latifolia L. vermeld: Waarschijnlijk verwilderd, ook als sierplant gekweekt," terwijl (Botanisch Laboratorium, afd. Geobotanie, Nijmegen)
|
|
- Josephus Adam
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Een nieuwe vindplaats van Campanula latifolia L.; een inheemse soort? door K.V. Sykora en V. Westhoff (Botanisch Laboratorium afd. Geobotanie Nijmegen) In deflora van Nederland (HEUKELSVAN OOSTSTROOM 1975) staat bij Campanula latifolia L. vermeld: Waarschijnlijk verwilderd ook als sierplant gekweekt" terwijl de kleine druk suggereert dat wij hier niet te maken hebben met een indigene soort. De Geïllustreerde Flora van Nederland (HEIMANS HEINSIUS & THIJSSE 1960) bericht dat het Breedbladklokje') soms in tuinenwordt envan daaruit is verwilderd. gekweekt ') Daar deze naam een germanisme is luidt de tegenwoordigenaam: Breedbladigklokje (HEUKELS VAN OOSTSTROOM 1975). 187
2 In 1972 werden bloeiende en later zaaddragende exemplaren van Campanula latifolia door ons (SYKORA & SYKORAHENDRIKS 1973) aangetroffen op een dijk in de Zak van ZuidBeveland nabij 'sgravenpolder. Bij nadere beschouwing van deze vindplaats bleek uit niets dat men hier met verwilderde exemplaren zou hebben te doen. Uit waarnemingen van de tweede van ons is gebleken dat C. in latifolia Engeland behalve in bossen en struwelen ook in vegetatietypen groeit die een grote overeenkomst vertonen met de vegetatie van de vindplaats op de Zeeuwse dijk. Hierop komen wij nog terug. Op grond van bestudering van het herbariummateriaal (Rijksherbarium Leiden) en de Nederlandse literatuur over dit onderwerp (OUDEMANS 1874; KOPS & VAN EEDEN 1889; VAN EEDEN 1895; DE HAAS & HOEVENAARS 1895; SURINGAR 1895; ABELEVEN 1899; POSTHUMUS 1899; HEUKELS a en b 1918; DE WEVER & CLAESSENS 1914;SIPKES 1918; DE WEVER 1919; VAN SOEST 1923; KLOOS & WACHTER 1934; JANSEN 1957; VAN OOSTSTROOM & REICHGELT ; VAN OOSTSTROOM & MENNEMA 1967) en na bepaling van het areaal aan de hand van diverse flora's (zie literatuur) menen wij dat er bij de in het verleden gedane vondsten van het Breedbladig klokje vaker dan doorgaans wordt aangenomen sprake moet zijn geweest van inheemse planten. Het verspreidingskaartje van VAN STAVEREN vervaardigd in het kader van een doctoraalverslag (1972) dient naar onze mening te worden aangevuld met de vindplaatsen Wassenaar Voorburg Dordrecht Drimmelen de Louberg Maastricht en de bij nieuwste vindplaats bij 'sgravenpolder. In fig. 1 zijn deze dan ook toegevoegd aan de door Van Staveren t.w. Middelstum Winschoten Zwolle Beesd Neerijnen Arnhem Haarlem Amsterdam aangegeven vindplaatsen Oegstgeest Haagse Bos Rotterdam Valkenburg L. Over de lokaliteiten Voorburg Dordrecht en Drimmelen wordt evenals over de vindplaatsen Middelstum Winschoten Zwolle Neerijnen Arnhem Amsterdam en Oegstgeest Valkenburg L. nergens expliciet vermeld dat het hier gaat om verwilderde exemplaren. Beesd en Wassenaar zijn als vindplaats op het verspreidingskaartje opgenomen ondanks de vermelding in de literatuur (VAN OOSTSTROOM & REICHGELT 1964; VAN OOSTSTROOM & MENNEMA 1967) dat de hier gevonden exemplaren van Campanula latifolia verwilderd waren. Bij bestudering van het herbariummateriaalbleek nl. dat de vinder die een ander is dan de auteurs van genoemde artikelen geen uitspraak doet over het al dan niet verwilderd zijn van het materiaal. De in Haarlem aangetroffen exemplaren worden door KOPS & VAN EEDEN (1889) voor oorspronkelijk gehouden. Van de op de Louberg bij Maastricht gevonden exemplaren zegt SURINGAR (1895):.. een soort waarvan tot dusverre slechts verwilderde planten in ons vaderland waren aangetroffen en die dus als een belangrijke aanwinst mag worden beschouwd" hiermee te kennen gevend dat hier sprake is van inheemse niet verwilderde exemplaren. Uit de vermelding van de vindplaatsen Canne en Den Haag (Haagse Bos) blijkt dat men er niet geheel zeker van was of debetreffende planten verwilderd waren of als oorspronkelijk moesten worden beschouwd. In het Maandblad van het Natuurhistorisch Genootschap in Limburg [3 (7) 1914 p. (3)] wordt hierover m.b.t. de vindplaats Canne gezegd: Waarschijnlijk is deze plant een overblijfsel van vroegere sierplanten uit het kasteel aldaar. Ze werd er reeds gesignaleerd door Lejeune." DE WEVER (1919 p. 8) daaraan toe: voegt Campanula latifolia wordt hier veel gekweekt; ze is reeds jaren verwilderd in het bos achter het kasteel." 188
3 Fig. 1. De verspreiding van Campanula latifolial. in Nederland. vondst = van voor 1950; = vondst sinds Bij het in het Haagse Bos verzamelde exemplaar staat vermeld: wellicht verwilderd". Nu was er in het Haagse Bos in 1865 nog slechts sprake van een geringe menselijke invloed; tot de verwoesting door de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog was hier sprake van een gesloten potentieel natuurlijk loofbos met de daarbij behorende ondergroei (WESTHOFF 1951). Aangezien het milieu er evenals in Canne volledig overeenkwam met de eisen die C. latifolia stelt verdient het o.i. toch de voorkeur om deze beide vindplaatsen als natuurlijke standplaatsen te beschouwen. Bij de vindplaatsen Wassenaar Overveen en Beesd wordt vermeld dat de er aangetroffen exemplaren verwilderd zijn (SIPKES 1918). Of dit werkelijk zo was valt uit de literatuur moeilijk te achterhalen. Wij moeten er daarom van uitgaan dat het hier inderdaad verwilderde planten betrof. Deze vindplaatsen om die reden dan ook zijn 189
4 planten niet ingetekend in fig. 1. In het doctoraalverslag van Van Staveren staat als vindplaats ook nog Rotterdam vermeld. Het bleek onmogelijk om hierover aanvullende literatuur in handen te krijgen. Doordat C. latifolia opvallend fraaie bloemen heeft en er uitziet ais een sierplant is het goed mogelijk dat dit in het verleden nu en dan geleid heeft tot het ontstaan van vooroordelen in de trant van: zulke mooie planten zullen hier wel niet echt wild zijn" (zie WESTHOFF C.S p. 79) te meer daar plantesoorten met een dergelijke habitus in Nederland in tegenstelling tot b.v. zuidelijker streken weinig talrijk zijn. C. latifolia wordt in Nederland vooral aangetroffen in bossen kreupel en hakhout op vochtige en beschaduwde plaatsen. Dit komt overeen met de indicatiewaarde die ELLENBERG (1974) deze soort toekent. Volgens hem groeit C. latifolia op plaatsen met schaduw of halfschaduw en een vochtige bovendien vaak basische stikstofrijke bodem. In Zeeland werd de soort onder deze condities aangetroffen echter niet in een bos of struweel maar in een vegetatie waarin soorten van het Arrhenatheretum domineren (SYKORA & SYKORAHENDRIKS 1973). Voor de nodige schaduw zorgden de aangeplante populieren en spontaan opgeschoten struiken van Prunus spinosa. Een vegetatieopname op deze plaats zag er als volgt uit: Oppervlakte: 25 m 2 Datum: Expositie dijkhelling Boomlaag: Struiklaag: Kruidlaag: Z/O Populus X canadensis Prunus spinosa Festuca rubra Erigeron acer +.1 Agrimonia eupatoria 2.1 fl Lotus corniculatus +.2 fl Trisetum flavescens 2.3 fl Rubus caesius +.1 Rumex acetosa 2.2 fl Hieracium pilosella +.2 fl Inula conyza (2.1 fl) Crataegus monogyna +.1 kpl Dianthus armeria 1.2 fl Carduus crispus H 1.1 Galium mollugo 1.2 fl Vicia sativa Achillea millefolium 1.12 fl Arenaria serpyllifolia +.2 Cerastium holosteoides 1.12 fl Crepis capillaris +.2 Atriplex patula +.1 fl Poa pratensis +.3 Campanulalatifolia +.1 fl Carlina vulgaris (H 1.1) Senecio erucifolius +.1 Wij hebben de in deze opname voorkomende soorten ingedeeld in oecologische groepen (ARNOLDS & VAN DER MEIJDEN 1976) en vervolgens het aandeel van elke groep in de opname bepaald; hierbij is de berekeningswijze volgens SCHWICKERATH (1931) (zie ook WESTHOFF & VAN DER MAAREL 1973) toegepast waarbij echter de waarde + als 05 is geteld. Een en ander leverde het volgende resultaat op: planten van bemeste graslanden op matig vochtige grond 51% planten van zomen op kalkhoudende lemige matig vochtige tot droge grond 19% planten van struwelen op matig vochtige tot droge voedselrijke grond 11% planten van graslanden op droge matig voedselrijke tot voedselrijke niet tot matig kalkhoudende zwak zure tot zwak basische grond 8% planten van ruigten op weinig betreden voedselrijke niethumeuzeof kalkrijke droge grond 4% van graslanden op droge matig voedselrijke kalkrijke of zinkhoudende neutrale tot basische grond 3% planten van bossen op jonge voedselrijke matig vochtige grond 1% 190
5 De standplaatsen van de in Nederland gevonden exemplaren van Campanula latifolia komen zeer goed overeen met de beschrijving van de groeiplaatsen in andere delen van het areaal ic. latifolia komt voor in bijna alle landenvan Europa in Perzië en in de westelijke Himalaya. Overal in zijn verspreidingsgebied wordt deze soort aangetroffen in bossen en in struwelen vaak op rivieroevers in bergweiden en in vegetaties met hoge overblijvende kruiden op matig vochtige tot vochtige voedselrijke losse humeuze lemige bodem (HAYEK et al. 1931; HEGI 1931; COSTE 1937; HERMANN 1956; BUTCHER 1961; CLAPHAM et al. 1962; OBERDORFER 1970; HESS et al. 1972; DE LANGHE et al. 1973;TUTIN et al. 1976). In Duitsland groeit C. latifolia o.m. in het Acerion Oberdorfer 1957 en in het Adenostylion BraunBlanquet In Rusland wordt de soort aangetroffen in gemengde loofnaaldbossen oeverbossen en hoge alpiene kruidenvegetaties (SHISHKINetal. 1957). Hetfeitdathet Breedbladig klokje in Engeland en Schotland tamelijk algemeen is en er een grote verspreiding heeft en tevens voorkomt in vrijwel geheel Denemarken en Duitsland maakt het aannemelijk dat ook Nederlandtot het areaal moet worden gerekend. Dat in België alleen de westelijke uitlopers van de Eifel als vindplaats voor Campanula latifolia worden genoemd (VAN ROMPAEY et al. 1972) kan een gevolg zijn van het feit dat ook in dit land de plant als verwilderd wordt beschouwd en daarom niet is opgenomen in de verspreidingskaart. Hoewel CLAPHAM et al. (1962) de standplaats beschrijven als: woods and hedgebanks" is het de tweede van ons opgevallen dat met name in het noorden van Engeland (d.w.z. ten zuiden van Schotland) C. latifolia veelvuldig groeit in grazige wegbermen die inzake hun bodemkwaliteit en vochthuishouding weliswaar overeenkomen met de betreffende parameters in het algemene oecologische beeld van de soort doch die nauwelijks of niet beschaduwd zijn. Vermoedelijk is dit te beschouwen als een effect van het meer oceanische klimaat in dit gebied m.a.w. als een voorbeeld van de wet der relatieve standplaatsconstantie van Walter (WALTER & STRAKA 1970; zie ook WESTHOFF & VAN DER MAAREL 1973 p. 656). Samenvattendmenen wij te mogen zeggen dat er alle reden is om aan te nemen dat Campanula latifolia hetzij een inheemse soort is die reeds in de oorspronkelijke vegetatie thuishoorde en als zodanig tegenover de hemerochoren gesteld kan worden hetzij als agriophyt beschouwd moet worden (SUKOPP ). Agriophyten zijn soorten die een vaste plaats hebben in de huidige potentieel natuurlijke vegetatie maar die in de oorspronkelijke vegetatie ontbraken. Het zijn soorten die zich door toedoen van de mens hebben gevestigd maar die getoond hebben zich in de concurrentie in schijnbaar natuurlijke landschappen te kunnen handhaven en die ook na het wegvallen van de menselijke invloed zouden blijven bestaan. Literatuur ABELEVEN H. A. J Vijfdelijstvan nieuwe indigenen die Januari 1894 in Nederland ontdekt na zijn. Ned. Kruidk. Arch. III 1 p ARNOLDS E. J. M. & R. VAN DER MEIJDEN Standaardlijst van de Nederlandse Flora. Rijksherbarium Leiden. BÖCHER W. et al The Flora of Greenland. Kopenhagen. BUTCHER W A new illustrated British Flora II. London. CLAPHAM A. R. et al Flora of the British Isles. Cambridge. 191
6 VAN COSTE H Flore descriptive et illustrée de la France de la Corse et des contrées limitrophes II. Paris. DOSTAL J Kvetena C.S.R. Praha. EEDEN F. W. VAN Lijst der Planten die in Nederlandsche Duinstreken gevonden zijn. Ned. Kruidk. Arch. II 1 p. 360A51. ELLENBERG H Zeigerwerte der Gefasspflanzen Mitteleuropas. Scr. Geobot. 9. Göttingen. FIORI A Nuova flora analitica d'italia II. Bologna. FLAHAULT CH Nouvelle flore colorée des Alpes et des Pyrénées Série I. Paris. HAAS E. J. M. DE & J. J. HOEVENAARS Ned. Kruidk. Arch. II 6 p Aanwinsten voor de flora van Maastricht en omstreken. HAYEK A. & FR. MARKGRAF Prodromus Florae peninsulae Balcanicae 2. Berlin. HEGI G Illustrierte Flora von Mitteleuropa VI. München. HEIMANS E. H. W. HEINSIUS & JAC. P. THYSSE Geïllustreerde Flora van Nederland ed. 20. Amsterdam. HERMANN F Flora von Nord und Mitteleuropa. Stuttgart. HESS H. E. et al Flora der Schweiz III. Basel. HEUKELS H Verslag omtrent nieuwe vindplaatsen van in Nederland zeldzame planten gevonden gedurende De Levende Natuur 4 p a. Tot dusverre bekende groeiplaatsen der tot de bijgenoemde planten. De Levende Natuur 5 p familiën behoorende 1901b. Verslagomtrent voor Nederland nieuwe vindplaatsen van zeldzame planten gevonden in De Levende Natuur 6 p Nieuwe vindplaatsen in Nederland van zeldzame plantensoorten in De Levende Natuur 22 p OOSTSTROOM Flora van Nederland ed. 18. Groningen. HULTÉN E Atlas of the distributionof vascular plants in N.W. Europe. Stockholm. HUTCHINSON J British wild flowers II. London. JANSEN M. T De flora oude van een buitenplaats in de Tielerwaard. Corr. bl. Rijksherbarium 5 p KLOOS A. W. & W. H. WACHTER Nieuwe vindplaatsen in Nederland van zeldzame plantensoorten in De Levende Natuur 38 p KOPS J. & F. W. VAN EEDEN Flora Batava XVIII pl Leiden. LAMARCK J. DE & A. DE CANDOLLE Flore francaise ou descriptions succinctes de toutes les plantes qui croissent naturellement France. Paris. en LANGHE J. E. DE et al Nouvelle flore de la Belgique du Grand Duché de Luxembourg du Nord de la France et des régions voisines Bruxelles. LID J Norsk og Svensk Flora. Oslo. OBERDORFER E Pflanzensoziologische Exkursionsflora für Süddeutschland. Stuttgart. OOSTSTROOM S. J. VAN & J. MENNEMA Nieuwe vondsten van zeldzame planten in Nederland hoofdzakelijk in Gorteria 3 (9) p & TH. J. REICHGELT. Nieuwe vondsten van zeldzame planten in Nederland in De Levende Natuur 61 p & Nieuwe vondsten zeldzame van planten in Nederland hoofdzakelijk in Gorteria 2 (3) p OUDEMANS C. A. J. A In: Verslag van de vijf en twintigste jaarvergadering de Nederlandsche Botanische Ned. Kruidk. Arch. van Vereeniging. II 1 p PERRING F. H. & S. M. WALTERS Atlas of the British Flora. London. POSTHUMUS L In: Verslag van de van vierenzestigste vergadering de Nederlandsche Botanische Vereeniging. Ned. Kruidk. Arch. III p ROMPAEY E. VAN et al Atlas de la Flore Beige et Luxembourgeoise. Bruxelles. ROSTRUP E. et al Den Danske Flora. Kopenhagen. SCHWICKERATH M Die Gruppenabundanz (Gruppenmachtigkeit); ein Beitrag zur Begriffsbildung der Pflanzensoziologie. Bot. Jahrb. 64 p SHISHKIN B. K. et al Flora of the U.S.S.R XXIV. MosquaLeningrad. SIPKES C Adventiefplanten om Haarlem. De Levende Natuur 23 p SOEST J. L. VAN Flora van Arnhem II. Ned. Kruidk. Arch. 33 p
7 STAVEREN M. G. D. VAN Campanulaceae van Nederland. Verslag doctoraal onderwerp fotocopie. Rijksherbarium Leiden. SUKOPP H Neophyten in natürlichen Pflanzengesellschaften Mitteleuropas. Ber. der Deutschen Bot. Ges. LXXV 6 p Neophyten in natürlichen Pflanzengesellschaften Mitteleuropas. Ber. ü. d. Int. Symp. Stolzenau. Den Haag Der Einfluss des Menschen auf die Vegetation. Veg. XVII 16 p Wandel von Flora und Vegetation in Mitteleuropa unter dem Einfluss des Menschen. Ber. ü. Landwirtschaft 501 p SURINGAR W. F. R In: Verslag van de achtenvijftigste vergadering van de Nederlandsche Botanische Vereeniging. Ned. Kruidk. Arch. II 6 p (p ). SYKORA K. V. & C. M. P. SYKORAHENDRIKS De dijkvegetatie van ZuidBeveland. Intern Rapport afd. Geobotanie Nijmegen. & A phytosociological investigation of the dikes ofthe van Zak ZuidBeveland" the Netherlands. Kon. Ned. Acad. v. Wetensch. 80 (3) p TUTIN T. G. et al Flora Europaea IV. London. VUYCK L In: Verslag van de zesenzestigste vergadering der Nederlandsche Botanische Vereeniging. Ned. Kruidk. Arch. III 1 p (p. 568). WALTER H. & H. STRAKA Arealkunde; floristischhistorische Geobotanik. Stuttgart. WESTHOFF V Het Haagse Bos verjongd.toeristenkampioen 14 p et al Wilde Planten flora en vegetatie in onze natuurgebieden.amsterdam. & E. VAN DER MAAREL The BraunBlanquet Approach. In: Handbook of Vegetation Science V p. WEVER A. DE Lijst van wildgroeiendeen eenige gekweekte planten in ZuidLimburg X. Jaarb. Nat. Hist. Gen. Limburg p. 332 (p. 89). & H. J. CLAESSENS In: MaandelijkseVergaderingte Sittard op 24 juni j.1. Maandbl. Nat. Hist. Gen. Limburg 3 7. WILLKOMM M. & J. LANGE Prodromus Florae Hispanicae II. Stuttgart. Summary The authors report a new locality in the Netherlands (Zeeland) in which Campanula latifolia L. has been found. A description ofthe vegetationofthe site is given and the habitat is compared with the environments in whichthis species occurs in other countries ofeurope. A of the distributional map area was drawn according to the floras of the European countries. So far the species has been found several times in the Netherlands but botanists considered such occurrences as incidental escapes (cultivated plants running wild). The data about Dutch localities are analysed and it is demonstrated that the presumption (by the collector or by later interpreters) that the species on the locality would be running wild in a number ofcases does not hold. From the information obtained the conclusion is drawn that in the Netherlands Campanula latifolia is either (and probably) a native species or else an agriophyte (naturalized and completely adapted to native vegetation) but (apart from possible exceptions) not a species incidentallyrunning wild. 193
hoofdjes, dat langer is dan deze (Rijksherbarium, Leiden) Bij het gereedmaken van het verspreidingskaartje van Filago pyramidata L.
De Filago vulgaris-groep in Nederland door F. Adema (Rijksherbarium, Leiden) Bij het gereedmaken van het verspreidingskaartje van Filago pyramidata L. voor de Atlas van de Nederlandse Flora (MENNEMA, 1976)
Nadere informatiePrachtanjer (Dianthus superbus L.) terug. in Nederland, maar... via natuurlijke weg? Inleiding
Prachtanjer (Dianthus superbus L.) terug in Nederland, maar... via natuurlijke weg? Barbara Gravendeel & Kees+(C.)+G. Koops (De La Reystraat 30, 2332 XX Leiden) Dianthus superbus L. back in the Netherlands,but...
Nadere informatieLej. daarentegen werd in deze beide laatste edities weggelaten, omdat het voorkomen. beschrijving. forsterianum
Over het voorkomen van Sedum forsterianum Smith in Nederland door H. t Hart (Instituut voor Systematische Plantkunde, Utrecht) In de flora's van Nederland van OUDEMANS (1896) en HEUKELS (1910-11), alsmede
Nadere informatieMatig voedselrijk tot voedselrijk Zwak zuur tot neutrale, humeuze grond
Winterlinde Tilia cordata Zonnig tot licht beschaduwd Vochtig Matig voedselrijk tot voedselrijk Zwak zuur tot neutrale, humeuze grond Tillia cordata (Winterlinde) Veengrond PH>4 Matige tot slechte groei
Nadere informatieRespect voor schoonheid. Oog voor detail
Schoonheid van geheel van vegetatie Respect voor schoonheid Details van landschap & bodem Oog voor detail Optimale omstandigheden > verscheidenheid aan Streven soorten die naar zich langs diversiteit hun
Nadere informatieNotitie. Inventarisatie Rapunzelklokje op locatie Platveld 4 te Meijel (gemeente Peel en Maas)
Notitie Inventarisatie Rapunzelklokje op locatie Platveld 4 te Meijel (gemeente Peel en Maas) Door: G.M.T. Peeters Notitienummer: 174 Datum: 16 september 2011 In opdracht van: Aelmans Ruimtelijk Ordening
Nadere informatietijdens een excursie in september {fig. 1) gaf de tweede auteur namelijk de z.i. gerechtvaardigde indruk, dat het Sonchus palustris door
Sonchus palustris L. in Zuidwest-Nederland door C. Sipkes (Rockanje) en J. Mennema (Rijksherbarium, Leiden) De vondst van Sonchus palustris L. ten Westen van het Brede Water op Voorne door de eerste onzer
Nadere informatiePotamogeton bastaardering veelvuldig voorkomt en meestal wordt er een groot. (Sneek)
Een drietal Potamogeton-hybriden in Friesland, waaronder Potamogeton x sparganifolius Laest. ex Fries nieuw voor Nederland door D.T. E. van der Ploeg (Sneek) 1. Inleiding Flora's van de ons omringende
Nadere informatieBoerenwormkruid (Tanacetum vulgare)
Boerenwormkruid (Tanacetum vulgare) Boerenwormkruid is een overblijvende plant. De plant heeft een kantige donkerbruin gekleurde stengel en kan 60-120 cm lang worden. Bloeit met platte schermen, die uit
Nadere informatieNIEUWSBRIEF FLORON-FWT, NR.2, APRIL 1990
NIEUWSBRIEF FLORON-FWT, NR.2, APRIL 1990 Kruidkers (Lepidium) in Twente. O.G. Zijlstra Door de Floristische Werkgroep Twente zijn tot op heden zeven soorten van het geslacht Kruidkers (Lepidium) gevonden;
Nadere informatieFLORA MONITORING Potpolder Lillo
FLORA MONITORING Potpolder Lillo Doel Tijdens de periode van 1 april 2006 tot 31 oktober 2006 een inventarisering te maken van de voorkomende vegetatie in de potpolder. Het te inventariseren gebied is
Nadere informatieDE VEGETATIES van NEDERLAND - Schaminée e.a. Overzicht van de Klassen van Plantengemeenschappen
DE VEGETATIES van NEDERLAND - Schaminée e.a. Overzicht van de Klassen van Plantengemeenschappen Schaminée - Klassen - n en Lat. naam 01. LEMNETEA MINORIS Eendenkroos 02. RUPPIETEA Ruppia 03. ZOSTERETEA
Nadere informatieFlora van naaldbossen,
Indicator 7 september 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In de naaldbossen in Nederland
Nadere informatieVindplaatsen van Distelbremraap [Orobanche reticulata subsp. pallidiflora (Wimm. & Grab.) Hayek] in verstoorde duinen
Vindplaatsen van Distelbremraap [Orobanche reticulata subsp. pallidiflora (Wimm. & Grab.) Hayek] in verstoorde duinen Ger Londo & Joop Mounkr** * Proeftuin 13, 3925 BJ Scherpenzeel; e-mail: glondo@hetnet.nl
Nadere informatieVeranderingen. Standaardlijst basis van de. in de Nederlandse flora. Calijn Plate René Liefaard en Lodewijk van Duuren (Centraal Bureau voor de
Veranderingen in de Nederlandse flora op basis van de Standaardlijst 1990 Calijn Plate René Liefaard en Lodewijk van Duuren (Centraal Bureau voor de Statistiek, afdeling Natuurlijk Milieu, Postbus 959,2270
Nadere informatieKorte mededeling. Geschubde mannetjesvaren in Nederland voor het eerst op een muur gevonden
Korte mededeling Geschubde mannetjesvaren in Nederland voor het eerst op een muur gevonden Raymond (R.J.W.M.) van der Ham (Nederlands Centrum voor Biodiversiteit Naturalis (sectie Nationaal Herbarium Nederland)
Nadere informatieVegetatie van loof- en gemengde bossen,
Indicator 11 december 2015 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In loofbossen en gemengde bossen
Nadere informatie1. Status. Groenknolorchis (Liparis loeselii) H Kenschets. 3. Ecologische vereisten. 4. Huidig voorkomen
Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen vermeld is. Groenknolorchis (Liparis loeselii)
Nadere informatie(Lactuca virosa L.). Diverse minof meer geroutineerdefloristenbleken de planten voor de
Gifsla (Lactuca virosa L.) en kompassla (Lactuca serriola L.) in Nederland door R.W.J.M. van der Ham(Rijksherbarium, Leiden) In 1980 groeide er op een afbraakterreintje in debinnenstad van Leiden een massa
Nadere informatieVaccinium corymbosum L. in Nederland ingeburgerd. zijn naar aanleiding van gunstige berichten over deze cultuur proeven genomen met de
Vaccinium corymbosum L. in Nederland ingeburgerd F. Adema (Rijksherbarium, Postbus 9514, 2300 RA Leiden) Vaccinium corymbosum L. naturalized in the Netherlands The North American species Vaccinium corymbosum
Nadere informatieInventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014
Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014 Stichting Landschapsbeheer Zeeland Lucien Calle Sandra Dobbelaar Alex Wieland 15 juli 2014 1 Inhoud Inleiding...
Nadere informatiePotamogeton coloratus Hornem. opnieuw in Nederland gevonden. opnieuw in Nederland gevonden en wel op het eiland Texel.
Potamogeton coloratus Hornem. opnieuw in Nederland gevonden door W. Eelman (Den Burg) en D.T.E. van der Ploeg (Sneek) In 1978 werd een lang verdwenen gewaandesoort, Potamogeton coloratus Hornem. opnieuw
Nadere informatiememo gemeente Lingewaard, Dion Steenbergen , hoofdlijnen mitigatieplan kleine wolfsmelk Houtakker II, Bemmel
memo aan: van: gemeente Lingewaard, Dion Steenbergen SAB, Eric Verkaik c.c.: datum: 15 september 2017 betreft: 160472, hoofdlijnen mitigatieplan kleine wolfsmelk Houtakker II, Bemmel INLEIDING Aan de Houtakker
Nadere informatietwijfel België vooral worden gerangschikt naar derivieren en riviertjes, waarlangs het zomerklokje 314) binnenkort aan een
De verspreiding van Leucojum aestivum L. in Nederland en België door J. Mennema (Rotterdam) Een van de botanische attracties in het gebied van de Oude Maas dat sinds 1957 door de Werkgroep van die naam
Nadere informatieInleiding. Thuidium tamariscinum in Friesland. meldingen van Thuidium tamariscinum. Van. meldingen. Buxbaumiella 33 (
Buxbaumiella 33 (19941 61 Thuidium tamariscinum in Friesland Jacob Koopman & Karst Meijer A preliminary distribution map of Thuidiumtamariscinum in Friesland is presented. This map has been based 2 on
Nadere informatieEnige. wij naar Aellens bewerking van de Chenopodiaceae in de 2e druk van HEGI, Illustrierte. (Rijksherbarium, Leiden)
Enige voor Nederland nieuwe Chenopodiaceae door S.J. van Ooststroomen Th.J. Reichgelt (Rijksherbarium, Leiden) Tijdens zijn bezoek aan het Rijksherbarium in november 1963 was de bekende Chenopodiaceae-specialist
Nadere informatieTeloceras Blagdeni (Sowerby) in het Pleistocene Maasgrind van Zuid Limburg (II)
Teloceras Blagdeni (Sowerby) in het Pleistocene Maasgrind van Zuid Limburg (II) J. H. Willems SUMMARY Teloceras blagdeni (SOWERBY) in the Pleistocene gravel of the river Maas in the South of the Dutch
Nadere informatieInventarisatie flora Golfbaan Grevelingenhout 2018
Inventarisatie flora Golfbaan Grevelingenhout 2018 In opdracht van Golfbaan Grevelingenhout te Bruinisse heeft de Plantenwerkgroep van de Natuur- en Vogelwacht Schouwen-Duiveland in 2018 een inventarisatie
Nadere informatieVegetatie van Nederland
Vegetatie van Nederland Vegetatie van Nederland Met Bosanemoon: Zomereik Gewone es Klimop Eenbes Daslook Bosvergeet-mij-nietje Slanke sleutelbloem Met scherpe boterbloem Grote vossenstaart Gestreepte witbol
Nadere informatieLeucojum aestivum L. indigeen
Leucojum aestivum L. indigeen in Nederland en België door J. Mennema (Rijksherbarium, Leiden) Het onderzoek naar de verspreiding van het zomerklokje (Leucojum aestivum L.) in Nederland en België (MENNEMA,
Nadere informatieverspreiding (Laboratorium voor Aquatische Oecologie, Nijmegen) door Th.G. Giesen en G. van der Velde
De verspreiding van Nymphaea candida Presl en Nymphaea alba L. in Nederland door Th.G. Giesen en G. van der Velde (Laboratorium voor Aquatische Oecologie, Nijmegen) De vondst van Nymphaea candida Presl
Nadere informatieVerspreiding van doelsoorten (vaatplanten) in relatie tot de Ecologische Hoofdstructuur. Samenvatting FLORON-rapport nr. 3
Verspreiding van doelsoorten (vaatplanten) in relatie tot de Ecologische Hoofdstructuur Samenvatting FLORONrapport nr. 3 Adrienne+J.J. Lemaire Ruud Beringen & Kees+(C.)+L.G. Groen (Stichting FLO RON, POstbus
Nadere informatiehet voorjaarsvergeet-mij-nietje (
Een miskend vergeetmijnietje: Myosotis stricta Link ex R. et Sch. door E.J. Weeda(Rijksherbarium, Leiden) Verwarring van Myosotis stricta met andere Myosotissoorten De zich bedoeling bij vele floristen
Nadere informatiezij spraken sterretje (*). zuidhelling, zuidelijk van Nijmegen, in totaaleen achttal, benevens twee vondsten (Jorwerd standplaatsen
met Over het voorkomen van Trifolium micranthum Viv. in Nederland door S.J. van Ooststroom (Rijksherbarium Leiden) Ruim 25 jaar geleden toonden KERN en zijn vrienden de gebroeders REICHGELT (1942a en b)
Nadere informatieCGM/ Advies Inperkingsmaatregelen voor werkzaamheden met genetisch gemodificeerde Geranium robertianum en Geranium pyrenaicum
Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Mevrouw W.J. Mansveld Postbus 20901 2500 EX Den Haag DATUM 18 mei 2015 KENMERK ONDERWERP CGM/150518-01 Advies Inperkingsmaatregelen voor werkzaamheden
Nadere informatieAnacamptis pyramidalis bij Wijk aan Zee. door. de Vries-laboratorium, Amsterdam) worden de tellingen grafisch weergegeven.
Anacamptis pyramidalis bij Wijk aan Zee door A.A. Sterk (Hugo de Vries-laboratorium, Amsterdam) In Gorteria schrijft DE WILDE (1976) een artikel over de verarming van de duinflora bij Wijk aan Zee. De
Nadere informatiewetenschappelijke naam vegetatietype
Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen vermeld is. Schorren met slijkgrasvegetaties
Nadere informatieniet-inheemse vaatplanten in Nederland
niet-inheemse vaatplanten in Nederland Wil Tamis & Ruud van der Meijden in samenwerking met de PGO FLORON naar het proefschrift van W.L.M Tamis: Changes in the flora of the Netherlands in the 20th century
Nadere informatieLang bloeiende inheemse vaste planten voor bijen en vlinders
www.bloembergecologie.com Lang bloeiende inheemse vaste planten voor bijen en vlinders Bakkers, Sanne; Bloemberg, Mark HAS Hogeschool s-hertogenbosch, 26 juni 2015 Bloemberg M.S. 07-05-2017 1 Lang bloeiende
Nadere informatietelmateia Ehrh. in Nederland?
vaak sloot Hoe afwijkend zijn de nieuwe groeiplaatsen van Equisetum telmateia Ehrh. in Nederland? G. Londo (Rijksinstituut voor Natuurbeheer, Leersum) Inleiding Tot voor kort kenden we Equisetum telmateia
Nadere informatieBij tal van Composieten komen straalbloemloze vormen voor, die in de meeste
Het verspreidingsgebied van Senecio jacobaea L. var. nudus Weston door R. van der Meijden (Rijksherbarium, Leiden) Bij tal van Composieten komen straalbloemloze vormen voor, die in de meeste gevallen systematisch
Nadere informatieLanghe D'hose, welke in. (Hugo de Vries-laboratorium, Amsterdam) Enkele vondsten van de scherpe pinksterbloem in West-Nederland. door. J.
Enkele vondsten van de scherpe pinksterbloem in West-Nederland door J. Wiegers (Hugo de Vries-laboratorium, Amsterdam) De door DE LANGHE & D'HOSE (1976) nieuw beschreven bitter smakende ondersoort van
Nadere informatieBijen en Landschapsbeheer
Bijen en Landschapsbeheer Hoe maken we het landschap bijenvriendelijk Wat betekent dat voor de biodiversiteit en de kwaliteit van het landschap Een selectie van de mogelijkheden Arie Koster -- www.bijenhelpdesk.nl
Nadere informatieZ.-Limburg het areaal
Korte mededelingen Over het vroegere voorkomen van Chenopodium vulvarial. in Nederland. Naar aanleiding van een recente vondst van Chenopodium vulvaria bij Assendelft schrijft MENNEMA (1977): Met P. Heukels,
Nadere informatieKennerschap en juridische haken en ogen. Vereniging van Nederlandse Kunsthistorici Amsterdam, 10 juni 2016 R.J.Q. Klomp
Kennerschap en juridische haken en ogen Vereniging van Nederlandse Kunsthistorici Amsterdam, 10 juni 2016 R.J.Q. Klomp De Emmaüsgangers () Lucas 24, 13-35 Juridische haken en ogen Wat te doen als koper
Nadere informatieUvA-DARE (Digital Academic Repository) Health targets: navigating in health policy. van Herten, L.M. Link to publication
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Health targets: navigating in health policy van Herten, L.M. Link to publication Citation for published version (APA): van Herten, L. M. (2001). Health targets: navigating
Nadere informatiein Nederland De madelief-fijnstraal, Phalacroloma annuum (L.) Dumort., (Rijksherbarium, Leiden) Inleiding
De madelieffijnstraal, Phalacroloma annuum (L.) Dumort., in Nederland F. Adema (Rijksherbarium, Leiden) Inleiding Bij de indeling van de familie Compositae speelt de stijl van de tweeslachtige bloemen
Nadere informatieInleiding. meestal, vaak en soms veel voorkomende termen. Om meer inzicht te
Het onderscheid tussen Cardamine flexuosa With. en hirsuta L. door T.W. Jaspars-Schrader (Rijksherbarium, Leiden) Inleiding Meestal zijn de soorten Cardamine flexuosa With. en Cardaminehirsuta L. goedvan
Nadere informatieNoordeinde 198, 'S-GRAVENHAGE
Makelaarskantoor Reichman & Rommelaar Noordeinde 198, 'S-GRAVENHAGE Vraagprijs 698.500 k.k. Woonoppervlak 167 m² Perceelgrootte 108 m² 7 Kamer(s) 4 Slaapkamer(s) Bouwjaar 1600 Noordeinde 198 'S-GRAVENHAGE
Nadere informatieDe Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim
De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim The Relationship between Work Pressure, Mobbing at Work, Health Complaints and Absenteeism Agnes van der Schuur Eerste begeleider:
Nadere informatie(fig. 1, a). Het thallus is bruin tot zwart van kleur verder en glad en enigszins glanzend.
Het terrestrisch voorkomen van Alectoria fuscescens Gyeln. s.l. in de droge duinen van Terschelling door Rita Ketner-Oostra (Instituut voor Systematische Plantkunde, Utrecht) Inl966 werd door Mevr. W.
Nadere informatieWaarnemingen. AIC te Castricum
7 AIC te Castricum Waarnemingen Op het braakliggend terrein grenzend aan de Beverwijkerstraatweg is de vegetatie nauwelijks ontwikkeld. Oude restanten van een fundering zijn nog zichtbaar. Overal ligt
Nadere informatieverrassing voor mij, deze plant eind mei 1976 in vrij groot aantal aan te treffen langs
Een merkwaardige groeiplaats van Allium scorodoprasum L. door E.J. Weeda (Rijksherbarium, Leiden) Allium scorodoprasum is in ons land vrijwel uitsluitend bekend van het Rijngedeelte van het Fluviatiele
Nadere informatie3 Nomenclatuur. 2 Aantal soorten In Nederland
177.34 Het geslacht Crataegus L. in Nederland G. Kruseman en S. J. van Ooststroom Inleiding Tijdens een onderzoek dat wij sedert enige tijd instellen naar de in Nederland in wilde staat voorkomende meidoornsoorten
Nadere informatieVLAAMS DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT OVER NATUURSTUDIE & -BEHEER - APRIL 2002 - JAARGANG 1 - NUMMER 2. a uur. Deus
VLAAMS DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT OVER NATUURSTUDIE & -BEHEER - APRIL 2002 - JAARGANG 1 - NUMMER 2 a uur. Deus Natuur.focus 1(2) ~ 56-60 ARTIKELS ECOTOPEN IN VLAANDEREN VAN LANDUYT 2002 Zeldzaamheid en
Nadere informatieHet Festuca ovina-complex in Nederland. 1. F. pallens Host (Kalkzwenkgras), een veronachtzaamde soort uit Zuid-Limburg
Het Festuca ovina-complex in Nederland. 1. F. pallens Host (Kalkzwenkgras), een veronachtzaamde soort uit Zuid-Limburg Rense Haveman (Alterra, Wageningen Universiteit en Research Centre, Postbus 47, 6700
Nadere informatieNOTITIE BOMENKAP GASLEIDINGTRACE ODILIAPEEL - MELICK
NOTITIE BOMENKAP GASLEIDINGTRACE ODILIAPEEL - MELICK Opgesteld door: Ing. D. Heijkers In opdracht van: N.V. Nederlandse Gasunie Datum: 14 november 2011 Inleiding De Gasunie is voornemens een aardgastransportleiding
Nadere informatieKleine schorseneer aan het infuus voortgang herstelplan in Drenthe
Kleine schorseneer aan het infuus voortgang herstelplan in Drenthe WFD-dag, 28 februari 2015 Edwin Dijkhuis Dit project wordt uitgevoerd en mogelijk gemaakt door: Foto: Peter Meininger Portret: Kleine
Nadere informatieStandplaats, stengelhoogte en levensduur van Inula conyza DC. in Nederland. Inleiding
Standplaats, stengelhoogte en levensduur van Inula conyza DC. in Nederland door H. van Gils (Enschede) en P. Huits (Nijmegen) Inleiding Als plantenliefhebbers, die hun eerste academische natuurstudies
Nadere informatieVan G7 was het met name het subtype: - G7b Matig voedselrijke tot voedselrijke, vochtige bodem; voedselrijk tot zeer voedselrijk
Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging KNNV afdeling Delfland Postbus 133 2600 AC DELFT afdelingdelfland@knnv.nl www.knnv.nl/afdelingdelfland twitter: KNNVafdDelfland facebook: KNNV-afdeling-Delfland
Nadere informatieHerziening van de indeling in ecologische soortengroepen voor Nederland en Vlaanderen
Herziening van de indeling in ecologische soortengroepen voor Nederland en Vlaanderen J. Runhaar 1, W. van Landuyt 2, C.L.G. Groen 3, E.J. Weeda 1 & F. Verloove 2 1 Alterra, Postbus 47, 6700 AA Wageningen;
Nadere informatieBermbeheerplan voor een ecologisch waardevolle berm langs te Elingen
Bermbeheerplan voor een ecologisch waardevolle berm langs te Elingen 1. Inleiding In het dichtbebouwde Vlaanderen zijn bermen overal te vinden. Meestal vervullen ze een vrij belangrijke ecologische rol,
Nadere informatieKevers van de Habitatrichtlijn,
Indicator 19 juni 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het oorspronkelijke areaal van
Nadere informatieBureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode
Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode Natuurwaardenkaart Voor het inventariseren van de natuurwaarden van Heemstede zijn in het rapport Natuurwaardenkaart van Heemstede Waardering van
Nadere informatieNieuwe groeiplaats van Bijenorchis (Ophrys apifera Huds.) in Nederland
Nieuwe groeiplaats van Bijenorchis (Ophrys apifera Huds.) in Nederland M.A.P. Horsthuis* & G. Willink** * Noorderstraat 51, 6953 CD Dieren; e-mail: map.horsthuis@planet.nl ** Noorderstraat 79, 6953 CD
Nadere informatieEffecten van klimaatsverandering op planten in Nederland
Effecten van klimaatsverandering op planten in Nederland W.L.M. Tamis*, M. van t Zelfde** & R. van der Meijden* * Nationaal Herbarium Nederland/Leiden branch, Postbus 9514, 2300 RA Leiden; e-mail: tamis@cml.leidenuniv.nl,
Nadere informatiekijken; de tocht bracht een Op 10 mei 1966maakte ik met de heren P. A. Bakker, C. Boot enchr. van Leeuwen Taraxacum euryphyllum door
Taraxacum euryphyllum (Dahlst.) Christ. in Nederland door J.L. van Soest ('s-gravenhage) Op 10 mei 1966maakte ik met de heren P. A. Bakker, C. Boot enchr. van Leeuwen een excursie naar de reservaten op
Nadere informatieJoh. Jansen. gezamenlijke excursie gemaakt werd, en dat. speciaal onderwerp bezig hielden, weten, hulp
In memoriam Joh. Jansen De Nederlandse floristiek wordt wel zwaar getroffen. Kort na Wachter en De Wever nu onze vriend Johan Jansen overleden. Persoonlijk is dat verlies voor ons wel het grootst, want
Nadere informatiePlanten uit de Habitatrichtlijn
Indicator 28 februari 2008 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Kruipend moerasscherm, groenknolorchis
Nadere informatieECOSYSTEEM (Ecotoop) VEGETATIE PLANTEN STANDPLAATS BODEM, GRONDWATER
INLEIDING Indelingsprincipes Het ecotopensysteem van Nederland en Vlaanderen bestaat uit: 1. een ecosysteemclassificatie waarin ecosystemen op het ruimtelijke schaalniveau van ecotopen worden ingedeeld
Nadere informatieQuick scan ecologie Sophiaweg te Zandvoort
Quick scan ecologie Sophiaweg te Zandvoort Quick scan ecologie Sophiaweg te Zandvoort Auteur Opdrachtgever Projectnummer Ingen foto omslag T. Ursinus Gemeente Zandvoort 12.110 concept november 2012 een
Nadere informatie(Rijksherbarium, Leiden)
Carex arenaria L., C. reichenbachii Bonnet en C. ligerica Gray in Nederland M.J. Addink en R. van der Meijden (Rijksherbarium, Leiden) Inleiding Het komt nogal eens voor dat Carex-kenners aanéén en hetzelfde
Nadere informatieKlimaatverandering en het verschuiven van soorten in Europa. Rob Bugter
Klimaatverandering en het verschuiven van soorten in Europa Rob Bugter Ons klimaat verandert. Uit: De toestand van het Klimaat in Nederland 2008. KNMI. .. en dat heeft consequenties. Science 333, 1024
Nadere informatiedoor G.Th. de Roos Vlieland drie nieuwe groeiplaatsen ontdekt van Montia
Voorkomen, behoud en beheer van de IsolepidoStellarietum variant met Montia fontana subsp. fontana var. chondrosperma op Vlieland door G.Th. de Roos (Landbouwhogeschool, afd. Natuurbeheer, Wageningen Mededeling
Nadere informatievriendelijk verschillende van onze kritische vormen te bekijken, Inleiding Potamogeton X zizii Koch ex Roth ( Potamogeton gramineus
Nieuwe vondsten enige Potamogeton-hybriden in Friesland door D.T.E. der Ploeg (Sneek) Inleiding Gedurende de laatste jaren zijn in Friesland geregeld nieuwe vindplaatsen zeldzame fonteinkruiden bekend
Nadere informatieEcologische Atlas van paddenstoelen in Drenthe
Ecologische Atlas van paddenstoelen in Drenthe Paddestoelen Werkgroep Drenthe Doelstelling en werkwijze Enkele resultaten, o.a. verspreidingspatronen van paddenstoelen en bodemtypen Paddenstoelen, planten
Nadere informatieQuick scan ecologie Beatrixstraat te Halfweg
Quick scan ecologie Beatrixstraat te Halfweg Quick scan ecologie Beatrixstraat te Halfweg Auteur Opdrachtgever Projectnummer Ingen foto omslag T. ursinus Van Riezen en Partners 12.004 april 2012 De brandweerkazerne
Nadere informatieDe Paardehoefklaver in Nederland. Hoe lang nog?
De Paardehoefklaver in Nederland. Hoe lang nog? A. A. STERK Vakgroep Bijzondere Plantkunde, Universiteit van Amsterdam Dit verhaal gaat over de Paardehoefklaver (Hippocrepis comosa L.) op de zuidelijke
Nadere informatieMyDHL+ Uw accountnummer(s) delen
MyDHL+ Uw accountnummer(s) delen met anderen Uw accountnummer(s) delen met anderen in MyDHL+ In MyDHL+ is het mogelijk om uw accountnummer(s) te delen met anderen om op uw accountnummer een zending te
Nadere informatiebevestiging van het in het jaar 1973 gehoorde gerucht over een vondst van Lathyrus
Een floristisch opmerkelijk jaar! door J. Mennema (Rijksherbarium, Leiden) Het jaar 1976 leverde voor de Nederlandse flora een aantal bijzondere vondsten op. Niet alleen werd een 3 (of 4)tal uitgestorven
Nadere informatieWorkshop bosbeheer. Beheerteamdag 2017
Workshop bosbeheer Beheerteamdag 2017 Consulent bosbeheer Bosbeheer Elke boom heeft de functie om gekapt te worden Natuurwaarde bos? Wat bepaalt de natuurwaarde? Wat bepaalt de natuurwaarde van een bos?
Nadere informatie(Vakgroep Populatie- en Evolutiebiologie, Utrecht)
Ornithogalum umbellatum L. O. en divergens Bor. in Nederland door Th.W.J. Gadellaen L.W.D. van Raamsdonk (Vakgroep Populatie- en Evolutiebiologie, Utrecht) Van het geslacht Ornithogalum L. (Liliaceae)
Nadere informatieOPKOMST VAN DE HALSBANDPARKIET IN NEDERLAND EN UTRECHT André van Kleunen
OPKOMST VAN DE HALSBANDPARKIET IN NEDERLAND EN UTRECHT André van Kleunen De halsbandparkiet (Psittacula krameri) komt van oorsprong voor in Afrika, in een gordel ten zuiden van de Sahara en op het Indisch
Nadere informatiete beschouwen? door H.P.M. Hillegers lutea in stinsemilieus van Friesland, Zuid- soorten die binnen hun natuurlijke areaalgrenzen
hoewel Zijn Gagealutea(L.) Ker-Gawl. en Gagea spathacea (Hayne) Salisb. in N.O.-Nederland als stinseplanten te beschouwen? door H.P.M. Hillegers (Laboratorium voor Plantenoecologie, Haren, Gr.) Als stinseplanten
Nadere informatieAdvies betreffende de verspreiding van het kruipend moerasscherm langs de Grote Geule (Beveren-Waas)
Advies betreffende de verspreiding van het kruipend moerasscherm langs de Grote Geule (Beveren-Waas) Nummer: INBO.A.2013.103 Datum advisering: 24 oktober 2013 Auteur(s): Contact: Kenmerk aanvraag: Wouter
Nadere informatieUnderstanding and being understood begins with speaking Dutch
Understanding and being understood begins with speaking Dutch Begrijpen en begrepen worden begint met het spreken van de Nederlandse taal The Dutch language links us all Wat leest u in deze folder? 1.
Nadere informatieBermenplan Assen. Definitief
Definitief Opdrachtgever: Opdrachtgever: Gemeente Assen Gemeente Mevrouw Assen ing. M. van Lommel Mevrouw M. Postbus van Lommel 30018 Noordersingel 940033 RA Assen 9401 JW T Assen 0592-366911 F 0592-366595
Nadere informatieInleiding. Tijdens een floristisch en vegetatiekundig onderzoek van het Schiepersbergcomplex
Een recente vondst van Orchis simia Lamk. in Zuid-Limburg door J.H. Willems en A.M.M. van Haperen (Instituut voor Systematische Plantkunde, afd. Vegetatiekunde, Utrecht) Inleiding Tijdens een floristisch
Nadere informatieWebsite review kamernet.nl
Website review kamernet.nl Generated on October 22 2016 22:07 PM The score is 51/100 SEO Content Title Huur een kamer, appartement of studio Kamernet Length : 48 Perfect, your title contains between 10
Nadere informatieEikenprocessierups en klimaatverandering,
Indicator 31 januari 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Sinds de eerste waarneming van
Nadere informatieVlinders van de Habitatrichtlijn,
Indicator 20 september 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Van de vijf Habitatrichtlijnsoorten
Nadere informatieInsecten in grasbermen: kansen, maar geen wonderen. Jinze Noordijk, Theo Zeegers EIS Kenniscentrum Insecten (Naturalis)
Insecten in grasbermen: kansen, maar geen wonderen Jinze Noordijk, Theo Zeegers EIS Kenniscentrum Insecten (Naturalis) Variatie in bermen grazige berm op klei berm met heide berm met bomen Schrale berm
Nadere informatieVegetatie duinen,
Indicator 11 december 2015 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In zowel droge als vochtige
Nadere informatieVegetatie van de heide,
Indicator 13 december 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Sinds 1999 is de verstruiking
Nadere informatieNATTE ECO ZONE SCHUYTGRAAF BEELDENBOEK
NATTE ECO ZONE SCHUYTGRAAF BEELDENBOEK NATTE ECOZONE SCHUYTGRAAF Inleiding 3 Ontwerp 5 Water 7 Randen en oevers 9 Eilanden 13 Verbindingen 17 Gebruik 21 Beplanting 25 I n h o u d NATTE ECOZONE SCHUYTGRAAF
Nadere informatieBoterbloem (Ranunculus)
Boterbloem (Ranunculus) LPW-Florasleutel samengesteld door Johan Geusens ALGEMENE SLEUTEL Boterbloemen van natte, vochtige plaatsen : Grote boterbloem Blaartrekkende boterbloem Egelboterbloem Boterbloemen
Nadere informatieJAARBOEK VOOR MUNT- EN PENNINGKUNDE AMSTERDAM 1958
JAARBOEK VOOR MUNT- EN PENNINGKUNDE 4 5 KON. NED. GENOOTSCHAP VOOR MUNT- EN PENNINGKUNDE AMSTERDAM 1958 Commissie van Redactie: Dr. H. Enno van Gelder, Voorburg; Dr. A. Gorter, Bilthoven; O. N. Keuzenkamp-Roovers,
Nadere informatieLichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and
Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers
Nadere informatieDe Peelvenen. Hoogveenherstel op het randje. Gert-Jan van Duinen en vele anderen
De Peelvenen Hoogveenherstel op het randje Gert-Jan van Duinen en vele anderen 1. Op de grens van Brabant en Limburg 2. Ontstaan rondom de Peelrandbreuk De Verheven Peel op de Peelhorst: hoog en nat De
Nadere informatieGrasland en Heide. Hoofdstuk 2.2 en 2.4
Grasland en Heide Hoofdstuk 2.2 en 2.4 Planning Grasland Voedselweb opdracht Heide Voedselweb opdracht Grasland Grasland is een gebied van enige omvang met een vegetatie die gedomineerd wordt door grassen
Nadere informatie