Correctievoorschrift VMBO-BB

Transcriptie

1 Correctievoorschrift VMBO-BB 018 landbouw en natuurlijke omgeving groene ruimte CSPE BB Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 4.1 Beoordelingsschema 4. Toelichting bij het beoordelingsschema 5 Berekening cijfer 6 Aanleveren scores 1 Regels voor de beoordeling Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 41, 41a en 4 van het Eindexamenbesluit VO. Voorts heeft het College voor Toetsen en Examens op grond van artikel lid d van de Wet College voor toetsen en examens de Regeling beoordelingsnormen en bijbehorende scores centraal examen vastgesteld. Voor de beoordeling zijn de volgende aspecten van de artikelen 41, 41a en 4 van het Eindexamenbesluit VO van belang: 1 De directeur doet een exemplaar van de opdrachten en de beoordelingsnormen van het examen toekomen aan de examinator. Deze beoordeelt de prestaties, voor zover van toepassing tijdens het maken van de praktijkopdrachten, volgens de door het College voor Toetsen en Examens gegeven richtlijn en legt zijn bevindingen schriftelijk vast in het beoordelingsschema (4.1). 3 De door de directeur aangewezen tweede examinator beoordeelt het resultaat van de praktijkopdrachten, alsmede de verrichtingen van de kandidaat zoals blijkend uit de in het vorige lid bedoelde schriftelijke vastlegging daarvan. De directeur overhandigt de tweede examinator daartoe een exemplaar van de opdrachten en de beoordelingsnormen. PB-091-b-18-1-c 1 lees verder

2 4 De examinator en de tweede examinator stellen in onderling overleg de behaalde score vast. 5 De examinator zendt de score en voor zover mogelijk het beoordeelde werk aan de directeur. Algemene regels Voor de beoordeling van het examenwerk zijn de volgende bepalingen uit de regeling van het College voor Toetsen en Examens van toepassing: 1 De examinator vermeldt op het beoordelingsschema de namen en/of nummers van de kandidaten, het aan iedere kandidaat voor iedere opdracht toegekende aantal scorepunten en het totaal aantal scorepunten van iedere kandidaat. De examinator kent voor een prestatie scorepunten toe in overeenstemming met het bij de toets behorende correctievoorschrift. Wijzigen, weglaten of toevoegen van onderdelen van het beoordelingsmodel is niet toegestaan. Scorepunten zijn alleen de gehele getallen 0, 1,.., n, waarbij n het maximaal te behalen aantal scorepunten voor een opdracht is. Andere scorepunten die geen gehele getallen zijn, of een score minder dan 0 zijn niet geoorloofd. 3 Scorepunten worden toegekend met inachtneming van de volgende regels: 3.1 voor een volledig juiste prestatie wordt bij de desbetreffende opdracht het maximaal te behalen aantal scorepunten toegekend; 3. indien een prestatie gedeeltelijk juist is, wordt indien het beoordelingsmodel dit toelaat, een deel van de te behalen scorepunten toegekend in overeenstemming met het beoordelingsmodel; 3.3 indien een andere prestatie is geleverd dan aangegeven in het beoordelingsmodel en deze is aantoonbaar vakinhoudelijk juist of gedeeltelijk juist worden scorepunten toegekend naar analogie van het beoordelingsmodel; 3.4 indien in het beoordelingsmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen, gescheiden door het teken /, gelden deze mogelijkheden als verschillende formuleringen van eenzelfde prestatie. 4 Mocht tijdens het examen een hulpmiddel niet werken en dit is niet te wijten aan het verkeerd gebruik door de kandidaat dan mag dat geen invloed hebben op de beoordeling van de kandidaat. De kandidaat mag daar in tijd en scorepunten niet door benadeeld worden. 5 Indien de examinator voor het begin van het examen meent dat in het examen of in het beoordelingsmodel een fout of onvolkomenheid zit, deelt hij dit onverwijld mee aan het College voor Toetsen en Examens. Indien een vermeende fout of onvolkomenheid pas tijdens de afname blijkt, beoordeelt de examinator het werk van de kandidaten alsof het examen en beoordelingsmodel juist zijn. Hij kan de fout of onvolkomenheid dan alsnog mededelen aan het College voor Toetsen en Examens. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het beoordelingsmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve vaststelling van de normering van het examen rekening gehouden (zie ook 5 Berekening cijfer). PB-091-b-18-1-c lees verder

3 6 Als een onvolkomen prestatie in een onderdeel van het examen doorwerkt in een daaropvolgend gedeelte, mag alleen die onvolkomen prestatie en niet de verdere uitwerking daarvan worden aangerekend, tenzij daardoor het volgende gedeelte aanzienlijk wordt vereenvoudigd of tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. 7 Scorepunten worden met inachtneming van het correctievoorschrift toegekend op grond van de door de kandidaat geleverde prestaties voor iedere opdracht. Er worden geen scorepunten vooraf gegeven. NB1 Het College voor Toetsen en Examens heeft de correctievoorschriften bij regeling vastgesteld. Het correctievoorschrift is een zogeheten algemeen verbindend voorschrift en valt onder wet- en regelgeving die van overheidswege wordt verstrekt. De corrector mag dus niet afwijken van het correctievoorschrift. NB Het aangeven van de onvolkomenheden op het werk en/of het noteren van de behaalde scores bij de opdracht is toegestaan, maar niet verplicht. Evenmin is er een standaardformulier voorgeschreven voor de vermelding van de scores van de kandidaten. 3 Vakspecifieke regels Voor dit examen zijn geen vakspecifieke regels vastgesteld. 4 Beoordelingsmodel Het beoordelingsmodel bestaat uit twee delen: het beoordelingsschema (paragraaf 4.1) en de toelichting bij het beoordelingsschema (paragraaf 4.). In de toelichting bij het beoordelingsschema staan de uitwerkingen van schriftelijke en ICT-opdrachten. Bij een beoordelingsaspect waarbij de kandidaat aan aangegeven meerdere criteria moet voldoen om scorepunten te kunnen krijgen, alleen de te behalen punten toekennen indien de kandidaat aan ALLE criteria heeft voldaan. De nummers van de opdrachten die direct tijdens de afname van het examen beoordeeld moeten worden, zijn onderstreept. De overige opdrachten kunnen na de afname beoordeeld worden. In het beoordelingsschema zijn vakjes opgenomen, waarin aangegeven kan worden of de kandidaat wel (vinkje ) of niet (streepje -) aan het criterium / de criteria heeft voldaan. Als in het beoordelingsschema bij een opdracht klokjes ( of ) zijn weergegeven, wordt bij die opdracht het werktempo beoordeeld. Achter de klokjes noteert u de begin- en eindtijd van iedere kandidaat. Bij een minitoets vermeldt u de totaalscore van de kandidaat voor die minitoets achter het bijbehorende opdrachtnummer in het beoordelingsschema. PB-091-b-18-1-c 3 lees verder

4 4.1 Beoordelingsschema naam van de kandidaat score opdrachtnr. ONDERDEEL A 1a voorbeelden van juiste redenen zijn: om meerdere planten te krijgen om te verjongen 1b uit het antwoord moet blijken dat een scheurling minimaal uit een groeipunt en wortels bestaat 1c uit het antwoord moet blijken dat de planten nu uit de grond zijn en je dus gemakkelijk overal bij kunt 1d voorbeelden van twee juiste redenen zijn: je behoudt planten met dezelfde eigenschappen je hoeft geen nieuwe planten te kopen 1e voorbeeld van een nadeel is: als een plant ziek is, verspreid je de ziekte PB-091-b-18-1-c 4 lees verder

5 3 a werkzaamheden in de juiste volgorde gezet: stap 1: vaste planten rooien en scheuren stap : compost verdelen stap 3: spitten en egaliseren stap 4: scheurlingen planten stap 5: totaal afwerken en opleveren volgorde juist per ontbrekend of onjuist (bijvoorbeeld omwisseling van twee) aspect -1 b gereedschappen (minimaal genoemd): stap 1: steekschop en mes of snoeischaar stap : bats en hark stap 3: steekschop of bats of spitvork en hark stap 4: plantschop of steekschop deze gereedschappen minimaal genoemd PB-091-b-18-1-c 5 lees verder

6 c tijden per werkzaamheid uitgerekend: stap 1: 4 minuten (4 pollen in 4 delen = 16 scheurlingen x 1,5 minuut/stuk) stap : 6 minuten (6 m x 1 minuut/m ) stap 3: 1 minuten (6 m x minuten/m ) stap 4: 8 minuten (16 scheurlingen x 0,5 minuut/stuk) stap 5: 9 minuten (6 m x 1,5 minuut/m ) alle tijden bij alle werkzaamheden juist d totaaltijd juist: 59 minuten (som van tijden per werkzaamheid) 1 3 minitoets 1 PB-091-b-18-1-c 6 lees verder

7 5 ONDERDEEL B Noteer hier de begintijd van het borderonderhoud van iedere kandidaat. begintijd: 4a het scheuren van de vaste planten is juist uitgevoerd: bij het rooien van de planten zijn de wortels zo min mogelijk beschadigd bij het rooien is geen onnodig grote pol uitgespit dode stengels en oud blad zijn verwijderd elke scheurling heeft wortels en ten minste één groeipunt 4 pollen zijn in 4 delen verdeeld (totaal 16 scheurlingen) het breuk- of snijvlak is zo klein mogelijk de scheurlingen zijn min of meer uniform 4b de grondbewerking is juist uitgevoerd: compost gelijkmatig verdeeld compost door de grond gewerkt en de grond ligt vlak PB-091-b-18-1-c 7 lees verder

8 4c scheurlingen zijn juist geplant: staan gelijkmatig verdeeld over het te beplanten stuk staan op de juiste diepte staan recht en stevig 4d border is netjes afgewerkt, geheel ziet er volledig verzorgd uit, geen onkruid meer zichtbaar, geen uitgebloeide bloemen zichtbaar etc. border is niet netjes afgewerkt en/of geheel ziet er niet verzorgd uit 0 Noteer hier de eindtijd van het borderonderhoud van iedere kandidaat. eindtijd: 4e het onderhouden van de border is: binnen 60 minuten gereed tussen 60 en 70 minuten gereed 1 na meer dan 70 minuten gereed 0 4f efficiënt en veilig gewerkt en opgeruimd: onderhoud vlot (efficiënt, geen getreuzel) en systematisch (volgens de planning) uitgevoerd gedurende het scheuren veilig gewerkt met materialen en gereedschappen op eigen initiatief opgeruimd: gereedschap schoon, materialen opgeruimd, gereedschap opgeruimd, werkplek schoon, afval gescheiden weggegooid 1 PB-091-b-18-1-c 8 lees verder

9 3 3 5 terugkijken op het werk: ziet wat de overeenkomsten tussen beide planningen zijn ziet wat de verschillen zijn en heeft een logische verklaring geeft duidelijk aan wat hij een volgende keer anders zou doen en geeft ook duidelijk aan waarom gebruikt de passende verbale en non-verbale communicatie ONDERDEEL C 6a de tuin is volgens tekening uitgezet: de maten zijn juist (de buitencontouren, de plaatsen waar de palen komen te staan, waar de tegels komen te liggen en waar de haag komt zijn duidelijk te zien) 1 de pootlijn staat overal strak en aan de juiste zijde van het piket 1 6b de tegels liggen: op de juiste hoogte (met de bovenkant min of meer gelijk aan het maaiveld, waterpas) op de juiste plek en strak tegen elkaar aan stevig/niet wiebelig PB-091-b-18-1-c 9 lees verder

10 4 6c de palen voor de klimplanten: staan op de juiste plek staan op de juiste hoogte (1,0 m boven de tegels) staan op het oog rechtop en stevig 6d de beplanting: de haagplanten staan gelijkmatig verdeeld (afstand tussen de planten ongeveer gelijk, verdeeld over de gehele lengte) de haagplanten staan op de juiste diepte de haagplanten staan recht en stevig de klimplanten staan bij de paal, zijn juist geplant en juist aangebonden 6e de containerplaats is netjes afgewerkt en opgeleverd: tegels en palen zijn schoon contouren van de tuin zijn zichtbaar grond direct aansluitend rondom de tuin is netjes afgewerkt PB-091-b-18-1-c 10 lees verder

11 6f veilig gewerkt en opgeruimd: gedurende heel opdracht 6 veilig gewerkt met materialen en gereedschappen op eigen initiatief opgeruimd: gereedschap schoon, materialen opgeruimd, gereedschap opgeruimd, werkplek schoon, afval gescheiden ONDERDEEL D 7 de kandidaat heeft: bij de drie controlepunten over de palen voor de klimplanten aangegeven of hij deze juist of niet juist heeft uitgevoerd, beoordeling komt overeen met die van de examinator bij de twee controlepunten over de klimplanten aangegeven of hij deze juist of niet juist heeft uitgevoerd, beoordeling komt overeen met die van de examinator bij de niet juist uitgevoerde punten aangegeven wat er volgens hem niet juist is aangegeven welk onderdeel het meest geslaagd is duidelijk aangegeven met objectieve argumenten waarom dit het meest geslaagde onderdeel is 3 8 minitoets 1 totaal 7 PB-091-b-18-1-c 11 lees verder

12 4. Toelichting bij het beoordelingsschema geen toelichting 5 Berekening cijfer Het cijfer voor het cspe wordt als volgt verkregen. De examinator en de tweede examinator stellen in onderling overleg de score vast. Deze score wordt meegedeeld aan de directeur. De directeur stelt het cijfer voor het cspe vast op basis van de regels voor omzetting van score naar cijfer. Daartoe past de directeur de door het College voor Toetsen en Examens vastgestelde normeringsterm (N-term) toe. De N-term wordt bekendgemaakt via Examenblad.nl op het tijdstip dat in de Septembermededeling is vermeld. Het cijfer voor het cspe kan niet eerder aan kandidaten worden meegedeeld. Op voortgezet onderwijs centrale examens normering staat een Excel-applicatie, waarin u de schaallengte (= de maximumscore van het cspe) en een door uzelf bedachte N-term kunt invullen. U kunt dan zien welke cijfers uw kandidaten bij deze door uzelf ingevulde N-term zouden behalen. Hieraan kan geen enkel recht worden ontleend. 6 Aanleveren scores Verwerk de scores van alle kandidaten per examinator in de applicatie Wolf. Gebruik hierbij alleen de scores van vóór een eventuele herkansing. Accordeer deze gegevens voor Cito uiterlijk op 16 mei. PB-091-b-18-1-c 1 lees verder einde