ECLI:NL:RBDHA:2014:7653

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ECLI:NL:RBDHA:2014:7653"

Transcriptie

1 1 van :08 ECLI:NL:RBDHA:2014:7653 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C/09/ / KG ZA Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding Inhoudsindicatie Nieuw detentieregime gedeeltelijk in strijd met de wet De kortgedingrechter van de rechtbank Den Haag oordeelt dat het nieuwe detentieregime met minder uren buiten de cel onvoldoende wettelijke basis heeft. Daarom beveelt de kortgedingrechter de Staat om de versobering van het dagprogramma van gedetineerden die hiertegen een kort geding aanspanden gedeeltelijk weer terug te draaien. Dit houdt onder meer in dat zij ten minste 59 uur per week buiten hun cel mogen doorbrengen. Nieuwe regeling Met ingang van 1 maart 2014 heeft de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie de regeling Selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (Spog) gewijzigd. De nieuwe regeling houdt onder meer in dat gedetineerden buiten de uren die zij aan activiteiten mogen besteden (48 dan wel 43 uur per week), in hun cel verblijven. 59 uur buiten hun cel In zijn uitspraak gaat de kortgedingrechter uit van de Penitentiaire beginselenwet. Die wet voorziet in een systeem waarbij gedetineerden in een regime van algehele gemeenschap, in een regime van beperkte gemeenschap of in een individueel veiligheidsregime worden geplaatst. In een regime van algehele gemeenschap verblijven gedetineerden ten minste 59 uur per week buiten hun cel, inclusief de uren die aan activiteiten worden besteed. Uitgangspunt van het systeem is dat gedetineerden die hiervoor geschikt zijn, bijvoorbeeld door hun gedrag, worden geplaatst in een regime van algehele gemeenschap. De kortgedingrechter oordeelt dat de nieuwe regeling feitelijk neerkomt op afschaffing van het regime van algehele gemeenschap. Voor deze ingrijpende wijziging ontbreekt volgens de rechter de vereiste wettelijke basis. Vindplaatsen Rechtspraak.nl Uitspraak Rechtbank DEN HAAG Team Handel - voorzieningenrechter

2 2 van :08 zaak- / rolnummer: C/09/ / KG ZA Vonnis in kort geding van 24 juni 2014 in de zaak van [eiser sub 1 tot en met eiser sub 59] 60. de vereniging Belangen Behartiging Gedetineerden (BBG), gevestigd te Den Bosch, gedaagden, advocaat mr. J.J. Serrarens te Maastricht voor eisers sub 1 tot en met 25 en 49 tot en met 52, mr. H.M.S. Cremers te s-hertogenbosch voor eisers sub 26 tot en met 48 en 53 tot en met 58, mr. A.S. van der Biezen te s-hertogenbosch voor eisers sub 59 en 60, tegen: de publiekrechtelijke rechtspersoon de Staat der Nederlanden (Ministerie van Veiligheid en Justitie), zetelende te Den Haag, gedaagde, advocaat mr. W.B. Gaasbeek te Den Haag. Partijen worden hierna respectievelijk ook wel aangeduid als eisers en de Staat. 1 Het procesverloop Eisers hebben de Staat op 7 mei 2014 doen dagvaarden om op 11 juni 2014 om 11:00 uur te verschijnen ter zitting van de voorzieningenrechter van deze rechtbank. Een week voorafgaand aan de zitting hebben de advocaten ieder afzonderlijk de voorzieningenrechter verzocht om de aanwezigheid te bevorderen van in totaal zeven (gedetineerde) eisers. Na overleg met de parketpolitie heeft de rechtbank aan de advocaten meegedeeld dat om organisatorische redenen maximaal drie gedetineerden konden worden aangevoerd en dat zij uiterlijk om 12:30 uur dienden te worden weggeleid. De advocaten hebben de voorzieningenrechter vervolgens verzocht om de aanwezigheid van eisers sub 2, 54 en 59 te bevorderen. De behandeling van de zaak is op 11 juni 2014 om 11:00 uur aangevangen, in aanwezigheid van eisers sub 2, 54 en 59. Bij aanvang van de behandeling heeft de voorzieningenrechter aan partijen voorgehouden dat de verschenen eisers om 12:30 uur dienden te worden weggeleid. Nadat de advocaten van eisers in eerste termijn tot 12:20 uur hadden gepleit, heeft de voorzieningenrechter eisers zelf aan het woord gelaten. Hierop zijn de eisers weggeleid. Vervolgens is de

3 3 van :08 Staat aangevangen met zijn verweer in de eerste termijn. In de tweede termijn heeft mr. A.S. van der Biezen namens alle eisers verzocht de zaak aan te houden teneinde deze in aanwezigheid van eisers voort te zetten. Hij heeft daartoe aangevoerd dat het beginsel van equality of arms geschonden is, omdat eisers niet aanwezig konden zijn bij het verweer van de Staat. Ter zitting heeft mr. A.S. van der Biezen de vordering ten aanzien van eiseres sub 60 ingetrokken. Vonnis is (nader) bepaald op heden. 2 De feiten Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting van 11 juni 2014 wordt in dit geding van het volgende uitgegaan Eisers (zoals zij resteren na de intrekking van de eis van eiser sub 60) zijn gedetineerd in verschillende penitentiaire inrichtingen in Nederland, waaronder de P.I. Veenhuizen, locatie Norgerhaven. Het merendeel van eisers is voor 1 maart 2014 door de selectiefunctionaris geselecteerd voor een regime van algehele gemeenschap als vermeld in de artikelen 19 en 20 van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw). Het (beveiligings)regime van algehele gemeenschap houdt kort gezegd in dat gedetineerden tussen de uitsluiting in de ochtend en de insluiting voor de nacht, in beginsel, gezamenlijk in woon- en werkruimten verblijven en dat zij gezamenlijk aan activiteiten deelnemen. Naast het regime van algehele gemeenschap bestaat buiten het individuele regime het regime van beperkte gemeenschap, waarin gedetineerden eveneens in de gelegenheid worden gesteld gezamenlijk activiteiten te ondernemen maar voor het overige in hun cel (of in een voor gemeenschappelijk verblijf voorziene ruimte) verblijven. In artikel 3 van de Penitentiaire maatregel (Pm) is ten aanzien van het regime van algehele gemeenschap bepaald dat het in de huisregels van de betreffende inrichting te bepalen dagprogramma minimaal 59 uren per week duurt en dat daarin tussen 18 uren en 63 uren per week aan activiteiten wordt geboden, daaronder begrepen bezoek. Ten aanzien van het regime van beperkte gemeenschap geldt hetzelfde aantal uren aan activiteiten maar is er geen dagprogramma. Vóór de wijziging van de Pm per 15 september 2003 bepaalde de Pm dat het in het regime van algehele gemeenschap het dagprogramma minimaal 78 uren per week duurde, waaronder (eveneens) 48 uren per week aan activiteiten en bezoek In het voorjaar van 2013 heeft de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (hierna de staatssecretaris ) aan de Raad voor de Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (hierna RSJ ) advies aangevraagd over een voorgenomen wijziging van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden. De gewijzigde regeling (hierna Spog ) vloeit voort uit het beleidskader Dagprogramma, beveiliging en toezicht op maat (DBT), dat op zijn beurt een onderdeel vormt van het beleidskader Programma Modernisering Gevangeniswezen. De Spog omvat onder meer de invoering van een systeem van promoveren en degraderen binnen het gevangeniswezen. Dit houdt voor zover hier relevant in dat aan gedetineerden een basisprogramma (met 43 uur activiteiten per week) wordt aangeboden en dat zij bij in de regeling omschreven goed gedrag ( groen gedrag) promoveren naar een zogenoemd plusprogramma (met 48 uur activiteiten per week) met meer vrijheden en dat zij bij slecht gedrag ( rood gedrag) degraderen naar het basisprogramma. In artikel 7 van de Spog is voorts bepaald dat alleen gedetineerden die zijn geplaatst in een beperkt beveiligde of zeer beperkt beveiligde inrichting, in aanmerking komen voor een regime van algehele gemeenschap. In artikel 8 is bepaald dat gedetineerden die zijn gepromoveerd (naar het plusprogramma), worden geplaatst in een regime van beperkte gemeenschap Bij brief van 14 augustus 2013 heeft de RSJ een advies uitgebracht aan de staatssecretaris. In dit advies maakt de RSJ op meer dan één punt bezwaar tegen de invoering van het voorgenomen systeem. Deze bezwaren betreffen onder meer de afschaffing van het systeem van algehele gemeenschap en de versobering van het basisprogramma. Met betrekking tot de afschaffing van het regime van algehele gemeenschap adviseert de RSJ als volgt:

4 4 van :08 Deze verregaande maatregel strookt naar het oordeel van de Raad niet met artikel 19 lid 1 van de Pbw. Daarin is bepaald dat de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel plaatsvindt in een regime van algehele dan wel beperkte gemeenschap, tenzij plaatsing in een individueel regime noodzakelijk is. Anders dan de Staatssecretaris aangeeft in de toelichting, meent de Raad dat de mogelijkheid van plaatsing in algehele dan wel beperkte gemeenschap niet betekent dat één van beide regimes geschrapt kan worden. De Raad acht het wijzigingsvoorstel op dit punt daarom in strijd met de thans geldende Pbw en vindt hiervoor geen goede argumenten in het wijzigingsvoorstel. Bovendien heeft het afschaffen van dit regime grote consequenties voor de uitvoering van het beoogde basis- en plusprogramma Bij brief van 12 november 2013 heeft de staatssecretaris naar aanleiding van voormeld advies het volgende meegedeeld aan de Tweede Kamer: Ten slotte stelt de RSJ de afschaffing van het zogeheten regime van algehele gemeenschap in de gevangenis aan de orde. Volgens de RSJ wordt met de wijzigingsregeling het regime van algehele gemeenschap afgeschaft, hetgeen in strijd is met de Penitentiaire beginselenwet. Dit berust echter op een misverstand. Met de wijziging wordt het regime van algehele gemeenschap niet afgeschaft, maar wordt ervoor gekozen om reguliere gevangenissen aan te wijzen als een inrichting met een regime van beperkte gemeenschap. De wet biedt hiertoe de ruimte in artikel 19, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet: De tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel in een inrichting vindt plaats in algehele dan wel beperkte gemeenschap, tenzij plaatsing in een individueel regime noodzakelijk is. Er is daarmee sprake van een nevenschikkende keuze tussen algehele en beperkte gemeenschap. Daarnaast behelst het derde lid dat de Minister de criteria bepaalt waaraan gedetineerden moeten voldoen om voor plaatsing in de verschillende regimes in aanmerking te komen. Het voornemen om het toepassingsbereik van de algehele gemeenschap te beperken is een logisch gevolg van de invoering van een persoonsgerichte aanpak, waarbij binnen afdelingen een per gedetineerde gedifferentieerd programma moet kunnen worden aangeboden. Dat verhoudt zich niet met een regime van algehele gemeenschap waarin gedetineerden afdelingsgewijs een gelijk aanbod ontvangen. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling van de voorgestelde wijziging om gedetineerden minder activiteiten aan te bieden. Zoals eerder in deze brief vermeld bestaat het basisprogramma uit 43 uur activiteiten per week. Dat komt overeen met het huidige activiteitenprogramma Op 1 maart 2014 is de (gewijzigde) Spog in werking getreden (Stc. 2014, nr. 4617). Met ingang van die datum zijn eisers, althans het merendeel van hen, in het plusprogramma geplaatst Vanaf 1 maart 2014 hebben meerdere gedetineerden bij de beklagcommissies van de inrichtingen waar zij verblijven alsmede (in schorsingsprocedures) bij de (beroepscommissie van de) RSJ bezwaar gemaakt tegen de wijzigingen in hun dag- en weekprogramma Naar aanleiding van een klacht van eiser sub 1, heeft de RSJ bij uitspraak van 17 maart 2014 (14/0733/SGA) geoordeeld dat de invoering van een dagprogramma behorende bij een regime van beperkte gemeenschap dient te worden gestopt. Hiertoe heeft de RSJ overwogen dat de inrichting waar eiser sub 1 verblijft, is aangemerkt als een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap en dat dit regime niet is vervallen verklaard of gewijzigd Eveneens op 17 maart 2014 heeft de staatssecretaris de bestemming van alle penitentiaire inrichtingen die voordien waren aangewezen als inrichtingen met een regime van algehele gemeenschap, behoudens de (zeer) beperkt beveiligde inrichtingen, met terugwerkende kracht tot 1 maart 2014 gewijzigd in inrichtingen met een regime van beperkte gemeenschap Bij beslissing van 19 maart 2014 (14/0814/SGA e.v.) heeft de RSJ 64 gedetineerden niet-ontvankelijk verklaard in de door hen ingediende schorsingsverzoeken. Met betrekking tot het schorsingsverzoek van het nieuwe dagprogramma heeft de RSJ als volgt overwogen: De invoering van een dagprogramma is een voor alle in de inrichting verblijvende gedetineerden geldende algemene regel. Dit is geen beslissing als bedoeld in artikel 60 van de Pbw. Tegen een dergelijke invoering kan enkel beklag worden ingesteld ( ) indien sprake is van strijd met hogere wet-

5 5 van :08 of regelgeving. Nu de afdeling D van de p.i. Leeuwarden ( ) inmiddels is aangewezen als gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap, is er bij dat dagprogramma naar het voorlopig oordeel van de voorzitter geen sprake (meer) van strijd met hogere wet- of regelgeving Op 24 maart 2014 hebben mrs. H.M.S. Cremers en J. Serrarens namens de heer [A] (hierna [A] ) de schorsingskamer van de RSJ verzocht om zijn dagprogramma, dat gebaseerd is op een regime van beperkte gemeenschap, te schorsen. In het schorsingsverzoek (waarbij het overgelegde verzoek kennelijk abusievelijk is gedateerd op 1 mei 2014) schrijven de advocaten dat de regimewijziging ertoe heeft geleid dat het dagprogramma van [A], die op een groene afdeling verblijft, ernstig versoberd is. Daarnaast stellen de advocaten zich op het standpunt dat de algemene plaatsing van [A] in een regime van beperkte gemeenschap in strijd is met artikel 19 Pbw en het in de memorie van toelichting (en in het Handboek Rechtspositie Gedetineerden) vermelde uitgangspunt dat het streven erop gericht is gedetineerden die hiervoor geschikt zijn onder te brengen in een regime van algehele gemeenschap Bij uitspraak van 26 maart 2014 (14/980/SGA) heeft de RSJ het schorsingsverzoek afgewezen. Hiertoe heeft de RSJ het volgende overwogen: In het kader van de beoordeling van onderhavig verzoek komt de voorzitter niet toe aan de vraag of een aanwijzingsbeslissing van een p.i. terugwerkende kracht heeft. Aangezien de voorzitter enkel de tenuitvoerlegging van een beslissing kan schorsen is nu slechts van belang of de inrichting een geldige aanwijzing als inrichting met beperkte gemeenschap heeft. Zulks is het geval. Het verzoek is met name gegrond op de omstandigheid dat verzoeker eerder voorafgaand aan zijn plaatsing in de gevangenis van de p.i. Krimpen aan den IJssel is geselecteerd [voorzieningenrechter: voor] plaatsing in een inrichting met een regime van algehele gemeenschap en dat verzoeker daarom thans in strijd met die selectiebeslissing verblijft in een inrichting van beperkte gemeenschap. Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter moet het bepaalde in artikel 8 van de (thans gewijzigde) Spog worden aangemerkt als een voor alle niet in een (zeer) beperkt beveiligde inrichting of een inrichting met een individueel regime verblijvende gedetineerde geldende éénmalige wijziging van de voor hen geldende selectiebeslissing, in die zin dat zij thans zijn geplaatst in een inrichting met een regime van beperkte gemeenschap. Dat is geen beslissing van de directeur als bedoeld in artikel 60 ( ) Pbw. Verzoeker kan daarom niet worden ontvangen in zijn verzoek Op 21 mei 2014 heeft de beklagcommissie van de P.I. Alphen aan den Rijn uitspraak gedaan op een klaagschrift van de heer [B], die had geklaagd over de vrijheidsbeperkingen op een groene afdeling. De beklagcommissie heeft de klacht ongegrond verklaard. Hiertoe heeft zij voor zover hier relevant als volgt overwogen: Als men deelneemt aan activiteiten, wordt men niet ingesloten. Het aantal uren van het dagprogramma is door de invoering van de nieuwe regeling niet verminderd. Het aantal uren aan activiteiten is evenmin verminderd, nu klager is geplaatst in het plusprogramma. ( ) Naar het oordeel van de voorzitter van de beklagcommissie is geen sprake van strijdigheid van de in de inrichting geldende regels met betrekking tot het dagprogramma met hogere wet- en regelgeving. Dit geldt voor zowel het basisprogramma als het plusprogramma, zoals ingevoerd per 3 maart In een regime van beperkte gemeenschap, zoals in de P.I. Alphen aan den Rijn geldt, worden gedetineerden in de gelegenheid gesteld gemeenschappelijk aan activiteiten deel te nemen. In de uren die een gedetineerde in een regime van beperkte gemeenschap doorbrengt op cel, namelijk op de momenten dat voor hem geen activiteiten zijn gepland, tellen mee voor de duur van het dagprogramma Bij brieven van 26 en 28 februari 2014 hebben mrs. J. Serrarens en H.M.M. Cremers de directie van de P.I. Veenhuizen, locatie Norgerhaven (hierna Norgerhaven ) gesommeerd af te zien van de invoering van nieuwe dagprogramma, omdat dit mede gelet op de brandonveiligheid van de locatie en de verdere gebouwelijke situatie een onrechtmatige daad jegens hun cliënten zou opleveren. Bij brief van 10 maart 2014 heeft de directie van voormelde P.I. aan mr. Serrarens meegedeeld dat zij geen gehoor geeft aan de sommatie. In die brief stelt de directie dat Norgerhaven voldoet aan de daaraan te

6 6 van :08 stellen eisen Bij op 24 april 2014 ondertekend besluit van de (plaatsvervangend) vestigingsdirecteur van Norgerhaven is eiser sub 27 wegens oranje en rood gedrag van het plusprogramma gedegradeerd naar het basisprogramma Bij op 25 april 2014 ondertekend besluit van de (plaatsvervangend) vestigingsdirecteur van de P.I. Alphen aan den Rijn is eiser sub 51 van het basisprogramma gepromoveerd naar het plusprogramma. 3 Het geschil 3.1. Eisers vorderen zakelijk weergegeven de Staat te bevelen het dagprogramma, zoals dat tot 1 maart 2014 voor eisers gold, opnieuw in te voeren en op hen toe te passen, zulks op straffe van een dwangsom en met veroordeling van de Staat in de proceskosten Daartoe stellen eisers het volgende. De toepassing van het plusprogramma, dat in wezen slechts een bezuinigingsmaatregel is, is onrechtmatig. Onder het plusprogramma verblijven eisers, in het optimale geval, elf uur per week meer op cel dan in het voor 1 maart 2014 voor hen geldende dagprogramma het geval was, waarbij eisers ten minste 59 uur per week buiten de cel konden en mochten verblijven. In de nieuwe situatie zijn de bezoektijden verminderd en worden gedetineerden ingesloten indien zij, bijvoorbeeld wegens arbeidsongeschiktheid of in verband met organisatorische redenen, niet (kunnen) deelnemen aan een activiteit. Zo verblijft eiser sub 59 sinds 3 maart 2014 feitelijk 22 uur per week méér op cel dan voorheen. De invoering van de Spog maakt bovendien inbreuk op artikel 19 Pbw, aangezien hiermee het regime van algehele gemeenschap, waarin blijkens de memorie van toelichting zoveel mogelijk gedetineerden behoren te worden geplaatst en waarvoor eisers voor 1 maart 2014 geschikt zijn bevonden, voor eisers feitelijk is afgeschaft. Aldus impliceert de toepassing van het plusprogramma op eisers een verzwaring van hun straf, waarmee bij oplegging van die straf geen rekening is gehouden. Op grond van jurisprudentie van het EHRM (42750/09 Del Río Prada tegen Spanje) kan deze strafverzwaring in strijd zijn met het legaliteitsbeginsel. Daar komt bij dat de uitvoering van de nieuwe programma s per inrichting verschillend zijn, hetgeen leidt tot willekeur en onzekerheid voor eisers. De versobering van het dagprogramma is voorts in strijd met het resocialisatiebeginsel en het algemene uitgangspunt dat gedetineerden zo min mogelijk in hun vrijheid dienen te worden beperkt. Ten slotte levert de invoering van het nieuwe dagprogramma onrust op onder de gedetineerden en de bewaarders, hetgeen niet ten goede komt aan de veiligheid in de inrichtingen. Voor de eisers die op de in de dagvaarding vermelde afdelingen van Norgerhaven verblijven geldt bovendien dat de brandonveiligheid en de verdere gebouwelijke situatie van die afdelingen meebrengen dat het toegenomen verblijf op cel extra bezwaarlijk is. Eisers dienen in hun vordering te worden ontvangen, aangezien hun fundamentele rechten worden geschonden en zij een spoedeisend belang hebben bij opheffing van die schendingen, terwijl eisers, na de bestemmingswijziging met terugwerkende kracht van de P.I. s, door de RSJ niet-ontvankelijk zijn verklaard in de door hen ingediende klachten De Staat voert gemotiveerd verweer, dat voor zover nodig hierna zal worden besproken. 4 De beoordeling van het geschil 4.1. Eisers hebben aan hun vordering ten grondslag gelegd dat de Staat jegens hen onrechtmatig handelt. Daarmee is de bevoegdheid van de burgerlijke rechter in dit geval de voorzieningenrechter in kort

7 7 van :08 geding tot kennisneming van de vordering gegeven Het geschil van partijen betreft de vraag of het dagprogramma zoals dat in de respectieve P.I. s vóór invoering van de Spog per 1 maart 2014 bestond, opnieuw dient te worden ingevoerd. Kern van de bezwaren van eisers is dat zij, ook bij groen gedrag, aanzienlijk meer uren per week op cel verblijven dan voorheen. Volgens eisers is dit (onder meer) onrechtmatig, aangezien zij, althans de meesten van hen, voorheen waren geplaatst in een (inrichting met een) regime van algehele gemeenschap en zij thans zijn geplaatst in het plusprogramma behorend tot een regime van beperkte gemeenschap, waarin eisers substantieel meer uren op cel moeten verblijven Als meest verstrekkende verweer heeft de Staat aangevoerd dat eisers in hun vorderingen niet-ontvankelijk moeten worden verklaard, aangezien voor hen een met voldoende waarborgen omklede rechtsgang voorhanden is bij de RSJ. Hiertegenover hebben eisers betoogd dat zij, althans andere gedetineerden, na de bestemmingswijziging van de inrichtingen in inrichtingen met (uitsluitend) regimes van beperkte gemeenschap, door de RSJ in hun schorsingsverzoeken niet-ontvankelijk zijn verklaard. Daarnaast hebben eisers betoogd dat zij, gelet op de schendingen van hun fundamentele rechten, een spoedeisend belang hebben bij de door hen gevraagde voorziening. Met betrekking tot dit geschilpunt overweegt de voorzieningenrechter als volgt Aangezien het dagprogramma door de penitentiaire inrichting in de huisregels wordt vastgesteld, staat tegen de invoering van het dagprogramma de beklagprocedure in de zin van artikel 60, eerste lid, Pbw open, en vervolgens de mogelijkheid van beroep bij de RSJ. In deze procedures kan worden beoordeeld of de uit de Spog voortvloeiende wijziging van het dagprogramma in strijd is met hogere wet- of regelgeving. Daarnaast kunnen eisers de RSJ op de voet van artikel 66 Pbw verzoeken om hangende de uitspraak op het beroepschrift de tenuitvoerlegging van de beslissing van de beklagcommissie geheel of gedeeltelijk te schorsen. In deze speciale, met voldoende waarborgen omklede, rechtsgang kunnen, in beginsel, alle door eisers tegen de aanpassing van hun dagprogramma naar voren gebrachte bezwaren, gebaseerd op de Pbw, het in het Wetboek van Strafrecht neergelegde legaliteitsbeginsel en het in verdragen neergelegde resocialisatiebeginsel, binnen de in de Pbw vermelde termijnen worden beoordeeld. Hoofdregel is dat het bestaan van deze rechtsgang in beginsel in de weg staat aan de mogelijkheid om dezelfde vragen aan de burgerlijke rechter, ook die in kort geding, voor te leggen. Hierbij verdient aantekening dat in bijzondere gevallen niettemin toegang tot de burgerlijke rechter bestaat. Dit kan het geval zijn als van de betrokken eisers in redelijkheid niet kan worden gevergd dat zij de gespecialiseerde rechtsgang volgen. Dit kan zich voordoen indien die andere rechtsgang in de gegeven omstandigheden hoogst omslachtig of onnodig belastend is, dan wel niet op voldoende korte termijn, gelet ook op het spoedeisende belang dat bij de gewenste voorziening bestaat, voorhanden is Eisers hebben betoogd dat zij, als specifieke groep gedetineerden, kunnen worden ontvangen in hun vordering omdat de RSJ hun bezwaren niet volledig kan toetsen. Eisers hebben hierbij onder meer gewezen op de in 2.11 vermelde uitspraak, waarin de RSJ in een schorsingsprocedure heeft geoordeeld dat de eenmalige uit de Spog voortvloeiende wijziging van het regime in een regime van beperkte gemeenschap geen beslissing is in de zin van artikel 60 Pbw en dat de betreffende klager ([A]) daarom niet ontvankelijk is in zijn schorsingsverzoek. Voorts hebben eisers verwezen naar de in 2.9 vermelde uitspraak, waarin de RSJ eveneens in een schorsingsprocedure de regimewijziging tot uitgangspunt heeft genomen. Daarnaast hebben eisers ter zitting nog andere uitspraken van de RSJ aangehaald, waaronder de uitspraak in de schorsingsprocedure met zaaknummer 14/1189/SGA, waarin eveneens is geoordeeld dat de eerdere selectie van de betreffende klager voor een regime van algehele gemeenschap door de (wijziging van de) Spog is komen te vervallen en gewijzigd in selectie voor plaatsing in een regime van beperkte gemeenschap en dat deze wijziging niet is aan te merken als een beslissing van de directeur als bedoeld in artikel 60 Pbw. Ook in die zaak is de klager niet-ontvankelijk verklaard in het betreffende deel van zijn verzoek. Vervolgens heeft de RSJ geoordeeld dat het aan klager aangeboden dagprogramma voldoet aan de gestelde eisen voor een regime van beperkte gemeenschap. In de door de Staat aangehaalde beklagzaak (vermeld in 2.12) wordt het regime van beperkte gemeenschap als uitgangspunt genomen en vervolgens geoordeeld dat het dagprogramma niet in strijd is met de voor de inrichting (die inmiddels een regime van beperkte gemeenschap heeft) geldende hogere wet- of regelgeving.

8 8 van : Naar het oordeel van de voorzieningenrechter kan uit deze uitspraken worden afgeleid dat de RSJ zich onbevoegd acht om te oordelen over de algemene wijziging van het regime naar een regime van beperkte gemeenschap. Nu het regime van beperkte gemeenschap als uitgangspunt wordt beschouwd en de RSJ onbevoegd is te oordelen over (individuele) selectiebeslissingen, kunnen eisers in dit kort geding in hun vordering worden ontvangen. Aangezien eisers aan hun vordering ten grondslag hebben gelegd dat zij sinds 3 maart 2014 meer uren op cel verblijven dan op grond van hogere wet- of regelgeving is toegestaan, is het voor deze procedure vereiste spoedeisend belang gegeven Tussen partijen staat vast dat eisers behoudens eiser sub 51 vóór 1 maart 2014 waren geselecteerd voor verblijf in een inrichting met een regime van algehele gemeenschap en dat zij behoudens eiser sub 27, die nadien is gedegradeerd naar het basisprogramma met ingang van 1 maart 2014 in het plusprogramma, behorend tot het regime van beperkte gemeenschap, zijn geplaatst De verschillen tussen het regime van algehele gemeenschap en dat van beperkte gemeenschap zijn aanzienlijk. Dit verschil betreft niet zozeer de duur van het (gemeenschappelijke) activiteitenprogramma dat binnen beide regimes binnen dezelfde bandbreedte van 18 à 63 uren per week moet vallen als wel de omstandigheid dat de gedetineerden in een regime van algehele gemeenschap in het totaal, inclusief het aangeboden activiteitenprogramma, 59 uren per week buiten hun cel mogen verblijven. Hierbij geldt dat indien gedetineerden niet deelnemen aan activiteiten, bijvoorbeeld omdat zij arbeidsongeschikt zijn, zij deze uren in beginsel in een gemeenschappelijke ruimte mogen doorbrengen In het thans aangeboden plusprogramma mogen eisers 48 uren per week, namelijk tijdens de aangeboden activiteiten, buiten hun cel verblijven. Buiten de activiteiten om verblijven zij op cel. De overgang van een regime van algehele gemeenschap naar het plusprogramma is daarmee ingrijpend te noemen, aangezien het element van gemeenschappelijkheid, buiten het activiteitenprogramma, is verdwenen en eisers (ten minste) elf uren per week meer op cel verblijven dan voorheen Ter zitting heeft de Staat als verweer aangevoerd dat het door eisers overgelegde dagprogramma van eiser sub 49 nog altijd ruim 59 uur per week beslaat en dat het ook onder het regime van algehele gemeenschap mogelijk was dat gedetineerden die, bijvoorbeeld bij arbeidsongeschiktheid of omdat ze geen bezoek hadden, niet aan de voor hen geprogrammeerde activiteiten deelnamen, konden worden ingesloten in hun cel. Dit verweer moet worden gepasseerd. Hiervoor gelden in hoofdzaak drie redenen. In de eerste plaats hebben eisers onweersproken gesteld dat het om organisatorische redenen onmogelijk is aan alle activiteiten deel te nemen. In de tweede plaats is de mogelijkheid tot verkorting van het dagprogramma inherent aan het plusprogramma en hebben eisers onweersproken gesteld dat de meesten van hen substantieel meer uren per week op cel verblijven dan voorheen. Ten slotte geldt dat de memorie van toelichting bij de Pbw weliswaar vermeldt dat ook in een regime van algehele gemeenschap gedetineerden die niet deelnemen aan een voor hen geprogrammeerde activiteit kunnen worden ingesloten, maar dat deze vorm van insluiting als zij op structurele gronden berust door de RSJ onrechtmatig bevonden is. Uit vaste jurisprudentie van de RSJ volgt immers dat die vorm van insluiting niet strookt met het in artikel 2, vierde lid, Pbw neergelegde beginsel van minimale beperkingen. Eveneens uit jurisprudentie van de RSJ volgt dat in een regime van beperkte gemeenschap gedetineerden die niet deelnemen aan een voor hen geprogrammeerde activiteit, wel kunnen worden ingesloten (RSJ 21 mei 2003, Sancties 2003/44) De regimes van algehele gemeenschap en van beperkte gemeenschap zijn opgenomen in de Pbw en haar voorgangers, de Beginselenwet Gevangeniswezen. In de wetsgeschiedenis is steeds als uitgangspunt genomen dat de veroordeelde gedetineerde zoveel mogelijk, behoudens contraindicaties, in een regime van algehele gemeenschap wordt geplaatst. Dit uitgangspunt was ook als zodanig opgenomen in de vóór 1 maart 2014 geldende Spog Met de invoering van het plusprogramma heeft de staatssecretaris het regime van algehele gemeenschap feitelijk afgeschaft, in ieder geval voor de grote groep gedetineerden die niet verblijven in Westlinge, de enige inrichting waar thans nog, tot aan de reeds geplande sluiting, het regime van algehele gemeenschap geldt. Het argument van de Staat dat het regime van algehele gemeenschap niet (volledig) is afgeschaft en dat na de sluiting van Westlinge mogelijk op grond van een niet

9 9 van :08 geconcretiseerd beleidsvoornemen in andere inrichtingen afdelingen met een regime van algehele gemeenschap worden ingericht, doet aan die afschaffing niet af, aangezien volgens de Spog nog slechts een zeer beperkte groep gedetineerden voor het regime van algehele gemeenschap in aanmerking kan komen Deze afschaffing van het regime van algehele gemeenschap is naar het oordeel van de voorzieningenrechter in strijd met de Pbw en het daaraan ten grondslag liggende uitgangspunt dat de veroordeelde gedetineerde zoveel mogelijk in een regime van algehele gemeenschap wordt geplaatst. De voorzieningenrechter wijst in dit verband ook op het niets aan duidelijkheid te wensen overlatende advies van de RSJ, zoals aangehaald in 2.3. Weliswaar heeft de staatssecretaris (namens de minister) op grond van artikel 19, derde lid, Pbw de bevoegdheid om de criteria te bepalen waaraan de gedetineerden moeten voldoen om voor plaatsing in de regimes in aanmerking te komen, maar deze bevoegdheid gaat niet zo ver dat zij plaatsing in het (meest gunstige) regime van algehele gemeenschap feitelijk onmogelijk kan maken. Indien de staatssecretaris afschaffing van het regime van algehele gemeenschap aangewezen acht, is daarom wijziging van de Pbw, een wet in formele zin, nodig. Zonder deze wijziging is de algemene overplaatsing van gedetineerden van een regime van algehele gemeenschap naar het plusprogramma onrechtmatig Dat betekent dat ten aanzien van eisers, behoudens eiser sub 27 en eventuele andere eisers die ook gedegradeerd zijn naar het basisprogramma, het dagprogramma in overeenstemming moet worden gebracht met de eisen behorend tot een regime van algehele gemeenschap. Dit geldt ook voor de na 1 maart 2014 gepromoveerde eiser sub 51, aangezien verwacht mag worden dat hij na zijn promotie naar het plusprogramma ook geschikt geacht moet worden voor een regime van algehele gemeenschap. Hieruit volgt echter niet noodzakelijkerwijs dat, zoals eisers hebben gevorderd, het oude dagprogramma van vóór 1 maart 2014 opnieuw moet worden ingevoerd Nu de vordering van eisers op grond van voorgaande zal worden toegewezen, behoeft de stelling van eisers dat het plusprogramma in strijd is met het resocialisatiebeginsel, het legaliteitsbeginsel en dat de invoering heeft geleid tot onrust in de inrichtingen hetgeen de Staat overigens gemotiveerd heeft betwist geen beoordeling meer Ten overvloede overweegt de voorzieningenrechter dat de omstandigheid dat eisers al dan niet in Norgerhaven verblijven bij deze beslissing niet van belang is. Op basis van het beperkte, in dit kort geding gevoerde debat kan niet met een voldoende mate van aannemelijkheid worden vastgesteld dat de in de dagvaarding vermelde afdelingen van Norgerhaven niet voldoen aan de daaraan te stellen eisen. Zou dat wel komen vast te staan, dan ligt verbetering van de veiligheid, (tijdelijke) sluiting van de betreffende afdelingen of overplaatsing van de daar geplaatste gedetineerden en dus een daarop gerichte vordering meer voor de hand dan aanpassing van het dagprogramma Aangezien van de Staat mag worden verwacht dat hij gerechtelijke uitspraken nakomt, ziet de voorzieningenrechter voor oplegging van een dwangsom thans geen aanleiding Het voorgaande voert tot de slotsom dat de vordering van eisers op de hierna te vermelden wijze zal worden toegewezen. Gelet op die toewijzing, hebben eisers geen belang meer bij de door hen verzochte aanhouding van de zaak De Staat zal, als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van dit geding. Het principiële karakter van het geschil verdraagt zich niet met de door eisers aangeboden compensatie van kosten. 5 De beslissing De voorzieningenrechter:

10 10 van :08 - veroordeelt de Staat om binnen twee weken na betekening van dit vonnis het dagprogramma van eisers, behoudens dat van eiser sub 27, in overeenstemming te brengen met de eisen gesteld aan een regime van algehele gemeenschap als bedoeld in artikel 20 Pbw; - veroordeelt de Staat in de kosten van dit geding, aan de zijde van eisers tot dusver begroot op 1.956,80, waarvan 1.632,- aan salaris advocaat, 231,- aan griffierecht en 93,80 (inclusief BTW) aan dagvaardingskosten; - veroordeelt de Staat tevens in de nakosten, forfaitair begroot op 131,- aan salaris advocaat; - bepaalt dat, indien niet binnen veertien dagen na heden aan voormelde proceskosten-veroordeling(en) is voldaan, wettelijke rente daarover verschuldigd is; - bepaalt dat, indien en voor zover de Staat niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en het vonnis om die reden door eisers aan de Staat is betekend, de nakosten worden vermeerderd met een bedrag van 68,- aan salaris advocaat, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na voormelde aanschrijving tot de dag van algehele voldoening, en met de explootkosten van de betekening van dit vonnis; - verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad; - wijst af het meer of anders gevorderde. Dit vonnis is gewezen door mr. G.H.I.J. Hage en in het openbaar uitgesproken op 24 juni WJ

ECLI:NL:GHDHA:2014:3961

ECLI:NL:GHDHA:2014:3961 pagina 1 van 7 ECLI:NL:GHDHA:2014:3961 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 16-12-2014 Datum publicatie 16-12-2014 Zaaknummer 200.152.700-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 24 november 2014

betreft: [klager] datum: 24 november 2014 nummer: 14/3363/GA en 14/3392/GA betreft: [klager] datum: 24 november 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van bij

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 2 februari 2015

betreft: [klager] datum: 2 februari 2015 nummer: 14/3322/GA en 14/3394/GA betreft: [klager] datum: 2 februari 2015 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van bij

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2012:BY5249

ECLI:NL:RBSGR:2012:BY5249 ECLI:NL:RBSGR:2012:BY5249 Instantie Datum uitspraak 06-11-2012 Datum publicatie 06-12-2012 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer 430095 - KG ZA 12-1208 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Betreft: [klager] datum: 25 augustus 2015

Betreft: [klager] datum: 25 augustus 2015 Nummer: 15/1573/GB Betreft: [klager] datum: 25 augustus 2015 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLEE:2009:BJ8522

ECLI:NL:RBLEE:2009:BJ8522 ECLI:NL:RBLEE:2009:BJ8522 Instantie Rechtbank Leeuwarden Datum uitspraak 17-09-2009 Datum publicatie 24-09-2009 Zaaknummer 99339 / KG ZA 09-274 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:9296

ECLI:NL:RBDHA:2017:9296 ECLI:NL:RBDHA:2017:9296 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 08-05-2017 Datum publicatie 17-08-2017 Zaaknummer C/09/531370 / KG ZA 17/527 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Verbintenissenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418 ECLI:NL:RBLIM:2017:4418 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 04052017 Datum publicatie 15052017 Zaaknummer C/03/232895 / KG ZA 17112 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie: LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, 225359 Datum uitspraak: 15-02-2012 Datum publicatie: Rechtsgebied: 17-02-2012 Handelszaak Soort procedure: Kort geding Inhoudsindicatie: In deze zaak

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643 ECLI:NL:RBGEL:2017:1643 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 01032017 Datum publicatie 27032017 Zaaknummer 316395 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2005:AT3886

ECLI:NL:RBSGR:2005:AT3886 ECLI:NL:RBSGR:2005:AT3886 Instantie Datum uitspraak 14-04-2005 Datum publicatie 14-04-2005 Zaaknummer KG 05/243 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-gravenhage Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 Instantie Datum uitspraak 21-06-2016 Datum publicatie 24-04-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie - Vindplaatsen Uitspraak Gerechtshof

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 8 september 2014

betreft: [klager] datum: 8 september 2014 nummer: 14/794/GA betreft: [klager] datum: 8 september 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2017:1537

ECLI:NL:RBAMS:2017:1537 ECLI:NL:RBAMS:2017:1537 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 09-03-2017 Datum publicatie 13-03-2017 Zaaknummer KK EXPL 17-174 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2011:BP8136

ECLI:NL:RBSGR:2011:BP8136 ECLI:NL:RBSGR:2011:BP8136 Instantie Datum uitspraak 15-02-2011 Datum publicatie 18-03-2011 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer 385723 / KG ZA 11-78 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303

ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303 ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 14-04-2010 Datum publicatie 15-04-2010 Zaaknummer 198015 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:886

ECLI:NL:RBROT:2017:886 ECLI:NL:RBROT:2017:886 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 19-01-2017 Datum publicatie 03-02-2017 Zaaknummer C/10/518779 / KG ZA 17-53 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758

ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758 ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 12-05-2009 Datum publicatie 12-06-2009 Zaaknummer 156351 - KG ZA 09-197 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2011:BP6133

ECLI:NL:RBARN:2011:BP6133 ECLI:NL:RBARN:2011:BP6133 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 16-02-2011 Datum publicatie 01-03-2011 Zaaknummer 186739 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2014:8414

ECLI:NL:RBNHO:2014:8414 ECLI:NL:RBNHO:2014:8414 Instantie Datum uitspraak 16-06-2014 Datum publicatie 13-11-2014 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 2896454 CV EXPL 14-830 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:3845

ECLI:NL:RBLIM:2017:3845 ECLI:NL:RBLIM:2017:3845 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 26042017 Datum publicatie 27042017 Zaaknummer 5494929 \ CV EXPL 1610633 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Verbintenissenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2010:BM5070

ECLI:NL:RBSGR:2010:BM5070 ECLI:NL:RBSGR:2010:BM5070 Instantie Datum uitspraak 12-05-2010 Datum publicatie 19-05-2010 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer 365458 - KG ZA 10-564 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2014:3241

ECLI:NL:RBOVE:2014:3241 ECLI:NL:RBOVE:2014:3241 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 05062014 Datum publicatie 16062014 Zaaknummer C/08/156166 / KG ZA 14182 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding

Nadere informatie

EJEA ECLI:NL:RBMNE:2016:3152 Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer414169/KG ZA

EJEA ECLI:NL:RBMNE:2016:3152 Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer414169/KG ZA EJEA 16101 ECLI:NL:RBMNE:2016:3152 Rechtbank MiddenNederland Datum uitspraak17062016 Datum publicatie04072016 Zaaknummer414169/KG ZA 16314 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2014:6224

ECLI:NL:RBLIM:2014:6224 ECLI:NL:RBLIM:2014:6224 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 14072014 Datum publicatie 24072014 Zaaknummer C03192295 KG ZA 14318 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:5109

ECLI:NL:RBOVE:2016:5109 ECLI:NL:RBOVE:2016:5109 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 15-11-2016 Datum publicatie 23-12-2016 Zaaknummer 5405642 VV EXPL 16-70 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:1672

ECLI:NL:RBLIM:2017:1672 ECLI:NL:RBLIM:2017:1672 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 22-02-2017 Datum publicatie 23-02-2017 Zaaknummer 04 5561763 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Burgerlijk procesrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:1678

ECLI:NL:RBAMS:2016:1678 ECLI:NL:RBAMS:2016:1678 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 24-03-2016 Datum publicatie 29-03-2016 Zaaknummer KK EXPL 16-200 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Rechtspraak.nl - Print uitspraak

Rechtspraak.nl - Print uitspraak pagina 1 van 6 Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RBNHO:2015:6063 Permanente link: http://deeplink.rechtspraa Instantie Datum uitspraak 29-07-2015 Datum publicatie 26-08-2015 Rechtbank Noord-Holland

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 Instantie Datum uitspraak 15-08-2017 Datum publicatie 16-08-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.216.119_01

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALM:2010:BN8235

ECLI:NL:RBALM:2010:BN8235 ECLI:NL:RBALM:2010:BN8235 Instantie Rechtbank Almelo Datum uitspraak 22-09-2010 Datum publicatie 24-09-2010 Zaaknummer 113824 / KG ZA 10-207 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2006:AY8841

ECLI:NL:RBASS:2006:AY8841 ECLI:NL:RBASS:2006:AY8841 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 25-09-2006 Datum publicatie 26-09-2006 Zaaknummer 58445 - KG ZA 06-182 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 04-10-2010 Datum publicatie 07-10-2010 Zaaknummer 205064 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2014:2411

ECLI:NL:RBOVE:2014:2411 ECLI:NL:RBOVE:2014:2411 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 18-04-2014 Datum publicatie 07-05-2014 Zaaknummer C/08/154383 / KG-ZA 14-130 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:199

ECLI:NL:RBAMS:2016:199 ECLI:NL:RBAMS:2016:199 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 20-01-2016 Datum publicatie 02-02-2016 Zaaknummer C/13/572226 / HA ZA 14-903 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Intellectueel-eigendomsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:2679

ECLI:NL:RBDHA:2017:2679 ECLI:NL:RBDHA:2017:2679 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 17-03-2017 Datum publicatie 21-03-2017 Zaaknummer C/09/525879 / KG ZA 17/111 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Verbintenissenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 06-07-2010 Datum publicatie 23-07-2010 Zaaknummer AWB 10/180, 10/181, 10/508, 10/513, 10/684 en 10/685 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2017:2065

ECLI:NL:RBAMS:2017:2065 ECLI:NL:RBAMS:2017:2065 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 21-03-2017 Datum publicatie 31-03-2017 Zaaknummer KK EXPL 17-154 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2017:2434

ECLI:NL:RBGEL:2017:2434 ECLI:NL:RBGEL:2017:2434 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 07042017 Datum publicatie 02052017 Zaaknummer C/05/315845/KG ZA 1789 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2007:BB1598

ECLI:NL:RBARN:2007:BB1598 ECLI:NL:RBARN:2007:BB1598 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 27-06-2007 Datum publicatie 13-08-2007 Zaaknummer 153406 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding Inhoudsindicatie

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: Vonnis in kort geding van in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BECKERS BENELUX B.V., gevestigd

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:665

ECLI:NL:RBROT:2016:665 ECLI:NL:RBROT:2016:665 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20012016 Datum publicatie 28012016 Zaaknummer C/10/473480 / HA ZA 15333 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2015:1277

ECLI:NL:RBLIM:2015:1277 ECLI:NL:RBLIM:2015:1277 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 17-02-2015 Datum publicatie 19-02-2015 Zaaknummer 3792692 CV EXPL 15-683 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Goederenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2005:AU0239

ECLI:NL:RBROT:2005:AU0239 ECLI:NL:RBROT:2005:AU0239 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 28-07-2005 Datum publicatie 28-07-2005 Zaaknummer 242867/ KG ZA 05-645 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2015:5044

ECLI:NL:RBDHA:2015:5044 ECLI:NL:RBDHA:2015:5044 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 01-05-2015 Datum publicatie 01-05-2015 Zaaknummer C/09/484792 / KG ZA 15/342 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2007:AZ6321

ECLI:NL:RBUTR:2007:AZ6321 ECLI:NL:RBUTR:2007:AZ6321 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 10-01-2007 Datum publicatie 17-01-2007 Zaaknummer 222545 / KG ZA 06-1184 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Pensioenfonds Metaal & Techniek Financieel Collectief

Pensioenfonds Metaal & Techniek Financieel Collectief Pensioenfonds Metaal & Techniek Financieel Collectief DomJur 2010-566 Rechtbank Assen, sector civiel recht Zaak-/rolnummer: 77566 / KG ZA 10-11 Datum: 19-02-2010 Vonnis in kort geding van 19 februari 2010

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2013:4384

ECLI:NL:RBGEL:2013:4384 ECLI:NL:RBGEL:2013:4384 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 28-10-2013 Datum publicatie 08-11-2013 Zaaknummer 2277457 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2014:1265

ECLI:NL:RBOVE:2014:1265 ECLI:NL:RBOVE:2014:1265 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 06-03-2014 Datum publicatie 14-03-2014 Zaaknummer C-08-152106 - KG ZA 14-59 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:3834

ECLI:NL:GHDHA:2014:3834 ECLI:NL:GHDHA:2014:3834 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 28-10-2014 Datum publicatie 27-11-2014 Zaaknummer 200.140.914/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Bij memorie van grieven, met producties, heeft Burger een grief tegen het bestreden vonnis gericht.

Bij memorie van grieven, met producties, heeft Burger een grief tegen het bestreden vonnis gericht. arrest GERECHTSHOF 'S-GRAVENHAGE Sector handel Zaaknummer Rolnummer rechtbank : 370789lKG ZA 10-877 arrest van de vijfde civiele kamer d.d. 22 februari 2011 inzake Paul Burger, kantoorhoudende te Amsterdam,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:3340

ECLI:NL:RBROT:2016:3340 ECLI:NL:RBROT:2016:3340 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20042016 Datum publicatie 03052016 Zaaknummer 4878125 VV EXPL 1612 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMID:2006:AY9168

ECLI:NL:RBMID:2006:AY9168 ECLI:NL:RBMID:2006:AY9168 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 20-09-2006 Datum publicatie 29-09-2006 Zaaknummer 47429 HA ZA 05-170 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Ambtenarenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 23-06-2015 Datum publicatie 04-09-2015 Zaaknummer CV EXPL 14-22777 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMID:2008:BE0039

ECLI:NL:RBMID:2008:BE0039 ECLI:NL:RBMID:2008:BE0039 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 30-07-2008 Datum publicatie 13-08-2008 Zaaknummer 60993/HA ZA 08-23 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2017:2573

ECLI:NL:RBOVE:2017:2573 ECLI:NL:RBOVE:2017:2573 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 23062017 Datum publicatie 26062017 Zaaknummer C/08/201386 / KG ZA 17141 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2014:7598

ECLI:NL:RBLIM:2014:7598 ECLI:NL:RBLIM:2014:7598 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 27-08-2014 Datum publicatie 01-09-2014 Zaaknummer 2998345 CV EXPL 14-4789 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2010:BN5173

ECLI:NL:RBSGR:2010:BN5173 ECLI:NL:RBSGR:2010:BN5173 Instantie Datum uitspraak 25-08-2010 Datum publicatie 27-08-2010 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer 372795 / KG ZA 10-970 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:14105

ECLI:NL:RBDHA:2016:14105 ECLI:NL:RBDHA:2016:14105 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 16-11-2016 Datum publicatie 22-11-2016 Zaaknummer 5139036 RL EXPL 16-16773 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:2309

ECLI:NL:RBLIM:2017:2309 ECLI:NL:RBLIM:2017:2309 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 15032017 Datum publicatie 16032017 Zaaknummer 5377597 cv 169148 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht Burgerlijk

Nadere informatie

Rechtspraak.nl - Print uitspraak

Rechtspraak.nl - Print uitspraak pagina 1 van 6 Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RBAMS:2014:6139 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 13-08-2014 Datum publicatie 19-09-2014 Zaaknummer HA ZA 14-295 Rechtsgebieden Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2013:11284

ECLI:NL:RBZWB:2013:11284 ECLI:NL:RBZWB:2013:11284 Instantie Datum uitspraak 20-11-2013 Datum publicatie 09-09-2014 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer C/12/85770 / HA ZA 12-259 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAA:2016:286

ECLI:NL:OGEAA:2016:286 ECLI:NL:OGEAA:2016:286 Instantie Datum uitspraak 13-04-2016 Datum publicatie 02-05-2016 Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Zaaknummer K.G. 482 van 2016 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2015:7740

ECLI:NL:RBROT:2015:7740 ECLI:NL:RBROT:2015:7740 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 15092015 Datum publicatie 02112015 Zaaknummer C/10/482640 / KG ZA 15882 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2012:BY5052

ECLI:NL:RBAMS:2012:BY5052 ECLI:NL:RBAMS:2012:BY5052 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 28-11-2012 Datum publicatie 05-12-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 528593 / KG ZA 12-1468 HJ/CGvB

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 08-10-2013 Datum publicatie 06-01-2014 Zaaknummer 200.121.491-01 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove...

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove... Rechtspraak.nl Print uitspraak 1 of 5 071215 09:02 Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:RBOVE:2013:1448 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecl Instantie Rechtbank Overijssel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766 ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 19-12-2006 Datum publicatie 02-02-2007 Zaaknummer SBR 06-1767 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd worden.

Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd worden. [Eiseres] [Gedaagde] (Mesologiezwolle.nl) DomJur 2017-1234 Rechtbank Overijssel Zaak-/rolnummer: C/08/192160 / KG ZA 16-321 ECLI:NL:RBOVE:2016:4885 Datum: 12 december 2016 Vonnis in kort geding van 12

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351

ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351 ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 03-05-2007 Datum publicatie 03-05-2007 Zaaknummer 515624 AV EXPL 07-35 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

NMLK Didio DomJur 2013-971. Rechtbank Amsterdam Zaak-/rolnummer: C/13/540039/KG ZA 13-458 SP/PV Datum:21 mei 2013. In de zaak van

NMLK Didio DomJur 2013-971. Rechtbank Amsterdam Zaak-/rolnummer: C/13/540039/KG ZA 13-458 SP/PV Datum:21 mei 2013. In de zaak van NMLK Didio DomJur 2013-971 Rechtbank Amsterdam Zaak-/rolnummer: C/13/540039/KG ZA 13-458 SP/PV Datum:21 mei 2013 In de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid NMLK B.V. h.o.d.n.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMID:2010:BL5606

ECLI:NL:RBMID:2010:BL5606 ECLI:NL:RBMID:2010:BL5606 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 26-01-2010 Datum publicatie 25-02-2010 Zaaknummer 71324 / KG ZA 10-927 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:229

ECLI:NL:RBROT:2016:229 ECLI:NL:RBROT:2016:229 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 06-01-2016 Datum publicatie 07-01-2016 Zaaknummer C/10/475943 / HA ZA 15-510 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

vonnis RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 244269 / KG ZA 12-171 Vonnis in kort geding van 16 april 2012

vonnis RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 244269 / KG ZA 12-171 Vonnis in kort geding van 16 april 2012 vonnis RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 244269 / KG ZA 12-171 Vonnis in kort geding van in de zaak van de vennootschap onder firma VAN HOOF VOF, gevestigd te Asten,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2015:4468

ECLI:NL:RBROT:2015:4468 ECLI:NL:RBROT:2015:4468 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 24-06-2015 Datum publicatie 14-07-2015 Zaaknummer C-10-459512 - HA ZA 14-950 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

King Cuisine [gedaagde] DomJur

King Cuisine [gedaagde] DomJur King Cuisine [gedaagde] DomJur 2014-1088 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaak-/rolnummer: C/02/286367 / KG ZA 14-554 ECLI:NL:RBZWB:2014:7297 Datum: 21 oktober 2014 Vonnis in kort geding van in de zaak van

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2007:BA9024

ECLI:NL:RBSGR:2007:BA9024 ECLI:NL:RBSGR:2007:BA9024 Instantie Datum uitspraak 04-07-2007 Datum publicatie 06-07-2007 Zaaknummer KG 07/518 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-gravenhage Civiel recht

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: 429233 / KG ZA 12-1139

zaaknummer / rolnummer: 429233 / KG ZA 12-1139 vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 429233 / KG ZA 12-1139 Vonnis in kort geding van in de zaak van X, h.o.d.n. PUBLIEC, wonende te Delft, eiseres, advocaat mr. O.R.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2006:AX8776

ECLI:NL:RBHAA:2006:AX8776 ECLI:NL:RBHAA:2006:AX8776 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 15-06-2006 Datum publicatie 16-06-2006 Zaaknummer 124519 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2016:7955 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHARL:2016:7955 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHARL:2016:7955 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 04-10-2016 Datum publicatie 28-10-2016 Zaaknummer 200.177.389 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BS8906

ECLI:NL:RBAMS:2011:BS8906 ECLI:NL:RBAMS:2011:BS8906 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 13-09-2011 Datum publicatie 14-09-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 497590 / KG ZA 11-1292 MvW/JWR

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2010:BN9920

ECLI:NL:RBHAA:2010:BN9920 ECLI:NL:RBHAA:2010:BN9920 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 23-09-2010 Datum publicatie 08-10-2010 Zaaknummer 171924 / KG ZA 10-360 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:4741

ECLI:NL:RBLIM:2017:4741 ECLI:NL:RBLIM:2017:4741 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 24052017 Datum publicatie 29052017 Zaaknummer 04 5426165/CV 169694 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Verbintenissenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 06-02-2017 Zaaknummer 200.174.828/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:8199

ECLI:NL:RBLIM:2017:8199 ECLI:NL:RBLIM:2017:8199 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 16082017 Datum publicatie 23082017 Zaaknummer C/03/239274 / KG ZA 17423 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Verbintenissenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2017:3627

ECLI:NL:RBNHO:2017:3627 ECLI:NL:RBNHO:2017:3627 Instantie Datum uitspraak 04-05-2017 Datum publicatie 08-05-2017 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer C/15/258178 / KG ZA 17-309 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:1301

ECLI:NL:RBLIM:2017:1301 ECLI:NL:RBLIM:2017:1301 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 15022017 Datum publicatie 16022017 Zaaknummer 5299499 cv expl 168008 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Burgerlijk

Nadere informatie

"In naam des Konings!" vonnis. Team kanton en handelsrecht. Zittingsplaats Arnhem. zaaknummer I rolnummer: CI051278117 I KG ZA 15-67

In naam des Konings! vonnis. Team kanton en handelsrecht. Zittingsplaats Arnhem. zaaknummer I rolnummer: CI051278117 I KG ZA 15-67 vonnis "In naam des Konings!" RECHTBANK GELDERLAND Team kanton en handelsrecht Zittingsplaats Arnhem zaaknummer I rolnummer: CI051278117 I KG ZA 15-67 Vonnis in kort geding van in de zaak van de besloten

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:4929

ECLI:NL:RBDHA:2017:4929 ECLI:NL:RBDHA:2017:4929 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 10-05-2017 Datum publicatie 12-05-2017 Zaaknummer C/09/529332 / KG ZA 17-374 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Verbintenissenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2009:BI6799

ECLI:NL:RBUTR:2009:BI6799 ECLI:NL:RBUTR:2009:BI6799 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 03-06-2009 Datum publicatie 05-06-2009 Zaaknummer 256615 / HA ZA 08-21443 juni 2009 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

vonnis in kort geding ex artikel 254 lid 5 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,

vonnis in kort geding ex artikel 254 lid 5 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam, ECLI:NL:RBROT:2016:996 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 10-02-2016 Datum publicatie 10-02-2016 Zaaknummer 4645281 VV EXPL 15-591 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2017:5985

ECLI:NL:RBAMS:2017:5985 ECLI:NL:RBAMS:2017:5985 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 18-08-2017 Datum publicatie 18-08-2017 Zaaknummer CV EXPL 17-2120 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:4885

ECLI:NL:RBDHA:2017:4885 ECLI:NL:RBDHA:2017:4885 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 10052017 Datum publicatie 12052017 Zaaknummer C/09/504538 / HA ZA 16112 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Ondernemingsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-01-2017 Datum publicatie 23-03-2017 Zaaknummer 200.189.286/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:317

ECLI:NL:GHSHE:2017:317 ECLI:NL:GHSHE:2017:317 Instantie Datum uitspraak 31-01-2017 Datum publicatie 02-02-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.172.307_01

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2008:BC1824

ECLI:NL:CRVB:2008:BC1824 ECLI:NL:CRVB:2008:BC1824 Instantie Datum uitspraak 02-01-2008 Datum publicatie 15-01-2008 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 07-319 WW Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2013:18614

ECLI:NL:RBDHA:2013:18614 ECLI:NL:RBDHA:2013:18614 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 24122013 Datum publicatie 13012014 Zaaknummer 2293657 RL EXPL 1325337 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Vonnis in kort geding in de zaak met zaaknummer / rolnummer: 151558 / KG ZA 08-640 van

Vonnis in kort geding in de zaak met zaaknummer / rolnummer: 151558 / KG ZA 08-640 van Gemeente Haarlemmermeer Baan Kleef Aan DomJur 2008-432 Rechtbank Haarlem Zaak-/rolnummer: 151558 / KG ZA 08-640 en 151565 / KG ZA 08-641 Datum: 22 december 2008 Vonnis in kort geding in de zaak met zaaknummer

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDOR:2012:BY4587

ECLI:NL:RBDOR:2012:BY4587 ECLI:NL:RBDOR:2012:BY4587 Instantie Rechtbank Dordrecht Datum uitspraak 29-11-2012 Datum publicatie 29-11-2012 Zaaknummer 100293 / KG ZA 12-183 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie