Inspectierapport Kinderdagverblijf De Kleine Waal (KDV) Grote Beer ES Hoorn Registratienummer

Transcriptie

1 Inspectierapport Kinderdagverblijf De Kleine Waal (KDV) Grote Beer ES Hoorn Registratienummer Toezichthouder: GGD Hollands Noorden In opdracht van gemeente: Hoorn Datum inspectie: 14 december 2018 Type onderzoek : Nader onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 21 december 2018

2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 5 Overzicht getoetste inspectie-items... 7 Gegevens voorziening... 8 Gegevens toezicht van 8

3 Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 5 van de Wet kinderopvang. Het betreft een onaangekondigd nader onderzoek. Beschouwing De kwaliteit van de opvang van kinderen is van grote invloed op hun ontwikkeling. Daarom stelt de Rijksoverheid kwaliteitseisen aan de kinderopvangorganisaties op o.a. het gebied van de pedagogische praktijk en het beleid, (inzet van voldoende) personeel, groepsgrootte, veiligheid en gezondheid, de accommodatie en ouderrecht in de Wet kinderopvang. Jaarlijks worden verplicht alle kindercentra (minimaal) één maal bezocht in het kader van de naleving Wet kinderopvang, door een toezichthouder van de GGD, op aanwijzen van de gemeente waarin de kinderopvanginstelling zich bevindt. Indien blijkt dat niet geheel aan de gestelde eisen is voldaan, zal de toezichthouder het college van de betreffende gemeente via het inspectierapport adviseren te handhaven conform het handhavingsbeleid. De gemeente stelt hierna een schrijven naar de houder op. Hoe deze is opgesteld is afhankelijk van het gemeentelijk handhavingsbeleid. De gemeente geeft vervolgens de toezichthouder van de GGD opdracht om een (onaangekondigd) nader onderzoek uit te voeren. Een nader onderzoek richt zich op de overtredingen die zijn geconstateerd tijdens het vorige onderzoek. Het inspectierapport geeft per geïnspecteerd onderdeel een terugblik op de vorige constateringen en een omschrijving van de observaties en bevindingen tijdens het huidige nader onderzoek. Op de laatste pagina s van het rapport staat een overzicht van de getoetste inspectie-items. Voor een uitgebreide uitleg over het inspectieproces en de verantwoordelijkheden voor het toezicht en de handhaving op de kwaliteit, verwijzen wij naar De locatie Kinderdagverblijf (KDV) De Kleine Waal biedt vijf dagen per week peuteropvang en is een onderdeel van Stichting Netwerk Hoorn, die diverse peuterspeelzalen in Hoorn onder haar hoede heeft. Locatie De Kleine Waal is gelegen in woonwijk de Grote Waal en is gevestigd in een wijkcentrum van Stichting Netwerk. Per dagdeel worden er kinderen opgevangen in de leeftijd van 2-4 jaar in één stamgroep van maximaal zestien kinderen. Inspectiegeschiedenis Tijdens de jaarlijkse inspecties van 2014, 2015, 2016 en 2017 werd aan alle getoetste voorwaarden voldaan. Tijdens de jaarlijkse inspectie van 2018 zijn tekortkomingen geconstateerd binnen de domeinen Pedagogisch klimaat, item Pedagogisch beleid en Veiligheid en gezondheid, item Veiligheids- en gezondheidsbeleid. De inspectierapporten zijn in te zien op Aanleiding onderzoek Op 31 oktober 2018 heeft de GGD Hollands Noorden van gemeente Hoorn opdracht gekregen tot het uitvoeren van een nader onderzoek naar de tekortkomingen die zijn geconstateerd tijdens het jaarlijks onderzoek van 14 september Het onderzoek diende te worden uitgevoerd na verloop van de gegeven hersteltermijn, welke staat genoemd in "Schriftelijke waarschuwing " die de gemeente heeft gestuurd naar de houder. 3 van 8

4 De inspectie Dit nader onderzoek heeft onaangekondigd plaatsgevonden op 14 december De toezichthouder heeft een gesprek gevoerd met de beroepskrachten en er heeft een observatie plaatsgevonden om de (pedagogische) praktijk te beoordelen. Verder zijn de nodige documenten ingezien. De bevindingen zijn met de kwaliteits/beleidsmedewerker geëvalueerd. Conclusie De tekortkomingen zijn opgeheven. Aan de getoetste voorwaarden is voldaan. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 4 van 8

5 Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen de Wet kinderopvang gelden eisen voor de aanwezigheid van een pedagogisch beleidsplan, de inhoud van een pedagogisch beleidsplan, de relatie van het beleidsplan met de praktijk en het voeren van verantwoorde opvang. Tijdens het laatste onderzoek werd niet voldaan aan de volgende voorwaarde: Het kindercentrum beschikt over een pedagogisch beleidsplan. De houder draagt er zorg voor dat in de dagopvang conform het pedagogisch beleidsplan wordt gehandeld. Kopie inspectierapport onderzoek van 14 september 2018: De beroepskrachten handelen niet conform het pedagogisch beleid, geschreven door organisatie Stichting Netwerk. Er wordt niet consequent gehandeld door de beroepskrachten waardoor er geen structuur en regels terug te zien zijn in de praktijk. De vastigheid en veiligheid, zoals beschreven in het pedagogisch beleid, zijn niet zichtbaar in de pedagogische praktijk. Voor een inhoudelijk overzicht van de betreffende overtredingen verwijst de toezichthouder naar het inspectierapport op de website van het Landelijk Register Kinderopvang, De bevindingen van dit nader onderzoek staan hieronder beschreven. Pedagogisch beleid Ten behoeve van dit nader onderzoek is het handelen van de beroepskrachten conform het pedagogisch beleid van de organisatie, opnieuw beoordeeld. Geconstateerd is: Citaat pedagogisch beleid: "...overdracht normen en waarden. De peuters leren: zich aan regels en afspraken houden structuur en regels binnen een groepsactiviteit. Regels zijn nodig, ze bieden rust en structuur voor peuters. Ze weten waar ze aan toe zijn. Binnen die regels kan een peuter zich veilig en vertrouwd voelen en op onderzoek uit gaan. Rituelen geven kinderen vastigheid en daardoor veiligheid. Praktijksituatie: De kinderen op de groep weten wat er van ze verwacht wordt. De beroepskracht zet een lied aan wat aangeeft dat de kinderen in de kring moeten komen zitten. De kinderen horen het lied, pakken een stoel en gaan zelfstandig in de kring zitten. De kinderen zingen liedjes in de kring met de beroepskrachten. Ze mogen hier ook bij dansen. De beroepskracht doet mee. Als het af is, zegt de beroepskracht: "En nu gaan we weer zitten". De kinderen gaan vervolgens zitten en luisteren weer mee. De beroepskrachten stemmen met elkaar af wat er gaat gebeuren en geven daardoor eenduidige opdrachten aan de kinderen. De tekortkoming is verholpen, aan de getoetste voorwaarde is voldaan. Gebruikte bronnen: Interview (beroepskrachten) Observaties (praktijk binnenruimte) Pedagogisch beleidsplan (pedagogisch beleidsplan psz Stichting Netwerk definitief) Pedagogisch werkplan (locatie specifiek beleid en info De Kleine Waal) 5 van 8

6 Veiligheid en gezondheid Binnen de Wet kinderopvang gelden eisen die betrekking hebben op de veiligheid en gezondheid in een kindercentrum. De houder van een kindercentrum dient beleid te voeren dat ertoe leidt dat de veiligheid en de gezondheid van de op te vangen kinderen in en rond het kindercentrum zoveel mogelijk is gewaarborgd. Tijdens het laatste onderzoek werd niet voldaan aan de volgende voorwaarde: De houder heeft voor elk kindercentrum een beleid dat ertoe leidt dat de veiligheid en gezondheid van de op te vangen kinderen zoveel mogelijk is gewaarborgd. De houder draagt er zorg voor dat er in de dagopvang conform het veiligheids- en gezondheidsbeleid wordt gehandeld. Kopie inspectierapport 14 september 2018: De beroepskrachten handelen niet volgens het Protocol overdracht ziektekiemen, geschreven door organisatie Stichting Netwerk. Voor een inhoudelijk overzicht van de betreffende overtredingen verwijst de toezichthouder naar het inspectierapport op de website van het Landelijk Register Kinderopvang, De bevindingen van dit nader onderzoek staan hieronder beschreven. Veiligheids- en gezondheidsbeleid Ten behoeve van dit nader onderzoek is het handelen van de beroepskrachten conform het beleid veiligheid en gezondheid van de organisatie, opnieuw beoordeeld. Geconstateerd is: Citaat Gezondheid Protocol Overdracht Ziektekiemen: "N.B. Handen wassen geldt zowel voor volwassenen als de kinderen! Personeelsleden zien erop toe, dat kinderen dit op de hieronder beschreven wijze aanleren. In de speelzaal is een op kind hoogte afgestemde wastafel, dan wel een opstapje. Handen wassen met water en vloeibare zeep, verdeeld over de hele handen, gebeuren vóór: het aanraken of bereiden van voedsel het eten of helpen met eten; voor kinderen worden snoetenpoetsers gebruikt wondverzorging het aanbrengen van zalf of crème na het handen wassen worden de handen goed schoongespoeld, en met een papieren handdoek (of schone handdoek) gedroogd Handen wassen moet water en vloeibare zeep, verdeeld over de hele handen gebeuren na: hoesten, niezen of snuiten na contact met lichaamsvocht zoals speeksel, snot, braaksel, wondvocht, bloed en ontlasting aanraking met pus of wondvocht Handen worden gewassen na het buitenspelen bij zichtbaar vuil, na spelen in de zandbak, na krijten. na het handen wassen worden de handen goed schoongespoeld en met een papieren handdoek (of schone handdoek) gedroogd Het gebruik van snoetenpoetsers: Voor ieder kind wordt een schone snoetenpoetser gebruikt Gebruikte snoetenpoetsers worden direct weggegooid" 6 van 8

7 Praktijksituatie: De beroepskrachten maken de neuzen van de kinderen schoon met een tissue. Vervolgens wassen de beroepskrachten hun handen met vloeibare zeep en worden met een papieren handdoek gedroogd. Kinderen worden geattendeerd op het wassen van de handen met zeep na het toiletgebruik. Buiten wordt nu gebruik gemaakt van een afvalbakje. Daar kunnen de tissues in weggegooid worden tijdens het buitenspelen. De tekortkoming is verholpen, aan de getoetste voorwaarde is voldaan. Gebruikte bronnen: Interview (beroepskrachten) Observaties (praktijk binnenruimte) Protocol overdracht ziektekiemen: citaat toegestuurd door beleidsmedewerker op Overzicht getoetste inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid Het kindercentrum beschikt over een pedagogisch beleidsplan. De houder draagt er zorg voor dat in de dagopvang conform het pedagogisch beleidsplan wordt gehandeld. (art 1.49 lid 1 en 2 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 3 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang) Veiligheid en gezondheid Veiligheids- en gezondheidsbeleid De houder heeft voor elk kindercentrum een beleid dat ertoe leidt dat de veiligheid en gezondheid van de op te vangen kinderen zoveel mogelijk is gewaarborgd. De houder draagt er zorg voor dat er in de dagopvang conform het veiligheids- en gezondheidsbeleid wordt gehandeld. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 4 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang) 7 van 8

8 Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : De Kleine Waal Website : Vestigingsnummer KvK : Aantal kindplaatsen : 16 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Ja * * De inhoud van dit rapport wordt gedeeld met de Inspectie van het Onderwijs. De Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op de kwaliteit van de voorschoolse educatie op de kinderdagverblijven (voorscholen) en kan onder andere op basis van het GGD-rapport besluiten tot een onderzoek. Tevens bekijkt de Inspectie van het Onderwijs of er in de gemeente afspraken zijn gemaakt over de voor- en vroegschoolse educatie. (Artikel 1.63 lid 6 Wet kinderopvang). Gegevens houder Naam houder : Stichting Netwerk Hoorn Adres houder : Achterstraat 2 Postcode en plaats : 1621 GH Hoorn Website : KvK nummer : Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Hollands Noorden Adres : Postbus 9276 Postcode en plaats : 1800 GG Alkmaar Telefoonnummer : Onderzoek uitgevoerd door : Mevrouw K. Bos Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Hoorn Adres : Postbus 603 Postcode en plaats : 1620 AR HOORN NH Planning Datum inspectie : Opstellen concept inspectierapport : Niet van toepassing Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : Verzenden inspectierapport naar houder : Verzenden inspectierapport naar : gemeente Openbaar maken inspectierapport : van 8