Examenprogramma Aardrijkskunde Havo

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Examenprogramma Aardrijkskunde Havo"

Transcriptie

1 Ministerie van Onderwijs en Cultuur Nederlandse Antillen Examenprogramma Aardrijkskunde Havo Eindtermen en toelichting februari 2008 Directie Onderwijs, Cultuur en Sport Schouwburgweg Curacao

2 Verantwoording Netherlands Antilles Center for School Improvement Dit product is tot stand gekomen in nauwe samenwerking met SLO en APS International, Nederland. Auteurs: Leo Loozen, Maria Pestana-Gomes, Gianna Erselina, Henk Ankoné Adviezen: Hans de Jong, Dick Elhorst Eindredactie: Henk Ankoné In samenwerking met: Henk Ankoné (vakbegeleiding SLO), Dick Nierop (projectondersteuning APS International) In opdracht: Directie Onderwijs, Sport en Cultuur 2

3 Inhoud Wettelijke toelichting 4 1. Inleiding en verantwoording Verantwoording van de keuze van de domeinen De plaats van aardrijkskunde op het havo Omvang van het programma De uitwerking van de eindtermen Afstemming met andere vakken Aanbevelingen voor implementatie 8 2. Het globale examenprogramma Algemene doelstellingen Examenprogramma: globale eindtermen aardrijkskunde havo Verdeling examenstof over CE en SE Syllabus voor het centraal examen (CE) Handreiking voor het schoolexamen (SE) Specificatie van de eindtermen Suggesties voor toetsing en afsluiting 93 Bijlage 1 Toelichting bij domein A 99 Bijlage 2 Niveauverschil h/v bij onderzoeksopdrachten 115 Bijlage 3 Beoordelen van praktische opdrachten 121 Bijlage 4 Bronnen 127

4 Wettelijke toelichting In de hoofdstukken 2 en 3 van dit document zijn de eindtermen binnen de examenstof weergegeven, zoals die door de Minister op grond van artikel 7 van het Eindexamenbesluit zijn vastgesteld. De andere hoofdstukken geven de verantwoording en achtergrond van het examenprogramma en een nadere omschrijving en/of uitwerking van de eindtermen. Zij vormen daarmee een handreiking voor de docenten en een hulpmiddel voor de samenstellers van de examenopgaven. Ook worden suggesties gedaan ter verbetering van de implementatie.

5 1. Inleiding en verantwoording De herstructurering van de tweede fase per augustus 2007 geeft aanleiding tot aanpassing van de vigerende examenprogramma's. Voor de meeste vakken gaat het om herziening van het programma op enkele onderdelen (ook wel aangeduid als klein onderhoud ) en om het bepalen van de centraal te examineren onderdelen binnen het programma. Voor aardrijkskunde is de operatie echter aanzienlijk ingrijpender. Tegelijk met de aanpassing van de tweede fase worden er nieuwe examenprogramma's op havo en vwo ingevoerd. Door het ontbreken van Antilliaanse leermiddelen voor aardrijkskunde op het niveau van bovenbouw havo-vwo is het onontkoombaar om op ontwikkelingen in Nederland aan te sluiten. Daar zijn per augustus 2007 geheel nieuwe programma's aardrijkskunde ingevoerd. De leermiddelen behorend bij de oude Nederlandse programma, die we deels op de Antillen gebruiken, zullen over enige tijd niet meer beschikbaar zijn. Er zijn ook positieve argumenten om bij de Nederlandse programma's aan te sluiten: de structuur van de nieuwe programma s in Nederland lenen zich goed voor het inpassen van een Antilliaans perspectief. De programma's gaan uit van schaalniveaus: daardoor is het goed mogelijk om de domeinen op het schaalniveau van Europa en Nederland te vervangen door het Caribisch gebied en de Antilliaanse eilanden De domeinen op het mondiale niveau en het domein vaardigheden kunnen we overnemen evenals de bijbehorende leermiddelen. 1.1 Verantwoording van de keuze van de domeinen Vanaf het schooljaar 2007/2008 is er sprake van een aanpassing van de structuur van de bovenbouw havo-vwo nieuwe stijl. Deze wijziging betekent onder meer dat de samenstelling van profielen verandert en de studiebelasting van vakken. Daarnaast is er voor Aardrijkskunde ook sprake van wijzigingen op grond van een veranderende visie op vakinhoud, benaderingswijze en ordening van de leerstof. Kortom: het programma wordt grotendeels vernieuwd. Het nieuwe examenprogramma aardrijkskunde voor havo heeft de volgende structuur: In domein A worden de vaardigheden beschreven: de geografische werkwijzen en geografisch onderzoek. De geografische benadering handelt over het omgaan met geografische informatie, over het stellen van geografische vragen en het hanteren van geografische werkwijzen. Deze vaardigheden komen in alle andere domeinen terug door ze te verweven met inhouden. Het onderzoek wordt betrokken op de eigen regio; in de regel rond een thema (of een combinatie van thema's) dat aansluit bij het domein 'Leefomgeving'. De domeinen 'Wereld' (B) en 'Aarde' (C) bieden het mondiale perspectief met regionale uitwerkingen vanuit respectievelijk het sociaal-geografisch en het fysisch-geografisch oogpunt. Dat vindt een uitwerking in een thema dat een relatie legt tussen 'natuur' en 'samenleving'. In domein D staat één gebied centraal met zijn unieke kenmerken én in het perspectief van 'wereld' en 'aarde'. Het gaat om buurland Venezuela, een land dat een 5

6 gidslandpositie in Latijns Amerika en het Caribisch gebied claimt en een stempel wil drukken op de ontwikkelingen in de regio. Domein E is geschreven vanuit een andere invalshoek: het behandelt ruimtelijke vraagstukken in de leefomgeving van de leerlingen. De schaal waarop de vraagstukken betrekking hebben, zijn het Caribisch gebied en het eigen eiland. Het aardrijkskundig onderzoek heeft ook op de leefomgeving betrekking: dit is het gebied dat de leerlingen uit eigen ervaring kennen en waar ze waarnemingen aan de werkelijkheid kunnen doen. Het oude examenprogramma aardrijkskunde voor havo dateert van ruim 5 jaar geleden. Uit de evaluatie kwam naar voren dat het te weinig aandacht schonk aan regionale geografie. Het proces van globalisering heeft zich in de afgelopen 10 jaar verder doorgezet met gevolgen op alle ruimtelijke niveaus. Het proces kent bovendien verschillende snelheden en gevolgen voor verschillende delen in de wereld. Aardrijkskunde is het vak bij uitstek om daarop zicht te bieden. Het is van belang dat examenprogramma s aansluiten bij de snel veranderende wereld. De onderwerpkeuze voor het nieuwe programma wil meer recht doen aan de ontwikkeling van een integraal wereldbeeld op de verschillende ruimtelijke niveaus. Tegelijk met de inhoudelijke veranderingen gaan er ook ingrijpende veranderingen plaats vinden in de examinering: naast een schoolexamen zal er voor aardrijkskunde nu ook een centraal examen komen. In het nieuwe examenprogramma stellen we voor om in het centraal examen en schoolexamen delen van alle domeinen te toetsen Doordat er vaste onderdelen in het centraal examen getoetst worden is het voor leerlingen duidelijker wat en hoe er getoetst wordt en kunnen zij zich goed op de examens voorbereiden. De subdomeinen met meer generieke stof worden in het centraal examen getoetst, de subdomeinen die zich richten op actuele ontwikkelingen en het eigen eiland worden in het schoolexamen afgesloten. Het nieuwe programma schept de nodige ruimte voor individuele scholen om in te spelen op actuele ontwikkelingen, die in de schoolexamens getoetst worden. Het staat de scholen overigens vrij om de stof voor het centraal examen ook in het schoolexamen te toetsen. Vanwege onderwijskundige en staatkundige motieven is ervoor gekozen om aansluiting te behouden met de examenprogramma s voor aardrijkskunde zoals die in Nederland per augustus 2007 ingevoerd worden. Het Nederlandse programma is uitgangspunt geweest voor de ontwikkelgroep. Door onderdelen die sterk zijn gericht op een Europees/Nederlandse context te vervangen door Caribisch/Antilliaanse onderwerpen, houden we rekening met de specifieke regionale en lokale contexten waarin Antilliaanse leerlingen leven. Het aardrijkskundig begrippenapparaat in de geantillianiseerde domeinen komt in grote lijnen overeen met dat in de Nederlandse programma s, hetgeen bevorderlijk is voor de waarborging van kwaliteit en voor de doorstroming naar het hoger onderwijs in Nederland. Het examenprogramma voor havo bestaat uit zes domeinen (A t/m F). De domeinen A (Vaardigheden), B (Wereld), C (Aarde), D (Gebieden) en F (Oriëntatie op studie en beroep) nemen we integraal over uit Nederland. Domein D en E zijn geantillianiseerd. In domein D komt buurland Venezuela aan de orde. In domein E wordt de leefomgeving op verschillende ruimtelijke niveaus bestudeerd. Dat houdt in dat de geografie van de het Caribisch gebied aan de orde komt. Van daaruit wordt ingezoomd op de Nederlandse Antillen en het eigen eiland. Naast alle veranderingen is er op een aantal punten ook continuïteit: 6

7 het A-domein in het nieuwe programma is vrijwel identiek aan dat van het huidige programma. Er is één toevoeging: er is een aardrijkskundige werkwijze bijgekomen, namelijk onderscheid maken tussen het specifieke en het algemene; het onderzoek in de eigen regio komt ook in het nieuwe programma terug; het is echter aanmerkelijk minder vrijblijvend dan in het huidige programma. Dit onderdeel wordt afgesloten in het schoolexamen. 1.2 De plaats van aardrijkskunde op het havo Op havo is aardrijkskunde vanaf 2007 een keuzevak in de profielen Economie en maatschappij (E&M) en Cultuur en Maatschappij C&M). In het profiel E&M zijn economie en wiskunde A verplicht en kan naast aardrijkskunde gekozen worden uit: management & organisatie, geschiedenis, een moderne vreemde taal of informatica. In het profiel C&M zijn de vakken geschiedenis en een moderne vreemde taal verplicht en kan naast aardrijkskunde gekozen worden uit: een kunstvak, management & organisatie, informatica een extra moderne vreemde taal of economie. Daarnaast kan Aardrijkskunde natuurlijk ook als keuzevak in de vrije ruimte gekozen worden. 1.3 Omvang van het programma Voor aardrijkskunde is op havo in de geherstructureerde tweede fase 320 slu beschikbaar. Dat zijn er 80 meer dan de huidige 240 slu. Naast deze 320 slu zijn er voor het profielwerkstuk 80 slu gereserveerd. Daaraan kan aardrijkskunde ook een bijdrage leveren. Volgens de richtlijnen van het ministerie van DOSC dient ongeveer 60% van het examenprogramma centraal te worden geëxamineerd; de overige 40% valt daarbuiten en dient in het schoolexamen te worden getoetst. Voor de verdeling van de stof over centraal examen (CE) en schoolexamen (SE) zie hieronder. 1.4 De uitwerking van de eindtermen Het programma is uitgewerkt volgens de vakkenstructuur en het aantal studielasturen zoals die gelden vanaf augustus Het nieuwe programma is opgebouwd uit domeinen en subdomeinen. Per subdomein is één globale eindterm geformuleerd. De verdeling van de eindtermen over centraal examen en schoolexamen wordt gemaakt op het niveau van de subdomeinen. Circa zestig procent van het programma wordt getoetst in het CE en het overige deel in het SE. De subdomeinen die op het centraal examen worden getoetst, worden nader gespecificeerd in de CE-syllabus in hoofdstuk 4. De overige subdomeinen, die onder het schoolexamen vallen, kunnen door de school zelf geïnterpreteerd worden; in de voorbeeldmatige uitwerking in hoofdstuk 5 wordt geïllustreerd hoe zo'n interpretatie eruit kan zien. Per subdomein is een specificatie van de leerstof gemaakt en zijn de te hanteren 7

8 begrippen aangegeven. De aangegeven generalisaties en regels, evenals de vermelde geografische werkwijzen, geven richting aan de verdere invulling van de eindterm. De veranderingen in het examenprogramma havo aardrijkskunde per 2007 zijn zo ingrijpend dat er nieuwe leerboeken nodig zijn. 1.5 Afstemming met andere vakken De meest voor de hand liggende vormen van afstemming liggen binnen de profielen waarvan aardrijkskunde deel uit kan maken: E&M en C&M. Aardrijkskunde kenmerkt zich als vak door de manier van kijken (het formele object: de ruimtelijke dimensie) en door het terrein van studie (het materiële object: 'aarde' en 'wereld' op verschillende ruimtelijke schalen). Zowel het formele als het materiële object van het schoolvak bieden aanknopingspunten bij afstemming met vakken als economie, maatschappijleer, filosofie, geschiedenis, biologie, natuurkunde en scheikunde. Vergelijkbare onderwerpen in twee vakken (bijvoorbeeld: internationale economische relaties bij economie en aardrijkskunde) kunnen zowel afgestemd worden door de verschillende manieren van kijken te accentueren, als door materiële afstemming in tijd, accenten, wederzijdse verwijzing en dergelijke. Een ander voorbeeld is de afstemming met een vak als natuurkunde ten aanzien van een onderwerp als klimaatsystemen bij het domein over het systeem aarde. Ook hier kan de afstemming zowel de manier van kijken als de inhoud betreffen. Voor het overige dient de programmatische afstemming te geschieden op schoolniveau. Te denken valt aan omgevingsonderwijs, maar ook aan didactische afstemming. Informatie hierover is te vinden in de handreiking voor het SE aardrijkskunde. 1.6 Aanbevelingen voor implementatie De invoering van nieuwe examenprogramma's aardrijkskunde op havo en vwo heeft op een aantal terreinen verstrekkende gevolgen. Het realiteitsgehalte van de programma s is afhankelijk van de beschikbaarheid van goede leermiddelen en een aantal randvoorwaarden. Veranderingen het terrein van inhoud en vakdidactiek De inhoud van het nieuwe programma is sterk veranderd. Bovendien is de aanpak anders: er is een omslag van een thematische aanpak naar een meer regionaliserende insteek met meer nadruk op onderlinge verbanden op verschillende schaalniveau s. Deze omslag vraagt om een gedegen voorbereiding en om bijscholing van de leerkrachten. De globalisering van de eindtermen geeft de scholen en leraren een grotere vrijheid bij de nadere invulling van het deel dat wordt afgesloten in het schoolexamen. Dat is op zich positief, maar kan ook leiden tot een situatie waarbij iedere school voor zich aan de slag gaat. Gezien het feit dat er voor de specifiek Antilliaanse onderwerpen geen referentiemateriaal elders beschikbaar is, raden we sterk aan om tot samenwerking en uitwisseling te komen op het terrein van scholing, het ontwikkelen van leermaterialen, opdrachten (praktische opdrachten en profielwerkstukken) toetsen, omgevingonderwijs en methodekeuze. 8

9 Dit is de enige manier om de nadelen van de kleinschaligheid te compenseren en de kwaliteit van het onderwijs te garanderen. Aanbevelingen: - zorg voor adequate bijscholing van docenten op inhoudelijk en vakdidactisch terrein; - organiseer samenwerkingsverbanden voor overleg, uitwisseling, ontwikkelwerk en scholing. Leermiddelenontwikkeling Doordat er in het nieuwe programma een aantal domeinen worden overgenomen uit het Nederlandse programma, kunnen we ook de bijbehorende leermiddelen van Nederlandse uitgevers betrekken, het gaat om thematieken op mondiaal niveau waar geen specifieke inhoudelijke aanpassingen van de boeken voor Antilliaanse scholen nodig zijn: die aanpassingen kunnen door de docenten in de didactische sfeer worden gemaakt. Het valt te overwegen om als havo/vwo-scholen op de Antillen in gezamenlijk overleg te kiezen voor één methode aardrijkskunde: op die manier is het mogelijk om aanvullend lesmateriaal goed af te stemmen en onderling uit te wisselen. Daarmee wordt de toch al hoge werklast van docenten enigszins beperkt. Voor de aangepaste domeinen D en E echter zullen specifiek Antilliaanse leermiddelen moeten worden ontwikkeld. Zonder die Antilliaanse lesmaterialen is het in de praktijk onmogelijk om invulling te geven aan een Antilliaans aardrijkskunde programma dat voldoet aan de hedendaagse kwaliteitscriteria. De handleiding bevat uitgebreide lijsten met begrippenlijsten die houvast bieden voor ontwikkelaars en de stof voor het examen specificeren. Het is voor docenten ondoenlijk om naast een zware lestaak op eigen initiatief en in eigen tijd dergelijk lesmateriaal te ontwikkelen. Gezien de zeer beperkte ontwikkelcapaciteit op de Antillen is het zinvol om na te gaan of er externen bij te betrekken zijn. SLO heeft wat verkennende contacten gelegd die kansen bieden. Aanbeveling: - ontwikkel kwalitatief goed les- en leermateriaal voor de specifiek Antilliaanse onderdelen van het programma. Examinering Aangezien we voorstellen enkele domeinen uit het Nederlandse programma integraal over te nemen, is het mogelijk voor die domeinen ook het corresponderende deel van het centraal examen over te nemen. Die opgaven kunnen ook als referentie dienen voor de vorm van de toetsing en kunnen een rol spelen bij kwaliteitscontrole van de eigen examens. Ten aanzien van de specifiek Antilliaanse delen van het examenprogramma is ten aanzien van toetsing bijscholing gewenst, bij voorkeur geïntegreerd in de vakinhoudelijke bijscholing. Het gaat daarbij zowel om de toetsing voor het centraal examen alsook voor het schoolexamen. Aanbevelingen: - neem een deel van het centraal examen over van Nederland; 9

10 - verzorg scholing over toetsing in het centraal examen en het schoolexamen. Aansluiting op de onderbouw De eindtermen voor de basisvorming zijn voor het havo/vwo heel algemeen geformuleerd en bieden onvoldoende richtlijnen voor de vereiste basiskennis aardrijkskunde voor het succesvol volgen van de examenprogramma's aardrijkskunde op havo en vwo. Een nadere specificatie van de aardrijkskundige basiskennis is gewenst met het oog op doorlopende leerlijnen van onderbouw naar bovenbouw. Het probleem is in de praktijk momenteel niet zo dringend omdat de meeste hv-scholen de afzonderlijke vakken aardrijkskunde en geschiedenis aanbieden in de onderbouw. Implementatie van de regelgeving ten aanzien van de basisvorming in de onderbouw h/v kan niet zonder aanvullende regelgeving ten aanzien van basiskennis voor de aansluitende examenvakken. Aanbevelingen: - formuleer tussentermen voor basiskennis aardrijkskunde aan het eind van de basisvorming. Draagvlak Bij de implementatie van het examenprogramma in 2002 waren er geen antilliaanse leerboeken en moest men zich behelpen met Nederlandse aardrijkskunde methoden die vooral uitgingen van de Nederlandse situatie. De thematisch insteek van dat programma maakte het ook moeilijk om de regionale uitwerking voor het Caribisch Gebied en de Nederlandse Antillen tot zijn recht te laten komen. Mede hierdoor is het voornemen om een deel van het programma centraal te toetsen, niet gerealiseerd. De ordening volgens het nieuwe examenprogramma is regionaal en dit leent zich beter om ontbrekende leerstofeenheden in te vullen. Het moet echter wel gebeuren, anders herhaald de geschiedenis zich en dat is funest voor het draagvlak van de vernieuwing. 10

11 2. Het globale examenprogramma 2.1 Algemene doelstellingen Met het examenprogramma aardrijkskunde voor het havo worden de volgende doelen nagestreefd: De kandidaat: 1. herkent en waardeert aardrijkskundige verschijnselen en verscheidenheid en kan daarin ruimtelijke regelmatigheden en ruimtelijke patronen herkennen; 2. ontwikkelt vaardigheden in het verwerven van aardrijkskundige informatie (o.a. door eigen waarnemingen in het veld), het verwerken van de verkregen informatie en het overdragen van resultaten en kan daarbij ICT inzetten; 3. leert begrippen, concepten en theorieën hanteren die in het programma Aardrijkskunde aan de orde komen en die betekenis geven aan de natuurlijke en menselijke verschijnselen die ze bestuderen; 4. begrijpt hoe het natuurlijk milieu en menselijke activiteiten elkaar wederzijds beïnvloeden; 5. verwerft kennis en inzicht in het natuur-ruimtelijk en sociaal-ruimtelijk milieu van de aarde, met name van het Caribisch gebied, de tot het Koninkrijk behorende Antilliaanse eilanden en het eigen eiland; 6. verwerft vaardigheden in het lezen, analyseren en interpreteren van kaarten en andere informatiedragers die in de aardrijkskunde worden gebruikt en kan voorbeelden geven van het gebruik daarvan op het terrein van werk en in vrijetijdsbesteding; 7. is zich bewust van het feit dat hij/zij invloed heeft op het milieu op lokaal, regionaal en mondiaal niveau en kan daarbij duurzaamheid hanteren als norm voor de samenleving en voor zichzelf; 8. onderkent zijn rol en verantwoordelijkheden als burger in een veranderende samenleving en kan bij afwegingen aardrijkskundige kennis en inzichten hanteren; 9. kan het belang aangeven van Aardrijkskunde in zijn/haar alledaagse leven, studie en beroep. 2.2 Examenprogramma aardrijkskunde havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: A: Vaardigheden B: Wereld C: Aarde D: Buurland E: Leefomgeving F: Oriëntatie op studie en beroep 11

12 Het centraal examen Het centraal examen heeft betrekking op de (sub)domeinen A1, B2, C2, D1, E1. Het examenbureau stelt het aantal en de tijdsduur van de zittingen van het centraal examen vast. Het schoolexamen Het schoolexamen heeft betrekking op domein A en ten minste de domeinen en subdomeinen waarop het centraal examen geen betrekking heeft. De examenstof Domein A: Vaardigheden Subdomein A1: Geografische benadering 1. De kandidaat kan de geografische benadering adequaat hanteren: - geografische informatie selecteren, verwerken en weergeven; - geografische vragen herkennen en zelf formuleren; - de geografische werkwijzen toepassen bij het formuleren en beantwoorden van geografische vragen. Subdomein A2: Geografisch onderzoek 2. De kandidaat kan een geografisch onderzoek in de eigen regio opzetten, uitvoeren, presenteren en evalueren: - op basis van een geografische onderzoeksvraag en een gestructureerd plan van aanpak; - met gebruikmaking van de geografische werkwijzen en in elk geval zelf verzamelde primaire data; - aansluitend op onderdelen van het examenprogramma, met name de domeinen B, C en E. Domein B: Wereld Subdomein B1: Gebieden op de grens van arm en rijk 3. De kandidaat kan de situatie in een nader aan te wijzen gebied waar een of meer rijke landen en een of meer arme landen aan elkaar grenzen, beschrijven en analyseren. Het betreft: - economische, demografische en sociaal-culturele gebiedskenmerken en de relaties daartussen; - de (grensoverschrijdende) relaties tussen beide soorten landen en de gunstige en ongunstige effecten daarvan. Subdomein B2: Samenhangen en verschillen in de wereld 4. De kandidaat kan ten aanzien van samenhangen en verschillen in de wereld: - mondiale spreidings- en relatiepatronen van economische, demografische en sociaal-culturele verschijnselen beschrijven en in hoofdlijnen verklaren; - het proces van mondialisering beschrijven, herkennen en in hoofdlijnen verklaren. Subdomein B3: Mondiale processen en lokale effecten 5. De kandidaat kan aan de hand van een voorbeeld aangeven en beoordelen hoe mondialisering uitwerkt in een lokale context. Hij betrekt hierbij: - sociaal- en fysisch-geografische aspecten; - actoren in de lokale context. 12

13 Domein C: Aarde Subdomein C1: Samenhangen en verschillen op regionaal niveau 6. De kandidaat kan voor een nader aan te wijzen fysisch-geografische regio: - spreidingspatronen van natuurlijke en landschappelijke verschijnselen beschrijven; - relaties leggen tussen natuurlijke processen en landschappelijke verschijnselen. Subdomein C2: Samenhangen en verschillen op aarde 7. De kandidaat kan met betrekking tot samenhangen en verschillen op aarde: - natuurlijke verschijnselen aan het aardoppervlak en in de atmosfeer beschrijven, herkennen en verklaren, rekening houdend met verschillende tijd- en ruimteschalen; - de kenmerken van de landschapszones op aarde en de veranderingen hierin beschrijven, analyseren en aan elkaar relateren. Subdomein C3: De aarde als natuurlijk systeem en lokale effecten 8. De kandidaat kan aan de hand van een voorbeeld aangeven en beoordelen hoe mondiale natuurruimtelijke processen uitwerken in een lokale context. Hij betrekt hierbij: - fysisch- en sociaal-geografische aspecten; - actoren in de lokale context. Domein D: Buurland Subdomein D1: Gebiedskenmerken 9. De kandidaat kan een samenhangend geografisch beeld van een nader aan te wijzen buurland beschrijven en analyseren. Het betreft: - sociaal-geografische en fysisch-geografische kenmerken van en samenhangen in het betreffende buurland; - de sociaal-economische positie van het betreffende buurland in de macroregio én in de wereld. Subdomein D2: Actuele vraagstukken 10. De kandidaat kan actuele vraagstukken betreffende het in D1 genoemde buurland beschrijven en analyseren. Het betreft: - de (groot)stedelijke problematiek; - grondstoffen en gronstoffenbeheer (natural resources & resource management); - agrarisch grondgebruik en conflicten rond toegang tot land. Domein E: Leefomgeving Subdomein E1: Caribisch gebied 11. De kandidaat kan een samenhangend geografisch beeld van het Caribisch gebied beschrijven en analyseren en een beargumenteerde mening geven over maatschappelijke- en milieuvraagstukken in die regio. Het betreft: - de afbakening van de regio, gebruikmakend van combinaties van relevante kenmerken; - sociaal-geografische en fysisch-geografische kenmerken van en samenhangen in deze regio; - interne en externe relaties, met speciale aandacht voor de positie van de bij het Koninkrijk der Nederland behorende eilanden binnen de regio; - een beargumenteerde mening over (geo)politieke, sociaal-economische, culturele en milieuvraagstukken. Hij betrekt hierbij aspecten van duurzame ontwikkeling en globalisering; 13

14 - een vergelijking tussen twee landen in het Caribisch gebied op grond van landschap en milieu. Hij betrekt hierbij aspecten van duurzame ontwikkeling en globalisering. Subdomein E2: Het eigen eiland 12. De kandidaat kan een samenhangend geografisch beeld van het eigen eiland beschrijven en analyseren en een beargumenteerde mening geven over maatschappelijke- en milieuvraagstukken op het eiland. Het betreft: - sociaal-geografische en fysisch-geografische kenmerken van en samenhangen op het eiland; - interne en externe relaties, met speciale aandacht voor de relatie met de andere delen van het Koninkrijk der Nederlanden; - (geo)politieke, sociaal-economische, culturele en milieuvraagstukken op het eigen eiland. Hij betrekt hierbij aspecten van duurzame ontwikkeling en plannen voor de ruimtelijke inrichting; - een aardrijkskundig onderzoek met gebruikmaking van de vaardigheden in subdomein A2. Domein F: Oriëntatie op studie en beroep 13. De kandidaat kan informatie inwinnen over vervolgopleidingen waarin aardrijkskunde een rol speelt en nagaan in hoeverre hij capaciteiten en interesses bezit die daarop aansluiten. 14

15 3. Verdeling examenstof havo over het CE en SE Op advies van de ontwikkelgroep heeft de Directie OS&C besloten om een vast deel van het examenprogramma in een centraal schriftelijk eindexamen te toetsen en het overige deel in het schoolexamen. We gaan daarbij uit van een verdeling van 60 % van het programma voor het CE en 40 % voor het SE, zoals die voor de meeste andere vakken ook geldt. De verdeling over CE en SE is gemaakt op het niveau van de subdomeinen: in elk domein is het subdomein met de meer generieke stof aangewezen voor toetsing in het centraal examen. Die subdomeinen zijn ook omvangrijker dan de subdomeinen in het SE en beslaan tezamen ongeveer 60 % van het examenprogramma. Zestig procent van het examenprogramma wordt centraal geëxamineerd, veertig procent valt buiten het centrale examen en wordt alleen in het schoolexamen getoetst. Het centraal te examineren deel beslaat een studielast van ongeveer 200 van de totaal voor aardrijkskunde op vwo beschikbare 320 slu. We sluiten ons met deze verhouding aan bij de verdeling zoals die geldt voor de meeste examenprogramma's in de tweede fase. Deze verhouding zegt overigens niets over de bepaling van het eindcijfer: die is (evenals bij andere vakken) 50:50. Tabel 1: Toedeling van de examenstof aardrijkskunde havo aan centraal examen en schoolexamen A. Vaardigheden Centraal examen - subdomein A1: Geografische benadering - subdomein A2: Geografisch onderzoek B. Wereld - subdomein B1: Gebieden op de grens van arm en rijk - subdomein B2: Samenhangen en verschillen in de wereld - subdomein B3: Mondiale processen en lokale effecten C. Aarde - subdomein C1: Samenhangen en verschillen op regionaal niveau - subdomein C2: Samenhangen en verschillen op aarde - subdomein C3: De aarde als natuurlijk systeem en lokale effecten D. Buurland - subdomein D1: Gebiedskenmerken - subdomein D2: Actuele vraagstukken E. Leefomgeving - subdomein E1: Caribisch gebied - subdomein E2: Het eigen eiland moet worden getoetst mag worden getoetst Schoolexamen Het schoolexamen heeft betrekking op domein A en ten minste die subdomeinen die niet in het CE worden getoetst. 15

16 4. Syllabus voor het centraal examen (CE) De onderstaande specificaties van de eindtermen voor het centraal examen (CE) bevatten de volgende elementen: - per eindterm een nadere stofaanduiding; - een uitwerking daarvan in toetstermen (met een inhouds- en een gedragscomponent ofwel een aanduiding van wat de kandidaat moet kennen en kunnen); - een lijst van bijbehorende relevante begrippen; - richtingbepalende generalisaties of regels, soms ook een focus of kijkrichting; - relevante geografische werkwijze(n). In het CE worden getoetst: subdomeinen: B2, C2, D1en E1, steeds in combinatie met vaardigheden uit domein A 16

17 Domein A: Vaardigheden Subdomein A1: Geografische benadering 1. De kandidaat kan de geografische benadering adequaat hanteren. Hij kan in dit verband: a. geografische informatie selecteren, verwerken en weergeven; b. geografische vragen herkennen en zelf formuleren; c. de geografische werkwijzen toepassen bij het formuleren en beantwoorden van geografische vragen. 1a. De kandidaat kan geografische informatie selecteren, verwerken en weergeven Het betreft: 1a.1 kaarten selecteren, lezen, analyseren, interpreteren en produceren bij het beantwoorden van geografische vragen In dit verband kan hij: Relevante kaarten selecteren, o.a. uit de atlas, op grond van de informatiewaarde van kaarten. Verschijnselen op kaarten van verschillende typen identificeren, classificeren en relateren. Verschijnselen op kaarten van verschillende typen verklaren. Specificatie: Bij het proces van kaartselectie betrekt hij: projectie, schaal, symbolen, vertekening, vereenvoudiging, weglating en overdrijving. Tijdens het examen mag de kandidaat een door het examenbureau toegestane atlas gebruiken. Het gaat om het lezen en analyseren van verschillende soorten en typen kaarten. De kaartsoorten zijn: topografische en overzichtskaarten, oriëntatiekaarten en thematische kaarten. De kaarttypen zijn: chorochromatische of mozaïekkaart; stippenkaart; choropleet; isolijnen- of isopletenkaart; anamorfosekaart; cartogram of diagramkaart; stroomdiagramkaart. 1 Bij kaartinterpretatie gaat het om het leggen van verbanden tussen elementen op een (of meerdere) kaart(en) en het verklaren daarvan. 1 Conform de indeling in kaarttypen in de Grote Bosatlas, editie 52, p. 11. In het centraal examen wordt uitsluitend het gebruik van de verschillende kaarttypen en soorten getoetst. Er wordt niet naar eigenschappen en benamingen van de kaarten gevraagd. 17

18 Geografische informatie verwerken tot een kaart. Bij kaartproductie zijn de volgende variabelen van belang: kaartsoort, kaarttype en cartografische vormgeving (vorm, richting, kleur, grootte, grijswaarden). Eenvoudige software hanteren bij het produceren van een kaart 2. 1a 2. beelden die verkregen zijn via aardobservatietechnieken selecteren, analyseren, combineren, bewerken en interpreteren bij het beantwoorden van geografische vragen In dit verband kan hij: Verschillende typen remote-sensing beelden beschrijven en als informatiebron benutten. Eenvoudige software hanteren voor het combineren en bewerken van remote-sensing beelden 3. Specificatie: Het gaat om het onderscheid tussen true-colour beelden en false-colour beelden. Het gaat hier om het classificeren en bemonsteren van satellietbeelden met als doel het produceren van een kaart. 1a 3. informatie in teksten, beelden en cijfers hanteren bij het beantwoorden van geografische vragen 4 In dit verband kan hij: Relevante informatie selecteren, analyseren, interpreteren en produceren bij gegeven geografische vragen. Specificatie: Het gaat om informatie in teksten, beelden en cijfers (en combinaties daarvan) in (vak)literatuur en (massa)media. Denk aan: video, film, (interactieve) animaties 5, (lucht)foto's, tabellen, grafieken, diagrammen en cartoons. 2 Alleen wanneer het examen als COMPEX-examen wordt afgenomen. In dat geval bepaalt het examenbureau de programmatuur. Voor een voorbeeld van dergelijke programmatuur, zie de CD-ROM bij de Grote Bosatlas, editie Alleen wanneer het examen als COMPEX-examen wordt afgenomen. In dat geval bepaalt het examenbureau de programmatuur. Voor een voorbeeld van dergelijke programmatuur, zie de CD-ROM bij de Grote Bosatlas, editie De waarneembare werkelijkheid als informatiebron (veldwerk) is alleen van belang in het schoolexamen. 5 Video, film, interactieve animaties kunnen gebruikt worden in een COMPEX-examen. In dat geval bepaalt het examenbureau de te gebruiken programmatuur. 18

19 1b. De kandidaat kan geografische vragen herkennen, formuleren en beantwoorden Het betreft: 1b. geografische vragen herkennen, formuleren en beantwoorden In dit verband kan hij: Specificatie: 1. Aangeven waarover geografische vragen gaan. Geografische vragen zijn vragen over: verschillen tussen verschijnselen op aarde plus de relaties daartussen en verschillen binnen gebieden en tussen gebieden plus relaties binnen en tussen gebieden (kennis over het aardrijk) de manier waarop geografische kennis wordt verworven en weergegeven (aardrijkskundige kennisverwerving of werkwijzen) ruimtelijke vraagstukken waarvoor mensen, die in een specifiek gebied leven, zich geplaatst zien (toepassing van kennis en werkwijzen). 2. De volgende typen geografisch vragen herkennen en formuleren: beschrijvende vragen Een geografische beschrijving bestaat minimaal uit: kenmerken van en relaties tussen verschijnselen ruimtelijke/ regionale context van verschijnselen. verklarende vragen Een geografische verklaring bestaat minimaal uit: een oorzaak een gevolg een verklarend principe bijzondere ruimtelijke / regionale omstandigheden. voorspellende vragen Een geografische voorspelling bestaat minimaal uit: een verschijnsel een verwachting een voorspellend principe; (vergelijkbaar met een verklarend principe) een verwijzing naar ruimtelijke / regionale omstandigheden. 19

20 waarderende vragen Een waardering bestaat uit: een situatiebeschrijving een oordeel een norm waarop het oordeel is gebaseerd evt. een achterliggende waarde die de norm rechtvaardigt evt. een voorbehoud t.a.v. de geldigheid van het oordeel. vragen gericht op het maken van keuzes en het oplossen van problemen Een geografische probleemoplossing bestaat uit: een geografische probleemanalyse gebaseerd op gegevens evt. enkele scenario's waartussen gekozen kan worden criteria, positieve en negatieve, waaraan een oplossing moet voldoen de gekozen oplossing met argumenten die verwijzen naar criteria het prioriteren van criteria op grond van achterliggende waarden evt. voorbehoud t.a.v. de oplossing (wat betreft effectiviteit en neveneffecten). 1c. De kandidaat kan de geografische werkwijzen toepassen bij het formuleren en beantwoorden van geografische vragen Het betreft: 1c. geografische werkwijzen toepassen bij het formuleren en beantwoorden van geografische vragen In dat verband kan hij: Specificatie: Geografische werkwijzen worden gebruikt om geografische vragen te stellen en te beantwoorden. Hieronder wordt bij elke geografische werkwijze aangegeven wat de functie ervan is en op welke denkvaardigheden een beroep wordt gedaan. Daarbij gaat het steeds om twee denkvaardigheden: het maken van onderscheid en het opsporen van samenhangen. De kandidaat moeten de geografische werkwijzen kunnen gebruiken en weten wanneer en waarom bepaalde geografische werkwijzen gebruikt moeten worden. 20

21 1. Verschijnselen en gebieden vergelijken in ruimte en tijd. ad 1. Het vergelijken van verschijnselen en gebieden in ruimte en tijd. Het gaat daarbij om het maken van vergelijkingen door het aangeven van overeenkomsten en verschillen tussen gebieden en tussen verschijnselen. Het vergelijken van gebieden en verschijnselen wordt gedaan om categorieën te vormen. De denkvaardigheid die daarbij wordt gehanteerd is: het onderscheiden van overeenkomsten en verschillen. 2. Relaties leggen binnen een gebied en tussen gebieden. ad 2. Bij het leggen van relaties gaat het om het aangeven van samenhangen tussen verschijnselen binnen een gebied (verticaal), met name tussen natuur en samenleving en tussen ruimtelijke structuur en gedrag, en om het aangeven van samenhangen tussen gebieden (horizontaal). Relaties worden gelegd om een samenhangend geografisch (wereld)beeld op te bouwen. De betreffende denkvaardigheid is: verbanden opsporen tussen gebieden (horizontale relaties) en tussen verschijnselen binnen gebieden (verticale relaties). 3. Verschijnselen en gebieden vanuit verschillende dimensies beschrijven en analyseren (natuur, economie, politiek, cultuur). 4. Verschijnselen en gebieden in hun geografische context plaatsen. ad 3. Het beschrijven en analyseren van verschijnselen en gebieden vanuit verschillende dimensies wordt gebruikt om een kritische beschouwing te geven. De denkvaardigheid is: verschillende aspecten aan een verschijnsel of gebied onderscheiden (natuur, economie, politiek, natuur) en de samenhangen daartussen op sporen. ad 4. Verschijnselen in hun geografische context plaatsen doe je door van verschijnselen en gebieden aan te geven uit welke delen ze bestaan en tot welke grotere gehelen ze behoren (wisselen van analyseniveau). De betreffende denkvaardigheden zijn: de structuur van een gebied beter begrijpen door een onderscheid maken tussen deelgebieden van een groter gebied (indelen) en samenhangen opsporen als nagegaan wordt tot welk groter geheel een gebied behoort (toedelen). 21

22 5. Verschijnselen en gebieden op verschillende ruimtelijke schalen beschrijven en analyseren. 6. Verschijnselen en gebieden beschrijven en analyseren door relaties te leggen tussen het bijzondere en het algemene. ad 5. Het op verschillende schaal beschrijven en analyseren van verschijnselen en gebieden (veranderen van ruimtelijke schaal). Veranderen van ruimtelijke schaal wordt gebruikt om globale geografische beelden te detailleren (concretiseren) en om van gedetailleerde geografische beelden de essentie weer te geven (abstraheren). De betreffende denkvaardigheid is: een onderscheid maken tussen globale en gedetailleerde ruimtelijke patronen. ad 6. Verschijnselen en gebieden beschrijven en analyseren door het bijzondere en algemene te onderscheiden en relaties daartussen te leggen (inductief en deductief redeneren), doen we om te zien hoe algemene processen een specifieke vorm krijgen afhankelijk van het land of de regio waarin zij zich afspelen. De denkvaardigheid is: het algemene en bijzondere van een verschijnsel of gebied onderscheiden en de samenhangen daartussen opsporen. 22

23 Domein B: Wereld Subdomein B2: Samenhangen en verschillen in de wereld 4. De kandidaat kan ten aanzien van samenhangen en verschillen in de wereld: a. mondiale spreidings- en relatiepatronen van economische, demografische en sociaal-culturele verschijnselen beschrijven en in hoofdlijnen verklaren; b. het proces van mondialisering beschrijven, herkennen en in hoofdlijnen verklaren. 4a. Mondiale spreidings- en relatiepatronen van economische, demografische en sociaal-culturele verschijnselen beschrijven en in hoofdlijnen verklaren Het betreft: 4a 1. indicatoren voor het vergelijken van landen op economisch, demografisch en sociaal-cultureel terrein In dit verband kan hij: Begrippen Generalisaties / regels / focus Relevante werkwijzen Economische, demografische en sociaal-culturele indicatoren voor het vergelijken van landen benoemen en de beperkingen aangeven van gemiddelde nationale waarden voor die indicatoren. 6 Economisch: - bruto nationaal product - (gemiddeld) inkomen - koopkracht - beroepsbevolking Demografisch: - bevolkingsspreiding - bevolkingsdichtheid - bevolkingsgroei - leeftijdsopbouw Sociaal-cultureel: - analfabetisme - taal - godsdienst Regionale verschillen Sociale verschillen Indicatoren op nationale schaal verhullen ruimtelijke en sociale verschillen. Bevolkingsspreiding en bevolkingsdichtheid worden mede bepaald door de natuurlijke mogelijkheden van een gebied. Verschijnselen (economisch, demografisch, sociaal-cultureel) op verschillende ruimtelijke schalen beschrijven. 6 De indicatoren zijn ontleend aan de Grote Bosatalas, editie 53 23

24 4a 2. mondiale spreidingspatronen voor de in 4a 1 genoemde indicatoren en hun dynamiek 7 In dit verband kan hij: Begrippen Generalisaties / regels / focus Relevante werkwijzen Mondiale economische, demografische en sociaal-culturele spreidingspatronen, alsmede de meest opvallende veranderingen hierin sedert 1980, beschrijven en in hoofdlijnen verklaren. Economisch: - centrum-periferie model - centrum - semiperiferie - periferie - internationale arbeidsverdeling - global shift Het mondiale centrumperiferiepatroon hangt samen met de erfenis van het koloniale verleden. Het mondiale centrumperiferiepatroon verandert omdat de internationale arbeidsverdeling verandert. Landen voor een aantal kenmerken in een mondiale context plaatsen. Leggen van verbanden tussen ruimtelijke verschijnselen op het mondiale schaalniveau. Demografisch: - demografische transitie - groene druk - grijze druk Sociaal-cultureel: - cultuurgebied - kolonialisme - fundamentalisme Diffusie Transitielanden Netwerksamenleving 7 Het gaat bij deze eindterm om het verankeren en verdiepen van een mentale kaart van de wereld en om het kritisch leren beschouwen en onderling relateren van wereldkaarten. In dit verband wordt ook verwacht dat de leerling de basale topografische kennis van de wereld beheerst. Het betreft tenminste de lijst van 300 topografische namen die ook voor het basisonderwijs als richtsnoer geldt. 24

25 4a 3. mondiale relatiepatronen van handel, investeringen en migratie In dit verband kan hij: Begrippen Generalisaties / regels / focus Relevante werkwijzen Mondiale relatiepatronen van handel, investeringen en migratie beschrijven en in hoofdlijnen verklaren. Triade Vrijhandel Transporttechnologie Ruilvoet Multinationale onderneming Productieketen Communicatietechnologie Pushfactoren Het merendeel van de internationale handels- en investeringsstromen voltrekt zich binnen en tussen de drie kerngebieden van de triade. Theorie van Ullman. Relaties leggen tussen de kenmerken van gebieden en hun positie in mondiale netwerken. Pullfacto ren Transnationale identiteit 25

26 4b. Het proces van mondialisering beschrijven, herkennen en in hoofdlijnen verklaren Het betreft: 4b 1. economische en sociaal-culturele mondialisering In dit verband kan hij: Begrippen Generalisaties / regels / focus Relevante werkwijzen Het proces van mondialisering, in economisch en sociaal-cultureel opzicht, beschrijven en verklaren. Mondialisering Globalisering Tijd-ruimtecompressie Diffusie Eenwording Verbrokkeling Netwerksamenleving Fast world Slow world Internationalisering Wereldeconomie Kapitaalstromen Multinationale onderneming Wereldstad Cluster Polarisatie Amerikanisering Lingua franca Regionale identiteit Globalisering leidt zowel tot eenwording als verbrokkeling, zowel in economische zin als in sociaal-culturele zin. Talen en godsdiensten kunnen vanuit gebieden van oorsprong verspreid zijn geraakt (diffusie) door kolonialisme of door migratie. Het verschijnsel globalisering vanuit verschillende dimensies (economisch en sociaal-cultureel) beschrijven en verklaren. Specifieke ruimtelijke verschijnselen koppelen aan het algemene proces van globalisering. 26

27 4b 2. een centrum-land en een (semi-)perifeer land in mondiaal perspectief In dit verband kan hij: Begrippen Generalisaties / regels / focus Relevante werkwijzen Voor Groot-Brittannië en India de positie in mondiale patronen (4a 2, 4a 3) en de effecten van globalisering (4b 1) herkennen en verklaren. Koloniaal moederland Kolonie Industrialisatie Dé-industrialisatie Zakelijke dienstverlening Regionale ongelijkheid Sociale ongelijkheid Fragmentarische modernisering Wereldstad Megastad In het algemeen nemen onder invloed van globalisering de sociale en ruimtelijke verschillen binnen landen toe. Vergelijken van gebieden (Groot- Brittannië en India). Relaties leggen tussen globalisering als algemeen proces en specifieke gebiedskenmerken (Groot-Brittannië en India). 27

28 Domein C: Aarde Subdomein C2: Samenhangen en verschillen op aarde 7. De kandidaat kan met betrekking tot samenhangen en verschillen op aarde: a. natuurlijke verschijnselen aan het aardoppervlak en in de atmosfeer beschrijven, herkennen en verklaren, rekening houdend met verschillende tijd- en ruimteschalen; b. de kenmerken van de landschapszones op aarde en de veranderingen hierin beschrijven, analyseren en aan elkaar relateren. 28

29 7a. Natuurlijke verschijnselen aan het aardoppervlak en in de atmosfeer beschrijven, herkennen en verklaren, rekening houdend met verschillende tijd- en ruimteschalen Het betreft: 7a 1. de betekenis van endogene krachten voor de vorming van reliëf 29

30 In dit verband kan hij: Begrippen Generalisaties / regels / focus Relevante werkwijzen De endogene processen die samenhangen met de platentektoniek beschrijven en verklaren. Het betreft vulkanisme, aardbevingen en gebergtevorming. Platentektoniek is een systeem van interacties tussen delen van de aardkorst. De beweging en de interactie worden veroorzaakt door de interne hitte van de aarde. Het actualiteitsbeginsel. Natuurlijk systeem Platentektoniek: - (mid)oceanische rug - subductie - diepzeetrog - lithosfeer 8 - plaatgrenzen: - convergent - divergent - transform - convectiestromen Eruptietypen: - explosief - effusief Vulkaanvormen: - stratovulkaan, - schildvulkaan - spleeteruptie Aardbeving - de schaal van Richter Tsunami Gebergtevorming: - breukgebergten - horsten en slenken - plooiingsgebergten Geologische tijdschaal 9 Plaatbewegingen veranderen de aardkost: vulkanen, aardbevingen en gebergten ontstaan. Het eruptietype van een vulkaan weerspiegelt zich in de vorm. Eruptietype relateren aan positie ten opzichte van de plaatgrenzen. Het vergelijken van vulkanische en tektonische verschijnselen en gebieden in ruimte en tijd. Het vergelijken van geomorfologische verschijnselen om die te kunnen typeren en indelen. 8 Ter onderscheiding van atmosfeer en lithosfeer. 9 De geologische tijdschaal dient bekend te zijn; de volgorde van de tijdvakken kan worden opgezocht in de atlas 30

31 7a 2. exogene processen aan het aardoppervlak en hun betekenis voor de vorming van het aardoppervlak 10 In dit verband kan hij: Begrippen Generalisaties / regels Relevante werkwijzen De werking van belangrijke exogene processen beschrijven en hun invloed op de vorming van het aardoppervlak verklaren. Het betreft: verwering, erosie, massabewegingen en sedimentatie. Door verwering en erosie worden gesteenten afgebroken. De omvang van de verweringslaag hangt af van de interactie tussen verwering en erosie. Hydrologische kringloop Stroomgebied Verwering (mechanisch, chemisch) Puinhelling Puinwaaier Aardverschuiving Delta Duin Morene Sedimentgesteenten: - klei - zand(steen) - kalksteen Verschillen in stroomsnelheid en de aard van het transportmechanisme bepalen de aard van het sediment. De aard van het klimaat is hoofdzakelijk bepalend voor het overheersende type verwering. Geomorfologische verschijnselen herkennen op kaarten en afbeeldingen, met elkaar kunnen vergelijken, aan elkaar kunnen relateren en kunnen plaatsen in hun geografische context. 10 Deze eindterm wordt toe gepast op de ruimtelijke schaal van een stroom gebied in de gematigde zone (bijvoorbeeld dat van de Rijn, Donau of Rhône) en een stroomgebied in de (semi-)aride zone (bijvoorbeeld dat van de Niger, Colorado of Eufraat). 31

32 7a 3. interactie tussen endogene en exogene processen In dit verband kan hij: Begrippen Generalisaties / regels / focus Relevante werkwijzen De interactie tussen endogene zie 7a 1 en 7a 2 Relateren van kenmerken van Verwering en erosie, aangedreven en exogene processen landschapsvormen aan de door de hydrologische kringloop, beschrijven en verklaren. ontstaanswijze ervan. veranderen het aardoppervlak met overheersend afbraak in hoog gelegen gebieden en opbouw (sedimentatie) in laag gelegen gebieden (meren, zeeën, oceanen). 7a 4. het externe systeem aarde (lithosfeer, atmosfeer, hydrosfeer) en de betekenis voor klimaatsystemen; inclusief luchtcirculatie en zeestromen In dit verband kan hij: Begrippen Generalisaties / regels / focus Relevante werkwijzen De door zonne-energie aangedreven grote windsystemen en zeestromingen op aarde beschrijven en verklaren hoe deze van invloed zijn op de klimaatzones. Zee- en luchtstromen zorgen voor verdeling van koude en warmte over de aarde. De voor een landschapszone relevante geofactoren met elkaar in verband brengen. Luchtcirculatie Hoge luchtdruk gebied Lage luchtdruk gebied wet van Buys Ballot Passaat en moesson 11 Oceanische circulatie: - warme zeestromen - koude zeestromen Klimaatgebieden IJstijd Interglaciaal De verdeling land-zee zorgt voor lokale afwijkingen op het grote windsysteem. De ligging van het reliëf veroorzaakt op continentale schaal een verstoring van het algemene klimaatpatroon. Klimaatverschijnselen en klimaten op verschillende ruimtelijke schalen (macro, meso en micro) beschrijven en analyseren. 11 Alleen het verschijnsel, niet de intertropische convergentiezone (ITCZ). 32

33 7b 1. de kenmerken van landschapszones op aarde In dit verband kan hij: Begrippen Generalisaties / regels / focus Relevante werkwijzen Het landschap herkennen als het resultaat van een dynamisch systeem: als één van de geofactoren verandert, leidt dat tot veranderingen bij de andere factoren. De voor een landschapszone relevante geofactoren met elkaar in verband brengen. Geofactoren - gesteente en reliëf - klimaat en lucht - bodem - water - vegetatie - mens en dier Landschapszones - polaire zone - boreale zone - gematigde zone - subtropische zone - aride zone - tropische zone Het landschap is een dynamisch systeem: als één van de geofactoren verandert leidt dat tot verandering van de andere factoren. De theoretische grenzen tussen de landschapszones van een systeem zijn in het landschap geleidelijke overgangen. Vergelijken en relateren van de geofactoren in en tussen landschapszones. Geografische vergelijking maken tussen klimaatzones en landschapzones. 33

Examenprogramma aardrijkskunde havo

Examenprogramma aardrijkskunde havo Examenprogramma aardrijkskunde havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein

Nadere informatie

LANDSEXAMEN HAVO

LANDSEXAMEN HAVO LANDSEXAMEN HAVO 2018-2019 Examenprogramma AARDRIJKSKUNDE H.A.V.O 1 Het eindexamen Het eindexamen van het vak Aardrijkskunde bestaat uit het centraal examen en het commissie-examen. Het centraal examen

Nadere informatie

LANDSEXAMEN HAVO

LANDSEXAMEN HAVO LANDSEXAMEN HAVO 2018-2019 Examenprogramma AARDRIJKSKUNDE H.A.V.O 1 Het eindexamen Het eindexamen van het vak Aardrijkskunde bestaat uit het centraal examen en het commissie-examen. Het centraal examen

Nadere informatie

LANDSEXAMEN VWO Het examenprogramma Het examenprogramma voor het commissie-examen Aardrijkskunde bestaat uit de volgende (sub)domeinen:

LANDSEXAMEN VWO Het examenprogramma Het examenprogramma voor het commissie-examen Aardrijkskunde bestaat uit de volgende (sub)domeinen: Examenprogramma AARDRIJKSKUNDE V.W.O. LANDSEXAMEN VWO 2017-2018 1 Het eindexamen Het vak Aardrijkskunde kent slechts het commissie-examen. Er is voor Aardrijkskunde dus geen centraal examen. Vanaf het

Nadere informatie

Aardrijkskunde inhouden (PO-havo/vwo)

Aardrijkskunde inhouden (PO-havo/vwo) Aardrijkskunde inhouden (PO-havo/vwo) Sectoren kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo bovenbouw exameneenheden vwo bovenbouw exameneenheden Kernen 1. Burgerschap 36: hoofdzak de Nederlandse

Nadere informatie

AARDRIJKSKUNDE HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

AARDRIJKSKUNDE HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0 AARDRIJKSKUNDE HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname

Nadere informatie

AARDRIJKSKUNDE HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

AARDRIJKSKUNDE HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V AARDRIJKSKUNDE HAVO VAKINFORMATIE STAATSEAMEN 2018 V17.03.2 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname

Nadere informatie

Examenprogramma Aardrijkskunde Vwo

Examenprogramma Aardrijkskunde Vwo Ministerie van Onderwijs en Cultuur Nederlandse Antillen Examenprogramma Aardrijkskunde Vwo Eindtermen en toelichting februari 2008 Directie Onderwijs, Sport en Cultuur Scouwburgweg 24-26 Curacao Verantwoording

Nadere informatie

aardrijkskunde havo VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2019 V

aardrijkskunde havo VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2019 V aardrijkskunde havo VAKINFORMATIE STAATSEAMEN 2019 V18.03.3 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname

Nadere informatie

AARDRIJKSKUNDE HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.8.1

AARDRIJKSKUNDE HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.8.1 AARDRIJKSKUNDE HAVO VAKINFORMATIE STAATSEAMEN 2017 V16.8.1 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van

Nadere informatie

AARDRIJKSKUNDE VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

AARDRIJKSKUNDE VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V AARDRIJKSKUNDE VWO VAKINFORMATIE STAATSEAMEN 2018 V17.03.2 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van

Nadere informatie

aardrijkskunde vwo vakinformatie staatsexamen 2017 AARDRIJKSKUNDE VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V pagina 1 van 12

aardrijkskunde vwo vakinformatie staatsexamen 2017 AARDRIJKSKUNDE VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V pagina 1 van 12 AARDRIJKSKUNDE VWO VAKINFORMATIE STAATSEAMEN 2017 V16.8.1 pagina 1 van 12 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor

Nadere informatie

Aarde: De aarde als natuurlijk systeem; samenhangen en diversiteit

Aarde: De aarde als natuurlijk systeem; samenhangen en diversiteit Aarde: De aarde als natuurlijk systeem; Aardrijkskunde VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Overzicht domeinen CE Aardrijkskunde A1: Geografische benadering B1: Samenhang en verscheidenheid in de wereld C1: De aarde

Nadere informatie

Aansluiting met de eindtermen Aardrijkskunde PjER kan gebruikt worden als Praktische opdracht en Profielwerkstuk

Aansluiting met de eindtermen Aardrijkskunde PjER kan gebruikt worden als Praktische opdracht en Profielwerkstuk Aansluiting met de eindtermen Aardrijkskunde PjER kan gebruikt worden als Praktische opdracht en Profielwerkstuk Praktische opdracht Het uitvoeren van beperkte onderzoeksopdrachten betreffende ruimtelijke

Nadere informatie

AARDRIJKSKUNDE VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

AARDRIJKSKUNDE VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0 AARDRIJKSKUNDE VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van

Nadere informatie

Aardrijkskunde HAVO Syllabus centraal examen 2009

Aardrijkskunde HAVO Syllabus centraal examen 2009 Aardrijkskunde HAVO Syllabus centraal examen 2009 september 2008 Verantwoording: 2007 Centrale Examencommissie Vaststelling Opgaven vwo, havo, vmbo (Utrecht) Alle rechten voorbehouden. Alles uit deze uitgave

Nadere informatie

AARDRIJKSKUNDE VWO. Syllabus centraal examen 2012

AARDRIJKSKUNDE VWO. Syllabus centraal examen 2012 AARDRIJKSKUNDE VWO Syllabus centraal examen 2012 November 2010 Toelichting bij de titel van de deze syllabus: Deze syllabus geldt voor het CE van het jaar 2012. Syllabi van de jaren vóór 2012 zijn niet

Nadere informatie

Handreiking schoolexamen aardrijkskunde havo/vwo

Handreiking schoolexamen aardrijkskunde havo/vwo Handreiking schoolexamen aardrijkskunde havo/vwo Tweede fase Herziening examenprogramma's havo/vwo Henk Ankoné Rob van der Vaart Enschede, maart 2007 Verantwoording 2007 Stichting leerplanontwikkeling

Nadere informatie

Aardrijkskunde VWO. Syllabus centraal examen 2010

Aardrijkskunde VWO. Syllabus centraal examen 2010 Aardrijkskunde VWO Syllabus centraal examen 2010 oktober 2008 Verantwoording: 2008 Centrale Examencommissie Vaststelling Opgaven vwo/havo/vmbo, Utrecht Alle rechten voorbehouden. Alles uit deze uitgave

Nadere informatie

AARDRIJKSKUNDE VWO. Syllabus centraal examen 2014

AARDRIJKSKUNDE VWO. Syllabus centraal examen 2014 AARDRIJKSKUNDE VWO Syllabus centraal examen 2014 Juni 2012 Toelichting bij de titel van de deze syllabus: Deze syllabus geldt voor het CE van het jaar 2014. Syllabi van de jaren vóór 2014 zijn niet meer

Nadere informatie

AARDRIJKSKUNDE HAVO. Syllabus centraal examen 2012

AARDRIJKSKUNDE HAVO. Syllabus centraal examen 2012 AARDRIJKSKUNDE HAVO Syllabus centraal examen 2012 November 2010 Toelichting bij de titel van de deze syllabus: Deze syllabus geldt voor het CE van het jaar 2012. Syllabi van de jaren vóór 2012 zijn niet

Nadere informatie

Aardrijkskunde Havo Syllabus centraal examen 2011

Aardrijkskunde Havo Syllabus centraal examen 2011 Aardrijkskunde Havo Syllabus centraal examen 2011 September 2009-1 - Toelichting bij de titel van de deze syllabus: Deze syllabus geldt voor het CE van het jaar 2011.Syllabi van de jaren vóór 2011 zijn

Nadere informatie

Aardrijkskunde Havo Syllabus centraal examen 2010

Aardrijkskunde Havo Syllabus centraal examen 2010 Aardrijkskunde Havo Syllabus centraal examen 2010 Oktober 2008 syllabus aardrijkskunde havo centraal examen 2010 1 Verantwoording: 2008 Centrale Examencommissie Vaststelling Opgaven vwo, havo, vmbo (Utrecht)

Nadere informatie

AARDRIJKSKUNDE VWO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2016. Versie april 2014

AARDRIJKSKUNDE VWO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2016. Versie april 2014 AARDRIJKSKUNDE VWO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2016 Inhoud Voorwoord 6 1 Inleiding 7 2 Verdeling examinering CE/SE 8 3 Specificatie van de globale eindtermen voor het CE 9 3.1 Domein A1 Vaardigheden 10 3.2

Nadere informatie

AARDRIJKSKUNDE VWO. Syllabus centraal examen 2015

AARDRIJKSKUNDE VWO. Syllabus centraal examen 2015 AARDRIJKSKUNDE VWO Syllabus centraal examen 2015 April 2013 Toelichting bij de titel van de deze syllabus: Deze syllabus geldt voor het CE van het jaar 2015. Syllabi van de jaren vóór 2015 zijn niet meer

Nadere informatie

Het vernieuwde examenprogramma. havo/vwo. Introductie

Het vernieuwde examenprogramma. havo/vwo. Introductie Het vernieuwde examenprogramma Introductie havo/vwo Domein D: Brazilië en Zuid-Amerika Andere veranderingen Vragen / discussie Inspraak en nascholing Waarom? CvTE biedt mogelijkheid het programma waar

Nadere informatie

SLO-leerdoelenkaart beheersingsniveaus Aardrijkskunde bovenbouw havo/vwo

SLO-leerdoelenkaart beheersingsniveaus Aardrijkskunde bovenbouw havo/vwo SLO-leerdoelenkaart beheersingsniveaus Aardrijkskunde bovenbouw / Kern Leerdoel Subkern Leerdoel Leerdoel Burgerschap Je bent je bewust van jouw rol in je omgeving en in de wereld. Je denkt kritisch na

Nadere informatie

Friese taal en cultuur VWO. Syllabus centraal examen 2010

Friese taal en cultuur VWO. Syllabus centraal examen 2010 Friese taal en cultuur VWO Syllabus centraal examen 2010 oktober 2008 2008 Centrale Examencommissie Vaststelling Opgaven vwo, havo, vmbo, Utrecht Alle rechten voorbehouden. Alles uit deze uitgave mag worden

Nadere informatie

DOMEINBESCHRIJVING 27 MEI 2014 VOORLOPIG CONCEPT

DOMEINBESCHRIJVING 27 MEI 2014 VOORLOPIG CONCEPT DOMEINBESCHRIJVING 27 MEI 2014 VOORLOPIG CONCEPT 1 VOORSTEL NIEUW DOMEIN A VAARDIGHEDEN 1.1 Doel en inhoud Dit domein omvat algemene en vakspecifieke vaardigheden die verkaveld zijn in de subdomeinen A1

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 11109 6 juni 2012 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 28 april 2012, nr. VO/403948, houdende

Nadere informatie

AARDRIJKSKUNDE HAVO. Syllabus centraal examen 2015

AARDRIJKSKUNDE HAVO. Syllabus centraal examen 2015 AARDRIJKSKUNDE HAVO Syllabus centraal examen 2015 April 2013 Toelichting bij de titel van de deze syllabus: Deze syllabus geldt voor het CE van het jaar 2015. Syllabi van de jaren vóór 2015 zijn niet meer

Nadere informatie

Bijlage 4. Resultaten docentenvragenlijst zomer Monitoring vernieuwde examenprogramma aardrijkskunde vmbo

Bijlage 4. Resultaten docentenvragenlijst zomer Monitoring vernieuwde examenprogramma aardrijkskunde vmbo Bijlage 4 Resultaten docentenvragenlijst zomer 2015 Monitoring vernieuwde examenprogramma aardrijkskunde vmbo Algemeen De digitale enquête heeft plaatsgevonden in juni-augustus 2015. In totaal hebben 105

Nadere informatie

Aansluiting op het actuele curriculum (2014)

Aansluiting op het actuele curriculum (2014) Aansluiting op het actuele curriculum (2014) De verschillende modules van GLOBE lenen zich uitstekend om de leerlingen de verschillende eindtermen en kerndoelen aan te leren zoals die zijn opgesteld door

Nadere informatie

Friese taal en cultuur HAVO. Syllabus centraal examen 2011

Friese taal en cultuur HAVO. Syllabus centraal examen 2011 Friese taal en cultuur HAVO Syllabus centraal examen 2011 september 2009 2009 Centrale Examencommissie Vaststelling Opgaven vwo, havo, vmbo, Utrecht Alle rechten voorbehouden. Alles uit deze uitgave mag

Nadere informatie

Examenprogramma economie havo/vwo

Examenprogramma economie havo/vwo Examenprogramma economie havo/vwo Havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein

Nadere informatie

AARDRIJKSKUNDE VWO. SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2020 met een nieuw gebied (domein D): Zuid-Amerika

AARDRIJKSKUNDE VWO. SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2020 met een nieuw gebied (domein D): Zuid-Amerika AARDRIJKSKUNDE VWO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2020 met een nieuw gebied (domein D): Zuid-Amerika Inhoud Voorwoord 4 1 Inleiding 5 1.1 Voorgeschiedenis 5 1.2 De syllabus aardrijkskunde voor havo en vwo vernieuwd

Nadere informatie

FRIESE TAAL EN CULTUUR HAVO

FRIESE TAAL EN CULTUUR HAVO FRIESE TAAL EN CULTUUR HAVO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2016 Inhoud Voorwoord 6 1 Examenstof van centraal examen en schoolexamen 7 2 Specificatie van de globale eindtermen voor het CE 8 Domein A: Leesvaardigheid

Nadere informatie

Beeldende vakken HAVO

Beeldende vakken HAVO Beeldende vakken HAVO Syllabus centraal examen 2011 September 2009-1 - Verantwoording: 2009 Centrale Examencommissie Vaststelling Opgaven vwo, havo, vmbo, Utrecht Alle rechten voorbehouden. Alles uit deze

Nadere informatie

Examenprogramma maatschappijwetenschappen vwo

Examenprogramma maatschappijwetenschappen vwo Examenprogramma maatschappijwetenschappen vwo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden

Nadere informatie

Examenprogramma maatschappijwetenschappen havo/vwo

Examenprogramma maatschappijwetenschappen havo/vwo Examenprogramma maatschappijwetenschappen havo/vwo Havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A

Nadere informatie

Examenprogramma economie havo

Examenprogramma economie havo Examenprogramma economie havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Arbeidsmarkt

Nadere informatie

Examenprogramma economie vwo

Examenprogramma economie vwo Examenprogramma economie vwo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Arbeidsmarkt

Nadere informatie

AARDRIJKSKUNDE VWO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2016

AARDRIJKSKUNDE VWO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2016 AARDRIJKSKUNDE VWO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2016 Inhoud Voorwoord 6 1 Inleiding 7 2 Verdeling examinering CE/SE 8 3 Specificatie van de globale eindtermen voor het CE 9 3.1 Domein A1 Vaardigheden 10 3.2

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 7 van het Eindexamenbesluit v.w.o.- h.a.v.o.- m.a.v.o.- v.b.o.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 7 van het Eindexamenbesluit v.w.o.- h.a.v.o.- m.a.v.o.- v.b.o. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 11101 6 juni 2012 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 28 april 2012, nr. VO/389632, houdende

Nadere informatie

AARDRIJKSKUNDE VWO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2018

AARDRIJKSKUNDE VWO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2018 AARDRIJKSKUNDE VWO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2018 Inhoud Voorwoord 6 1 Inleiding 7 2 Verdeling examinering CE/SE 8 3 Specificatie van de globale eindtermen voor het CE 9 3.1 Domein A1 Vaardigheden 10 3.2

Nadere informatie

FRIESE TAAL EN CULTUUR HAVO

FRIESE TAAL EN CULTUUR HAVO FRIESE TAAL EN CULTUUR HAVO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2019 Beschikbaar gesteld door Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). Beschikbaar gesteld door Stichting Studiebegeleiding Leiden (SSL). 2017 College

Nadere informatie

Aardrijkskunde VWO Syllabus centraal examen 2011

Aardrijkskunde VWO Syllabus centraal examen 2011 Aardrijkskunde VWO Syllabus centraal examen 2011 September 2009 www.examen-cd.nl - 1 - www.havovwo.nl Toelichting bij de titel van de deze syllabus: Deze syllabus geldt voor het CE van het jaar 2011.Syllabi

Nadere informatie

FRIESE TAAL EN CULTUUR HAVO. Syllabus centraal examen 2015

FRIESE TAAL EN CULTUUR HAVO. Syllabus centraal examen 2015 FRIESE TAAL EN CULTUUR HAVO Syllabus centraal examen 2015 April 2013 2013 College voor Examens, Utrecht Alle rechten voorbehouden. Alles uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd

Nadere informatie

AARDRIJKSKUNDE HAVO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN Versie 2, juni 2015

AARDRIJKSKUNDE HAVO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN Versie 2, juni 2015 AARDRIJKSKUNDE HAVO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2017 Inhoud Voorwoord 6 1 Inleiding 7 2 Examenstof van centraal examen en schoolexamen 8 3 Specificatie van de globale eindtermen voor het CE 10 3.1 Domein

Nadere informatie

Scheikunde inhouden (PO-havo/vwo): Schaal, verhouding en hoeveelheid

Scheikunde inhouden (PO-havo/vwo): Schaal, verhouding en hoeveelheid Scheikunde inhouden (PO-havo/vwo): Schaal, verhouding en hoeveelheid kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo bovenbouw exameneenheden vwo bovenbouw exameneenheden 44: De leerlingen leren

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 7 van het Eindexamenbesluit v.w.o.- h.a.v.o.- m.a.v.o.- v.b.o.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 7 van het Eindexamenbesluit v.w.o.- h.a.v.o.- m.a.v.o.- v.b.o. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 9161 26 mei 2011 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 27 april 2011, nr. VO/289008, houdende

Nadere informatie

Examenprogramma scheikunde vwo

Examenprogramma scheikunde vwo Examenprogramma scheikunde vwo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Stoffen

Nadere informatie

Examenprogramma scheikunde havo

Examenprogramma scheikunde havo Examenprogramma scheikunde havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Kennis

Nadere informatie

FRIESE TAAL EN CULTUUR HAVO

FRIESE TAAL EN CULTUUR HAVO FRIESE TAAL EN CULTUUR HAVO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2017 Inhoud Voorwoord 6 1 Examenstof van centraal examen en schoolexamen 7 2 Specificatie van de globale eindtermen voor het CE 8 Domein A: Leesvaardigheid

Nadere informatie

AARDRIJKSKUNDE HAVO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2018

AARDRIJKSKUNDE HAVO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2018 AARDRIJKSKUNDE HAVO SYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2018 Inhoud Voorwoord 6 1 Inleiding 7 2 Examenstof van centraal examen en schoolexamen 8 3 Specificatie van de globale eindtermen voor het CE 10 3.1 Domein

Nadere informatie

Examenprogramma maatschappijleer havo/vwo (gemeenschappelijk deel)

Examenprogramma maatschappijleer havo/vwo (gemeenschappelijk deel) Examenprogramma maatschappijleer havo/vwo (gemeenschappelijk deel) Havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden

Nadere informatie

LANDSEXAMEN MAVO

LANDSEXAMEN MAVO LANDSEXAMEN MAVO 2017-2018 Examenprogramma GESCHIEDENIS M.A.V.O. 1 Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het commissie-examen. Het centraal examen wordt afgenomen in één zitting

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 39364 13 juli 2017 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 5 juli 2017, nr. VO/1188661,

Nadere informatie

AARDRIJKSKUNDE HAVO CONCEPTSYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2018

AARDRIJKSKUNDE HAVO CONCEPTSYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2018 AARDRIJKSKUNDE HAVO CONCEPTSYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2018 Inhoud Voorwoord 6 1 Inleiding 7 2 Examenstof van centraal examen en schoolexamen 8 3 Specificatie van de globale eindtermen voor het CE 10 3.1

Nadere informatie

Syllabus maatschappijwetenschappen havo 2014

Syllabus maatschappijwetenschappen havo 2014 examenprogramma maatschappijwetenschappen Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden

Nadere informatie

WISKUNDE D HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

WISKUNDE D HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0 WISKUNDE D HAVO VAKINFORMATIE STAATSEAMEN 2016 V15.7.0 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van de

Nadere informatie

INDONESIË. Natuurlijke en landschappelijke kenmerken

INDONESIË. Natuurlijke en landschappelijke kenmerken INDONESIË Natuurlijke en landschappelijke kenmerken Structuur [1/2] De kandidaat kan gebiedskenmerken van een ontwikkelingsland beschrijven en analyseren. Het betreft: a. sociaal-geografische en fysisch-geografische

Nadere informatie

Woudschoten Chemie Conferentie 7 november 2008 Chemie tussen context en concept. Nieuwe Scheikunde in het schoolexamen

Woudschoten Chemie Conferentie 7 november 2008 Chemie tussen context en concept. Nieuwe Scheikunde in het schoolexamen Woudschoten Chemie Conferentie 7 november 2008 Nieuwe Scheikunde in het schoolexamen Tijdlijn Nieuwe Scheikunde 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Klassieke programma (1998) Aangepaste klassieke

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 11109 6 juni 2012 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 28 april 2012, nr. VO/403948, houdende

Nadere informatie

Beeldende vakken HAVO

Beeldende vakken HAVO Beeldende vakken HAVO Syllabus centraal examen 2010 juli 2009 N.B. De informatie in deze syllabus is eerder gepubliceerd in oktober 2008. Enkele tekstgedeeltes zijn nu ten behoeve van de leesbaarheid herschreven.

Nadere informatie

Aardrijkskunde ( havo vwo )

Aardrijkskunde ( havo vwo ) Einddoelen Aardrijkskunde Aardrijkskunde ( havo vwo ) havo/vwo bovenbouw = CE = SE Burgerschap Leefbaarheid Leefbaarheidsvraagstukken op lokaal en regionaal niveau 11b.2 Een buurtprofiel van een stedelijke

Nadere informatie

LANDSEXAMEN VWO

LANDSEXAMEN VWO LANDSEXAMEN VWO 2018-2019 Examenprogramma I&S/MAATSCHAPPIJLEER V.W.O. 1 Het eindexamen Het vak Individu en Samenleving/maatschappijleer (I&S/maatschappijleer) kent slechts het commissie-examen. Er is voor

Nadere informatie

Een voorbeeld van een longitudinaal leerplan geschiedenis. Albert van der Kaap

Een voorbeeld van een longitudinaal leerplan geschiedenis. Albert van der Kaap Een voorbeeld van een longitudinaal leerplan geschiedenis Albert van der Kaap Een voorbeeld van een longitudinaal leerplan geschiedenis Albert van der Kaap Enschede, juli 2008 Verantwoording Stichting

Nadere informatie

Werken met afbeeldingen in het examenprogramma aardrijkskunde havo/vwo

Werken met afbeeldingen in het examenprogramma aardrijkskunde havo/vwo Werken met afbeeldingen in het examenprogramma aardrijkskunde havo/vwo OPDRACHTEN EXAMENPROGRAMMA FUNCTIE AFBEELDING 1. De afbeelding als motivator Havo: Wereld, Aarde, Ontwikkelingsland, Leefomgeving

Nadere informatie

Examenprogramma kunst (algemeen) (voorheen ckv2)

Examenprogramma kunst (algemeen) (voorheen ckv2) Examenprogramma kunst (algemeen) (voorheen ckv2) Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 10683 20 april 2015 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 9 april 2015, nr. VO/741555,

Nadere informatie

Examenprogramma natuur, leven en technologie havo

Examenprogramma natuur, leven en technologie havo Examenprogramma natuur, leven en technologie havo Het eindexamen (februari 2007) Het eindexamen bestaat uit het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden

Nadere informatie

buitenland vergroot je wereldbeeld

buitenland vergroot je wereldbeeld buitenland vergroot je wereldbeeld Programma 1. Welkom 2. buitenland Tweede Fase: stand van zaken 3. Wat is er veranderd in het nieuwe Examenprogramma? 4. Wat is er veranderd in buitenland editie 2? 5.

Nadere informatie

Examenprogramma biologie vwo

Examenprogramma biologie vwo Bijlage 4 Examenprogramma biologie vwo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein

Nadere informatie

Eindtermendocument 12. Vak: Aardrijkskunde. Leerweg: havo

Eindtermendocument 12. Vak: Aardrijkskunde. Leerweg: havo Eindtermendocument 12 Vak: havo Ter goedkeuring aangeboden aan de Minister van Onderwijs, Infrastructuur en Sociale Zaken, september 2007 Directie Onderwijs, Aruba Afdeling Curriculumontwikkeling Examenbureau

Nadere informatie

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Evolutie

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Evolutie Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Evolutie kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo bovenbouw exameneenheden vwo bovenbouw exameneenheden 34: De leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 20890-n1 9 mei 2016 Rectificatie van de Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 8 april

Nadere informatie

Bijlage 3 Resultaten docentenvragenlijst november/december 2013

Bijlage 3 Resultaten docentenvragenlijst november/december 2013 Bijlage 3 Resultaten docentenvragenlijst november/december 2013 Monitoring vernieuwde examenprogramma aardrijkskunde vmbo Algemeen De digitale enquête heeft plaatsgevonden in november/december 2013. In

Nadere informatie

Examenprogramma Klassieke Talen vwo

Examenprogramma Klassieke Talen vwo Examenprogramma Klassieke Talen vwo Ingangsdatum: augustus 2014 Eerste examenjaar: 2017 Griekse taal en cultuur (GTC) vwo Latijnse taal en cultuur (LTC) vwo Griekse taal en cultuur (GTC) Het eindexamen

Nadere informatie

Examenprogramma biologie havo

Examenprogramma biologie havo Examenprogramma biologie havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A1 Vaardigheden Domein A2 Analyse

Nadere informatie

Examenprograma filosofie havo/vwo

Examenprograma filosofie havo/vwo Examenprograma filosofie havo/vwo Havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein

Nadere informatie

Examenprogramma biologie havo

Examenprogramma biologie havo Examenprogramma biologie havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A1 Vaardigheden Domein A2 Analyse

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 7228 14 maart 2014 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 22 februari 2014, nr. VO/599178,

Nadere informatie

Examenprogramma wiskunde D havo

Examenprogramma wiskunde D havo Examenprogramma wiskunde D havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Kansrekening en statistiek

Nadere informatie

Examenprogramma biologie havo

Examenprogramma biologie havo Bijlage 3 Examenprogramma biologie havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein

Nadere informatie

Natuurwetenschappelijke, wiskundige en technische vaardigheden (bètaprofielniveau)

Natuurwetenschappelijke, wiskundige en technische vaardigheden (bètaprofielniveau) BIJLAGE 1 Examenprogramma NLT havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Exacte wetenschappen

Nadere informatie

'Hier havo.hbo hoort u mij?' (Nieuwe) Scheikunde

'Hier havo.hbo hoort u mij?' (Nieuwe) Scheikunde 'Hier havo.hbo hoort u mij?' (Nieuwe) Scheikunde Aansluiting havo-hbo 28 september 2016 Hogeschool Domstad Emiel de Kleijn Historie 1999 (1998) Invoering van de 2 e fase HAVO: Scheikunde: 280 SLU VWO:

Nadere informatie

Vakoverschrijdende eindtermen die van toepassing zijn tijdens de klimaatexcursie

Vakoverschrijdende eindtermen die van toepassing zijn tijdens de klimaatexcursie Vakoverschrijdende eindtermen die van toepassing zijn tijdens de klimaatexcursie Context 4: Omgeving en duurzame ontwikkeling. De leerlingen: 1. participeren aan milieubeleid en -zorg op school; 2. herkennen

Nadere informatie

PTO Aardrijkskunde

PTO Aardrijkskunde PTO ardrijkskunde 2016-2017 Vereniging voor Protestants-Christelijk Onderwijs te Curaçao Sectie aardrijkskunde r. lbert Schweitzer havo/vwo [meesteradmiraal@gmail.com] Vak: ardrijkskunde Leerjaar: H1 Schooljaar:

Nadere informatie

Examenprogramma natuurkunde havo

Examenprogramma natuurkunde havo Bijlage 1 Examenprogramma natuurkunde havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden

Nadere informatie

Examenprogramma bedrijfseconomie en ondernemerschap havo

Examenprogramma bedrijfseconomie en ondernemerschap havo Examenprogramma bedrijfseconomie en ondernemerschap havo 27 MEI 2014 CONCEPT - VOORLOPIG Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit

Nadere informatie

Examenprogramma Klassieke Talen vwo

Examenprogramma Klassieke Talen vwo Examenprogramma Klassieke Talen vwo Ingangsdatum: schooljaar 2014-2015 (klas 4) Eerste examenjaar: 2017 Griekse taal en cultuur (GTC) vwo Latijnse taal en cultuur (LTC) vwo Griekse taal en cultuur (GTC)

Nadere informatie

Examenprogramma natuur, leven en technologie vwo

Examenprogramma natuur, leven en technologie vwo Examenprogramma natuur, leven en technologie vwo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Fundament

Nadere informatie

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Instandhouding

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Instandhouding Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Instandhouding kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo bovenbouw exameneenheden vwo bovenbouw exameneenheden 34: De leerlingen leren zorg te dragen voor

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 11699 8 juni 2012 Rectificatie Examenprogramma natuurkunde vwo van 28 april 2012, kenmerk VO2012/389632 In de regeling

Nadere informatie

Tweede fase en profielkeuze. drs. J. van Wesel Decaan HAVO/Atheneum /Gymnasium

Tweede fase en profielkeuze. drs. J. van Wesel Decaan HAVO/Atheneum /Gymnasium Tweede fase en profielkeuze Door: drs. J. van Wesel Decaan HAVO/Atheneum /Gymnasium wej@veurslyceum.nl Programma 1) Uitleg over decanaat en Tweede Fase 2) Wat zijn profielen en welke profielen zijn er?

Nadere informatie

Examenprogramma scheikunde havo

Examenprogramma scheikunde havo Examenprogramma scheikunde havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A1 Vaardigheden Domein A2

Nadere informatie

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Dynamisch evenwicht

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Dynamisch evenwicht Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Dynamisch evenwicht kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo bovenbouw exameneenheden vwo bovenbouw exameneenheden 34: De leerlingen leren zorg te dragen

Nadere informatie

Examenprogramma natuur, leven en technologie vwo vanaf schooljaar 2014-2015

Examenprogramma natuur, leven en technologie vwo vanaf schooljaar 2014-2015 Examenprogramma NLT vwo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Exacte wetenschappen en technologie

Nadere informatie

Examenprogramma bedrijfseconomie en ondernemerschap vwo

Examenprogramma bedrijfseconomie en ondernemerschap vwo Examenprogramma bedrijfseconomie en ondernemerschap vwo 27 MEI 2014 CONCEPT - VOORLOPIG Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit

Nadere informatie