andriesz. voorn. heeft Jan Aertsz. out 70 jaeren wonende int ambacht van de Ketel, bij manne waerheijt verclaert dat hij tot diversche tijden Jan Aertsz. Bosch zoone van Aert Aertsz. Bos, heeft hooren zeggen dat de landen in questie tusschen den requirant ende jonker Pieter van Dorp gelegen zijn in de woning van Roderijs volgende den decreetbrijeff in zijn deposants presentie voorgelesen jegenwoordich de nae genomineerde aerbijters Jan Aertsz. Bos, Jacob Cornelisz. tot Delfgau, Herman Willemsz. ende Cornelis Pietersz. Actum den 27 Junij 1589, me present Muijs. Oud Rechtelijk Archief Schiedam inventarisnummer 572 folio 365 Certificatieboek d.d Den lesten Augustij Ten versoeke van Jacop Ariensz. Proot hebben Annetgen Cornelisdr. out omtrent 78 jaeren ende Maritgen Jorisdr. out omtrent 60 jaeren, bij eede verclaert waerachtich te zijn dat den requirant alhier, woonende tot Hillegersberg, is een wettelicken geboren zoone ende erfgenaem van zaliger Trijntgen Cornelisdr. ende oversulcx oock mede bestorven met meerder vrunden inde goeden naegelaeten bij heer Jacob N. cappellaen inde Ketel. Voor redene van weetenschap verclaeren eerst de voorsz. Annetgen Cornelisdr. dat Trijntgen Cornelisdr. voorn. moeder van Jacob Ariensz. Proot is haer deposanten eijgen wettelicken zuster ende Maritgen Jorisdr. voorn. verclaerde dat de voorsz. Trijntgen Cornelisdr. moeder van Jacob Ariensz. Poort (moet zijn Proot), is de zuster van haer oude moeije, in zulcker voege dat sij deposanten de linie van de voorsz. Jacob Ariensz. Proot claerlijcken comen deduceren ende doen blijcken dat hij mede met andere erffgenamen moet succederen ende erven in de goederen van Heer Jacob cappellaen voorn. Actum present Job Jobsz. Fabrij vervangende Henrick Leendertsz. schepenen. Oud Rechtelijk Archief Schiedam inventarisnummer 572 folio 429 Certificatieboek d.d Eodem die. Ten versoecke van Hermen Willemsz. smit heeft Pijeter Jansz. vuijte Ketelpolder rechtelijcken gearresteert zijnde omme der waerheijt ghetuijgenis te geven, verclaert bij den eedt bij hem als schepen van den dorpe vande Ketel gedaen waerachtich te zijn hoe dat geleden ontrent drije jaeren zonder den presixen dach onthouden te hebben, den requirant hem deposant een peent vande vaeren gemeestert heeft ende voor arbeijtsloon daer voor aenden requirant betaelt de somme van veerthijen gulden ende noch daer en boven een gulden int gelach. Actum present Lucas Huijgensz. van der Dusse vervangende Dirck Dircxz. Vuijtenbroeck, schepenen. Oud Rechtelijk Archief Schiedam inventarisnummer 572 folio 568 Certificatieboek d.d Den 30 Aprilis Ten versoecke van Bastiaen ende Gerrit Blasiussonen, gebroeders hebben Beniamin Anthonisz. out ontrent 70 jaren, Maertgen Centen out 70 jaren, Wijve Pietersdr. out 71 jaren ende Pleuntgen Jansdr. out 65 jaren, bij eede verclaert waerachtich te zijn, eerst de voorsz. Beniamin Anthonisz., dat hij deposant zeeckeren tijt geleden in den Haech gewoont heeft, aldaer hij oock van geboorte is ende goede kennisse gehat heeft met des requirants vader ende moeder, genaempt Blasius Bastiaensz. ende Aechgen Gerritsdr., dewelcke de dochter was van Gerrit Phillipsz. graeffmaecker in den Haeghe; Maertgen Centen voorsz. verclaert dat zij deposante gekent heeft de moeder van heer Phillips Jansz. eertijts pastoor van de Ketel genaemt Betgen Gerritsdr., wezende de dochter van Gerrit Phillipsz., oock weet zij deposante wel, dat de voorsz. Betgen Gerritsdr. des requiranten moeder Aechgen Gerritsdr., twee gezusters waren.

4 De voorsz. Wijve Pietersdr. ende Pleuntgen Jansdr. verclaren dat de moeder van heer Phillips Jansz. voorsz. genaempt Betgen Gerritsdr. ende Aechgen Gerritsdr. des requirants moeder gesusters waren, zulcx dat de requiranten Bastiaen Blasius ende Gerrit Blasius zusterskinderen zijn van heer Phillips Jansz. voorn. Actum present Dirck Ariensz. Cuijper relaterende Wouter Jacobsz. Scherp. Oud Rechtelijk Archief Schiedam inventarisnummer 513 folio 122v. Certificatieboek d.d Den 27 Septembris Ten versoucke van Daem Arijensz. molenaer hebben Joris Maertensz. Cnapper out 60 jaeren, Willem Willemsz. Canarij out 39 jaeren ende Cornelis Cornelisz. Verheul out 40 jaeren, bij eede verclaert waerachtich te sijn dat hij deposant omtrent een halff jaer onbehaelt van den juijsten tijt geweest zijn ten huijse van de Schoone Waertinne alwaer zeeckere questie was tusschen den requirant ende Pieter Cornelisz. Verheul schout van de Ketel, ende dat sij deposanten (alsoe de saecke bij partijen clacx ende al aen hem deposanten als segluijden daer over geropen was gebleven) d'selve questie affgemaeckt ende ter neer geleijt hebben, mit den voorsz. Pieter Verheul den requirant soude betaelen, eens de somme van ses gulden ende ses stuvers binnen veerthien dagen ofte een maendt onbegrepen. Actum present Jacob Rochusz. relaterende Job Jobsz. Fabri, schepenen. Oud Rechtelijk Archief Schiedam inventarisnummer 573 folio 202 Certificatieboek d.d Ten versoucke van Meijnaert Cornelisz. wonende op den Harrich in den ambachte van de Ketel hebben Mr. Carel Lambrechtsz. van Heijnsberch raet ende vroetschap deser stede out 68 jaeren, bij den eet bij hem als vroetschap gedaen, Pieter Vechtersz. wonende aende Vlaerdingsche wech in Vlaerdinger ambacht out 54 jaeren ende Cornelis Cornelisz. woonachtich op den Harrich voorsz. out ontrent 50 jaeren, beijde naeste buijrlieden van Meijnaert Cornelisz. requirant voorn., rechtelijck gedachvaert sijnde omme getuijgenisse der waerheijt te geven bij solemnelen eede verclaert waerachtich te sijn, dat sij deposanten seer wel gekent hebben eenen Cornelis Joorisz. ende Neeltgen Cornelisdr. sijne huijsvrouwe beijde saliger, in haer leven woonachtich op de wooninge daer op den requirant nu ter tijt is wonende ende dat de huijsinghe van de selve wooninghe met schuijren, bargen ende andere timmeragie daer inne Cornelis Joorisz. mette voorsz. sijne huijsvrouwe woonden, deenen helfte hem Cornelis Joorisz. met sijn huijsvrouwe, ende dandere helfte den eijgenaers van de landen die aende woninghe werden gebruijckt toe behoorde, welcke huijsinghe met alle tgetimmerte aende selve woninghe sijnde in de troubles verbrant ende vernielt is, datter oock opte voorsz. wooninghe ten tijde als des requirants saliger huijsvrou de selve aensloech, nu ter tijt geleden over de 19 ofte 20 jaeren geene goederen ofte levendige beesten en waren die Cornelis Joorisz. ende Neeltgen Cornelisdr. sijne huijsvrouwe toebehoort hadden. Voorder dat d'erffgenamen van de voorn. Cornelis Joorisz. voor de groote lasten ende schulden daer mede sijne boel ende goederen waeren beswaert van de selve goederen addstant gedaen ende den boel geabbandonneert hebben gehadt. Welcke abbandonneren geschijet is geweest door versouck van des requirants saliger huisvrouwe, ende dat tot haere groote costen ende moeijten, dat oock doen den requirants saliger huijsvrouwe de wooninghe mist het abbandonneren van den boel aengeslagen hadde, elcke margen lants daer ontrent leggende geen vijff ende tseventich carolus guldens gereet geit mocht gelden. Verclaeren mede sij deposanten dat eenen Adriaen Cornelisz. seggende hem erffgenaem te sijn van Cornelis Joorisz. altijts soo int leven van Cornelis Joorisz. als naer zijn doot binnen de palen van Hollant sijn woonplaets ende residantie gehouden heeft, ende oock wel kennisse vant overlijden, eerst van Cornelis Joorisz. ende daernae van des selffs huijsvrouwe gehadt heeft. Dat sijluijden deposanten oock niet gehoort en hebben dat de selven Arijen Cornelisz. naer de goeden van den voorn. Cornelis Joorisz. int leven van des requirants saliger huijsvrouwe die nochtans dvoorsz. wooninge wel vijff off ses jaren te vooren eer sij den requirant trouwe ende met hem requirant noch daer nae ontrent 18 jaeren beseeten heeft, midlertijt getaelt heeft gehadt, noch oock dat hij Arijen Cornelisz. daer te vooren Neeltgen Cor nelisdr. huisvrouwe van den voorn. Cornelis Joorisz. die naer haer mans doot noch wel ses jaeren den boel besat gemolesteert ofte in haer leven naer dachter gelaten goeden van Cornelis Joorisz. vernomen heeft.

5 Noch verclaerden sijluijden deposanten dat door den troubel veel rijcke luijden in de Ketel ende daer ontrent woonachtich, rijcker van goeden wesende dan Cornelis Joorisz. ende sijn huijsvrouwe, al haer goet verlooren hebben ende tot armoede gecomen sijn. Mr. Carel Lambrechtsz. deposant voorn. verclaerde noch dat d'voorsz. Cornelis Joorisz. wel een ofte twee ende dertich jaeren ende Neeltgen Cornelisdr. sijne huijsvrouwe wel vijff ofte ses ende twintich jaeren doot sijn geweest, ende dat ten tijde des requirants saliger huijsvrouwe d'voorsz.wooninghe a ensloech de goederen van den voorn. Cornelis Joorisz. ende sijne huijsvrouwe meer belast waeren, soo met verloopen renten, lantpachten, molen ende sluijsgelden, ruijterpenningen, contributien met tmaecken van de nieuwe molen, dijcken ende dammen daertoe dienende ende vordere binnenlantsche oncosten mitsghaders andere schulden, dan haere achtergelaten goederen te dier tijt waerdich waeren. ltem dat den H. Geest deser stede noch wel ses jaeren lantpachten aenden voorn. boedel ten achteren es, van tlant dat den voorsz. Cornelis Joorisz. aende voorn. woninghe van den H. Geest heeft gebruijckt ende dat hij deposant wesende rentemeester van den H. Geest van alle tvoorgaende goede wetenschappe heeft. Actum present Bruijn Adriaensz. ende Jan Jacobsz. de Recht, schepenen. Oud Rechtelijk Archief Schiedam inventarisnummer 573 folio 211 Certificatieboek d.d Den 9 Septembris 1500 acht ende tnegentich. Ten versoucke van Dirck Dircxz. stierman burger der stede van Vlaerdingen, hebben Jannitgen Rochusdr. weduwe van saliger Arent Heijndricxz. waerdinne in den Hollantschen Thuijn, poortersse de- ser stede out 62 jaeren, Arijen Arijensz. van Leckerkerck out 22 jaeren ende Cornelis Willemsz. van Vlaerdinghen out 19 jaeren, beijde seevarende lieden, bij eede verclaert waerachtich te sijn dat op saterdach lestleden ten huijse van de voorsz. Jannitgen Rochus bij hem deposant geweest is Dirck Willemsz. lantman woonende tot Vlaerdinghen, bestevader van des requirants kinderen gewonnen bij sijne eerste huijsvrouwe, des voorsz. Dirck Willemsz. dochter saliger, hebbende aen sijn hant een soontgen van den requirant welcke Dirck Willemsz. bij de voorsz. Jannitgen affgevraecht worde off dat kint bij hem woonde, ende dat sij deposanten gehoort hebben dat hij Dirck Willemsz. daer op geseijt heeft ja en ick hebber noch een ende behoufse wel allegader te haelen, meenende des requirants kinderen, ende vorder alsoo Jannitgen Rochus tegen hem Dirck Willemsz. seijde wel hoesoo, dat hij daer op doen geseijt heeft sij (denoterende des requirants jegenwoordighe huijsvrouwe) houdt, ende hij, te weten den requirant, is de beul. Actum present Jan Jacobsz. de Recht, schepen. Oud Rechtelijk Archief Schiedam inventarisnummer 573 folio 215v. Certificatieboek d.d Den 27 Novembris Ten versoucke van Dirck Jansz. caescoper woonende tot Rotterdam heeft Cornelis Cornelisz. wonende in de Ketel out ontrent 29 jaeren, bij eede verclaert waerachtich te sijn dat geleden ontrent twee jaeren sonder te weten den juijsten tijt, Claes Dammisz. lantman wonende binnen deser stede, hem deposant in de herberge in Dordrecht, van wegen den requirant belooft heeft te betaelen de somme van seventhien gulden thijen stuvers binnen den tijt van drie weecken, waer op den requirant aldaer int gelach verleijde twee guldens, op sulcke conditie, soo verre Claes Dammisz. binnen de drie weecken nijet en betaelde, dat hij alsdan den requirant eenen gulden soude wederom geven, dat d'voorsz. Claes Dammisz. hem deposant de voorsz. somme nijet en betaelt en heeft. Acturn present Heijndrick Lenertsz. ende Jan Jacobsz. de Recht, schepenen. Oud Rechtelijk Archief Schiedam inventarisnummer 573 folio 229 Certificatieboek d.d Den 22 Martij Ten versoucke van Cunera Heijndricksdr. weduwe wijlen Claes van Beveren Claesz. heeft Willem Arijensz. Jaentgen burger deser stede out (25?) jaeren, rechtelijck gedachvaert sijnde omme getuijgenisse van de waerheijt te geven bij den eedt bij hem als schutter deser stede gedaen,

6 verclaert geattesteert ende getuijcht waerachtich te sijn ende hem getuijghe wel kennelijck te sijn dat Arien Willemsz. Jaen sijns getuijgens vader saliger, in sijn leven als huijrder van Cornelis Verheul gebruijckt heeft gehadt seeckeren vuijtterdijck, gelegen int Nieuwelandt aenden Oudendijck, vuijt oorsake dat den selven vuijtterdijck sijns getuijgens voorsz. vader wel gelegen was tot een vuijtpadt van seecker sijn landt daer ontrent geleghen, waer toe den selven sijn getuijgens vader de voorsz. vuijtterdijck met vuijt- ende inrijden oock was gebruijckende. Ende alsoo de voorn. Cornelis Verheul dier tijt van requirante weiderom in huijre hadde gelijcken vuijtterdijck aenden voorsz. Oudendijck geleghen alwaer den selven Cornelis Verheul insgelijcx sijn vuijtpadt van sijn landt daer ontrent leggende over hadde dat sijn getuijgens voorsz. vader aen Cornelis Verheul voornt. jaerlijcx soo wel moste betaelen voor huijre van sijn voorsz. vuijterdijck als den selven Verheul aende voorsz. requirante voor huijre van haer voorsz. vuijtterdijck jaerlijckx betaelen moste in voeghe dat soe wanneer de selve requirante in de jaerlijcxe huijre van haer voorsz. vuijtterdijck aende voorn. Cornelis Verheul, opsloeghe ende de selve verhooghde gelijck de requirante oock tot meermalen dede, sijns getuijgens voorsz. vader alsdan den selven Verheul telcken mede verhoghende voor sijn voorsz. vuijtterdijck insgelijcx soo veel geven ende betaelen moste. Verclaerende voorts dat hij getuijghe na t'overlijden van sijn voorsz. vader de voorsz. vuijtterdijck van Cornelis Verheul voornt. tot een vuijtpadt als vooren, mede in huijre gebruijckt heeft ende daer inne insgelijcx moste volgen ende naerkomen tgundt sijn getuijgens voorsz. vader in t'betaelen van de huijre ende de verhoghinghe der selver, bij sijn leven, in maenieren hijer vooren verhaelt gedaen hadden. Actum present Dirck Arijensz. cuijper, schepen. Oud Rechtelijk Archief Schiedam inventarisnummer 573 folio 239v. Certificatieboek d.d Den 3 Julij Ten versoucke van Joost Pietersz. Verheul woonende op Delfhaven hebben Gijsbert Jansz. moelenaer van de Babartspoldersche molen out ontrent 46 jaeren, rechtelick gearresteert, ende Willem Jansz. wielmaecker burger deser stede out ontrent 32 jaeren, gedaecht zijnde omme getuijgenisse der waerheijt te ge ven, bij solemnelen eede verclaert ende getuijcht waerachtich te zijn, eerst de voorsz. Ghijsbert Jansz. dat hij getuijge geleden omtrent 15 weecken, onbehaelt van den juijsten tijt bij de voorsz. moolen over twater gevoert heeft Jan Jansz. Verdoes woonende bij de Vijffsluijsen, de welcke hem deposant clagende dat zijnne beene hem heel seer dede, zeijde dat den requirant hem soo hadde geslaeghen, dat oock den voorsz. Jan Verdoes tegens hem geseijt heeft, alsoo hij deposant zeijde, ghij sijt wel een man int velt, waerom laetet ghij u slaen, dat hij den requirant welonder hadde maer dat hij hem te geweldich worde, ende hem sijn mes ontnam. De voorsz. Willem Jansz. verclaert dat ontrent Meije lestleeden hij deposant weesende ten huijse van den voorsz. Jan Doesen hem hooren seggen heeft dat den requirant hem geslaegen hadde met een kneppelhout, ende alsoo hij deposant hem vraechde off hij mede geen handen en hadde gehadt, dat de voorn.jan Verdoes daerop antwoorde dat hij boven op des requirants lijff lach, ende zoo hij gewilt hadde dat hij hem wel mocht hebben geslagen. Actum present Jacob Rochusz., schepen. Oud Rechtelijk Archief Schiedam inventarisnummer 573 folio 241 Certificatieboek d.d Den 14 Julij Compareerde Arijen Lenaertsz. molenaer inwoonder deser stede out ontrent 55 jaeren ende Oede Pietersdr. huijsvrouwe van Gijsbert Jansz. woonende op de Babartsepoldersche moolen tegenover Spierincxhouck out ontrent 47 jaeren, rechtelijcken gedachvaert ende gearresteert zijnde omme getuijgenisse der waerheijt te geven ten versoucke van Aechgen Pietersdr. van Pieter Cornelisz. Verheul schout in den ambachte van de Ketel, geassisteert met Claes Jacobsz. van Stockurn procureur van den voorn. Pieter Verheul ende Joost Pietersz. zijnen zoone. Ende he bben bij solemnelen eede verclaert geattesteert ende getuijcht waerachtich te zijn: Eerst alleen de voorsz. Oede Pietersdr. dat op Donderdach nae Delfsche kermisse in den jaere 1500 acht ende tnegentich, lestleden de requirante comende vuijt haers vaders huijs opte werff aengesproocken heeft haer deposante, wesende in haere schuijte, zeggende Oede neemt dit tonnetgen meede dijn schrobber (denoterende Jan Doesen aende Vijffsluijsen) is heenen gevaeren ende en heeftet nijet mede

7 genomen, waerop Jacob Jansz. den zoone van den voorn. Jan Doesen, weesende aende andere zijde vant water (twelck naer Vijffsluijsen loopt) maijende de steeckelen van zijns vaders lant, antwoordende, zeijde tegens den requirante, wat let u te schrobberen, wat heeft hij u ontschrobt ofte te cort gedaen. Ende dat de requirante daertegens weder gesegt heeft, hij en heeft ons nijet te cort gedaen, maer es heenen gevaren zonder ons tonnek en mede te nemen. Voorts verclaerden beijde zij getuijghen dat onder meer ander woorden tusschen de requirant ende de voorn. Jacob Jansz., vallende bij den zeiven Jacob Jansz., oock gezeijt worde ghij (lu)ijden koop u vader is alsoo beroeijt ghij en hebt nijet eens veer in u nest, ghij luijden leeft allegader van den Heijligen Geest, u vader heeft hondert gulden van den H. Geest op renten ende u broeder Joost en heeft geen broot in zijn tresoor, want u vader moet de kinderen houden off zij mosten voor der goeder luijder deur en gaen. Ende dat de requirant daer op geantwoort heeft, wat roert het u dat mijn vader een kint van sijn zoon hout, hijer bij vougende zij getuijgen dat zijluijden namentlijck Arijen Lenertsz. op de werff van Pieter Verheul voorn. werckende ende Oede Pietersdr. weesende in haer schuijte sulcx als vooren verhaelt is alle tselve gehoort hebben. Soo waerlick most hem lieden Godt almachtich helpen ende sijn heijlige woort. Actum present Jacob Rochusz., schepen. Oud Rechtelijk Archief Schiedam inventarisnummer 573 folio 276v. Certificatieboek d.d Den 24 Julij Ten versoucke van de Gasthuijsmeesteren van St. Jacobs Gasthuijs alhijer ter stede ende d'erffgenaemen van zaliger Pieter Cornelisz. eertijts burgemeester deser stede heeft Cent Franckensz. woonende in Vlaerdinger ambacht out ontrent 66 jaeren, rechtelijcken gearresteert zijnde om getuijgenisse der waerheijt te geven bij eede verclaert waerachtich te zijn dat hij van de voorsz. Gasthuijsmeesteren is gebruijckende zeven margen lants min een vijerde paert, ende vande voorsz. erffgenaemen anderhalff margen bedragende tsaemen negendalff mergen min een vijerde part, gemeen in een camp lants groot negen margen ofte daer ontrent, daer van den H. Geest tot Vlaerdingen een halff margen toecompt, leggende in Holijerhouck geheeten Bachus Weer. Ende dat hij deposant volgende de meetinghe bij een geswooren lantmeeter gedaen daetelijcken bevint dat in plaets daer hij deposant behoort te gebruijcken negendalff merg en min een vierde paert, dat hij nochtans niet meer en gebruijckt als zeven mergen, sulcx dat daeraen te cort compt ontrent anderhalff margen ter oorsaecke van twelck hij deposant gedoleert heeft ende clachtich es aen d'voorsz. eijgenaers. Versouckende affslach van de jaerlijcxe pacht voor zoo veele als tvoorsz. lant minder bevonden wort als negendalff margen min een vijerde paert. Verclaert mede dat hij deposant tsedert den jaere vijftienhondert vijer ende vijftich (onbehaelt van den juijsten tijt) continuelijcken de huijre betaelt heeft tegen negen d'alff margen min een vierde part siaers nijet tegenstaende dat tzelve zoo veel minder bevonden wort als voorsz. es, wel versoende dat vande jaeren als tzelve lant onder water lagh bij hem deposant geen pacht betaelt en is geweest. Verclaerende hij comparant tgunt hem aende voorsz. maet in tvoorsz. weer lants onbreect dat tzelffde geoccupeert is geweest bij Willem Adriaensz. ende Pieter Willemsz. Holij respectijve ende alsnoch bij Pieter Willemsz. geoccupeert wert. Actum present Jacob Rochusz. ende Mathijs Willemsz. van Muijlwijck, schepenen. Oud Rechtelijk Archief Schiedam inventarisnummer 573 folio 287 Certificatieboek d.d (moet zijn 1600). Den 27 Octobris Compareerde Pieter Gerritsz. Tol woonende in den dorpe van Ouderschie ende eertijts schout aldaer out ontrent 70 jaeren, rechtelijck gearresteert zijnde om me getuijchnisse der waerheijt te geven, ten verzoucke van Pieter Cornelisz. Verheul schout van den ambachte van de Ketel, mitsgaders Louris Jacobsz., Dirck Jansz., Jooris Jansz. Brouck, Adriaen Joorisz. Joncxste, Cornelis Bonifaesz., Claes Allewijnsz. ende Willem Heijnricxz. Gorter, alle schepenen van den zelven ambachte. Ende heeft bij salemnelen eede verclaert ende getuijcht waerachtich te zijn, dat geleden omtrent vijff ofte zessendertich jaeren hij getuijghe geweest heeft boode van den voorsz. ambachte van de Kethel, ende tzelve officie den tijt van ses ofte seven jaeren bedient heeft. Ende dat hem overzulcx wel kennelijck is dat schout ende schepenen van den voorsz. ambachte alsdoen haere schauwe hadden opten Hoogen Maes ofte zeedijck, zoo verre het ambacht aldaer streckende is tot Schiedam toe

8 gelijck hij getuijghe opte schouwe aldaer oock present is geweest. ltem dat hij opten voorsz. dijck door versouck van den pachter zeeckere paerden geschut ende in bewaeringe gehouden heeft ter tijt toe de zelve bij deijgenaer gelost ende de boeten daer toe staende betaelt werden. Verclarende mede dat hij in dien tijt van oude luijden wel hooren zeggen heeft, dat de voorsz. schouwe ende schuttinghe langhe te voor en opten voorsz. dijck gheobserveert is geweest ende dat hij gekent heeft zes schouten van den voorsz. ambachte behalven den voorsz. Pieter Verheul, die zulcx geobserveert hebben naementlijck, Gerrit Jacobsz., Dirck Cornelisz., Ozier van der Houve, Aerent Willemsz., Cornelis Aertsz. Ketelaer ende Jan Doessen. Actum present Jacob Rochusz., schepen. Oud Rechtelijk Archief Schiedam inventarisnummer 573 folio 288 Certificatieboek d.d Compareerde Jan Thijsz. Waert burger deser stede out 75 jaeren, rechtelijck gedaecht zijnde omme getuijchenisse der waerheijt te geven ten versoucke als vooren. Ende heeft bij solemnelen eede verclaert waerachtich te zijn dat hij getuijghe in den voorsz. ambachte van de Ketel gewonnen ende gebooren is, ende aldaer tot zijnen ouderdom van 25 jaeren toe ende voorts binnen deser stede continuelick gewoont heeft. Ende dat hem wei kennelijck ende indachtich is alsoo hij t selve tot verscheijden reijsen gesien heeft dat schout ende schepenen van den voorsz. ambachte als doen haere schouwe hadden opten Hogen Maes ofte zeedijck van Schiedam aff tot Spierincxhouck toe. ltem dat bij de zelve ofte den boode van den ambachte, aldaer ten versoucke van den pachter wei beesten ofte paerden geschut zijn ende in bewaerder handt gehouden werden, soo langhe tot dat deijgenaers d zelve lasten ende de boeten daer toe staende betaelden waer ( ) tzijnen huijse binnen deser stede wei geaccordeert is. Verder dat hij van oude luijden oock hooren seggen heeft dat de voorsz. schouwe ende schuttinghe van outs geobserveert is geweest, ende dat hij zes schouten van den voorsz. ambachte gekent heeft die tselve geobserveert hebben, met namen Gerrit Jacobsz., Dirck Cornelisz., Ozier van der Houve, Arent Willemsz., Cornelis Aertsz. Ketelaer ende Jan Doesen. Actum present uts. Oud Rechtelijk Archief Schiedam inventarisnummer 573 folio 288v. Certificatieboek d.d Compareerde Cornelis Arijensz. Hertoch woonende binnen deser stede out ontrent 76 jaeren rechtelijck gedachvaert zijnde omme getuijchnisse der waerheijt te geven ten versoucke als vooren. Ende heeft bij solemnelen eede verclaert waerachtich te zijn, dat hij getuijghe inden voorsz. ambachte gewonnen ende gebooren is, ende aldaer tot de troubles toe ende voorts binnen deser stede continuelijck gewoont heeft, ende dat hij over langhe jaeren tot verscheijden reijsen schout ende schepenen van den zeiven ambachte zien schouwen heeft den Hogen Maes ofte zeedijck, van Schiedam aff tot Spierincxhouck toe, welcke schouwe onderhouden is bij zes schouten die hij deposant gekent heeft, namentlijck Gerrit Jacobsz., Dirck Cornelisz., Ozier van der Houve, Arent Willemsz., Cornelis Aertsz. Ketelaer ende Jan Doesen. Verclaerde noch dat hij van oude luijden wel heeft hooren zeggen dat de voorsz. schouwe alsoo van outs aldaer geobserveert is geweest. Actum present uts. Oud Rechtelijk Archief Schiedam inventarisnummer 573 folio 314 Certificatieboek d.d Ten versoucke van Claes Willemsz. Cruijer huijsman woonende opden Harrich in den ambachte vande Kethel, hebben Engel Thijsz. cuijper out ontrent 38 jaeren burger deser stede ende Jan Arijensz. waert wonende aende Kethelbregge out ontrent 66 jaeren, bij eede verclaert waerachtich te zijn: Eerst de voorn. Engel Thijsz. dat hij deposant door versouck van Pieter Maertensz. bij hun hebbende meer ander geselschap, gecomen is ten huijse van den requirant ende geseijt heeft tegens des requirants huisvrouwe dat zij eens tappen soude, de welcke tegens hem deposant daer op zeijde, ick hebben niet een bier in huijs anders als haringbier ende langde hem deposant een steene cruijckgen twelcke hij aen zijn mont zettende, ende proeffde datter haringbier inne was. Dan hadt wel

9 goeden wijn ende zeijde laet een canne wijns tappen die zal u lieden zoo veel strecken als een vaene biers, voorts het ander geselschap overzulcx wederomme willende heenen gaen hij deposant (tzelve ziende) zeijde dat hij eerst wat begeerde t eeten ende dat t men een kanne wijns tappen zou de waer inne t'geselschap weijgerich was seggende dat sijlieden niet en begeerden wijn te drincken doch consenteerden gelijckelijcken dat men wat eeten soude, ende also zijluijden een wijle bij tvier gesetten hadden, bij henlieden comende geseijt heeft begint wat tieeten ick sal u lieden naer dien ghij bier begheert wel bier doen haelen, brengende een weijnich tijts daer nae een pintscanne met bier tot vijer off vijff reijsen toe op te tafel, ende nae den eeten heeft bij de viere weder geset een grooter canne biers, zeggende schenckt zelffs alsdat wt is zoo zal ick aende Ketelbregge wel meer doen haelen, sonder dat bij des requirants huijsvrouw eenich bier ofte gelach geschreven worde ofte dat zijlieden oock noch eens bier lieten haelen gelijck hij deposant oock niet en weet hoe veel biers aldaer gedroncken is geweest. Verclaert noch dat hij deposant met het voorsz. geselschap vandaer gegaen is aen den Ketelbregge ten huijse van Jan Arijensz. voornt. omme te vragen ende vernemen off het bier aldaer gehaelt was, ende dat hem deposant oock geseijt worde dat zijluijden ten huijse van den requirant geweest waeren, om hem te achterhaelen van dat hij bier tapte. Item dat zijlieden ten huijse van den zelven Jan Arijensz. een canne biers lieten tappen ende dat hij de deposanten tzelve provende, tegens zijn geselschap zeijde tis tzelve bier ghijlieden en vangt niet, ende dat de huijsvrouwe van den zeiven Jan Arijensz. onder andere redenen mede seijde dat Claes Cruijer twee cruijcken biers aldaer gehaelt hadde. De voorsz. Jan Arijensz. verclaert dat den requirant tzijnen huijse op den derden Kersdach voorsz. twee kruijcken biers inhoudende te samen 6 pinten gehaelt heeft, ende dat ten zeiven tijde een jonge hem quam vraegen off Claes Cruijer bier aldaer gehaelt hadde. Actum present Jan Dircxz. van Colen schepen. Oud Rechtelijk Archief Schiedam inventarisnummer 573 folio 321v. Certificatieboek d.d Den 19 Martij Ten versoucke van Dirck Maertensz. woonende in de Ketel als pachter van den impost van de acht ende veertich stuvers op de tonne biers over Kethel ingegaen primo Octobris lestleden, hebben Thijs Pouwelsz. cuijper out 48 jaeren ende Hadewij Bastiaensdr. zijn huijsvrou out 46 jaeren, bij eede verclaert waerachtich te zijn: Eerst de voorn. Hadewij Bastiaensdr. dat op den 3 Kersdach wesende den 27 Decembris lestleden zij deposanten Neeltgen Crijnen huijsvrou van Claes Willemsz. Cruijer alhier ter stede wesende, gevracht heeft soo sij ende noch drie ofte viere van ofte morghen tharen huijse quamen off d'zelve wel wat ree gemaect hadde ende dat Neeltgen Crijnen daer op geantwoort heeft, had ghij mij een dach ofte twee te vooren gewaerschout, ick soude welwat ree gemaect hebben, daer over zij getuijge zeijde; ghij hebt immers goe wijn ende bier doet ghij niet,ende Neeltgen Crijnen opentlijck antwoorde jae. Verclaeren voorts beijde sij getuijghen dat sij lieden te zaemen niet meer ander geselschap ontrent de middach ten selven daghe gegaen zijn tot Claes Cruijer voorsz., ende aldaer comende dat Hadewij Bastiaensdr. deposante teghen Neeltgen Crijnen zijn huisvrou seijde (siende veel potten om den haert staende) wel Neeltgen Crijnen dit is al meer als dagelicxe portie, tis immers voor ons nijet, daer tegens Neeltgen Crijnen seijde comt ghij niet, een ander compt, ick wacht alle daeghe volck. ltem alsoo Hadewij Bastiaensdr. seijde tapt ons eens dat de voorn. Neeltgen Crijnen daer op seijde ick en hebben gheen bier in, maer wel wijn, daer jegen Anna Bastiaensdr. seijde wat doen wij dan hier Hadewij, waer hebt ghij ons gebrocht. Ende dat de voorn. Hadewij zeijde; wel Neeltgen Crijnen hoe praet ghij dus, hebt ghij mij huijden morgen binnen Schiedam niet geseijt dat ghij wijn ende bier genouch hadt, daer op Neeltghen Crijnen seijde jae ende Hadewij Bastiaens ick wil hebben dat ghij dat woort staet, sij soude anders menen dat ick haer verleedt hadde, twelck Neeltgen Crijnen hoorende zeijde; schickt uluijden altijt aen tafel, ick zal uluijden de biercost wel beschicken. Dat noch sij deposante aen taefel sittende Neeltghen Crijnen voornt. over tafel gebrocht heeft een pints kruijcke met Delffbier, wesende van een staet heel verschaelt, soe dat sijluijden onder maelcanderen zeijden, dit bier is heel verschaelt, waer nae Neeltgen Crijnen ander vers bier met het zelve kruijckghen op te camer over tafel gebrocht heeft, wel vijff ofte thien kruijckgens bij t vier. Eijntelijcken dat eenen Willem Thiemansz. opte werff comende, ende Neeltgen Crijnen tselve ziende metter haest wtte kelder gehaelt heeft twee kruijcken met bier ende deselve neder settende geseijt heeft geselschap schenckt u selven. Actum present Jacob Rochusz. schepen.

10 Oud Rechtelijk Archief Schiedam inventarisnummer 573 folio 322v. Certificatieboek d.d Ten versoucke van Claes Willemsz. Cruijer huijsman woonende op den Harrich inden ambachte van de Ketel, hebben Mathijs Pouwelsz. cuijper out 48 jaeren ende Hadewij Bastiaensdr. out ontrent 46 jaeren, poorter ende poortersse deser stede geëxamineert zijnde op zeeckere contra interrogatorien van wegen den requirant overgeleijt bij eede verclaert waerachtich te zijn, dat zij getuijghen op den 3 Kersdach lestleden met meer ander geselschap geweest zijn ten huijse van den requirant, ende inde keucken bij de vier gecomen zijnde dvoorn. Hadewij Bastiaensdr. jegen de requirants huijsvrouwe geseijt heeft dat zij eens soude tappen, daer op d'selve zeijde dat zij gheen bier in huijs en hadde, maer wel wijn, seggende laet een canne wijns tappen die zal u soo veel strecken als een vaen biers. Waer jegens Anna Bastiaensdr. teghens huer seijde; wat doen wij dan hier laet ons gaen, ende Engel Thijsz. mede int geselschap wesende tselve hoorende zeijde, ick moet eerst wat eeten laet de visch over hangen het sal wel lucken. ltem dat des requirants huijsvrouwe daer nae wt de kelder gebracht heeft een hooghe pot met bier die zij Pieter Maertensz. van Delff inde handt gaff, de welcke tselve proevende, het bier wederomme wt spooch, zeggende; wat bier is dit, het is brack ende dat des requirants huijsvrouwe zeijde, tis bier van overzee. Voorts dvoorn. Hadewij Bastiaensdr. deposante seggende; waerom brengt ghij ons bitter bier, tapt Delffs bier, des requirants huijsvrouwe geseijt heeft zet u aen taefel, ick sal u lieden wel bier beschicken. Verclarende noch dat dezelve wel acht ofte thien pints kruijcken bier op de tafel bracht ende daer nae tgeselschap bij de vier sittende noch wel zes off zeven cruijckgens, aleer zij de twee cannen biers bijde viere nedergeset ende geseijt heeft dat zijluijden zelffs souden schencken, sonder dat zijluijden verandering van bier geprouft hebben anders dan int eerste cruijckgen twelcke heel verschaelt bier was. Dvoorn.Thijs Pouwelsz. deposant verclaert dat zij naer dat de reeckeninghe vant verteerde gelach gemaect was aende Ketelbrugge gesonden heeft Floris Thijsz. zijn zoon om te vernemen off daer bier gehaelt was, de welcke zeijde datter bier gehaelt was. Noch verclaerde Hadewij Bastiaensdr., dat zij ende Anna Bastiaensdr. haere zuster te zamen met Neeltgen Crijnen op te camer gegaen sijn om te rekenen, ende dat Neeltgen Crijnen eijschte voor den man een halve gulden, waer op zij deposante zeijde dat het al te veel was ende dat zijluijden zoo heel veel bier niet gedroncken hadde, daer teghens Neeltgen Crijnen zeijde ghij lieden hebt twee cruijcken van vijff off zes bieren gehadt ende dat dvoorn. Neeltgen Crijnen bij haer lieden te vrede gestelt worde voor ijder persoon met zeven stuivers. Actum present Jacob Rochusz. schepen. Oud Rechtelijk Archief Schiedam inventarisnummer 574 folio 7 Certificatieboek d.d Den 29 Julij Ten versoucke van Dirck Maertensz. waert in de Kethel heeft AIlert Lievensz. van der Voocht, notaris en procureur binnen der stad Gorichem residerende out 30 jaeren, bij den eedt bij hem int stuck zijnder voorsz. notarisampt gedaen, getuijcht verclaert ende gedeposeert hoe waer is dat zeeckeren tijt geleden sonder den perfecten dach onthouden te hebben Willem IJmantsz. wonende tot Vlaerdingen, wesende de soon van IJeman Sijvertsz. tegens hem deposant zoo nu zoo dan tot meermalen vertelt ende verhaelt heeft dat die huijsinge van zijn vader voornt. staende tot Vlaerdingen daer te vooren door zeeckeren deurwaerder voor des gemeen lants middelen verkocht ende hij Willem IJemantsz. daer van, voor hondert carolus gulden cooper gebleven was ende dat hij deposant hem onder anderen vragende waerom de voorsz. huijsinge soo weijnich gegolden hadde, de wijle de zelve soe goeden penning waerdich was ofte andere dijergelijcke redenen ende propoosten, de voorn. Willem IJemantsz. daer op weder antwoorde dat sulcx geschiet was door collusie die hij metten voorsz. deurwaerder dies aengaende gehadt hadde ende vuijt oorsaecke hij metten zeiven deurwaerder te vooren zoo veel gesproocken hadde dat hij deurwaerder de voorsz. huijsinge voor een kleijne somme insetten ofte loven soude ende hij Willem IJemantsz. terstont daer nae de zelve zoude mijnen al eer ijemant anders voor hem in de weer soude sijn. Twelck hij Willem IJemantsz. oock tegen hem deposant seijde alsoe geschict zijn ende gedaen te hebben ten eijnde hij aen het comptoir van des gemeen lants middelen te minder aen gerede penningen soude hebben op te brengen ende hij als wesende borge voor den voornt. IJeman Zijvertsz. zijn vader voor de penningen daer voor de voorsz. huijsinge werde geëxecuteert dies te beter de heeren Staten zoude blinthocken, ende volgens dien daer door genouchlijcker te wege brengen omme atterminatie van langen tijt beroerende de

11 resterende somme te gekrijgen, daer bij de voorn. Willem IJemantsz. noch vuijtdruckelijck tegen hem deposant seggende ende verclarende dat hij de voorsz. huijsinge ter somme van hondert carolus gulden als vooren alsoo gekocht ende gemijnt hadde nijet tot sijn eijgen proffijte maer alleenlijck voor zijn vader voornt., in vougen dat de zelve sijn vader evenwel eijgenaer daer van blijven ende hij Willem IJemantsz. daer van maer de naem hebben soude, ten eijnde geen crediteuren van den voorn. zijnen vader daer aen souden mogen comen. Verclaerde voorts dvoorn. deposant dat die voorn. Willem IJemantsz. ende Zijvert IJemantsz. zijnnen broeder daernae soo wel te saemen als elck int bijsonder tot meermalen tegen hem deposant geseijt ende verhaelt hebben dat de voorn. Zijvert IJemantsz. de voorsz. huijsinge van IJeman Zijvertsz. voornt. zijnnen vader gecocht hadde voor zeeckere somme gereet ende voorts op jaerlicxe custingen, maer op hem deposant begerende dat hij sulcx doch secreet houden zoude eensdeels vuijt oorsaecken dat zij laten luijden zouden dat de voornt. Zijvert IJemantsz. de voorsz. huijsinge in huijre besat omme daer door den veertichsten penning t'ontgaen alzoo zijluijden te saemne daerinne eens waeren, als oock eensdeels om andere redenen ende oorsaecken. Tuijchde ende verclaerde noch hij deposant dat hij inderhant door versouck ende begeerte van Maertge Claesdr. zijn deposants stijeffmoeder de voorn. Willem ende Zijvert IJemantszoonen van haren twegen zoo nu zoo dan wel aengesproocken ende vermaent heeft ten eijnde zijluijden doch schicken souden dat de zelve Maertge Claesdr. van tgeene zij aenden voorn. IJeman Zijvertsz. heurlieder vader deuchdelick ten achteren was, mede eer lang m ochte betaelt werden de wijle zijluijden haer vaeders goederen genouchsaem in handen hadden ende zijluijden wel wisten hoet daer mede gelegen was ende zijluijden hem deposant voor antwoort gaven dat zijluijden wel schicken souden dat zij Maertge Claesdr. betaelt zoude werden, maer dat zij haer tijt moste verwachten de wijle daer andere schulden waeren die voor mosten gaen, dat oock zij Maertge Claesdr. niet en soude verliesen ofte te cort comen al zoo daer goets genouch was tegen haerluijder vaders schulden, ende dat de selve schulden ten vollen betaelt ende voor haerluijder vader noch wel wat overschieten zoude. Actum present Elias Pietersz. Maerlandt schepen. Oud Rechtelijk Archief Schiedam inventarisnummer 574 folio 176 Certificatieboek d.d Den 22 Aprilis Ten versoucke van Ghijs Jansz. molenaer van de Nieuwelantsche watermolen. Joris Jan Claesz. woonende op Vijffsluijsen out ontrent 80 jaren, Annetgen Sijmonsdr. ongehuwde persoon out ontrent 26 jaren ende Cornelis Stoffelsz. van Montfoort out ontrent 50 jaren, beijde woonende binnen deser stede Schiedam, hebben bij solempnelen eede verclaert ende geaffirmeert waerachtich te wesen; eerst de voorn. Joris Jan Claesz. dat hij geleden ontrent twee jaren onbehaelt in den juijsten tijt aen den requirant vercocht heeft de nombre van drije voeren rijets, welcke voeren rijets hij requirant ten selven tijden bij sijne kinderen doen halen heeft aende hem deposant daer van oock ten vollen ende eerlijck betaelt heeft. Daer nae verclaerde de voorschreven Annetgen Sijmonsdr. dat geleden ontrent veertien dagen bij haer deposant gecomen is een vrou persoon genaempt Lijsbeth Gerritsdr. wesende de huijsvrouw van Job Arentsz. molenaer op de Babberpollder watermolen, de welcke haer deposante onder andere affvraechde off sij gesien en hadde dat Gijs Pietersz.? (Jansz.?) requirant voorsz. een schip met rijet gestooien ende wech gevoert hadde waer op sij deposante antwoorde daer van nijet te weten ofte tselve oock nijet gesien te hebben. Vorders verclaerde mede de voorn. Cornelis Stoffelsz. dat de voorsz. Lijsabeth de huijsvrouw van de voorsz. Job Arentsz. geleden ontrent twee ofte drije maenden sonder den presicen dag onthouden te hebben tot verscheijden stonden tegens hem deposant geseijt ende verhaelt heeft dat den voorsz. requirant een schip met rijet opte Maes gehaelt heeft, gestoolen ende wech gevoert hadde. Actum coram Jacob van Cleeff ende Willem Welhouck, schepenen. Oud Rechtelijk Archief Schiedam inventarisnummer 574 folio 202 Certificatieboek d.d Den 17 Augustij Ten versoucke van Arent Ghijsbrechtsz.van Wena voor hem selven ende als actie ende transport hebbende van Robrecht Pietersz. van Schilperoort.

12 Pieter Cornelisz. Verheul schout van den Keetel out ontrent 66 jaren ende Will em Nieupoort den jongen, secretaris van den selven ambacht te out 27 jaeren, beijde woonende tot Schiedam respectivelijck int stuck haerder officien gedaen, gehoort waerachtich te zijn tgundt voor ende beneffens elcx der naer volgende artijckelen is gestelt. Te vragen off niet waerachtich en is dat inden iaere 1600 drie terstont naet overlijden van Cornelis Huijgensz. gewoont hebbende opte wooninge van den requirant in de Oostabspolder inde Keetel de requirant deur den schout in presentie van schepenen nijet en heeft gedaen arresteren op zijn gront ende in zijn weijde, alle de beesten van den zelven Cornelis Huijgensz. midtsgaders alle de haver die de requirant op zijn lant ofte gront bevonden heeft. Pieter Cornelisz. schout verclaert jae. Willem Nieupoort secretaris verclaert hier van geen kennisse te hebben. Off daer nae de secretaris van de Keetel niet gestelt is geweest als curateur van den boedel van de voorsz. Cornelis Huijgensz. onder expresse protestatie ende belofte hem requirant bij den gerechte gedaen dat hij deurt stellen van den curateur in zijn gedaen arrest ende gerechticheijd niet en soude werden vermindert maer blijven staen zoude op zijn geheel ende voorgaende recht, op welcke de curateur zijn offitie van curateurschap gevoordert heeft. Alsoo de requirant daer inne andersints niet wilde comenteren. Den schout ende secretaris deposanten voorn. verclaren beijde dat nae dat den requirant recht gemaect hadde opte gearresteerde goederen ende de selve bij den gerechte van de Keetel verclaert waren executabel, den voorn. Willem Nieupoort opt versouck van eenige crediteuren van den boel van Cornelis Huijgensz. in abcentie van den requirant gestelt is curateur over den selven boel, ende dat eenigen tijt daer nae den requirant tot schiedam comende omme henluijden depoosanten tot voorderinge van sijn recht te scpreecken, sijluijden depoosanten als doen den requirant aenseijden dat den voorn. Nieupoort in vougen voorsz. als curateur gestelt was, ende versochten dat hij requirant daer inne mede wilde consenteren om verder costen van executie te schutten ten insichte van de armoede van de weduwe als doen van de heete zieckte cranck leggende, waerinne den requirant doen ter tijt niet en wilde consenteren maer nam aen hem selven daer op te beraden ende dat echter den voorn. curateur voorts procedeert de vercoopinge van meuble goederen op seeckeren dage, dage van den requirant bij den curateur verwitticht was op welcken dach den requirant hem op de vercoopinge lijt vinden doch en wilde niet consenteren in de vercoopinge ten ware hij teffens den voorn. curateur mede als curateur gestelt werde. Twelck die van de gerechte opte vercoopinge present sijnde consenteerden, ende den requirant als mede curateur stelden waer onder de vercoopinge voort ginck. Off oock jegenwoordich niet noch in levende lijve is Crijntgen Theunisdr. naergelaten weduwe van Cornelis Huijgensz. Verclaerde beijde naer haer beste wetenschappe jae. Item vorder wat zij naerder ofte anders van dese saecke weete. Verclaren beijde dat nae de vercoopinge van de goederen van den boel naer voorgaende proclamatien inde dorpe van den Ketel ende naest gelegen steden gedaen de preferentie van den selven boel gehouden is geweest, ende naer voorgaende advijs van twee rechtsgeleerden opte eijschen van preferentie bij de crediteuren overgelevert ende gefententieert. Actum present Jacob Rochusz.schepen. Op ten 17 Augustij anno 1600 ende vijff. Oud Rechtelijk Archief Schiedam inventarisnummer 574 folio 205 Certificatieboek d.d Den 25 Augustij Ten versoucke van Gijsbrecht Jansz. molenaer van de Nieuwelantsche waetermolen. Joost Jansz.timmerman wonende binnen deser stede out ontrent veertich jaeren gehoort ende geëxamineert sijnde op de navolgende vraechstucken heeft daer op bij solempnelen eede verclaert waerachtich te wesen tgunt voor ende beneffens elck articule is gestelt. Den voorsz. deposant te vragen off niet waerachtich ende hem indachtich ende is dat eene vroupersoon genaemt Lijsbeth wesende de huijsvrouwe van Jop Arijens molenaer opde Babberspolder watermolen geleden ontrent vijff ofte ses maenden tegens hem deposant tot verscheijden stonden geseijt ende verhaelt heeft dat den voorn. requirant een schuijt met riet opte Maes gehaelt ende onbehoorlijck wechgevoert soude hebben. Verclaert jae. Ende voorts wat hij breeder ofte meerder van de saecke gehoort ofte verstaen soude mogen hebben.