Keerkleppen voor gas, lucht en zuurstof. Inhoud

Transcriptie

1 UDC :66 Keerkleppen voor gas, lucht en zuurstof Non-return valves for gas, air and oxygen NEDERLANDSE NORM 1e druk, oktober 12 Dit document mag slechts op een stand-alone PC worden geinstalleerd. Gebruik op een netwerk is alleen. toestaan als een aanvullende licentieovereenkomst voor netwerkgebruik met NEN is afgesloten. This document may only be used on a stand-alone PC. Use in a network is only permitted when a supplementary license agreement for us in a network with NEN has been concluded Inleiding Onderwerp Toepassingsgebied Begripsomschrijvingen Materialen Algemeen Materiaal Bestandheid tegen corrosie Materialen van de afdichting Eisen voor de constructie Algemeen Uiterlijk Onderdelen Onderhoud Afdichtingsmiddelen Verontreinigingen Gesloten stand Aansluitingen Pakkingbus Eisen voor de werking Algemeen Gasdichtheid Drukverlies Weerstand tegen snel optredende drukstoten Weerstand tegen wringing en buiging Bestandheid tegen mechanische invloeden Bestandheid tegen het doorstromende gas Afwezigheid van vet Inhoud Beproevingsmethoden Beproevingsomstandigheden Montagestand tijdens de beproeving Beproeving op gasdichtheid Beproeving van het drukverlies Bepaling van de weerstand tegen snel optredende drukstoten Bepaling van de weerstand tegen wringing bij schroefdraadaansluitinger i Bepaling van de weerstand tegen buiging Bepaling van de bestandheid tegen mechanische invloeden Bepaling van de bestandheid tegen het doorstromende gas Controle op de afwezigheid van vet Merken Installatievoorschrift biz J

2 2 Inleiding De norm voor keerkleppen voor gas, lucht en zuurstof komt in de plaats van de in 17 ingetrokken KVGN-keuringseisen voor keerkleppen. De eisen voor de keerkleppen zijn belangrijk gewijzigd ten opzichte van die in de ingetrokken keuringseisen. Deze eisen zijn: a. het drukverlies in relatie tot de volumestroom; b. de capaciteit bij een drukval van 0, mbar en 2, mbar; с de weerstand tegen snel optredende drukstoten en de maximumwerkdruk; d. de vetvrije uitvoering in verband met de toepassing voor kunststof; e. de demonteerbaarheid in verband met periodiek onderhoud. De eisen zijn zowel gebaseerd op mogelijke explosiedrukken als ook op optredende drukken door storing bij installaties met een maximum druk van bar. Deze norm is tot stand gekomen in het kader van de samenwerking tussen de KVGN (Koninklijke Vereniging van Gasfabrikanten in Nederland) en het VEG-Gasinstituut enerzijds en de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut (NNI) anderzijds, waarbij is overeengekomen de KVGN-keuringseisen als Nederlandse norm te aanvaarden en te publiceren. Titels van vermelde normen: NEN 22 Sleutelwijdten uitwendig voor machineonderdelen, appendages e.d. NEN 2 Afdichtende pijpschroefdraad NEN 6002-A IJzer en staal. Soorten en keuringseisen. Grijs gietijzer NEN 6002-C IJzer en Staal. Soorten en keuringseisen. Smeedbaar gietijzer NEN 6002-D IJzer en Staal. Soorten en keuringseisen. Nodulair gietijzer NEN 602 Gelegerd koper in gietstukken. Soorten, mechanische eigenschappen en toepassingen NEN 600 Koperlegeringen in kneedprodukten. Soorten, chemische samenstelling en gebruikelijke leveringsvormen Euronorm 2 Constructiestaai voor algemeen gebruik. Kwaliteitseisen Euronorm 2 Ongeleerd stalen plaat en band voor ketels en drukvaten. Kwaliteitseisen ISO 20 Pipeline flanges for general use. Metric series. Mating dimensions DIN 161 Stahlguss für allgemeine Verwendungszwecke. Gütevorschriften.

3 1 Onderwerp Deze norm geeft de eisen die worden gesteld aan de afmetingen, de materialen, de constructie, de wijze van functioneren, de beproeving en het merken van keerkleppen voor gas, lucht en zuurstof. 2 Toepassingsgebied De norm geldt voor keerkleppen bestemd voor alle door pijpleidingen gedistribueerde brandbare gassen, lucht en zuurstof, met uitzondering van acetyleen, voor bedrijfstemperaturen van - C tot +60 C en een werkdruk tot 00 mbar, alsmede voor gasinstallaties met een leveringsdruk tot ten hoogste bar en met een nominale middellijn tot ten hoogste DN 100. Begripsomschrijvingen DN: Numerieke waarde voor aansluitstukken van alle onderdelen in een leidingsysteem. (De numerieke waarde is een afgerond getal voor verwijzingsdoeleinden en vertoont slechts een losse samenhang met de werkelijke afmetingen.) Materialen.1 Algemeen De kwaliteit van de toegepaste materialen moet zodanig zijn dat de constructieve en functionele eigenschappen gedurende een redelijke levensduur en onder normale bedrijfsomstandigheden niet wezenlijk veranderen. Alle onderdelen moeten bestand zijn tegen de tijdens het bedrijf optredende mechanische, chemische en thermische invloeden..2 Materiaal Alle onderdelen van de keerklep, met uitzondering van de afdichtingsorganen en de afdichtingsmaterialen, moeten van staal, hoogwaardig gietijzer of koperlegeringen zijn vervaardigd. Bij toepassing van koperlegeringen moet zijn gekozen uit onderstaande soorten: - kneedmessing Cu-Zn Pb2 volgens NEN 600; - kneedmessing Cu-Zn0 Pb volgens NEN 600; - kneedmessing Cu-Zn6 Pb2 volgens NEN 600; - gietmessing G Cu-Zn volgens NEN 602; - gietmessing G Cu-Sn Pb Zn volgens NEN 602. Deze onderdelen moeten spanningsarm zijn. Bij toepassing van staal of gietijzer moet zijn gekozen uit de onderstaande soorten: - staal met een 0,2 % rekgrens van ten minste 200 N/mm 2, bijvoorbeeld volgens Euronorm 2-72 of Euronorm 2-6; - gietstaal met een 0,2 % rekgrens van ten minste 1 N/mm 2, bijvoorbeeld GS volgens DIN nodulair gietijzer met 0,2 % rekgrens van ten minste 20 N/mm 2, bijvoorbeeld kwaliteit GN of GN 2 volgens NEN 6002-D; - smeedbaar gietijzer met 0, % rekgrens van ten minste 200 N/mm 2, bijvoorbeeld GSmF 6 of GSmT volgens NEN 6002-C; - grijs gietijzer met een treksterkte van ten minste 200 N/mm 2, bepaald aan een proefstaaf met een middellijn van 0 mm, bijvoorbeeld GG 20 volgens NEN 6002-A.. Bestandheid tegen corrosie De toegepaste materialen moeten corrosievast zijn of doelmatig tegen corrosie zijn beschermd. De corrosiebescherming mag door bewegende delen niet worden aangetast. Andere materialen dan metaal mogen niet zodanig verouderen dat de functionele eigenschappen nadelig worden beïnvloed.. Materialen van de afdichting Een metaal-op-metaal afdichting van de klep op de zitting is niet toegestaan. Eisen voor de constructie.1 Algemeen De keerklep moet zodanig zijn ontworpen, vervaardigd en in elkaar gezet dat na montage de goede werking is verzekerd.

4 .2 Uiterlijk De keerklep moet vrij zijn van bramen en mag geen gebreken vertonen. Uitwendige scherpe hoeken en kanten moeten worden vermeden... Onderdelen Demonteerbare onderdelen moeten met normaal in de handel verkrijgbaar gereedschap kunnen worden gemonteerd en gedemonteerd. Demonteerbare afsluitingen moeten zodanig zijn uitgevoerd, dat de gasdichtheid blijvend is gewaarborgd.. Onderhoud Indien voor normaal onderhoud het demonteren van onderdelen noodzakelijk is, moet dit onderhoud op eenvoudige wijze kunnen worden uitgevoerd en in de voorschriften zijn opgenomen.. Afdichtingsmiddelen Boringen voor schroeven, bouten, en dergelijke, die bestemd zijn voor de montage van onderdelen of bevestiging mogen niet uitmonden in de gasvoerende ruimte. De wanddikte tussen deze boringen en de gasvoerende ruimte dient ten minste 1 mm te bedragen. Boringen die noodzakelijk zijn voor de bewerking en die een gasvoerende ruimte in verbinding brengen met de omgeving mogen zijn toegepast indien zij met een niet-demonteerbaar metalen onderdeel zijn afgesloten..6 Verontreinigingen Vuil en stof dat door het doorstromende gas wordt meegevoerd, mag de goede werking van de keerklep niet verstoren. Hiertoe dienen passende maatregelen te zijn genomen of in de voorschriften te worden voorgeschreven (zie )..7 Gesloten stand De constructie van de keerklep moet zodanig zijn dat, na montage volgens het voorschrift van de fabrikant, het afsluitend orgaan de gesloten stand aanneemt indien er geen gasdoorstroming plaatsvindt.. Aansluitingen..1 Schroefdraad Schroefdraadaansluitingen zijn toegestaan tot een nominale middellijn van DN 0. De schroefdraadaansluitingen moeten inwendig cilindrisch of uitwendig conische gasdraad hebben, beide volgens NEN 2. Indien de keerklep uitsluitend is bestemd voor handelspropaan en/of -butaan dient bij een schroefdraadaansluiting zowel de inwendige als de uitwendige aansluiting te zijn voorzien van conische gasdraad volgens NEN 2. De inlaat- en de uitlaatzijde moeten zijn voorzien van sleutelvlakken volgens NEN Flenzen Flenzen moeten worden toegepast bij een nominale middellijn groter dan DN 0. Bij een nominale middellijn kleiner dan DN 0 mogen flenzen worden toegepast. De flensaansluitingen moeten zijn uitgevoerd overeenkomstig ISO 20. Het toepassen van schroefflenzen bij nominale middellijnen groter dan DN 0 is niet toegestaan.. Pakkingbus Het toepassen van een instelbare pakkingbus is niet toegestaan. 6 Eisen voor de werking 6.1 Algemeen De keerklep moet in alle door de fabrikant opgegeven montagestanden en bij alle bedrijfstemperaturen tussen - C en +60 C goed functioneren. 6.2 Gasdichtheid Uitwendige gasdichtheid Bij de beproevingsomstandigheden volgens 7..1 moet de keerklep gasdicht zijn. Hieraan wordt geacht te zijn voldaan indien de lekvolumestroom de in tabel 1 vermelde waarden niet overschrijdt.

5 Tabel 1 - Lekvolumestroom DN I maximumvolumestroom lucht onder standaard omstandigheden cm /h Inwendige gasdichtheid Bij de beproevingsomstandigheden volgens moet het afsluitend orgaan van de klep, in tegenstroomrichting, de doorlaat afsluiten. Hieraan wordt gedacht te zijn voldaan indien de lekhoeveelheden de in tabel 1 vermelde waarden niet overschrijden. 6. Drukverlies Bij de beproevingsomstandigheden volgens 7. mag het drukverlies niet meer bedragen dan 0, mbar respectievelijk 2, mbar. Tevens dient de fabrikant in de voorschriften een grafische voorstelling van het drukverlies als functie van de volumestroom op te nemen. 6. Weerstand tegen snel optredende drukstoten Bij de beproevingsomstandigheden volgens 7. moet de keerklep ten minste tweemaal een drukstoot, in tegenstroomrichting, van 20 bar, opgebouwd in 10 ms, kunnen weerstaan alsmede gasdicht blijven. 6. Weerstand tegen wringing en buiging Bij de beproevingsomstandigheden volgens 7.6 respectievelijk 7.7 moet de keerklep voldoen aan 6.2 met betrekking tot de gasdichtheid. Er mogen geen vervormingen optreden die een nadelige invloed hebben op de goede werking. 6.6 Bestandheid tegen mechanische invloeden Bij de beproevingsomstandigheden volgens 7. moet de keerklep voldoen aan 6.2 met betrekking tot de gasdichtheid. 6.7 Bestandheid tegen het doorstromende gas Niet-metallische materialen van de keerklep moeten bestand zijn tegen de inwerking van het doorstromend gas. Bij de beproevingsomstandigheden volgens mogen de zwelling en extractie van nietmetalen onderdelen niet meer bedragen dan: a. zwelling 0% (V/V); b. extractie 10 % (m/m). 6. Afwezigheid van vet Bij de beproevingsomstandigheden volgens 7. moeten de keerklep en haar onderdelen inwendig en uitwendig schoon en vetvrij zijn. 7 Beproevingsmethoden 7.1 Beproevingsomstandigheden De beproevingen moeten, voor zover niet anders aangegeven, worden uitgevoerd met lucht en bij circa 20 C. De daarbij gemeten waarden moeten worden herleid tot 1 C en 101 mbar. De beproevingen moeten, in principe, in de hierna aangegeven volgorde geschieden. 7.2 Montagestand tijdens de beproeving De beproevingen moeten worden uitgevoerd in de door de fabrikant opgegeven (ongunstigste) montagestand(en). 7. Beproeving op gasdichtheid 7..1 Beproeving op uitwendige gasdichtheid De beproevingsinstallatie is schematisch in figuur 1 weergegeven.

6 geconditioneerde ruimte Г Г Figuur 1 - Schema van de beproevingsinstallatie voor gasdichtheid 1. Afsluiter 2. Drukvat inhoud 1 liter. Manometer. Afsluiter. Proefstuk 6. Afsluiter 7. Afsluiter De beproeving dient als volgt te worden uitgevoerd. Monteer de keerklep () in tegenstroomrichting in de installatie. Zet de installatie door middel van de afsluiters (1 ) onder een beproevingsdruk van 10 bar bij open stand van de afsluiters () en (7) en de gesloten stand van afsluiter (6). Sluit vervolgens de afsluiters (1). Stel na een wachttijd van 1 minuten, voor het bereiken van het temperatuurevenwicht, de beproevingsdruk nogmaals in. Sluit afsluiter (). Herleid volgens 7.. een eventuele drukdaling van manometer (b) in een lek in cm /h. Voer deze beproevingen uit zowel bij - C± 1 К als bij +60 C± 1 K Beproeving op inwendige gasdichtheid De beproeving dient als volgt te worden uitgevoerd. Monteer de keerklep () in tegenstroomrichting in de installatie. Zet de installatie door middel van de afsluiters (1) onder een beproevingsdrukvan 10 bar bij open stand van de afsluiters () en (6) en de gesloten stand van afsluiter (7). Sluit vervolgens de afsluiters (1). Stel na een wachttijd van 1 minuten, voor het bereiken van het temperatuurevenwicht, de beproevingsdruk nogmaals in. Sluit afsluiter (). Herleid volgens 7.. een eventuele drukdaling van manometer (b) in een lek in cm-vh. Herhaal de beproeving met een beproevingsdruk van 0, mbar. Voer deze beproevingen uit zowel bij - C ± 1 К als bij +60 C ± 1 K. 7.. Herleiding van drukdaling tot lekhoeveelheid De drukdaling kan volgens onderstaande formule worden herleid tot een lekhoeveelheid. V L = (Vi - 2 -)( Pi t P2V2 x / Pamb X P waarin: V L is de lekhoeveelheid, in cm ; У, is het totale luchtvolume van monster en meetinrichting bij de beproevingsdruk, in cm ; V 2 is het totale luchtvolume van monster en meetinrichting na drukdaling, in cm ; PT is de absolute druk aan het begin van de meettijd, in mbar; p 2 is de absolute druk aan het einde van de meettijd, in mbar; Pamb is de atmosferische druk (absolute druk), in mbar; p is de beproevingsdruk (overdruk), in mbar; t is de luchttemperatuur, in C. 7.. Afwijkende beproevingsmethoden De beproeving op gasdichtheid mag met andere methoden worden uitgevoerd, doch de resultaten dienen vergelijkbaar te zijn met de aangegeven methoden in 7..1 en 7..2 die uiteindelijk bepalend zijn. 7. Beproeving van het drukverlies Breng de keerklep () overeenkomstig de stromingsrichting in de meetinrichting volgens figuur 2 aan. Stel met behulp van de drukregelaar (2) een inlaatdruk van 2 mbar in. Stel de afsluiter (6) zo in, dat de volumemeter (7) de waarde B^ volgens tabel 2 aangeeft bij standaardomstandigheden. Hierbij mag het drukverlies niet meer bedragen dan 0, mbar. Herhaal de beproeving met een luchtdebiet B 2 volgens tabel 2. Hierbij mag het drukverlies niet meer bedragen dan 2, mbar. Controleer de grafische voorstelling van het drukverlies als functie van de volumestroom.

7 Bestelformulier Stuur naar: NEN Standards Products & Services t.a.v. afdeling Klantenservice Antwoordnummer WB Delft NEN Standards Products & Services Postbus GB Delft Vlinderweg AX Delft Ja, ik bestel ex. :12 nl Keerkleppen voor gas, lucht en zuurstof 2.00 T (01) F (01) Wilt u deze norm in PDF-formaat? Deze bestelt u eenvoudig via Gratis nieuwsbrieven Wilt u op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen op het gebied van normen, normalisatie en regelgeving? Neem dan een gratis abonnement op een van onze nieuwsbrieven. Gegevens Bedrijf / Instelling T.a.v. O M O V Klantnummer NEN Uw ordernummer BTW nummer Postbus / Adres Postcode Plaats Telefoon Fax Factuuradres (indien dit afwijkt van bovenstaand adres) Postbus / Adres Postcode Plaats Datum Handtekening Retourneren Fax: klantenservice@nen.nl Post: NEN Standards Products & Services, t.a.v. afdeling Klantenservice Antwoordnummer 1021, 2600 WB Delft (geen postzegel nodig). Voorwaarden De prijzen zijn geldig tot 1 december 201, tenzij anders aangegeven. Alle prijzen zijn excl. btw, verzend- en handelingskosten en onder voorbehoud bij o.m. ISO- en IEC-normen. Bestelt u via de normshop een pdf, dan betaalt u geen handeling en verzendkosten. Meer informatie: telefoon , dagelijks van.0 tot uur. Wijzigingen en typefouten in teksten en prijsinformatie voorbehouden. U kunt onze algemene voorwaarden terugvinden op: LEREN, WERKEN EN GROEIEN MET NEN preview - 201